Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW VNO-NCW is de grootste centrale ondernemingsorganisatie van Nederland. Zij behartigt de gemeenschappelijke belangen van 175 brancheverenigingen met hun ruim 115.000 aangesloten ondernemingen. De vijf bij VNO-NCW aangesloten regionale werkgeversverenigingen en Jong Management vertegenwoordigen 10.000 persoonlijke leden. VNO-NCW representeert 90 procent van de werkgelegenheid in de marktsector. Postbus 93002, 2509 AA Den Haag Telefoon 070 349 03 49 Fax 070 349 03 00 Antwoordnummer VNO-NCW 070 349 03 66 (telefonische vraagbaak voor leden) Internet http://www.vno-ncw.nl
© VNO-NCW Februari 2007
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
INHOUD Voorwoord
5
Opening door Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW
7
Inleidingen Frits Bolkestein, hoogleraar intellectuele grondslagen van politieke ontwikkelingen en voormalig EU-commissaris voor de interne markt: 'Ondernemen in het Europa van morgen' Paul Scheffer, hoogleraar Faculteit voor Sociale en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam: 'Een zeker idee van Nederland' Ernest-Antoine Seillière, president Europese werkgeversorganisatie BusinessEurope: 'A vision for Europe' Ruud Lubbers, voorzitter Curatorium VNO-NCW, minister-president van 1982 tot 1994: 'Maastricht, Berlijn en verder'
9 13 18 23
Samenvatting van de twee forumdiscussies
29
Bijlage I Programma Bilderbergconferentie 2007
35
Bijlage II Verslag in Forum van 15 februari 2007
37
Bijlage III Interview met Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW, in Het Financieele Dagblad van 19 januari 2007
38
3
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
4
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Voorwoord In maart 2007 is het 50 jaar geleden dat West-Duitsland, Frankrijk, Italië en de Beneluxlanden de Europese Economische Gemeenschap oprichtten. Sinds 1 januari 2007 zijn maar liefst 27 landen lid van de Europese Unie. Het 'project Europa' is van onschatbare betekenis. Het heeft vrede en verzoening gebracht en welvaartsgroei. Nu zijn er nieuwe uitdagingen die alleen internationaal kunnen worden aangepakt: de internationale concurrentiepositie, klimaat en energie, veiligheid, immigratie en het omgaan met diversiteit. Op de 45e Bilderbergconferentie van VNO-NCW die plaatsvond op vrijdag 2 en zaterdag 3 februari 2007 in Hotel De Bilderberg in Oosterbeek, hebben de deelnemers zich indringend beziggehouden met deze uitdagingen. Deze publicatie geeft u de tekst van de inleidingen en een kort verslag van de gevoerde discussies. Jan-Willem van den Braak, Permanent Gedelegeerde VNO-NCW in Brussel en hoofd stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen februari 2007
Contactpersoon: Huib Klamer, secretaris Levensbeschouwing en Ondernemen,
[email protected], telefoon: 070 349 04 68
5
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
6
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Opening B e r n a r d Wi e n t j e s , v o o r z i t t e r V N O - N C W Ik heet iedereen van harte welkom. In het bijzonder de aanwezige oud-voorzitters: Steef van Eijkelenburg, die morgen zijn 85e verjaardag viert, Rien Timmer en Jacques Schraven. Verder de aanwezige politici, Tweede Kamerleden en europarlementariërs. Een zeer bijzonder welkom aan Ernest-Antoine Seillière, president van – ik zeg het voor het laatst – Unice, dat sinds enkele dagen is omgedoopt in BusinessEurope. Unice had een aantal bijklanken die voor sommigen wat onbegrijpelijk waren. De nieuwe naam geeft aan dat de business van Europe is verenigd in een groep van 39 leden, werkgevers- en ondernemersorganisaties. Onderwerp van deze conferentie is Europa. De belangstelling is enorm. Heeft dat te maken met het thema van deze conferentie of met het bijzondere karakter van de Bilderbergconferentie? Ik hoop met beide. Namens VNO-NCW vind ik – met mijn collega 's van MKB-Nederland en LTO Nederland – dat wij de 'lead' moeten nemen in de discussie over Europa. Europa begon als een droom in de 50er jaren. Een aantal bijzondere mensen kwam toen bij elkaar en bracht het Verdrag van Rome tot stand. Zij hadden een meeslepende visie, zo kan ik me nog herinneren uit mijn jonge jaren. In de geschiedenis van Europa zie ik golven van succes, maar ook diepe dalen. Aan het begin van de 80er jaren kwam Europa in moeilijkheden en nam het scepticisme toe. Dan nemen ondernemers – in Europa en in onze organisatie – leiding in de discussie over Europa. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het belangrijke project 'Europa 1992'. Ook toen was er weer een droom, een visie, met een fantastisch resultaat. Hetzelfde zag je met de euro. Ook daarover was eerst veel scepsis, maar uiteindelijk, toen de euro kwam, ook een golf van enthousiasme. Dat zie je vervolgens weer teruglopen. Nu zitten we opnieuw in een diep dal. Dat geldt speciaal voor ons land dat tegen de grondwet van Europa heeft gestemd. De facto staat Nederland nu buitenspel. Met grote zorg zagen we vorige week de bijeenkomst in Madrid van regeringsleiders van de landen die vóór het verdrag hebben gestemd. Dan ga je je afvragen: welke kant gaat het op? Voor onze ondernemersorganisatie is maar één ding belangrijk: Europa móet door, Europa is voor ons dé kans in de globaliserende wereld. Het is weer aan ons om – zo mogelijk samen met BusinessEurope – de leiding te nemen, de stuwende kracht te vormen, bij de hopelijk nieuwe droom van Europa. Als ik kijk naar de grote discussies over energie, milieu, integratie, en de strijd om de macht in de globalisering, dan zie ik bij al die onderwerpen dat Nederland alléén kansloos is; Nederland kan alleen overleven mét Europa. Ik hoop van harte dat er weer droombeelden komen over Europa als een veilig en duurzaam systeem, met veilige grenzen, innovatieve slagkracht – denk aan de Lissabon-agenda –, zodat we de komende periode weer met vertrouwen tegemoet kunnen gaan. Daarover zullen we vandaag en morgen veel horen. We hebben een fantastisch programma. Het voorzitterschap van de conferentie draag ik over aan Peter van Ingen, bekend van het TV-programma Buitenhof.
7
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
8
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Inleidingen Fr i t s B o l k e s t e i n ' O n d e r n e me n i n h e t E u ro p a v a n mo r g e n ' 1. Opkomende landen In 2005 namen de opkomende landen – 'emerging economies', waaronder India en China – meer dan de helft van het BBP van de wereld (tegen koopkrachtpariteiten) voor hun rekening. Zij consumeren nu meer dan de helft van de energie van de wereld en waren over de periode 2000-2005 verantwoordelijk voor 80 procent van de groei van de vraag naar olie. In zekere zin hernemen China en India hiermee hun historische plaats want tot het einde van de negentiende eeuw waren zij de grootste economieën. Ik geef toe: het is even wennen. Maar deze ontwikkeling is onafwendbaar en voor honderden miljoenen mensen positief. Het IMF voorspelt dat over de volgende vijf jaar de economische groei van de opkomende landen gemiddeld 6,8 procent zal bedragen tegen 2,7 procent voor ontwikkelde landen. The Economist noteert dat de eerste tien jaar van de 21ste eeuw de snelste groei van het gemiddelde wereld-inkomen van de geschiedenis zullen laten zien1. Het is duidelijk dat de opkomende landen een krachtige motor van de economische groei zijn want de helft van de uitvoer van de VS, de EU en Japan gaat er naartoe. Die impuls is dubbel welkom in de EU waar de demografische omslag de neiging heeft de groei te vertragen. Twee aspecten van deze historische ontwikkeling vragen om bijzondere aandacht. Het eerste betreft de voorraad vreemde valuta van de opkomende landen – 70 procent van het totaal in de wereld. Tot nog toe heeft een aantal Aziatische tresorieën het Amerikaanse tekort op de lopende rekening met kolossale bedragen gedekt. De vraag is hoe lang zij daarmee door zullen gaan. In het geval van China zal een beter functionerende bancaire sector steeds meer liquiditeit naar de binnenlandse economie kunnen sluizen. Daarnaast is het niet aantrekkelijk geld te beleggen in een depreciërende valuta, zodat naar verwachting steeds meer geld in euro's zal worden geplaatst. Voor de EU is dat ongunstig want volgens DNB leidt een stijging van de effectieve koers van de euro met 10 procent in het eerste jaar tot een daling van de economische groei met 0,4 procent2. Voor de VS lijkt dit ook ongunstig want een dergelijke ontwikkeling zou tot een zich versnellende daling van de koers van de dollar kunnen leiden, totdat een nieuw evenwicht is bereikt. Dat zal de wereldeconomie verstoren. Aan de andere kant kan de huidige situatie ook niet voortduren, waarbij honderden miljoenen arme mensen de rijkste consumenten ter wereld subsidiëren. 1 2
The Economist, 'The New Titans. A Survey of the world economy', 16 september 2006 DNB, Kwartaalbericht maart 2004: 'Nederland in het euro-gebied', blz. 19
9
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Het tweede aspect is de arbeidsinkomensquote, d.w.z. het aandeel van lonen en salarissen in de totale toegevoegde waarde. Dat is nu lager dan het in de afgelopen dertig jaar is geweest. Hoe komt dat? 2. AIQ De mogelijkheid voor werkgevers productie naar lage-lonen-landen te verplaatsen, betekent dat werknemers-organisaties minder onderhandelingskracht hebben. Ten tweede zorgt immigratie in bepaalde sectoren voor een neerwaartse druk. Ik vermoed dat in de restaurants van Londen nauwelijks een autochtone Brit bedient. Meer in het algemeen heeft de entree van Rusland, China en India in de markteconomie het gevolg dat het aantal beschikbare werknemers in de wereld is verdubbeld van 1,5 tot 3 miljard. Dat omvat niet alleen handwerkslieden maar ook wetenschappers en ingenieurs. Daarvan produceren India en China nu meer dan de VS, de EU en Japan tezamen. Ook moet worden vermeld dat hoog geplaatste ondernemers een groot deel van de inkomensgroei in beslag nemen. Dat is onwenselijk. De top 1 procent van Amerikaanse verdieners ontvangt nu 16 procent van alle inkomens, tegen 8 procent in 1980. Maar zolang aandeelhouders daar accoord mee gaan, is het moeilijk er wat aan te doen. Wij kennen immers ook de 'freedom to contract'. Het is belangrijk dat deze toestand wordt verbeterd want, zo niet, zal de politieke druk tot protectionisme steeds verder groeien. En protectionisme is het laatste wat wij nodig hebben. Hiermee kom ik op de Europese Unie. 3. De Europese Unie De Doha-ronde is mislukt. Dat komt onder andere door de Europese landbouwpolitiek. Door een onderonsje van kanselier Schröder en president Chirac is die tot 2013 vastgenageld, hoewel Duitsland eerst vrijhandelaar inzake landbouw was. Mijn ervaring is dat wanneer Frankrijk en Duitsland ruzie hebben, de Fransen altijd winnen. De neiging van Commissaris Mandelson om bilaterale handelsovereenkomsten te sluiten, mag overigens niet worden ondersteund want zij doorbreekt twee grondbeginselen van de WTO: de nondiscriminatie en de most-favoured-nation clausules. De basis van de Europese Unie wordt gevormd door de interne markt, concurrentiepolitiek en internationaal handelsbeleid. Over de handelspolitiek heb ik net gesproken. Laat ik nu iets zeggen over de interne markt, waarvoor ik vijf jaar verantwoordelijk ben geweest. Ik meen dat er in die tijd het een en ander is bereikt, zeker wat betreft de financiële dienstverlening. Maar ik heb ook nederlagen moeten incasseren, vooral in het Europees Parlement. Een daarvan was mijn voorstel, grensoverschrijdende overnames van ondernemingen gemakkelijker te maken. Helaas, ik kwam één stem tekort. Dat was jammer. Aan de ene kant vraagt men naar een Europese industriepolitiek, aan de andere kant verwerpt men een belangrijk instrument daarvan.
10
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
4. De dienstenrichtlijn Met mijn voorstel voor een richtlijn over diensten is het beter afgelopen maar niet veel beter. Ook dat is jammer want 70 procent van de Europese economieën bestaan uit diensten en marktopenende maatregelen hebben altijd een positief effect op economische groei en werkgelegenheid gehad. Daarbij komt dat de richtlijn slecht is begrepen. Zij betreft geen liberalisering, geen privatisering, geen werknemers, geen gedetacheerd personeel. Art. 49 en 50 van het verdrag van Rome leggen de vrijheid van dienstenverkeer vast. Die vrijheid wordt gefrustreerd door tal van bureaucratische obstakels. Slechts 20 procent van de diensten wordt over de grens verhandeld. De richtlijn wilde een eind aan die obstakels maken. Het debat over die richtlijn was zeer gepolitiseerd, vooral in Frankrijk. Volgens sommigen was zij verantwoordelijk voor het Franse 'non' tegen het grondwettelijk verdrag. Dat lijkt mij te veel eer. Dat 'non' stoelt op de Franse argwaan tegen concurrentie. Het officiële Frankrijk houdt daar niet van. Daar wil men het liefst dat de staat de taken verdeelt. Veel Fransen hebben nog steeds moeite met de markt-economie. Het particuliere bedrijfsleven kijkt daar natuurlijk anders tegen aan. Dit verklaart ook waarom de Fransen zo ongerust zijn over de uitbreiding van de EU. Wat is de plaats van Frankrijk in het uitdijende Europa? Vroeger werd Brussel beschouwd als een voorstad van Parijs. Dat is niet langer zo. En de Franse taal wordt door de tien toetreders niet begrepen. In de jaren vijftig zei Dean Acheson: "Britain has lost an empire and not yet found a rôle." Iets dergelijks zou men nu over Frankrijk kunnen zeggen. Te luisteren naar Laurent Fabius, voormalig minister-president en ex-kandidaat voor de presidentiele verkiezingen, is links-Frankrijk nog niet klaar voor de 21ste eeuw. Wat hij voorstaat, is re-nationalisatie, meer overheidsuitgaven en een veel hoger minimumloon. Nu heb ik Laurent Fabius in de Ecofin-raad leren waarderen als een uitermate schrander en behendig politicus. Blijkbaar vindt hij deze ouderwetse rhetorica nodig om aanhang te verwerven. Maar of het nationalisme van Sarkozy beter zal blijken te zijn, is geheel en al onzeker. Groot Brittannië beleeft ook een fin-de-règne nu Tony Blair gezegd heeft te zullen opstappen. Zijn meest waarschijnlijke opvolger Gordon Brown heb ik leren kennen als buitengewoon weinig geïnteresseerd in de EU. 5. Europees Sociaal Model Er wordt wel eens gesproken over een Europees Sociaal Model dat een contrast zou vormen met een Angelsaksisch model. Ik zou niet weten hoe dat Europees Sociaal Model eruitziet want Zweden, Frankrijk en Polen zijn te verschillend voor één model. Een nadere precisering is het Rijnlandse model. Dat zou dan manifest zijn in de Franse en Duitse economieën. Maar wat zien we daar? Hoge werkloosheid en lage groei. Het is maar
11
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
goed dat Nederland sinds 1982 geleidelijk afstand heeft genomen tot dat Rijnlandse model zodat de werkloosheid hier relatief laag kan zijn. In feite heeft dit kabinet drie zaken weten te verlagen: werkloosheid; het financieringstekort (nu een overschot); en de lastendruk. Een voorbeeld voor Europa. Jean-Claude Juncker, de minister-president van Luxemburg, zei eens: we weten allemaal wat ons te doen staat; wat we niet weten, is hoe we daarna herkozen worden. Alleen sterke regeringen kunnen hervormingen doorvoeren. Maar daaraan ontbreekt het juist. En denk niet dat die hervormingen uit Brussel zullen komen. Zij zijn en blijven een nationale taak – een nationale verantwoordelijkheid. Vandaar dat de werkloosheid in Nederland 5 procent bedraagt en in Duitsland meer dan het dubbele. Het is dus niet zo dat natie-staten in Europa geen rol meer zouden spelen, zoals soms wordt beweerd. Het belang van Brussel is reëel. Denk aan de overname-richtlijn, de diensten-richtlijn en het hele actieplan voor de financiële dienstverlening met zijn 41 maatregelen. Maar dat belang moet ook niet worden overschat. De belangrijkste sociaal-economische parameters blijven afhankelijk van nationaal beleid. 6. Het constitutionele verdrag Verkeert de EU in een crisis? Ik zou niet weten waarom. Ik was voorstander van het constitutioneel verdrag want het is beter dan het verdrag van Nice. Maar de EU functioneert gewoon door, met tekortkomingen en al. Er is nog steeds geen gemeenschapsoctrooi en dat komt niet door de afwijzing van dat verdrag. Er is nog steeds geen Europese politiek inzake Irak en dat komt niet doordat er geen Europese minister van buitenlandse zaken is. In de tijd van de Nederlandse Gouden Eeuw hadden de Zeven Provinciën een staatsinrichting die te krakkemikkig voor woorden was. Zij heeft onze eminente positie op het gebied van handel, zeevaart, wetenschap en cultuur niet kunnen schaden. Hetzelfde constitutioneel verdrag nog eens voorstellen zou een belediging voor het Franse en het Nederlandse volk zijn. Wat er nu moet gebeuren, is de slechte delen weglaten en de beste delen – die betreffende de besluitvorming – bewaren om een slanker verdrag ter ratificatie voor te stellen. Vroeg of laat moest een Nederlands 'nee' komen, waartegen ook. In de jaren zeventig en tachtig leefden wij in de illusie van het eurofederalisme, hoewel iedereen had kunnen begrijpen dat sinds de toetreding van het VK in 1973 die illusie voos was. Die zeepbel van overspannen verwachtingen moest eens barsten en dat is nu gebeurd. Wat nodig is, is een dedramatisering van de Europese Unie. En wat de mensen in Brussel moeten doen, is ophouden de zaken mooier voor te stellen dan ze zijn.
12
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Pa u l S c h e f f e r ' E e n z e k e r i d e e v a n N e d e r l a n d ' Telkens weer hoorde je klagen in de weken die vooraf gingen aan het referendum over de grondwet: "het gaat de tegenstanders helemaal niet om de Europese politiek, maar om de binnenlandse politiek." Ook achteraf heette het: de regering was niet populair en daarom is het mis gegaan. Maar dat is een merkwaardige redenering, want is het doel van de Europese integratie nu juist niet de vermenging van binnenlandse en buitenlandse politiek? We horen toch steeds dat zestig procent of meer van onze wetten in Brussel tot stand komt: hoe kunnen we dan het oordeel over de grondwet en over de regering scheiden? Zo gezien heeft het 'nee' tegen de grondwet iets te maken met een kritische blik op de eigen samenleving en is omgekeerd de kritiek op de vormgeving van de integratie ook een reden om de regering met minder vertrouwen te bejegenen. Het onbehagen over de eigen samenleving en over de eenwording van Europa zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hoe kunnen we dat onbehagen nader omschrijven? Een recent onderzoek toont een op het eerste oog merkwaardig beeld van de stand van ons land. De houding van de meeste ondervraagden laat zich samenvatten met de gedachte 'met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht'. Tegen die achtergrond laat zich misschien verklaren dat bij de laatste parlementsverkiezingen alle partijen die het over gemeenschapszin hebben, veel kiezers hebben getrokken, terwijl de partijen die een meer liberale toon aanslaan zonder uitzondering hebben verloren. Het gegroeide onbehagen werd ook zichtbaar door een onderzoek in opdracht van De Nederlandsche Bank. De uitkomst was dat het vertrouwen van burgers in de instituties afneemt. Neem het vertrouwen in het parlement: twintig procent heeft helemaal geen vertrouwen, niet minder dan zo'n vijfenveertig procent zegt daar niet zo veel vertrouwen in te hebben. Je kunt zeggen dat was vijf jaar geleden nog wel anders en dus kan het ook weer omslaan. Dat is waar, maar wanneer één op de vijf mensen in Nederland niet meer gelooft in de kerninstitutie van onze democratie en twee op de drie weinig tot niet, dan weten we dat wat ik ooit heb proberen te omschreven als de 'opstand der burgers', nog lang niet achter ons ligt. Het komt er in tal van Europese landen op neer dat een kwart tot een derde van de kiezers zich niet meer vertegenwoordigd voelt door de partijen van het midden. Wie in ons land de stemmen op Wilders, Verdonk en Marijnissen, met al hun onderlinge verschillen, bij elkaar optelt, komt tot één op de drie stemmers. Het referendum over de Europese grondwet heeft bewezen dat er niet veel voor nodig is om uit die eenderde een meerderheid te laten ontstaan. Dat zou toch een gevoel van urgentie teweeg moeten brengen en misschien verklaart dat wel het stilzwijgen rond de formatie. De beslotenheid verried op zijn minst enig ongemak. De partijen van het midden zijn meer dan ooit op elkaar aangewezen. De politieke instabiliteit van de afgelopen jaren vraagt om een duiding die verder gaat dan de winst- en verliesrekening van enkele verkiezingen. Het probleem ligt dieper en zal ons in de komende jaren nog zeer gaan bezig houden. Er loopt een breuklijn door Nederland, die helemaal niet Nederlands is, maar kenmerkend is voor alle Europese samenlevingen.
13
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
De bekende socioloog Manuel Castells zegt het zo: "Tegenover elkaar staan een kosmopolitische elite, die in dagelijkse verbinding staat met de gehele wereld, en een tribalisme van lokale gemeenschappen, die zich terugtrekken in hun eigen ruimte als een laatste verweer tegen de macrokrachten die buiten hun greep hun leven bepalen." Die zin over 'een laatste verweer' moeten we tot ons laten doordringen. Want wat nu te gemakkelijk als nostalgie wordt afgedaan, is inderdaad een poging om weer greep te krijgen op de grote en dus anonieme krachten die het dagelijks leven meer en meer bepalen. De afwijzing van verdere immigratie door een aanzienlijke meerderheid van de bevolking kan als een aanwijzing worden gezien. Of de al eerder genoemde verwerping van de grondwet voor Europa. Dat zijn geen merkwaardige aandoeningen van een naar binnen gekeerd Nederland, maar een verschijnsel dat we overal in Europa kunnen zien. De zeer terechte conclusie van Castells luidt: "De grootste uitdaging voor de Europese steden is hoe de mondiaal georiënteerde economische functies van steden in verband moeten worden gebracht met de plaatselijk gewortelde samenleving en cultuur." Wat voor de steden geldt, is van toepassing op de samenleving als geheel. Gevraagd is een zeker idee van Nederland. Dat 'zeker' is natuurlijk dubbelzinnig. Het verwijst naar een voorspelbaar idee over de samenleving in de wetenschap dat zekerheid in de huidige wereldwanorde altijd gaat om een streven en nooit om een garantie. In een open samenleving bestaat altijd een mate van onzekerheid, die echter niet lichtvaardig mag worden verondersteld, omdat de baten en lasten van die onzekerheid zeer ongelijk zijn verdeeld. Sommigen varen wel bij de wereldeconomie in wording, anderen dreigen de verliezers te worden. Openheid in tijden van globalisering is dan ook helemaal niet vanzelfsprekend. Integendeel, het zal grote betrokkenheid en inspanningen vergen om te voorkomen dat aanzienlijke groepen in de samenleving zich steeds wrokkiger zullen afkeren van de buitenwereld. Het antwoord begint met een heroverweging van de betekenis van zelfbeschikking in tijden van economische globalisering. Teveel is geredeneerd met dreigingsbeelden, in de trant van 'we worden er misschien niet beter van, maar we moeten wel, anders kunnen we de concurrentie met India en China niet meer aan.' Zeker Nederland is geen eiland, maar het vermogen tot aanpassing in een samenleving is afhankelijk van een eigen idee van ordening. Vergeten we dat laatste en gaan we werkelijk denken dat we allemaal burgemeesters in economische oorlogstijd zijn, dan zal de weerstand tegen aanpassing enorm toenemen. Dat hebben de afgelopen jaren wel bewezen. Wanneer we vooral denken in termen van dreiging, dan zullen er nieuwe meerderheden ontstaan die alle hervormingen afwijzen uit naam van een eigen identiteit. Er is zeker ruimte om in deze nieuwe omgeving van een steeds meer internationale economie eigen keuzen te maken. De vrijheidsgraden om te handelen zijn groter dan vaak wordt verondersteld, al was het maar omdat veel problemen, zoals de hoge arbeidsongeschiktheid of de vergrijzing, van eigen makelij zijn. Wat we nodig hebben, is een stabiel idee over een nieuw sociaal compromis dat oog in oog met de opkomst van de lage lonen landen verdedigd kan worden. Nu hebben veel burgers terecht de indruk dat de
14
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
ene hervorming na de andere komt zonder dat het einde van de afkalving in zicht is. Een voorbeeld van hoe het wel kan, is de stapsgewijze verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd in Amerika. Om de combinatie van economische vitaliteit en culturele diversiteit vol te houden is een duurzaam idee over Nederland nodig. In tijden van globalisering hebben we het over de verandering van een gemeenschap, die een doorlopende en herkenbare geschiedenis heeft. Het gaat er dus om hoe we het erfgoed en openheid kunnen verzoenen, hoe we loyaliteit en tolerantie met elkaar in verband kunnen brengen. Dat is niet gemakkelijk, maar wel zeer noodzakelijk. Want wie het onderhoud van het erfgoed weggooit mist de kern van burgerschap, die we kunnen omschrijven als het besef deel uit te maken van een groter geheel, als het besef ook dat er iets aan je vooraf is gegaan en ook na je komt. Daarom is voor de toekomst van Nederland als vrijplaats de cultuur in brede zin opgevat, van levensbelang. Wie niet een subtiele omgangsvorm met het eigen erfgoed in openheid kan vinden, zal vroeger of later een rauwe uitleg van die identiteit midden in het gezicht terugkrijgen. Het debat over de historische canon is een eerste uiting van die zoektocht. Die canon van Frits van Oostrom en de zijnen is terecht geen optelsom van verworvenheden van deze samenleving, maar juist gericht op de overdracht van het besef dat een open samenleving een kwetsbare uitkomst is van een lange geschiedenis van vallen en opstaan. Dus het gaat niet allen om Rembrandt en Thorbecke, maar ook over de slavernij en Srebrenica. Zo'n duurzaam idee van Nederland brengt ook een andere kijk op Europa met zich mee. De integratie is dan niet meer alleen een doel in zichzelf – het oude en nog steeds zeer relevante ideaal van eeuwige vrede –, maar heeft ook tot doel om een bescherming te bieden aan de nationale democratieën in tijden van globalisering. De Europese Unie moet niet de nationale rechtsstaten, verzorgingsstaten en rijkswaterstaten willen vervangen, maar juist ondersteunen. In sommige opzichten betekent dat misschien minder Europa, maar op tal van gebieden juist meer Europa. De Unie is in enkele decennia uitgegroeid tot een grote gemeenschappelijke markt, waarin een aanzienlijke mate van bewegingsvrijheid bestaat. Deze toegenomen vrijheid heeft echter een nieuw veiligheidsprobleem opgeroepen. Hoe bestrijden we grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme in een Europa waar iedereen zich min of meer vrij kan bewegen? En na de opheffing van de binnengrenzen is de prangende vraag geworden: hoe beschermen we onze gemeenschappelijke buitengrens? Hoe verhinderen we dat landen als Spanje, Italië, Griekenland of Polen de doorvoerhaven worden van bijvoorbeeld illegale immigratie? Het bewustzijn groeit dat na het afschaffen van de binnengrenzen de bewaking van de buitengrens van cruciale betekenis is voor het 'fort' dat Europa ook wil zijn. De weerstanden om de grenzen als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te zien zijn behoorlijk groot, want grensbewaking geldt nog steeds als een bij uitstek nationale aangelegenheid. Enige beweging is vaststelbaar, er komt namelijk een 'agency for the management of operational cooperation at the external borders'. Die uiterst omslachtige aanduiding stemt zacht gezegd niet echt gerust en verraadt dat het een beladen kwestie betreft.
15
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Op dit terrein ligt een groot legitimatieprobleem van Europa, dat zeker na de uitbreiding in oostelijke richting door veel burgers als een bron van onveiligheid wordt gezien en niet als een bescherming. Het wegvallen van grenzen heeft in tal van landen geleid tot de opkomst van politici die sluiting van de grenzen bepleiten. Maar zoals gezegd: Europa is veel meer dan een doel op zichzelf, de integratie moet juist bijdragen aan de stabiliteit van de nationale democratieën. Naast een zeker idee over Nederland, moet Europa zich dan ook als een veiligheidsgemeenschap opvatten. Bij een betere bewaking van de buitengrenzen hoort ook een goed overdacht en dus selectief immigratiebeleid. Overal duiken echter pleidooien op voor een nieuwe generatie gastarbeiders, die we nu diplomatiek seizoenarbeiders noemen. We denken nog steeds dat die weer teruggaan en spreken over 'circulaire migratie'. Laten we de feiten in ogenschouw nemen. Talloze kinderen van de vorige generatie gastarbeiders zijn slecht opgeleid en hebben geen startkwalificatie. De Amsterdamse wethouder Aboutaleb schat hun aantal voor alleen al zijn eigen stad in de komende jaren op tienduizenden. Door de migratie uit het Oosten worden ze voorbij gelopen. Dat is op zichzelf al een probleem, dat we zeer zouden verergeren door opnieuw laagopgeleide migranten van buiten de uitgebreide Unie naar ons land te laten komen. De beweging van mensen, goederen, ideeën en geld over oude grenzen heen heeft een hoge vlucht genomen. Daardoor nemen de mogelijkheden af om vorm te geven aan de eigen samenleving. Anders gezegd: de individuele vrijheid is enorm toegenomen, maar het gevoel van machteloosheid ook. Uit het eerder aangehaalde onderzoek blijkt dat er een breuk is ontstaan tussen het oordeel van mensen over het private leven en de publieke sfeer. Terwijl velen in positieve zin over het eigen leven denken, is de houding tegenover de samenleving somber. Het wantrouwen in Nederland vindt daarin een verklaring. Wanneer de samenleving naar binnen gekeerd raakt, moeten we daar allereerst een verdedigingsmechanisme in leren zien. Nostalgie gaat over een gevoel van verlies dat serieus moet worden genomen. Voor velen staat verandering gelijk aan minder bescherming. We hebben ook veel te verliezen, maar we kunnen uit de nood een deugd maken, wanneer we begrijpen dat de vrijheden in diskrediet kunnen raken. Dat zijn wezenlijke vragen die ons komende jaren moeten bezighouden en ook gevolgen hebben voor de manier waarop de integratie van Europa verder vorm krijgt. Het is te vroeg gebleken voor een grondwet, die eigenlijk helemaal geen grondwet was, maar het midden hield tussen een klassiek verdrag tussen staten en een echte grondwet. Het functioneren van de instituties kan worden verbeterd met een nieuw verdrag en vervolgens moet verder worden gewerkt aan een echte grondwet, die mensen wel kan inspireren. Degenen die zeggen dat we na dit dubbele 'nee' nu de ergste crisis van Europa meemaken, kennen de geschiedenis van de Europese integratie niet. We hebben het vaker gezien: 'reculer pour mieux sauter', een stap terug om er weer twee vooruit te kunnen zetten. In de jaren vijftig bleek een defensiegemeenschap te vroeg te komen, het duurde dertig jaar voordat de Economische en Monetaire Unie (EMU) er kwam en over het landbouwbeleid zijn we van de ene botsing naar de andere gegaan. Dat wil zeggen: de mislukkingen horen
16
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
bij de eenwording van Europa. Hoe pijnlijk ook, de dubbele afwijzing van de grondwet is het begin en niet het einde van de democratisering van Europa. Het verzoenen van openheid en afsluiting, van erfgoed en openheid vraagt om een evenwichtskunst van burgers en bestuurders die allerminst gemakkelijk is. Het probleem van de elites is dat ze geen verhouding hebben gevonden tot de onzekerheid en de afsluiting die gaande is. Neem oud-premier Ruud Lubbers die onlangs in een beschouwing de goed bedoelde, maar erg zweverige zinnen noteerde: "Wij moeten allemaal gaan participeren als transnationale burgers om die grote transnationale wereld tot een betere plek te maken". Het is een doodlopende weg om burgers eraan te herinneren dat ze wereldburgers zijn geworden, wanneer niet tegelijkertijd wordt gezocht naar antwoorden op de behoefte aan zekerheid en duurzaamheid. We begonnen niet voor niets met een verwijzing naar het onderzoek waaruit bleek dat veel mensen zeggen "met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht".
17
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
E r n e s t - A n t o i n e S e i l l i è re ' A v i s i o n f o r E u ro p e ' Allow me first of all to thank VNO-NCW, the Voice of Dutch business, for having invited me to address the Bilderberg Conference. I am particularly happy to be able to present to this distinguished audience the priorities of BusinessEurope in my capacity as President of this organisation which works to defend the well-being of European businesses vis-à-vis the European institutions. I had the honour to be elected President in June 2005 for a mandate of two years which was renewed at the latest meeting of our Council of Presidents in Helsinki in December 2006, extending my term of office until June 2009. When I started, Europe was immersed in one new crisis due to the negative referenda in your country and in mine (France). In this context, my main aim – which I intend to achieve during my presidency – is to widen, clarify and render more forceful the communication and spheres of action of the organisation and to put all the efforts of BusinessEurope to make Europe the most competitive economy in the world. One of the first steps is the change of name and logo which is from last 23 January BusinessEurope and why? Because Business, at the heart of Europe, creates growth and jobs, for the prosperity of the European citizens. I have agreed with my counterparts in our 39 member federations – and always with the support of VNO-NCW – which are the communication and action priorities that BusinessEurope must deploy in the years ahead. We have designated six major themes on which we would like to work shoulder to shoulder with the European institutions: 1. Implement the reforms for growth and jobs 2. Integrate the European market 3. Govern the EU efficiently 4. Fight national protectionism 5. Take advantage of the opportunities of enlargement 6. Reform European social systems to make them sustainable I propose to give you BusinessEurope's vision of Europe for this important year in which we celebrate the 50th anniversary of the Treaty of Rome. 1. Implement the reforms for growth and jobs In March 2000 in Lisbon, Heads of State and Governments have defined a very ambitious but very accurate 10-year strategy based essentially on the improvement of Europe's competitiveness. We know that after the mid-term, we are very far from the goals set in Portugal. The gap with our competitor countries has even widened since then. Over the last five years, growth in the Euro area was 1,3 percent against 2,6 percent in the US. Moreover, the
18
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
so-called 'emerging' economies are overtaking us: in 2005, the size of China's GDP had reached the size of the Eurozone's. Even a refocused strategy as it was done by the Barroso Commission in 2005, can only be successful if the member states themselves decide to proceed to the necessary structural reforms. As the business community, we should therefore urge all the national governments to act and adapt their policies in order to be able to face the global competition, the technological challenges and the ageing demography. This is exactly the message that I passed on to Chancellor Merkel who is chairing the Presidency of the European Union in the coming six months when I met her on 4 December and this is the message that BusinessEurope intends to pass to the Heads of State and Government in the next Spring Council in March 2007. I count on each of our member federation to do the same at their national level. 2. Integrate the European Market The integration of the European market creating one single market for people, goods, services and capital is essential. It creates synergies companies need, it offers a larger choice to customers, it is an appropriate answer in a global world competition. It has created approximately 2,5 million jobs over the last 15 years. However, if Europe wants to move ahead of the global competition, we now need to move up a gear, and create a market in which companies can move as freely as, for example, in the different states of the US. It is therefore that we were so anxious to create a single market for services. Looking at the efficiency of the services sector in the US, it becomes clear that huge productivity gains can still be made in European services. We had from end of last year a proposal for a service directive that is far from perfect, but it is also now up to us to make the best of it with an efficient implementation in each Member State. 3. Govern the EU efficiently Economic Governance Monetary union, alongside the internal market, are two great achievements of European integration for the business community. But we haven't seen all the benefits yet. The euro area growth performance is disappointing and there are growing competitiveness divergences across countries sharing the single currency. From our perspective, the message is clear: the economic governance of monetary union has to improve, along the next four priorities: Strengthen the commitment to consolidate public finances in a recovery phase. This is particularly important in monetary union because it is probably the most effective way to prevent persistent periods of overheating and overcooling at the country level Eurogroup must also take responsibility for structural reform surveillance, reflecting the strong policy interactions that exist in monetary union Improve the quality of the dialogue between the different policy stakeholders, in the full respect of the ECB's independence.
19
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Strengthen the external representation of the euro area so that its contribution to global policy challenges is commensurate with its economic weight. Institutional Governance As I already mentioned, the governance of the EU has been shaken by the negative referenda in France and in the Netherlands. The challenge today is to solve the EU institutional problems arising with 27 members today, and more tomorrow. We all know that this is not the first time the EU is going through difficult times but it is probably one of the worst. Even if we have survived the empty chair days, the eurosclerosis years, budgetary crisis and the Commission resignation, the current situation is unprecedented since the European project has lost the backing of a large portion of EU citizens and companies. The crisis comes at a time when the EU is confronted with enormous challenges linked to demographic ageing, technological change and globalisation. The most difficult thing now is to recover European citizens' and companies' confidence in the European Union project. BusinessEurope Council of Presidents adopted last 1st December in our bi-annual meeting in Helsinki, a BusinessEurope declaration on the Future of Europe. We want with this paper to influence the German Presidency in view of the preparation of the political declaration that will be issued on the occasion on the 50th anniversary of the Treaty of Rome. You can argue that it is not up to business leaders to find the political solutions, which is true, but it is our duty to call for these solutions urgently. As I already mentioned in my presentation on the BusinessEurope priorities, Europe is confronted with a series of challenges that require concrete actions. In a context of increasing globalisation and fast technologies changes, it is necessary that Europe focuses it actions to restore its competitiveness vis-à-vis other regions of the world which are undergoing tremendous developments. This is why business demands actions to reinvigorate the European Union. A European Union that is capable of swift and decisive action, when is required. A European Union that is more capable of coordinating national initiatives. A European Union that can disseminate best practices in one Member State to other Member States. A European Union that takes action to achieve the objectives of tomorrow. 4. fight national protectionism The fight against national protectionism is part of the internal market strategy. I think it is important to underline this, especially because we have seen some attempts from larger countries to protect their companies against mergers and acquisitions coming from outside. The concept of 'national champions' is not the answer, nor is the intervention of governments in business mergers. It is up to stakeholders – taking into account the interest of the company – to take that kind of decision. It is also in this context that I would like to touch on the WTO negotiations. For our countries the failure of the negotiations is unacceptable. We are an open economy; we export a lot all over the world. With around 20 percent share in global imports and exports Europe's economy participates in the world
20
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
development and, moreover, its own future prosperity depends on it. We are therefore in favour of a multilateral approach, but one that really opens the markets for goods and services. It cannot be accepted that agricultural problems dominate trade issues. It cannot be accepted that important emerging economies don't want to open more their market access. We still do hope that the Doha Round can be finalised on acceptable conditions. It is generally accepted that a successful outcome of this Round would increase EU exports by 2,5 percent. But already now we have urged the Commission to start the examination of a bilateral approach and negotiate free trade agreements with some countries or regions. 5. Take advantage of the opportunities of enlargement The enlargement to the 10 + 2 new member states has been positive for the economy. There are still currently more exports from West to East than the opposite. There were more jobs created in the West from the increase of exports, than losses as a result of delocalisation of activities. Therefore, we are convinced that enlargement is a win-win situation. It has and will continue to bring benefits to all Member States if we manage it properly and do not allow our strategic choices to be guided by short-term thinking or unfounded fears. 6. reform the social systems to make them sustainable We need not debate whether there is more than one social model in Europe, what is important to accept also for the business leaders is that, when there is economic growth, when productivity improves, part of it must be used to create more solidarity and to support the social welfare. But today the sustainability of the social systems is at stake. Given the rapid ageing of Europe's population, it has been calculated that government debt in the EU15, which is currently at 45 percent, would explode to 180 percent, if nothing has changed. Each member state, each European country must tackle this challenge on its own. But a delay in one country has consequences for the others. Because it is also proven that sound macroeconomic policies foster growth rather than the opposite. Energy and climate change Before finalising, I would like to touch briefly on two important concerns: energy and climate change. Energy will surely be the policy issue to receive the most attention at the next Spring Council, and rightly so. European companies see and urgent need to develop a European energy policy which integrates the key challenges of competitiveness, security of supply and environmental protection. We will be facing growing pressure on the question of energy supply. BusinessEurope welcomes a coordinated policy on the European level. The EU must be able to speak with one single voice on questions concerning external energy policy, including the dialogue with Russia. Furthermore, we must all together work towards a truly global solution to the problem of climate change. Germany, which is also the current holder of the G8 Presidency, is in a
21
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
good position to achieve progress in that matter. However, we are concerned that the Commission proposal to commit to a unilateral EU emission reduction policy too quickly and too unconditionally might not be the right diplomatic approach to get everybody into the boat. Each Member States must decide itself on the best energy mix for its future, but we should not create ideological taboos. Bearing in mind the magnitude and complexity of energy challenges, we should keep open all options of energy sources, including the nuclear energy option. The most urgent task for the EU to tackle in the energy area is the completion of the internal market. Competition of European gas and energy markets is incomplete. BusinessEurope considers it vital to succeed in finding a solution to effectively unbundled energy supply and distribution. We must tackle the question of future energy regulation in Europe. And we must urgently strengthen interconnection between European countries. Conclusion European Business supports a strong European Union capable of actions and able to deliver on reforms. But clearer objectives must be set, stronger focus on priorities must be ensured, and political will and support for these reforms must be more strongly shown. By doing this we can make a success of a redynamised Europe.
22
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Ruud Lubbers 'Maastricht, Berlijn en verder' 'Maastricht' is 15 jaar geleden. Toen ik november 1982 eerste minister werd en uit dien hoofde lid van de Europese Raad trof ik Euro-sclerosis aan. Het was het begin van zeven jaar omhoog: weg met de Euro-sclerosis. Met name met de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, kwam het tot de ene markt en op de ene markt volgde de ene munt. Voor wat betreft die ene munt was Maastricht een succes. Op andere terreinen was het dat niet; met name niet met het GBVB (Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheids Beleid) kwam het niet veel verder. In 1989 was het tot het einde van de Koude Oorlog gekomen. Dat was geweldig. Maar de euforie daarover, met inbegrip van de Duitse hereniging en het Energie Handvest voor Europa, kon niet het drama verhelen van voormalig Joegoslavië en de verdeeldheid daarover. Het kon ook niet verhelen dat de 'mars' naar het communautaire Europa tot stilstand kwam. Die kwam tot stilstand omdat: Frankrijk noch een sterk Parlement, noch een sterke Commissie wilde; Helmut Kohl dat ook niet langer wilde, omdat hij zichzelf als Mister Europe, als President of Europe, wilde zien; niet onbegrijpelijk waar President Clinton hem vleiend zo noemde. Over die jaren, die fase in de Europese geschiedenis kan ik uren verhalen, maar dat zal ik niet doen. Mij is gevraagd te spreken over 2007 en hoe nu verder. Dat in het bijzonder na het fiasco vorig jaar met het referendum over de Europese Constitutie. Welaan, daar gaan wij. Ik pleit voor: Een nieuw verdrag in plaats van de Europese Constitutie. Ik noem dat een samenwerkingsovereenkomst. Het mag van mij ook het Verdrag van Berlijn heten. Dat woord samenwerkingsovereenkomst geeft aan dat en hoe de lidstaten van de Europese Unie willen samenwerken. Die samenwerking is met behoud van de soevereiniteit van de lidstaten. Daarom ook was/is het woord Constitutie niet gepast. Intussen kan en moet die samenwerking op bepaalde terreinen, waar dat nodig en gepast is, ver gaan. Zo hebben wij bijvoorbeeld wat betreft de buitenlandse handel de competenties van de lidstaten – a.h.w. hun soevereiniteit – samengevoegd. Dat is dus wat wij noemen een communautaire competentie geworden. Zo heeft de Europese Economische Gemeenschap zich stap voor stap ontwikkeld tot de ene markt. Dat is nu acquis. Zo is er veel meer: samengevoegde soevereiniteit die niet meer teruggedraaid wordt; gebaseerd op de soevereine beslissingen van staten om soevereiniteit samen te voegen. Echter de constitutie wekte de indruk dat door de soevereiniteit van de lidstaten als zodanig een streep gezet werd. Dat was – om met Prinses Maxima te spreken – een beetje dom. Het afstemmen van de via een referendum voorgelegde Constitutie betekent overigens niet dat er geen goede onderdelen zaten en zitten in wat voorgelegd is. Kiest men eerst principieel voor verdergaande samenwerking tussen soevereine lidstaten dan is – zo schat ik – het eerste hoofdstuk – dat wat gaat over verbeterde besluitvorming – bruikbaar en zinnig. Voor het tweede hoofdstuk geldt dat veel minder. Wij hebben immers al het EVRM (het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens). Dat is een vrucht, een product van de Raad van Europa. Ik zou geen moeite hebben in het nieuwe verdrag – zeg het Verdrag van Berlijn – op te nemen dat de Europese Unie zelf deelnemer/onderschrijver wordt van het
23
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
EVRM. Dat heeft voordelen, mits het maar additioneel is t.o.v. het soeverein als (lid)staten onderschrijven van het EVRM. Aan die afwegingen – wat van de Constitutie is wel bruikbaar – gaat vooraf de noodzaak goed in kaart te brengen op welke terreinen nauwere samenwerking en effectiever Europese besluitvorming geboden is; met andere woorden: waarvoor hebben wij de Europese Unie nodig. Alvorens daarop in te gaan is het belangrijk helderheid te verschaffen inzake het onderwerp 'uitbreiding'. Uitbreiding Ruim 15 jaar na het einde van de Koude Oorlog worstelen wij nog steeds met de vraag waar de Europese Unie zijn oostgrens moet trekken. Dat is één vraagstuk. Het andere vraagstuk is Turkije. Laat ik beginnen met Turkije. Het beste lijkt mij het proces van 'toetreding op termijn' voort te zetten. Het proces is hier belangrijker dan het eindresultaat. Festina lente. Haast u langzaam. Niet alleen de mensenrechtendimensie vergt tijd, maar ook het vraagstuk Cyprus. Persoonlijk vind ik dat Turkije te fors voor het blok gesteld is toen de lidstaten volledig met Griekenland sympathiseerden en Cyprus ge-includeerd werd alsof Turkse geschiedenis en Turkse mensen er daar niet toe doen. Ook dit wespennest kost tijd. Turkije moet niet alleen vertrouwen winnen bij de Europese Unie, maar ook het omgekeerde is nodig. Dan een enkel woord over voormalig Joegoslavië. Het is onlogisch dat deze deelrepublieken niet linksom of rechtsom hun plaats binnen de Europese Unie vinden. Dat doende ontstaat er een aaneengesloten geografisch gebied. Het lijkt mij echter belangrijk daarna richting oosten een punt te zetten en geen verdere lidmaatschapsverwachtingen te wekken. Dat betreft dus de zgn. CIS-staten; de Commonwealth of Independent States. Dus (voorlopig) geen avances naar de Oekraïne en Wit-Rusland en ook niet naar de Kaukasus, de zuidflank dus van de Russische Federatie. Anders gezegd, rond nu Centraal-Europa af als wezenlijk onderdeel van de Europese Unie, maar niet Oost-Europa. Niet omdat Oost-Europa geen Europa zou zijn, maar omdat er meer te winnen is met goede samenwerkingsverhoudingen – ook met de Russische Federatie – dan met uitbreiding(-sbeloften). Doen wij het zo – niet verder gaan dus dan geprivilegieerde partnerships – dan gaan wij weliswaar niet voor het maximale maar wel voor het optimale. Bovendien zijn de bevolkingen van de Europese lidstaten – ook de Nederlandse – er hard aan toe eerst de positieve resultaten van de uitbreidingen te zien. Laten wij de zegeningen van een in de Europese Unie geïntegreerd Centraal-Europa eerst daadwerkelijk ervaren, zodat de uitbreidingen waartoe reeds gecommitteerd is geloofwaardig worden. Ook een alleen met Centraal-Europa uitgebreide Europese Unie zucht al onder een enorm bestuurlijk (en talen-) probleem. Ook hier – net als bij de te verbeteren besluitvorming – bevat de Constitutie waardevolle voorstellen. Ook deze kunnen in het Verdrag van Berlijn, de nieuwe samenwerkingsovereenkomst, benut worden. Waar moet de Europese Unie eigenlijk over gaan? Het is belangrijk in het Verdrag van Berlijn opnieuw het subsidiariteitsbeginsel en de identiteit van de lidstaten te herbevestigen.
24
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Wil dat Europa – één markt, één munt – echter geloofwaardig blijven dan is het belangrijk twee prioriteiten vast te stellen die niet zonder Europa en zonder een verdergaande communautaire competentie kunnen. Die twee prioriteiten zijn dan het milieu- en klimaatbeleid enerzijds en het asiel- en migratiebeleid anderzijds. Er is al het nodige op milieuterrein gezamenlijk gedaan, maar het CO2-beleid staat nog in de kinderschoenen. Europa staat weliswaar achter Kyoto, maar het emissierechtensysteem is begonnen met veel te ruime toezeggingen en loopt slechts tot 2012. Ik zou zeggen halveer de rechten zo spoedig mogelijk en verleng de periode tot ruim na 2012, zeg 2020. Bovendien is er dringend behoefte aan echt beleid in samenspraak met bedrijven én de civil society (ngo's) en voortschrijdende regelgeving. Het is een denkfout dat alleen de markt (en emissierechten) het werk kunnen doen. Bovendien zal er – net als in de VS – ruimte moeten zijn om in bepaalde congestiegebieden met voorschriften harder te gaan dan de minimumstandaard voor het geheel van de Europese Unie. Alles wijst er op dat de burgers een ambitieus klimaatbeleid willen. Dat daarvoor een daadkrachtig Europa nodig is is goed uit te leggen. Gaat dat gebeuren dan komt er ook uitzicht op een Europees omgaan met civiel gebruik van nucleaire technologie. Vijftig jaar geleden was Euratom één van de Europese gemeenschappen. Daarin werd vastgelegd dat vreedzame toepassing van nucleaire technologie belangrijk voor de ontwikkeling, de welvaart der volkeren is. Daarnaast hadden de twee Europese geallieerden, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, militair nucleair potentieel ontwikkeld. Toen volgde de zeer langdurige Koude Oorlog, waarin dit nucleaire potentieel over en weer als wezenlijk voor 'afschrikking' werd beschouwd, opdat het niet tot een daadwerkelijke, vernietigende derde wereldoorlog zou komen. Intussen bepleitte President Eisenhower in de vijftiger jaren van de vorige eeuw voor 'Atoms for Peace' en voor internationaal toezicht door de VN op de splijtstofcyclus. Zo kwam het tot het IAEA (het International Atomic Energy Agency) in Wenen; en tot het Non-proliferatieverdrag, waarin de 'haves' de 'not haves' opriepen af te zien van de ontwikkeling van nucleaire wapens onder de gelijktijdige belofte zelf hun eigen nucleaire wapens stap voor stap te verminderen en uit te bannen. De eerste stappen waren – nu al weer 20 jaar geleden – de verdragen tussen de VS en de EU – in het bijzonder de nul-nul voor INF (International Nuclear Forces). Zo kwam het tot het einde van de Koude Oorlog en kernwapenvrije voormalige Sovjet satellieten (de zgn. CIS-staten). Voor wat betreft de vreedzame toepassing van nucleair was er intussen een zeer gemengd beeld. Grote bijna- (Three Miles Island) en werkelijke ongelukken, waaronder Tsjernobyl de ernstigste was, leidden in veel landen tot een nucleair moratorium. Dit gebeurde echter weer niet in andere landen zoals Frankrijk en België; en bij ons floreerde in Almelo Urenco, de verrijking van uranium tezamen met Duitsland en Engeland steeds meer. Zo ontstond een zeer hybride beeld in de Europese Unie. Tegelijk raakte de Europese Unie verlamd. Geen gezamenlijke aanpak en beheer van de splijtstofcyclus – dé opdracht van Euratom – en geen systematische uitvoering van Artikel 4 van het Non-proliferatieverdrag – het geleidelijk verminderen en uitbannen van de kernwapens. Het is nu dringend tijd dat Europa zich 'samenpakt' om in Europa en in de wereld deze dubbele doelstelling – Atoms for Peace en afbouw van nucleaire wapens – ter hand te nemen. Dat vraagt een supranationaal en effectief IAEA en een nauwe VN-samenwerking tussen de P5 en de sleutelstaten Brazilië, Zuid-Afrika, India en Japan. En in die samenwerking kan de EU niet ontbreken. Een nieuwe samenstelling van de Veiligheidsraad
25
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
zit er, ondanks de inspanningen daartoe, niet in. Op dit zeer belangrijke deelgebied is daarom effectieve samenwerking tussen de continenten Noord-Zuid, Oost-West geboden. En in die samenwerking kan de EU – en daarmee vanzelf Duitsland – niet ontbreken. Een krachtig milieu- en klimaatbeleid in en door Europa vergt ook een krachtige samenwerking met de Russische Federatie. Reeds vóór Maastricht verwierf het Energie Handvest voor Europa grote instemming. Wij hielden er het European Energy Charter Treaty aan over. Dat was goed, maar te weinig. Er doet zich nu een nieuwe mogelijkheid en noodzaak voor. Het Europa tot over de Oeral kan op dat terrein van energievoorzieningszekerheid – van veiligheid voor mens en natuur, van een houdbaar energiegebruik en voorzieningszekerheid wel juist gerealiseerd worden. Hier vergt een robuust Europa een communautaire Energie en Klimaat Competentie. Dan het asiel- en migratiebeleid is ook een prioriteit. Dat geldt voor iedere lidstaat, maar ook en vooral Europees. Hoe om te gaan met asiel? Zoveel mogelijk opvang in de regio en daarnaast 're-settlement', ook in Europa. Daarnaast een selectief migratiebeleid, met als leidend criterium de arbeidsmarkt in Europa. Hierbij speelt uiteraard de vergrijzing ook een rol. Hoe een creatief samenspel tussen de lidstaten en de Commissie in samenspraak met het Europees Parlement te realiseren? Onderdeel van die inspanning behoort ook de relatie met de Islam te zijn. Europa kan een wezenlijke rol vervullen in de modernisering van de Islam. Europa kent belangrijke Diasporas. Dat zijn in feite groepen van mensen met meerdere loyaliteiten en nationaliteiten. Daar is niets mis mee. Integendeel, de succesvolle migranten kunnen een brugfunctie vervullen tussen verschillende culturen/levensovertuigingen, maar ook met 'modernity'. Bij de samenwerkings- en communautaire opdracht ter zake van het asiel- en migratiebeleid is het cruciaal de Europese burgers te beschermen tegen illegale en irreguliere stromen van mensen van buitenaf, maar dat zo te doen dat echte vluchtelingen wel welkom zijn, voorzover zij niet in hun regio geholpen kunnen worden; en tegelijk een streng gecontroleerd maar bewust immigratiebeleid met als criterium, wat is voor de Europese arbeidsmarkt belangrijk, te ontplooien. Dat dan wel met als criterium wat is belangrijk. Het kan niet zo zijn bij de reeds gerealiseerde 'ene markt' er de vrijheid van verkeer van personen Spanje zo makkelijk nieuwkomers accommodeert – in feite een immigratieland is geworden – en Nederland kampioen 'ontmoedigen' werd. Zo verliest Nederland de 'battle for brains' en allochtone ondernemers en versterkte Nederland de illegaliteit die het juist wilde verminderen. Tegelijk stoorde Frankrijk zich aan Spanje in haar accommoderende praktijken dat grenscontroles en belemmeringen weer aan de orde komen. Hoe dan ook, een communautair asiel- en migratiebeleid is dringend geboden. Een toekomstgericht beleid zal zowel circulaire als permanente migratie vergen. Bij beide vormen van migratie is er, gezien het belang van participatie, noodzaak en kans rekening te houden met 'transnationale' burgers, d.w.z. burgers met dubbele loyaliteit; met waar zij nu werken en leven en met waar zij vandaan komen en wellicht weer naar terug gaan. Alleen zo kunnen asiel en migratie leiden tot voordeel, én voor de migranten zelf, én voor waar zij van komen, én voor de Europese Unie met haar lidstaten.
26
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Zonder hier nu in detail te gaan, het welvarende maar vergrijzende Europa zal juist in deze uitdagingen – milieu en klimaat zowel als asylum en migration – geloofwaardigheid moeten herwinnen. Minder filosofie, meer antwoorden op deze moderne uitdagingen. Tenslotte het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Ook hier ziet het landschap er mistroostig uit. Daarvoor zijn natuurlijk allerlei historische oorzaken: De Veiligheidsraad met twee Europese permanente leden, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, die hun nucleaire traditie blijven koesteren. Zij vinden hun onderscheidende 'nuclear capabilities' belangrijker dan de verplichting krachtens het Non-proliferatieverdrag om nucleaire wapens te reduceren en uiteindelijk uit te bannen. De NAVO die al evenzeer het nucleair-vrij maken van de wereld belemmert. De pijnlijke onderschatting van de VN en het niet systematisch beschikbaar zijn voor vredesmissies. Dat laatste zou onderdeel moeten zijn van een Europese defensie-identiteit. Europese 'blue helmets' onder een Gemeenschappelijke Europese vlag en met een Gemeenschappelijk Europees uniform. Het is tijd deze historische oorzaken te boven te komen. Er is dringend behoefte aan een Europese defensie-identiteit. Dat begint natuurlijk met een geloofwaardige defensie. Dus én modern én qua omvang indrukwekkend. Als wij in de NAVO soevereiniteit konden samenvoegen moet dat ook in Europa kunnen. Er is overigens op zich geen bezwaar de NAVO te blijven benutten. Echter op twee voorwaarden : a. met een Europese invulling en vasthouden aan het NPV; en b. met respect voor de VN-besluitvorming en beschikbaarheid voor VN-vredesmissies, inclusief de missies die nodig zijn bij de schending van mensenrechten. Institutioneel ligt hier een belangrijke reden voor een overtuigende roulerende Europese president; of beter gezegd voorzitter van de Europese Raad van Regeringsleiders, geassisteerd door een 'European Secretary of State', de rol dus die Solana nu geacht wordt te vervullen. Een stevige moderne niet nucleaire defensie; overtuigend in omvang en technologisch geavanceerd, gebaseerd op een gemeenschappelijke inbreng, waaraan geen lidstaat zich kan onttrekken; zichtbaar deel van één Europese defensie (het ene uniform na de ene markt en de ene munt). Slechts zo kan het komen tot een overtuigend gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheids Beleid, dat de soevereine lidstaten werkelijk op defensiegebied effectief samenbundelt en dat doende zo zijn bijdrage levert aan de Verenigde Naties; en een veilige wereld inclusief de uitvoering van het Non-proliferatieverdrag. Conclusie Ziehier mijn gedachten over hoe nu verder na de afgestemde Constitutie. Een samenwerkingsverdrag dus, toegespitst op verdergaande samenwerking waar het echt nodig is. Ik noemde het: milieu- en klimaatbeleid en het asiel- en migratiebeleid, alsmede het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheids Beleid met een herkenbare Europese defensie identiteit; inclusief het Europees omgaan met de nucleaire problematiek. Tegelijk een herbevestiging van het subsidiariteitsbeginsel, opdat de soevereine staten niet overwoekerd worden door de Brusselse bureaucratie.
27
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Intussen wel effectieve besluitvorming waarvoor hoofdstuk I van de Constitutie benut kan worden; maar ook een duidelijke pas op de plaats met de uitbreidingsambitie; nu niet verder naar het oosten en Turkije pas op lange termijn.
28
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Samenvatting van de twee forumdiscussies Forumdiscussie vrijdagmiddag onder leiding van Peter van Ingen m.m.v. Philippe de Buck, secretaris-generaal BusinessEurope Agnes Jongerius, voorzitter FNV Eimert van Middelkoop, vice-voorzitter Eerste Kamerfractie ChristenUnie Marlies van Wijhe, algemeen directeur Van Wijhe Verf Ondernemen in Europa Marlies van Wijhe, directeur-eigenaar van Van Wijhe Verf in Zwolle, vertelt dat zij, toen zij het stokje overnam van haar vader, heel serieus is begonnen met export. Daarbij is zij ook wel eens 'op haar gezicht' gegaan, bijvoorbeeld als het gaat om cultuurverschillen tussen landen. Export is een essentieel onderdeel geworden van de groeistrategie van het bedrijf. Aanvankelijk werd het 'er bij' gedaan, maar geleidelijk zijn daarvoor in het bedrijf draagvlak en enthousiasme ontstaan. De positie van de ChristenUnie Eimert van Middelkoop, senator voor de ChristenUnie: de ChristenUnie is een kleine groepering met weinig bondgenoten in Europa. De ChristenUnie is ook Europees actief, is vertegenwoordigd in het Europese Parlement, en heeft daardoor ook veel meer de feiten over Europa leren kennen. De tijd van de eurofielen die alles naar Europa wilden overdragen, is gelukkig over. Wat betreft het Handvest van 2000 zou de oplossing kunnen zijn om dit separaat als EU te onderschrijven. Europa houdt het midden tussen een staat en een institutie. Het referendum laat zien dat legitimiteit het grote probleem is voor de nieuwe architectuur van Europa. De ChristenUnie was nooit tegen de interne markt, een legitieme eis van het bedrijfsleven. Eigenlijk is er al veel, zo niet genoeg, bereikt in Europa. De Europese werkgeversorganisatie BusinessEurope Philippe de Buck, directeur-generaal van BusinessEurope, meent daarentegen dat er nog veel kan gebeuren in Europa. De realisatie van de vier vrijheden, die de grondslag vormen van het EG-verdrag – vrijheid van verkeer van mensen, kapitaal, goederen en diensten – is nog niet voleindigd. Nog steeds bestaan veel beslommeringen en regels. Belangrijk is bovendien dat de 27 lidstaten op gecoördineerde wijze antwoord kunnen geven in wereldzaken. Probleem is tenslotte dat de nationale lidstaten verantwoordelijk zijn voor de buitengrenzen, en niet Europa. De vakbeweging in Europa Astrid Jongerius, voorzitter van het FNV, constateert met Bolkestein dat de inkomensverschillen in de wereld toenemen. Dat heeft gevolgen voor de steun bij de middenklasse voor het proces van globalisering. Daar moet je naar durven kijken, zoals Paul Scheffer terecht zegt. Zij is het niet eens met de visie van Bolkestein dat er geen
29
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Europees sociaal model bestaat. Er is juist een Europees sociaal model nodig dat voorkomt dat mensen buiten de boot vallen. Het niveau van de arbeidsvoorwaarden in China is ook het gevolg van het ontbreken van een vrije vakbeweging; er ontstaan steeds meer vrije zones waarin geen beperkingen voor het ondernemen bestaan. Wat een ondernemer verwacht Van Wijhe: we willen een familiebedrijf zijn en staan ver van de wereld van het flitskapitaal. De recente verkoop van Corus heeft op werknemers een enorm negatieve uitwerking. Wij willen ons bedrijf overdragen aan een volgende generatie. Naar die groep van familiebedrijven moet meer worden geluisterd. Ik verwacht van de politiek een luisterend oor en de bereidheid om oplossingen te zoeken voor problemen; bijvoorbeeld als het gaat om het familiebedrijf. De reacties in België op het Nederlandse 'nee' De Buck: België was geschokt over het verloop van het Nederlandse referendum. Dat was heel onverwacht, want Nederland was altijd een belangrijke steunpilaar van Europa. We moeten bedenken dat Europa meer banen levert dat de Verenigde Staten. Tegelijk moeten regeringen gepaste maatregelen nemen voor interne hervormingen en het belang van Europa duidelijk overbrengen aan de burgers. Juist werkgeversorganisaties moeten zich duidelijk positief uitspreken, deelnemen aan het debat over Europa en wijzen op de voordelen van Europa. Want als het bedrijfsleven de voordelen niet vertelt, wie dan wel? Tegelijk moeten werkgevers niet op de stoel gaan zitten van de Europese Commissie of het Europees Parlement. Al met al zit Europa in een legitimiteitscrisis. Over het sociaal systeem van Europa Jongerius: de liberalisatie gaat vooral ten koste van de werknemers. Ten onrechte wordt de vrije markt steeds als een oplossing gepresenteerd, die geëist wordt door Europa. Burgers zien dat liberalisering lang niet altijd een succes is; neem bijvoorbeeld het vervoer. Onze FNV-leden moeten we met de feiten confronteren. Liberalisering is allereerst een zaak van nationale overheden. Ik ben trots op de discussie over de Poolse loodgieter. We hebben in ieder geval bereikt dat gelijk werk hier gelijk beloond wordt. Van Wijhe: continuïteit is voor mij altijd uitgangspunt. Ons bedrijf heeft nog genoeg Nederlandse werknemers. Maar bij mijn afnemers zie ik dat schilders steeds minder jongeren kunnen krijgen. Dan ontstaat er vanzelf concurrentie uit Polen. De Buck: buitenlanders die hier werken, werken volgens de regels van dit sociaal stelsel. De discussie over flexicurity gaat nu juist over dit sociaal systeem, dus over de voorwaarden waaronder mensen kunnen worden aangenomen en ontslagen. Van Middelkoop: Europa heeft zeker een eigen sociaal systeem. In Nederland is er de afgelopen jaren meer flexibiliteit gekomen. Bij alle migratie moet Nederland niet de tweede generatie van migranten vergeten. Het type marktdenken dat alle sociale voorzieningen en bescherming afwijst, is verwerpelijk.
30
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Peter van Ingen: wat zijn uw dromen van Europa? Van Wijhe: voor de toekomst blijft een gezonde binnenlandse basis belangrijk voor mijn bedrijf. Tegelijk is exportgroei essentieel voor spreiding van risico's. Wij denken over het oprichten van verkoopkantoren in het buitenland. Als de afstanden te groot worden, moeten we ook elders gaan produceren. De Buck: BusinessEurope staat voor de opdracht met zinnige standpunten over Europa te komen die er toe doen. Mijn taak is steeds weer om werkgeversorganisaties van het nut daarvan te overtuigen. Maar Europees beleid blijft altijd een zaak van Europese én nationale discussies. Jongerius: de Europese vakorganisaties staan voor de taak om CAO-onderhandelingen meer af te stemmen. De Nederlandse vakbeweging zou meer moeten doen met de Duitse vakbonden. Forumdiscussie zaterdagmorgen onder leiding van Peter van Ingen m.m.v. Loek Hermans, voorzitter MKB-Nederland Ruud Lubbers Ad van Luyn, bisschop Rotterdam en lid Curatorium VNO-NCW Jacqueline Rijsdijk, divisiedirecteur De Nederlandsche Bank en voorzitter Stichting Management Studies Ad Scheepbouwer, voorzitter raad van bestuur Koninklijke KPN Peter van Ingen: wat zou u doen als u voorzitter zou worden van de Raad van Bestuur van de BV Europa? Ad Scheepbouwer, voorzitter raad van bestuur KPN: burgers hebben nu een volstrekte disinteresse bij de doelstellingen van de BV Europa. Van de betekenis daarvan moeten zij worden overtuigd. De leiding moet een perspectief schetsen, vervolgens de stappen schetsen om van A naar B te gaan, alsmede de opofferingen die daarvoor nodig zijn. In de afgelopen jaren is te weinig gedaan om burgers in beweging te brengen om vóór Europa te stemmen. Misschien zou er een soort stemwijzer kunnen worden ontwikkeld. Het bedrijfsleven kan veel positiever zijn over Europa. Markten worden beter toegankelijk. De uniforme standaarden hebben veel voordelen. Probleem is dat de implementatie van EU-regels sterk verschilt per EU-land. Dat vraagt om betere harmonisatie. In de telecom worden nationale bedrijven soms meer beschermd dan een buitenlands bedrijf. De Nederlandse OPTA gaat soms weer verder dan wat Brussel eist. De betekenis van Europa Jacqueline Rijsdijk, divisiedirecteur van De Nederlandsche Bank, verantwoordelijk voor de divisie betalingsverkeer en voorzitter van de Stichting Management Studies: betaalsystemen zijn nog sterk nationaal geregeld. Het Nederlandse systeem hoort tot de meest efficiënte van Europa. Vanaf februari 2008 zullen er Europese standaarden bestaan. Dat vraagt nieuwe investeringen en zal tijdelijk ook wat extra gaan kosten.
31
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Bisschop Ad van Luyn, voorzitter van de Europese bisschoppenconferentie: ik vertegenwoordig een grote multinational, die bovendien de oudste van alle is. De Europese bisschoppen monitoren de ontwikkelingen vanuit het referentiekader van de christelijksociale leer die als centrale begrippen hanteert 'de waardigheid van de mens' en het 'common good'. Daarbij moeten we veel kritischer worden. Europa heeft te weinig oog voor ethische kwesties, voor gerechtigheid, de positie van Afrika, de voortgang op de weg van de millenniumgoals enz. Een belangrijk man bij de oprichting van EU, de Franse minister Schuman, sprak in zijn beroemde verklaring in 1950 maar liefst drie maal over Afrika. Wat betreft het 'common good': er lijkt sprake van een renationalisatie. Men denkt in termen van groeps- en nationale belangen. Dan wordt het heel moeilijk om de discussie te tillen naar een Europees en mondiaal niveau. Ook bij de bisschoppen zijn er trouwens nationale belangen aanwezig. Bijvoorbeeld als we met de bisschoppen van Kroatië spreken over uitbreiding van EU, zoals geregeld in de criteria van Kopenhagen. Loek Hermans, voorzitter van MKB-Nederland: ondernemers in de kleine en middelgrote bedrijven willen vooral de voordelen van Europa zien, zitten niet te wachten op hogere tarieven voor het betalingsverkeer. Ze weten best dat klimaat en milieuzaken juist op Europees niveau moeten worden gelegd. Zij ervaren tekorten op de arbeidsmarkt. Daarom moet de arbeidsmarkt een belangrijk aspect zijn bij de regeling van de migratie. In Nederland zit zo'n 1,3 miljoen mensen in kaartenbakken. Het openstellen van de grenzen moet gecombineerd worden met ouderenbeleid, het inzetten van ouderen voor scholing. MKB-Nederland heeft een eigen bureau in Brussel. Dat is belangrijk want soms worden er bizarre voorstellen gedaan, bijvoorbeeld het voorstel dat bedrijven het aantal uren moeten registreren dat werknemers blootgesteld staan aan de zon. Dat bleek trouwens afkomstig te zijn van een Nederlandse ambtenaar. Dat hebben we weten te voorkomen. Scheepbouwer: je moet de grenzen open stellen, maar de migratie ook goed regelen. Een voorbeeld van goede migratiepolitiek is de Verenigde Staten. Het enige middel dat helpt voor integratie, is werk. Rijsdijk: in de Nederlandse Gouden Eeuw was veel migratie, dat ons veel heeft opgeleverd. Hermans: met dat verschil dat er nu ook een heel nieuwe cultuur binnen komt. Daar hebben kleine bedrijven last van. Discussie: de angst en ongerustheid van de burgers Van Luyn: de mens is zo gewend geraakt aan welvaart, dat er te weinig aandacht is voor het spirituele. Men is nu altijd bezig met economie, is angstig dat het minder wordt, heeft zorgen over de Islam. De Nederlandse cultuur is niet de best mogelijke. We zijn decadent en weinig kritisch op onszelf. Lubbers: in het bijbelverhaal van de toren van Babel heerst angst, begrijpen mensen elkaar niet en loopt alles vast. In het verhaal van Pinksteren verstaan mensen elkaar juist wel. Het
32
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
is belangrijk om te investeren in spiritualiteit, in de waarden van persoonlijke waardigheid en het 'common good'. Hermans: altijd is sprake van uitruil. Je levert iets in en krijgt iets terug. Europa staat of valt met de vraag of je voldoende terug krijgt. Dat begint met veiligheid en bescherming, de basis voor de rechtsstaat. Daarom is het nodig om aan de ondernemer de voordelen van Europa te laten zien, bijvoorbeeld als het gaat om het betalingsverkeer of de arbeidsmarkt. Lubbers: we zijn verslaafd geraakt aan de angst en daarmee aan steeds nieuwe maatregelen om aan angstgevoelens tegemoet te komen (camera's op straat, personencontroles bij vliegverkeer etc.) Dat is een groot en lastig dilemma, dat ook hoge transactiekosten met zich meebrengt. Discussie: Europa moet zijn sterke punten benadrukken: creativiteit, innovatie, kennis. Hermans: er moeten meer concrete doelstellingen worden geformuleerd om gemeenschappelijke problemen aan te pakken, bijvoorbeeld voor het klimaat, lucht, rivieren. Van Luyn: Europa is geen doel, maar middel om het in de wereld beter te maken. Scheepbouwer: innovatie en creativiteit hebben direct te maken met ondernemerslust. Dat is in de Verenigde Staten veel meer aanwezig dan hier. De Lissabon agenda was een papieren tijger. Yvonne van Rooy (uit de zaal): het project Europa 1992, gericht op vorming van de interne markt, van Jacques Delors is geslaagd omdat er een concreet instrumentarium aanwezig was. Je zag de eurosclerosis omslaan in euroforie. De Lissabondoelstellingen zijn te abstract (de Verenigde Staten moeten worden voorbijgestreefd), niet realistisch. Meer concrete voorstellen zijn wenselijk. Scheepbouwer: als je praat over de Lissabonagenda kun je beginnen met Nederland zelf. De Nederlandse overheid gaf te weinig impulsen. De overheid had de electronische snelweg kunnen bevorderen. Als je dat dan niet doet, moet je geen verwijt richten aan Europa. Karel Noordzij (uit de zaal): Tegenover angst staat hoop. Ga na wat de kansen zijn voor technologie. Maar hoop heeft ook een spirituele dimensie. Hermans: het is een Europese plicht om het klimaat aan te pakken. Die kans moeten we grijpen. De Lissabonagenda was veel te abstract, ging te veel over de hoofden heen. Van Luyn: we moeten de weg van de hoop zoeken. Dat vraagt dialoog en daarmee drie dingen. Allereerst zelfkritiek, over en weer (in reciprociteit). Verder de bereidheid om ons open te stellen voor anderen en positieve elementen bij anderen te bevestigen. Tenslotte het besef dat het 'common good' het individueel en groepsniveau overstijgt en daarom offers vraagt.
33
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Scheepbouwer: ik werkte veel jaren in Afrika. Daar is veel spiritualiteit maar er is veel behoefte aan goede hulp. Nu komt het geld verkeerd terecht. Je moet concreet dingen doen, bijvoorbeeld je competenties inzetten op het gebied van milieu. Lubbers: de grote kracht van de Verenigde Staten is om profijt te trekken van de diversiteit. Zwak is het streven naar hegemonie onder het motto dat het eigen concept het beste is. Minister Bot (laatste interventie uit de zaal): Europa is allereerst een waardengemeenschap. We moeten aansluiten op de hoop. 70 procent van de Nederlanders is positief over Europa. Er bestaan kritiekpunten waaraan we wat moeten doen. We doen al veel samen als het gaat om klimaat en milieu en migratie en asielbeleid. Het gaat met Europa op en neer. We moeten elkaar niet napraten dat het slecht gaat met Europa. Ik ben optimistisch over Europa.
34
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Bijlage I Pro g r a mma 4 5 e B i l d e r b e r g c o n f e re n t i e v a n V N O - N C W o p 2 e n 3 februari 2007 Conferentievoorzitter: Peter van Ingen
Vrijdag 2 februari vanaf 12.30 uur 13.30 uur 13.45 uur
14.45 uur 14.55 uur
15.45 uur 16.30 uur 18.00 uur 19.00 uur
ontvangst met lunch opening door Bernard Wientjes, voorzitter Vereniging VNO-NCW inleidingen Frits Bolkestein, hoogleraar intellectuele grondslagen van Politieke ontwikkelingen en voormalig EU-commissaris voor de interne markt Paul Scheffer, hoogleraar Faculteit voor Sociale en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Ernest-Antoine Seillière, president Europese werkgeversorganisatie BusinessEurope intermezzo forumdiscussie 'Europa in de praktijk' Philippe de Buck, secretaris-generaal BusinessEurope Agnes Jongerius, voorzitter FNV Eimert van Middelkoop, vice-voorzitter Eerste Kamerfractie ChristenUnie Marlies van Wijhe, algemeen directeur Van Wijhe Verf pauze parallelsessies: deelnemers discussiëren net elkaar aan de hand van stellingen over de toekomst van Europa aperitief diner
Zaterdag 3 februari vanaf 7.30 uur 9.00 uur 10.00 uur
10.45 uur
ontbijt oecumenische dienst onder leiding van Antoine Bodar inleiding Ruud Lubbers (o.a. voorzitter Curatorium VNO-NCW, minister-president 1982-1994): 'Van Maastricht naar Berlijn en verder' pauze
35
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
11.15 uur
12.30 uur
VNO-NCW
forumdiscussie 'Hoe verder met Europa?' Loek Hermans, voorzitter MKB-Nederland Ruud Lubbers Ad van Luyn, bisschop Rotterdam en lid Curatorium VNONCW Jacqueline Rijsdijk, divisiedirecteur De Nederlandsche Bank en voorzitter Stichting Management Studies Ad Scheepbouwer, voorzitter raad van bestuur Koninklijke KPN afsluiting door Bernard Wientjes aansluitend lunch
36
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Bijlage II Ve r s l a g B i l d e r b e r g c o n f e re n t i e i n Fo r u m v a n 1 5 f e b r u a r i 2 0 0 7 Ontwikkeling Europa moet doorgaan 'Ondernemen in het Europa van morgen'. Dat was het thema van de 45e Bilderbergconferentie, op 2 en 3 februari in Oosterbeek. In een uitverkocht huis spraken diverse prominenten over hoe nu verder na het Nederlandse en Franse 'nee' tegen de Europese grondwet. "Nu stoppen met de verdere ontwikkeling van de Europese Unie heeft vergaande gevolgen voor ondernemingen", hield Ernest-Antoine Seillière, voorzitter van de Europese ondernemingsorganisatie BusinessEurope, zijn gehoor voor. "Het betekent dat alles wat we tot nu toe hebben bereikt tevergeefs is geweest." Seillière memoreerde de zes 'hoofdthema's' waarlangs volgens BusinessEurope moet worden gewerkt om van Europa een succes te maken. Daaronder de verdere ontwikkeling van de Europese interne markt. "We moeten toe naar een markt waarin bedrijven zich net zo vrij kunnen bewegen als in de verschillende staten van Amerika. De dienstenrichtlijn zoals die er nu ligt, is verre van perfect, maar we moeten er uithalen wat er in zit." De zeepbel van overspannen verwachtingen moest een keer worden doorgeprikt. Dat is nu gebeurd, stelde Frits Bolkestein vast. "Maar verkeert Europa door het uitblijven van het grondwettelijk verdrag in een crisis? Ik denk het niet. In de Gouden Eeuw hadden we ook te maken met een kwakkelende constitutie." Hij pleit ervoor niet weer met een grondwettelijk verdrag te komen. "In plaats daarvoor zou ik liever een 'slanker' verdrag ter ratificatie voorleggen." Ruud Lubbers, oud-premier en tegenwoordig (onder meer) voorzitter van het curatorium van VNO-NCW, sloot zich aan bij het pleidooi van Bolkestein. "Laten we toewerken naar een nieuw verdrag in plaats van de Europese constitutie. Een overeenkomst die aangeeft hoe de lidstaten van de Europese Unie willen samenwerken, met behoud van soevereiniteit." Zo'n samenwerkingsovereenkomst hoeft niet vrijblijvend te zijn, benadrukte Lubbers. "Op bepaalde terreinen, waar dat nodig en gepast is, kan die samenwerking ver gaan."
37
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
Bijlage III I n t e r v i e w me t B e r n a r d Wi e n t j e s i n H e t Fi n a n c i e e l e D a g b l a d v a n 1 9 januari 2007 'Apathie Europa breekt ons op': Bernard Wientjes eist actievere opstelling in debat Europese eenwording De afkoelingsperiode is voorbij, meent werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes. Ruim anderhalf jaar na het referendum over de Europese Grondwet moet Nederland weer voorop gaan lopen in de discussie over de toekomst van de EU. "Aan de zijlijn blijven staan is meer dan gevaarlijk", stelt de voorzitter van VNO-NCW. "Nu al hoor ik vanuit Brussel dat de invloed van Nederland in Europa een stuk minder is. Dat is slecht voor Nederland, dat is slecht voor ondernemend Nederland." Als voorbeeld noemt hij de discussie over fijn stof. Wegens Europese regels wordt Nederland gehinderd bij uitbreidingen van de infrastructuur. "Het is bijna onfatsoenlijk hoe onze staatssecretaris van Milieu, Pieter van Geel, is teruggewezen in de Europese ministerraad. Ik kan het niet bewijzen, maar vroeger zou dit zeker niet gebeurd zijn." Wientjes dringt er bij de beoogde coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie op aan de bakens te verzetten. Hij heeft goede hoop dat hij een gewillig oor vindt bij de partijen. Ook bij de ChristenUnie, die zich bij het referendum over de Europese Grondwet in het neekamp bevond. Uit de contacten met deze partij is Wientjes gebleken dat deze partij niet principieel anti-Europa is. "Ze hebben problemen met de Grondwet. Laten we pragmatisch zijn en de mogelijkheden onderzoeken naar een aangepast verdrag." Parallellen ziet Wientjes met het advies dat een commissie onder leiding van oud-premier Kok deze week presenteerde over de Randstad. Daarin wordt een efficiënter bestuur bepleit zonder dat de Nederlandse grondwet op de schop hoeft. "Wat Kok doet in de Randstad moet ook in Europa kunnen." "We moeten in de EU naar meer bestuurlijke efficiency", vervolgt hij. "Besluitvorming gaat nu moeizaam en stroperig. We moeten toch naar een situatie waarin niet langer ieder land zijn eigen commissaris heeft en waarbij we met meerderheid van stemmen als hoofdregel tot besluitvorming moeten komen." Wientjes ziet mogelijkheden om de discussie vlot te trekken. Volgens hem doet Nederland er verstandig aan op te trekken met de Fransen, die eveneens de Grondwet hebben weggestemd. Maar ook de Britten zouden daarbij betrokken moeten worden. "Engeland was blij met de uitslag van de referenda in Nederland en Frankrijk." Vervolgens is het aan de Duitse kanselier en fungerend EU-voorzitter Angela Merkel om alle landen op één lijn te krijgen. Dat zal waarschijnlijk niet gebeuren voor de Franse presidentsverkiezingen in mei. Vraag is of EU-landen, die het het grondwettelijk verdrag al hebben geratificeerd, zitten te wachten op hernieuwde onderhandelingen. Wientjes: "Je zult de gevoelens van die landen moeten respecteren. Maar als je weer terugkomt met de Grondwet, kun je het vergeten. Dat zal nog de nodige stuurmanskunst van mevrouw Merkel vereisen." Wat nu mist is een aansprekend plan voor de burgers, zoals dat ooit gold voor het vrije verkeer van burgers en de invoering van een gezamenlijke munt. "Energie zou bijvoorbeeld één van die punten kunnen zijn", meent Wientjes. "We moeten duidelijk kunnen maken dat
38
Verslag Bilderbergconferentie 2007 Ondernemen in het Europa van morgen
VNO-NCW
het licht uit dreigt te gaan, als we niet gezamenlijk optreden. Met 450 miljoen mensen kan Europa veel beter een vuist maken tegen Rusland." Ook vrij verkeer van werknemers, inclusief bijvoorbeeld de Polen en de Tsjechen, hoort wat Wientjes betreft tot een van de grote Europese projecten. Juist hier toont de Nederlandse politiek zich terughoudend, met inbegrip van PvdA en CDA. Volgens de VNO-NCW-voorman heeft het parlement een zware verantwoordelijkheid om de schuchterheid van zich af te werpen en de grenzen te openen. "De angst heeft kenmerken van xenofobisch denken, wat natuurlijk te maken heeft met de verkiezingswinst van de SP en Geert Wilders. Maar het zou te gek voor woorden zijn als het openen van de grenzen nu weer zou worden vertraagd. Ik hoop echt dat een nieuw kabinet zegt: op 1 maart gaan de grenzen open."
39