Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer Instelling Directeur Adres Telefoon Fax E-mail Website Bestuur van de instelling Adres Scholengemeenschap Adres CLB Adres
2782 GO! basisschool De Klaver Destelbergen Elke DE SMET Meersstraat 17 - 9070 DESTELBERGEN 09-230.87.11 09-230.03.29
[email protected] www.pantarhei.be GO! scholengroep Panta Rhei Ooievaarsnest 3 - 9050 GENTBRUGGE HORTA Ooievaarsnest 3 - 9050 GENTBRUGGE CLB vh GO Gent Voskenslaan 262 - 9000 GENT
Dagen van het doorlichtingsbezoek 26-11-2012, 27-11-2012, 28-11-2012, 29-11-2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 29-11-2012 Datum bespreking verslag met de instelling 19-12-2012 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Deskundige(n) behorend tot de administratie Externe deskundige(n)
Patrick Durieux Walter Andries nihil nihil
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
1
INHOUDSTAFEL INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 5
2
DOORLICHTINGSFOCUS ................................................................................................................... 8 2.1 2.2
3
Leergebieden in de doorlichtingsfocus ...............................................................................................8 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus .......................................................8
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?.......................................................... 9 3.1
Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?..........................................................................9
3.1.1 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5 3.1.2 3.2 4
Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?...................................................................9 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ...................................................................................9 Kleuteronderwijs: muzische vorming .....................................................................................9 Vaststellingen kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming ........................9 Lager onderwijs: wiskunde ...................................................................................................13 Lager onderwijs: muzische vorming .....................................................................................16 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? .................................................. 19
Respecteert de school de overige reglementering? ........................................................................ 20
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................................................. 21 4.1 4.2
Welzijn.............................................................................................................................................. 21 Begeleiding ....................................................................................................................................... 21
4.2.1 4.3
Leerbegeleiding ........................................................................................................................ 21
Evaluatie ........................................................................................................................................... 22
4.3.1
Evaluatiepraktijk ....................................................................................................................... 22
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL .............................................................................................. 24
6
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ....................................................................................... 25 6.1 6.2 6.3
7
ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG .................................................................................... 27 7.1 7.2
2
Wat doet de school goed? ............................................................................................................... 25 Wat kan de school verbeteren? ....................................................................................................... 25 Wat moet de school verbeteren? .................................................................................................... 26 Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg ........................................................ 27 Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg .......................................... 27
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. - Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPOreferentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. - Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. - Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de instelling een selectie van de onderwijsreglementering: een selectie van leergebieden om het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen na te gaan. Voor elk leergebied onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPO-referentiekader: o het onderwijsaanbod o de uitrusting o de evaluatiepraktijk o de leerbegeleiding een selectie van andere erkenningsvoorwaarden een selectie van overige regelgeving. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de instelling dit na? ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? 3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
3
Het onderzoek naar de hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid De controle van de erkenningsvoorwaarden betreffende de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de instelling vindt gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle resulteert in een afzonderlijk verslag dat bij het doorlichtingsverslag wordt gevoegd en eveneens verschijnt op www.doorlichtingsverslagen.be. Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: - een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen. - een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. - een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders, leerlingen of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
1
SAMENVATTING
De inspectie gaat na of de school voldoende onderwijskwaliteit realiseert door middel van een gedifferentieerde doorlichting. Zo stonden in deze school de leergebieden wiskunde en muzische vorming in de focus, zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling. Leerbegeleiding, evaluatiepraktijk en algemeen beleid waren ook voorwerp van onderzoek. In haar oordeel houdt de inspectie rekening met specifieke kenmerken van de school, de omgeving, het personeel en de leerlingen. Deze basisschool bevindt zich op een groene campus in een residentiële omgeving. Op relatief korte afstand bevindt zich een gemeentelijke en een vrije katholieke basisschool. De school beschikt over een aantrekkelijke materiële infrastructuur. Er zijn echter prioritaire opmerkingen in verband met de veiligheid van de leer- en werkomgeving. Sommige klaslokalen zijn eng voor het aantal kinderen en het lokalentekort wordt momenteel opgevangen met een containerklas. In september 2013 zal het schoolbestuur een uitbreiding van het gebouwencomplex met vier nieuwe lokalen gerealiseerd hebben. De meeste leraren hebben ruime ervaring in hun actuele onderwijsopdracht. Ze getuigen van een mensontmoetende onderwijsstijl. De leerlingen komen doorgaans uit de eigen gemeente en uit gezinnen met hoog opgeleide ouders. De laatste jaren is er een gestadige leerlingenaangroei. Het aantal leerlingen met bijzondere noden ligt heel laag. De school wil haar maatschappelijke opdracht verwezenlijken. Om dat na te gaan, beschikt ze over evaluatiegegevens, die echter niet alle betrouwbaar en valide zijn. De school is op zoek naar evaluatieinstrumenten die aan deze voorwaarden voldoen. Doorgaans stromen alle zesjarigen door naar het eerste leerjaar en behalen alle leerlingen het getuigschrift basisonderwijs. Uit de beperkte resultaten van het voortgezet onderwijs blijkt, dat leerlingen daar goed scoren. De uitgevoerde zelfevaluatie en het tevredenheidsonderzoek van de scholengroep resulteren in een hoge graad van tevredenheid. Ook op het recente onderzoek naar het welbevinden van de leerlingen uit de hoogste leerjaren scoort de school op meerdere indicatoren hoger dan de referentiegroep. De kleuterafdeling zorgt voor een veilig en positief klasklimaat. De meeste leraren beschikken over een ontwikkelingsstimulerende onderwijsstijl die aanleiding geeft tot kinderinitiatief, dat de motivatie verhoogt en bijdraagt tot een positief zelfbeeld. De frequente keuzeactiviteiten stimuleren de samenwerking en de communicatie onder de kinderen. De thema’s sluiten doorgaans nauw aan bij de leef- en ervaringswereld van de kinderen en worden grondig voorbereid. De uitwerking ervan getuigt van een planmatige en doelgerichte aanpak en van een veelzijdige benadering. Het formuleren van een beperkt aantal concrete activiteitdoelen is voor meerdere leraren nog geen verworvenheid. De verrijking van de speelwerkhoeken bevordert de integratie van het thema in de klaswerking. Met het oog op een evenwichtig aanbod, bewaken leraren de wiskundige begrippen en de leerplandoelen van muzische vorming. De continuïteit en de gradatie in het wiskundige en muzische aanbod over de groepen heen is echter niet altijd verzekerd. Sommige groepen hebben nood aan meer ontwikkelingsmateriaal. De kleuterafdeling streeft in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen van wiskunde na. Ze creëren vaak speelleersituaties om het verwerven van wiskundige begrippen en vaardigheden te ondersteunen. Ze laten de kinderen inzichten over ruimte, meten en getallen handelend verwerven in gevarieerde activiteiten. De leerplangerichte en geïntegreerde benadering en het evenwichtige onderwijsleeraanbod dragen daartoe in grote mate bij. Sommige activiteiten zijn echter niet aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het individuele kind. Dat is het geval als te vroeg met getalbeelden en cijfersymbolen wordt gewerkt. Bovendien zijn de kalenders en andere registratiemiddelen en hun visuele voorstelling niet altijd gegradeerd volgens het ontwikkelingsniveau van de kinderen en deze structuren bevinden zich niet overal binnen hun handbereik. De kleuterafdeling streeft ook in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen van muzische vorming na. Ze doet inspanningen om de ontwikkeling van muzisch-creatieve talenten bij de kinderen te stimuleren. Het team heeft aandacht voor een breed onderwijsleeraanbod. Het creëert voldoende kansen om de ontwikkelingsdoelen van beeld, muziek, drama, en in mindere mate die van beweging en van media te beogen. 2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
5
De lagere afdeling bereikt in voldoende mate de eindtermen van wiskunde. De evaluaties tonen aan dat de leerlingen fundamentele wiskundige kennis, inzichten en vaardigheden verwerven. De doelgerichte aanpak, de aandacht voor de verschillende leerdomeinen en de leerlingenbegeleiding staan garant voor een kwaliteitsvolle benadering van dit leergebied. Leraren hebben voldoende aandacht voor een brede waaier van denk- en oplossingsmethodes, hoewel in sommige groepen de leraargestuurde aanpak het divergente denken van de kinderen afremt. Ten slotte is er nood aan groeiende referentiekaders over de groepen heen en aan individueel manipulatie- en meetmateriaal. Hoewel de school originele muzische initiatieven opzet, bereikt de lagere afdeling in onvoldoende mate de eindtermen van muzische vorming. Het onderwijsleeraanbod beoogt te weinig de domeinen beweging en media. Bovendien verloopt de evaluatie weinig doordacht, ontbreken er noodzakelijke onderwijsleermiddelen voor media en volgt de school de ontwikkeling van muzische vaardigheden van de kinderen te weinig op. Ten slotte wordt het leerplan van muzische vorming te weinig in praktijk gebracht. De leerbegeleiding verloopt doelgericht. De school bouwde een zorgstructuur uit, waarvan het multidisciplinaire team de motor is. Ze streeft een zorgbrede aanpak na. Daarbij fungeert de groepsleraar als spilfiguur. Op basis van observatie- en toetsresultaten, van intern en van multidisciplinair overleg zet de school differentiatiemomenten op. De zorgcoördinatie is daarbij ondersteunend. Leraren hebben de gewoonte om vormen van niveau- en tempodifferentiatie in te schakelen in de toepassingsfase. Differentiatie naar interesse komt vooral in het kleuteronderwijs voor. De detectie, de signalering en de bespreking van problemen verlopen volgens een goed uitgetekende procedure. De school doet inspanningen om kleuters met ontwikkelingsachterstand bij te werken. Er ontbreken echter doelen op langere termijn en een zekere systematiek in de zorgverbredende begeleiding. In de lagere afdeling heeft de zorgwerking een wisselend beeld. Vooral bij leerlingen met een individueel leertraject zijn uitgangspunten van het handelingsgericht werken zichtbaar. Andere interventies vertonen eerder een vorm van repetitief onderwijs, waarbij hoofdzakelijk op symptoombehandeling wordt gefocust. Voor leerlingen met een gediagnosticeerde leerstoornis en voor leerlingen die in het kader van inclusief onderwijs worden begeleid, zijn er bijzondere maatregelen. Het multidisciplinaire team evalueert geregeld de effecten van de zorgverbredende interventies. Groepsleraren missen de expertise om de remediëring van dieperliggende oorzaken aan te pakken. Ze hebben nood aan een sterkere inhoudelijke ondersteuning om zich ook op dat vlak verder te ontwikkelen. In haar schoolwerkplan expliciteert de school haar visie op evaluatie. De doelgerichtheid is daarin duidelijk aangegeven. De evaluaties focussen vooral op het resultaat, maar ook in zekere mate op het leerproces van de kinderen. Om de ontwikkeling en de vorderingen vast te stellen, gebruiken leraren vormen van harde en zachte evaluatie. In het kleuteronderwijs volgen leraren de ontwikkeling van de kinderen op. Vaak zijn de dagelijkse observaties weinig afgestemd op de gegevens van het kindvolginstrument. Bovendien beschikt de kleuterafdeling niet over gezamenlijke criteria om gelijkgericht te screenen. In de lagere afdeling meet de school regelmatig haar opbrengsten. Het volginstrument van de kleuterafdeling, dat een beeld geeft over de brede persoonlijkheidsontwikkeling, wordt niet doorgetrokken naar de lagere afdeling. De school stelt haar evaluatiepraktijk en de doeltreffendheid ervan in zekere mate in vraag en is wat dat betreft enigszins in ontwikkeling. Het beleid wordt waargenomen door de schoolleider, de zorgcoördinator en de werkgroepen. Er is sprake van een gedeeld leiderschap. De schoolleider groeit in haar leidinggevende opdracht. Ze voert een humanitair management, dat gericht is op het welbevinden van alle actoren. Ze gaat zorgzaam om met de kinderen, het personeel en de ouders. Dat resulteert in een genietbare school. Er wordt in aanzet een effectief personeelsbeleid gevoerd. De leiding wil leraren ondersteunen, helpen en sturen, om samen met hen de school verder uit te bouwen. Leraren worden opgevolgd door korte klascontacten, coachingsgesprekken en functioneringsgesprekken. Recentelijk werden ondersteunende klasbezoeken opgezet. Beginnende collega’s doorlopen aanvullend een begeleidingstraject vanuit de scholengroep. De leraren, het administratief en onderhoudspersoneel helpen mee de schoolwerking dragen. 6
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
De school besteedt aandacht aan visieontwikkeling. Recentelijk gaf de herwerking van het schoolwerkplan aanleiding tot het bespreken van bepaalde aspecten van het schoolleven. Toch leeft er nog geen gelijkgerichte zienswijze op tal van pedagogisch-didactische facetten, met een diversiteit in het onderwijskundig handelen van leraren tot gevolg. Dat is het geval voor de concrete uitwerking van de zorg en voor de onderwijskundige aanpak van meerdere leergebieden. De leiding voert een democratisch beleid met een gezamenlijk verantwoordelijkheidsgevoel bij de andere teamleden tot gevolg. Zij biedt ruimte tot inspraak en tot een participatieve besluitvorming. De kwaliteitszorg komt op gang. De uitgevoerde zelfevaluatie en het tevredenheidsonderzoek van het personeel geven aanleiding tot bijsturings- en borgingsacties. Dat is nog niet het geval voor andere evaluatiegegevens. Recentelijk werd een huiswerkbeleid ontwikkeld volgens een systematische strategie. In deze school is het geen gewoonte om gezamenlijk een onderwijskundige prioriteit te bepalen en die doelgericht uit te werken. Het is evenmin een traditie om de teamgerichte en individuele bijscholing daarop te enten. Leraren volgen doorgaans individuele nascholing vanuit eigen interesse of behoefte. Die heeft meestal een meerwaarde voor de betrokkene, maar werkt weinig kwaliteitsverhogend voor het hele team. Leraren hebben nood aan meer teamgerichte samenkomsten om de gezamenlijke doelgerichtheid te vergroten en vooral om de zorgverbredende expertise te verruimen en onder meer het leerplan muzische vorming in praktijk te brengen. De doorlichting leert dat deze basisschool bijzondere aandacht besteedt aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Ze beschikt over een enthousiast en hecht team dat getuigt van inzet en engagement. De kleuterafdeling streeft in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen van wiskundige initiatie en van muzische vorming na. De lagere afdeling bereikt in voldoende mate de eindtermen van wiskunde. Ze slaagt er nog niet in om te voldoen aan de minimale verwachtingen van de overheid ten aanzien van muzische vorming. Dat alles resulteert in een beperkt gunstig advies voor verdere erkenning. De inspectie heeft vertrouwen in de verdere ontwikkeling van de school en in de inzet van alle participanten. De school krijgt de mogelijkheden om verder te groeien in verbondenheid, zodat kinderen later met een glimlach aan hun ‘klavertje-vier’ kunnen terugdenken.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
7
2
DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1
Leergebieden in de doorlichtingsfocus
Kleuteronderwijs wiskundige initiatie muzische vorming
Lager onderwijs wiskunde muzische vorming
2.2
Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus
Logistiek Welzijn Veiligheid
Onderwijs Begeleiding Leerbegeleiding
Onderwijs Evaluatie Evaluatiepraktijk
8
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
3 3.1
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op. 3.1.1.1
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie
Voldoet De kleuterafdeling streeft in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen van wiskundige initiatie na. Ze creëert vaak speelleersituaties om het verwerven van wiskundige begrippen en vaardigheden te ondersteunen. De leerplangerichte en geïntegreerde benadering, het evenwichtige onderwijsleeraanbod en het volgen van de wiskundige ontwikkeling dragen daartoe in grote mate bij. 3.1.1.2
Kleuteronderwijs: muzische vorming
Voldoet De kleuterafdeling streeft in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen van dit leergebied na en doet voldoende inspanningen om de ontwikkeling van muzisch-creatieve talenten bij de kinderen te stimuleren. Ze heeft aandacht voor een breed onderwijsleeraanbod. Ze schept voldoende kansen om de ontwikkelingsdoelen van beeld, muziek, drama, en in mindere mate die van beweging en van media te beogen. 3.1.1.3
Vaststellingen kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming
Curriculum Het pedagogisch-didactisch handelen van leraren wordt gestuurd vanuit het gevolgde leerplan. Conform de krachtlijnen van dit referentiekader wil de school Referentiekader de kinderen de rekenvoorwaarden en wiskundige begrippen in geïntegreerde Planning situaties handelend laten verwerven. Inzake muzische vorming wil ze vorm geven Evenwichtig en volledig Samenhang aan de kinderlijke leef- en belevingswereld door hen speels te laten uitdrukken Brede harmonische vorming met de beeld-, lichaams-, woord-, klank- en mediataal. Het onderwijsaanbod Actief leren wordt ingevuld vanuit diverse documentatiebronnen. Kinderen hebben doorgaans ook een inbreng bij de uitwerking van het thema. Het thuisfront wordt geïnformeerd en kinderen brengen materiaal mee om het aanbod te verrijken. Onderwijsaanbod
Leraren werken planmatig. Ze beschikken over een langetermijnplanning met een inventaris van thema’s. De meeste onderwerpen volgen over het algemeen de jaarkring en sluiten daardoor meestal goed aan bij de leef- en ervaringswereld van de kinderen. Sporadisch zijn er ook thema’s, die ver van de kinderlijke belevingswereld liggen, zoals ‘Noord- en Zuidpool’. Er is ook aandacht voor onderwerpen die kinderen aanbrengen. In sommige groepen lopen thema's vrij lang uit. Leraren formuleren de onderwerpen niet altijd kindbetrokken. Een thema met als titel ‘Ik ben kok!’ is dan wel kindgericht verwoord. De themaplanning groeit in overleg met de parallelcollega. De voorbereiding is een voorbeeld van goede praktijk. De ‘themabundel’ bevat geselecteerde leerplandoelen van de leergebieden en -domeinen. Verder is een inventaris van opvoedende activiteiten met een streefwoordenschat en te beogen begrippen opgenomen. De gebruikte bronnen, het aanschouwelijk materiaal, de 2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
9
zorgverbredende maatregelen en de evaluatie vervolledigen de themaplanning. Leraren werken doelgericht. De dagplanning bestaat uit de diverse opvoedende activiteiten met concrete doelen die refereren aan de na te streven leerplandoelen. Verder zijn ook de diverse speelwerkhoeken met de respectieve bezigheden of verwachtingen opgenomen. Bij zorgverbredende interventies zijn zelden vooraf concrete doelen op de ‘remediëringsfiche’ genoteerd. Bovendien is het geen traditie dat leraren gedifferentieerde doelstellingen formuleren afgestemd op het ontwikkelingsniveau van kinderen. Wat wiskundige initiatie betreft, zijn er voldoende mogelijkheden om grootheden te ervaren en dingen kwalitatief en kwantitatief te vergelijken. Meerdere specifieke rekenvoorwaarden zoals sorteren, seriëren en tellen krijgen daarbij kansen. Het getalbegrip wordt gestimuleerd bij onder meer het gezelschap- en het winkelspel. Sommige leraren hebben aandacht voor verschillende vormen van tellen door onder meer gebruik te maken van een aftelkalender. Het wiskundige aanbod is vaak niet afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het individuele kind. Dat is het geval waar te vroeg met vaste getalbeelden en met cijfersymbolen wordt gewerkt. Het maat- en conservatiebegrip krijgen ontwikkelingsmogelijkheden bij het spel met water en zand. Tijdens de bijgewoonde activiteiten stonden echter de meeste zandtafels niet speelklaar. Het aspect tijd binnen het domein meten komt frequent aan bod bij het gebruik van kalenders. Behalve bij de begeleiding van een kind met ASS (autismespectrumstoornis), maken leraren doorgaans weinig gebruik van instrumenten die de objectieve tijdsbeleving aangeven. Hoewel gevisualiseerde tijdsstructuren de groei van het dagelijkse tijdsbesef ondersteunen, is de voorstelling van de dag- en de weekkalender te weinig gegradeerd over de groepen heen. Bovendien komt het werken met de dagen van de week niet tegemoet aan de mogelijkheden van de jongere kleuters. In bepaalde thema’s wordt de lichaamslengte van de kinderen gemeten en vergeleken. De ruimtelijke beleving komt voldoende aan bod. Het lichaamsschema krijgt kansen in thema’s die verband houden met het lichaam. Een spiegel-ten-voetenuit, om het eigen lichaam te verkennen, is in meerdere groepen niet voorhanden. Ruimtelijke oriëntatie en structuratie krijgen aandacht onder meer tijdens bewegings-, bouw-, timmer- en muzikale activiteiten en bij het puzzelen. Zo mogen kinderen constructies maken aan de hand van een foto of plan. In de meeste groepen hebben kinderen beperkte kansen om in het verticale vlak te werken. De schilderezels staan niet gebruiksklaar en borden zijn in weinig groepen aanwezig. Het lichamelijk ervaren als basis voor wiskundige begrippen wordt bij de jongere kinderen afgeremd omdat er geen permanente bewegingshoek is ingericht. Wat muzische vorming betreft, krijgen kinderen voldoende mogelijkheden om beeldend bezig te zijn en om materiaalgevoeligheid te ontwikkelen door exploreren en experimenteren. Er is voldoende variatie in technieken en materialen: ongevormde, gevormde en hechtingsmaterialen. De driedimensionale realisaties zijn leraarafhankelijk en variëren van weinig naar voldoende en van stereotiep naar creatief. Muzikale activiteiten bestaan in meerdere groepen uit muziekbeluisteren, actief musiceren en creatief omgaan met het lied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een variatie aan instrumenten: zelfgemaakte en lichaamsinstrumenten, vindinstrumenten en instrumenten uit de handel. In sommige groepen is het aanbod vrij eenzijdig gericht op zang. Doorgaans worden stemvorming en 10
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
improviseren nog weinig intentioneel nagestreefd. In diverse thema’s krijgen kleuters kansen om zich in te leven in personages en om die uit te beelden. Dat komt vooral aan bod in het fantasie-, illusie- en rollenspel. Conform het leerplan worden daarbij de vier elementen van dramatische expressie nagstreefd, met name bewegingen of handelingen, ruimtelijk en zintuiglijk bewustzijn, emotionele houding en gedrag, en verbale communicatie. Er is ook aandacht voor jabbertalk. Het aanbod van poppen(kast)spel is leraarafhankelijk. Tijdens enkele observatiemomenten kwamen drama en muziek geïntegreerd aan bod en mochten de kinderen creatief meebouwen aan het verhaal. Deze activiteiten waren voorbeelden van goede praktijk. Wat het domein beweging betreft, worden de leerplandoelen minder intentioneel beoogd. Ze komen wel aan bod in muziek, drama en in lichamelijke opvoeding. De bewegingsexpressie bevat mime, dans en vrije en ritmische bewegingen. Deze activiteiten nemen de vorm aan van onder meer vrij en geleid bewegen op muziek, bewegingsverhalen of -liedjes. Inzake media zijn kleuterboeken de toegangspoort voor jonge kinderen om nieuwe werelden te ontdekken en verder vorm te geven. Het gebruik van audiovisuele media is eerder beperkt. De wiskundige en muzische inhouden komen geïntegreerd in het klasthema aan bod. De bijgewoonde zorgverbredende activiteit kaderde eveneens in het klasonderwerp. Om de continuïteit en de gradatie in het aanbod van wiskundige initiatie te verzekeren, gebruiken leraren een gegradeerde begrippenlijst over de leeftijdsgroepen heen. Voor muzische vorming is de verticale samenhang minder gegarandeerd. Met het oog op een evenwichtig muzisch en wiskundeaanbod binnen de groep en over de groepen heen, bewaken leraren expliciet de wiskundige begrippen en de leerplandoelen van muzische vorming. Ze hebben nog weinig zicht op de totaliteit van de nagestreefde wiskundige en muzische leerplandoelen over de groepen heen. De meeste thema’s worden veelzijdig uitgewerkt. Zowel de motorische, de cognitieve als de dynamisch-affectieve component worden aangesproken. Thema’s zoals ‘cijfers’ en ‘letters’ hebben een sterke cognitieve inslag en bemoeilijken een brede invulling. Het dagelijkse keuzeaanbod focust doorgaans ook op een brede ontwikkeling. Het manipulatie- en constructiespel beogen de motorische, terwijl taal- en denkactiviteiten gericht zijn op de verstandelijke component. Het nabootsingspel en creatieve activiteiten streven het dynamischaffectieve na. De frequente keuzeactiviteiten geven aanleiding tot kinderinitiatief, verhogen de motivatie en dragen bij tot een positief zelfbeeld. Het spel en het werk in kleine groepen stimuleren de samenwerking en de communicatie onder de kinderen. De bijgewoonde wiskundige activiteiten verliepen meestal klassikaal, waarbij de kinderen weinig kansen hadden om actief bezig te zijn. Daarbij was minder aandacht voor de drie-eenheid ‘doen-denken-praten’. Bij geobserveerde muzische activiteiten daarentegen waren kinderen gemotiveerd aan de slag en kregen ze kansen om zich creatief te uiten.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
11
Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Klasmanagement
De school organiseert tijdelijk een beperkt aantal uren kinderverzorging. De resterende uren worden ingevuld met bewegingsactiviteiten bij de peuters en jongere kleuters. Het valt op dat meerdere kinderen te laat op school aankomen en niet kunnen deelnemen aan het ontvangstgesprek, dat de brug wil slaan tussen de thuis- en schoolsituatie. In sommige groepen nemen de praktisch-organisatorische activiteiten veel tijd in beslag en komt het efficiënte tijdsgebruik wat in het gedrang. Conform het pedagogische project hebben leraren aandacht voor een positief en veilig klasklimaat. Meerdere leraren geven blijk van een ontwikkelingsstimulerende begeleidingsstijl. Ze zorgen voor een krachtige leeromgeving om wiskundige ervaringen op te doen en bieden kansen zodat kinderen zich muzisch kunnen uitdrukken. Anderen werken meer productgericht. Leraren spannen zich in om met de kinderen Standaardnederlands te spreken. Sommige hebben een dialectische uitspraak, stellen gesloten vragen en/of gebruiken overdadig verkleinwoorden. Bovendien is kinderen aanspreken met een troetelnaam geen signaal van ‘echtheid’, als element van een pedagogische grondhouding.
Materieel beheer Meerdere lokalen zijn voldoende ruim, maar sommige zijn eng voor het aantal Infrastructuur kinderen. Doorgaans zijn er duidelijk afgebakende speelwerkhoeken, die tijdens het lopende thema voorbeeldig zijn verrijkt. Meestal is er ook een themahoek. Sommige klassen komen rommelig over door opslag van materialen en door de beperkte ruimte. Materieel beheer Het boekenaanbod houdt gewoonlijk verband met het lopende klasthema en is Uitrusting meestal uitnodigend opgesteld. Het is echter eenzijdig gericht op kijkboeken. Ontwikkelingsmaterialen Sommige boekenhoeken zijn weinig functioneel ingericht. Er is voldoende eigentijds ontwikkelingsmateriaal om de wiskundige en muzische ontwikkeling te stimuleren. Naar verluidt, is er in bepaalde groepen nood aan meer puzzels, opvoedende spellen en aan meer klein constructiemateriaal. In meerdere groepen zijn kalenders en andere registratieborden niet binnen handbereik van de kinderen, wat het gebruik door de kinderen ervan afremt. Evaluatie De school volgt de muzische en wiskundige ontwikkeling van de kinderen op door observatie, genormeerde toetsen of door de proef van Goudenough Evenwichtig / representatief (kindtekening). Leraren observeren allerlei gegevens, gaande van Kindvolgsysteem deelvaardigheden tot gedragskenmerken. Er is echter een discrepantie tussen de Gericht op bijsturing observaties en de beoogde doelen. Evaluatiepraktijk
De wiskundige ontwikkeling wordt nagegaan aan de hand van het kindvolginstrument, dat onder meer gegevens over getallen, meten, meetkunde en ruimtelijke oriëntatie bevat. Leraren vullen dit instrument in vanuit eigen perceptie. De school heeft geen gemeenschappelijke criteria om de wiskundige domeinen gelijkgericht te screenen. Het kindvolginstrument geeft niet de evolutie van de muzische ontwikkeling weer. De vorderingen in puzzelen worden opgevolgd met een schoolspecifiek systeem. De observaties, maar vooral de resultaten van de genormeerde toetsen, geven aanleiding tot zorgverbredende interventies.
12
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
Begeleiding Vanuit het overgangsgesprek en het kindvolginstrument hebben leraren bij de aanvang van het schooljaar een vrij genuanceerd beeld over de wiskundige Beeldvorming verworvenheden van de kinderen en een algemeen zicht over de muzische Zorg ontwikkeling.
Leerbegeleiding
Op basis van observaties en van genormeerde toetsen en na overleg bepaalt de school welke kinderen extra ondersteuning krijgen. Vooral de groepsleraar neemt deze remediërende momenten voor haar rekening. De zorgverbredende interventies zijn meestal doelgericht en geïntegreerd in het lopende klasthema. Sommige missen een zekere systematiek, waardoor de effectiviteit van de zorgverbredende maatregelen in het gedrang kan komen. Professionalisering De school beschikt over weinig praktijkgerichte informatiebronnen om de wiskundige en muzische ontwikkeling van de kinderen te ondersteunen. Leraren Nascholingen volgen regelmatig bijscholing over domeinen van muzische vorming. De laatste Interne expertise tijd krijgt vooral het muzisch bewegen de meeste aandacht.
Deskundigheidsbevordering
Het gezamenlijk samenstellen van de weekplanning biedt kansen om te leren van en met elkaar. Leraren hebben nood aan meer formeel teamgericht overleg om het pedagogisch-didactisch handelen op elkaar af te stemmen en te optimaliseren. 3.1.1.4
Lager onderwijs: wiskunde
Voldoet De lagere afdeling bereikt in voldoende mate de eindtermen van wiskunde. De evaluaties tonen aan dat de leerlingen fundamentele wiskundige kennis, inzichten en vaardigheden verwerven. De doelgerichte aanpak, de aandacht voor de verschillende leerdomeinen en de leerlingenbegeleiding staan garant voor een kwaliteitsvolle benadering van dit leergebied. Curriculum Om het onderwijsleeraanbod vorm te geven, laten leraren zich leiden door een onderwijsleerpakket uit de handel, dat nauw aansluit op de visie van het Referentiekader gevolgde leerplan. Daarin staan het mathematiseren van de realiteit en het Planning ontdekken van een brede waaier van denk- en oplossingsmethodes voorop. Evenwichtig en volledig Samenhang Leraren brengen in ruime mate de leerplanvisie in praktijk. Ze vertrouwen erop Brede harmonische vorming dat het onderwijsleerpakket het leerplan dekt. Onderwijsaanbod
Actief leren
De school volgt grosso modo de planning van het onderwijsleerpakket. De parallelgroepen maken in onderling overleg een weekplan op. Leraren werken in zekere mate doelgericht. In hun weekplanning verwijzen ze naar de handleiding, hoewel het schoolwerkplan vraagt om bondig doelstellingen te noteren. Het is nog geen gewoonte dat leraren een beperkt aantal concreet-operationele lesdoelen formuleren en gedifferentieerde verwachtingen expliciteren. Het onderwijsleerpakket beoogt een evenwichtig onderwijsleeraanbod. Leraren gaan kritisch met deze handleiding om. Zo heeft de school zinvolle bijsturingen gedaan in verband met de vernieuwde aanpak op kloklezen. Verder functioneren in de tweede en derde graad domeinspecifieke mappen als synthesedocumenten, die de aanbreng en de inoefening faciliteren. Uit de analyse van de weekplanning blijkt dat de verschillende leerdomeinen evenwichtig aan bod komen. De inhouden worden vrij systematisch en cursorisch aangeboden. Leraren 2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
13
vertrouwen erop dat de gradatie in de leerinhouden binnen en over de leerjaren heen is gewaarborgd door het consequente gebruik van het onderwijsleerpakket. De integratie van wiskunde in andere leergebieden is eerder beperkt. De school heeft over het algemeen voldoende aandacht voor wiskundige kennis, vaardigheden en attitudes. Leraren doen inspanningen opdat leerlingen denk- en oplossingsmethodes zouden verwerven, waarvoor het leerplan pleit. Ze reiken leerlingen structuren aan die een planmatige benadering beogen. Zo werd bij een leeractiviteit over ‘samengestelde vraagstukken’ een oplossingsschema aangeboden, dat een stapsgewijze aanpak nastreeft. Tijdens de bijgewoonde wiskundeactiviteiten gaan leraren doorgaans uit van een werkelijkheidsgerichte en kindbetrokken probleemstelling. De instap heeft meestal linken met het kinderleven, de actualiteit of met het thema van wereldoriëntatie. Zo werd uitgegaan van een klasfoto in een leeractiviteit over gelijkvormigheid van figuren en was het dambord het aangrijpingspunt om te werken in het honderdveld. Leraren organiseren ook ‘meetcircuits’ zodat leerlingen persoonlijke meetervaringen kunnen opdoen. De zorgverbredende interventies door derden getuigen niet altijd van een werkelijkheidsnabije aanpak. Vaak primeert het technische aspect, los van een betekenisvolle context. De stimulerende begeleidingsstijl van de meeste leraren laat ruimte tot leerlingeninitiatief, dat de motivatie verhoogt en bijdraagt tot een positief zelfbeeld. De probleemstellende instap geeft vaak aanleiding tot divergent denken. Dat was het geval als leerlingen in groep figuren rubriceren volgens eigen criteria. Tijdens de bijgewoonde klassikale instructiemomenten deden sommige leraren echter onvoldoende een beroep op de denkactiviteit van elk kind. Leerlingen mochten dan nà-denken wat door andere of de leraar werd vóór-gedacht. Ze krijgen wel kansen om hun oplossingsmethode te verwoorden en te vergelijken in een leergesprek. Leraren zorgen doorgaans voor een voldoende concrete basis en laten kinderen wiskundige begrippen handelend verwerven en passend verwoorden. De methodiek, om de brug te slaan van het concrete handelen naar het abstracte rekenen via verinnerlijken, is door bepaalde leraren nog niet ten volle verworven. Curriculum De school organiseert een voldoende aantal lestijden wiskunde per week, conform het advies van het onderwijsnet. De lessenroosters vertonen voldoende Onderwijstijd afwisseling en zijn richtinggevend voor de concrete week- en dagplanning.
Onderwijsorganisatie
Klasmanagement
Tijdens de observaties zijn de leerlingen veelal actief bezig. Het klassikale moment loopt soms lang uit. Interactieve werkvormen en groepswerk daarentegen, waarbij kinderen van en met elkaar kunnen leren, geven dan wel aanleiding tot een meer actief leerlingengedrag, conform het leerplan. Materieel beheer De school beschikt over voldoende klassikale onderwijsleermiddelen. Er is echter Uitrusting nood aan meer individueel manipulatie- en meetmateriaal. Bovendien is er Leermiddelen minder aandacht voor groeiende referentiekaders binnen en over de groepen heen, die het verwerven van wiskundige inzichten ondersteunen. Hoewel er schoolafspraken zijn over referentiematen, is er nog weinig gradatie in de voorstelling ervan. Tijdens de bijgewoonde leeractiviteiten werd zelden ICT-ondersteuning (informatie- en communicatietechnologie) ingeschakeld. Sommige leraren maakten wel functioneel gebruik van het digitale bord.
14
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
Evaluatie Om na te gaan in hoeverre de leerlingen de vooropgestelde doelen bereiken, evalueren leraren met eigen en (bijgestuurde) methodegebonden toetsen. In de Evenwichtig / representatief eerste graad worden ook genormeerde toetsen voor hoofdrekenen afgenomen. Gericht op bijsturing Op basis van de afgenomen genormeerde toetsen kan de school aantonen dat de meeste leerlingen van de eerste graad voor de onderzochte doelen van wiskunde vooruitgang boeken. De school beschikt echter over weinig ‘aanvaardbare’ evaluatiegegevens, die validiteit en betrouwbaarheid garanderen. Ze heeft de intentie om in de nabije toekomst eindtoetsen af te nemen, die aan deze voorwaarden voldoen. Evaluatiepraktijk
De toetsen worden doorgaans geanalyseerd. Leraren brengen de frequentie van de fouten in beeld en komen tot een foutenanalyse, die aanleiding geeft tot zorgverbredende interventies. Evaluatie De resultaten van de evaluaties van de diverse domeinen worden viermaal per schooljaar schriftelijk en cijfermatig gerapporteerd aangevuld met een verbale Evenwichtig / volledig waardering. Het rapport vermeldt ook het totaal van alle leerdomeinen en het klasgemiddelde van het leergebied.
Rapporteringspraktijk
Begeleiding Bij het begin van het schooljaar hebben leraren over het algemeen een Leerbegeleiding genuanceerd beeld van de wiskundige verworvenheden van de kinderen vanuit Beeldvorming het overgangsgesprek en het leerlingendossier. Dat dossier bevat een overzicht Zorg van alle resultaten van de diverse domeinen. De groepsleraren, die de preventieve basiszorg en de verhoogde zorg verstrekken, nemen geregeld zorgbrede maatregelen. Doorgaans wordt in de toepassingsfase gedifferentieerd. Voor de vluggerds zijn er aanvullende opdrachten. Tijdens de bijgewoonde wiskundige activiteiten was er echter weinig aandacht voor verlengde instructie. Groepsleraren zetten ook soms zorgverbredende interventies op. Dat is het geval bij een bespreking van toetsen. Deze acties zijn vaak een vorm van repetitief onderwijs, dat hoofdzakelijk symptoombehandeling beoogt. Sommige remediërende interventies focussen wel op dieperliggende oorzaken. Voor een aantal leerlingen zet de school een individueel leertraject uit, waarbij ze rekening houdt met de specifieke beginsituatie van de leerlingen. Sommige wiskundige problemen worden geremedieerd door paramedici binnen en/of buiten de schooluren. Er zijn weinig sporen van een geïntegreerde benadering van deze additionele hulverlening. Professionalisering De laatste jaren stond dit leergebied niet in de vernieuwingsfocus. Sporadisch participeren individuele leraren aan een bijscholing over wiskunde. De Nascholingen zorgcoördinator heeft zich de afgelopen jaren frequent bijgeschoold over Interne expertise aspecten in verband met zorgverbredend werken en komt deskundig over. De school beschikt over weinig pedagogisch-didactische achtergrondinformatie en over weinig leergebiedspecifieke publicaties.
Deskundigheidsbevordering
Het frequente paralleloverleg biedt kansen tot professionalisering, vooral voor leraren met een beperkte onderwijservaring. Leraren hebben nood aan meer formeel teamoverleg om het individueel onderwijskundig handelen te verbeteren en het leren van en met elkaar te verhogen.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
15
3.1.1.5
Lager onderwijs: muzische vorming
Voldoet niet De lagere afdeling bereikt in onvoldoende mate de eindtermen van muzische vorming. Het onderwijsleeraanbod beoogt te weinig de domeinen beweging en media. Bovendien verloopt de evaluatie weinig doordacht, ontbreken er onderwijsleermiddelen en volgt de school de ontwikkeling van muzische vaardigheden over de groepen heen te weinig op. Ten slotte is het leerplan van muzische vorming te weinig geïmplementeerd. Curriculum Het onderwijsleeraanbod wordt bepaald vanuit allerlei bronnen en op basis van de perceptie van de leraren. Het krijgt een leerjaargebonden invulling en is te Referentiekader weinig geënt op het gevolgde leerplan. Dat heeft onder meer tot gevolg dat Planning bepaalde domeinen te weinig aan bod komen en leerplandoelen te weinig Evenwichtig en volledig Samenhang worden nagestreefd. Het leerplan werd jaren terug geïntroduceerd, maar wordt Brede harmonische vorming te weinig in praktijk gebracht. Onderwijsaanbod
Actief leren
De school beschikt niet over een langetermijnplanning voor de muzische domeinen. Sommige leraren hebben wel een jaarplan. Er zijn geen schoolafspraken over de voorbereiding van de muzische activiteiten. Sommige leraren leggen een grondige voorbereiding voor. Die vermeldt het bronnenmateriaal, de kern-, leerplandoelen en eindtermen, de gebruikte media en een bondige beschrijving van de onderwijsleersituatie. Bij anderen is dat veel minder het geval. Leraren werken in zekere mate doelgericht. Ze formuleren doorgaans eigen doelen. Om de doelgerichtheid te bevorderen, dringt een beperking van het aantal doelen en een meer concrete formulering zich op. Leraren beschikken niet over een functioneel systeem om het muzische aanbod te bewaken. Er is een onevenwicht in het aanbod van de muzische domeinen. Zo komen beeld en muziek frequent voor, wordt drama beperkt georganiseerd en krijgen bewegingsexpressie en media te weinig aandacht. Wat het domein ‘beeld’ betreft, zijn er zowel twee- als driedimensionale realisaties. Over het algemeen is er voldoende variatie in materialen en technieken. Leerlingen krijgen de kans om onder meer met natuur-, cultuur- en kosteloos materiaal te werken. Sommige resultaten, zoals die van de themadag ‘Sing for the climate’, geven een onbevangen kinderlijke expressie en persoonlijke smaak weer. Bij andere beeldende activiteiten is dat minder het geval en primeert het product op het proces. Bovendien wordt weinig intentioneel gefocust op beeldaspecten zoals vorm, licht en kleur. Leraren hebben wel bijzondere aandacht voor de kunstzinnige vorming door het beschouwen van en creëren naar plastische kunstenaars zoals Piet Mondriaan en Andy Warhol. Ten aanzien van ‘muziek’ zijn er vormen van muziekbeluisteren en van actief musiceren. Vaak is er enige aandacht voor ademhaling, toonhoogte en stemvorming. In de meeste groepen is het aanbod vrij eenzijdig gericht op zang en is het ‘spelen’ met het lied nog niet overal vanzelfsprekend. Verder worden de muzikale tegenstellingen weinig doelgericht benaderd. Het componeren en improviseren komen eveneens minder tot hun recht. De school beoogt een aanvullend muzikaal objectief, met name blokfluiten. Dat is een waardevolle doelstelling, maar het gevaar is niet denkbeeldig dat deze lessen sterk technisch gericht zijn en minder op het creatief beleven van muziek. Drama is vaak geïntegreerd in een ander leergebied, zoals Nederlands en wereldoriëntatie. Dramatiseren, als aparte doelgerichte activiteit, wordt 16
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
doorgaans beperkt opgezet. Muzisch taalgebruik is in de meeste groepen voldoende vertegenwoordigd: poëzie en creatief schrijven komen er regelmatig aan bod, onder meer bij de organisatie van de gedichtendag. Beweging is aan de orde tijdens de lessen lichamelijke opvoeding, bij het volksdansen en bij bewegingstussendoortjes. Doelgerichte bewegingsactiviteiten, waarbij leerlingen intens genieten van beweging en improviserend reageren op elkaars bewegingen, komen te weinig voor. Deze leerplandoelen worden dan ook te weinig nagestreefd. Media is vooral gericht op ICT-vaardigheden. Leerlingen krijgen te weinig kansen om zich met audiovisuele middelen, zoals videocamera en fototoestel, muzisch uit te drukken. De muzische activiteiten houden over het algemeen verband met het klas- en schoolleven of zijn geconcentreerd rond andere leergebieden, zoals wereldoriëntatie, Nederlands of Frans. Zo werd een rollenspel opgezet binnen het thema ‘We vieren feest’ en werden volksdansen aangebracht naar aanleiding van de lessen over Europa. Sommige leraren weten meerdere muzische domeinen te integreren binnen eenzelfde muzische activiteit. Zo kwamen beweging en beeld aan bod in een beeldende activiteit naar Keith Haring en werden drama, beeld, muziek en media beoogd in een muzikaal verhaal. Bij gebrek aan een schoolplanning en door een beperkte gerichtheid op het leerplan is het muzische aanbod over de groepen heen te weinig gegradeerd. Zo was een bijgewoonde muzikale activiteit, waarbij leerlingen een fragment van een lied moesten vervangen door een eigen tekst, te moeilijk voor de betrokken leerlingengroep. Sommige activiteiten, zoals tableau vivant, komen in meerdere leerjaren voor, waarbij de gradatie in uitvoering weinig op het oog wordt gehouden. De school, die opgedragen is aan Octave Landuyt, zet interessante initiatieven op om de culturele bewustwording en de esthetische ontwikkeling van de leerlingen te bevorderen. Zo wordt het beeldende leerlingenwerk gebruikt om klaslokalen en gangen te versieren en zette de school een tentoonstelling ‘Beeldige woorden’ op. In navolging van de Vlaamse Overheid die talentontwikkeling promoot, creëert de school vaak mogelijkheden om de muzische talenten van de leerlingen meer tot hun recht te laten komen. Zo vindt tijdens de paasvakantie ‘Grote Kunst voor kleine mensen’ plaats. Daarbij begeleidt de directeur de geïnteresseerde leerlingen in het beeldend creëren. Recentelijk zette de school een themadag ‘Sing for the climate’ op, met een keuzeaanbod van diverse muzische werkwinkels. Twee jaar terug voerde de school een kinderopera ‘Aïda’ op, een totaalspektakel dat grote weerklank vond. De school gaf ook de gedichtenbundel ‘Klaverkriebels’ uit, met gedichten van de leerlingen, geïllustreerd met beeldend werk van de kleuters. De school organiseert ook bezoeken aan musea en aan tentoonstellingen, vooral in het kader van wereldoriëntatie. Sommige groepen beschikken over een weblog om muzische realisaties aan ouders en sympathisanten te tonen.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
17
Curriculum Conform het advies van het onderwijsnet programmeert de school een voldoende aantal lestijden muzische vorming per week. Het aantal lestijden Onderwijstijd varieert van het verwachte minimum naar het beoogde maximum.
Onderwijsorganisatie
Klasmanagement
De bijgewoonde activiteiten verliepen doorgaans vrij leraargestuurd. Veelal kregen leerlingen slechts beperkte kansen om te ‘beschouwen’ en om daarna hun impressies op een persoonlijke manier te uiten. Naargelang het leerdomein en de leraar werd de expressie van de leerlingen geremd door een aanpak waarbij het resultaat primeerde op het muzische proces. Materieel beheer De school beschikt over de nodige onderwijsleermiddelen en materialen om de Uitrusting meeste muzische doelen te realiseren. Er zijn voldoende materialen voor beeld. Leermiddelen Muziekinstrumenten zijn beperkt in aantal en audiovisuele middelen zijn er te weinig. Evaluatie De evaluatie van muzische vorming gebeurt op verschillende manieren. Leerlingen krijgen over het algemeen mondelinge feedback van de leraar. Evenwichtig / representatief Doorgaans wordt het kinderwerk tentoongesteld of krijgt het een decoratieve Leerlingvolgsysteem functie. De evaluatie bestaat uit een beperkte waardering en is te weinig gericht op de beoogde doelen. Bovendien beschikt de school niet over gemeenschappelijke criteria om de muzische domeinen gelijkgericht te evalueren. De school is nog niet toe aan alternatieve evaluatievormen, zoals portfolio. Evaluatiepraktijk
De school beschikt niet over een systeem om de muzische vaardigheden over de leerjaren heen in kaart te brengen. Evaluatie Het is de intentie om minstens één domein per rapporteringsbeurt te evalueren en daarover schriftelijk te rapporteren.
Rapporteringspraktijk
Evenwichtig / volledig
Begeleiding Leraren hebben bij de aanvang van het schooljaar een globaal beeld van de leerlingen vanuit het overgangsgesprek, gemeenschappelijke vieringen en/of Beeldvorming festiviteiten. Ze hebben een beperkt zicht op de specifieke muzische talenten van Zorg het kind.
Leerbegeleiding
Voor de leraren is het nog niet vanzelfsprekend om binnen muzische activiteiten te differentiëren. Het is niet de gewoonte dat kinderen op basis van eigen interesse of aanleg zelf hun expressievorm of materiaal mogen kiezen. Professionalisering De voorbije jaren volgden enkele leraren bijscholing over beeld en beweging. Deskundigheidsbevordering Nascholingen Interne expertise
18
Het samen plannen van de muzische activiteiten creëert kansen om het onderwijskundig handelen te verbeteren. Het team heeft nood aan een degelijke professionalisering. Daarbij dient het implementeren van het leerplan centraal te staan.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op. Onderzochte erkenningsvoorwaarde Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°) Wordt de officiële school begeleid door de begeleidingsdienst van het GO!, OVSG of POV? (decreet bao - art. 62,§2,4°)
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
ja, neen ja ja ja ja
19
3.2
Respecteert de school de overige reglementering?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op. Onderzochte regelgeving Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art. 37) • geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de rechtspersonen die ervan afhangen • de bijdrageregeling • de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal • de afspraken in verband met het rookverbod • het orde- en tuchtreglement van de leerlingen met inbegrip van de beroepsmogelijkheden • de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend • de procedure volgens welke beroep kan worden ingediend tegen een beslissing van de klassenraad met betrekking tot het getuigschrift • bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis • richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen • afspraken in verband met huiswerk, agenda’s en rapporten • de wijze waarop de leerlingenraad in voorkomend geval wordt samengesteld Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art. 47) • de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de school vastlegt • de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen • de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert • de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs • de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving? (decreet bao - art. 28) Zorgt de school voor een correcte invulling van het zorgbeleid? (decreet bao - art. 153 septies, enkel van toepassing binnen een scholengemeenschap) Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Bewaart de school de bepaalde lijsten, notulen en dossiers met betrekking tot het getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Verloopt het afleveren van attesten aan leerlingen die geen getuigschriften krijgen, correct? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 28) Heeft de school overlegd of onderhandeld in het lokaal comité over een 29ste lestijd? (decreet bao - art. 28)
20
ja, neen neen ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja neen ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
4
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1
Welzijn
De resultaten van de controle van de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag.
4.2
Begeleiding
4.2.1 Leerbegeleiding De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, doeltreffendheid. Motivering De school heeft haar zorgvisie in haar pedagogische project en in haar missie geëxpliciteerd. Daarin staat de uniciteit van elk kind voorop. De school opteert voor maximale kansen voor elk kind, zowel deze die meer aankunnen, als voor hen die iets meer tijd en middelen nodig hebben. Deze visieteksten worden gedragen door het hele team en de leerbegeleiding verloopt ‘doelgericht’. In het schoolwerkplan is deze zorgvisie geconcretiseerd in vijf niveaus. Wat de ‘ondersteuning’ betreft, bouwde de school een zorgstructuur uit, waarvan het multidisciplinaire team de motor is. Dit bestaat uit de directeur, de zorgcoördinator, de CLB-medewerker en de groepsleraar. Een duidelijke taakverdeling stuurt de zorginitiatieven. De zorgcoördinator werkt op school- en lerarenniveau en vraaggestuurd op leerlingenniveau. Groepsleraren nemen de eerste twee zorgniveaus voor hun rekening. Conform het pedagogische project besteedt de school veel aandacht aan het welbevinden van de leerlingen en streeft ze naar een grote betrokkenheid van elk kind. Tijdens de klasobservaties hadden we een wisselend beeld. In sommige kleutergroepen waren kleuters inderdaad gemotiveerd en actief bezig, kregen ze veelzijdige ontwikkelingskansen en beleefden ze plezier aan hun activiteiten. In andere, waar een klassikale aanpak primeerde, was dat veel minder het geval. In de lagere afdeling zagen we meestal betrokken en actieve leerlingen. Bovendien geven gevarieerde organisatievormen, zoals hoekenwerk, en de coöperatieve werkvormen kansen om betrokken bezig te zijn. De meeste leraren getuigen van een mensontmoetende onderwijsstijl en van een pedagogische houding, die gekenmerkt is door waardering en een zeker inlevingsvermogen. De mogelijkheden tot inclusief onderwijs zijn in dat kader een lovenswaardig initiatief. De school streeft een zorgbrede aanpak na. Daarbij fungeert de groepsleraar als spilfiguur. Op basis van observatie- en toetsresultaten, van intern en van multidisciplinair overleg zet de school differentiatiemomenten op. Bepaalde daarvan beogen groepsverkleining, terwijl andere gericht zijn op de begeleiding van vorderingengroepen. De zorgcoördinatie is daarbij ondersteunend. Leraren hebben de gewoonte om vormen van niveau- en tempodifferentiatie in te schakelen in de toepassingsfase. Differentiatie naar interesse komt vooral in het kleuteronderwijs voor. Tijdens bijgewoonde zorgmomenten hielden leraren rekening met de specifieke beginsituatie van de kinderen. In de lagere afdeling was dat soms minder het geval bij klassikale instructiemomenten. De individuele leertrajecten en de specifieke begeleiding van anderstalige leerlingen zijn verdienstelijke initiatieven om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van elk kind. De detectie, de signalering en de bespreking van problemen verlopen volgens een goed uitgetekende procedure. De school doet inspanningen om kleuters met ontwikkelingsachterstand bij te werken. Deze remediërende interventies zijn geïntegreerd in het lopende thema. Er ontbreken echter doelen op langere termijn en een zekere systematiek in de zorgverbredende begeleiding. In de lagere afdeling heeft de 2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
21
zorgwerking een wisselend beeld. Vooral bij leerlingen met een individueel leertraject zijn uitgangspunten van het handelingsgericht werken zichtbaar. Voor deze leerlingen zijn er langetermijndoelen, is er een systematische aanpak en wordt er ingegaan op dieperliggende oorzaken van de leerproblematiek. Andere interventies vertonen eerder een vorm van repetitief onderwijs, waarbij hoofdzakelijk op symptoombehandeling wordt gefocust. Voor leerlingen met een gediagnosticeerde leerstoornis zijn er sticordi-maatregelen (stimuleren – compenseren – remediëren - dispenseren). Conform het pedagogische project betrekt de school de ouders bij de leerbegeleiding. Ze beoogt een laagdrempelige instelling en zorgt voor een goede communicatie met de ouders. Die worden degelijk geconsulteerd en geïnformeerd. In het kleuteronderwijs worden ze schriftelijk op de hoogte gebracht van het klasthema. De school ervaart de ondersteuning van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) als een meerwaarde voor de zorgwerking. De samenwerking met andere schoolondersteunende instanties verloopt vlot. Meerdere leerlingen krijgen additionele onderwijskundige hulp door paramedici binnen en/of buiten de schooluren. Naar verluidt, is de integratie van deze hulpverlening in het klasgebeuren eerder beperkt en dat roept vragen op naar de effectiviteit ervan. Enkele leerlingen krijgen extra begeleiding in het kader van GON (geïntegreerd onderwijs) en van het ION (inclusief onderwijs). Uit de documentenanalyse en gesprek blijkt dat het individuele handelingsplan relevante doelen bevat die ingaan op de pedagogische behoeften van het kind. De aanpak geeft blijk van integratie in het klasgebeuren en van een zekere effectiviteit. Het multidisciplinaire team evalueert geregeld de effecten van de zorgverbredende interventies en gaat op die manier de ‘doeltreffendheid’ na. De zorgcoördinator geeft blijk van een grote expertise op het vlak van zorgverbredend werken. Ze heeft zich daartoe grondig bijgeschoold. Groepsleraren, die vooral de zorgverbredende interventies op zich nemen, missen de expertise om de remediëring van dieperliggende oorzaken aan te pakken. Ze hebben nood aan een sterkere inhoudelijke ondersteuning om zich ook op dat vlak verder te 'ontwikkelen'. De zorgcoördinator kan daarbij een kwaliteitsvolle bijdrage leveren.
4.3
Evaluatie
4.3.1 Evaluatiepraktijk De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, doeltreffendheid. Motivering In haar schoolwerkplan expliciteert de school haar visie op leerlingenevaluatie. De ‘doelgerichtheid’ is daarin duidelijk aangegeven. Volgens deze zienswijze houdt evalueren uitspraken in over de waarde van alle onderwijscomponenten. Belangrijk daarbij is het meten van gedagsverandering bij de leerlingen. De evaluatiepraktijk in deze school is vooral gericht op resultaatsbepaling, en in mindere mate op het bijsturen van het onderwijskundig handelen van de leraren. Wat de ‘ondersteuning’ betreft, wordt op deze school frequent geëvalueerd. Om de ontwikkeling en de vorderingen vast te stellen, gebruiken leraren vormen van harde en zachte evaluatie. Leraren peilen geregeld naar het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen. In het kleuteronderwijs volgen leraren de ontwikkeling van de kinderen op door observaties en genormeerde toetsen. De observaties zijn vaak niet gelinkt aan de beoogde leerplandoelen. Over de groepen heen is de evolutie vast te stellen in het kindvolginstrument dat de ontwikkeling van de sociaal-emotionele, de cognitieve en motorische component aangeeft. Het sociaal-emotionele beoogt welbevinden en betrokkenheid, het verstandelijke aspect is gericht op de wiskundige en talige ontwikkeling en het motorische element bevat de grove en fijne motoriek. De dagelijkse observaties zijn vaak weinig afgestemd op de screening in het kindvolginstrument. Bovendien beschikt de kleuterafdeling niet over gezamenlijke criteria om de rubrieken 22
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
van het kindvolginstrument gelijkgericht in te vullen. De genormeerde toetsen worden op vaste tijdstippen afgenomen, waardoor een correcte interpretatie van de resultaten wordt bemoeilijkt door de verschillen in kalenderleeftijd. De lagere afdeling meet haar opbrengsten met eigen, (bijgestuurde) methodegebonden en genormeerde toetsen. In meerdere groepen zijn toetsen niet altijd in overeenstemming met de visie van het leerplan. Zo is de evaluatie van wereldoriëntatie vooral gericht op kennis en te weinig op specifieke leergebiedgebonden vaardigheden en attitudes. De school is nog niet aan alternatieve evaluatievormen toe, zoals portfolio. De leergebiedgebonden inhouden Nederlands, wiskunde, wereldoriëntatie en Frans, worden geregeld geëvalueerd en vier keer per schooljaar cijfermatig gerapporteerd. In het eerste leerjaar gebeurt dat aanvankelijk met een verbale waardering. Muzische vorming, waarbij één domein per rapporteringsbeurt wordt gerapporteerd, krijgt een beperkte verbale beoordeling, die zelden gericht is op de beoogde doelen. Aspecten van sociale vaardigheden en van leren leren krijgen eveneens een verbale waardering. De school beschikt niet over concrete criteria om een gelijkgerichte uitspraak te doen over deze leergebiedoverschrijdende inhouden. ICT (informatie- en communicatietechnologie) wordt nog niet expliciet geëvalueerd. Er is ook een aparte kwalitatieve waardering van de diverse motorische competenties van lichamelijke opvoeding, alsook van enkele attitudes. Het leerlingendossier van de lager afdeling bevat een overzicht van de rapportresultaten, aangevuld met eventuele verslagen. In dit leerlingvolgsysteem is het moeilijk om de evolutie van de leerlingen te achterhalen. Het volginstrument van de kleuterafdeling wordt niet doorgetrokken naar het lager onderwijs. De evaluaties focussen vooral op het resultaat, maar ook in zekere mate op het leerproces van de kinderen. De evaluatieresultaten bepalen doorgaans de zorgverbredende maatregelen. Het is bij de meeste leraren niet de gewoonte dat ze reflecties schriftelijk vastleggen met de bedoeling hun onderwijskundige aanpak te optimaliseren. Naar hun zeggen, evalueren leraren geregeld de klasthema’s. In de lagere afdeling is een systematische evaluatie van de leeractiviteiten met de leerlingen nog geen cultuur. Leraren van de beide onderwijsniveaus geven regelmatig mondelinge waarderende feedback op het leerlingengedrag. In de lagere afdeling geeft het nazicht van het schriftelijke leerlingenwerk een wisselend beeld. Sommigen kijken het stipt na met een bijbehorende schriftelijke appreciatie, bij anderen is dat veel minder het geval en blijft veelal een schriftelijke waardering uit. De school biedt leerlingen kansen om zichzelf en de schoolwerking te evalueren. Op het rapport hebben leerlingen de kans om zichzelf te evalueren. Op vergaderingen van de leerlingen- en de MOS-raad (milieu op school) kunnen ze zich uitspreken over het schoolgebeuren. De school voerde recentelijk een onderzoek uit naar het welbevinden bij de leerlingen van de bovenbouw. Globaal genomen scoort het welbevinden goed. De scores van tevredenheid, academisch zelfconcept en van pedagogisch klimaat liggen iets hoger dan de actuele referentiewaarden. Betrokkenheid en sociale relaties scoren iets lager. De school stelt haar evaluatiepraktijk en de ‘doeltreffendheid’ ervan in zekere mate in vraag en is wat dat betreft enigszins in ‘ontwikkeling’. Zo voert ze geleidelijk genormeerde toetsen in voor wiskunde. Bovendien is ze op ook zoek naar valide en betrouwbare evaluatiemiddelen om de effectiviteit van haar aanpak beter te kunnen nagaan. De school beschikt over enkele standaardwerken over evalueren die haar evaluatiepraktijk kunnen optimaliseren.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
23
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op. Het beleid wordt waargenomen door de schoolleider, de zorgcoördinator en de werkgroepen. Er is sprake van een gedeeld leiderschap. De schoolleider, die vijf schooljaren zelfstandig opereert, groeit in haar leidinggevende opdracht. Ze is verantwoordelijk voor de schoolorganisatie, voor het personeelsbeleid en voor het onderwijskundige beleid. De zorgcoördinator behartigt de zorgwerking en de werkgroepen zetten vooral in op praktisch-organisatorische aspecten van het schoolleven. De leiding voert een humanitair management, dat gericht is op het welbevinden van alle actoren, op de bevordering van goede interpersoonlijke relaties en op een collegiaal team. Ze gaat zorgzaam om met de kinderen, het personeel en de ouders. Dat resulteert in een genietbare school, die extra kansen biedt aan alle participanten. Er wordt in aanzet een effectief personeelsbeleid gevoerd. De leiding wil leraren ondersteunen, helpen en sturen, om samen met hen de school verder uit te bouwen. Ze wordt door hen aanvaard en gewaardeerd. Leraren worden opgevolgd door korte klascontacten, coachingsgesprekken en functioneringsgesprekken. Recentelijk werden ondersteunende klasbezoeken opgezet in het kader van de schoolprioriteit. Beginnende collega’s doorlopen aanvullend een begeleidingstraject vanuit de scholengroep. De leraren, het administratief en onderhoudspersoneel helpen mee de schoolwerking dragen. De school besteedt aandacht aan visieontwikkeling. Recentelijk gaf de herwerking van het schoolwerkplan aanleiding tot het bespreken van bepaalde aspecten van het schoolleven. Toch leeft er nog geen gelijkgerichte zienswijze op tal van pedagogisch-didactische facetten, met een diversiteit in het onderwijskundig handelen van leraren tot gevolg. Dat is het geval voor de concrete uitwerking van de zorg en voor de onderwijskundige aanpak van meerdere leergebieden. De leiding voert een democratisch beleid met een gezamenlijk verantwoordelijkheidsgevoel bij de andere teamleden tot gevolg. Zij biedt ruimte tot inspraak en tot een participatieve besluitvorming. De kwaliteitszorg komt op gang. De uitgevoerde zelfevaluatie en het tevredenheidsonderzoek van het personeel geven aanleiding tot bijsturings- en borgingsacties. Dat is nog niet het geval voor andere evaluatiegegevens. Recentelijk werd een huiswerkbeleid ontwikkeld. De school volgde daarbij de strategie van de kwaliteitscirkel. Vanuit een analyse van de feitelijke situatie werden een teamvisie en doelstellingen geformuleerd. Die werden geconcretiseerd in een plan met bijbehorende afspraken. De evaluatie van de nieuwe aanpak is geprogrammeerd. In deze school is het geen gewoonte om gezamenlijk een onderwijskundige prioriteit te bepalen en die doelgericht uit te werken. Het is evenmin een traditie om de teamgerichte en individuele bijscholing daarop te enten. Leraren volgen doorgaans individuele nascholing vanuit eigen interesse of behoefte. Die heeft meestal een meerwaarde voor de betrokkene, maar werkt weinig kwaliteitsverhogend voor het hele team. Leraren hebben nood aan meer teamgerichte samenkomsten om de gezamenlijke doelgerichtheid te vergroten en vooral om de zorgverbredende expertise te verruimen en om onder meer het leerplan muzische vorming te implementeren. Het gelijkeonderwijskansenbeleid wil de school verder uitbouwen via een geïntegreerde aanwending van de SES-lestijden (socio-economische status). Die worden momenteel integraal gebruikt voor groepsverkleining. Ze heeft nog geen beleidsplan hierontent ontwikkeld. Wat het talenbeleid betreft, heeft de school nog geen uitgeschreven visie. Met haar werking richt ze zich vooral op het nastreven van de decretale ontwikkelingsdoelen en het bereiken van de eindtermen van Nederlands en Frans. Daarnaast organiseert ze meerdere waardevolle initiatieven die de kwaliteit van haar talenbeleid bevorderen.
24
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
6 6.1
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL Wat doet de school goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden • Kleuteronderwijs • De planmatige en doelgerichte aanpak van de thema's, die meestal nauw aansluiten bij de leef- en ervaringswereld van de kinderen. • De veelzijdige uitwerking van de thema’s die een brede persoonlijkheidsontwikkeling beogen. • De gevarieerde opvoedende activiteiten die de diverse domeinen van wiskundige initiatie en muzische vorming nastreven. • Het verrijken van de speelwerkhoeken die de integratie van de thema’s in het klasgebeuren bevorderen. • Het bewaken van de wiskundige begrippen en van de leerplandoelen van muzische vorming. • De speelleersituaties waarbij kinderen wiskundige begrippen en dito vaardigheden handelend kunnen verwerven. • De ontwikkelingsstimulerende onderwijsstijl van meerdere leraren. Lager onderwijs Het evenwichtige aanbod van de diverse domeinen van wiskunde. Het continue en gegradeerde aanbod van wiskunde. Het handelend laten verwerven van wiskundige begrippen en inzichten. De aandacht voor wiskundige denk- en oplossingsmethodes en het toepassen van wiskundige kennis en vaardigheden in betekenisvolle contexten. • De muzische initiatieven op schoolniveau.
• • • • •
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen • De mensontmoetende onderwijsstijl van de meeste leraren en de aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. • De uitgetekende procedure bij de zorgverbredende werking. • De aspecten van het handelingsgericht werken bij gediagnosticeerde ontwikkelings- en leerproblemen. Wat betreft het algemeen beleid • De schoolorganisatie en het humanitaire management dat resulteert in een genietbare school voor alle participanten. • De democratische leiderschapsstijl met aandacht voor een participatieve besluitvorming.
6.2
Wat kan de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden • Kleuteronderwijs • Een beperkt aantal concreet-operationele activiteitdoelen formuleren. • Kalenders en andere registratiemiddelen en hun visuele voorstelling graderen volgens het ontwikkelingsniveau van de kinderen en deze structuren bevestigen binnen hun handbereik. • Het onderwijsleeraanbod van wiskundige initiatie afstemmen op het ontwikkelingsniveau van het individuele kind. • De continuïteit en de gradatie in het muzische aanbod binnen en over de groepen heen verzekeren. • Het taalgebruik van leraren optimaliseren door dialectische klanken, de gesloten vraagstelling en het overmatige gebruik van verkleinwoorden te vermijden. • Het boekenaanbod meer variëren en de inrichting van sommige boekenhoeken optimaliseren. • Ontwikkelingsmateriaal uitbreiden en een oplossing zoeken voor sommige enge klaslokalen.
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
25
• Lager onderwijs • Een beperkt aantal concreet-operationele lesdoelen formuleren voor wiskunde en muzische vorming,
zoals aangegeven in het schoolwerkplan. • Waar nodig de leraargestuurde aanpak verlaten en het divergente denken van de kinderen meer kansen
geven. • Schoolafspraken maken ten aanzien van groeiende referentiekaders die het wiskundig denken
ondersteunen. • Individuele onderwijsleermiddelen voor wiskunde uitbreiden en onderwijsmiddelen voor media aanschaffen. • De additionele hulpverlening van wiskunde door derden meer integreren in de klaswerking. • Zorgen voor valide en betrouwbare evaluatiegegevens voor wiskunde. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen • De observatie in de kleuterafdeling meer afstemmen op de beoogde doelen. • In de kleuterafdeling gemeenschappelijke criteria bepalen om het kindvolginstrument gelijkgericht in te invullen. • Bij de zorgverbredende werking langetermijndoelen nastreven, die een systematische aanpak verzekeren en gericht zijn op het remediëren van dieperliggende oorzaken. • Het leerlingvolginstrument van de lagere afdeling verbreden, zodat meerdere aspecten van de persoonlijkheidsontwikkeling kunnen opgevolgd worden. • Systematisch op het onderwijskundig handelen reflecteren om de onderwijskwaliteit te verhogen. Wat betreft het algemeen beleid • Een gelijkgerichte visie op verschillende aspecten van het school- en klasleven verder ontwikkelen. • De kwaliteitszorg verder uitbouwen door valide en betrouwbare evaluatiegegevens te verzamelen en die systematisch te analyseren. • Het professionaliseringsbeleid optimaliseren door een onderwijskundige schoolprioriteit gezamenlijk te bepalen, die doelgericht uit te werken en de bijscholing daarop te enten. • Het onderwijskundig handelen van de leraren intentioneel opvolgen.
6.3
Wat moet de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden • Evenwicht in de muzische domeinen realiseren, zodat de eindtermen in voldoende mate bereikt worden. • Continuïteit en gradatie in het muzische aanbod binnen en over de groepen heen beogen. • De evaluatie van muzische vorming meer enten op de beoogde doelen. • De ontwikkeling van muzische vaardigheden over de groepen heen opvolgen. • De professionalisering inzake muzische vorming intensifiëren. Wat betreft de regelgeving • Het schoolreglement bijsturen conform de vigerende regelgeving van het inschrijvingsrecht (BaO 2012/01). • De uren kinderverzorging organiseren conform de vigerende regelgeving (Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs van 17 juni 1997, hoofdstuk II, art. 4ter).
26
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
7 7.1
ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenningsvoorwaarde ‘voldoen aan de onderwijsdoelstellingen’: GUNSTIG voor het kleuteronderwijs.
BEPERKT GUNSTIG voor het lager onderwijs omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor muzische vorming. Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 01-12-2015 opnieuw een controle uit.
7.2
Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de overige erkenningsvoorwaarden: GUNSTIG
Namens het inspectieteam
Voor kennisname
Patrick Durieux de inspecteur-verslaggever
Naam: het bestuur of zijn gemandateerde
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling
2782 - GO! basisschool De Klaver Destelbergen te DESTELBERGEN (Schooljaar 2012-2013)
27