Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Gemeentelijke Sportbasisschool te Destelbergen Hoofdstructuur bao
directeur adres telefoon fax e-mail website/URL
adres
adres adres
Instellingsnummer 22319 Instelling Gemeentelijke Basisschool Barbara BIJTTEBIER Zandakkerlaan 14 - 9070 HEUSDEN 09-230.63.56 09-232.03.48
[email protected] sportbasisschool.be Bestuur van de instelling 975847 - Gemeentebestuur van Destelbergen te DESTELBERGEN Dendermondesteenweg 430 - 9070 DESTELBERGEN Scholengemeenschap 121426 - REINAERT te LOCHRISTI Schoolstraat 18 - 9080 LOCHRISTI CLB 115031 - Vrij CLB Wetteren te WETTEREN Hoenderstraat 53 - 9230 WETTEREN
Dagen van het doorlichtingsbezoek 27/02/2012,28/02/2012,29/02/2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 29/02/2012 Datum bespreking verslag met de 09/03/2012 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Vera Pollier Teamleden Luc Kyot Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................ 3 1.
SAMENVATTING..................................................................................................... 5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING .......................................................................... 6
2.1
Leergebieden in de focus ......................................................................................... 6
2.2
Procesindicatoren of -variabelen in de focus ............................................................ 6
3.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? ..................... 7
3.1
Kleuteronderwijs: Nederlands .................................................................................. 7
3.2
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ....................................................................... 8
3.3
Lager onderwijs: Nederlands.................................................................................... 9
3.4
Lager onderwijs: muzische vorming ....................................................................... 10
4.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................ 12
4.1
Personeelsbeheer .................................................................................................. 12
4.2
Begeleiding ............................................................................................................ 13
5.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ............................................................... 14
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...................................................... 15
6.1
Wat doet de school goed? ..................................................................................... 15
6.2
Wat kan de school verbeteren?.............................................................................. 16
6.3
Wat moet de school verbeteren? ........................................................................... 16
7.
ADVIES.................................................................................................................. 17
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG ....................................................................... 17
2
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of ze op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of ze zelfstandig de tekorten kan remediëren. Het advies in dit verslag heeft betrekking op alle erkenningsvoorwaarden uitgezonderd de voorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Vanaf het schooljaar 2011-2012 vindt de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een afzonderlijk verslag. Alle verslagen worden gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie de onderwijsdoelstellingen en de procesindicatoren of -variabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag vangt aan met een voor het brede publiek toegankelijke samenvatting. Het vervolgt met een beschrijving van de doorlichtingsfocus. Tijdens een doorlichting zoeken de onderwijsinspecteurs een antwoord op drie onderzoeksvragen: • In welke mate voldoet de instelling aan de onderwijsdoelstellingen? (het erkenningsonderzoek) • In welke mate onderzoekt en bewaakt de instelling op een systematische manier de kwaliteit van de processen zodat deze bijdragen tot het bereiken/nastreven van de onderwijsdoelstellingen? (het kwaliteitsonderzoek) • Is er in de instelling een algemeen beleid dat het mogelijk maakt om zelfstandig tekorten weg te werken? (het onderzoek ‘algemeen beleid’) In drie hoofdstukken geeft de onderwijsinspectie een antwoord op deze vragen.
1
Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
Om de kwaliteit van de processen in kaart te brengen gebruikt de onderwijsinspectie een kwaliteitswijzer. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de instelling bij haar activiteiten aandacht heeft voor • doelgerichtheid: welke doelen stelt de instelling voorop? • ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de instelling om efficiënt en doelgericht te werken? • doeltreffendheid: worden de doelen bereikt en gaat de instelling dit na? • ontwikkeling: heeft de instelling aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? Meer informatie over de kwaliteitswijzer vindt u eveneens op www.onderwijsinspectie.be. Wat de instelling goed doet, wat de instelling kan verbeteren en wat de instelling moet verbeteren komt aan bod bij ‘Sterktes en zwaktes van de instelling’. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
1.
SAMENVATTING
De gemeentelijke basisschool te Destelbergen (Heusden) profileert zich als sportbasisschool. Ze biedt daarvoor vier lestijden lichamelijke opvoeding per week aan. De meeste leerlingen komen uit de onmiddellijke omgeving. Sommigen wonen verderaf en kozen bewust voor de school. Het leerlingenaantal gaat in stijgende lijn. Daardoor is het team de laatste jaren aangegroeid. Door het nijpend lokalentekort, krijgen drie klassen les in containers op wandelafstand van de school. Nog dit schooljaar start een nieuwbouwproject waardoor het plaatstekort opgelost zal worden. De leergebieden Nederlands en wiskunde krijgen in de kleuterafdeling een brede invulling. Alle activiteiten worden binnen een thema gepland waardoor deze geïntegreerd aan bod komen en de horizontale samenhang verzekerd is. Vanuit een brainstorm plannen de leerkrachten activiteiten in de verschillende leergebieden. Ze vinken de beoogde leerplandoelen digitaal aan. Ze hebben daarmee voortdurend overzicht over de doelen die al dan niet aan bod kwamen. Alle kleuteronderwijzers hebben aandacht voor de ontluikende geletterdheid. Het schrift- en leesonderwijs wordt degelijk voorbereid. De kleuters krijgen tal van kansen om zowel spelend als bewust met taal om te gaan. De kleuteronderwijzers geven gericht aandacht aan de wiskundige initiatie. Het team maakte afspraken rond de na te streven begrippen, rond leerinhouden en klasbeeld. Daarbij houden ze rekening met de graduele opbouw. De uitgewerkte fiches voor weerkerende momenten en voor de hoeken bevatten enkel een lijst met na te streven doelen. Mogelijke verrijking, verticale samenhang en graduele opbouw ontbreken hierbij. Een aantal kleuters krijgt, al dan niet na afname van een test, extra aandacht om het nagestreefde ontwikkelingsniveau te bereiken. In de lagere afdeling bereiden de leerkrachten de lessen Nederlands degelijk voor. In de planningsdocumenten is aandacht voor alle domeinen. De leerkrachten noteren digitaal de leerplandoelen. Sommigen halen ook eigen lesdoelen aan. Naar aanleiding van een teamnascholing werden de handboeken aan de vernieuwde leerplandoelen aangepast. Toetsen en testen geven valide outputresultaten. Op het einde van de basisschool scoren de leerlingen rond de referentiegroep. Doorheen de schoolloopbaan blijkt dat lezen en luisteren en spreken soms iets minder goed scoren. Ook spelling wordt frequent geëvalueerd. Het creatieve en functioneel schrijven kan meer aandacht krijgen. Als prioriteit koos de school voor de aanpak van muzische vorming. Met het uitwerken van het muzisch logboek gaat elke titularis gericht alle technieken en mogelijke onderdelen van elk domein plannen en uitwerken. De evaluatie –nu nog eenzijdig beperkt tot productevaluatie- dient nog aangepakt te worden. Door het groeiend aantal leerlingen werd het team uitgebreid. Bij de toekenning van de ambten wordt er in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de aanwezige expertise en specifieke vaardigheden van het personeel. Het zorgteam en het team van leermeesters lichamelijke opvoeding, zijn echter zeer versnipperd ingezet waardoor de (jonge) kinderen aan meerdere leerkrachten moeten wennen. De school kan hierbij nagaan of dit, ondanks de duidelijke onderlinge afspraken en taakverdelingen, geen nadelige invloed heeft op de sociaal-emotionele en/of cognitieve prestaties van de leerlingen. Als sterktepunt van de school haalt het team de zorgbrede werking aan. De leerkrachten benutten de differentiatiemogelijkheden, zowel op tempo als op niveau, die de onderwijsleerpakketten aanbieden. Kinderen die meer uitdagende leerstof aankunnen, krijgen die sporadisch. Vrij veel leerlingen krijgen schoolexterne ondersteuning. Regelmatige foutenanalyses van testen en toetsen dienen als uitgangspunt voor herhaling en remediëring. Voor kinderen met extra zorgvragen doen de titularissen beroep op het zorgteam dat zowel klasintern als klasextern ondersteuning biedt. Op Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
regelmatige basis worden de kinderen getest. De zorgleerkracht verwerkt deze tests per leerling en bezorgt de titularis een duidelijk overzicht. De resultaten van deze gestandaardiseerde tests kunnen nog grondiger verwerkt en geïnterpreteerd worden zodat eventuele bijsturingen op klas- en schoolniveau doelgericht worden aangepakt. Bepaalde onderdelen van het aanbod en eventueel het didactisch handelen van de leerkrachten kunnen hierbij in vraag gesteld worden. Ook een meer preventieve werking kan oplossingen bieden. Voor het handelingsgericht werken volgt de school momenteel een implementatietraject. De vorderingen van de kinderen worden op geregelde tijdstippen besproken. Bij deze multidisciplinaire besprekingen zijn alle actoren aanwezig. Leerkrachten laten zich lovend uit over de samenwerking met het CLB. De directeur leidt de school vanuit een schooleigen visie, ondersteund door het kernteam, de coördinerende directeur en de pedagogische begeleiding. Ze voert een open beleid. Via werkgroepen zijn alle leerkrachten ook betrokken bij de praktische organisatie van verscheidene evenementen. De personeelsvergaderingen getuigen van professionele betrokkenheid en inbreng van het team. De directie volgt haar teamleden op en begeleidt ze via klasbezoeken en functioneringsgesprekken. De gemeentelijke sportbasisschool, verspreid over twee vestigingsplaatsen in de dorpskern van Heusden, kenmerkt zich als een open, zorgzame school waar kinderen zich veilig en geborgen voelen. De sfeer onder de directeur en haar teamleden is goed en de communicatie met ouders en andere participanten gebeurt met wederzijds respect. De inspectie is dan ook van oordeel dat deze school de kinderen degelijk onderwijs biedt en geeft een gunstig advies voor verdere erkenning en subsidiëring.
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken.
2.1 Leergebieden in de focus Kleuteronderwijs Nederlands wiskundige initiatie
Lager onderwijs Nederlands muzische vorming
Procesindicatoren of -variabelen in de focus Personeel Personeelsbeheer Personeelsorganisatie Onderwijs Begeleiding Leerbegeleiding
6
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
3.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN?
Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op:
3.1 Kleuteronderwijs: Nederlands Voldoet
Motivering • Vanuit een geïntegreerd aanbod heeft het team aandacht voor taalontwikkeling. Ze
•
•
•
•
• •
•
•
• • •
• •
bewaakt het aanbod en zorgt ervoor dat de ontluikende geletterdheid, de communicatie en het voorbereidend schrijven voldoende uitgewerkt worden. De kleuteronderwijzers plannen hun activiteiten doelgericht. Ze hanteren daarvoor de digitale versie van het doelenboek waarmee ze ook bewaken dat alle leerplandoelen doorheen de verschillende kleuterklassen aan bod komen. Het talig aanbod wordt volledig geïntegreerd in de thema’s. De horizontale samenhang is hierdoor in alle klassen verzekerd. Voor de uitwerking van de thema’s brainstormen de kleuteronderwijzers van de parallelle klassen over mogelijke inhouden en activiteiten. Ze houden daarbij de verschillende leergebieden in het oog waardoor het aanbod evenwichtig opgebouwd is. In de dagplanningen halen de leerkrachten vooral de mogelijke activiteiten aan. Ze noteren daarbij regelmatig observaties. Eén of enkele specifiek na te streven hoofdoelen ontbreken hierbij. Weerkerende momenten (koek- en plasmoment, jassen aandoen, … ) en activiteiten in de hoeken (bouwhoek, huisje, boekenhoek, …) werden op fiches uitgewerkt. Slechts in één klas is daarin een gradatie voorzien. Heel wat na te streven leerplandoelen zijn opgelijst. Mogelijke hoekenverrijking naargelang het thema of dominante doelen worden niet verwoord. De kleuteronderwijzers houden rekening met de inbreng van de kleuters. In de jaarplanningen is tijd voorzien voor occasionele thema’s. Alle leerkrachten hebben aandacht voor de ontluikende geletterdheid. Auditieve synthese met hak en plak woordjes, rijmspelletjes, pictogrammen lezen, … zijn enkele veelvoorkomende voorbeelden. De leerkrachten hechten veel belang aan boekpromotie. In alle klassen is een uitgebreide en aan het thema aangepaste boekenhoek voorzien. Leerkrachten lezen regelmatig voor en kinderen kunnen (digitale) verhalen beluisteren en genieten van prentverhalen met de kamishibai. Het voorbereidend schrijven wordt gradueel aangepakt vanuit grofmotorische bewegingsspelen tot fijne pols-, hand- en vingeroefeningen. Het symboolbewustzijn groeit doorheen de hele afdeling gaande van foto’s naar pictogrammen tot gedrukte en geschreven woorden bij de oudste kleuters. De leerkrachten houden uitgebreide observatiegegevens bij. Ook de spraak- en taalontwikkeling wordt geregistreerd. Taalzwakkere kleuters worden aangemoedigd tot spreken. Een vertelpop, een vertelkoffer, het dagelijkse kringgesprek,. De kleuteronderwijzers bieden een veilig en stimulerend school- en klasklimaat waar de kleuters zelf initiatief kunnen nemen en kansen krijgen tot exploratie, experimenteren, samenwerking, en creativiteit. De zelfsturing wordt aangemoedigd door tal van klasafspraken en klastaken die de kleuters uitvoeren. Daarbij is dikwijls aandacht voor onderlinge samenwerking. Door de ruime aandacht aan socio-emotionele vaardigheden wordt het positief zelfbeeld van de kleuters gevoed.
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
• De kleuteronderwijzers gaan na of hun aangeboden onderwijs doeltreffend is. Bij de
jongste kleuters is een zelfgemaakt ‘tik-tak’ evaluatiesysteem een degelijk instrument om te controleren in hoeverre de begrippen verworven zijn. De andere leerkrachten houden naast de occasionele observaties ook gerichte observaties bij. Indien nodig kan de zorgleerkracht extra testen afnemen om eventuele vermoedens al dan niet te bevestigen. De ouders worden op de hoogte gebracht van de inhouden van de thema’s via themablaadjes. Meermaals wordt daarbij de na te streven woordenschat aangehaald. Taalzwakkere kleuters kunnen thuis de nieuw te verwerven begrippen inoefenen aan de hand van een leesmapje. Elke klas beschikt over voldoende materiaal om de leerplandoelen Nederlands aan te bieden. De vele didactische spellen en de uitgebreide klasbibliotheken zijn hiervan mooie voorbeelden. Vele leerkrachten maken zelf spelmaterialen aan. Veelal zijn deze geïnspireerd op wat zij opstaken tijdens nascholingen of via eigen opzoekwerk. Alle leerkrachten zijn bereid om te vernieuwen. Een tekenend voorbeeld hiervan is dat na een uiteenzetting van de pedagogische begeleiding over het doelenboek, elke leerkracht momenteel met dit instrument aan het werk is.
•
•
• •
3.2 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet
Motivering • De leerkrachten registreren de leerplandoelen en bewaken zo hun aanbod. • De school kan aantonen dat het onderwijsaanbod voor wiskundige initiatie dekkend is
voor de ontwikkelingsdoelen uit dit leergebied. De kleuterleidsters gebruiken het doelenboek dat uitgegeven werd door de koepel als referentiekader. Daardoor beschikt de school over een sluitend systeem om leerplandoelen in het aanbod te bewaken en waar nodig in de loop van het jaar bij te sturen. De titularissen reiken op een geïntegreerde wijze leer- en ontwikkelingskansen aan. Door uitdagende materialen en functionele leermiddelen kunnen kleuters wiskundig actief zijn en verwerven ze zowel impliciet als expliciet wiskundige competenties. Het aanbod is afgestemd op de belevingswereld en het ontwikkelingsniveau van de kleuter. Bij het onthaal komt de telrij, het synchroon tellen en het serieel tellen dagelijks gericht aan bod. Ook het inzicht in tijd en ruimte krijgt veelvuldig aandacht waardoor het tijden ruimtebesef kan groeien. De school maakte daarover afspraken die de verticale samenhang en de graduele opbouw waarborgen. Kleuters leren spelend classificeren, rangschikken en seriëren. Meer gerichte activiteiten leren hen onder andere de een-een relatie, bepaalde rangorde stellen, meten en het gebruik van hoeveelheidsbegrippen. De kleuteronderwijzers houden de vorderingen van de kleuters bij via gerichte observaties. Kleuters die dreigen uit te vallen krijgen begeleiding van de titularis of de zorgleerkracht. Aan de oudste kleuters worden soms individuele werkblaadjes gegeven om bepaalde vaardigheden in te oefenen. De ontwikkeling van de kleuter wordt op geregelde tijdstippen geobserveerd en geëvalueerd. Voor de oudste kleuters staan er elk jaar genormeerde tests op het programma. De analyse van de resultaten leidt tot het organiseren van gerichte wiskundige activiteiten voor individuele kleuters.
•
• •
•
•
• •
8
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
• In het klasbeeld is de aandacht voor wiskundige initiatie. De school maakte daarover
• •
•
• •
afspraken die terug te vinden zijn in het schoolwerkplan. Zo komen onder andere de getalbeelden pas vanaf de derde kleuterklas in beeld en is een minimumscore per leeftijd afgesproken voor het serieel tellen. Er zijn ook afspraken over kalenderopbouw, de streefwoordenschat en over een aantal wiskundige begrippen waardoor de graduele opbouw verzekerd wordt. Elke klas beschikt over voldoende materiaal om de wiskundige initiatie ruim kansen te geven. Zo vinden we in elke klas spiegels, is er vanaf de tweede kleuterklas een gevuld en meermaals aangepast winkeltje, een zandtafel met ‘meet’ materiaal, … Kleiner didactisch materiaal om te seriëren, om de rangorde in te oefenen, de getalbeelden en de bijhorende cijfervoorstelling in te oefenen, om met meetkundige vormen spelen, … is in elke klas, aangepast aan het niveau van de kleuters, aanwezig. In enkele klassen is het aanbod zo groot dat de beschikbare bewegingsruimte en het overzicht in het gedrang komt. De meeste nascholingen leiden tot vernieuwingen in de klaspraktijk. Momenteel is er samenwerking met de lagere afdeling om de overstap naar het eerste leerjaar voor te bereiden.
3.3 Lager onderwijs: Nederlands Voldoet
Motivering • Met uitzondering van het eerste leerjaar gebruikt de school eenzelfde taalmethode. Het
•
•
•
•
•
•
•
aanbod is vrij evenwichtig, voldoende breed en er is verticale samenhang. Outputresultaten wijzen erop dat op het einde van de basisschool de geteste eindtermen behaald zijn door de meerderheid van de leerlingen, Om de parallelle werking te waarborgen overleggen de leerkrachten wekelijks. Ze maken daarbij een weekschema op dat ze nadien individueel in de dagplanningen uitschrijven. Een aantal dagplanningen is zeer gedetailleerd en bevat eigen lesdoelen en een lesscenario. De leerkrachten van de eerste klas schreven een gedetailleerde jaarplanning uit zodat ze zeker zijn dat de beginkernen van het aanvankelijk lezen en schrijven voldoende uitgewerkt zijn. De klastitularissen noteren hun dagplanningen digitaal. Daarbij halen zij voor elke les dikwijls (te) veel leerplandoelen aan. Ze zijn daardoor voortdurend op de hoogte van de reeds aangehaalde doelen en de doelen die nog aan bod dienen te komen. In alle klassen komen de verschillende domeinen aan bod. De intensiteit ervan is echter leerkrachtafhankelijk. Creatief schrijven en functioneel schrijven krijgen meermaals minder aandacht dan foutloos schrijven. Zo ook voor het leesplezier ten opzichte van het technisch lezen. Het aantal lestijden Nederlands is in meerdere klassen beperkt tot het minimum dat de koepel voorschrijft. Nog meer inzetten in horizontale samenhang over de leergebieden heen (zoals muzische vorming en lichamelijke opvoeding) is voor de leerkrachten hierbij een mogelijke oplossing. De leerlingen krijgen kansen om zowel individueel als met een partner of in groepjes bepaalde opdrachten uit te voeren. Vooral in hoekenwerk wordt het sociaal- emotioneel aspect van samenwerking benadrukt. De titularissen zijn op de hoogte van de vorderingen van hun leerlingen. De schriften en invulboeken zijn voldoende verbeterd en meermaals zien we een positieve feedback. Leerlingen die minder sterk scoren op een toetsmoment krijgen van de leerkracht extra ondersteuning. Dit gaat van een hogere individuele aandacht bij de inoefenfase van
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
• •
een les tot extra oefenen met moet-taken in hoeken- of contractwerk. Indien nodig kan de leerling verdere begeleiding krijgen in het kader van de zorg. Eersteklassertjes die sneller aan lezen en schrijven toe zijn, kunnen in afzonderlijke boekjes moeilijkere oefeningen maken. Een vrij groot aantal leerlingen scoort doorheen de schoolloopbaan zwakker voor lezen. Initiatieven zoals zingend lezen, niveaulezen, partnerlezen, … brengen vooralsnog niet het gewenste resultaat. In het leerlingvolgsysteem dat door de zorgcoördinator wordt bijgehouden is een overzicht van alle genomen initiatieven. De meeste titularissen zorgen voor een stimulerend klasklimaat. Heuristieken bij de taalmethode en didactische wandplaten zorgen ervoor dat kinderen zich veilig voelen in de leeromgeving. Sommige klaswanden zijn echter vrij ongestructureerd opgebouwd. De leerkrachten evalueren regelmatig de vorderingen van de leerlingen. Dit gebeurt zowel met methodegebonden als met eigen toetsen. Voor lezen en spelling neemt de school ook genormeerde tests af. Deze harde outputresultaten tonen aan dat op het einde van de basisschool de leerlingen de leerplandoelen ook bereiken. Doorheen de basisschool zien we echter een overgewicht aan spellingevaluatie, dit ten nadele van spreken, luisteren, creatief schrijven en lezen. Een aantal leerkrachten maakt hiervoor gebruik van het leergebiedoverschrijdend evalueren. Hoewel de methode en het contractwerk aanzet geeft tot zelfevaluatie waarbij de kinderen het eigen leertraject gaandeweg in handen nemen, gebruiken de leerkrachten dit weinig. De rapporten geven maandelijks een cijfermatig overzicht van de summatieve proeven. De hoogste klassen nemen een tot twee keer per jaar een vorm van formatieve proeven af als voorbereiding op het secundair onderwijs. Alle klassen beschikken over voldoende materiaal om de leerplandoelen te bereiken. De klasbibliotheken zijn ruim voorzien van aan het niveau aangepaste boeken. Er is een beperkte samenwerking met de gemeentelijke bibliotheek. Hoewel in sommige klassen bij hoekenwerk ook een lees- en/of taalhoek aangeboden wordt, kiezen kinderen minder voor dit aanbod. Achterliggende redenen of oorzaken zijn voor de leerkrachten niet duidelijk. Het team volgde navorming rond de vernieuwde leerplandoelen taalbeschouwing. Daarbij kregen ze praktijkgerichte oefeningen die ze nu de in bestaande methode voegen. De school neemt jaarlijks deel aan de toetsen die door de koepel opgesteld worden. Daarbij scoren ze voor Nederlands rond of iets beter dan de referentiegroep. Doordat de leerlingen naar verscheidene secundaire scholen gaan na de basisschool, hebben de leerkrachten weinig zicht op de resultaten in het vervolgonderwijs.
3.4 Lager onderwijs: muzische vorming Voldoet
Motivering • De school levert ernstige inspanningen om het leergebied voldoende breed aan bod te
laten komen. In welke mate de eindtermen, vertaald in de leerplandoelen uiteindelijk bereikt worden, is nog onduidelijk. • In elke klas zijn de beeldoctopus, de muziekdraaimolen, de bewegingstrein, het drama reuzenrad en de mediarobot zichtbaar aanwezig. De leerkrachten verdelen hun
10
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• •
•
• • • •
aanbod bewust over de verschillende domeinen. Zij houden ook rekening met de domeinspecifieke technieken. Vanuit de schoolprioriteit werkt elke leerkracht een muzisch logboek uit. Voor elke muzische activiteit stellen zij een lesfiche op. Daar beschrijven zij onder andere het soort activiteit, het werkveld met technieken of basisvaardigheden, werkvormen en (leerplan)doel. De huidige jaarplannen zijn nog niet aangepast aan de werkwijze. Zo zien we voor muzikale opvoeding nog een eenzijdig aanbod van liedjes en voor media dikwijls toepassingen op de computer die vooral wiskundige of taalkundige doelstellingen beogen in plaats van creatieve. Voor muzische vorming wordt in elke klas voldoende tijd uitgetrokken. Voor een aantal lessen werken de leerkrachten leergebiedoverschrijdend. Gezien de aanwezige expertise binnen het team, kan dit nog -o.a. voor bewegingsexpressie- uitbreiden. Vele activiteiten streven ook eindtermen sociale vaardigheden na. Bij documentenanalyse en observatie is duidelijk dat samenwerking in groep en partnerwerk meermaals aan bod komen. De leerlingen krijgen ook kans om professionele kunst te beschouwen. Bezoek aan een theatervoorstelling, een museum, een tentoonstelling, onthaal van een kunstenaar in de school, … wordt doorheen de basisschool meermaals ingelast. Er zijn echter geen vaste afspraken binnen het team om de verscheidenheid in het aanbod te waarborgen. De leerkrachten baseren zich vooral op het intuïtieve beeld dat ze van de kinderen hebben om passende begeleiding te bieden. Dikwijls beperken ze zich tot het meehelpen construeren van een werkstuk of het geven van tips bij een voorstelling. In het leerlingvolgsysteem is muzische vorming nauwelijks onderwerp van opvolging. Leerkrachten verwoorden dat ze dit wel in een eventueel multidisciplinair overleg en in het oudercontact meenemen. De school is zoekende naar een degelijk evaluatiesysteem voor het leergebied. Momenteel ligt de nadruk nog vooral op de productevaluatie. Het proces is minder evident om te evalueren met een puntenscore. De leerkrachten stellen weinig criteria voorop waaraan een product of het proces moet voldoen. Daardoor hebben zij dikwijls het (terechte) gevoel eenzijdig te evalueren. Zelfevaluatie en partner of groepsevaluatie – eventueel aan de hand van afgesproken criteria-, komen sporadisch aan bod. Op het maandrapport verschijnen cijferquotaties die vooral aan een product toegekend werden. Muzische vorming wordt in domeinen uitgesplitst wat het geïntegreerd aanbod niet altijd weergeeft. De klasinrichting oogt muzisch. In alle klassen en gangen zijn twee- en driedimensionale werken te zien. Ook foto’s, in de klas of op de website van de school te zien, getuigen van activiteiten en geven op zich zachte outputresultaten van het leergebied. De school beschikt over voldoende gevarieerd materiaal om de muzische leerplandoelen te bereiken. Ook in de goed onderhouden containers worden leerlingenwerken ten toon gesteld. Bij de uitwerking van projecten wordt het hele schooldomein door de werkgroep muzisch aangekleed. De school volgt haar zelf uitgezet implementatietraject voor het leergebied. In alle klassen zijn zowel in de voorbereiding als in de uitwerking daarvan sporen te zien. Het is lovenswaardig dat naast de dagelijkse praktijk de school nog activiteiten organiseert waarbij de kinderen muzisch warm gemaakt worden voor een of ander project. De opening van de boekenweek, de pyjamaparty,… zijn enkele voorbeelden daarvan.
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
4.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert het volgende op:
4.1 Personeelsbeheer 4.1.1
Personeelsorganisatie
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - ontwikkeling. Motivering • De school profileert zich als sportbasisschool. Doelgericht organiseert ze voor elke
•
•
•
•
•
•
•
klas van de lagere afdeling vier lestijden lichamelijke opvoeding per week. Daarvoor werden een aantal personeelsleden met expertise aangetrokken om het aanbod te verzekeren. De leerkrachten lichamelijke opvoeding beschikken over een duidelijke takenverdeling. Daarvoor werd rekening gehouden met de expertise van elke leerkracht. De school kan daarmee ook aantonen dat alle domeinen evenwichtig aan bod komen. Ook het zorgteam bestaat uit verschillende leerkrachten. De zorgcoördinator bewaakt het totale overzicht. De zorgleerkrachten werken hoofdzakelijk met kinderen van eenzelfde leeftijdscategorie. Zo is iemand verantwoordelijk voor de kleuters, iemand werkt meer met leerlingen van de onderbouw en een ander in de bovenbouw. De directeur tracht bij de toewijzing van de klassen de talenten van de leerkrachten optimaal aan te wenden. Daarbij baseert zij zich vooral op de ervaring van leerkrachten in een bepaalde klas. Door klasbezoeken krijgt zij zicht op het functioneren van haar team. Nieuwe leerkrachten krijgen voor de klaspraktijk vooral ondersteuning van de parallelcollega. De zorgcoördinator en de directeur zijn bereikbaar om school- en administratieve problemen aan te pakken. Of de personeelsinzetting ook doeltreffend is en in hoeverre de kinderen ook vlot omgaan met de verscheidene leerkrachten, is voor de school niet duidelijk. Doordat de (jonge) leerlingen van verschillende leerkrachten - met elk hun eigen aanpak - les krijgen, kan de emotionele ontwikkeling gehypothekeerd worden. Ook wordt het volgen en het zicht krijgen op een totaal beeld van het kind bemoeilijkt. Hoewel de school beschikt over specifiek opgeleide leerkrachten lichamelijke opvoeding en over een aantal leerkrachten dat zich specialiseerde in een of andere discipline, wordt het zwemmen nog steeds door de klastitularissen gegeven. Gezien de vele lestijden die jaarlijks naar deze ene sportdiscipline gaan en de soms tegenvallende resultaten van de leerlingen, kan men niet besluiten dat de huidige organisatie de gewenste effecten oplevert Meerdere leerkrachten zijn zich niet bewust van de mogelijke problemen door de versnippering van de ambten. Zij trachten elk in hun eigen klas de kinderen zo goed als mogelijk een totaal aanbod te geven. Voor een verdere ontwikkeling zijn zij vragende partij om vooral voor het zwemmen een meer adequate personeelsinvulling te vinden of om een degelijke nascholing te volgen voor deze activiteiten. Een (nog) meer leergebiedoverschrijdende werking kan hier oplossingen bieden.
12
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
4.2 Begeleiding
4.2.1
Leerbegeleiding
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - ontwikkeling. Motivering • Het team werkt doelgericht aan leerbegeleiding. In de planningsdocumenten vinden
•
•
•
•
•
• •
• •
•
•
we geregeld observaties en evaluaties terug. De kleuteronderwijzers observeren daarnaast gericht het welbevinden en de betrokkenheid en houden de vorderingen van een aantal vaardigheden en competenties nauwgezet bij. In de lagere afdeling zijn vooral de resultaten van toetsen en testen het uitgangspunt van het zorgbeleid. Bij observatie en documentenanalyse treffen we verscheidene zorgmomenten aan. Differentiatie volgens tempo en niveau zoals aangeboden in de onderwijsleermethodes, verschillende organisatievormen zoals groepswerk in homogene en heterogene groepen, zelfstandig werken al dan niet met verbetersleutels, verkorte of verlengde instructie, … zijn enkele frequent voorkomende voorbeelden. Binnen de school organiseren alle leerkrachten hoeken- en/of contractwerk. Meermaals hebben ze hierbij de bedoeling om extra inoefenkansen te bieden of om leerstofgehelen gedifferentieerd te laten verwerken. Sommige leerkrachten laten de kinderen vrij kiezen in welke hoeken ze willen, waardoor een aantal kinderen vrij eenzijdig het aanbod verwerkt. Voor kinderen die extra uitdagende leerstof nodig hebben, beschikt de school over verrijkende en verdiepende oefeningen. Leerkrachten maken daarvan echter nauwelijks gebruik en focussen binnen hun zorgbeleid vooral op de remediëring. De leerlingen krijgen ondersteuning als dat nodig blijkt. Leerlingen leren werken met aanpakstrategieën, stappenplannen, … die tot oplossingen leiden of krijgen extra materiaal aangeboden. Meermaals worden de zorgleerkrachten hiervoor ingeschakeld. Elke klas kan op een vast moment op ondersteuning door de zorgleerkracht of een collega-titularis rekenen. Deze ondersteuning gebeurt zowel klasintern als –extern. Het is mogelijk dat de titularis de zorg verstrekt, terwijl de zorgleerkracht de klas verder begeleidt en vice versa. De school organiseert in de onderbouw niveaulezen. De school maakte afspraken en brengt het zorgtraject van de kinderen in kaart. De titularissen bespreken geregeld alle leerlingen met het zorgteam. Kinderen met zorgproblemen worden uitvoeriger besproken op een MDO (Multi disciplinair overleg) waarbij het CLB(Centrum voor leerlingenbegeleiding) en eventuele revalidatie of logopedische ondersteuners aanwezig zijn. Indien mogelijk betrekt de school ook de ouders daarbij. Hoewel de school zich profileert als sportbasisschool, zijn de bijzondere leerkrachten lichamelijke opvoeding weinig betrokken bij het zorgbeleid. De zorgcoördinator komt regelmatig in de kleuterafdeling, neemt geregeld testen af, observeert, bespreekt en geeft tips en materialen aan de leerkrachten die zij kunnen aanwenden bij de kinderen met problemen. Zij werkt zowel op school-, klas- als leerlingeniveau. Voor enkele kinderen stelt de school een handelingsplan op. De titularissen zijn niet altijd op de hoogte van de inhouden. Het handelingsgericht werken is nog niet bij alle leerkrachten gekend en dient nog verder geïmplementeerd te worden. De inbreng van het zorgteam wordt door alle leerkrachten zeer gewaardeerd.
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
• Aan de hand van de testen van het leerlingvolgsysteem gaat de school na of haar
zorgverlening voldoende doeltreffend is. Vooral op kindniveau analyseert de school deze testen en wordt een verbetertraject opgesteld. De analyse op klas- en schoolniveau gebeurt in mindere mate. De outputgegevens die deze testen bieden, variëren dikwijls sterk. Lezen scoort eerder onder de verwachtingen. Spelling scoort rond de referentiegroep en de resultaten van wiskunde zijn eerder goed. Uit documentenanalyse is echter duidelijk dat de zorginterventies vooral voor wiskunde gebeuren. Het zesde leerjaar neemt deel aan de door de koepel georganiseerde proefwerken. De resultaten liggen rond deze van de referentiegroep. Datagegevens wijzen op een lager percentage leerlingen met achterstand dan gemiddeld in Vlaanderen. Vrij veel leerlingen (16%) krijgen nochtans schoolexterne ondersteuning in een revalidatiecentrum of van een logopedist. Er zijn een aantal kinderen met gonondersteuning. In de kleuterafdeling loopt een inclusieproject. Er is aandacht voor overgang van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar. Daarbij werken de oudste kleuters en leerlingen van het eerste leerjaar voor een aantal activiteiten samen. De oudste leerlingen ontvangen informatie over de structuur en de studiemogelijkheden binnen het secundair onderwijs. Het zorgbeleid is steeds in ontwikkeling. De school wil de veelheid aan formulieren beperken en investeert in het digitaliseren en optimaliseren van het leerlingvolgsysteem. De uitwerking van het OLL (Ontwikkeling Leerlingen Lijst) is nu vooral de verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator. Het is van belang dat alle teamleden het doel, het nut en de werking ervan dragen. Het team wil zich verder bekwamen in het werken met aangepaste werkvormen en groeperingswijzen en in het handelingsgericht werken. Op niveau van de scholengemeenschap wordt daarvoor passende begeleiding voorzien. Het is ten zeerste aan te raden om daarbij een haalbare planning met concrete, evalueerbare doelstellingen voorop te stellen.
•
• •
•
• •
•
5.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op: • De directeur tracht het team op dezelfde golflengte te brengen vanuit een schooleigen
visie, ondersteund door de pedagogische begeleiding en een kernteam. Ze stelde bij de aanvang van het schooljaar een beleidsplan op dat vooral een voortzetting van het voorgaande beleid verzekert, maar ook enkele persoonlijke doelstellingen inhoudt. • Om een participatief leiderschap en een democratische besluitvorming te verzekeren, doet de directeur beroep op een kernteam en werkgroepen voor de inhoudelijke ondersteuning van haar opdracht. Vrijwel elke leerkracht is lid van een werkgroep. • De personeelsvergaderingen verlopen volgens een vast stramien. Naast een gezamenlijk gedeelte splitst de directeur de vergaderingen op enerzijds voor de kleuterafdeling, anderzijds voor de lagere afdeling. De leerkrachten lichamelijke opvoeding krijgen geregeld kans om afzonderlijk te werken. Van elke vergadering zijn de verslagen door de teamleden te raadplegen op het intranet. • De school stelt jaarlijks prioriteiten voor het team, voor groepen leerkrachten en voor de directeur voorop. Bij elke personeelsvergadering worden deze aangehaald. Het team maakt afspraken voor concrete, doelgerichte acties. Meermaals volgen de leerkrachten individuele of teamgerichte nascholingen. De directeur volgt de genomen afspraken op en geeft gerichte druk waar nodig blijkt. Door de vrij ambitieuze planning is de werkdruk hoog. 14
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
• De functiebeschrijving en een voorafgaand klasbezoek dienen als basis voor een
•
•
•
• •
6.
functioneringsgesprek. Leerkrachten kijken hierbij uit naar positieve feedback en schouderklopjes. Dit kan ook wederzijds gebeuren. De communicatie binnen het team verloopt vlot. Zowel formele als informele contacten worden meermaals benut om de praktijk te bespreken. De leerkrachten worden dagelijks via het digitale prikbord op de hoogte gehouden van ‘het schoolnieuws’. De vestigingsplaats is niet telefonisch bereikbaar en er is geen vestigingsplaatsverantwoordelijke aangeduid. Met de ouders verloopt de communicatie vlot en ongedwongen. De pedagogische begeleiding en de coördinerende directeur geven vooral ondersteuning en aanvangsbegeleiding aan de directeur. Zij kan te allen tijde op hen beroep doen. De school wil de interne kwaliteitszorg optimaliseren door kennis te nemen van en gebruik te maken van outputgegevens op schoolniveau zoals bijvoorbeeld de mening van de ouders, personeel en leerlingen. Momenteel wordt een recent afgenomen vragenlijst verwerkt. De leerlingenraad zorgt dan weer voor input van de kinderen. De school sensibiliseert de kinderen voor vreemde talen vanaf de derde kleuterklas en dit via een graduele opbouw van de leermiddelen. Een aantal initiatieven dat via de GOK-werking (Gelijke onderwijskansen) tot stand kwam, is nu in de dagelijkse praktijk geïntegreerd.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL
6.1 Wat doet de school goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • De kleuterafdeling bewaakt op een degelijke manier het aanbod van Nederlands en • • • • •
wiskunde. In de kleuterafdeling is een goed uitgewerkte graduele opbouw met duidelijke afspraken voor Nederlands en wiskunde. De lagere afdeling bewaakt op een degelijke manier het aanbod van Nederlands en muzische vorming. Doorheen de hele school en in het bijzonder in de lagere afdeling komt het leergebied muzische vorming breed aan bod. De activiteiten zijn boeiend en kindgericht. Elementen uit nascholingen van muzische vorming en Nederlands worden geïntegreerd in dagelijkse werking.
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • De expertise van de teamleden wordt aangewend bij het toekennen van opdrachten. • De leerkrachten hebben oog voor permanente evaluatie van de kinderen die bijdraagt
aan de individuele leervorderingen. • De school bouwt de zorgondersteuning uit inspelend op de specifieke noden van de kinderen.
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
Wat betreft het algemeen beleid: • De directeur hanteert een democratische leiderschapsstijl die participatie van de
teamleden toelaat. • Er is een consequente opvolging van gemaakte afspraken en initiatieven. • Een aantal effecten van het GOK-beleid zijn duidelijk in de dagelijkse praktijk te zien.
6.2 Wat kan de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het team kan doelgericht leergebiedoverschrijdend werken door leerplandoelen van
verschillende leergebieden te integreren bij nieuwe initiatieven. • Binnen het leergebied Nederlands kan het team zoeken naar meer evenwicht in het aanbod en het geheel van evaluatie ervan kan beter aansluiten bij het leerplan. • Creatief en functioneel schrijven en leesbevordering kunnen meer kansen krijgen in de lagere afdeling. • Het team kan het lopende proces van implementatie van het leerplan muzische vorming, in zonderheid de evaluatie ervan, verderzetten. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • De school kan nagaan in hoeverre de versnippering van personeel binnen het
zorgbeleid en lichamelijke opvoeding doeltreffend is en/of belastend is voor de kinderen. • De leerbegeleiding kan de aandacht verdelen naar zorgverstrekking bij (leer)moeilijkheden en verrijkingsinitiatieven voor leerlingen die iets meer aankunnen. • Het zorgbeleid kan zich meer richten op het versterken van leerkrachtvaardigheden in zonderheid bij de implementatie van het handelingsgericht werken. • Het leerlingvolgsysteem kan meer doorzichtig en functioneel samengesteld worden. Wat betreft het algemeen beleid: • De school kan het aantal prioriteiten bewust beperkt houden door deze uit te zetten op
korte en langere termijn. • De directeur dient blijvend aandacht te hebben voor de draagkracht van haar team.
6.3 Wat moet de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • nihil
16
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden
7.
ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning GUNST IG voor kleuteronderwijs en lager onderwijs.
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG
Nihil
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Vera Pollier Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde
Sportbasisschool nr. 22319 te Destelbergen - Heusden