Verslag bijeenkomst Vereniging voor Zonnekrachtcentrales 30 nov. 2012 Energietransitie te belangrijk! Kohnstammhuis Global Energy Assessment – Naar Een Duurzame Toekomst samenvatting van de lezing van Wim Turkenburg
Wim Turkenburg gaf een overzicht van de uitkomsten van een groot internationaal onderzoek dat juni 2012 werd gepubliceerd: de Global Energy Assessment (GEA). Wim was de Convening Lead Author voor hoofdstuk 11 Renewable Energy. Hij presenteerde nu een beeld van de huidige toestand en de vooruitzichten tot 2050 voor de rol van de hernieuwbare energiebronnen, met speciale aandacht voor Concentrated Solar Power (CSP). Op dit moment is het deel van het wereldwijde energieverbruik (528 EJ in 2009) uit hernieuwbare bronnen nog beperkt: ongeveer 17%. Dat is inclusief “traditionele” biomassa, zoals hout en afval voor verbranding. Als we die buiten beschouwing laten, leveren hernieuwbare bronnen nog 49,9 EJ; 9,5% van het totaal. Een klein deel daarvan, 0,85 EJ oftewel zo’n 1,7%, komt uit zonne-energie; dat is 0,16% van het totaal. Op dit moment neemt CSP daarvan met 0,02 EJ nog een zeer bescheiden deel voor zijn rekening, zoals te zien is in figuur 1.
Figuur 1. Bijdrage van hernieuwbare energiebronnen aan de wereldwijde primaire energievoorziening in 2009. Bron: W.C. Turkenburg et al., ‘Renewable Energy’. In: Global Energy Assessment, 2012, p. 661-900. Een blik op de huidige investeringen in energieopwekking laat zien dat er veranderingen gaande zijn. Wereldwijd was de helft van de nieuw geïnstalleerde capaciteit voor elektriciteitsopwekking gebaseerd op hernieuwbare bronnen, in Europa zelfs meer dan 75%. In de EU werd nog nooit zoveel in hernieuwbare energie geïnvesteerd als in 2011. Wat CSP betreft is in 2011 een vermogen van 454 MW in gebruik genomen, waarmee het totaal op 1760 MW kwam. Spanje passeerde de Verenigde Staten als grootste producent van energie uit CSP. Voor de toekomst zijn in de GEA modelberekeningen gemaakt die uitgingen van de volgende vier duurzaamheidscriteria:
zo goed als universele beschikbaarheid van betaalbaar schoon koken en elektriciteit; beperking van luchtvervuiling en gezondheidsschade door energiegebruik; vergroten van de energiezekerheid in de hele wereld; beperking van klimaat-verandering.
Er is een 60-tal scenario’s tot 2050 doorgerekend. 41 daarvan voldeden aan de gestelde duurzaamheidscriteria, waaruit blijkt dat er nog wel enige speelruimte is om een duurzame toekomst mogelijk te maken. In alle scenario’s speelt zonne-energie, en CSP als onderdeel daarvan, een belangrijke rol. Kernenergie speelt een rol in een deel van deze scenario’s, maar wordt in andere compleet afgeschaft. CO2-opslag is veelal wel nodig en wordt in de verdere toekomst ingezet om, in combinatie met energie uit biomassa, een negatieve CO2-emissie te realiseren. Energiebesparing is in veel scenario’s belangrijk om o.a. voldoende reductie van CO2-emissies te bereiken. De groep scenario’s van dit type wordt GEA-Efficiency genoemd. Figuur 2 laat de ontwikkeling van energiebronnen zien volgens een van de scenario’s uit de groep van scenario’s die uitgaan van een hoge vraag naar energie (GEA-Supply).
Figuur 2. Ontwikkeling van primaire energie, in het GEA-Supply scenario, met uit bedrijf name van nucleaire bronnen kort na 2050. Bron; Keywan Riahi et al., ‘Energy Pathways for Sustainable Development’, GEA, 2012, p. 1238 Er is een sterke groei in hernieuwbare energie nodig, die direct begint en oploopt tot 165-650 EJ/jaar in 2050. Dit is 30% tot 75% van de primaire energie vraag (en in sommige gebieden meer dan 90% van deze vraag) in 2050. Om de duurzaamheidsdoelen van de GEA te kunnen halen, zullen de wereldwijde investeringen in energiebesparing en ontwikkeling van duurzame bronnen en infrastructuur omhoog moeten van 1300 miljard dollar in 2010 naar 1700-2000
miljard dollar per jaar in de periode tot 2050; zie figuur 3. Dit is fors maar wel te realiseren. Overigens zou ook bij doorgaan op de huidige niet-duurzame voet, rond 2050 de jaarlijks investering rond 1600 miljard dollar per jaar bedragen.
Figuur 3. Investering in energiebronnen en –besparing die nodig zijn op de GEA duurzaamheidsdoelen te halen (miljard US dollar/jaar). Bron: Keywan Riahi et al., ‘Energy Pathways for Sustainable Development’, GEA, 2012, p. 1205-1305. Wim Trurkenburg haalde nog enkele recente deels kritische, deels ondersteunende opmerkingen aan, gemaakt in Energy Review, over het Desertec Industrial Initiative, een van de belangrijke ontwikkelaars van hernieuwbare energie. De presentatie zelf kunt u bekijken op onze website Meer over het rapport op onze website daar kunt u ook de samenvatting downloaden, of op de website van de Global Energy Assessment zelf daar kunt u het hele rapport of gedeelten daarvan downloaden (193 MB, 1884 pagina’s)
Nederland krijgt Spaanse zon(ne energie)
Presentatie dhr. Francesco Dalla Longa, ECN, RES4LESS projectcoördinator Dhr. Dalla Longa geeft aan in welke context het RES4LESS project geplaatst moet worden, namelijk de EU doelstellingen voor 2020 ten aanzien van duurzame energie. Deze doelstellingen zijn niet zozeer gerelateerd aan het hernieuwbare potentieel, maar aan het BNP van de landen.
Het idee achter het RES4LESS project is coöperatiemechanismes tussen de EU landen te ontwikkelen om overschotten en tekorten qua duurzame energie-potentieel te verhandelen. Er is namelijk gebleken dat er in sommige landen veel duurzame energie potentieel is, en in andere landen relatief weinig, dit gerelateerd aan de EU doelstellingen voor 2020. In de landen met veel potentieel zal de opwekking van duurzame energie relatief goedkoop zijn, en in landen met weinig potentieel relatief duur. Landen met weinig potentieel kunnen dan investeren in- , of garanties afgeven voor, afname van, duurzame energie uit landen met veel potentieel. De productie van duurzame energie die zo wordt verkregen telt dan mee bij het bereiken van de doelstellingen voor het land dat investeert. Dhr. Dalla Longa presenteert een casestudie over de uitwisseling van Concentrated Solar Power (CSP) tussen Spanje en Nederland. Spanje heeft een groot potentieel op CSP gebied, terwijl Nederland relatief weinig potentieel heeft op duurzaam gebied. Nederland kan dus investeren in Spaanse CSP centrales, en zo toch aan de EU duurzame doelstellingen voor 2020 voldoen. Een belangrijke factor in deze uitwisseling of coöperatie is de kosten/baten analyse, namelijk hoe bepaal je de kosten voor beide partijen, en hoeveel baten zullen beide ontvangen. Een mogelijkheid hierin is de prijs per KWh te bepalen als het verschil tussen de prijs voor opwekking in het duurdere land, i.c. Nederland, minus de prijs voor opwekking in het goedkopere land, in deze casus Spanje, plus de (eventuele) extra netwerkkosten onder andere als gevolg van het inpassen van de nieuwe CSPcentrale in het elektriciteitsnetwerk. Volgens het onderzoek is de verwachting dat de prijs per KWh in Nederland voor Offshore wind (in 2020) € 0,15 is, in Spanje voor CSP € 0,10 dan zou Nederland € 0,05 goedkoper uit zijn door in Spanje te investeren i.p.v. in wind op zee. Even afgezien van additionele netwerkkosten. Dit is voor beide landen voordelig, namelijk Nederland heeft directe baten omdat het minder betaalt per KWh, en Spanje heeft zowel directe baten (export), als indirecte baten (o.a. werkgelegenheid). Er zijn wel een aantal randvoorwaarden waaraan voldaan zal moeten worden wil dit idee slagen. Dat zijn o.a. dat er officiële overeenkomsten tussen beide landen noodzakelijk zijn, maar ook dat potentiele barrières, zoals beperkingen van het elektriciteitsnet, worden weggenomen. Aanbevolen wordt daarom om te beginnen met een “low-risk” pilot project. Er is dan altijd de mogelijkheid om bij succes door te gaan, of te stoppen indien de voordelen toch onvoldoende blijken te zijn. De presentatie zelf kunt u terugvinden op onze website De laatste spreker was Europarlementariër Bas Eickhout, hij stelde dat het Succes Duitse Energie Wende cruciaal is. Politiek debat richt zich nu op 3 onderwerpen: 1 C02 prijs, is die hoog genoeg 2 Wat gaat er gebeuren met de doelen na 2020 3 Er zijn investeringen nodig voor energie infrastructuur
CO2 prijs Deze is historisch laag, € 7,- per ton C02. We zouden rond de € 20,- moeten zitten en idealiter € 40,Eigenlijk moet er ingegrepen worden in het emissie handelssysteem, maar hier is politiek verzet tegen. Vooral Polen vormt een probleem. Voor hun energie zijn zij 90% afhankelijk van steenkool en deze is voor 80% in handen van de staat. Zij willen ook niet overgaan op gas omdat ze dan te veel afhankelijk worden van Rusland. We kunnen de situatie van Polen vergelijken met die van Nederland 70 jaar geleden. Zij hebben dus geen behoefte aan energietransitie. Wel beschikken zij over schaliegas maar de ontginning hiervan is milieutechnisch nog niet geregeld in Brussel. Voorlopig zal de CO2 prijs laag blijven, steenkool is nog goedkoop, dus aantrekkelijk. De gestelde doelen voor 2030 Hiervan is de prognose dat er allen nog maar over minder C02 uitstoot wordt gedebatteerd en de andere 2 onderwerpen, duurzame energie en energiebezuiniging, komen niet meer aan de orde. 1000 miljard investering nodig in duurzame energie De zwakke schakel is de connectie van Spanje met de rest van Europa. Het transport van energie naar Europa vereist investeringen in grensoverschrijdende projecten. Hier is men heel huiverig voor. Noord, West Europa wil minder investeren en Zuid, oost Europa bepaalt waar het geld naartoe gaat. En energie staat nu niet op de prioriteitenlijst.
Conclusie
Cruciaal is of de Energie Wende in Duitsland voor elkaar komt. Duitsland mengt zich niet in het Europees debat omdat de discussie in Duitsland nog hevig is. Dit is wel jammer, Merkel zit in een spagaat en maakt nu nog geen duidelijke keuze in Europa. vlnr.: Prof. Wim Turkenburg Bas Eickhout (EUparlement) Truus Koppers (vzkc) Francisco Dalla Longa (ECN) Sietse de Haan (vzkc)