Het publiek van morgen Maandag 19 oktober 2015 Kinepolis Gent
Jeroen Willems
Good practices voor filmvertoners
Picturehouse (VK) door Jon Barrenachea Picturehouse Cinemas opende zijn eerste ‘neighbourhood cinema’ in Oxford in 1989, als reactie op de multiplexen die geopend werden in het VK vanaf de jaren ’80. Het bedrijf telt momenteel 23 bioscopen in het VK. -
-
Belangrijk: het is een plek waar je te voet naar toe kan, geen parking moet zoeken, niet verplicht bent om fastfood te eten. Iedere cinema en elk team is uniek, heeft een eigen stijl en is aangepast aan het publiek van de locatie. Flexibiliteit staat centraal in de communicatie: elke plek krijgt de opdracht om ‘hun cinema’ succesvol te maken en gebruikt daar eigen kanalen voor in de communicatie. Een Picturehouse-bioscoop is meer dan een cinema (letterlijk: vaak is het ook een kunstencentrum, galerij of instituut voor hedendaagse kunst). Fundamenteel in alle nieuwe Picturehouse cinema’s is het restaurant. Er is de vrijheid om het aanbod eventueel te laten aansluiten aan onze filmprojecten.
Nog voor een cinema opent, bouwt Picturehouse een ledenbestand op dat een jaarlijks lidmaatschap betaalt. Je naam komt op de muur: je wordt letterlijk deel van de community. Publiek: Picturehouse biedt films aan aan verschillende subdoelgroepen die worden gelabeld: seniors, wereldcinema, kids club. Proberen deze subgroepen te integreren in de werking: iedereen moet zich kunnen terugvinden in de cinema. Zo leert het publiek de plek en de programmatie te vertrouwen. Picturehouse heeft een distributieluik, vertoont ook alternatieve content zoals gefilmde concerten, theaterstukken, etc., heeft een platform voor Cinema on demand en verzorgt de filmprogrammering in andere locaties zoals kleine cinema’s en galeries. Daarnaast is er de ‘moving cinema truck’: proberen mensen enthousiast te maken om ook een cinema in hun buurt te starten.
1
Cineciutat (ES) door Javier Pachón Cineciutat is een non-profit organisatie in Mallorca, gedragen door vrijwilligers en betalende leden. Elk lid is een mede eigenaar, de mensen voelen zich deel van het project. dit bepaalt de identiteit van Cineciutat: cinema voor en door het volk. Cineciutat ontstond in een zeer moeilijke situatie: er was geen nationaal netwerk dat ondersteuning bood in een tijd van crisis, met als gevolg het verdwijnen van cinema’s en minder diversiteit. Toch zagen we potentieel en richtten we – met eigen financiering – het nationaal netwerk Cinearte op, een netwerk om samen de arthouse industrie verder te helpen te ontwikkelen. Een logo dat staat voor kwaliteit. Een cruciaal element voor het succes van Cineciutat was de sociale energie. Oude klanten en proactieve burgers wilden iets constructief doen met de situatie. Het was een verhaal dat je wou vertellen als pers, de interesse was groot en zo groeide ook ons kwalitatieve contactenbestand. Cineciutat werkt met een lidmaatschap en geeft zijn leden kortingen, gratis events, presentaties etc. M.a.w. het bedrijf biedt meer dan alleen maar films: eten, drinken, evenementen, creatief zijn (verhuur!), we willen de diversiteit verdedigen waar arthouse voor staat. Doe aan netwerken, verbinden met verschillende associaties, NGO’s… Iedereen is een potentiële partner . Doe zo veel mogelijk verschillende dingen, betrek sociale media zodat iedereen wel eens gehoord heeft van iets dat je doet. Cineciutat geeft zijn publiek het gevoel dat het erbij hoort en meetelt. Dit door het publiek ook letterlijk ‘power’ te geven, bijvoorbeeld om te programmeren, om feedback te geven. Ga in op specifieke vragen, het vertrouwen en de geloofwaardigheid van de programmatie versterkt zo. Eerlijk zijn in communicatie, zelfs als je faalt, is belangrijk. Leg uit waarom het niet lukt. De programmering is gericht op de verschillende segmenten in het doelpubliek (families, kinderen, senioren...). Alle films worden in de originele versie getoond - een unieke beleving dus. Probeer de beste ervaring mogelijk te bieden: de beste zitjes, website, online ticketing, ontvangst… Cineciutat telt meer dan 10.000 leden en verkoopt jaarlijks circa 45.000 tickets. Cineciutat zoekt momenteel naar een balans: hoe groter Cineciutat, hoe minder verbonden leden zich voelen met het project.
2
Rialto (NL) door Raymond Walravens Rialto is een buurthuiscinema in De Pijp, een populaire woonbuurt te Amsterdam. Rialto heeft drie zalen (135, 84, 51 stoelen), jaarlijks 100.000 bezoekers en wordt gefinancierd door de gemeente Amsterdam (30 percent), sponsoring (10 percent) en eigen inkomsten (60 percent). Rialto staat voor meer dan alleen maar een filmpje kijken, het voelt als echte cinema, een avond uit. Onderzoek naar de bezoekers van jouw cinema is nuttig, maar Rialto vond het ook belangrijk de potentie te kennen van het publiek dat niet komt: waarom komen ze niet, wat kan er veranderen? Belangrijk is ook: rondom je heen kijken, niet enkel naar binnen: wat doen andere culturele huizen? Rialto heeft haar programmering aangepast en duidelijker gemaakt. Publiek komt enkel als er iets unieks wordt aangeboden. Rialto werkt met target groups en sublabels. Er wordt goed nagedacht over wat er wordt geprogrammeerd en voor welke doelgroep. Als het niet past binnen de labels wordt het niet gedaan. Jaarlijks organiseert Rialto ook het wereldfilmfestival World Cinema Amsterdam: een festival als ideale boost voor het publiek, om publiek aan te trekken en nieuwe focusgroepen te introduceren.
Cinevillepas (NL) door Niels Büller De Cinevillepas is een abonnement voor 19 euro per maand dat je de mogelijkheid geeft om onbeperkt films te kijken in 37 art house bioscopen van het Cineville-netwerk in 15 steden in Nederland. Een imagoprobleem lag aan de basis van het ontstaan van de Cinevillepas: we wilden een nieuw en jong publiek aanspreken en daarvoor zochten we een collectief marketing instrument. Het belangrijkste product is de functie van de Cinevillepas zelf, maar andere heel belangrijke bouwstenen zijn uiteraard het financiële element en de website, sociale media, allemaal noodzakelijk om een jong publiek te lokken. Een pashouder bezoekt een aangesloten filmtheater gemiddeld 2,5 keer per maand. Per pasbezoek ontvangt het theater ongeveer 7 euro voor, wat dus 17,50 euro oplevert per maand. In vergelijking met de reguliere bezoeken vóór de aanschaf van een Cinevillepas , betekent de pas een omzetstijging van ongeveer 7 euro per pashouder iedere maand. Cineville werd dus een groot succes op financieel vlak, maar ook ideëel. Het heeft momenteel 20.000 pashouders, waarvan de helft jonger is dan 35 jaar. Cineville is in Amsterdam goed voor 30 percent van de filmbezoeken. Naast films beidt Cineville ook special events aan aan zijn pashouders, zoals een silent party (La grande Bellezza-stijl), filmquizzen, Oscar nights, avant-premièreavonden , een mini vijfzitsbioscoop, geprinte regenjasjes etc.
De Filmkluis (NL) door Henne Verhoef Gofilex is sinds 1938 het fysieke filmdepot van Nederland. In 2008 startte Gofilex met een digitaal distributienetwerk. Gofilex is een bedrijf met liefde voor film en biedt een flexibele dienstverlening, geen gedoe met schijven, attachments… Hierdoor gaan kosten naar beneden, wat de verspreiding van film alleen maar ten goede komt. Er wordt ook andere content voorzien: livestreams van
3
concerten, opera’s… Momenteel zijn er ongeveer 100 bioscopen in België en Luxemburg aangesloten.
Cultuurparticipatie in het brede cultuurveld
Presentatie cultuurparticipatierapport door John Lievens (UGent) Sinds 2001 beleidsrelevante informatie verzameld, een van de belangrijkste studies is de cultuurparticipatie survey tot en met 2014. Hoe zijn sportparticipatie en cultuurparticipatie gelinkt? 70,6% van de cultuurparticipanten zijn ook sportparticipanten. Hetzelfde geldt omgekeerd ook. Helemaal geen gescheiden werelden. Waarom participeren mensen al dan niet? Is zeer gelijkend tussen sport en cultuur. Hoger opgeleiden doen meer aan participatie in de samenleving, zowel wat cultuur als sport betreft. Ouderen doen meer aan cultuurparticipatie. -
De grootste cluster (26%) zijn thuisblijvers, die niet deelnemen aan verenigingsleven, niet naar theater en cinema gaan en niet naar de sportclub. 10% zijn echte verenigingsmensen 21% zijn veelvraten (cultuur, sport en verenigingen)
Algemeen cultuurparticipatiecijfer: - 25% neemt helemaal geen deel aan activiteiten - 27% neemt heel vaak deel aan activiteiten (minstens 7 activiteiten) - 22% neemt incidenteel deel aan activiteiten Er is nauwelijks een trend in te verkennen tussen 2004 en 2014. De niet-deelnemers zijn wel lichtjes afgenomen. Motieven: 70%: interesse, omdat de activiteit niet interessant wordt bevonden nemen ze niet deel. Deelname per activiteit: -
-
-
Kunstmusea en -tentoonstellingen: 20% deelnemers. Geen nieuwe trend tussen 2004 en 2014. Jongeren zijn minder naar kunstmusea beginnen gaan, oudere groep net meer. Andere musea en tentoonstellingen (niet kunstenmusea): 20% deelnemers, lichte toename van incidentiele participatie. Podiumvoorstellingen: Theater- en dansvoorstellingen (type 1): ongeveer constant gebleven, rond de 29%. Type 2 (musical, show, circus, straattheater, comedy,…): lichte afname in 2014 t.o.v. 2004 en 2009, naar iets van 28% in 2014. Concerten: klassieke concerten: 10%, licht toegenomen. Toename in 65+, jongere generaties haken af t.o.v. 2004. Jongeren die naar een klassiek concert gaan nemen af. Niet klassieke concerten: 20%, bijna verdubbeld, van 10% in 2004 naar 20% in 2014. Vooral bij jongeren en hoger opgeleiden merkbaar. Amateurkunsten: 25% zijn actieve amateurkunstenaars, lichte toename naar 2009 toe en terug naar 25% in 2014. 5% is actief bezig met media. Cultuurparticipatie thuis 4
Films kijken thuis: 80% kijkt weleens een film thuis. Evolutie: participatiecijfer is gelijk gebleven maar significante afname van het veel kijken naar minder kijken, thuis veel films bekijken is op zijn retour. Dat is vooral bij jongeren zo. De oudere leeftijdsgroepen bekijken meer films dan voorheen. Lezen van romans thuis: licht toegenomen t.o.v. 2004. - Bioscoopcomplex met grootschalig aanbod: neerwaartse evolutie; 33% in 2014 t.o.v. 40% in 2004. Frequente deelnemers zijn gedaald, terwijl incidentele deelnemers zijn gestegen. Kleinschalige bioscopen: 8,3% gaat in 2014, maar het percentage is afgenomen in vergelijking met 2004. Andere zalen b.v. in CC’s: sterk gedaald in 2014 t.o.v. 2004. bioscoopbezoek in totaal: afname van frequente bezoekers en toename incidentiele bezoekers. Mogelijke verklaring: jongeren vinden andere vormen van filmconsumptie dan generaties voor hen. internationale vergelijking: VS: participatie is in alle cultuursectoren zwaar aan het afnemen, zeker bij de jongeren. In Vlaanderen is het een status quo, niet zo drastisch als in de VS. Vergelijking met NL: beduidende dalingen in cultuurparticipatie, zeker bij jongeren, zeer verschillend t.o.v. Vlaanderen. In Vlaanderen is bioscoopbezoek het enige dat achteruit gaat terwijl het in NL toeneemt. Internet: informatie opzoeken i.v.m. vrijetijdsactiviteiten: - 70%: verplaatsingen, reizen en toerisme - 56%: cinema en films op de 2e plaats, meer dan de sportsector die op de derde plaats staat met 48%. Internet: cultuurconsumptie: downloaden: 1/3e actief. Betalend tv (Netflix): 83,4% niet. Conclusie: status quo maar onderhuids verschuivingen, in de kunstensector haken jongeren meer af, ouderen participeren meer frequent. Groep van 65+plussers is groter dan jongeren die wegvallen, dus er is meer participatie maar wel een verouderde participatie. Verschillen tussen arm en rijk, tussen laag en hoogopgeleiden is onverminderd hoog en blijft stabiel. Meer info op studiedag participatie survey 2014 op 4 december in de Bijloke in Gent + lancering webtool.
Rapport CC-vertonersveld door Erik Martens (VAF) Het VAF heeft een nieuwe taak: ondersteunen van filmcultuur, de culturele beleving van film. Voor ons zijn de CC’s een witte vlek. Mensen gaan nog altijd naar de bioscoop, de oudste en nog altijd de meest ideale setting voor het kijken naar film. Filmcultuur: arthouse cinema’s, maar ook filmfestivals. In Nederland is er (in tegenstelling tot Vlaanderen) altijd een beleid geweest rond spreiding van artistieke filmvertoning. In Vlaanderen hebben we dus geen filmhuizen, wel polyvalente CC’s, gebouwd in de eerste plaats rond een centrale theaterzaal. Film is er altijd het kleine broertje geweest, en vulde de gaatjes in de programmatie. Dit in tegenstelling tot Nederland, waar filmcultuur wel altijd een beleidsprioriteit was. Art house cinema’s: 7 in totaal waar nieuwe art house films worden vertoond (profit en non-profit). 4 ervan zijn commerciële bedrijfjes, de andere 3 zijn gesubsidieerde plekken. Art house zalen in 5
Nederland: 106 art house zalen. Het Eye Instituut in NL, een vlaggenschip voor film dat wij niet hebben. Art house zalen in Frankrijk: 1088 zalen in 2014. In 2014 waren er 376.000 toeschouwers in de Vlaamse art house cinema’s. Op de filmfestivals: 330.689 toeschouwers. Filmcultuur in de CC-huizen (ook gemeenschapscentra): 379.829 toeschouwers in 2014, verrassend! Dus 35% in CC’s t.o.v. 35% in de art houses en 30% festivalvertoningen. In totaal ongeveer een miljoen toeschouwers voor art house cinema, dat is iets meer dan 10% van het totale bioscoopbezoek in Vlaanderen. 3810 CC-vertoningen in 2014 (<-> art houses vertonen veel meer). Gemiddeld 99,69 toeschouwers per vertoning. Top 10 wekelijkse vertoningen: - CC Zwaneberg - CC Strombeek - CC De Kern - CC Sint-NIklaas - CC Scharpoord - CC Lokeren - CC Achterolmen - CC De Meent - CC Het Perron Welke films? Veel Vlaamse films, voor het overige geen echte multiplex-films. Films die erkenning hebben gekregen. Ze vertonen meestal op dinsdag, niet in de zomervakantie. Een ticket kost 6 euro gemiddeld. Publiek ouder dan 40, trouw publiek. -
-
CC-vertoners zijn een soort Open Filmclub. In nogal wat CC’s wordt de programmatie overigens verzorgd door een filmclub. CC-vertoners zijn ook een soort buurtcinema: nabijheid, mensen gaan zelden ver naar een film. Mobiliteit is een belangrijk issue, parkeergelegenheid is belangrijk. Tweedevertonerscircuit: afstand van 3 maanden, kan nuttig zijn om aanbod te filteren, ‘follow the guide’ principe: het publiek volgt de gids. Welke documentatie gebruiken de CC’s? Filmmagie, Knack, Humo, Vertigo, De Morgen, De Standaard. Familiefilm komt van in aanzienlijke mate van Jekino (15 van de 25 meest gedraaide films). Schoolvertoningen lopen vaak minder goed, vooral de hogere jaren van het middelbaar. Scholen organiseren ook meer en meer zelf voorstellingen. Infrastructuur: DCP/2K (digitale cinema infrastructuur): 20 CC-vertoners hebben eigen infrastructuur, 13 CC-vertoners doen beroep op de DCP infrastructuur van een nabijgelegen commerciële vertoner. Ticketverkoop in de CC’s is de voorbije tien jaar heel aanzienlijk gestegen.
Hoe zien de CC’s hun toekomst? Status quo (41), expansie (8 + 8 misschien), inkrimpen (3-). Nochtans zijn er veel argumenten voor uitbreiding: er is een grote schaarste aan plekken voor filmcultuur (zeker t.o.v. andere landen), er is een immens aanbod van hoge kwaliteit, een immense diversiteit (films van over heel de wereld), kwaliteitsprogrammatie heeft succes, het medium is heel laagdrempelig voor een nieuw publiek, het is goedkoop en genereert zelfs inkomsten. 6
Aanbevelingen: - CCinema’s - Aandacht voor kwalitatieve infrastructuur - DCP voor wekelijkse vertoners - Vertoon wekelijks - Ook familievertoningen wekelijks - Samenwerken, netwerken onder vertoners, samen projecten opzetten, ideeën uitwisselen - Ambitie en gedrevenheid loont - Doe meer
Korte reactie van Marleen Platteau (raadgever cultuur kabinet Sven Gatz) CC’s leveren een sterke bijdrage aan filmcultuur in Vlaanderen. Wat mij opviel is het tweedevertonerscircuit, wat de mogelijkheid geeft om meer synergie en netwerking tussen CC’s, art houses, festivals te creëren. Interessant element is ook het publiek, het is misschien wel een ouder wordend publiek maar wel een omvangrijk en loyaal publiek. Er ligt een kans in het feit dat het publiek bestaat uit meerwaardezoekers, die zoeken naar omkadering, duiding, sfeer, mensen die mensen ontmoeten en ook graag de makers ontmoeten. Het element van nabijheid is een opportuniteit. Meer werken op regio’s, om die cultuur meer op te schalen. Een gedeelde verantwoordelijkheid tussen Vlaanderen en het lokale niveau. Samen met steden en gemeenten willen we gaan zoeken hoe we op andere modellen kunnen komen. Samenwerking stimuleren; deskundigheid vanuit het VAF samen met CC’s.
Reactie Johan van Schaeren (Kortfilmfestival Leuven, Docville Leuven, Cinema ZED, Dalton Distributie, filmhuizen.net) Belangrijk aspect van dit rapport: het kan het negatieve discours helpen keren, bewijst dat de cinema en film niet dood is. Het rapport maakt ook duidelijk dat we in een nieuwe realiteit zitten, het is een heel andere filmvertonerswereld. Puntje van kritiek: nog teveel uitgegaan van een ‘eerste en tweede circuit’. De twee zijn naar elkaar toegeschoven, het is nu eerder een continuüm. Wat belangrijk is: er zijn een aantal noden die naar boven komen. CC’s mogen meer gemotiveerd worden om soms iets uitdagender te programmeren. Filmhuizen.net is een vakvereniging van programmatoren, bedoeling is om informatie te kunnen delen en op de hoogte te blijven van elkaars werking. Dat zoiets aan het lukken is, is op zich al een kleine revolutie.
7
Reactie Sophie van Weert (CC Strombeek) Strombeek vertoont al 40 jaar lang film. Belangrijk om nog eens te benadrukken dat het gaat over veel publiek, veel vertoningen. Film heeft een belangrijke plaats in Strombeek. Wij waren heel blij met de studie, ik heb nog nooit zo’n grote interesse gevoeld voor de vertoningen in de CC’s door de filmwereld. Je zit in een concurrentiepositie en die positie begint stilletjes aan te kantelen, zo’n studie helpt daarbij. Film kan een belangrijkere plaats innemen in de CC’s. Wij zijn afhankelijk van lokale spelers. CC-vertonersveld is aparte wereld, de informatiedoorstroming van de filmwereld naar de CC’s kan zeker beter. Belangrijk om op te merken: er zijn belangrijke verschillen tussen de centra onderling, er zijn parallellen te trekken met de rest van de programmatie. Als het gaat over de Vlaamse film, dit genre is goed vertegenwoordigd maar het gaat ook over heel andere films. Voor een publiek is Vlaamse film heel herkenbaar, dezelfde acteurs staan ook op de scène bij de theatervoorstellingen.
‘Unpack the arts’ door Koen Allary (Circuscentrum) Audience development is een containerbegrip, wat is AD en publiekswerking? Hanteren we dezelfde definitie? Hét publiek bestaat niet. Circus heeft problemen met zijn discours. Het traditionele circus is een kleine minderheid. Het klassieke discours over circus is dat het voor kinderen is. Hedendaags circus boomt, maar blijft fragiel in Vlaanderen. Alexander Vantournout is een voorbeeld van hedendaags circus. Compagnie Ea Eo. Hedendaags circus is voor het publiek steeds een blind date. Waarom zou het publiek een duur ticket kopen? Media zijn daarin een sleutelpartner. Reguliere media focust op het gevaar. Maar circus is een veilige werkvorm. Reguliere media focust ook op Cirque du soleil, wat het zeer klassieke circus is in een nieuw marketingkleedje. Vandaar het ‘Unpack the Arts’ in samenwerking met 9 Europese partners. Internationale cultuurjournalisten krijgen een residentie aangeboden om een kritisch discours te ontwikkelen over hedendaags circus. Met de volgende doelen vooropgesteld: - cultuurjournalisten op de hoogte te brengen van actuele artistieke ontwikkelingen - positieve verandering teweegbrengen - discussie nieuwste trends starten - verbinding maken tussen journalistiek en circussector 12 vierdaagse residenties. Iedere journalist verbond zich ertoe een artikel in zijn moedertaal te schrijven over hedendaags circus. Aan On the Move werd gevraagd een gids samen te stellen met internationale mogelijkheden voor subsidies.
8
‘Young European (Cultural) Audience development’ door Louise Labib en Michel Steyaert (Centre Vidéo Bxl) Een gratis educatieve ruimte gewijd aan expressie: 1. Auteurs 2. Non-profit organisaties die op zoek zijn naar videomateriaal 3. Video workshops voor kwetsbare doelgroepen Maak films met mensen en niet over hen. Participeren = deel uitmaken van. Focus op jonge mensen: - Coup2pouce: TV show gemaakt door jongeren: uitgezonden op TeleBxl - YEFF 2015: komt elke 2 jaar samen gedurende 10 dagen om films te maken over culturele diversiteit Nieuw project YEAD: - In samenwerking met 6 Europese landen: de ontwikkeling van een cultuurpubliek ondersteunen. Als je zelf cultuur creëert, wordt je vanzelf ook consument van cultuur. Wie is het publiek? Jonge mensen tussen 18-25. Er zijn twee doelstellingen: - voor het publiek: een actieve rol spelen in het vormgeven van Europese cultuur - voor professionelen: door met jonge mensen te werken zullen we ook innovatief denken kunnen stimuleren en methoden ontwikkelen om culturele diversiteit in culturele instellingen te promoten. En daarnaast een nieuw referentiekader ontwikkelen met sociaal kwetsbare publieken in een vierjarig programma. Conclusie: YEAD wil individuele en collectieve emancipatie stimuleren, culturele sectoren voeden met nieuwe benaderingen rond audience development. YEAD promoot sociale betrokkenheid en creëert (op langere termijn) nieuwe cultuurpublieken.
‘Eye Exposed’ door Meike Amelie Scholten (Eye Education) In 2014 gestart om een nieuwe doelgroep naar het museum te trekken. Enorme opkomst 40+ers, jongere bezoekers bleven aan de andere kant van het water. Exposed is een peer to peer initiatief. 5 teamleden, jongvolwassen cultuurliefhebbers tussen 18-35 jaar. Multidisciplinair. Evenementen: eigen visie is heel belangrijk, doelgroep mixen met het gewone publiek. Ga niet voor het halen van grote bezoekersaantallen, maar voor kwaliteit. Het gaat vooral om het engagement van de groep te verdienen door verdieping en door jezelf met de doelgroep te identificeren en ze niet te kleineren. Online zichtbaarheid vergroten. Meten is weten, registeren door b.v. museumpas zonder extra pasje in de portemonnee. Stefan, een van de teamleden: we hebben nu 3 evenementen gehad, volgend jaar is er een nieuw team. Nog 1 evenement te gaan. Silent poetry was een van de evenementen, jonge dichters in een koptelefoon. 30 januari nieuwe tentoonstelling: nieuwe generatie videokunstenaars. 9
Panelgesprek met Sven Gatz, Juliette Duret (Bozar), Franky Devos (Buda Kunstencentrum), Dirk Cornelis (CC De Spil), Stef Coninx (Kunstenpunt) en Patrick Duynslaegher (Film Fest Gent) Eerste reacties op de cijfers: Patrick Duynslaegher: De bioscoop is al van in de jaren 70 in crisis. Er is nog nooit in de geschiedenis zoveel naar film gekeken, alleen doen mensen dat niet meer alleen in de bioscoop. Er is veel potentieel in het CC-vertonersveld maar er moet nog veel in geïnvesteerd worden. Ze worden nog niet gebruikt zoals ze kunnen gebruikt worden. Minister Gatz: Het beleid is afhankelijk van 2 spelers: het Vlaamse en het lokale. Op dit moment zitten we op een scharnierpunt: de inkanteling van een aantal subsidies naar de gemeenten, wat een belangrijke impact gaat hebben en ten tweede de nieuwe taken van het VAF qua spreiding. Ik zal bij VAF kijken wat beter kan gebeuren en ik zal kijken hoe wij de CC’s kunnen coachen en stimuleren, hoe zij dat op de kaart kunnen zetten. De art house cinema’s hebben veel meer potentieel. CC’s kunnen met film bijkomende zaken doen. Wat er gaat gebeuren met de grotere vertonersmodellen, kan ik niet zeggen, maar we gaan ook naar ‘small is beautiful’. Chantal Pattyn: Spek naar uw bek, Dirk Cornelis? Dirk Cornelis: Samen met minister Gatz na de inkanteling kijken op welke manier wij de regionale spreiding op elkaar kunnen afstemmen. Dat gaat ook over theater, klassieke muziek. We werken daar heel hard aan mee. Chantal Pattyn: Hoe ziet u de rol van de CC’s, niet teveel specialisatie? Dirk Cornelis: Elk jaar is er een vergadering met alle programmatoren over profiel en identiteit. Ons profiel is een heel divers aanbod. Lokale overheid verwacht divers aanbod waaronder ook film. We kiezen ervoor om de kwalitatieve film, de kunstfilm te plaatsen naast het breder aanbod, wat niet altijd eenvoudig is. In onze stad (Roeselare) is er een ‘koude oorlog’ met een lokale commerciële vertoner. Franky Devos: Wij hebben zwaar ingezet op film. Kinepolis is in Kortrijk vertrokken eind jaren 80. We hebben een dagelijks programma. Je ziet dat het absoluut geen negatief verhaal is, wij hebben 38% meer bezoekers. Waarom? We zetten zeer hard in op publiekswerking. Ik was verbaasd toen ik het rapport zag, omdat er enkel wordt ingezet op de CC’s. Het ontgoochelende is dat een groot publiek niet bediend wordt; Amsterdam alleen gaat voor 14 cinema’s. Waarom zou een filmliefhebber in Amsterdam een cultureel jeugdigere smaak hebben dan in Vlaanderen? We hebben in Vlaanderen heel veel kansen misgelopen, we moeten ambitieuzer zijn. De CC’s gaan dit niet alleen invullen. We moeten de schade beperken zodat die art houses al zeker niet moeten stoppen. Ik kijk ook naar de gemeentebesturen, Kortrijk verhuurt onze zalen aan niet-marktconforme prijs, anders zou het niet lukken. Ik denk niet aan het subsidiëren van dagelijkse werking, maar aan ruimte voor publiekswerking. Ambitie nodig in steden zoals Mechelen, Leuven, Hasselt, daar is potentie. Minister Gatz: Dat begrijp ik niet, we krijgen een rapport waaruit blijkt dat nog nooit zoveel mensen naar films kijken, en toch spreek je van schadebeperking? Franky Devos: De achterstand die we hebben t.a.v. Nederland en Frankrijk, daar kunnen we toch niet vrolijk over worden. Minister Gatz: Mijn enige luxe is het panoramisch overzicht: gaan er veel mensen naar de film, en zijn ze tevreden? Het CC moet geen art house cinema worden, maar er is een opportuniteit om daar ook iets mee te doen. Het is geen of-of verhaal. We hebben rond art house misschien veel tijd verloren, maar ik geloof niet in een volledig gesubsidieerd model, er is een gemengd business model nodig. We moeten niet gaan naar bijkomende zalen in CC’s om films te bekijken. Wat ik wel leuk zou vinden, is om met film buiten de muren te breken. B.v. zomerfestivals, dat helpt om het dichter bij de mensen te krijgen. 10
Juliette Duret: Bozar heeft veel gemeenschappelijke punten met het Eye in Nederland. Het is een filmplek, een ontmoetingsplek en een discussieplek, dat is belangrijk voor Bozar. Wij werken ook soms samen met Eye om regisseurs naar België te krijgen, we werken ook samen met Cinematek. Filmcultuur is belangrijk, hoe beter je begrijpt hoe kunst en film gemaakt worden hoe meer verwantschap er tussen beide blijkt. Opleiding en onderwijs is daarvoor belangrijk, hoe meer film wordt aangeboden hoe breder het publiek zal worden. Cinema is een democratische kunst in vergelijking met andere kunsten. Wij hebben een breed publiek van alle leeftijden. Wanneer we programmeren in Bozar denken we altijd vanuit het publiek. Wie kan ons publiek zijn in de toekomst en wie willen we bereiken? Stef Coninx: Wat betreft publiekswerking zijn er veel elementen die de filmsector en de muzieksector binden. Hét publiek bestaat inderdaad niet. Je kan het cyclisch element ook op langere termijn bekijken, dat geeft andere inzichten. Muziek zit ook in crisis, we kunnen van elkaar leren. Wat ik miste in de presentatie van John Lievens: is het publiek tevreden met het aanbod? Misschien moeten we aanvaarden dat we aan een maximale haalbaarheid zitten en hoeft het niet altijd meer te zijn. Dirk Cornelis: De participatie vermindert niet, maar verschuift. Participatie stijgt nog altijd, denk ik. Stef Coninx: Bij een koor zitten was ook niet populair en toen kwam Scala en wou iedereen in een koor zingen. Minister Gatz: Tijd is de belangrijkste reden waarom men niet participeert. De Uitpas biedt kansen voor mensen die het financieel moeilijker hebben. Maar dat moet je eerst 10 jaar volhouden voor het resultaat zichtbaar wordt. Stef Coninx: Klassieke muziek wordt allemaal op een hoop gegooid terwijl je niet mag vergeten dat je daar een repertoire van 600 jaar meedraagt en dat allemaal heel verschillend is. Heel veel muziek is niet gemaakt voor de concertzaal, maar voor de kerk of voor het salon. Dirk Cornelis: Wij steken heel veel energie in publiekswerking. Nu is er een cel van 3 mensen die bezig zijn met publiekswerking. We werken ook mee met festivals. We gaan ook een aparte werking opzetten met kansengroepen, b.v. met mensen die slechthorend zijn zodat het moeilijk te bereiken publiek ook komt. Juliette Duret: We willen zeker zijn dat het publiek blij is met onze programmering. We krijgen slechts 50% subsidie, dus is de boxoffice voor ons heel belangrijk. We hebben daarom ook festivalformules die voor lagere prijs een breder aanbod geven. We proberen ook met verschillende gemeenschappen te werken en proberen te begrijpen wat ze willen zodat we ons daaraan kunnen aanpassen. Franky Devos: De rol van de programmator is ook veranderd, er zit nu heel veel kennis bij het publiek. Binnen een niche weet het publiek het soms beter. Chantal Pattyn: Er is voor een nieuwe generatie ook geen canon meer. Hoe gaan we met deze generatie om? Minister Gatz: Kan een canon iets anders zijn dan een saaie bedoening? Het staat iedere kunstdiscipline vrij een canon uit te werken. Een canon moet wel om de 5 à 10 jaar veranderen want de perceptie van cultuur verandert ook. Chantal Pattyn: Er wordt te weinig naar de publieken zelf geluisterd. We gaan er altijd van uit dat het publiek moet worden geëduceerd. Waarom werken wij zo weinig met die nieuwe publieken? Minister Gatz: Het CC is de ‘natte droom’ van de middenklasser. De professionals – consumers of prosumers – in je zaal laten. Zelf dingen laten doen. Op die manier zet je ‘het huis’ meer open. Er gebeuren heel boeiende dingen aan de basis. We gaan sterk van het middenveld moeten loskomen, anders kunnen we het diversiteitsvraagstuk niet oplossen. Chantal Pattyn: Het lokale wordt belangrijker, vooroordeel: het speelt zich enkel af tussen Antwerpen, Gent, Brussel en Oostende? Dirk Cornelis: Het lokale is belangrijk. De lokale infrastructuur is trouwens van goede kwaliteit. Minister Gatz: We moeten blijven investeren in de inkanteling, zodat de Vlaming ook een stukje mede-eigenaar kan worden van zijn cultuurcentrum. De infrastructuur zal maatschappelijk renderen. 11
Op dit ogenblik is het zo dat men met de budgeten die men heeft wel degelijks iets wezenlijks kan realiseren. Chantal Pattyn: Wat zijn de prioriteiten van de nieuwe publieken? Minister Gatz: Mijn voorgangers hebben een zo inclusief mogelijk beleid gevoerd. Wat ik de komende jaren wil doen, is een aantal elementen van verbinding uitwerken. De vraag is hoe je tussen verschillende subpublieken verbindingen kan leggen. Ik heb het dan meer over etnische achtergronden. We probeerden altijd één antwoord te vinden vanuit het beleid, maar we moeten verschillende antwoorden bieden. Stef Coninx: We hebben een sterke openbare omroep, dat geeft ons een geweldige opportuniteit om nieuwe publieken aan te trekken. Minister Gatz: We zijn momenteel bezig met de oefening van het Culturele vliegwiel van de openbare omroep met Canvas, Een en Radio 1. Dit is een heel boeiende oefening die tijd nodig heeft.
12