Verslag van de bespreking themagroep WMO | 18 september 2014 Aanwezig:
Bert Frings (Nijmegen, voorzitter), Anja Timmer (Almelo), Fleur Imming (Amersfoort), Paul Blokhuis (Apeldoorn), Henk Kok (Arnhem), Miriam Haagh (Breda), Lenie Scholten (Eindhoven), Laura Werger (Gouda), Ton Schroor (Groningen), Tom Horn (Haarlemmermeer), Peter van Zutphen (Heerlen), Mieke Damsma (Maastricht), Janneke Sparreboom (Lelystad), Jeroen Olthof (Zaanstad), Mariëtte van Leeuwen (Zoetermeer), Renée Veldkamp (Nijmegen), Jur de Haan (Zunderdorp Beleidsadvies)
Verslag:
Buro Service Overasselt
1.
Opening
Bert Frings opent de vergadering om 10.05 uur. 2. Het inkoopproces, een kort rondje * In Arnhem loopt de aanbesteding en op 1 oktober wordt het contract getekend. De discussie richt zich nu op de tarieven waar een grote bandbreedte in zit. Uit berekening blijkt dat de regio Arnhem in 2015 65% van het budget op basis van de besteding 2013 kwijt is aan verplichting van te leveren zorg. Er is een soort bodemgarantie gegeven dat instellingen hiervan kunnen uitgaan. * Breda zit middenin in het proces. Voor de huidige cliënten is een korting van 15% op het gemiddelde genomen en dit lijkt goed te landen. Voor de nieuwe cliënten komt er een nieuw systeem met 3 tarieven – laag, gemiddeld, hoog - en de gemeente kijkt samen met de aanbieders hoe een en ander vorm te geven. Als het lukt, kan Breda gemakkelijk uitkomen. * Lelystad heeft de korting direct zoveel mogelijk doorgevoerd en met populatiebekostiging gewerkt. De aanbestedingen lopen, er is interesse van alle huidige aanbieders. * Groningen heeft de aanbesteding rond. De contracten worden in week 39 getekend. Er is een eigen korting doorgevoerd van 8% bovenop de 10% Rijkskorting. 72 Aanbieders hebben zich geconformeerd aan de aanbestedingsvoorwaarden en het budget. * Haarlemmermeer is nog bezig in de aanbesteding. Het past binnen het budget inclusief de korting. Op het Wmo-vlak zijn er geen grote zorgen. * De 14 gemeenten in Twente besteden gezamenlijk aan en hebben het kortingspercentage voor Wmo vastgesteld op 19%, voor Jeugd op 11%. Voor Almelo pakt dit ongunstig uit, want het eigen kortingspercentage zou bijna 24% moeten zijn. De aanbesteding loopt nog, de termijnen worden gehaald. Het grote vraagstuk betreft de verhouding zorg in natura en PGB, want Twente heeft veel meer PGB’s dan het landelijke gemiddelde. * Amersfoort voert momenteel de gesprekken met de aanbieders. Er is een opvallend groot verschil tussen wat de gemeente te bieden heeft en de offertes. * In Eindhoven is de inschrijving net gesloten. Jeugd en Wmo is één aanbestedingsprocedure. Omdat Eindhoven zelf €9 miljoen heeft bijgelegd om niet te zwaar te hoeven korten, is er gemiddeld bij Wmo een korting van 14% en bij Jeugd gemiddeld 10%. Voor de specialistische zorg is een maximumtarief gesteld. Het feit dat de continuïteit van zorg is gebonden aan de zorgaanbieder heeft voor veel rust gezorgd. * In de regio Nijmegen is Jeugd en Wmo één plot met percelen, waarbij de 9 deelnemende gemeentes ieder één perceel zijn. De regio heeft een korting van 19% vastgesteld en heeft inmiddels voor de rechter gestaan om een dreiging van een kort geding vanwege dit kortingspercentage te bespreken met Jeugd-GGZ. Het kort geding gaat niet door, maar de inschrijvingsdatum is op last van de rechter met 1 week verlengd. De offertes komen in
1/5
week 39 binnen. Binnen de Wmo komt het wel goed, maar in de specialistische zorg gaan er problemen ontstaan, ook bij kleine aanbieders, omdat de gemiddelde tarieven niet voldoende zijn. Volgens alle normen binnen de NZA liggen de tarieven tussen €81 en €96 als hoogste tarief; Nijmegen heeft een gemiddelde genomen met een opslag en zit op €61. Er is een bandbreedte en dit is waar de discussies over gaan. Men dient voorbereid te zijn op gecoördineerde actie van de branche GGZ, in velerlei vormen: kort geding, publicaties, brieven van ouders van jongeren e.d. * Apeldoorn doet de aanbesteding samen met acht gemeenten waaronder Deventer. Er zijn ruim voldoende inschrijvingen voor de Wmo. Bijzonder is dat Carinova, nadat zij hebben ingetekend, voor het product Begeleiding licht en Dagbesteding licht een kort geding heeft aangespannen dat 2 oktober dient. * Voor Wmo loopt alles op schema in Zoetermeer. Er zijn geen alarmerende signalen. * In Heerlen loopt het traject via bestuurlijk aanbesteden. Het zit op schema; er zijn nog geen handtekeningen gezet. AFSPRAAK: Men houdt elkaar op de hoogte van ontwikkelingen, problemen e.d. in de aanbesteding via het G32-secretariaat of Frieda Both. 3. Het WMO-verdeelmodel met name m.b.t. Beschermd Wonen De VNG-commissie Gezondheid&Welzijn heeft de objectieve verdeelmodellen Wmo en Beschermd Wonen besproken. De commissie had inhoudelijk weinig bezwaren tegen het objectieve verdeelmodel Wmo. De afspraak is om eerst te kijken wat het doet op gemeentelijk niveau, alvorens er als VNG een standpunt over in te nemen. Dit ligt anders bij het objectieve verdeelmodel Beschermd Wonen, omdat het leidt tot gigantische verschuivingen in den lande met minpercentages van 60, 70% en pluspercentages tot 150%. Het verdeelmodel kan dan wel objectief zijn, kijkend naar inwonertal, maar het klopt absoluut niet met de historisch gegroeide situatie van de voorzieningen. Beschermd wonen was eigenstandig beleid van de zorgkantoren, waarbij sommige zorgkantoren Beschermd Wonen in hun regio hebben geweerd en andere het hebben verwelkomd. Men kan zich afvragen of een objectief verdeelmodel bij dit onderwerp wel zinvol en reëel is. Henk Kok stelt dat het voorliggende model van tafel moet. Hij wil met het Rijk in discussie om ZZP4, 5 en 6 die vaak een dubbele diagnose hebben en uiteindelijk in de Wlz opgenomen moeten worden, zo snel mogelijk uit te zonderen en om vervolgens de budgetten voor de resterende ZZP-groep die misschien op termijn wel zelfstandig kan wonen, over heel Nederland te verdelen. Verder moet er over de termijn worden gesproken. Het is immers onmogelijk een verdeelmodel in te voeren in 2016, terwijl deze cliënten 5 jaar overgangsrecht hebben. Overigens, AEF heeft tijdens de presentatie van het verdeelmodel in de Financiële Commissie van VNG zelf geconcludeerd dat het objectieve model wel verklaart waar de behoefte ontstaat maar niet waar deze verzilverd wordt en ook geconcludeerd dat de kosten vallen op een andere plaats dan waar de behoeftes ontstaan. Peter van Zutphen zegt dat beide verdeelmodellen niet zozeer een objectief verdeelmodel zijn maar een middelingsmodel, waarbij gemeenten met veel zorg moeten inleveren en gemeenten met weinig zorg er geld bij krijgen. De onderzoekers hebben nauwelijks moeite gedaan om de uitschieters naar boven te verklaren. De regio Heerlen moet enorm inleveren, ook als het gaat om de gemeentelijke taken én om de bovengemeentelijke taken. Omdat Beschermd Wonen in de grafieken steil omhoog is gegaan en het klinisch verblijf slechts marginaal is gedaald, wordt in het AEF-rapport gesteld dat het aanbod de vraag heeft gecreëerd. Dit is pertinent onwaar: een groot deel van de mensen die nu in beschermd wonen leven, zijn de daklozen van 10, 15 jaar geleden. Ton Schroor geeft aan dat Groningen als centrumgemeente voor Beschermd Wonen met 200.000 inwoners heel veel zorg heeft en met het voorliggende verdeelmodel niet slechter af
2/5
is. In de regio kan Groningen blijven doen wat ze nu doet en er zijn ook wel kansen voor innovatie en verandering, als indicaties aflopen. Vanuit de regio is hij dan ook wat terughoudend om de voorgaande sprekers te ondersteunen, omdat hij niet weet wat het voor zijn regio betekent. Hij ondersteunt wel van harte een voorstel tot analyse van de extreme uitschieters. Paul Blokhuis steunt Henk Kok in zijn voorstel om een scheiding tussen verschillende doelgroepen te maken, maar vervolgens zou zijn benadering zijn: Beschermd Wonen wordt een nieuwe taak van gemeenten en gemeenten krijgen de middelen op basis van het historisch verdeelmodel. Gemeenten die nu aan goede kant van de streep zitten, worden daarmee niet op korte termijn gedupeerd. Het ministerie wilde aanvankelijk het nieuwe AEFverdeelmodel in 2016 invoeren en spreekt nu over 2018, maar als het AEF-verdeelmodel gehandhaafd blijft, betekent het enkel uitstel van executie. Apeldoorn zou €16 miljoen (40%) moeten bijleggen voor een heel zware doelgroep; het gaat niet lukken. Henk Kok stelt dat de verschuiving die er op termijn komt van de – naar de +, dezelfde problemen met regiobinding zal veroorzaken die de gemeenten hebben gehad bij maatschappelijke opvang. Bepaalde mensen zullen niet meer toegelaten worden, maar verwezen worden naar hun thuisgemeente omdat daar het budget is. Het is een ongewenste situatie. Bovendien is er sprake van enorme kapitaalvernietiging, als gemeenten met een + voorzieningen moeten opbouwen en gemeenten met een – voorzieningen moeten afbreken. Er is méér tijd nodig om alle consequenties goed te doordenken, afspraken te maken etc. Die tijd is er, want de cliënten hebben een zorggarantie voor 5 jaar. Lenie Scholten stelt voor om als G32 te verkennen of er een verband is met de relatie tot de woningbouwcorporaties. Er zijn grote verschillen of corporaties zich verantwoordelijk voelen voor bepaalde doelgroepen. In Eindhoven zijn ze erg ruimhartig en dit zou kunnen verklaren dat er minder mensen in beschermd wonen terecht komen, omdat ze in begeleid wonen zitten. Als dit zo is, zou het kunnen zijn dat in de regio’s met grote tekorten de samenwerking met de corporaties moeizaam verloopt. Als er een correlatie is, kan het een punt zijn om erover met het departement van Volkshuisvesting tot afspraken te komen. Anja Timmer zou gezamenlijk willen kijken naar de vraag of men de combinatie PGB’s en deze kwetsbare doelgroep wel zou moeten willen. Lenie Scholten zegt dat de cliëntenraad Eindhoven dit al heeft afgeraden. Conclusies: 1. Er is behoefte aan een inventarisatie van de verdeling PGB-ZiN in de diverse regio’s en de standpunten van de cliëntenorganisaties erover. 2. De discussie met het Rijk over de zwaarte en de scheiding tussen B en C moet opnieuw geëntameerd worden, samen met cliënt- en brancheorganisaties. 3. Er is behoefte aan een analyse van de grote verschillen die gaan optreden. Het verdeelmodel kan niet worden gebaseerd op gemiddelden en op een regressieanalyse van de cijfers. De tijd dringt, want in de septembercirculaire is het verdeelmodel opgenomen met de mededeling dat de overgangstermijn in de decembercirculaire zal worden vastgesteld. In de sociale pijlervergadering wordt een conclusie geformuleerd, die Paul Blokhuis in het overleg van 25 september met Van Rijn namens G32 zal inbrengen. De conclusie zou kunnen zijn dat G32: 1. met veel zorg kennis heeft genomen van de uitkomsten van het AEFverdeelmodel, waarbij de ene gemeente +150% en de andere – 40% krijgt; 2. met het Rijk in gesprek wil om te kijken hoe men naar een beter verdeelmodel kan komen, op basis van een analyse op zeer korte termijn van de uitschieters.
4.
Hoe gaan wij de komende periode te werk?
3/5
M.B.T. DE ROL EN TAAK VAN HET G32-NETWERK: CONCLUSIE: G32 moet een eigenstandige positie hebben en moet optrekken met VNG daar waar mogelijk. Daar waar het niet voor de hand ligt, moet G32 zijn eigen gang gaan. Deze conclusie is het uitgangspunt voor de toekomst. AFSPRAAK: De lijst van onderwerpen waar de bestuurders mee aan de slag willen, wordt verder uitgewerkt en komt met een procesplanning in het volgende overleg terug. Iedere bestuurlijke trekker neemt zijn eigen ambtelijke ondersteuning mee. CONCLUSIE: Men onderschrijft het voorstel om 1. in 2015 minimaal 6 keer samen te komen, deels om de lobby vorm te geven en deels om op onderwerpen de kennisuitwisseling gestalte te geven; 2. de bijeenkomsten te doen samenvallen met de bijeenkomsten van de wethouders Jeugd, omdat er waarschijnlijk veel overlap tussen beide dossiers zal zijn; 3. zo snel mogelijk de planning rond te sturen, met als suggestie om daarbij het vergaderschema van de dossiergroep Jeugd in de vorige periode als voorbeeld te nemen. M.B.T. DE VNG-HANDREIKING RONDOM KWALITEIT: Het stuk komt te laat om te kunnen meenemen in de verordening 2015, maar wel in de verordening 2016. Als het gaat om monitoring en afspraken voor 2016, kan kwaliteit een belangrijk thema worden. Lenie Scholten vindt kwaliteit iets dat een gemeente samen met de lokale cliëntorganisaties vorm geeft en vervolgens opneemt in de eigen verordening. Zij wil graag lokaal deze ruimte houden, juist in interactie met de cliënten. AFSPRAAK: Er wordt een leerbijeenkomst georganiseerd om te kijken naar kwaliteit en het bespreken ervan met de eigen cliëntorganisaties. M.B.T. DE HUISHOUDELIJKE HULP, DE €75 MILJOEN, HET OMGAAN MET DE KORTING ETC.: Fleur Imming vond de korting op de huishoudelijke hulp een van de moeilijkste bezuinigingen om uit te leggen aan de raad en de stad; vervolgens kwam de €75 miljoen, die lastig te koppelen is aan hetgeen eraan vooraf is gegaan. Zij wil o.a. kennisuitwisseling over het te kiezen model. Lenie Scholten wil de €75 miljoen inzetten als werkgelegenheidmaatregel - en niet als zorgmaatregel - voor de mensen die straks uit de thuiszorg wegvallen omdat de gemeentes minder inkopen, terwijl er wél een private markt is van mensen die het reguliere tarief bij een zorginstelling van €25,- niet kunnen of willen betalen maar wel €15,- voor een alfahulp of zwarte werkster. Het bedrag is de smeerolie om deze private markt bij de zorginstelling te krijgen i.p.v. bij de zwarte werkster. Op die manier is het goed uit te leggen. Miriam Hoogh zegt dat Breda, naast de zorg in natura en het PGB, ook de alfacheque heeft en die wil handhaven. Het is maatwerk, het is professioneel, het is goede zorg, geleverd door een ZZP-er begeleid door het leerwerkbedrijf. Jeroen Olthof stelt dat de staatssecretaris de reguliere hulp in de huishouding op basis van de indicatiestelling en de 2x €75 miljoen duidelijk uit elkaar haalt. Men zou dan kunnen kijken wat men met de 2x €75 miljoen kan doen en welke ruimte daarbinnen is, wat de verschillende regelingen zijn en wat ervan te leren valt. Het bedrag is meerjarig, als de gemeenten er een succes van maken; er staat voor 6 jaar €75 miljoen gereserveerd. Henk Kok zegt dat het minister Asscher erom gaat dat er in ieder geval zoveel mogelijk behoud van bestaande werkgelegenheid is en een multiplier effect zoals Lenie Scholten beschrijft. Hij gaf ook aan dat er wel breder dan enkel de huishoudelijke hulp gekeken mag worden, als er maar reguliere werkgelegenheid gecreëerd wordt voor mensen aan de onderkant van de zorgmarkt. Ton Schroor is bang dat de multiplier verplichting ertoe leidt dat de gemeente weer langdurige afspraken moet maken met de aanbieder, terwijl het juist zijn bedoeling is om er los van
4/5
te komen. Lenie Scholten antwoordt dat niet de gemeente de multiplier moet gaan realiseren, maar dat de private markt dit gaat doen. De consument krijgt zijn huishoudelijke hulp via de thuiszorgorganisatie zonder dat het hem extra geld kost. De gemeente kan het inregelen overlaten aan de zorgaanbieders, die er immers belang bij hebben. AFSPRAAK: Op een van de eerstvolgende bijeenkomsten wordt een presentatie geagendeerd waarin overeenkomsten en verschillen in aanpak tussen G32 gemeenten op een rij worden gezet en alle aspecten en vragen rondom huishoudelijke hulp besproken kunnen worden.
5. Rondvraag Anja Timmer zegt dat Almelo, naast de brief die de 14 Twentse gemeenten aan staatssecretaris Van Rijn en de VNG hebben gestuurd over het verdeelmodel, ook onderzoek gaat doen naar de kenmerken die ertoe leiden dat Almelo altijd nadeelgemeente is. Sluiting om 11.15 uur.
5/5