Verslag van de workshop ‘’nut of noodzaak van maatschappelijke inpassing’’ Aanleiding workshop De aanleiding van deze workshop, die plaatsvond op dinsdagochtend 13 mei, was een vraag vanuit het project ‘’combikering Den Helder’’. Dit project heeft tot doel om de haalbaarheid van meervoudig ruimtegebruik in de zeewering te verkennen. Om een voorstelling te kunnen maken van een multifunctionele zeewering in 2050 worden er drie schetsen gemaakt: de dijk blijft de dijk maar wordt voor meerdere doelen tegelijk gebruikt (‘’dijkstad’’), er wordt af en toe overslaande golven toegestaan in de stad waartegen de dijk en de achterliggende bebouwing bestand is (‘’terrasstad’’) en er wordt zeewaarts van de dijk een drijvende constructie aangelegd (‘’zeestad’’) Quickscans moeten een indruk geven in de belemmeringen die er zijn voor deze toekomstbeelden. Welke drempels zijn er vanuit de huidige techniek en wet- en regelgeving en kunnen deze belemmeringen worden weggenomen? Is het economisch realistisch? En hoe kijkt ‘’de maatschappij’’ er tegenaan? Met dat laatste aspect bestaat bij het RIKZ nog relatief weinig ervaring. In welk stadium van een project kan je maatschappelijke organisaties en/of burgers betrekken? Wat zijn argumenten voor en tegen? En hoe kan je maatschappelijke inpassing vormgeven? En hoe ga je hier in het concrete geval van de verkenning ‘’combikering Den Helder’’ mee om? Om deze reden zijn een aantal mensen die ervaring en kennis hebben met maatschappelijke inbreng uitgenodigd om mee te denken. Dit verslag geeft een weerslag van die bijeenkomst. Aanwezigen: Jan Visser (RIKZ), Jos van Uden (AVV), Danielle van Kasteren (BD), Henriette Otter (WL), Tim vd Hofstede (RIKZ), Herman Wilmer (RIKZ), Rik Hoeksema (RIKZ), Claudia vd Pol (BD), Marieke Ekelenkamp (Inspraakpunt V&W), Lute Berends (Gemeente Den Helder), Petra vd Konijnenburg (BD), Astrid Glasius (BD), Moniek Löffler (RIKZ) Typering van maatschappelijke inbreng In de voorstelronde typeren de aanwezigen maatschappelijke inbreng in enkele woorden. ‘’Het is geen doel op zich, je moet vooraf goed weten wat je wil’’. ‘’Maatschappelijke inbreng geeft energie aan het proces en je benut lokale kennis’’. Veel aanwezigen benadrukken dat maatschappelijke inbreng essentieel is om draagvlak en betrokkenheid van gebruikers te creëren. ‘’Het verkleint de afstand naar de burger en is leerzaam voor beleidsmakers’’. ‘’Betrek burgers vooral in een heel vroeg stadium en schep heldere kaders’’. Astrid Glasius van de Bouwdient geeft een toelichting op maatschappelijke inbreng. Onder ‘’de maatschappij’’ verstaan we burgers, belangenorganisaties, maatschappelijke organisaties (inclusief (semi-) overheid) en bedrijven. In participatie is een gradatie te herkennen, variërend van toelichten en voorlichten tot delegatie en zelfbestuur (bestuurlijke participatieladder van Van Houten, 1992). Hierbij valt niet alleen te denken aan zware middelen als grootschalige inspraak of een uitgebreide enquête, maar ook aan ‘speldeprikjes’ als creatieve sessies, lespakketten voor scholen, focusgroepen om ideeën te testen, een tentoonstelling met schetsen, etc. etc. Het belangrijkste onderwerp van de workshop is echter niet de beste methode
1
voor maatschappelijke inbreng of de beste manier waarop je maatschappelijke inbreng vorm kunt geven. Wat centraal staat zijn de krachten en zwaktes of de meerwaarde en de risico’s van maatschappelijke inbreng bij de verkennende studie Combikering Den Helder. Argumenten tegen maatschappelijke inbreng De aanwezigen noemen de volgende argumenten tegen maatschappelijke inbreng (in volgorde van belang): - Wekken van valse verwachtingen (doordat het een ‘’studie-pilot’’ is en door de lange termijn) - Het hoge abstractieniveau van de discussie, met het gevaar de aandacht te verliezen - Onduidelijk bestuurlijk commitment (alleen maatschappelijke inbreng als het bestuur dit project wil) - Vertraging en frustratie van het proces (kostbaar) - Opblazen van het probleem door ‘’Nimby processen’’. Het kan angst en onzekerheid opleveren en verlies aan welzijn en welbevinden. Als persoonlijke belangen collectieve belangen gaan overheersen kan dat het scala aan oplossingsrichtingen beperken. - De burger wordt geconfronteerd met vele overheden - Het is een technische discussie die alleen nog gericht is op “wat kan er op en met de dijk” (en nog niet ‘’wat wil ik met de dijk’’) - Het doel van maatschappelijke inbreng in dit project is onduidelijk - Ga in het kader van het project geen discussie voeren over veiligheid in het algemeen Argumenten voor maatschappelijke inbreng - Het benutten van het creatief vermogen van burgers in vraagstukken over de eigen omgeving (in een zo vroeg mogelijk stadium) levert uiteindelijk winst op in het project (ook m.b.t. de kosten) - Wederzijds vergroten van de creativiteit - Biedt inzicht in of het onderwerp onder burgers leeft - Het bewustzijn van het veiligheidsprobleem vergroten - Geeft vertrouwen in de overheid (en heeft daarmee invloed op draagvlak) - Geeft inzicht in draagvlak - Helpt bij het overbruggen van eventuele belangentegenstellingen - Het benutten van lokale kennis verhoogt de kwaliteit van de besluitvorming - Geeft energie, sociale cohesie - Lokale ondernemers en belangenverenigingen als medefinanciers Voorwaarden aan maatschappelijke inbreng Uit de workshop volgt dat tegenargumenten vaak kunnen worden omgezet in voorwaarden aan maatschappelijke inbreng. De deelnemers worden gevraagd dit te doen voor de top drie van tegenargumenten. Zo kan ‘’het wekken van valse verwachten’’ worden voorkomen door een duidelijke uitleg te geven en burgers niet te onderschatten. Wees duidelijk over de doelstelling, koppel resultaten terug en maak helder wat ermee gebeurt en wanneer. Peil de verwachtingen en laat het probleem indalen.
2
De abstractheid van het onderwerp kan worden verminderd door te werken met beelden en door het probleem op verschillende tijdschalen te illustreren. Spits het probleem toe op de belevingswereld van de burger (via de pilot) en laat duidelijk weten wat je van de burger wilt. Peil het niveau van de aanwezigen en baken het onderwerp af (qua doel, omvang, middelen en tijd). Probeer het probleem vooraf te vertalen naar het perspectief van de burger. ‘’Je kan dit zien als een soort pilot voor hoe ver je burgers naar de toekomst kan meenemen’’. Over bestuurlijk commitment ontstaat discussie. Enkele aanwezigen denken dat voor de verkenning Combikering Den Helder bestuurlijk commitment nog niet noodzakelijk is (er is geen besluitvorming). Dat wil overigens niet zeggen dat er geen overleg en informatie-uitwisseling nodig is. Anderen stellen dat je ofwel bestuurlijk commitment (afspraken over het proces en intenties) van te voren moet regelen, ofwel maatschappelijke inbreng op een andere manier moet invullen (en uitleggen dat je die benut om bestuurlijk commitment te creëren). ‘’het project kan inzicht geven in wat de maatschappij wil en dat kan bestuurlijk commitment opleveren’’. Duidelijk moet zijn wie er verantwoordelijk en beslissingsbevoegd is en of de probleemdefinitie gedeeld wordt. Aanbevolen wordt de resultaten van maatschappelijke inbreng een plek te geven in formele besluitvorming (open planproces) en antwoord te geven door bv een bestuursconvenant. Hoe kan je maatschappelijke inbreng vormgeven in project Combikering? De vorm hangt af van het exacte doel. De overheersende mening is dat je burgers over de verkenning moet informeren en gelegenheid moet geven te reageren. Dat kan b.v. via internet, huis aan huisbladen of een tentoonstelling, spreekuur of informatieruimte. Wel moet je van te voren goed bedenken wat je met reacties doet en hier serieus mee omgaan. Daarnaast lijkt het zinvol om het probleembesef en de ideeën en beelden van een combikering te toetsen, bv door middel van focusgroepen of een enquête. Dit geeft gevoel voor wat er leeft en voor wat burgers belangrijk vinden (probleemperceptie). Aanbevolen wordt om niet te verzanden in discussies over concrete oplossingen, maar vooral inzicht te krijgen in wat er leeft. Ga hierbij na hoe je alle burgers kunt bereiken (ook ouderen en allochtonen). Een compleet belevingswaardenonderzoek lijkt een te zwaar middel. Verder wordt aanbevolen een actorenanalyse uit te voeren (met belangen, standpunten, bestuurlijk-maatschappelijk veld, draagvlak van burgers en organisaties). Het is essentieel om een goed communicatietraject uit te zetten! Om scenario’s samen met burgers uit te werken bestaan creatieve methoden, zoals bv de ‘’toekomstwerkplaats’’ (beproefde Duitse methode). Benut eventueel ook scholen. Probeer in dit stadium niet om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren, dat is een stap te ver in deze verkenning. Het is de opstap naar bestuurlijk commitment. Afsluiting Alle aanwezigen zullen het verslag van de workshop ontvangen, evenals (eind van dit jaar) het eindresultaat van het project ‘’combikering Den Helder’’
3
Bijlage A Compleet overzicht van geïnventariseerde argumenten tegen maatschappelijke inbreng Geen, tenzij beslissende actoren al weten welke oplossingen gekozen worden (dus geen maatschappelijke inbreng voor de vorm!) - Organiseer voor Den Helder geen maatschappelijke inbreng als niet alle bestuurlijke actoren daar achter staan - valse verwachtingen terwijl het nog heel onduidelijk is hoe het project gaat verlopen en wat je dus met maatschappelijke inbreng gaat doen. Bovendien wek je al snel verwachtingen dat er wat gaat gebeuren of dat de burgers kunnen bepalen wat er gaat gebeuren. - technische (on)mogelijkheden zijn dusdanig complex dat ‘’de leek’’ niet met passende ideeën kan komen - tijdhorizon (2050) is te ver weg om te behappen, oa met oog op ontwikkeling veiligheid en houdbaarheid van beleving. De uitvoeringstermijn is ver weg; de burger van nu is ongelijk aan de burger van straks. Burgers hebben geen lange termijn belang - de verkenning is nog zo globaal dat je teveel verwachtingen schept; je vermoeit burgers met een verkenning die ze niet kunnen plaatsen; - geen bestuurlijk commitment aanwezig - het is teveel een item van veiligheid, daardoor liggen uitgangspunten mogelijk te vast - door het onduidelijke verloop van het project is het ook lastig te bepalen wie je wilt betrekken - lange doorlooptijd voordat resultaat te zien is (lange termijn beleid) - hoog abstractieniveau - kost relatief veel geld en tijd; kan het proces vertragen - het gaat nog niet om wat je wil/mag met de dijk, maar wat er kan - de kaders zijn nog onduidelijk, die moeten nog worden bedacht - doel niet duidelijk (wil je informatieleemten opvullen, draagvlak creëren, voorlichting geven, draagvlak peilen of creatieve oplossingen vinden) - het kan discussies oproepen die ervoor zorgen dat je juist geen draagvlak creëert - roept angst en problemen op, terwijl dat nu nog niet relevant is; verlies aan welzijn - eindeloze discussies, teveel meningen, visies en ideeën door elkaar zorgen ervoor dat er niets besloten wordt (vertraging in besluitvorming) - controle verliezen over het proces door regie uit handen te geven - individuen gaan voor eigen gewin en overzien niet de bredere consequenties verkeerde aanpak kan interesse voor het probleem in een latere fase verspelen -
4
Bijlage B Compleet overzicht van geïnventariseerde argumenten voor maatschappelijke inbreng -
vanaf begin heersende belangen en standpunten kennen en meenemen mogelijk middel voor het overbruggen van belangentegenstellingen draagvlak (maakt burgers onderdeel van het proces en eigenaar van het probleem en de oplossing; verhoogt de legitimiteit van besluiten) inzicht in draagvlak inzicht in of het probleem leeft (motivatie van de verkenning) gebiedskennis benutten voor het genereren van ideeën bevorderen creativiteit eerlijk maakt proces energieker en dynamisch; sociale cohesie versterken p.r. voor de overheid (imago) democratisch overheid is faciliterend dialoog durven aangaan tussen burgers en overheid biedt allerlei mogelijkheden om andere, verwante discussies en projecten te laten aanhaken taak van de overheid om burgers serieus te nemen als project de burger ‘’raakt’’ dan is het in feite geen optie om deze geen stem te geven; de maatschappij is feitelijk je opdrachtgever vergroot betrokkenheid bij omgeving en bewustheid van vraagstukken leerzaam voor beleidsmakers (inhoudelijk en qua communicatie) kansen zien (van nimby naar pimby) kostenbesparing en uiteindelijk tijdswinst (geen ellenlange procedures of beleid dat meteen afgeschoten wordt) weerstand verminderen je maakt het belang en veiligheid van de dijk duidelijk draagvlak, gewenning, acceptatie, aandacht en betrokkenheid inbreng van ondernemerschap genereren van derde geldstromen versnellen van het proces (als velen het willen) luisteren (en laten zien dat je dat doe) is altijd constructief. De burger hoeft niet definitie zijn zin te krijgen Je haalt de wind uit de zeilen van ‘’tegenstanders’’ Commitment voor eigen rol in oplossingen
5
Bijlage C Omzetten van tegenargumenten in voorwaarden aan maatschappelijke inbreng Hoe voorkom je het wekken van valse verwachtingen - peilen van verwachtingen (wederzijds) en managen van verwachtingen - duidelijk aangeven waarvoor de informatie en ideeën van de burgers voor worden gebruikt en wat de beleidsruimte is (wat staat vast en wat niet) - aangeven wat de status is van participatie (meedenken, meepraten, meebeslissen) - procesafspraken, planning duidelijk aangeven (wanneer kan men wat verwachten) - van te voren bepalen wie je wanneer wilt betrekken en waarom - veel tijd nemen voor de opstart (bestuurlijke overeenstemming, communicatietraject, inhoudelijke voorbereiding, kan het echt?) - goed ondersteunend communicatietraject - zeker weten dat alle besluitvormende partijen dit op deze wijze willen - schep heldere kaders, zowel qua proces als inhoud - adequate communicatie - goede terugkoppeling (en vooraf aangeven wat je met de inbreng gaat doen) Hoe ga je om met het abstractieniveau? - Maak het doel van het project helder en maak duidelijk wat je van de burger wil - Maak het proces helder (fasering) en knip het op in deelprojecten en verschillende tijdschalen - dat stelt eisen aan de inrichting van het interactieproces: mensen naar de toekomst brengen - pretesten levert meerwaarde op - maak het concreter; maak een vertaalslag naar de betekenis voor de burger - spits het toe op een pilotproject of voorbeeld - publieksgerichte informatie en samenvattingen - visualiseren! - Vooraf schetsen en scenario’s toesturen; gerichte vragen vooraf stellen Hoe ga je om met bestuurlijk commitment? - Zolang er geen bestuurlijk commitment is heeft maatschappelijke inbreng weinig zin. Echter inzicht in wat de maatschappij wil kan wel leiden tot bestuurlijk commitment. - De verkenning vereist weliswaar overleg en informatievoorziening, maar nog geen bestuurlijk commitment; er wordt niets besloten - Bestuur confronteren met meningen van burgers - Organiseren van dialoog en bestuurlijke standpunt helder maken op grond van de dialoogresultaten - Bestuursconvenant (samenwerking overheden) - vooraf bestuurlijke actorenanalyse (en wie welke bevoegdheden heeft) - met elkaar aan tafel en afspraken maken over proces en intenties - het doel en de noodzaak van het project moet bij alle betrokkenen helder zijn (probleemperceptie). Daar eerst aan werken!
6
-
Duidelijk hebben wie welke verantwoordelijkheden heeft en waarvoor beslissingsbevoegd is Beslissingsbevoegden belangrijke rol in proces geven Peilen en aftasten Burgers duidelijk maken dat het nog niet in het beleid past Afspraken maken Met elkaar in gesprek gaan Overheid moet met een mond praten Verantwoordelijkheden helder maken Maak onderscheid tussen technische discussie (kan), politieke discussie (mag) en maatschappelijke discussie (wil) Aansluiten bij de vraag of de burger dit wil (leeft het probleem en wil men er iets mee; als dat zo is krijg je meer bestuurlijk commitment voor het project) Discussiepanels waarbij de richting nog niet is aangegeven
7