Verslag van het Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT gehouden in de Tuinzaal van de Keizersgrachtkerk aan de Keizersgracht 566 te Amsterdam op donderdag 19 mei 2011 _______________________________________________________________________ Op het symposium zijn ruim 80 belangstellenden afgekomen, bewoners van de binnenstad, maar ook medewerkers van het Stadsdeel Centrum, en afgevaardigden van samenwerkingspartners. Opening FREDERIKA GEPKEN, voorzitter van de Ouderen Advies Raad Amsterdam Centrum (OAR), heet alle aanwezigen hartelijk welkom. De OAR wil een forum bieden aan de zelfstandig wonende ouderen in de binnenstad die moeilijkheden ondervinden wanneer de toegankelijkheid van de woning afneemt naarmate zij ouder worden. Veel in de binnenstad wonende ouderen zijn verknocht aan hun buurt, maar hebben behoefte aan een beter toegankelijke woning. Omdat naast deze toenemende behoefte aan aangepaste woningen ook sprake is van een groeiende leegstand van vooral kantoorpanden in de binnenstad heeft de OAR deskundigen van verschillende disciplines uitgenodigd om met elkaar en samen met de bewoners de mogelijkheden te bespreken. De OAR beoogt met dit symposium de herbestemming van lege panden tot toegankelijke woningen onder de aandacht te brengen, én bewoners te bewegen tot gezamenlijke actie. De rol van de OAR is die van katalysator. De OAR wil geen participant zijn. Programma Voor de pauze presenteert Erik van Bergeijk van de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven cijfers over de woningmarkt positie van ouderen in Amsterdam Centrum; Bert van Houten, bestuurslidlid van Ouderensociëteit Tweede Uitleg, geeft een toelichting op de uitkomst van een enquête onder bewoners van de zuidelijke binnenstad, en Jephta Dullaart en Welmoed van Ramshorst van de Stichting Agora Europa vertellen iets over het initiatief ‘Van Leegstand naar Hergebruik’. Na de pauze zal André van Stigt van Architectenbureau Van Stigt ingaan op nieuwe bestemmingen van getransformeerde objecten; vertelt Marcel Kastein van De Regie BV hoe zijn organisatie processen van collectieve particuliere opdrachtgevers kan begeleiden, en geeft Machiel Spaan, hoofd opleiding Bouwkunst aan de Academie van Bouwkunst, aan in hoeverre zijn studenten een bijdrage kunnen leveren. Tot slot zal de portefeuillehouder Wonen van Stadsdeel Centrum Boudewijn Oranje afsluiten met conclusies. Inleiding Uit vragen aan de zaal van Job Boot, dagvoorzitter, blijkt dat bijna iedereen prettig en tevreden woont in de binnenstad. Wel geeft een aantal ouderen aan, dat de trappen op termijn een probleem kunnen worden. Dan zou een (trap)lift in huis wel een uitkomst zijn. ERIK VAN BERGEIJK De Dienst Wonen, Zorg en Samenleven heeft in december 2010 een nota uitgebracht over de woningpositie van senioren in Amsterdam. Deze nota presenteert feiten en cijfers over de stad. Erik van Bergeijk heeft de cijfers verzameld om meer zicht te krijgen op doelgroepen.
Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
1
Waar de overheid zich terugtrekt, en van bewoners eigen initiatief wordt verwacht spelen emoties vaak een grote rol. In de nota worden de cijfers van de buurtcombinaties A00 tot en met A09 (= centrum) afgezet tegen de cijfers van Amsterdam. Een paar opmerkingen naar aanleiding van vragen vanuit de zaal: - Bij tellingen van de aantallen ouderen zijn ook de bewoners van verzorgingshuizen meegeteld. - Tot een bruto gezinsinkomen van € 33.000,- per jaar komt iemand in aanmerking voor sociale huur; deze wettelijke regeling zou niet gelden voor woningen met een zorglabel. - In het centrum zijn meer 55+ huishoudens met een inkomen boven de € 33.000,- dan in de rest van Amsterdam. - In het centrum woont nog altijd 47% van de 65-plussers in een koophuis, tegenover 16% in de rest van Amsterdam. - Van de 55-plussers in het centrum woont 31% in een woning die niet geschikt is om oud in te worden, tegen 19% van de 65-plussers. Blijkbaar verhuizen mensen bijtijds. - Als leeftijdsgrens voor veel financiële regelingen wordt meestal 65 jaar gehanteerd. Bij de aanvraag van een traplift geldt geen minimum leeftijd. - In de presentatie laat Erik van Bergeijk tabellen zien van zelfstandig wonende ouderen van 55+ en 65+. Hierbij zijn mensen van 75+ en ouder inbegrepen. Via onderstaande link zijn de cijfers uit het rapport terug te lezen: http://www.wzs.amsterdam.nl/publicaties/onderzoek_en_beleid_0/onderzoek_en/woningmarktpositie
-
In het centrum wonen 2000 mensen in een woning die niet geschikt is om oud in te worden. Nog eens 25% van de 65-plussers , ca 2100 mensen, wil binnen twee jaar verhuizen. - Het criterium ‘geschikt’ is niet nader omschreven: voor het verzamelen van de cijfers zijn mensen benaderd met de vraag “vindt u uw woning geschikt om in oud te worden”. Een fitte 70-plusser kan zijn 4e etage geschikt vinden, en de begane grond kan ongeschikt zijn voor iemand met een rolstoel. - Job Boot stelt dat gangbaar is, uit te gaan van ‘levensloopbestendig’: is een woning aanpasbaar aan de behoeften van senioren? Veel van de aanwezigen hebben een (trap)lift nodig, en wonen nu niet in een levensloopbestendige woning. - Veel woningen in de binnenstad hebben smalle deuren en kozijnen, die niet aanpasbaar zijn voor rolstoelen of rollator. Erik van Bergeijk stelt vast dat ieder zijn eigen afwegingen heeft. BERT VAN HOUTEN In 2009 bij een bijeenkomst van een werkgroep van het wijkcentrum en de Blankenberg Stichting hebben 80 buurtbewoners een enquête ingevuld. Bert van Houten presenteert de resultaten van deze enquête als een tegenhanger van de cijfers van Erik van Bergeijk. 65-plussers willen helemaal niet tijdig verhuizen: zij wonen prettig en laten het er op aan komen. Uit deze enquête blijkt ook dat 68% woont in een eenpersoonshuishouden; 65% van de geënquêteerden is eigenaar, 23% huurder van de woning, en 83% woont langer dan 10 jaar in de woning. - Is er sprake van urgentie om te verhuizen? 10% geeft aan binnen 2 jaar te willen verhuizen. 36% tussen 2 en 5 jaar, 40% tussen 5 en 10 jaar en 14% over 10 jaar. - Te verwachten is dat mensen bereid zijn eerder te verhuizen als zij een passend aanbod krijgen. Passend voor wat betreft oppervlakte is voor 13% een woning tot 60m²; voor 34% een woning met een oppervlakte tussen de 60 en 80m²; voor 37% een woning met een oppervlakte van 80 tot 120m²; en voor 16% een woning met een oppervlakte van meer dan 120m². Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
2
Passend voor wat betreft kale woonlasten is € 634,- (grens sociale huurwoning) voor 24% ; € 850,- voor 24%; 19% van de mensen vindt € 1100,- passend, 20% € 1500,- en nog altijd 13% vindt kale woonlasten ad € 2000,- per maand een passend aanbod. Van mogelijke inpandige gezamenlijke voorzieningen scoren klussendienst (66%), wasmachine (54%), logeerkamers en alarmering (ca 47%) en eettafel (40%) hoog op de wensenlijst. Een medewerker van Osira merkt op, dat in woon- en zorgcentrum Bernardus een zorghotel met mogelijk gebruik van logeerkamers in ontwikkeling is. Vanuit de zaal klinkt toch vooral de roep om zonder de zorgkoppeling van bijvoorbeeld Cordaan of Osira een passende woonomgeving te creëren. Zorg moet extramuraal blijven. Het gebouw van MeesPierson leek ideaal voor buurtbewoners, maar dit pand wordt nu hotel. Nadeel van het oude ABNAMRO-pand in de Vijzelstraat is, dat balkons ontbreken. JEPHTA DULLAART EN WELMOED VAN RAMSHORST De Stichting Agora Europa streeft naar burgerparticipatie via wonen. De stichting heeft twee campagnes gevoerd waarbij Amsterdammers konden aangeven welke gebouwen volgens hen in aanmerking kwamen voor hergebruik. De 7500 reacties hebben geleid tot publicatie van een praktijkwerkboek “Nieuw Leven voor Meer Gebouwen”. Enige conclusies: - alle bouwprojecten zijn nog gericht op nieuwbouw in plaats van herbestemming; - buurtbewoners wordt zelden gevraagd naar hun wensen; - er is geen registratie van leegstand, behalve van kantoren; - het is een misverstand dat hergebruik of het gebruik van een monument duurder of lastiger is; - samenwerking ontbreekt; - hergebruik wint steeds meer aan belangstelling; - hergebruikprojecten duren gemiddeld tien jaar; er is een projecttrekker nodig; - vitale coalities van alle betrokken partijen zijn noodzakelijk; - een haalbaarheidsonderzoek moet draagvlak in de buurt meten; - de nieuwe functie van het (oude) gebouw moet maatschappelijk gewenst en economisch rendabel zijn. In Amsterdam staat 18% van de kantoren leeg, wat overeenkomt met 1,5 miljoen m². De helft van deze panden staat langer dan 3 jaar leeg. De leegstand in het centrum is minder dan in de randbuurten. De aanpak van leegstand gebeurt via de leegstandsverordening. Gemeente en eigenaren moeten samenwerken. Naast het opleggen van boetes en de toewijzing van verplicht gebruik zijn ook stimuleringsmaatregelen mogelijk zoals de vereenvoudiging van bouwregels, maar ook het oprichten van een transformatieteam. Op de website van het platform ‘Van Leegstand naar Hergebruik’ kunnen plannen voor hergebruik gekoppeld worden aan eigenaren van leegstaande panden. Het centrum van Amsterdam is een aantrekkelijke kantoorlocatie. De boekwaarde is blijvend hoog, wat transformatie naar woningen bemoeilijkt. Maar er zijn kansen voor senioren. Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
3
De financiële draagkracht van deze groeiende groep is aantrekkelijk. Via discussies en debatten kunnen bewoners het draagvlak vergroten en zich organiseren. Het verbod op hergebruik van panden groter dan 1000m² is een regel van Stadsdeel Centrum, niet van de gemeente. Discussie kan de druk vergroten om de regel af te schaffen. In ieder geval vindt er altijd een individuele beoordeling plaats en is die grens bespreekbaar, laat Roeland Rengelink desgevraagd weten. In postcodegebied 1012 willen mensen best in een oud kantoorpand wonen, klinkt uit de zaal. Welmoed van Ramshorst laat aan de hand van een serie foto’s geslaagde transformaties zien. (zie ook: www.agora-europa.nl) Zomaar wat mogelijkheden: De vijf panden aan de Keizersgracht 271-287 van Credit Suisse staan leeg sinds 2008. Het gaat hier om 18.000m². Bij herontwikkeling is genoeg belangstelling voor multifunctionaliteit. Maar de boekwaarde is zo hoog, dat alleen penthouses op de bovenste étage overwogen kunnen worden. Focus blijft gericht op kantoorbestemming. De Diamantbeurs aan het Weesperplein van 8400m² wordt antikraak gebruikt in afwachting van een nieuwe functie. Het ROC aan de Nassaukade staat te koop. De HES aan het Raamplein: 4100m² leeg in afwachting van een nieuwe functie. Jephta Dullaart waarschuwt dat Stadsdeel West veel vastgoed bezit. Eenderde van de 280 gebouwen wordt binnenkort afgestoten. Vroeger waren de wooncorporaties de kopende partij. Hier liggen nu de mogelijkheden voor senioren in collectief particulier opdrachtgeverschap. Na een korte pauze benadrukt Job Boot dat de praktische voorbeelden waarvan foto’s worden getoond ook van buiten Amsterdam vooral dienen als inspiratie. ANDRÉ VAN STIGT Vanuit Architectenbureau Van Stigt is de zoon van de oprichter, André van Stigt sinds 1980 actief als architect van het herbestemmen van panden. Nieuwbouwarchitecten en kantoorbouwarchitecten hebben het in dit decennium lastiger. Het verhaal van André van Stigt sluit heel erg aan bij dat van Jephta Dullaart: de combinatie van leegstand en een andere manier van denken. Essentieel is goed te ‘luisteren’ naar gebouwen: wat kan een gebouw bieden, welke combinatie van functies is mogelijk. Al in de 17e eeuw herbergden gebouwen combinaties van wonen en werken. “Niets is zo flexibel als een monument” waren wijze woorden van Rijksbouwmeester professor Asselberg. André van Stigt streeft naar herbestemming van een gebouw op voorwaarde dat dit kostendekkend is. Vanuit de analyse van het gebouw is het van belang de juiste eigenaar te vinden. Bij de herbestemming van de Oranje Nassaukazerne is destijds besloten geen liften te plaatsen, omdat liften tot verhoging van kosten van ƒ 20,- per maand zou leiden! Het gevolg nu is, dat de kazerne niet meer geschikt te maken is voor bewoning door senioren. Destijds hebben Buurt Ontwikkelings Maatschappijen (olv Jan Schäfer) de sloop van de graansilo’s weten te voorkomen. In de silo’s zijn nu sociale woningbouw, koopwoningen en bedrijven gevestigd. Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
4
De pakhuizen zijn bewaard gebleven. Niet altijd zijn pakhuizen geschikt voor bewoning. In 60% is sprake van een combinatie met bedrijven. De TU Delft heeft het Olympisch Stadion een herbestemming gegeven met uitbreiding van 800 woningen. Door de herbestemming van dit cultuurgebouw hebben de woningen een meerwaarde van € 25.000,- . Pakhuis De Zwijger geldt als voorbeeld van een Broedplaats met een kostendekkende exploitatie. Dit pakhuis is niet geschikt voor bewoning. Het pand in de Doelenstraat is een universiteitshotel geworden: afwisselend te gebruiken door docenten of studenten. Het Paleis van Justitie – vroeger een Weeshuis, met een binnentuin – is eigendom van Domeinen. Het pand mag een hotelfunctie krijgen. De vraag is of de stad daarvan zal profiteren. Het pand is zeker geschikt voor bewoning. Meerdere functies zijn denkbaar. André van Stigt wijst op de K.O.M.: Kleiburgse Ontwikkelings Maatschappij. Een systeem, ontwikkeld in Amsterdam Zuidoost, waarbij participanten een certificaat kopen, waarmee zij voorrecht kunnen creëren. Hiermee kunnen zij invloed aanwenden bij aankoop en hergebruik. Sinds corporaties voor combinatie-bouwen (woon-werkfuncties) geld moeten lenen op de commerciële markt is het Model K.O.M. een aantrekkelijke financieringsmanier voor collectiefparticuliere opdrachten. Job Boot is benieuwd welke gebouwen schreeuwen om herbestemming. André van Stigt legt uit, dat dat vooral de gebouwen zijn waar je niet onmiddellijk aan denkt. Zo’n gebouw als het Paleis van Justitie vindt zijn herbestemming wel. Maar voor scholen en kerken liggen er nog tal van mogelijkheden. Veel kerken zijn helaas gesloopt. De overheid moet keuzes maken, wat hem betreft zó dat de maatschappij van de herbestemming profiteert, en niet de eigenaar. De wethouder speelt ook een grote rol. Deze kan erop toezien dat een gebouw zijn waarde vasthoudt voor de stad. In het Paleis van Justitie kan een 5-sterrenhotel komen: Domeinen moet die discussie voeren. Boudewijn Oranje vindt het PvJ een moeilijk gebouw en weet niet of de bestemming kan worden gewijzigd in een woonbestemming. André van Stigt weet dat de winst zit in kleinere locaties. Desgevraagd licht hij de gang van zaken rond de bibliotheek op de Herengracht toe. Dit is uiteindelijk een hotel geworden, want hotels brengen meer op dan luxe woningen. Kantoren leveren nog minder op. Sociale woningbouw is een probleem. Aan de andere kant heeft het Stadsdeel ook heel veel aanvragen voor horeca en hotels afgewezen. Van oudsher heeft het hart van de stad een gemengde bestemming wonen-werken gekend. Deze mix is karakteristiek voor de binnenstad. Dat impliceert ook, dat niet alles geschikt is voor bewoning. MARCEL KASTEIN Als directeur van De Regie BV bevestigt Marcel Kastein aan Job Boot dat De Regie BV mensen bij elkaar brengt om te doen wat ze zelf willen. En dat gebeurt steeds meer. Marcel Kastein noemt als voorbeeld: 24 huishoudens van senioren die een eigen project willen opzetten met logeerkamers en hobbyruimtes, maar géén zorgvoorziening. De onderlinge afspraak berust op de wens om samen oud te worden. Maar bij ziekte ga je naar de dokter. De buurman kan even de zorg op zich nemen voor plantjes en huisdieren. Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
5
Dit project is in 1993 opgeleverd en functioneert goed. De aanloop kostte tijd, vooral om een locatie te vinden. De plek die gekozen is, ligt 100m vanaf het station. De bouw duurde 3½ jaar. In Hoofddorp is een project in wording: de vereniging bestaat uit 70 leden van 55 jaar en ouder. Er is al 8 maanden discussie over de grondprijs. Het plan is een gebouw in de vorm van het cijfer 8, en loopt van 2-laags naar 6-laags met een parkeergarage. Het dak genereert energie waardoor het complex energieneutraal wordt. In 2012 zal de bouw starten. In het complex komen liften, logeer- en vergadermogelijkheden. Koopprijzen lopen van € 180.000,- tot € 450.000,-. Helaas is dit geen stationslocatie. Marcel Kastein drukt de zaal Amsterdammers op het hart vooral buiten de stadsgrenzen te kijken. Juist de combinatie goedkoop-duur is lastig te realiseren in de binnenstad. Toch lijkt het ook in Amsterdam te kunnen, zegt iemand met verwijzing naar het Haarlemmerplein. Mensen lijken huiverig geassocieerd te worden met een woongroep. Ook verzorging aan huis lijkt te botsen met behoefte aan privacy. Gevraagd naar voorbeelden in Amsterdam wijst Marcel Kastein op kunstenaars die oude pakhuizen hebben aangekocht voor een werkbestemming: het kan, maar je moet het zelf doen, en doorzettingsvermogen hebben. Marcel Kastein toetst de belangstelling in de zaal voor collectief particulier opdrachtgeverschap (cpo). Weerstand lijkt te komen vanuit gebrek aan geld, tot gebrek aan energie. Sommigen geven ook aan, dat ze op hoge leeftijd niet meer willen kopen, maar huren. Marcel Kastein legt uit, dat een collectief altijd begint vanuit de combinatie koop/huur. Goed is ook, om een wooncorporatie bij de plannen te betrekken. Er is altijd wel een partij te vinden die kan kopen en een kostendekkende huur kan vragen. Dat maakt het voor beide partijen aantrekkelijk. Marcel Kastein heeft gezien dat op deze manier je eigen plan uitwerken ook ouderen juist energie kan geven in plaats van nemen. Vanuit de zaal komt de suggestie om bij een laag inkomen de opbrengst van de verkoop van de eigen woning in het centrum in te zetten in een cpo-project om dan vervolgens van je eigen project te huren. Marcel Kastein onderscheidt een aantal procesaspecten - inventarisatie van wensen, eisen - hoe groot is de vraag - hoe is het aanbod van geschikte locaties/gebouwen - hoe ziet de financiële haalbaarheid van het project eruit - bereidheid tot medewerken van gemeente, eigenaren, andere relevante partijen en adviseert de aanwezigen hier en vandaag elkaar te vinden in het maken van plannen. De Ouderen Advies Raad heeft deze ontmoeting gefaciliteerd maar is geen trekker. De rol van De Regie BV kan zijn, de organisatie van alle activiteiten te begeleiden. (zie ook http://www.deregie.nl/)
Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
6
MACHIEL SPAAN Aan de Academie van Bouwkunst, waar Machiel Spaan als hoofd opleiding architectuur werkt, studeren jongeren met een technische vooropleiding op HBO-niveau. De vraag van de OAR of de Academie iets kan betekenen voor de levensloopbestendige seniorenhuisvesting legt Machiel Spaan weer terug bij de doelgroep. Juist door ouderen zelf moet de vraag aan de studenten verduidelijkt worden. Toch laat Machiel Spaan afbeeldingen zien van afstudeerontwerpen waar menig oudere enthousiast op reageert. Daarnaast lijkt de rek er een beetje uit: Amsterdam groeide altijd organisch. Er ontstonden objecten op plaatsen waar ze nuttig waren en pasten. Gaten tussen huizen werden vanzelf opgevuld en wat er kwam leek er altijd te zijn geweest. Als we kijken naar het postkantoor op het Singel, het Conservatorium en de Amstelhof dan zien we dat de woonfunctie verdwijnt. Bij wijze van voorbeeld hoe studenten met uitdagingen omgaan toont Machiel Spaan plaatjes van Woerkgebouwen: complexen waar wonen en werken vloeiend in elkaar overlopen. CONCLUSIES André van Stigt ziet al voor zich dat mensen met de leegstandskaart van Jephta Dullaart de studenten van Machiel Spaan een quickscan laten uitvoeren om onder begeleiding van Marcel Kastein gezamenlijk een herbestemmingsplan bij de gemeente in te dienen. Dan komt bijvoorbeeld wel het klooster in de Warmoesstraat in aanmerking voor herbestemming maar niet het Paleis van Justitie. Ondertussen blijkt dat de mensen op het Westerdokseiland niet zo gelukkig zijn. Er zijn 900 woningen gebouwd. Veel gezinnen uit de binnenstad zijn daarheen verhuisd. Er zouden winkels komen, maar het is Osira niet gelukt ondernemers aan te trekken. Initiatieven vanuit de bewoners zijn uitgebleven. Boudewijn Oranje verschaft een politieke analyse. 1. Uit een trendrapport blijkt dat ouderen meer tevreden zijn over hun woning en woonomgeving in de Binnenstad dan anderen. De groep 65-plus groeit, het aantal éénoudergezinnen neemt af. Ook blijkt dat ouderen geen behoefte hebben aan een tussenvoorziening: vanuit hun eigen huis gaan zij over naar een verzorgingshuis. Mensen willen zolang mogelijk thuis blijven wonen, en regelen zo mogelijk thuiszorg. 2. Qua nieuwbouw zijn er in de binnenstad weinig mogelijkheden. Kansen voor cpo liggen op het Stork-terrein. 15% van de kantoren staat leeg vanwege economische redenen. De verhouding werken-wonen in de Binnenstad is altijd ongeveer 1:1 geweest. Die verhouding bevalt, zodat niet alle leegstaande kantoren een woonbestemming kunnen krijgen. In gebied 1012 wonen relatief weinig mensen. Hier komen universiteitspanden vrij. Die panden komen wel in aanmerking voor een woonfunctie, maar in de duurdere sector. In het Duintjerpand aan de Vijzelstraat staat ook voor 50% wonen getekend. Collectief particulier opdrachtgeverschap is een goed plan. In het centrum zijn veel goedkope huizen, en weinig mensen met een laag inkomen. 3. Voor wat betreft de bestaande voorraad geldt dat de meeste ouderen willen blijven wonen waar ze wonen. De zorg is, deze woningen in samenwerking met de corporaties aan te passen aan de duurzaamheidseisen. Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
7
4. Het stadsdeel heeft 4 complexen voorgedragen waar de aanpassingen niet mogelijk zijn op basis van wet- en regelgeving. Welke 4 complexen laat Boudewijn Oranje nog weten. 5. In het kader van de woonruimteverdeling is nu nog de woonduur bepalend. Dit systeem is gunstig voor ouderen. Er zijn discussies gaande om het bestaande systeem te wijzigen. Het ware wenselijk dat de OAR zich actief mengt in deze discussies, omdat een nieuw systeem nadelig zal zijn voor ouderen. Wat zijn de plannen? Het Stadsdeel moet 3 miljoen bezuinigen. Misschien is doelgroepenbeleid nodig. Desgevraagd maakt Boudewijn Oranje duidelijk dat hij de plannen van André van Stigt omarmt. Het Stadsdeel staat open voor herbestemmingsplannen van ouderen met vermogen in een cpo. Burgers kunnen wel degelijk initiatief nemen, bijvoorbeeld op het Stork-terrein. Vragenrondje Wat kan een bewoner ondernemen als de verhuurder de huur verhoogt na het aanbrengen van een lift? Voor zittende huurders moet dat geen probleem zijn. Als de trap niet meer gaat en de verhuurder weigert toestemming voor een lift dan moet de huurder het gevecht aangaan! Wat kunnen we op korte termijn doen? De Academie van Bouwkunst staat open voor senioren die samen met studenten ideeën willen uitwerken. Verder is het een zaak locaties te vinden, en afspraken te maken en naar de gemeente te gaan. Vanuit Osira vertelt een medewerkster dat op de plek van woon- en zorgcentrum Bernardus 130 levensloopbestendige woningen worden gebouwd. Op de laag intensieve zorg komt een kleine laag sociale sector en in de top wordt gebouwd voor het duurdere segment. Vanuit de zaal klinkt de wens om zorgorganisaties buiten de hier besproken wooninitiatieven te houden. Hierna sluit Frederika Gepken het programma af: - laat de informatie niet verzanden - op de website van de OAR wordt het verslag van deze middag geplaatst - ga met de inleiders om de tafel zitten - reageer via de website van OAR (zie www.ouderenadviesraad-amsterdamcentrum.nl) - lid worden van de OAR kan in persoon (briefjes op de stoel) of via de website. Frederika Gepken dankt alle inleiders en het stadsdeel voor hun presentatie en aanwezigheid en nodigt alle aanwezigen uit voor een versnapering aan de bar.
Verslaglegging: Inez Sandfort
Symposium BLIJVEND WONEN IN STADSDEEL CENTRUM OUD WORDEN IN JE EIGEN BUURT 19 mei 2011
8