Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van CVO 'Tanera' te Aalst Hoofdstructuur CVO
directeur adres telefoon fax e-mail website/URL
adres
adres
Instellingsnummer 113696 Instelling CVO 'Tanera' Ginette JANSSENS Ledebaan 101 - 9300 AALST 053-77.20.70 053-78.45.05
[email protected] www.cvo.be Bestuur van de instelling 113985 - Scholengroep 19 AalstDenderleeuw-Ninove te AALST Welvaartstraat 70_4 - 9300 AALST Consortium 127324 - Consortium volw X vzw te ZOTTEGEM Sint-Annastraat 4 - 9620 ZOTTEGEM
Dagen van het doorlichtingsbezoek van 28/11 tot 5/12/2011 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 05/12/2011 Datum bespreking verslag met de 09/12/2011 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Robert Vandeput Teamleden Eddy Boey Hilde Vandeurzen Els Van Raemdonck Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) Roos Vandergucht
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................ 3 1.
SAMENVATTING..................................................................................................... 5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING .......................................................................... 6
2.1
Opleidingen in de focus............................................................................................ 6
2.2
Procesindicatoren of -variabelen in de focus ............................................................ 6
3.
VOLDOET HET CENTRUM AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? ................ 7
3.1
SVWO - Lichaamsverzorging – Schoonheidsverzorging TSO3 en Kapper (Modulair) ................................................................................................................................ 7
3.2
SVWO - Voeding – Kok, Hulpkok, Uitsnijder/uitbener, Slagersgast (Modulair) ......... 8
3.3
SVWO - Handel - Bedrijfsbeheer (Modulair) .......................................................... 10
4.
BEWAAKT HET CENTRUM DE EIGEN KWALITEIT? ........................................... 11
4.1
Curriculum ............................................................................................................. 11
4.2
Evaluatie ................................................................................................................ 12
5.
ALGEMEEN BELEID VAN HET CENTRUM .......................................................... 14
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN HET CENTRUM ................................................. 15
6.1
Wat doet het centrum goed? .................................................................................. 15
6.2
Wat kan het centrum verbeteren? .......................................................................... 15
6.3
Wat moet het centrum verbeteren? ........................................................................ 16
7.
ADVIES.................................................................................................................. 17
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG ....................................................................... 17
2
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of ze op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of ze zelfstandig de tekorten kan remediëren. Het advies in dit verslag heeft betrekking op alle erkenningsvoorwaarden uitgezonderd de voorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Vanaf het schooljaar 2011-2012 vindt de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een afzonderlijk verslag. Alle verslagen worden gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie de onderwijsdoelstellingen en de procesindicatoren of -variabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag vangt aan met een voor het brede publiek toegankelijke samenvatting. Het vervolgt met een beschrijving van de doorlichtingsfocus. Tijdens een doorlichting zoeken de onderwijsinspecteurs een antwoord op drie onderzoeksvragen: • In welke mate voldoet de instelling aan de onderwijsdoelstellingen? (het erkenningsonderzoek) • In welke mate onderzoekt en bewaakt de instelling op een systematische manier de kwaliteit van de processen zodat deze bijdragen tot het bereiken/nastreven van de onderwijsdoelstellingen? (het kwaliteitsonderzoek) • Is er in de instelling een algemeen beleid dat het mogelijk maakt om zelfstandig tekorten weg te werken? (het onderzoek ‘algemeen beleid’) In drie hoofdstukken geeft de onderwijsinspectie een antwoord op deze vragen.
1
Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
3
Om de kwaliteit van de processen in kaart te brengen gebruikt de onderwijsinspectie een kwaliteitswijzer. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de instelling bij haar activiteiten aandacht heeft voor • doelgerichtheid: welke doelen stelt de instelling voorop? • ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de instelling om efficiënt en doelgericht te werken? • doeltreffendheid: worden de doelen bereikt en gaat de instelling dit na? • ontwikkeling: heeft de instelling aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? Meer informatie over de kwaliteitswijzer vindt u eveneens op www.onderwijsinspectie.be. Wat de instelling goed doet, wat de instelling kan verbeteren en wat de instelling moet verbeteren komt aan bod bij ‘Sterktes en zwaktes van de instelling’. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
1.
SAMENVATTING
Het centrum heeft een opleidingsaanbod dat zich richt op de regionale cursisten met interesse voor gastronomie, lichaamsverzorging, techniek of creativiteit. Het doet dit hoofdzakelijk in twee onderwijsinstellingen van Aalst, nl. het KTA De Ledebaan en het KTA De Voorstad. Het centrum bouwt zijn HBO-opleidingen stelselmatig af. Met uitzondering van de opleiding Bedrijfsbeheer voldoen alle opleidingen die in de focus staan. De implementatie van de sleutelvaardigheden in de onderwijspraktijk is nog niet veralgemeend in alle opleidingen van de focus. In samenwerking met externe partners stromen bepaalde cursisten rechtstreeks door naar de arbeidsmarkt. Een eventuele doorstroming naar vervolgonderwijs in het hoger onderwijs volgt het centrum niet op. Het centrum heeft wel de gewoonte om systematisch te peilen naar het welbevinden van de cursisten en van het personeel en geeft aan de vaststellingen gevolg. Door de recente wijzigingen van de opleidingsstructuur en van het leerplan Bedrijfsbeheer zoekt het centrum naar een passende organisatie van deze lessen. De nieuwe leerplandoelstellingen vragen een andere aanpak, de sleutelvaardigheden dienen geïmplementeerd te worden en de invoering van het gecombineerd onderwijs gebeurt best pas na een grondige voorbereiding. Voor de evaluatie van de leerplandoelstellingen is het aangewezen om de didactische wenken van het leerplan te volgen. De leraren van het studiegebied Lichaamsverzorging geven blijk van vakdeskundigheid. Ze stimuleren de cursisten om voldoende praktijkervaringen op te doen. De onderwijstijd wordt maximaal benut om de cursisten zoveel mogelijk praktijkervaring te laten verwerven. Het centrum beschikt over voldoende en een ruim assortiment werkingsmiddelen waarmee gevarieerd kan worden geoefend. De infrastructuur en de omkadering zijn nog voor verbetering vatbaar. Naast de beoordeling van het werk van de cursisten gedurende de hele module organiseert het centrum eindexamens. Het centrum biedt in het studiegebied Voeding opleidingen aan die gericht zijn op de ontwikkeling van vaardigheden die aansluiten op tewerkstelling, onder meer in een gestructureerde samenwerking met derden die meestal leidt tot concrete tewerkstelling. De leeromgeving laat kwaliteitsvol onderwijs toe. De inzet van het team leidt tot een kwalitatieve aanpak. De lespraktijk en de evaluaties zijn voldoende gericht op het realiseren van de leerplannen. De lessen zijn interactief en leiden tot tevredenheid bij cursisten en lesgevers. Het centrum handelt onvoldoende proactief met cursisten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden en loopt hierdoor ernstige gezondheidsrisico’s. De uitbouw van een echt HACCP-beleid is noodzakelijk. Door het opleidingsaanbod te realiseren in samenwerking met externe partners slaagt het centrum er in om welbepaalde cursisten direct te laten doorstromen naar de arbeidsmarkt. Het centrum implementeert een vernieuwd evaluatiebeleid dat beter afgestemd is op de leerplandoelstellingen en op de sleutelvaardigheden. Het is een combinatie van permanente evaluatie en een eindevaluatie. In sommige studiegebieden staat het verder dan in andere. Het evaluatiereglement vraagt kleine bijsturingen. Het centrum vertoont vele kenmerken van beleidskracht. De directie voert samen met een klein managementteam en verschillende participatieorganen een verantwoord onderwijskundig beleid, waarbij sommige regelgeving secuur moet worden toegepast. Het centrum heeft de voorbije jaren geïnvesteerd in interne kwaliteitszorg, die nu systematisch wordt toegepast. Het centrum kan de implementatie van het beleidsplan beter opvolgen. Het centrum heeft met een netoverschrijdend project rond collegiale visitatie in de Hotelopleidingen een kwaliteitsvol initiatief genomen.
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie opleidingen en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken. De resultaten van de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag
2.1 Opleidingen in de focus Ople iding pe r nive a u SVW O Ha nde l SVW O Bedrijfsbeheer SVW O Licha a m sve rzorging SVW O Kapper SVW O Schoonheidsverzorging TSO3 SVW O Voe ding SVW O Hulpkok SVW O Kok SVW O Slagersgast SVW O Uitsnijder/uitbener
2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Logistiek Welzijn Veiligheid Onderwijs Curriculum Onderwijsaanbod Evaluatie Evaluatiepraktijk
6
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
3.
VOLDOET HET CENTRUM AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN?
Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde opleidingen het volgende op:
3.1 SVWO - Lichaamsverzorging – Schoonheidsverzorging TSO3 en Kapper (Modulair) Voldoen
Motivering • De leerplandoelstellingen worden in beide opleidingen in voldoende mate gerealiseerd.
•
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
Er zijn voldoende leermiddelen aanwezig maar de infrastructuur dient dringend en op korte termijn aangepakt. De leraren geven blijk van inzicht in de essentie van de leerplaninhouden en de leerplandoelstellingen, ze kennen de specifieke uitgangspunten van elke module. Ze zijn gemotiveerd, vakdeskundig en begaan met hun cursisten. Ze maken voldoende onderscheid tussen de leerplandoelstellingen en –inhouden. Er is bij de planning van de leerinhouden voldoende aandacht voor de band tussen beginsituatie – doelstellingen – werkvormen en leermiddelen – onderwijsproces. Leraren zorgen er tijdens de praktijklessen voor dat de cursisten de begrippen en de technieken inzichtelijk hanteren. Er wordt gezorgd dat de cursisten zelf leerinhouden aanbrengen vanuit hun persoonlijke interesse en ervaringen. Men stimuleert cursisten nog te weinig om eigen werk te vergelijken met dat van de andere cursisten. De leertijd wordt optimaal gebruikt. Het aantal noodzakelijke opdrachten is per module duidelijk omschreven. De leraar stimuleert cursisten tot zelfstandigheid in het plannen van de eigen werktijd. Een inventarisatie van de uitgevoerde opdrachten geeft een goed beeld van de progressie van het leerproces. De leerinhouden/leersituaties dragen door hun afwisselend en uitdagend karakter bij tot het welbevinden van de cursisten. De interacties tussen de leraar en de cursisten en tussen de cursisten onderling, stimuleren het onderwijsproces. De leraar houdt rekening met de mogelijkheden van de cursisten door de keuze van de activiteiten, de begeleiding en het tempo. Men speelt tijdens de praktijklessen in op de specifieke behoeften en mogelijkheden van elke cursist, ze krijgen voldoende positieve feedback en aanmoediging. De leraar stimuleert de cursisten om bij het uitvoeren van een taak aan te geven op welke manier ze te werk zullen gaan (plannen), onder andere door middel van het opstellen van behandelingsplannen. De theorie en de praktijk zijn in verschillende modules ondergebracht. Het tijdstip waarop de theorie wordt aangeboden (door middel van gecombineerd onderwijs) strookt soms onvoldoende met de noden van de praktijklessen. Overleg hiervoor is noodzakelijk. De invoering van het nieuwe opleidingsprofiel heeft oog voor deze integratie van TV en PV. De cursussen ogen mooi, ze zijn zeker een goed naslagwerk voor de cursisten. Er is een overzicht van de beoogde leerplaninhouden en leerplandoelstellingen. Sommige zijn voorzien van een begrippenlijst en de wijze van evalueren. Er kan meer aandacht geschonken worden aan het taalgebruik. De opdrachten dienen duidelijk, zinvol en verantwoord te zijn. De leraar geeft cursisten tijdens en na de leeractiviteiten regelmatig onmiddellijke positieve terugkoppeling over hun vorderingen. Individuele vorderingen van cursisten registreert de leraar op een gelijkvormige manier.
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
7
• Veelal hanteert men gespreide evaluatie. De leraar evalueert oefeningen die in het
leslokaal voldoende zijn aangeleerd en ingeoefend. Zowel vaardigheden als attitudes komen aan bod. De wijze waarop leraren evalueren is niet eenduidig maar veelal afhankelijk van de individuele leraar of de vakgroep. Naast het beoordelen van ‘dagelijks werk’ worden er praktijkexamens afgenomen. Soms zijn er op voorhand vastgelegde criteria en normen voor evaluatie. De cursisten weten waarover en in welke vorm ze geëvalueerd zullen worden. Voor de toetsing van het theoretische gedeelte gebruikt men veelal kennisvragen. De vraagstelling is niet altijd duidelijk. • Vakgerichte nascholing gebeurt frequent, sporadisch worden ook pedagogisch gerichte nascholingen gevolgd. • In de praktijklokalen is er aandacht voor veiligheid, er hangen instructiekaarten aan de muur. De leraren en de cursisten dragen beschermkledij. In een aantal lesgroepen is de veiligheid niet altijd gegarandeerd. Losliggende, over de vloer verspreide, elektrische kabels (wegens een tekort aan stopcontacten of door de opstelling van het meubilair) geven aanleiding tot valgevaar. • De kwaliteitszorg met betrekking tot het herstellen van defecten aan meubilair en uitrusting is niet optimaal, ze is bovendien onvoldoende geformaliseerd. Hierdoor komt zowel het comfort als het welbevinden van cursist en leraar in het gedrang. De infrastructuur van sommige lokalen is verouderd, vooral een aantal lokalen voor haarzorg zijn dringend aan renovatie toe. De inrichting van het lokaal voor lichaamsverzorging dient eveneens te worden aangepakt. Door een gebrek aan ruimte en middelen is het momenteel onmogelijk om op een professionele wijze klanten te ontvangen en te installeren (schoonheidsverzorging). Bij haarzorg zou een vestiaire voor klanten welkom zijn.
3.2 SVWO - Voeding – Kok, Hulpkok, Uitsnijder/uitbener, Slagersgast (Modulair) Voldoen
Motivering • De leerplandoelstellingen worden in voldoende mate bereikt. • Het centrum hanteert de door de inspectie goedgekeurde leerplannen. De lessen
vinden plaats in een professionele context. De leslokalen beantwoorden aan de doelstellingen en de leerplanvereisten en de uitrusting voldoet. Het centrum beschikt over een degelijk didactisch restaurant op een aparte locatie. Het centrum heeft grote inspanningen geleverd op het vlak van infrastructuur en uitrusting. De cursisten beschikken over voldoende grote en uitgeruste omkleedruimtes. De leslokalen zijn netjes en schoon. In de bakkerijafdeling hangt in één van de lokalen echter een doordringende geur. De leerkrachten kunnen terugvallen op een met zorg aangestuurd systeem van centrale aankoop en een met het leerplichtonderwijs gedeeld systeem van opslag en verdeling van voedingsmiddelen en etenswaren. • De leerkrachten hebben de jongste jaren een hele weg afgelegd om tot een eenduidige visie en aanpak te komen en de onderwijsondersteunende documenten af te stemmen op de nieuwe leerplannen. Het centrum heeft gefaseerd een verbeteringsproces ingevoerd. In de opleiding Hulpkok hebben de leerkrachten in een eerste fase recepturen en evaluatiedocumenten gekoppeld aan de leerplandoelstellingen. Dit werd uitgetest, geëvalueerd en bijgestuurd. Vervolgens was de opleiding Kok aan de beurt. In een nieuw concept van vorderingsplannen zal de koppeling aan de basiscompetenties en de sleutelvaardigheden systematisch gebeuren. De technischadviseur/adjunct-directeur coördineert op een kwaliteitsvolle manier de onderlinge afstemming van vorderingsplannen, cursusmateriaal en evaluaties. In een tweede fase zijn de Slagerij- en de Bakkerijopleidingen aan bod gekomen. De documenten zijn gelijkgericht en transparant. In een laatste fase worden de leerplandoelstellingen rechtstreeks aan de eindproeven gekoppeld. In de documenten is er voldoende 8
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
•
•
•
•
•
aandacht voor de sleutelvaardigheden. Het centrum hanteert hierin een visie die aansluit bij het concept. Het concept en de werkwijze getuigen van een kwaliteitsvolle aanpak. De planningsdocumenten zijn tegelijkertijd geconcipieerd als vorderingsplannen. De documenten berusten op een gelijkgericht concept, beogen een minimale administratieve werklast en ondersteunen kwaliteitsvol onderwijs. De leerplandoelstellingen zitten erin vervat. Om de inhoud van de lessen voldoende slagkracht te geven, heeft het centrum in de Hotelopleidingen verzorgde, eigen cursussen ontwikkeld die recepturen bevatten die aansluiten bij de leerplandoelstellingen. Voor de kennisoverdracht worden ze aangevuld met een handboek. In de Slagerijopleidingen hanteren de leerkrachten een zelf ontwikkelde cursus waarin vaardigheden en kennis zitten geïntegreerd. Een systematische koppeling aan de basiscompetenties en de sleutelvaardigheden kan bijdragen tot de kwaliteitsbewaking. Het leerproces is afgestemd op het inoefenen van vaardigheden binnen een professionele context. Kenniselementen worden geïntegreerd ingeoefend. In de lessen is er voldoende aandacht voor de doelstellingen met betrekking tot veiligheid en hygiëne en attitudes. De grote nadruk op gelijkgerichtheid laat voldoende opening voor eigen inbreng (verdieping en verbreding) en zorgt tegelijkertijd voor inhoudelijke kwaliteitsbewaking. De evaluatie van de cursisten is valide en transparant. Het centrum hanteert geen centrale uitgeschreven visie op hoe het moet omgaan met de sleutelvaardigheden, maar de leerkrachten zijn zich bewust van de status ervan en gaan er op een pragmatische en kwaliteitsvolle manier mee om. De vakgroepwerking is niet eenduidig. De vakgroep van de Hotelopleidingen komt meermaals per jaar formeel samen en er is informeel overleg. De leerkrachten Slagerij overleggen permanent op informele manier. In het overleg komen zowel onderwijskundige thema’s aan bod als praktische afspraken. In het centrum is er een vlotte samenwerking met de leerkrachten van het leerplichtonderwijs. Binnen het team van het studiegebied Voeding is de nascholing vooral gericht op het bijscholen van vaktechnische competenties. Onderwijskundige thema’s zoals evalueren, didactische werkvormen, het gebruik van leerondersteunend didactisch materiaal en andere komen nauwelijks aan bod. De onderlinge kennisuitwisseling is gegarandeerd door het groepsgevoel en het wederzijdse respect. Het centrum voert geen planmatig HACCP-beleid en er is geen HACCP-plan. In het verleden was er onder impuls van het leerplichtonderwijs en zijn technisch adviseurcoördinator een HACCP-team actief. Controle-procedures zitten niet structureel verankerd maar verspreid over de preventie-adviseur, de leerkrachten, de beheerders van de centrale aankoop en het magazijnbeheer. De goede hygiënepraktijken met betrekking tot infrastructuur, uitrusting, algemene omgeving en personeel worden bewaakt. De goede distributiepraktijken worden toegepast. In het beleid zijn bepaalde aspecten tot het beheer van de voedselveiligheid zoals traceerbaarheid en klachtenbehandeling onvoldoende gegarandeerd. Het centrum kent de procedures voor het melden van producten die schadelijk zijn voor de gezondheid van mens, dier en plant…. via de PCE aan het FAVV maar de procedures zijn onvoldoende uitgewerkt. Het centrum werkt niet systematisch met de gevalideerde autocontrolegidsen van de sector. Uit de verificatieverslagen van de referteperiode 1/04/2010 – 31/03/2011 blijkt dat 20 cursisten zijn geschrapt, omdat het medisch geschiktheidsattest om als cursist toegelaten te worden op het moment van de verificatie in het cursistendossier ontbrak. Het centrum neemt hierin een afwachtende houding aan en onderneemt onvoldoende acties om potentiële gezondheidsrisico’s te vermijden door deze cursisten niet zelf uit te schrijven. Bij de klasbezoeken werd in sommige koelruimtes voedsel opgeslagen zonder of met vervallen datering. Dit wijst er op dat het centrum onvoldoende systematisch toeziet op essentiële en wettelijk voorgeschreven onderrichtingen met betrekking tot de voedselveiligheid. Het centrum beoogt een gekwalificeerde uitstroom. Het merendeel van de cursisten behaalt het certificaat van de opleidingen. Er is een geringe interne doorstroom naar
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
9
vervolgopleidingen. De meeste cursisten van de opleiding Uitsnijder/uitbener stromen rechtstreeks door naar de arbeidsmarkt. Ook de doorstroom van de VDAB-cursisten is quasi gegarandeerd. Al deze cursisten worden door de partners intensief begeleid en opgevolgd.
3.3 SVWO - Handel - Bedrijfsbeheer (Modulair) Voldoet niet
Motivering • De leerplandoelstellingen (van het huidige leerplan) worden niet in voldoende mate
•
•
•
• •
•
• •
•
bereikt. Dit in tegenstelling tot het schooljaar 2010-2011, toen nog het vorige leerplan werd gevolgd en waar de leerplandoelstellingen wel in grote mate werden bereikt. Enkel de aspecten van bedrijfsbeleid kwamen te weinig aan bod. Dit schooljaar opteert het centrum om het nieuwe traject verder op semesterbasis aan te bieden. Om de verlengde onderwijstijd te organiseren werd gestart met de formule van gecombineerd onderwijs, m.n. 2/3 contactonderwijs en 1/3 afstandsonderwijs. De kwaliteit van het afstandsleren laat momenteel niet toe om de leerplandoelstellingen te bereiken en voldoet niet aan de kwaliteitscriteria van het decreet op het volwassenenonderwijs en van de inspectie. Het centrum stelt uniforme leerstofplanningen op die wel de leerplandoelstellingen omvatten maar die geen indicatie geven over datgene wat in afstandsonderwijs wordt gerealiseerd. Het centrum dient het onderwijsproces beter af te stemmen op de basiscompetenties die als leerplandoelstellingen zijn opgenomen in het nieuwe leerplan. Het opstellen en het presenteren van het ondernemingsplan krijgen onvoldoende aandacht. Het centrum maakt – buiten de projectiemogelijkheid - geen gebruik van het aanwezige didactisch ICT-materiaal in de klas het geen onontbeerlijk is om de leerplandoelstellingen te realiseren. Het contactonderwijs is nog steeds teveel kennisen toepassingsgericht. Het centrum heeft ook niet de gewoonte om gastsprekers uit te nodigen of om didactische bezoeken te organiseren. Het gebruik van het handboek gebeurt sporadisch. Het centrum kan niet aantonen dat het de sleutelvaardigheden van het leerplan nastreeft. Het centrum organiseert de twee modules parallel naast elkaar, maar moet de evaluaties gescheiden houden. Dit was in het verleden niet het geval. Opeenvolgende evaluaties vertoonden een grote gelijkenis, het geen weinig professioneel is. Het centrum paste in het verleden niet echt een vorm van permanente evaluatie toe, maar hield een eenmalige tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie. Dit schooljaar wordt het elektronische leerplatform enkel gebruikt voor het geven van opdrachten. Door het ontbreken van klare evaluatieafspraken is het nu onduidelijk welke de verhouding is tussen de evaluatie van het contactonderwijs en de evaluatie van het afstandsleren. Het centrum volgt de didactische wenk van het leerplan niet om bij de evaluatie van het ondernemingsplan een extern jurylid in te schakelen. Zowel de tussentijdse evaluatie als de eindevaluatie werden degelijk voorbereid met behulp van modelantwoorden en een puntenverdeling. Omdat de leerkracht bedrijfsbeheer geen vakgebonden collega’s heeft, is er geen vakgroepwerking, ook niet op het niveau van de scholengroep of het consortium. Wel zijn er meerdere, relevante nascholingen gevolgd, zowel op het vlak van het ondernemerschap als op het vlak van ICT-vaardigheden. Hoewel het centrum verschillende pogingen heeft ondernomen om nascholing te voorzien voor het gebruik van het elektronische leerplatform is dat tot op heden niet gelukt, het geen mede een verklaring kan zijn waarom het gedeelte afstandsleren kwalitatief niet voldoet. Als outputresultaat is de uitval normaal. Nagenoeg alle cursisten die aan de evaluatie deelnemen, slagen. Het centrumreglement voorziet geen herkansingsmogelijkheid. De 10
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
processen-verbaal van de evaluatiecommissie vermelden geen motivering van de beslissing en geen uitgereikt studiebewijs. In het verleden werd het evaluatiecijfer evenredig verdeeld over de drie Z-modules, wat zeker niet de bedoeling is. • Het centrum heeft niet de gewoonte om afgestudeerde cursisten te bevragen naar het eventuele opstarten van een zelfstandige onderneming.
4.
BEWAAKT HET CENTRUM DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert het volgende op:
4.1 Curriculum 4.1.1
Onderwijsaanbod
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - ontwikkeling. Motivering • Het eigen onderwijsaanbod permanent bewaken en afstemmen op de behoeften van
•
•
•
•
de volwassen leerders uit de regio vormt één van de strategische peilers van de instelling. Het studiegebied Voeding vormt een belangrijk onderdeel van het doelgerichte opleidingsaanbod. Het centrum bedient met deze opleidingen zowel reguliere cursisten als specifieke doelgroepen. Zo zijn er de samenwerkingsverbanden met de VDAB en met het IPV (Initiatieven voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid). Het centrum richt de modules ‘Basis’ van het studiegebied Voeding structureel niet in. In functie van het behalen van een certificaat van de opleiding verleent het centrum aan de cursisten een vrijstelling, conform de regelgeving in Omzendbrief VWO/2011/03 d.d. 15/06/2011, 3.1.1. Het centrum richt nog twee eenjarige lineaire opleidingen in: Gastronomisch Koken: Koken BSO3 en Gastronomisch koken: Vervolmaking BSO3. Zelf noemt het centrum deze opleidingen Verfijnd huishoudelijk koken. In functie van de kwaliteitsbewaking voorziet het centrum structureel geen vrijstellingen voor een vervolgopleiding in het studiegebied Voeding. Cursisten leren maaltijden bereiden, zonder rekening te houden met snij- en kooktechnieken en keukentermen. Zij dragen een koksvest, voorbindschort en hoofddeksel. Na het volgen van de opleidingen krijgen de cursisten een attest van het gevolgde leerjaar; dit is niet conform de regelgeving. Het centrum heeft recent acties ondernomen om deze opleiding verplicht af te bouwen tegen 1 september 2012 en te concorderen naar de opleiding Koken van het studiegebied Huishoudelijk onderwijs, conform de bepalingen in Omzendbrief VWO/2011/03 d.d. 15/06/2011, 2.3, 2.3.1, 2.3.1.1 en het Decreet betreffende het volwassenenonderwijs d.d. 15/06/2007, art. 179 §1 en art. 181. Het centrum is dit schooljaar opnieuw gestart met het eerste jaar. De cursisten zijn over deze omschakeling onvoldoende geïnformeerd. Het centrum richt in samenwerking met de VDAB Aalst de opleidingen Hulpkok en Slagersgast in. De opleidingen lopen gedurende een intensieve periode over 4 volledige dagen. De toeleiding naar opleiding en arbeidsmarkt gebeurt op een professionele manier door de VDAB. Naast de beroepsopleiding wordt de opleiding Hulpkok aangevuld met een stage in open vacatures. Voor cursisten met taalproblemen wordt door vzw Vokans structurele ondersteuning geboden op de lesplaats. De stage zit vervat in de zwevende module Stage keuken en gebeurt onder de administratieve en praktische begeleiding van de leerkrachten van het centrum. Om de cursisten bijkomend te stimuleren, de kansen op tewerkstelling te vergroten en om
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
11
tegemoet te komen aan de trajectovereenkomst met de VDAB, wordt de eindproef van de andere modules na de module Stage gegeven. Deze cursisten worden door het centrum correct als niet-financierbaar doorgestuurd en krijgen voor deze modules geen deelcertificaat. Het centrum omzeilt zo de volgorderelatie van de modules en het opzet van de module Stage keuken omdat de cursisten structureel de mogelijkheid tot het behalen van een deelcertificaat wordt ontzegd. Eveneens binnen de trajectovereenkomst en in het licht van de stage volgen de cursisten de module Beheer en organisatie. Het centrum beoogt hier vooral om de theoretische kennis op een praktijkgerichte manier aan te brengen. Ook uit de verificatieverslagen van de referteperiode 1/4/2010-31/3/2011 blijkt dat het centrum in sommige gevallen de wettelijk opgelegde volgorderelatie van de modules niet volgt. • Voor IPV richt het centrum de opleiding Uitsnijder/uitbener in. De opleiding loopt over 5 volledige dagen gedurende een korte periode. Daarna worden de cursisten gedurende 4 à 5 weken ingeschakeld in een project werkplekleren. IPV zorgt voor intake en begeleiding naar de arbeidsmarkt. • Het centrum biedt enerzijds de nodige ondersteuning voor dit aanbod maar wordt beperkt door regelgeving. Het centrum heeft ook aandacht voor ontwikkeling. Zo neemt het initiatieven om het eigen aanbod nog beter bekend te maken. Met zijn workshops en het inschakelen van ex-cursisten als ervaringsdeskundige is het alvast op de goede weg. • De doeltreffendheid van het opleidingsaanbod is nog niet als dusdanig aan de eigen kwaliteitszorg onderworpen. Inbreuken tegen de regelgeving: • Schrijf
in het studiegebied Voeding cursisten in die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden, let hierbij specifiek op het medisch geschiktheidsattest en respecteer hierdoor de federale regelgeving op de voedselveiligheid (Omzendbrief VWO/2011/02, d.d. 15/06/2011, 1.1 en 1.1.4.2). • Reik in het studiegebied Voeding correcte studiebewijzen uit (Decreet betreffende het volwassenenonderwijs d.d. 15/06/2007, art. 182 §2 en Omzendbrief VWO/2011/02, d.d. 15/06/2011 2.2.3). • Respecteer in het studiegebied Voeding de volgorderelaties van de door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen (Decreet betreffende het volwassenenonderwijs d.d. 15/06/2007, art. 14 §1, art. 24 §1 en art. 25).
4.2 Evaluatie 4.2.1
Evaluatiepraktijk
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - ontwikkeling. Motivering • Het evaluatiereglement bepaalt dat het evaluatiesysteem bestaat uit een combinatie
van permanente evaluatie en een evaluatie op het einde van de module. • Het centrum stelt in haar beleidsplan dat – binnen de vooropgestelde termijn van vijf
schooljaren – de evaluatie- en deliberatieprocedures worden bepaald. Hoewel deze beleidsoptie relevant is binnen het onderwijs is deze operationele doelstelling verder niet geconcretiseerd. Anderzijds beoogt het centrum het evaluatiesysteem op beide campussen uniform te maken. Daar is het centrum vooral mee bezig in de opleidingen van de harde sector en onder begeleiding van de eigen pedagogische begeleidingsdienst.
12
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
• In bepaalde studiegebieden van de hoofdvestigingsplaats heeft het centrum reeds een
•
•
•
•
vernieuwde evaluatiepraktijk ontwikkeld en past die gefaseerd toe. Dit is o.m. het geval in de studiegebieden Lichaamsverzorging en Voeding. Het is een systeem van gespreide evaluatie, met tussentijdse feedback en remediëring, en een eindexamen, gericht op de basiscompetenties en de sleutelvaardigheden. Uiterlijk na 9 weken krijgen de cursisten een individuele schriftelijke en mondelinge feedback over de leerprestaties die zij ondertekenen voor kennisneming. Bij een negatieve evaluatie zijn de leerkrachten verplicht dit te verantwoorden. Dit is zonder meer een voorbeeld van goede praktijk. De eindevaluatie bestaat uit een schriftelijk (theoretisch) en een praktisch gedeelte. Het centrum biedt voor deze vernieuwde onderwijspraktijk de nodige ondersteuning: er is de beleidsverklaring, de tussenkomst van het centrummanagement, de participatie van de vakgroep, het inschakelen van de eigen pedagogische begeleidingsdienst en de gefaseerde implementatie door de leerkrachten. De begrippen permanente en gespreide evaluatie worden onnauwkeurig gebruikt. Aan zelfevaluatie komen de cursisten nog niet toe. De doeltreffendheid van de evaluatiepraktijk wordt wel vanuit de vakgroep nagegaan en bijgestuurd, maar nog niet vanuit de interne kwaliteitszorg. Het gevolg is dat niet elke lesgever het evaluatiebeleid en/of de afspraken van de vakgroep naleeft, wat o.m. het geval is in de esthetische opleidingen en in de opleiding Bedrijfsbeheer. In tegenstelling tot de decretale bepalingen stelt het evaluatiereglement de examencommissie bevoegd voor het verlenen van toelating tot een module in plaats van de directeur en voorziet geen bijzondere bepaling voor het aantekenen van beroep hier tegen. Het evaluatiereglement voorziet ook geen bepaling in het geval van staking van stemmen door de evaluatiecommissie. De opgestelde processen-verbaal geven noch de motivering van de beslissing weer noch het uitgereikte studiebewijs. Niet geslaagde cursisten krijgen wel een brief met verantwoording van de beslissing. De directeur is zowel lid van de evaluatiecommissie als van de beroepscommissie. Het centrum heeft in beide studiegebieden af te rekenen met betwistingen van de evaluatieresultaten, zonder dat zij leiden tot beroepscommissies.
Inbreuken tegen de regelgeving: • •
De beslissing over de toelatingsvoorwaarden tot een module is de bevoegdheid van de directeur (Decreet op het volwassenenonderwijs, dd. 15-06-2007, art. 35 §2 4° 5°). De beslissingen van de evaluatiecommissie worden niet gemotiveerd en vermelden geen uitgereikte studiebewijzen. (Wet van 29/7/1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en VWO/2011/02,6.1.3).
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
13
5.
ALGEMEEN BELEID VAN HET CENTRUM
Het onderzoek naar het algemeen beleid van het centrum levert volgende vaststellingen op: • Het
•
•
•
• •
•
•
•
centrum vertoont beslist kenmerken van beleidskracht: de participatieve beleidsvorming komt aan bod in de verschillende overlegorganen, de gemeenschappelijke opgestelde visie is doelgericht, er zijn innovaties, het centrum handelt reflecterend en vertoont responsiviteit. De naamsverandering in CVO Tanera weerspiegelt de lokale betrokkenheid voor een kwalitatief volwassenenonderwijs in de regio. De verstandhouding met de andere onderwijsinstellingen is goed. De regelgeving wordt niet altijd even secuur toegepast. Het centrum wil doelgericht werken. Het heeft zijn visie en missie bepaald op basis van een SWOT-analyse en met ondersteuning van een externe deskundige. Alle personeelsleden werden bij dit proces betrokken. Het beleidsplan 2010-2015 vertrekt vanuit deze missie en visie op onderwijs aan volwassenen. Het centrum wil vooral gekend zijn in de regio, niet alleen bij potentiële cursisten maar ook bij externe partners. Het centrum beoogt kwalitatief betere gastronomische, esthetische, technische en creatieve opleidingen dan de concurrentie in de Denderstreek. Het profileert zich door middel van diverse initiatieven zoals o.m. workshops en opendeurdagen. Het beleidsplan omvat diverse domeinen maar de vermelde actiepunten/operationele doelstellingen vermelden noch een verantwoordelijke noch een tijdsbepaling. Het centrum kan de gedragenheid van de uitvoering van dit beleidsplan beter opvolgen. In het centrum dragen de verschillende overlegorganen zoals het BOC, de schoolraad en de vakgroepen bij tot een participatieve besluitvorming. Niet alle opleidingen worden echter ondersteund met een vakgroepwerking. Alle vergaderingen van de vakgroep gebeuren in aanwezigheid van een directielid. De interne communicatie gebeurt én via dienstnota’s én via elektronische berichtgeving zoals e-mail en een communicatieplatform. De algemene vergaderingen worden ondersteund met geactualiseerd cijfermateriaal. De directie voert een gedragen evaluatiebeleid van de personeelsleden. Het centrum onderzoekt sinds een paar jaar systematisch de eigen onderwijskwaliteit. Het heeft daartoe een extern kwaliteitslabel, een verantwoord samengestelde kwaliteitsstuurgroep, een kwaliteitscoördinator en een kwaliteitshandboek. Met een quick scan worden prioriteiten bepaald en systematisch behandeld. Het centrum heeft ook de gewoonte om via systematische bevragingen van cursisten en personeel te polsen naar hun welbevinden en desgevallend daaraan het nodige gevolg te geven onder de vorm van actiepunten. De manier waarop het centrum te werk gaat met de kwaliteitsstuurgroep is goed en professioneel. De kwaliteitscirkel is het uitgangspunt van elke operationele actie, die wel SMART geformuleerd wordt. De band met de decretale items en met de ‘operationele doelstellingen’ van het eigen beleidsplan is evenwel niet uitdrukkelijk aanwezig. Het centrum bereidt met een paar andere CVO’s een netoverschrijdende collegiale visitatie voor in de Hotelopleiding. Het initiatief breit een vervolg aan de eerdere gelijkaardige kwaliteitsvolle projecten in het volwassenenonderwijs rond ‘kwaliteitszorg’ en de ‘informaticaopleidingen’.
14
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN HET CENTRUM
6.1 Wat doet het centrum goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het
centrum bewaakt op een kwaliteitsvolle manier de vertaling van de leerplandoelstellingen naar de lespraktijk in de gastronomische en de esthetische opleidingen.
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • Met zijn aanbod in het studiegebied Voeding komt het centrum tegemoet aan de
doelstellingen met betrekking tot aansluiting onderwijs arbeidsmarkt. • De samenwerking met externe partners loont. • Het centrum bewaakt het onderscheid tussen de beroepsgerichte opleidingen en het karakter van de lineaire opleidingen in het SG Voeding. • Het centrum ontwikkelt een valide onderwijspraktijk. In sommige studiegebieden staat dit verder dan in andere. Wat betreft het algemeen beleid: • Het centrum voert een coherent beleid. • Het centrum heeft aandacht voor de interne kwaliteitszorg. • De collegiale netoverschrijdende visitatie in de Hotelopleidingen is een voorbeeld van
kwaliteitszorg.
6.2 Wat kan het centrum verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Onderzoek
• • • •
•
een betere organisatie van de opleiding Bedrijfsbeheer en voer gecombineerd onderwijs pas in na een grondige voorbereiding zodanig dat deze opleiding voldoet aan de decretale criteria en aan de criteria van de onderwijsinspectie. Optimaliseer de zorg voor een veilige en aangepaste infrastructuur in het studiegebied Lichaamsverzorging. Werk een kwaliteitsvol HACCP-beleid uit in het studiegebied Voeding. Zorg voor een transparante en correcte communicatie over het opleidingsaanbod in het studiegebied Voeding. Maak in het studiegebied Voeding de koppeling van de leerplandoelstellingen concreter in vorderingsplannen, cursussen en evaluaties, in functie van kwaliteitsbewaking en transparante communicatie naar de cursisten. Werk het ingezette proces volledig uit. Ondersteun de vakgroepwerking inhoudelijk.
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • Communiceer op een correcte manier over de initiatieven tot de verplichte afbouw van
de lineaire opleidingen tegen 1/9/2012. • Overweeg een bijsturing van het evaluatiereglement in zake een beroep tegen bepaalde toelatingsbeslissingen tot een module, een geval van staking van stemmen door de evaluatiecommissie en de positie van de directeur in de evaluatiecommissie en in de beroepscommissie. 113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
15
Wat betreft het algemeen beleid: • Bouw de vakgroepwerking en het –overleg uit voor al de opleidingen. • Stem de interne kwaliteitszorg beter af op de decretale bepalingen en bewaak beter de
implementatie.
6.3 Wat moet het centrum verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het centrum moet de leerplandoelstellingen van de opleiding Bedrijfsbeheer realiseren.
Wat betreft de regelgeving: • Schrijf
•
• •
•
in het studiegebied Voeding cursisten in die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden, let hierbij specifiek op het medisch geschiktheidsattest en respecteer hierdoor de federale regelgeving op de voedselveiligheid (Omzendbrief VWO/2011/02, d.d. 15/06/2011, 1.1 en 1.1.4.2). Pas de decretale bepalingen in zake de toelatingsvoorwaarden tot het volgen van een module correct toe (Decreet betreffende het volwassenenonderwijs d.d. 15/06/2007, art. 35 §2 4° 5°) Reik correcte studiebewijzen uit (Decreet betreffende het volwassenenonderwijs d.d. 15/06/2007, art. 182 §2 en Omzendbrief VWO/2011/02, d.d. 15/06/2011 2.2.3). Respecteer de volgorderelaties van de door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen (Decreet betreffende het volwassenenonderwijs d.d. 15/06/2007, art. 14 §1, art. 24 §1 en art. 25). Stel de processen-verbaal correct op (Wet van 29/7/1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en omzendbrief VWO/2011/02, d.d. 15/06/2011 6.1.3)
16
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
7.
ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning BEPERKT GUNSTIG omwille van Ople iding pe r nive a u SVW O Ha nde l SVW O Bedrijfsbeheer
8.
0 Niet bereiken van de leerplandoelstellingen.
REGELING VOOR HET VERVOLG
Het bestuur van de instelling moet vanaf 1 januari 2015 kunnen aantonen dat de tekorten met een beperkt gunstig in voldoende mate werden geremedieerd. Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Robert Vandeput Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde
Ginette Janssens
113696 - CVO 'Tanera' te Aalst
17