VERSLAG KENNISTAFEL SANERINGEN EXTERNE VEILIGHEID (13) Datum: 31 maart 2011 Locatie: Utrecht VERGADERCENTRUM LA VIE, Lange Viestraat 351, Utrecht
De volgende bijeenkomst is op dinsdag 28 juni. De vergaderlocatie moet nog worden bepaald in verband met de excursie die op het programma staat.
Samenvatting Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting
10:10
10.30
Inleiding
Op deze bijeenkomst van de Kennistafel R.O. en Saneren verwelkomden wij een groot aantal nieuwe deelnemers. Daarom lichtte de voorzitter Walter de Koning kort toe wat het doel en de werkvorm van de bijeenkomsten zijn. Participatie en kennisuitwisseling staan centraal. Walter de Koning ging vervolgens kort in op de relatie tussen externe veiligheid (EV) en ruimtelijke ordening, de andere Kennistafels en het dagprogramma.
Verslag
In verband met het feit dat geen van de deelnemers van de vorige bijeenkomst aanwezig waren, is het verslag kort behandeld. De aanwezigen hebben geen opmerkingen of vragen bij de tekst van het verslag. Terugkoppeling acties uit het verslag: Actie 1: Nog niet uitgevoerd. Actie 2: Nog niet uitgevoerd. Actie 3: Een aantal geïnteresseerde medewerkers van provincies en gemeenten reageerden op de nieuwsbrief waarin deze bijeenkomst van de Kennistafel R.O. en Saneren is aangekondigd. Daarnaast nam de nieuwe secretaris Arjen van Dijk contact op met mogelijke geïnteresseerden. In totaal verwelkomden wij zes nieuwe deelnemers, naast de verschillende presentatoren van de bijeenkomst. De presentatoren zijn ook uitgenodigd voor de volgende bijeenkomsten van de Kennistafel.
Actualiteiten
Het Plan van aanpak risicosaneringen Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van de Nederlandse Gasunie NV is op 11 maart 2011 gepubliceerd. Hierin wordt de aanpak besproken van hogedruk aardgasleidingen met knelpunten voor het plaatsgebonden risico en / of met aandachtspunten voor het groepsrisico. Het plan geldt uitsluitend voor aardgasleidingen van de Nederlandse Gasunie NV. De andere leidingbeheerders werken aan een eigen aanpak. Naar verwachting wordt het Basisnet Spoor in de 2e helft van 2011 opgenomen in de Circulaire Risiconormering VGS. Het beleid zal waarschijnlijk op eenzelfde manier worden opgenomen in de Circulaire als het Basisnet Weg, in de vorm van een tabel met veiligheidszones en vervoerscijfers voor groepsrisicoberekeningen. Recentelijk heeft de Raad van State een uitspraak gedaan over het doorlopen van de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico bij een conserverend bestemmingsplan in Sittard-Geleen. De essentie van de uitspraak is dat ook bij uitsluitend conserverende bestemmingsplannen de verschillende stappen van de verantwoordingsplicht doorlopen moeten worden.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 1 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting Naar aanleiding van de uitspraak werkt het samenwerkingsverband van adviseurs EV Limburg (deskundigenpool EV) aan een blauwdruk voor de verantwoording van het groepsrisico bij conserverende bestemmingsplannen. Hierover meer in een volgende bijeenkomst. Naar aanleiding van de brand bij Chemie Pack voerde de VROM-inspectie een quick scan naar de veiligheidsituatie bij risicovolle bedrijven. Hieruit kwam naar voren dat de veiligheidsituatie bij 71 risicovolle bedrijven niet optimaal is. Om deze reden is een diepgaander vervolgonderzoek gestart. Toevoeging Paul van Leeuwen: Uit het onderzoek blijkt verder dat 25 van deze bedrijven zelfs slecht scoren op gebied van veiligheid.
10.30
11.45
Themabespreking
Presentatie Gerrit Renkema van de Nederlandse Gasunie NV
Buisleidingen:
Inleiding
Ruimtelijke
Het Nederlandse netwerk van hogedruk aardgasleidingen heeft een lengte van in totaal
implicaties &
12.156 kilometer. Hiermee is dit netwerk een zeer belangrijke en omvangrijke
sanering
transportmodaliteit. Voorheen werden aardgasleidingen op een diepte van 1,5 meter gelegd. Tegenwoordig is de diepteligging bij aanleg afhankelijk van wat er boven ligt. Het kan variëren van 1,2 tot 20 meter (bij boringen). Hogedruk aardgasleidingen en gasdruk- en meetregelstations Het standpunt van de Gasunie is dat als de aardgasleiding is opgenomen in de milieuvergunning, deze onderdeel is van de inrichting. Dit valt vaak samen met de afsluitingsmechanisme van het station. In dat geval is dus niet het Bevb van toepassing, maar de vergunning op basis van de Wet milieubeheer (Wm). Als een aardgasleiding niet onder de Wm-vergunning valt, is het Bevb van toepassing. Paul Kassenberg geeft aan dat de hogedruk aardgasleidingen bij stations veelal het invloedsgebied van de inrichting bepalen. Plaatsgebonden risico en belemmeringenstrook Artikel 6 van het Bevb geeft regels betreffende het plaatsgebonden risico. Daarnaast wordt ingegaan op de belemmeringenstrook. Voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen bedraagt deze zone vijf meter. Wel geeft de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) aan dat voor bepaalde hogedruk aardgasleidingen een kleinere belemmeringenstrook geldt van vier meter. In de toelichting van het Bevb staat dat de belemmeringenstrook gemeten wordt van het hart van de buisleiding en bij meerdere, parallelle buisleidingen vanaf het hart van de buitenste leiding (artikel 14). Met het inwerking treden van het Bevb zijn gemeenten ook verplicht om de hogedruk aardgasleidingen en de bijhorende belemmeringenstroken vast te leggen in bestemmingsplannen. Voor nieuwe bebouwing binnen een belemmeringenstrook moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: §
Er is geen sprake van grondroering.
§
Er worden geen (beperkt) kwetsbare objecten gerealiseerd.
§
De veiligheid van de buisleiding wordt niet door het bouwwerk geschaad.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 2 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting TIP: Niet alleen voor de buisleiding moet de belemmeringenstrook worden weergegeven. Dit moet ook worden gedaan voor de bijhorende afsluiters en de schema’s. Een belangrijk uitgangspunt is dat het Bevb niet van toepassing is op buisleidingen met gevaarlijke stoffen die binnen een veiligheidscontour liggen. Het gaat dan om de veiligheidscontour uit artikel 14 van het Bevi. Nieuwe hogedruk aardgasleidingen in ruimtelijke plannen Voor de aanleg van nieuwe hogedruk aardgasleidingen zijn drie opties: §
Past binnen het vigerende bestemmingsplan.
§
Via een nieuw bestemmingsplan of een omgevingsvergunning.
§
Via een Rijksinpassingsplan (Rip); alleen als het om zeer grote trajecten gaat van bijvoorbeeld 400 kilometer.
Marcel Scherrenburg: Is het jammer dat het Rijk niet het hele netwerk van aardgasleidingen als Rijksbelang heeft aangemerkt? En daarmee het bevoegd gezag is voor nieuwe leidingen? Gerrit Renkema: Bij de aanleg van nieuwe leidingen heeft het Rijk al een belangrijke coördinerende rol (Rijkscoördinatieregeling). Dit is vastgelegd in de Wro, de Gaswet en de Mijnbouwwet. Vanuit de Structuurvisie Buisleidingen heeft het Rijk ook een belangrijke rol. De Gasunie heeft een standaardartikel ten behoeve van de verwerking van hoge druk aardgasleidingen in ruimtelijke plannen opgesteld. Dit is ter beschikking van gemeenten en stedenbouwkundige bureaus die zich met bestemmingsplannen bezighouden. ACTIE: Gerrit Renkema verstuurde het standaardartikel recentelijk. Het zal op de website van Relevant worden geplaatst. Overigens wordt er ook een aangepaste variant voorbereid met andere R.O.-items rondom de stations (EV, geluid, stiltegebieden, afstanden bewoning etc.). Die is nog niet gereed. Ruimtelijke Ordening in beheerfase Het monitoren van bestemmingsplannen is een dagtaak voor acht RO-medewerkers van de Gasunie. NB dit zijn andere medewerkers dan de tracébeheerders van de verschillende regio’s. TIP: Voor bestemmingsplannen kan je het beste contact opnemen met de regiokantoren Oost (Deventer) en West (Waddinxveen). ACTIE: Gerrit Renkema zal een lijst opstellen met de relevante contactpersonen voor zowel tracébeheerders als bestemmingsplannen. Deze lijst of een link daar naar toe zal op Relevant worden gezet. Marcel Scherrenburg: In het Bevb wordt gesproken over het 100% letaliteitgebied? Zijn deze afstanden voor de verschillende typen aardgasleidingen ergens te vinden? Gerrit Renkema: Deze gegevens zijn alleen beschikbaar voor professionele gebruikers, via de professionele Risicokaart. Uit de reacties van de deelnemers blijkt dat de 100% letaliteitgebieden van hogedruk aardgasleidingen niet zichtbaar zijn op de professionele Risicokaart. ACTIE: Gerrit Renkema onderzoekt deze bevinding en koppelt terug. De 100% letaliteitgebied van een leiding is op te vragen bij de RO-medwerkers van de Gasunie (een lijst met contactpersonen volgt).
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 3 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting Aanpak saneringen groepsrisico en plaatsgebonden risico De aanpak van saneringsituaties bij het plaatsgebonden risico (kwetsbaar object binnen 10-6 contour) verschilt met de aanpak van saneringsituaties bij het groepsrisico (overschrijding van de oriëntatiewaarde). Meer informatie over de planning en de aanpak van de saneringsituaties is terug te vinden in het ‘Plan van aanpak risicosaneringen Bevb’ (zie de Relevant website). Het plan van aanpak is afgestemd met het ministerie van I&M en de VROM-inspectie. De aan te pakken saneringsgevallen voor het groepsrisico worden geselecteerd in overleg met het ministerie van I&M. Voor deze saneringsituaties geldt geen harde deadline. Het beschikbare budget voor alle saneringsituaties is beperkt. De aanpak van de verplichte saneringsituatie bij het plaatsgebonden risico krijgt voorrang. Daarna worden de belangrijkste saneringsituatie van het groepsrisico aangepakt (grootste overschrijdingen van het groepsrisico). Het standpunt van de Gasunie is dat het groepsrisico bij de geselecteerde situaties wordt teruggebracht tot een niveau ter hoogte van de oriëntatiewaarde. Er is overigens pas een saneringsplicht als de beschikking onherroepelijk is. Om de gemeente te informeren over de saneringsituaties, verstuurt de Gasunie informatiebrieven aan de betrokken gemeenten. De eerste brief gaat over de saneringsituaties voor het plaatsgebonden risico. De Gasunie verstuurde de eerste brief over de saneringsituaties voor het plaatsgebonden risico in week 13. De gemeenten met een saneringssituatie of een grote 10-6 contour op hun grondgebied zijn aangeschreven. Later volgt een tweede brief over de saneringsituaties voor het groepsrisico. Walter de Koning: Is het een idee om een aankondiging van de brieven te plaatsen op de website van Relevant of van VNG? Het liefst ook met een lijst van de aangeschreven gemeenten, zodat de gemeenten weten dat de brieven eraan komen. Een brief is in een grotere organisatie immers niet altijd makkelijk te traceren. Bovendien zal deze brief ook belangrijk zijn voor andere organisaties, zoals de veiligheidsregio’s. ACTIE: Paul Kassenberg gaat de mogelijkheden na voor het plaatsen van een aankondiging in combinatie met een lijst van de aangeschreven gemeenten.
11.45
12.30
Themabespreking
Presentatie Marcel Scherrenburg van Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA)
Buisleidingen:
In de presentatie zijn twee casussen besproken. De eerste casus gaat over een situatie
Casussen
waarbij de plaatsgebonden risico 10-6 contour van een hogedruk aardgasleiding over een
Milieusamenwerking
gedeelte van een woonwijk ligt. De tweede casus gaat over hogedruk aardgasleidingen die
Regio Arnhem
een camping doorkruizen. De camping ligt binnen de belemmeringenstrook van de aardgasleidingen.
Eerste casus ‘Woonwijk in Westervoort’ Nabij een woonwijk van het dorp Westervoort liggen twee hogedruk aardgasleidingen. Een van die leidingen heeft een plaatsgebonden risico 10-6 contour van 184 meter. Deze risicocontour ligt over de nabijgelegen woonwijk en over de accommodatie van een korfbalclub. Verder ligt de plaatsgebonden risico 10-6 contour over een dierenpension in de gemeente Duiven. De hoogte van het groepsrisico van beide leidingen is niet bekend. Het
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 4 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting vigerende bestemmingsplan voldoet aan de oude Circulaire, maar niet aan het Bevb. De gemeente Westervoort heeft tot slot een aanvraag gehad voor de bouw van een extra woning binnen de plaatsgebonden risico 10-6 contour van de hogedruk aardgasleiding. Paul Kassenberg: Deze situatie wordt meegenomen in de aanpak van de knelpunten voor het plaatsgebonden risico. Daarbij is het uitgangspunt dat de plaatsgebonden risico 10-6 contour wordt teruggebracht tot het niveau dat deze contour niet meer over kwetsbare objecten ligt. De beheerder (i.c. Gasunie) saneert volgens het Bevb in beginsel niet voor toekomstige bebouwing, maar na het terugbrengen van de plaatsgebonden risico 10-6 contour kan de extra woning worden gerealiseerd. Als de gemeente deze risicocontour verder wil terugbrengen, moet zij de kosten vergoeden van de extra benodigde maatregelen (in overleg met de Gasunie). Paul Kassenberg: Naar verwachting kan de saneringsituatie opgelost worden met toepassing van de maatregel ‘strikte begeleiding van graafwerkzaamheden’. Dit houdt in dat na een Klic-melding voor graafwerkzaamheden proactief contact wordt gezocht met de initiatiefnemer. Verder wordt het betreffende leidingdeel scherp in de gaten gehouden door de Gasunie (gebiedsmonitor). Verschillende deelnemers: Hoe is de maatregel ‘strikte begeleiding’ te borgen? Is het wel mogelijk om dit vast te leggen in het ruimtelijk plan? Gerrit Renkema: In het GIS-systeem van de Gasunie wordt deze maatregel opgenomen. Bij een Klic-melding krijgen wij dan een waarschuwing. De VROM-inspectie controleert de uitvoering van deze maatregel. Aanwezigen vinden dat er nogal wat risico’s aan deze maatregel kleven (hoe goed is de borging? En gaat dit altijd door?). Wellicht dat risicocommunicatie vanuit de gemeente hier een rol zou kunnen spelen. In het middagprogramma wordt dieper ingegaan op de daadwerkelijke realisatie van maatregelen die opgenomen zijn in bestemmingsplannen. Tweede casus ‘camping in Zevenaar’ Nabij de Duitse grens ligt een camping. Onder deze camping liggen twee hogedruk aardgasleidingen. Deze leidingen hebben geen plaatsgebonden risico 10-6 contour. Wel liggen de standplaatsen en stacaravans van deze camping binnen de belemmeringenstrook. De gehele camping is een kwetsbaar object. Voor de Structuurvisie Buisleidingen is onderzocht of de twee aardgasleidingen verlegd konden worden. Helaas is dit niet mogelijk. Paul Kassenberg: Uit ons onderzoek komt de camping niet voren als knelpunt voor het plaatsgebonden risico. Het bevolkingsbestand dat het RIVM voor het onderzoek ter beschikking stelde is namelijk een puntenbestand (aantallen personen per adres) . Dit bestand geeft oppervlakten niet weer als kwetsbaar object. In deze casus is geen sprake van een saneringsituatie voor het plaatsgebonden risico omdat de leidingen geen 10-6 contour hebben. Wel kan de oriëntatiewaarde van het groepsrisico worden overschreden. TIP: Het is – gezien de beperkte saneringsmiddelen - in het belang van gemeenten om snel te checken of alle locaties wel op de lijst van de Gasunie staan. Zij moeten zo nodig contact zoeken met de Gasunie als zij een ontbrekende saneringsituatie bespeuren.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 5 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting Gerrit Renkema: In deze situatie is een mogelijke maatregel het dieper leggen van een aardgasleiding door middel van boringen (bijvoorbeeld op 20 meter diepte). De belemmeringenstrook geldt namelijk ook verticaal/ diagonaal. TIP: Het Bevb vraagt een belemmeringenstrook van 5 meter. Dat is niet alleen horizontaal, maar ook verticaal. Paul Kassenberg: Het enige probleem is dat het programma Carola rekent met maximaal twee meter dekking. De voorgestelde oplossing is dat het bevoegd gezag risicoberekeningen uitvoert met Carola en vervolgens contact opneemt met Gasunie over het gesignaleerde probleem. TIP: Houd bij risicoberekeningen met Carola rekening met de beperking van het programma dat gerekend kan worden met maximaal 2 meter gronddekking. Carola geeft dus mogelijk te veel saneringssituaties aan.
12.30
13.15
LUNCH
13.15
13.45
Themabespreking
Presentatie Tineke van Woudenberg van provincie Zuid-Holland
Buisleidingen:
De presentatie gaat over een bestemmingsplan voor de wijk Transvaal in Den Haag. In het
Bestemmingsplan
plangebied ligt een hogedruk aardgasleiding met een groepsrisico dat de oriëntatiewaarde
Transvaal in Den
op twee locaties overschrijdt. De gemeente Den Haag wil een nieuw bestemmingsplan
Haag
vaststellen voor de woonwijk. Met het nieuwe plan wordt ook de realisatie van een woontoren mogelijk gemaakt (nieuwbouw). In de huidige situatie liggen al veel kwetsbare objecten in het plangebied.
Op twee locaties overschrijdt het groepsrisico van de buisleiding de oriëntatiewaarde: §
Bij de Haagsche markt wordt de oriëntatiewaarde overschreden met een factor
§
Bij de nieuwe woontoren wordt de oriëntatiewaarde overschreden met een factor
tien (bij een ongeval met een groot aantal slachtoffers). twee. De gemeente Den Haag stelt het bestemmingsplan op. Op basis van het provinciale Beleidsplan Extern Veiligheid, diende de provincie Zuid-Holland een zienswijze in (groepsrisico is door GS aangemerkt als ‘provinciaal belang ‘in de zin van de Wro). De VROM-inspectie diende een vergelijkbare zienswijze in. De brandweer gaf ook advies over het bestemmingsplan. In de ruimtelijke onderbouwing van het nieuwe bestemmingsplan was uitgegaan van een aanlegvergunningstelsel. Dit zou het groepsrisico met een factor tien moeten verlagen. Aan deze reductiefactor wordt sterk getwijfeld. In het brandweeradvies zijn maatregelen genoemd waarmee het groepsrisico zou kunnen worden verlaagd. Het advies gaat verder in op de vluchtwegen, de risicocommunicatie en de bluswatervoorziening. De gemeente moet de eisen en de maatregelen van de brandweer overnemen gezien de berekende overschrijding van het groepsrisico.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 6 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting Het bestemmingsplan is tot op heden niet vastgesteld. De planprocedure heeft stilgelegen in verband met de zienswijzen van de VROM-inspectie, van de provincie Zuid-Holland en het uitgebrachte brandweeradvies. De lokale afdeling van de SP kreeg ook lucht van deze zienswijzen en ondernam actie. De gemeente overlegt met de Gasunie over een intentieverklaring. In een overleg (maart 2011) zijn mondelinge afspraken gemaakt over te treffen maatregelen (onder andere de strikte begeleiding van graafwerkzaamheden). Paul van den Bergh: Hoe zorg je ervoor dat dergelijke organisatorische maatregelen uit het bestemmingsplan ook daadwerkelijk worden gerealiseerd? TIP: Op deze vraag is nog geen bevredigend antwoord te geven, wat wellicht mee moet wegen bij de verantwoording. Marcel Scherrenburg: In onze regio is in de beleidsvisie externe veiligheid van gemeenten opgenomen dat je pas rekening houden met maatregelen als je deze daadwerkelijk kan realiseren. Over de daadwerkelijke realisatie van maatregelen uit bestemmingsplannen meer in de laatste presentatie van deze bijeenkomst.
13.45
14.30
Gebiedsvisie
Presentatie Carla Jong van Havenbedrijf Amsterdam
Westpoort
Carla Jong, projectmanager Milieu & Ruimte bij het Havenbedrijf Amsterdam, geeft een toelichting op de gebiedsvisie Westpoort in Amsterdam, in het bijzonder het proces van tot stand komen, de dilemma's en de leerpunten uit het hele traject. Het Amsterdamse havengebied is ingeklemd in de stad Amsterdam, waardoor er veel druk is op het gebied. De haven is de 4e zeehaven van Noordwest-Europa. Het is een veelzijdige haven, hoewel deze vooral gericht is op kolen en olie. In de periode tot 2020 wordt een verdubbeling verwacht van de overslagcijfers. Tegelijkertijd is uitbreiding van het areaal niet mogelijk. Kortom, het gebrek aan ruimte neemt toe. Daarentegen wordt meer overslag verwacht en grotere veiligheidscontouren. Een belangrijk doel van de gebiedsvisie is dat binnen het havengebied geen kwetsbare groepen aanwezig zijn. Om dit doel te bereiken is in de gebiedsvisie een zone-indeling opgenomen: §
Zone 1 Ruimte voor risicobedrijven: Vestiging van nieuwe kwetsbare objecten of
§
Zone 2 Havengebonden, arbeidsintensieve bedrijven: In deze zone zijn
uitbreiding van bestaande objecten is niet toegestaan. industrieën gevestigd met veel werknemers. Deze bedrijven moeten calamiteiten- en rampenplannen opstellen. §
Zone 3 Meer stedelijke omgeving: In zone 3 kunnen relatief veel mensen verblijven. Voor de vestiging van risicobedrijven gelden beperkingen. Een aantal gedefinieerde niet-zelfredzame functies zijn beperkt mogelijk in deze zone.
De zone-indeling moet aan de ene kant meer ruimte bieden voor risicobedrijven en aan de andere kant meer ruimte voor de groei van werkgelegenheid.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 7 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting De transitie van delen van het havengebied (tot bijvoorbeeld woongebied) is geen onderdeel van de gebiedsvisie Westpoort. De gebiedsvisie is vastgesteld door zowel de gemeente Amsterdam als de provincie Noord-Holland. De provincie Noord-Holland is namelijk het bevoegd gezag voor de provinciale inrichtingen die in het havengebied gevestigd zijn. Ronald Kooman: Heeft Amsterdam de EV-gebiedsvisie overgenomen in de R.O.structuurvisie? Carla Jong: Hierover wordt nog een discussie gevoerd. Sommige gebieden in de gebiedsvisie zijn als transitiegebieden aangewezen. Op dit moment bekijken we hoe de gebiedsvisie kan worden doorvertaald naar bestemmingsplannen. Dit blijkt lastig te zijn. Ronald: Tips. Je zou kunnen denken aan de toegestane bouwhoogten, de staat van inrichtingen en de havengebondenheid van functies. Walter de Koning: Hebben jullie ook overwogen om een veiligheidscontour in te stellen op basis van artikel 14 van het Bevi? Carla Jong: We hebben dit destijds bekeken. Het instrument was met de kennis van toen lastig hanteerbaar. We kozen voor meer maatwerk en een gebiedsgerichte aanpak (de zone-indeling). Walter de Koning: De borging van de keuzes die gemaakt zijn in de gebiedsvisie in bestemmingsplannen is dus een nog op te lossen probleem. Hebben wij nog tips hiervoor? ACTIE: Ronald Kooman heeft voorbeeldteksten en zal deze doorsturen.
14.30
15.10
Onderzoek
Presentatie Paul van Leeuwen van de Regio De Vallei en Jeroen Neuvel van Saxion
daadwerkelijke
Jeroen Neuvel van Saxion en Paul van Leeuwen van de regio ‘De Vallei’ presenteren de
realisatie van
uitkomsten van een uitgevoerd onderzoek. In deze regio is onderzocht in hoeverre en op
maatregelen ter
welke manier geaccordeerde maatregelen in bestemmingsplannen ter beheersing van het
beheersing van het
groepsrisico daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
GR
Via literatuuronderzoek, dossieronderzoek, interviews met betrokkenen en inspectie op locatie is onderzocht: welke maatregelen zijn voorgesteld; in hoeverre in het plan opgenomen maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd; op welke manier toezicht op en handhaving van maatregelen plaatsvindt en waardoor maatregelen wel of niet gerealiseerd zijn. Op basis van de bevindingen worden aanbevelingen gegeven voor het verbeteren van de uitvoering van maatregelen. Inleiding door Paul van Leeuwen De regio ‘De Vallei’ is geen grote regio. Ede is de centrumgemeente. In de regio is redelijk wat industrie gevestigd, waaronder een aantal BRZO-bedrijven. De regio wordt daarnaast doorkruist door de A28, de A12, verschillende spoorlijnen (o.a. Amerfoort-Wageningen), een deel van de Rijn, een aantal hogedruk aardgasleidingen en een defensieleiding. In de regio leefde de verwachting dat maatregelen uit bestemmingsplannen nauwelijks worden uitgevoerd. Om deze reden is Saxion gevraagd onderzoek uit te voeren naar dit onderwerp. Hieraan werkten studenten meet van de minor Fysieke Veiligheid. Dit type onderzoek is nog niet eerder uitgevoerd in Nederland.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 8 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting Toelichting onderzoek door Jeroen Neuvel Het onderzoek bestaat uit twee stappen. §
Stap 1: Welke maatregelen worden voorgesteld?
§
Stap 2: In hoeverre zijn deze maatregelen uitgevoerd?
In de periode 2004-2009 zijn acht bestemmingsplannen onderzocht waarin maatregelen zijn opgenomen. Om te achterhalen welke maatregelen zijn voorgesteld en hoe deze zijn opgenomen in bestemmingsplannen voerden we een dossieronderzoek uit. Voor stap 2 zijn vervolgens interviews afgenomen met handhavers, adviseurs van de veiligheidsregio’s en overige partijen. Tot slot voerden we ook een praktijkonderzoek uit. Verschillende locaties in de regio zijn bezocht om te bekijken of maatregelen waren gerealiseerd . Het onderzoek leverde de volgende uitkomsten op: §
In de acht bestemmingsplannen zijn 34 maatregelen opgenomen.
§
In totaal zijn 16 maatregelen daadwerkelijk gerealiseerd.
§
De meeste gerealiseerde maatregelen hebben betrekking op de brandweerkolom (denk aan bluswatervoorziening, bereikbaarheid en risicocommunicatie).
Waarom zijn opgenomen maatregelen niet gerealiseerd? §
Oorzaak nr. 1: De juridische afdwingbaarheid van de voorgestelde maatregel. De
§
Oorzaak nr. 2: Het kostenplaatje van de maatregel.
§
Oorzaak nr. 3: De organisatie van de uitvoering. De uitvoering vereist een
maatregel is niet op te nemen op de kaart of in de regels.
combinatie van partijen en instrumenten. De taken en verantwoordelijkheden blijken echter onduidelijk belegd. Kortom, het realiseren van het met elkaar afgesproken veiligheidsniveau blijkt dus niet van zelfsprekend. Hiermee staat het realisme van de verantwoording van het groepsrisico onder druk. Het bevoegd gezag moet een besluit nemen, maar als de voorgestelde maatregelen niet uitgevoerd (kunnen) worden, valt de onderbouwing van het besluit weg. Ook bestuurlijk gezien is het niet gerealiseerd hebben van afgesproken maatregelen – bij evaluatie van het veiligheidsniveau, bijvoorbeeld naar aanleiding van een incident – een probleem. Aanbevelingen 1.
Er moet meer aandacht zijn voor de borging, denk daarbij ook aan de uitvoerbaarheid van voorgestelde maatregelen.
2.
Bedenk creatieve oplossingen voor uitvoering van de maatregelen (zie ook IPO 11).
3.
Kijk ook naar nut en noodzaak, neem doelen op in een structuur- of beleidsvisie en maak aan uitvoerders duidelijk welk veiligheidsniveau moet worden gehaald.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 9 van 13
Starttijd
Eind
Onderwerp
Samenvatting Discussie Ronald Kooman: Om te beginnen welk veiligheidsniveau wil ik als stad? Het startpunt moet zijn ‘wat wil ik bereiken en wie heb ik daarvoor nodig’. Dit past binnen een visiedocument. Hiermee voorkom je dat iemand risicocommunicatie wil als onderdeel van een bestemmingsplan en er vervolgens niks mee wordt gedaan. Kern: Leg in een visie/ nota vast hoe de uitvoering wordt geregeld. Dit hoeft niet per se in een visie externe veiligheid. Mandy Fan: Als adviseurs krijgen we nog weinig informatie over welke maatregelen zijn opgenomen en over de daadwerkelijke uitvoering van maatregelen krijgen we helaas nog minder informatie. Paul van Leeuwen: Het probleem is onder meer het doorgeven van informatie. Bij bijvoorbeeld één bestemmingsplan is voor een LPG-tankstation de doorzet opgenomen in het plan. Dit is niet doorgegeven aan de afdeling vergunningen, zodat er geen gevolg aan deze maatregel is gegeven. TIP: zorg voor een uitvoeringsparagraaf bij het ruimtelijk plan waarin is opgenomen wie verantwoordelijk is voor de daadwerkelijke realisatie van die maatregel. Ronald Kooman: Vertel het bestuur: ‘Je wilt wat op een gevaarlijke plek, neem dus maatregelen’. (het bestuur redeneert omgekeerd) TIP: Maak maatregelen ook hard in de verbeelding en de voorschriften en niet alleen in de toelichting. Jeroen: Dat een deel van de onderzochte maatregelen is gerealiseerd, berust deels op toeval. Er waren een aantal verantwoordelijke mensen die oplettend waren en aan de slag gingen met de maatregelen. Zij werden ook juridisch creatiever. In de regio was de gemeentelijke brandweer vaak op de hoogte van de voorgestelde maatregelen en zij voelde zich verantwoordelijk. Dit is overigens misschien niet altijd de meest logische partij. Paul van Leeuwen: Er komt een publieksvriendelijke versie van het onderzoeksrapport voor verdere verspreiding. ACTIE: Die versie zal op de Relevant-website worden gezet. Conclusie naar aanleiding van dit onderzoek: De borging van het daadwerkelijk realiseren van maatregelen die in ruimtelijke plannen zijn opgenomen zou veel beter moeten. Het is gewenst om hier in breder verband aandacht aan te besteden. ACTIE Walter de Koning: Mogelijkheden tot bespreking in breder verband nagaan.
15.10
15.15
Rondvraag
De volgende bijeenkomst vindt plaats op 28 juni 2011. De laatste bijeenkomst is gepland op 10 november 2011. Het jaar wordt afgesloten met het Relevant-congres op 29 november. Geen (i.v.m. de tijd)
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 10 van
Afspraken en acties §
Verbakel en Kooistra laten nog weten in welke gemeenten er kwetsbare objecten langs de weg liggen
§
(zie ook eindrapport Basisnet weg); voor spoor staat het vermeld in eindrapport spoor. Verbakel en Kooistra zoeken nader uit hoe bouwkundige maatregelen zich verhouden tot bouwvergunningvrije gebouwen (aanbouwen).
§
Na de bijeenkomst worden praktische tips en informatie over hogedruk aardgasleidingen op de website van Relevant gezet. Gerrit Renkema levert een lijst aan met de contactpersonen (R.O.-medewerkers). Het reeds toegestuurde standaardartikel voor bestemmingsplannen wordt op de website gezet.
§
Uit de reacties van de deelnemers blijkt dat de 100% letaliteitgebieden van hogedruk aardgasleidingen niet zichtbaar zijn op de professionele Risicokaart. Gerrit Renkema onderzoekt deze bevinding en koppelt terug.
§
Paul Kassenberg bekijkt of een aankondiging van de saneringsbrieven in combinatie met een lijst van de aangeschreven gemeenten geplaatst kan worden op de website van Relevant of VNG. Ronald Kooman stuurt voorbeeldteksten op over de uitwerking van een (gebieds-)visie in
§ § §
bestemmingsplannen. Jeroen Neuvel en Paul van Leeuwen versturen de publieksvriendelijke versie van het onderzoeksrapport voor publicatie op de website van Relevant. (het rapport is nog niet afgerond) Walter de Koning gaat na of de conclusie van het onderzoek naar de daadwerkelijke realisatie van maatregelen in breder verband besproken kan worden.
TIPS TIP: Hogedruk aardgasleidingen. Niet alleen voor de buisleiding moet de belemmeringenstrook worden weergegeven. Dit moet ook worden gedaan voor de bijhorende afsluiters en de schema’s. TIP: Hogedruk aardgasleidingen. Voor bestemmingsplannen kan je het beste contact opnemen met de regiokantoren Oost (Deventer) en West (Waddinxveen). TIP: Hogedruk aardgasleidingen. Het is – gezien de beperkte saneringsmiddelen - in het belang van gemeenten om snel te checken of alle locaties wel op de lijst van de Gasunie staan. Zij moeten zo nodig contact zoeken met de Gasunie als zij een ontbrekende saneringsituatie bespeuren. TIP: Hogedruk aardgasleidingen. Het Bevb vraagt een belemmeringenstrook van 5 meter. Dat is niet alleen horizontaal, maar ook verticaal. TIP: Hogedruk aardgasleidingen. Houd bij risicoberekeningen met Carola rekening met de beperking van het programma dat gerekend kan worden met maximaal 2 meter gronddekking. Carola geeft dus mogelijk te veel saneringssituaties aan. TIP: Bestemmingsplannen. Hoe zorg je ervoor dat dergelijke organisatorische maatregelen uit het bestemmingsplan ook daadwerkelijk worden gerealiseerd? Op deze vraag is nog geen bevredigend antwoord te geven, wat wellicht mee moet wegen bij de verantwoording. TIP: Bestemmingsplannen. Zorg voor een uitvoeringsparagraaf bij het ruimtelijk plan, waarin is opgenomen wie verantwoordelijk is voor de daadwerkelijke realisatie van een geaccordeerde maatregel. TIP: Bestemmingsplannen. Maak maatregelen ook hard in de verbeelding en de voorschriften en niet alleen in de toelichting.
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 11 van
Mogelijke agendapunten voor volgende bijeenkomsten Onderwerp
In bijeenkomst
·
Excursie Chemelot
·
Excursie Havengebied Amsterdam
14
·
Voortgang ‘spoorwachterhuisje’ door Edwin Pirson
In overleg
·
Conserverende bestemmingsplannen en verantwoording van groepsrisico door Edwin Pirson? Casus uit Den Helder door Gabie Ingelse
In overleg
·
In overleg
Deelnemers Naam
Organisatie
E
T
Milieusamenwerking Regio
[email protected]
026 – 497 6423
Aanwezig Marcel Scherrenburg
Arnhem Tineke van Woudenberg
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
070 – 441 71 15
Stefan Musch
Gemeente Amsterdam
[email protected]
020 – 520 63 34
Cees Mars
Brandweer Amsterdam-
[email protected]
020 – 555 64 74
Amstelland Mandy Fan
Veiligheidsregio Zaanstreek-
[email protected]
075 – 68118 25
Waterland Ronald Kooman
Gemeente Dordrecht
[email protected]
Paul Verhoeven
Milieuadviesdienst provincie
[email protected]
078 – 639 68 46 058 – 233 90 79
Friesland Paul van Leeuwen
Regio De Vallei
[email protected]
Gerrit Renkema
Nederlandse Gasunie NV
[email protected]
Paul Kassenberg
Nederlandse Gasunie NV
[email protected]
Carla Jong
Haven Amsterdam
[email protected]
Jeroen Neuvel
Saxion
[email protected]
053 – 4871023
Paul van den Bergh
Gemeente Amstelveen
[email protected]
020 – 540 45 59
Gemini Consultants
[email protected]
06 – 2210 65 27
ARCADIS
[email protected]
06 – 2706 05 47
Dick Boonstra
Provincie Noord-Holland
[email protected]
023 – 514 33 92
Ilse Vos
Gemeente Rheden
[email protected]
026 – 497 64 04
Dick Jan de Boer
Gemeente Rheden
[email protected]
Alex de Roos
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
Edwin Pirson
Gemeente Sittard-Geleen
[email protected]
046 – 477 87 07
Chris Vleer
Gemeente Tilburg
[email protected]
013 – 542 83 94
Voorzitter Walter de Koning Secretaris Arjen van Dijk Afwezig
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
pagina 12 van
Naam
Organisatie
E
T
Rogier Wegerif
Milieudienst Midden Holland
[email protected]
0182 – 545 762
Nannij van Rooij
Provincie Noord-Brabant
[email protected]
073 – 681 27 55
Debby Mulder
Provincie Gelderland
[email protected]
026 – 359 83 09
Hakan Eker
Gemeente Zaanstad
[email protected]
Arthur Koning
Gemeente Zaanstad
[email protected]
075 – 681 6431
Willem Niessink
Provincie Groningen
[email protected]
050 – 316 41 64
Marloes van Kemenade
DCMR
[email protected]
010 – 246 84 73
Aad Loendersloot
DCMR
[email protected]
010 – 246 83 86
Esther Temme
Provincie Limburg
[email protected]
043 – 389 78 62
Ruud van Henten
Gemeente Elburg
[email protected]
Peter Frijns
Ministerie I&M
[email protected]
Hugo Kuijjer
Ministerie I&M
[email protected]
070 – 339 40 63
Pieter-Tjeerd Westra
Gemeente Nijkerk
[email protected]
14033
Erik Thoonen
Provincie Gelderland
[email protected]
Karel Stijkel
Provincie Groningen
[email protected]
Ellen van der Heijden
Provincie Noord-Holland
[email protected]
Annemarie Wennekes
Gemeente Amsterdam
[email protected]
Titus Hofman
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
Roeland Heuff
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
Yde Hamstra
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
Agendaleden
Verslag kennistafel Ruimtelijke Ordening & Saneren externe veiligheid (13) 31 maart 2011
050 – 316 45 52
070 – 441 83 46
pagina 13 van