Congresverslag Verslag van de 21th International Focusing Conference van 12-16 mei 2009 te Awaji, Japan
Impressies van Frans Depestele Inleiding; een ontmoeting tussen oosters en westers denken De conferentie was reeds begonnen vóór ze begon. Er was op internet een ‘2009 Conference Discussion List’ met allerlei uitwisselingen, meestal van praktische aard. Er naartoe levend had ik een verwachting dat de conferentie een ontmoeting kon worden tussen Oost en West, tussen oosters en westers denken. In dat kader had ik geschreven over Bin Kimura, een Japanse psychiater en fenomenoloog, die ik jaren geleden in een lezing had horen vertellen over hoe een muzikant in het westen zo goed mogelijk twee tonen leert spelen terwijl een muzikant in het oosten zo goed mogelijk de pauze tussen de twee tonen leert spelen. Vragen omtrent de originaire rol van ‘the between’ (interactie-eerst) hadden tot allerlei verdere associaties en tot een boeiende discussie geleid, o.a. over taal en vertalingen. Akira Ikemi schreef bijvoorbeeld dat ‘the between’ ‘space’ is en dat in het Japans ‘human being’ geschreven wordt als 人間; dit is een combinatie van het teken voor ‘people’ (人) en het teken voor ‘between’ of ‘space’ (間) – kijk eens hoe het teken 間 ‘het tussen’ weergeeft. Akira wijst erop dat de mens opgevat als 人間 (als ‘between people’) zeer compatibel is met Heideggers concept van de mens als ‘zijn-in’ of ‘zijn-in-the-wereld’ (‘in-der-Welt-sein’), en met zijn concept van de mens als Da-sein (‘er-zijn’). De ‘er’ of de ‘there’ verwijst niet naar een lokalisering. Nee, schrijft Akira: ‘It is the ‘there’ of human concerns, or can we say ‘relating’ or even ‘between’? And if so, isn’t Heidegger’s ‘Dasein’ a very similar conception of the being of humans as in 人間 (between-people)?’ De conferentie zelf begint op dinsdagavond 12 mei met een openingsbijeenkomst. We blijken met 274 deelnemers te zijn (301 met de vertalers), waarvan 58 niet-Japanners. De Japan Focusing Association, opgericht door Akira Ikemi in 1997, telt bijna 900 leden. Focusing is goed aangeslagen in Japan onder meer omdat het op meer dan 25 universiteiten in de programma’s is opgenomen; een 40-tal docenten en professoren leren er focusing en experiëntiële therapie aan en doen onderzoek. Een andere reden is dat focusing goed aansluit bij de Japanse cultuur. Waar de westerse cultuur eerder rationeel is, heeft in hun cultuur de kunst de hoogste status: iets voelen en dat voelen in woorden omzetten; haiku is daar een voorbeeld van. Akira heeft echter strijd moeten leveren tegen een typisch Japans misverstand dat enkel de felt sense zonder verwoording belangrijk zou zijn, want dan mist men het experiëntieel proces. Focusing als eenzaam avontuur Uit de negen parallelsessies van de ochtendlezingen op woensdag kies ik voor Emi Yamamoto die een presentatie geeft met als titel ‘Het werk van Ko (eenTijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4 333
Frans Depestele zaamheid) in focusing – drie gevalsstudies’. Zij legt uit dat het belang van de vacuümtoestand in de beleving reeds onderstreept werd door Tomoda die stelt dat belangrijke groei van een persoon plaatsvindt wanneer hij absoluut alleen is. Deze toestand wordt vergeleken met wat bij Gendlin ‘het oog van de storm’ wordt genoemd. Dergelijke momenten van alleen zijn worden gezien als een voorwaarde voor persoonlijkheidsverandering. Om daartoe te komen is een goede cliënt-therapeutrelatie nodig, maar ook dat de focusser kan vertrouwen op de beleving en dat hij alleen kan zijn. Op de opmerking dat vele cliënten het juist moeilijk hebben met alleen zijn, komt de precisering dat de eerste voorwaarde is te kunnen luisteren naar de eigen sense, waardoor een gevoel van subjectiviteit wordt ervaren, en daardoor de capaciteit om alleen te zijn wordt ontwikkeld. Focusing en filosofie Wat betreft de interest group, die het tweede deel van de voormiddag inneemt, zijn er verschillende keuzes. Er zijn op deze conferenties de steeds terugkerende interessegroepen over het aanleren van focussen, over focusinggeoriënteerde psychotherapie, en over focusing en lichaamswerk. Hier is er ook een groep over focusing en boeddhisme. Zelf kies ik voor de groep focusing en filosofie. Naast heel wat onbekende Japanse gezichten, zijn de meeste leden aanwezig van twee regelmatig in Tokyo bijeenkomende groepen rond Gendlins filosofie en meer bepaald rond A Process Model: de gesloten groep rond Tadayuki Murasato (reeds vijf jaar) en de open groep rond Yoshihiko Morotomi. De groep start met een kleine inleiding door Tadayuki en door Rob Parker. Er komen enkele topics aan bod uit Gendlins filosofisch werk, onder andere de vraag naar de overgang van eenheden-eerst-denken naar interactie-eerst-denken en omgekeerd. De tolk, Haru Murakawa, heeft het niet gemakkelijk om alles in beide richtingen goed vertaald te krijgen (alles op deze conferentie wordt vertaald). Na enige tijd komt er frustratie naar voren van de deelnemers die niet zo bekend zijn met Gendlins filosofisch werk en eerder gekomen zijn om vanuit hun eigen achtergrond te kunnen deelnemen aan de groep, een zeer terechte opmerking. Er wordt een poging gedaan om de structuur van het groepsproces om te keren en de discussie te laten beginnen met vragen en interessepunten van alle deelnemers – niet alleen diegenen die bekend zijn met de filosofie van Gendlin – punten die gebracht kunnen worden in de eigen woorden en niet in de termen van een filosofie. Het voorstel wordt gedaan dat iedereen tegen de volgende bijeenkomst een zin of een vraag terzake op papier zou zetten. De vraag ‘wat gebeurt er als we een filosofische discussie beginnen met onze eigen vragen en daarbij onze eigen vertrouwde woorden gebruiken’ is op zich een zeer interessante filosofische vraag. De invloed van cultuur en taal, focusing in China Gedurende de lunch sluit ik aan bij een groepje met Cambell Purton, die enige informatie wil meedelen over de ontwikkeling van focusing in China. De nieuwe vertaling in het Chinees van het focusingboek bleek niet zo goed en moest worden bijgewerkt (ze zou eind mei verschijnen). Sinds twee jaar trekt Campbell elke zes maanden voor een week naar Shanghai waar hij in het eerste jaar twee groepen inleidde in focusing en experiëntiële psychotherapie, en in het huidige, tweede jaar een groep van zo’n 35 studenten (meestal klinisch psychologen) verder onderricht geeft terzake; in de tussentijd oefenen ze een en ander verder in. Men startte ook met een Chinese Focusing Association. 334 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4
Congresverslag Bij dit lunchgesprek is ook Ka-Hing Cheung uit Hongkong aanwezig, die interessante informatie geeft over hoe hij de termen focusing en felt sense vertaalt in het Chinees en hoe hij bij het aanleren van focusing gebruik maakt van traditionele gedichten. Hij toont een Chinees gedicht dat luidt: ‘Je kijkt naar de wolken die bewegen, maar je hart wordt er niet door gevat; je beweegt niet mee met de wolken’. Een mooie introductie inderdaad om te tonen dat een felt sense iets is dat niet door de actuele symbolen gevat en vooruitgedragen wordt. Met het aanbrengen van iets wat de leerlingfocusser al bekend en vertrouwd is uit de eigen cultuur, biedt hij een aspect aan van wat focusing is. Pat Omidian en Nina Joy Lawrence werken op een gelijksoortige manier in Afghanistan en Pakistan, waar ze focusingachtige excerpten uit de Sufi-poëzie gebruiken. Beiden zijn op deze conferentie aanwezig met een workshop ‘Community Wellness Focusing: experiments in learning and spreading focusing as a psychosocial wellness tool’, samen met Beatrice Blake die een programma uitbouwt in El Salvador (zie http://www.focusing. org/blog/). Kleine bits van focusing worden groepsgewijs aangeleerd en verspreid via familie en buren en via het binnenbrengen ervan in andere reeds lopende trainingsprogramma’s (zoals een lerarenopleiding), en met gebruikmaking van metaforen bekend uit de eigen cultuur (zie http://www.focusing. org/afghan.asp en http://www.focusing.org/folio/Vol21No12008/24_CommunityWellTRIB.pdf). Wat de vertaling van de termen ‘focusing’ en ‘felt sense’ betreft, het Japans gebruikt er het katakana-alfabet voor, een van de drie alfabetten die ze door elkaar gebruiken bij het schrijven van woorden en zinnen. Het katakana wordt gebruikt om de klanken van woorden uit een andere taal om te zetten in Japanse tekens (transliteratie). In het spreken behoudt men de klanken van de woorden uit de oorspronkelijke taal. Men gebruikt dus geen eigen Japanse woorden om de woorden ‘focusing’ en ‘felt sense’ echt te vertalen; wat tot interessante vragen leidt. In onze West-Europese talen doen we dat wel; we gebruiken daartoe eigen vertrouwde woorden maar in een totaal nieuwe combinatie: ‘felt sense’ wordt in het Frans bijvoorbeeld ‘sens corporel’, in het Italiaans ‘sensazione sentita’, in het Spaans ‘sensación sentida’, en in het Nederlands ‘gevoelde zin’. Dat onze talen dat zo doen, vindt Akira Ikemi fantastisch: ‘Then people would know this ‘gevoelde zin’ has a very specific meaning’. Focusing en experiëntiële psychotherapie Op donderdagvoormiddag spreekt Teruyo Akamori over focusing en experiëntiële psychotherapie bij opgenomen cliënten met paniekstoornissen en bij mensen die in het sociaal werk staan. Sinds 2002 werkt zij in een psychiatrisch ziekenhuis. Zij stelt een drietal cliënten voor. Aan de hand van excerpten worden belangrijke veranderingsmomenten besproken. Er wordt vooral gewerkt in groepssessies, eerst met lichaamswerk (massage, werken op de ademhaling), waarna het focussen volgt. Daarna worden de opgedane ervaringen gedeeld in de groep; het laatste half uur komt de verantwoordelijke psychiater meeluisteren. Zij was uitgenodigd om op deze afdeling te komen werken door de psychiater die analyticus is maar die deze benadering onvoldoende vond en daarom vroeg of zij focusing wou introduceren bij zijn patiënten; en hij vindt dat het ook effectief is. Focusing op zich zou nog zeer weinig zijn geïntroduceerd in de psychiatrische ziekenhuizen in Japan, maar wel experiëntiële therapie (waarin focusing dus gebruikt wordt). Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4 335
Frans Depestele De presentatie is in het Japans en wordt in het Engels vertaald door Kei Kurosu. Opnieuw komt het besef welke enorme inspanning de Japanners hebben geleverd om elke bijdrage te vertalen. Gisterennamiddag zaten we met twee niet-Japanse deelnemers in een workshop, deze voormiddag met drie. Natuurlijk is het beeld bij een Engelstalige spreker omgekeerd en krijgen een groot aantal Japanners toegang tot wat de spreker zegt. Waarom men lichaamswerk gebruikt als introductie tot het focussen, zoals hier bij deze cliënten met angstproblemen, was onderwerp van een workshop van Koko Shiraiwa (die ik niet volgde maar uit het programmaboek probeer te schetsen). Dat er geen mentale activiteit is zonder het lichaam, is een zeer vertrouwd concept dat de Japanners vanaf de kindertijd ervaren in de praktijken van Budo (krijgskunsten), zazen, en/of Sado (theeceremonie). Dit is de reden waarom deze therapeut in zijn praktijk met cliënten altijd veel tijd neemt voor lichaamswerk vóór het psychologische werk van focusinggeoriënteerde therapie. In zijn workshop zou hij Karada-hogushi (lichaamsrelaxatie) introduceren. Hierbij is de ademhaling belangrijk. Eerst moet men de goede lichaamshouding aannemen, waaruit de ‘juiste’ ademhaling voortvloeit; het zich concentreren op de ademhaling vloeit over in de ‘juiste’ mentale concentratie. Op te merken is dat het westen ook eigen relaxatiemethoden heeft (trouwens, Akira Ikemi werkt zelf onder meer met autogene training: zie verder), en dat Gendlin erop wijst dat de relaxatie niet te diep mag zijn om goed te kunnen focussen. Functie en beleving van blokkades (leafing) Dan volgt opnieuw de interest group filosofie. De discussie belandt onder meer bij het concept ‘leafing’ in Gendlins filosofie. Dit begrip verwijst naar wat er met het proces gebeurt als een sequens geblokkeerd wordt en niet kan doorgaan: het eerste stukje van de gewone sequens herhaalt zich steeds. Wat er verder gebeurt kunnen we zien in een vergelijking met een rivier die op een bepaalde blokkering botst en er blijft tegenaan botsen of klotsen, in een repetitieve beweging die echter telkens een heel klein beetje verschillend is. Daardoor ontstaat er telkens een heel klein verschil in de interactie tussen de stroom en de blokkerende omgeving, tot er op een bepaald moment een doorbraak volgt. Men kan met het concept leafing ook over filosofie denken. Men kan het vooruitkomen in de filosofie ook beschouwen als het steeds opnieuw stellen van dezelfde vragen bij een bepaalde topic, waarbij elke vraag telkens een heel klein verschil geeft in de interactie tussen de vraag en de topic, of waarbij telkens een nieuwe versie komt van de interactie tussen de vraag en het bevraagde onderwerp, tot er op een bepaald moment een doorbraak komt en een bepaald inzicht. Wat weer leidt tot een nieuwe blokkering of tot een nieuw punt waar de vragen zich repetitief moeten herhalen om verder te komen. Leafing lijkt mij ook van toepassing in psychotherapie: de patiënt herhaalt hetzelfde patroon uit zijn gewone relaties in de therapeutische relatie; ook dit kan gezien worden als een herhaaldelijk aanklotsen van de stroom tegen een hindernis. Die herhalingen geven telkens een kleine nieuwe versie van de interactie tussen ‘het proces’ en ‘de hindernis’, hier telkens een kleine nieuwe versie van de interactie tussen de zich relationeel uitdrukkende ervaringsproblematiek van de cliënt en de reacties van de therapeut die probeert zichzelf te blijven. In de interest group komt ook de filosofie van Nishida ter sprake. Kitarô 336 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4
Congresverslag Nishida (1870-1945) heeft vanuit de oosterse filosofie geprobeerd een brug te maken met de westerse filosofie (school van Kyoto). Tadayuki Murasato schreef een tekst waar hij de filosofieën van Gendlin en Nishida vergelijkt en veel gelijkenissen vindt (zie ook http://www.focusing.org/folio/ Vol21No12008/08_OnABookTRIB.pdf). Gendlin zelf is niet bekend met de oosterse filosofie. Interactieve focusing Donderdagnamiddag volg ik de workshop over interactieve focusing, gegeven door Teruyuki Chikada, Mieko Ito, Masumi Maeda an Yoshihiko Morotomi. Zij hebben interactieve focusing verder uitgebouwd zoals dit tot ontwikkeling gebracht was door Janet Klein in het begin van de jaren ‘90 in Chicago. In hun historische schets zien ze focusing ontwikkelen van aanvankelijk het alleen focussen (intrapersoonlijke focusing), naar focussen met een partner (transactional focusing), naar het interactieve focussen. Bij het interactieve focussen worden beide deelnemers om beurt focusser en luisteraar. Belangrijke elementen zijn ‘de focusser als leraar’ en het ‘dubbel empathisch moment’; dit is het moment waarop de focusser tot nieuw inzicht en besef komt vanuit de woorden en beelden die de luisteraar reflecteerde; vaak leidt dit tot een shift in de relatie tussen beiden. Nadat ieder zijn beurt kreeg, komt er ook een moment waarbij de relatie tussen beide personen gecheckt wordt. Het blijkt dus nodig waakzaam te zijn voor probleempunten die tussen hen kunnen opkomen. De sprekers vinden dat het interactieve focussen gebruikt kan worden in therapiesessies waar de relatie wordt opgebouwd. Daarnaast vinden zij het interactieve focussen de beste methode om de basale empathische luistervaardigheden aan te leren. Volgens hen is dit beter dan de traditionele methode van de encountergroep, omdat deze laatste meer tijd en energie kost. Meer bepaald is er de focusser als ‘leraar’: dit is een effectief middel om te leren accuraat empathisch te verstaan; verder is de supervisor erbij en kan die onmiddellijk zeggen hoe de luisteraar zijn reflecties kan verbeteren (in plaats dat de luisteraar achteraf het hele verhaal doet op een ander moment en een andere plaats, bij een supervisor die dan commentaar geeft). Zij zien het dubbel empathisch moment als een effectieve trainingsmethode voor diep empathisch verstaan dat gebaseerd is op een attitude van congruentie. Morotomi verwijst ook naar Gendlins herhaaldelijk stellen dat het focussen met een partner beter is dan het alleen focussen. Het cross-culturele proces Op een conferentie als deze, met deelnemers uit verschillende culturen, is het cross cultural gebeuren zeker aan de orde. Op de algemene bijeenkomst op vrijdagmorgen legt Doralee Grindler Katonah uit hoe dit begrepen kan worden met de drie concepten ‘stopped proces’, ‘leafing’ en ‘crossing’. Er is iets in ons proces dat stopt als de omgeving het niet vooruitdraagt. Die omgeving is bijvoorbeeld een vreemde taal: zelfs vóór we onze mond openen, stopt er iets. Normaal wil ik hier ‘hallo’ zeggen, maar zelfs vóór ik het zeg voel ik dat het hier niet past en dus stopt het zeggen. En als we bij deze ‘stoppage’ stilstaan, dit wil zeggen als we er binnenin aandacht aan geven, vormt zich een felt sense. En komt er leafing, het zich herhalen van het eerste stukje van de gewone sequens (zie hoger); hierbij wordt het organisme gevoeliger voor zijn omgeving; dit brengt met zich mee dat de mogelijkheden die ons proces zouden Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4 337
Frans Depestele kunnen vooruitdragen, toenemen. Want een felt sense is een geheel van mogelijke maar onvoltooide betekenissen die vooruitgedragen willen worden. Ik heb bijvoorbeeld honger en ik wil naar mijn favoriete pizzarestaurant gaan maar het is gesloten; juist op dat punt kan er zich iets nieuws ontwikkelen en kan ik een geheel nieuwe eetervaring ontdekken. Want mijn ‘lichaam’ is open voor dergelijke nieuwe mogelijkheden. Het derde concept is crossing. Doralee geeft het voorbeeld van een studente uit India die psychologie kwam studeren in Californië. Zij moest alles in het Engels verwerken, enkel Engels spreken, lezen, schrijven; en elk van die processen was ook een gestopt proces. Dit bracht met zich mee dat ze niet kon slapen, zich niet kon concentreren, zich depressief voelde: een gestopt proces. Bij het focussen werd ze ertoe uitgenodigd om het lichamelijk gevoel te laten komen omtrent het niet kunnen slapen. Ze kreeg het beeld dat ze in India was, slapend op de vloer, op een bamboemat; en dat voelde zo comfortabel: ‘Het is zoals ik mij thuis voel. Ja, het is echt zoals ik mij thuis voel’. Ietwat later kwam een stap: ‘Misschien kan ik nu twee thuis-en hebben. Als ik in mijn bed hier slaap met het beeld van thuis op een bamboemat te slapen, dan voel ik mij kalm’. Wat er dus gebeurde was dat ze tevoren de twee culturen als gescheiden beleefde maar dat ze deze in het focussen kruiste; en nu is zij hier met ‘haar thuis’, nu is zij hier op een andere manier. Thinking at the edge (TAE) In het oog springend op deze conferentie is Satoko Tokumaru met haar methode om TAE aan te leren aan universiteitsstudenten. TAE staat voor Thinking At the Edge (denken aan de rand: focussen gebruiken bij het denken en bij het maken van een theorie). Ik volg Satokos workshop ‘Focusing, TAE & A Process Model’. In zijn inleiding vertelt Tadayuki Murasato dat deze zomer een Inleiding in Gendlins filosofie in het Japans gepubliceerd zal worden, geschreven door hem, Tokumaru, Suetake en Morotomi. Dit komt na een eerder gepubliceerd boek over klinische psychologie en praktijk vanuit experiëntiële optiek. Zij werken ook aan een Japanse vertaling van A Process Model. Voor Tadayuki is de continuïteit belangrijk tussen theorie en praktijk, niet alleen voor het persoonlijke maar ook voor het sociale domein. Satoko Tokumaru schreef een boek in het Japans met 24 oefeningen om de 14 TAE-stappen aan te leren. Tadayuki Murasato, zowel klinisch psycholoog als filosoof en zo zeer geïnteresseerd dat hij de vijf TAE-workshops die Gendlin in New York heeft gegeven, alle heeft gevolgd, hielp haar voor het theoretisch deel. Dit boek is in 2008 vertaald in het Engels, samen met Mariyo Kida – die ook de Japanse tolk was van de TAE-workshop in New York van 2004. Het draagt de titel Writing with TAE: For elaborating your felt sense (voor wie geïnteresseerd is, het is te bestellen bij
[email protected] en kost ongeveer 25 dollar, zonder de verzendkosten). In deze workshop legt Satoko uit hoe zij TAE gebruikt in haar onderwijs en in kwalitatieve research, en ze stelt enkele oefeningen voor. Zeer vaak gaat het over de student leren refereren naar een felt sense. Om dat te leren is TAE zeer nuttig. De studenten kiezen haar klas zonder te weten wat focusing is en zonder te weten wat een felt sense is. Zij heeft per klas zo’n 60 studenten, vijf klassen per week. Zij ziet op die manier 300 studenten per week. Op de vraag of zij focusing aanleert vóór ze deze oefeningen begint, antwoordt ze dat ze dit snel doet, en dat ze zich vooral concentreert op het leren ‘innerlijk checken’.
338 Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4
Congresverslag De oefeningen in haar boek zijn bedoeld om een weg te vinden naar de felt sense en naar het op elkaar laten reageren van de felt sense enerzijds en bestaande vormen anderzijds. Een bestaande vorm is bijvoorbeeld wat een bepaald woord betekent in een bepaalde taal. Bij een felt sense echter zoekt men om datgene tot uitdrukking te brengen wat met de bestaande woordbetekenissen niet gezegd kan worden. In stap 3 van TAE wordt gevraagd wat een bepaald woord (waarmee je je felt sense gedeeltelijk hebt omschreven) courant betekent in de taal (de woordenboekbetekenis), en in stap 4 word je dan gevraagd: ‘wat wil jij dat dit woord zegt/betekent vanuit jouw felt sense?’ Overigens, een vraag die ook bruikbaar is in therapie. Satoko past TAE ook toe bij het begeleiden van researchstudenten. Onder meer om de studenten te helpen bij het preciseren van hun researchvragen; maar ook bij het verzamelen en het verwerken van het materiaal. Maar TAE is op vele zaken van toepassing. Bijvoorbeeld, een moeder kan iets willen zeggen over hoe ze goed alleen kan zijn met haar kinderen; dit kan leerrijk zijn voor andere moeders. Dit doet mij denken aan het TAE-werk van Heinke Deloch in Duitsland: TAE gebruiken om uit te werken hoe men moeder wil zijn, of leraar, enzovoort; zo wil Heinke praktische filosofie beoefenen. Nota bene de focusingconferentie is volgend jaar (in mei) in Duitsland. De theorie van de therapeutische ruimten Op vrijdagnamiddag heb ik mijn eigen presentatie. Ik stel het schema van de therapeutische ruimten voor, aangevuld met een nieuw stuk, getiteld ‘Niet elk innerlijk refereren is focusing’. De lezing wordt vertaald, grotendeels door Mako Hikasa, en het tweede deel door Haru Murakawa. Men had de sprekers gevraagd de tekst en de powerpointpresentatie één maand vóór de conferentie op te sturen, zodat de tolken zich konden voorbereiden; Mako heeft de vertaling schriftelijk uitgewerkt. Mijn presentatie wordt zin per zin vertaald, wat de overbrenging van het materiaal ten goede komt. Alles verloopt goed, in een ontspannen sfeer. Er is goede belangstelling, en een goede discussie. Focusing en oosterse religie Op zaterdagvoormiddag volg ik de lezing van Sumiko Inoue: ‘Dieper gaan met focusing – met betrekking tot oosterse filosofie’. Zij legt onder meer een verband met de filosofie van Nishida. Maar ze geeft ook een uitleg over mogelijke parallellen van focussen en experiëntiële therapie met bepaalde concepten uit het Japanse boeddhisme. Focussen is een ‘kleine deur’ die toegang kan verschaffen tot verscheidene gebieden van de beleving, ook de religieuze en spirituele beleving. Maar de fout die gemaakt wordt is dat bepaalde concepten uit het spirituele en religieuze domein gebruikt worden om te verklaren wat er gebeurt bij het focussen en bij experiëntiële psychotherapie, en aldus verandering proberen terug te brengen tot een spiritueel en religieus proces. Ten slotte De presentaties en de discussies die ik heb bijgewoond waren rijk en stimulerend. Op diverse terreinen zijn er nieuwe ontwikkelingen (zie ook het jongste nummer van de Folio: http://www.focusing.org/folio_current.asp#TOC), en op bepaalde punten nemen de collega’s in Japan een voorsprong, dankzij de sterke vertegenwoordiging aan de universiteiten. Wat deze conferentie echt groot heeft gemaakt zijn de tolken en de vertalingen.
Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4 339