Verslag van de lezing van: Iteke Weeda op 18 feb 2009 Web: www.in-zicht.nl E-mail:
[email protected]
Liefde, werk en levensinspiratie
Jenny opent de avond en Oene leidt een stiltemoment in met een gedicht uit: “De weg naar geluk, reisgids naar niemandsland” van Marcel Messing Wees in je leven steeds bereid tot loslaten en laat ook de gedachte aan loslaten nog los zodat zich niets meer aan je vast kan hechten. Het kleefkruid van het leven laat jou dan los. Woon zo op deze aarde dat je huis geen vaste woning is maar een brug naar het Huis van Licht, je ware thuis.
Iteke Weeda : We kennen vele soorten liefde, waar ook veel citaten en gedichten over geschreven zijn. Allereerst is er de romantische liefde zoals weergegeven in het volgende gedicht: Droomprins, zeven jaar heb ik aan jou gedacht, zeven jaar heb ik naar jou gesmacht, maar nu je dan eindelijk langs bent gekomen, had ik je toch liever in mijn dromen. Ja, dat is dan de romantische liefde waar we allemaal zo gek op zijn. In de citaten over liefde is er ook één die gaat over het verschil tussen echte liefde en romantische liefde: bij échte liefde wil je het beste voor de ander, bij romantische liefde wil je de ander. Dat is een cruciaal verschil: echte liefde laat vrij en romantische liefde claimt veel meer, stelt voorwaarden. Een heel andere vorm van liefde staat in het volgende citaat: de ultieme uitdrukking van liefde is je verbinden met je bestemming. Dit gaat dus over je eigen passie volgen, dat wat je echt bent. Het belangrijk te weten dat niet alle mannen mannelijk zijn en niet alle vrouwen vrouwelijk. Ieder mens heeft beide polen in zich en probeert hierin tot een evenwicht te komen. Ook het yin-yangteken laat die twee polen zien: elke pool heeft de kiem van het tegenoverliggende in zich. Het is niet of-of, maar en-en: beide zijn aanwezig. Dit zie je ook bij het samenwerken van intuïtie en ratio. Eerst is er razendsnel de intuïtie en vervolgens onderzoek je met je ratio of het ook echt klopt, want het kan ook een buikgevoel zijn wat op eigenbelang gebaseerd is of bijvoorbeeld pijn uit het verleden. Je ziet steeds die tweepoligheid. Het mannelijke is het ‘ik’, de prestatie, je onderscheiden; dit was ook wezenlijk en noodzakelijk om op aarde te kunnen leven. Het vrouwelijke is het ‘wij’, meer gericht op de relatie. Met deze tweedeling kun je heel grote verschijnselen verklaren als de kredietcrisis. Je kunt dit ‘ego-kapitalisme’ zien als een doorgeschoten mannelijkheid want al die ego’s moeten gewoon hun best doen. Maar het is doorgeschoten: we waren veel
1
te veel uit op groei, groei, en groei. Nu moet er meer vrouwelijkheid in komen om die gelijkwaardig te krijgen in ons economisch stelsel. Je kunt met er ook kleine verschillen mee aangeven. Bijvoorbeeld waarom vrouwen samen naar de wc gaan als een stel echtparen uit eten zijn. Kijk, aan tafel moet je praten over saaie dingen als politiek en allemaal dingen buiten jezelf, auto’s, computers, enzovoorts. Dan ga je als vrouwen samen even naar de wc, kun je alle relaties aan de orde stellen, wie het met wie doet, hoe iedereen er uit ziet enzovoorts. Dat ‘wij’ moet even helemaal uitgewisseld worden en dan kun je er weer een uurtje tegenaan. En waarom mannen niets meenemen naar boven als er iets op de trap ligt? Ze denken: Ja, ík heb het daar niet neergelegd en ík weet niet waar ik het boven neer moet leggen.’ Er is wetenschappelijk onderzoek – wat ook niet heilig is - gedaan naar de trouw van Nederlandse mannen. Er kwam uit dat alle vrouwen vonden dat hun eigen man zeer trouw was, maar de gemiddelde Nederlandse man niet zo erg. En zo houden we onszelf leuk voor de gek. Uit dat onderzoek kwam ook wat grootste klacht van vrouwen jegens mannen is: ze luisteren niet. En de grootste klacht van mannen jegens vrouwen: ze zeuren zo. En is het nou dat vrouwen zo zeuren omdat mannen niet luisteren of luisteren mannen misschien niet omdat vrouwen zo zeuren? Er is ook een verschil in het mannelijk denken en het vrouwelijk denken. Het (westerse) mannelijke denken is het logische oorzaak-gevolg-denken, met daarin de factor tijd en toeval (dat wat je niet kunt verklaren). De volstrekte tegenhanger is het vrouwelijke denken: associatief in het hier-en-nu denken, kent de factor tijd niet, het gaat ervan uit dat energetisch alles met alles verbonden is en dat toeval niet bestaat. Van deze twee uitersten geldt ook weer dat het ene niet beter is dan het andere maar dat ze juist elkaar enorm kunnen bevruchten. Even een luchtige vraag: ‘Wat is de zin van het leven op aarde?’ De aarde is eigenlijk vooral een leerschool om het bewustzijn van liefde te vergroten. Spiritueel gezien zijn we uit een enorme poel van liefde gekomen maar we waren ons niet bewust. Het ervaren van tegenstellingen is nodig om bewustzijn te creëren, vandaar ook mannelijk-vrouwelijk, ebvloed, inademen-uitademen enzovoorts. Uit die enorme poel van liefde werden we tot enkele zielen die zich splitsten in een mannelijk en een vrouwelijk stuk, vaak tweelingzielen genoemd. En die gaan allemaal hun weg om later weer te kunnen versmelten, maar dan met behoudt van identiteit, van bewustzijn. Dus het idee is dat we op aarde zijn om het bewustzijn van liefde te vergroten. Wat moet je onder liefde verstaan. Er zijn twee grote emotievelden: liefde, het vrij stromen van energie, en angst, geblokkeerde energie. Uiteindelijk is angst ook liefde maar het is verstoord. Angst is bijna ook een vorm van selffulfilling profecy: angst vergroot datgene waar je bang voor bent. Dus de kunst is je angst te laten afvloeien en geleidelijk aan ook tot liefde te brengen. Even een paar leuke definities van liefde: liefde is de herkenning van onszelf in anderen en de verrukking van de herkenning. Als je liefde van binnen voelt, projecteer je het op de andere maar eigenlijk besef je dat je zelf uit liefde bestaat. Misschien niet zo bewust, maar je raakt die liefde in jezelf aan en dat levert een verrukking op. Dit kun je ook voelen in de natuur, met dieren en in je werk. Een andere is: liefde is een energieveld van een ander toestaan om volledig in het mijne te bewegen, naar alle uithoeken. Ja, we laten allemaal graag een paar deurtjes dicht, maar hoe meer je de liefde laat uitstromen, hoe dieper deze zich gaat verspreiden naar meer. Want die liefde veroordeelt niet. Het is wel kritiek kunnen hebben, maar dan met een open hart. Dat is iets heel anders dan kritiek terwijl je hart gesloten is. In de tijd voor de industriële revolutie werd het mannelijke hoger gewaardeerd dan het vrouwelijke. In de jaren vijftig zag je het beeld dat mannen zakelijk zijn en dus de samenleving ingaan; de vrouwen zijn koesterend en zorgend, dus die blijven thuis. Toen lag
2
die structuur van het huwelijk over de liefde heen en bleef men kostte wat kost bij elkaar, ook omdat de financiën daar niet geschikt voor waren. In de jaren zestig zijn we grondig veranderd in dit idee. Toen hebben we gezegd dat iedereen alles in zich heeft, ook het mannelijk en het vrouwelijke. Dus mannen kunnen net zo goed thuis voor de kinderen zorgen, de huishouding doen en vrouwen kunnen net zo goed een plaats in de maatschappij innemen. Dat is een grote overgang geweest. En omdat het niet zozeer in de genen blijkt te zitten als wel in de cultuur, werd gezegd dat alle vrouwen net zo mogen worden als mannen. Vrouwen moeten veranderen, naar de top rennen en mannen blijven gelijk. Toen kreeg je de radicale feministen die zeiden: ‘Wat een flauwekul, we hebben oorlog, milieuvervuiling, armoede, laten liever alle mannen net zo worden als vrouwen.’ Toen duwden wij onze mannen in praatgroepen, moesten ze elkaars hand vasthouden, gevoel uiten en leren huilen. Dat is ook niet zo gelukt en als het wel lukte was het ook sneu voor die mannen want dan zeiden we: ‘Wat een watje, hé?’ Nou, daar zitten we dan. Een man mag niet een macho zijn van de vorige modellen, hij mag ook geen watje zijn. Nee, de ideale man is een watcho: een watcho is een man met een sterke persoonlijkheid die heel lief, teder, aardig en begripvol is. Trouwens, als je iets niet wilt, kun je altijd zeggen dat het niet goed is voor het milieu. Als we allemaal net zo worden als mannen, allemaal economische groei nastreven, dat is natuurlijk niet goed voor het milieu. Als je iets wel wilt, moet je zeggen: ‘Het is goed voor het milieu.’ Zo is biseksualiteit goed voor het milieu. Bij een tekort aan mannen, kunnen vrouwen dan gaan samenwonen met een andere vrouw: één huis, één koelkast, één auto, en dat is goed voor het milieu. Je kunt het zo brengen; je gevoel zou zeggen dat daar niets van klopt maar de ratio kan daar wel wat mee. Nu is het wel zo dat naarmate je zelf androgyner bent, dus het mannelijke en het vrouwelijke in jezelf verenigd - en dat kan net zo goed in een homoseksuele als in een heteroseksuele relatie want het gaat om energieën – zul je ook eerder een partner zoeken die androgyn is. Als je nu als vrouw nog een lekkere macho thuis hebt zitten, is het waarschijnlijk dat je eigen vrouwelijkheid veel sterker is dan je mannelijkheid. Dus het samenbrengen van de energieën van mannelijk-vrouwelijk is ook heel essentieel in de liefde. Wat is nu het grote verschil tussen vriendschap en liefde. In de liefde wil je delen, uitwisselen, wil je die energieën tot één geheel maken; vriendschap is veel vrijblijvender. Bij verliefdheid is het vaak dat je – onbewust - verliefd wordt op datgene wat je in jezelf wilt ontwikkelen. Je wilt bijvoorbeeld krachtiger worden en dan kom je toch een krachtig figuur tegen en ja, daar ga je. En op een gegeven moment heb je het zelf ook ontwikkeld en denk je: ‘Jeetje, wat een dominant figuur zeg.’ Dit hoeft natuurlijk niet want er kan een blijvend leerproces in zitten, maar je wisselt letterlijk energie uit. Ook in de seksualiteit wissel je echt energieën uit, zelfs bij een slippertje. Bij tantra heb je een volwaardige uitwisseling van energie als het door alle chakra’s heen trekt; in de energie kan dit een hartvorm geven. Even een citaat: liefde is een cirkel waarvan het middelpunt overal is en de omtrek nergens. Deze moet je vóelen. Liefde is alles, daar gaat het eigenlijk om. Voelen gaat diep zitten. Een mooi citaat dat hiermee samenhangt is van Maya Angelo: mensen zullen vergeten wat je zei, vergeten wat je deed, maar ze zullen nooit vergeten wat voor gevoel je hen gaf. Over yin-yang. Het hart van het vrouwelijk is het wij, de relatie, je verbinden, de eenheid; het hart van het mannelijk is ik, de prestatie, je onderscheiden, de veelheid. Bij het ik moet je scoren, bij het wij moet je juist niet scoren maar die verbinding voelen. Daarom kunnen mannen, het mannelijke, ook niet naar de weg vragen: je suggereert dat die ander het beter weet dan jij. Dan scoor je bepaald niet. Dus ga je toch liever een half uurtje rondrijden of je vindt een apparaatje uit met een vrouwenstem. Vrouwen vragen juist wel graag naar de weg want dan maak je contact met je medemens: je knikt vaak, geeft die ander een goed gevoel, begrijpt het niet maar je knikt en zegt na afloop: ‘bedaankt!’ Je gaat de bocht om en vraagt het nog een keer want je had er helemaal niets van begrepen.
3
Mannen zijn erg oplossingsgericht. Bijvoorbeeld als een vrouw tegen haar man zegt: ‘Mijn haar zit de laatste tijd zo slecht’, zegt die man: ‘Ga naar de kapper.’ Dat is niet aardig want hij ontkent het en zij is dan uitgepraat. Zegt zij dit tegen een vriendin, dan zegt deze: ‘O joh, dat valt wel mee, maar mijn haar zit nóg veel slechter.’ En dan wordt het haar van de buurvrouw er bijgehaald dat nóg weer slechter zit. Dit principe moet je begrijpen, ook bij zwaardere onderwerpen. Dus die vrouw denkt: ‘Die man wil niet eens met mij praten, dus die houdt niet van mij’. Die man denkt: ‘Ik los het voor haar op en ze is nog niet dankbaar.‘ Ze zitten elk aan een kant en waar het om gaat is dat ze juist naar elkaar toe komen. Het vrouwelijke in ieder mens moet leren grenzen te stellen: niet eindeloos problemen laten stromen en stromen maar het ergens ook oplossen. Het mannelijk in de mens moet leren dat een directe oplossing helemaal geen oplossing is: de ander kan dat geen vorm geven, niet verinnerlijken. Dus het is ook goed dat problemen kunnen uitwaaien, dat mensen hun verhaal mogen doen. En het allerbeste is als je dan zulke vragen kunt stellen dat die ander met zijn eigen oplossingen komt. Als je dus het mannelijke en het vrouwelijke bij elkaar brengt sta je het sterkst. En dat is wezenlijk in de liefde en ook op het werk. Ook op het werk is het belangrijk je vrouwelijkheid te bewaren, terug te gaan naar wie jij bent, waar je passie ligt en waar je energie echt gaat stromen. Een burnout krijgt je niet van te veel werk maar van dingen doen die je eigenlijk niet wilt doen, van het meegaan in structuren die niet de jouwe zijn of van bovenaf dingen opgelegd krijgen. En erger nog: dat je dingen niet doet die je eigenlijk heel graag wél wilt doen. Eigenlijk hebben vrouwen daarin een voorsprong want mannen zitten nog heel vaak in die ratrace van hoger te komen. Vrouwen kiezen gemakkelijker voor waar ze goed in zijn en wat ze zelf willen, meer dan die hoge baan. Dat is heel moeilijk in een mannelijk gerichte doe-maatschappij waar hoog-laag zo enorm speelt en in geld en aanzien wordt uitgedrukt. In onze westerse maatschappij tel eigenlijk pas mee als je rent: ik ren dus ik besta. En we rennen maar die berg op en rennen weer naar beneden, geweldige prestatie, maar we hebben vergeten van het goede en het uitzicht te genieten. Als je echt bewust geniet, vult het energievat zich en heb je weer energie om te gebruiken: op je werk, thuis enzovoorts. Uit die tweepoligheid leren wij en halen ook onze levensinspiratie. Eigenlijk is levensinspiratie dat je je als mens wilt ontwikkelen, in evenwicht wilt komen. Daarvoor heb je ervaring nodig. Zoals gezegd wordt: wijsheid is gereflecteerde ervaring. Ook in de computer is tweepoligheid, waarbij de nul staat voor het vrouwelijke: alles is met alles verbonden. Even een grap. Mannen zeggen dat de computer vrouwelijk is en vrouwen zeggen dat de computer mannelijk is. Vrouwen zeggen dat de computer mannelijk is want om hun aandacht te krijgen moet je ze aanzetten (engels: turn them on, opwinden). Vrouwen zeggen dat de computer mannelijk is want ze worden geacht je problemen op te lossen, maar de helft van de tijd zijn ze zelf het probleem. En de derde: vrouwen zeggen dat de computer mannelijk is want als je aan één van hen bindt, dan weet je binnen de kortste keren dat je beter een paar maanden had kunnen wachten op een beter model. Nou, nu zijn mannen aan de beurt: ’Mannen zeggen dat de computer vrouwelijk is want alleen de schepper begrijpt hun innerlijke logica, zeker als ze met elkaar communiceren. Mannen zeggen dat de computer vrouwelijk is want zelfs je allerkleinste fouten worden opgeslagen in het lange termijngeheugen om naar boven gehaald te worden als het nodig is. En de laatste: mannen zeggen dat de computer vrouwelijk is want als je je aan één van hen bindt, dan ben je binnen de kortste keren de helft van je vermogen kwijt aan accessoires daarvoor. Die mannelijke en vrouwelijk pool vind je ook terug in de communicatie, de verbale en nonverbale communicatie. Vrouwen kunnen eindeloos knikken. En dat knikken betekent niet: ‘Je hebt gelijk’ maar het is een verbondenheid op hartsniveau: ‘Ik vind je aardig, praat maar door.’ Vrouwen kunnen ook alles door elkaar weven: spruiten, de bijstand, de tuin, de dromen, de verliefdheid, hoe je baarmoeder er bij staat, alles wordt door elkaar heen verweven. En omdat ze op een verbindend niveau praten, kunnen ze dat uren volhouden.
4
Bij mannen gaat dat anders: een beetje scorend, leuk, vrienden onder elkaar. Het gaat ook niet over onderwerpen in jezelf, niet over verliefdheden, maar over dingen buiten je: je veroveringen, je auto, je computer, de politiek… Je knikt natuurlijk niet vaak want je moet scoren, het beter weten. En als je dan vaak knikt zeg je: ‘Jij hebt gelijk.’ Dus dat doe je niet. Voel je al wat er fout kan gaan als op het werk de man en de vrouw staat te praten? De vrouw begint te praten en knikt terwijl de man regelmatig langs haar heen kijkt. Die vrouw denkt: ‘Hij vindt het helemaal niet interessant wat ik zeg’, dus stopt zij. Dan begint de man te praten en staat zij maar te knikken want zij wil de sfeer goed houden. En die man denkt: ‘Alles wat ik zeg is waar’, en hij stopt niet meer. Dus daar moet je voor oppassen. Vrouwen vinden het wel eens onbeleefd van mannen dat ze je niet aankijken als je met ze praat. Is dat zo? Stel je eens voor dat je met een man staat te praten en hij zegt tegen je: ‘O ja meid, o wat leuk! Ja kind, wat énig joh!’ dan denk je als vrouw: ‘O god, die moet wat!’ Je zou het zelfs raar vinden als twee mannen, twee vrienden, zo met elkaar zouden staan praten, arm om de ander… Hoe komt dat? Het vrouwelijke in de mens wil zich verbinden: zij knikken, kunnen een arm om elkaar leggen, zonder dat het erotisch bedoeld is. Dat is voor het mannelijke in de mens ondenkbaar, want voor het mannelijke is de sekskwaliteit direct verbonden met intimiteit. Er wordt wel gezegd: ‘Mannen hebben gemakkelijker sekskwaliteit zonder intimiteit, vrouwen hebben gemakkelijker intimiteit zonder sekskwaliteit.’ Er is dus een grens. Als je andermans kaders niet begrijpt kunnen daar veel misverstanden door ontstaan. Het is moeilijk aan te geven wanneer een intimiteit op het werk nu gewenst of ongewenst is. Dit kan verschillend zijn per dag, per persoon en ook is het verschillend per bedrijfscultuur. Het is echt vervelend als er ongelijkwaardigheid, hoog en laag in zit. Vanuit gelijkwaardigheid kan een vrouw gemakkelijk zeggen: ‘Ik vind het helemaal niet prettig dat je dat doet.’ Je staat het sterkst als de mannelijke pool en vrouwelijke pool beide aanwezig zijn: de vrouwelijke pool van je goed kunnen inleven in de ander, de mannelijke pool dat je duidelijk en direct bent. Dus met het samenbrengen van het vrouwelijke inlevingsvermogen en het mannelijke duidelijk, direct zijn, dan zijn er geen ongewenste intimiteiten. Voor vrouwen is het ook belangrijk grenzen te zetten als het gaat om problemen van anderen. Het vrouwelijke in de mens wil in het hier en nu harmonie hebben, maar voor ze het weet trekt ze het probleem van een ander in haar eigen energieveld. Het is goed je kwetsbaar te durven opstellen, ook als leider, en tegelijkertijd jezelf te beschermen vanuit je mannelijk stuk. Als je die combinatie van kwetsbaarheid en zelfbescherming bij elkaar brengt, wordt je authentiek en kom je sterk over. Om het hier en nu te begrijpen kunnen vrouwen ook zo malen: zoeken naar de bedoeling van de bedoeling wat daar de bedoeling van kan zijn. Een klein voorbeeldje: een man zegt tegen zijn vrouw: ‘Goh, het eten is vanavond lekker.’ Dat voelt eerst goed en dan gaat ze malen. Na een kwartier zegt ze: ‘Was het gisteren dan niet lekker?’ Dan denkt ze: ‘O god, ik heb vanmorgen zijn brood niet klaargemaakt, o we hebben vannacht niet lekker gevreeën’, dan komt er van alles doorheen om het te verklaren. De oorspronkelijke gedachte van in het hier en nu harmonie creëren is de zuivere pool. Maar de vrouwelijke pool is pas sterk als ook de mannelijke pool verinnerlijkt is. Het principe mannelijk-vrouwelijk geldt ook voor bedrijven, culturen en landen: ze zijn het sterkst als ze androgyn zijn. Ook hun leiders: als ze aan de mannelijke kant een natuurlijke autoriteit hebben en aan de vrouwelijke kant een volstrekte gelijkwaardigheid ervaren, als ze doelgericht zijn aan de mannelijke kant, en in het hier-en-nu kunnen zien wat er gaande is, dat kunnen meenemen aan de vrouwelijke kant. Een mooi voorbeeld van androgyn leiderschap is Obama. Vrouwen zijn ook betere beleggers dan mannen: vrouwen hebben vaak een intrinsiek doel, ze zijn voorzichtiger, wisselen meer en vragen gemakkelijker advies. Mannen doen het meer
5
op de gok. Mensen worden, naarmate ze ouder worden, ook vrouwelijker. Dat is begrijpelijk: in het eerste deel van je leven moet je identiteit ontwikkelen en neerzetten, in het tweede deel van je leven kun je meer relatiegericht zijn. Een grootvader met zijn kleinkind is vaak meer relatiegericht dan hij was als vader naar zijn kind. Goed, eerst een paar citaten: pas als het leven je heen en weer heeft geslingerd, kun je werkelijk bewogen zijn. Mooi. Even binnen laten komen. En ook: alles wat je vol liefde vrijlaat, zal vol van liefde terugkeren. Ja, en nu komen we bij de onvoorwaardelijke liefde, wat heel moeilijk is. Het schijnt dat de liefde zoals wij die voelen vaak voor 1/3 echte liefde, 1/3 hechting en 1/3 verwachting is. Hechting en verwachting zetten vast, ook de ander. We dreigen en claimen ook in de liefde. ‘Joh, ik heb je zo gemist!’ klinkt misschien heel aardig maar is toch een claim. Soms zie je mensen ook obsessief aan elkaar vastzitten, terwijl het wel de bedoeling is je eigen identiteit te ontwikkelen. Als je samen problemen hebt is er werk aan de winkel, kan er iets opgelost of aan jezelf verbeterd worden. Veel zit in jezelf. Boosheid is vaak dat die ander niet de functie vervulde die jij hem/haar had toebedacht. Het is altijd goed naar jezelf te gaan, die angst enzovoorts weg te werken. Echt goede reden om uit elkaar gaan is als je zó onverschillig tegenover elkaar staat dat je ook niets meer van elkaar leert en je eigenlijk geen echte band meer hebt. Dan ga je innerlijk al je eigen pad. Eigenlijk is liefde om samen een pad te lopen en eventueel ook weer je eigen stuk te kunnen gaan. Samen oud worden is mooi maar niet heilig: heilig is je eigen bestemming volgen. Daar waar je samen oploopt kun je veel leren, kun je een eerlijke, besliste spiegel zijn voor de ander. Dat weer liefdevol leren los te laten is samen erkennen veel aan elkaar gehad te hebben, maar dat je nu ieder je eigen pad gaat. En dat is moeilijk. Je hebt ook typisch mannelijke rituelen en typisch vrouwelijke rituelen. Het mannelijk ritueel is: maak je maar sterk. Als een grootvader of een vader zijn kind jent, dan is het niet: ‘Ik vind jou een vervelend kind’ maar is dat: ‘Ik plaag jou een beetje en maak jij je maar sterk als ik’. Het vrouwelijk ritueel is heel anders: als de ander iets verkeerd doet, dan zeg jij: sorry. Wat is dat nou dat als iemand bij jou thuis laat een vaas vallen en jij dan sorry zegt. Door dat te doen trek je de ander weer omhoog naar gelijkwaardigheid. Daarom neem jij de schuld. En als de ander dat begrijpt is dat prima. Als de ander de bedoeling niet kent is het erg vervelend. Een studente vertelde eens dat ze op een receptie stond, een man aan kwam lopen en haar op de tenen ging staan. Zij zei: ‘Sorry’, zei hij: ‘Geeft niks hoor.’ Ja, dan wordt het wat vervelender. We hebben werk en privé erg kunstmatig opgesplitst. Er is de werktijd van negen tot vijf waar het zakelijk is en thuis waar liefde en warmte hoort te zijn. Maar in een thuisleven, zo wordt gezegd, praten vrouwen zoveel. Een man en een vrouw komen samen thuis na het werk, denkt die vrouw: ‘Ha fijn, nou kan ik praten met iemand en hoef ik mij niet waar te maken. Kan ik heel veel praten met iemand die van me houdt.’ En de man, die op zijn werk al zoveel gepraat heeft, komt thuis en denkt: ‘Ha, fijn, nou mag ik zwijgen.’ Als de man nou maar dacht: ‘Ha fijn, nou mag ik naar haar luisteren’, maar hij wil liever klussen of krant lezen. Het vrouwelijke is eindeloos praten met je vriendinnen; twee goede vrienden kunnen vijf uur lang zwijgend gaan zitten vissen. Moet je dat eens bij twee vriendinnen voorstellen: onmogelijk! Die tweepoligheid heb je ook bij verdriet en vreugde. In een column stond daarover eens het volgende: vreugde en verdriet zijn nooit van elkaar gescheiden; wanneer wij ons verheugen over een prachtig uitzicht, kan het zijn dat we tegelijkertijd een zekere droefheid ervaren omdat onze vrienden er niet met ons van kunnen genieten. Wanneer we diep bedroefd zijn vanwege de dood van een geliefde, kan het zijn dat we juist dan de vreugde van echte vriendschap leren kennen. De vreugde is verborgen in het verdriet en het verdriet in de
6
vreugde. Wanneer we ten koste van alles droefheid trachten te vermijden, kunnen we ook nooit echte vreugde proeven. En wanneer we achterdochtig zijn over extatische blijdschap, kan de diepe pijn van het leven ons ook niet aanspreken. Vreugde en verdriet zijn de ouders van onze spirituele rijkwording. Je hebt die ups en die downs nodig, vreugde en verdriet, en dan kan het geïntegreerd worden. Spiritualiteit in een relatie in een hogere vorm is als je samen dingen kunt doen, uit kunt wisselen op een hartsniveau, als je samen waarden deelt en je echt je innerlijk bloot kunt leggen. En de allerhoogste vorm van spiritualiteit in een relatie zijn vaak die korte momenten dat je elkaar aankijkt, misschien bij mooie muziek of in de natuur, dat je eigenlijk rechtstreeks in de ziel van de ander kijkt; als je samen kunt versmelten, helemaal één worden, met behoud van je eigen identiteit en ook weer los kunt laten. Overgave en loslaten, hele moeilijke combinatie. Liefde is het cement in de samenleving: het is wat alles bindt in alle veelheid die er is. Ik heb lief dus ik besta. Als er geen liefde was konden we gewoon niet bestaan. Liefde is het enige wat vermeerderd als je het weggeeft want het geeft weg uit zijn veelheid. Het begint allemaal met houden van jezelf. Houd de ander meer van jou dan van zichzelf, dan is dat vaak een teken van claimen, van afhankelijkheid. Dus ga vanavond maar voor de spiegel staan en zeg heel warm en gemeend tegen jezelf: ‘Ik hou van jou’, en kijk dan maar hoe dat voelt. Tot slot, voor de intuïtieoefening, voor ieder nog een wens, een uitspraak Neal Donald Walsh: verheerlijk wie je vandaag bent, maar veroordeel niet wie je gisteren was en sluit niet uit wie je morgen zult zijn
ineke
7