Verslag Algemeen Bestuur Datum
18-6-2014
Corsanr.
VROSCH/2014.08152
Onderwerp
Verslag Algemeen Bestuur
AB-leden
Schrijen, J.J. (voorzitter) Hanssen, T.J.G.M. (lid) Nusteling, A.M.C. (lid) Gresel, A.M.G. (vice-voorzitter) Hoon, J.A.M. de (lid) Resoort, A.P. (lid) Pelzer, E.M. Janssen-Camp, W.D.H.M. (lid) Stelder, P.J.C.W. (lid) Clumpkens, M.J. (lid) Dohmen, L.H. (lid)
Unit-manager
Wil Pörteners
Notulist
Kitty Hahnraths
Tijdstip
Lange, P.J.P. de (lid) Lebens, C.H.J.M. (lid)
15.00 uur
Theelen, P.G.M. (lid) Vanhommerig, G.J.O.W. (lid)
DIR
1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en meldt dat de heren Gresel en De Lange zich hebben afgemeld.
2.
Vaststelling verslag vergadering Algemeen Bestuur d.d. 21 mei 2014 Het verslag wordt overeenkomstig het concept vastgesteld. Naar aanleiding van agendapunt 4 “IBAjaarverslag 2013” meldt de heer Theelen dat hij van de WBL organisatie een terugkoppeling heeft gekregen dat de IBA in Roggel (Schansdijk) niet bij WBL in beheer en onderhoud is. De heer Pelzer zegt dat dit met de betreffende gemeente wordt kortgesloten. Gebleken is namelijk dat gemeenten met sommige eigenaren een aparte afspraak hebben gemaakt over het al dan niet zelf onderhouden van IBA’s. Afsprakenlijst: Mevrouw Nusteling verzoekt in zijn algemeenheid om “zodra beschikbaar” te concretiseren door het noemen van een datum. Afspraaknr. 1: Rapport commissie systematiek vergoedingsnormen: Er is geen unaniem commissiestandpunt. Het rapport wordt inclusief een toelichting aangeboden aan de heren Gresel, Schrijen en Pelzer tijdens een bespreking met de voltallige commissie. Afspraaknr. 2: Uitkomst vordering op Maastricht-Aachen Airport (MAA): De heer Tindemans van MAA heeft contact gehad met de heer Pelzer met het verzoek vanuit Gedeputeerde Staten om de vordering uit te stellen. Dit ter voorkoming van negatieve publiciteit, omdat MAA overgaat naar de Provincie Limburg. De mogelijkheid tot uitstel is kortgesloten met de advocaat en daarin past het om uitstel te geven tot 15 augustus a.s. Afspraaknr. 3: Kostenoverzicht inzake valorisatie: is afgehandeld; is opgenomen in het verslag.
2a. Vaststelling vertrouwelijk verslag vergadering Algemeen Bestuur d.d. 21 mei 2014 Het vertrouwelijk verslag wordt overeenkomstig het concept vastgesteld.
1
Mededeling 3.
Voortgang Verdygo De heer Clumpkens wijst op de eerder gemaakte afspraak dat eerst een besluit dient te worden genomen over het oprichten van een entiteit voor kennisexploratie en –exploitatie. Nu leest hij dat het WBL al benaderd wordt voor het bouwen van zuiveringsinstallaties, er gesprekken zijn met de Europese Investeringsbank waarbij het gaat om een bedrag van € 80 miljoen en er een action Group is. Er is echter nog geen entiteit met een firewall. Hij begrijpt dat het WBL de vaart erin wil houden, maar met deze gang van zaken stemt zijn fractie niet in. De heer Hanssen leest dat met aannemer Strukton overleg wordt gepleegd over Saoedi Arabië. Deze contacten dienen niet alleen zakelijk maar ook ethisch goed bekeken te worden. De heer Clumpkens is van mening dat de richtlijnen van het Nederlands overheidsbeleid met betrekking tot buitenlandse zaken in deze zijn te volgen. Dat laat onverlet dat het WBL een ander standpunt kan innemen. Mevrouw Nusteling is van mening dat de focus dient te liggen op het zuiveren van het afvalwater in Limburg en niet elders. De vraag is of bij de transitie naar een nieuw zuiveringsplan rekening is gehouden met een nieuwe entiteit. Het gaat om de aanduiding van een systeemkader. Ze gaat ervan uit dat dit een kader is voor het Limburgse watersysteem en dat het niet verder reikt dan dat. Ze vraagt om verduidelijking. De heer Stelder vindt het relevant voor deze discussie om te vernemen wat er bij WRO is besproken over de nieuwe entiteit. WPM is in een raadsbrede commissievergadering unaniem akkoord gegaan met het voornemen om de entiteit door te zetten, zij het met de restrictie dat het een kennisinstituut is waarbij geen risicovolle investeringen gaan plaats vinden. Het Algemeen Bestuur WPM besluit hierover op 25 juni a.s. Mevrouw Janssen heeft begrepen dat het onderwerp binnen WRO niet is besproken. De vraag is of het ook niet geagendeerd is en of het binnen deze cyclus nog aan de orde komt. Mevrouw Nusteling zegt dat het onderwerp niet is geagendeerd voor de commissievergadering en er daarom geen besluit kan worden genomen. De voorzitter zegt dat altijd de mogelijkheid bestaat om een tussenstap te maken als het om dergelijke. belangrijke onderwerpen gaat. Dat is echter een punt om binnen WRO te bespreken. In antwoord op de opmerking van de heer Clumpens zegt hij dat in de vorige vergadering is besloten dat gaandeweg in het ontwikkelperspectief samenwerkingsovereenkomsten met vrijwaring voor het WBL zijn aan te gaan. Hij is het met de heer Hanssen eens dat de ethische overweging een punt van aandacht is als het gaat om landen als Saoedi Arabië. De heer Pelzer licht toe dat in Simpelveld het Nereda middengedeelte wordt gebouwd. De bouw gebeurt volgens de modulaire aanpak. Er worden vier tanks gebouwd van vier verschillende materialen, te weten betonelementen, roestvrij staal, gecoat staal en hout. De keuze hangt samen met duurzaamheid en total costs of ownership voor de gehele levensduur. Het zuiveringsplan heeft alleen betrekking op Limburg. De entiteit die is op te richten en de activiteiten die daaruit voortvloeien staan los van het zuiveringsplan. Er ligt enkel een relatie naar activiteiten van het WBL en de rioolwaterzuiveringsinstallaties die in beheer zijn bij het WBL. De voorzitter zegt dat het WBL dient te voldoen aan de KRW-normen. Het voorstel inzake de entiteit is in het Dagelijks Bestuur van WRO aangehouden omdat de statuten verder gaan dan het oplegstuk. Hierover heeft terugkoppeling plaats gevonden met de voorzitter van WPM. In het WPM-bestuur zijn opmerkingen van gelijke strekking gemaakt. Er wordt nu in het oplegstuk een doelomschrijving opgenomen die later kan worden uitgewerkt in statuten. Het is de bedoeling om hierover voor 1 juli a.s. een besluit te nemen bij WRO en WPM. Mevrouw Janssen vindt het belangrijk dat besluitvorming bij WRO en WPM parallel loopt.
2
De heer Stelder vindt het moeilijk discussiëren als over de basis en doelstelling nog geen overeenstemming is. Hij begrijpt dat rond 1 juli a.s. een besluit wordt genomen. Het hogere doel dient niet uit het oog verloren te worden en dat is dat binnen het WBL veel kennis zit. Als die kennis is te exploiteren en exploreren in samenspraak met het bedrijfsleven om verbeteringen door te voeren, dan is dat een hoger doel. De vorm en invulling kan later aan de orde komen. De heer Resoort is van mening dat deze kwestie ten principale in het Algemeen Bestuur van WRO besproken dient te worden voordat er verdere stappen zijn te zetten. De voorzitter vat de discussie samen dat in eerste instantie besluitvorming bij WRO en WPM plaats vindt over de doelomschrijving en vervolgens wordt gekeken naar de uitwerking. Voorstellen 4.
e
e
MARAP 1 kwartaal + 1 begrotingswijziging 2014 Het Dagelijks Bestuur besluit na een korte toelichting conform het voorstel van het Dagelijks Bestuur: e
-
De MARAP 1 kwartaal 2014 vast te stellen.
-
De aan deze MARAP gekoppelde 1 wijziging van de Begroting 2014 vast te stellen. Deze wijziging leidt tot verschuiving van netto kostenbudgetten tussen de units maar is op WBL niveau budgettair
-
e
neutraal. Het uitgavenbudget voor investeringen te verlagen met € 1.506.000,-- van € 25.129.000,-- naar € 23.623.000,--. Deze verlaging is incidenteel en heeft geen effect op het uitgavenbudget voor investeringen voor de komende jaren.
5.
e
De concept brief aan de beide waterschappen omtrent de MARAP 1 kwartaal vast te stellen.
Optimalisatie organisatiestructuur De heer Resoort vraagt naar de aanleiding voor deze optimalisatie. Hij kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het geheel is ingegeven door het creëren van loopbaanmogelijkheden voor een aantal mensen in de organisatie. De vraag is of een organisatieverandering daarop is te baseren. Hij is geneigd te zeggen dat moet je niet doen, maar hij laat zich graag overtuigen. Mevrouw Nusteling vraagt zich af waarom de units Onderhoud en Operations niet zijn samengevoegd. Naar haar mening is dit een basisprincipe om een goede kruisbestuiving mogelijk te maken. De formatie gaat van 149 naar 152. Vier formatieplaatsen zijn bedoeld voor een extra managementlaag. Deze formatie gaat ten koste van de specialismen binnen het bedrijf. Over de besparing ad € 700.000,-vanaf 2016 vraagt zij uitleg. De heer Hanssen zegt dat in de vorige vergadering door de heer Pelzer een uitgebreide presentatie is gegeven over hoe de organisatie in elkaar zit. Hij gaat ervan uit dat goed en secuur is bekeken wat efficiënt is en wat beter werkt. Wat hij belangrijk vindt is dat uit de stukken blijkt dat medewerkers bij de voorgestelde structuur een goed gevoel hebben, hetgeen alleen maar motiverend kan werken. Hij ziet het als een verbering van de arbeidsstructuur en arbeidsplezier. Hij gaat ervan uit dat de besparing van € 700.000,-- jaarlijks is. De heer Clumpkens vraagt wat de span of control van de directeur is en wie het onderhoudsbudget beheert. De voorzitter beaamt dat in de vorige vergadering een uitgebreide toelichting is gegeven. Vanaf 2016 is er sprake van een structurele besparing van € 700.000,-- per jaar die het volgend jaar in de MJR is terug te zien. Het gaat echter niet alleen om deze besparing, maar ook om het welbevinden van de medewerkers. Het ziekteverzuim bij het WBL is al jaren laag en bij het medewerkerstevredenheidsonderzoek scoort het WBL ook al jaren hoog waardoor het WBL het predicaat beste werkgever mag voeren. Dat is een compliment waard.
3
Mevrouw Nusteling vraagt waarop de besparing van € 700.000,-- is gebaseerd. De heer Pelzer antwoordt dat deze besparing uit twee hoofdcomponenten bestaat: - Verdere optimalisatie van de inkooporganisatie. Hiernaar is extern onderzoek verricht en daaruit -
blijkt dat er een minimale kostenbesparing op jaarbasis is te generen van € 350.000,--. Verder efficiënt inrichten van werkprocessen.
Er is voor gekozen om bouw, renovatie en onderhoud samen te voegen omdat dit activiteiten zijn die bij elkaar horen. Uit de eigen organisatie kwam naar voren dat door het samenvoegen van voorbereiding en uitvoering van projecten een efficiencyslag is te maken, ook wat betreft het onderhoud wat daarna gaat plaats vinden. Het budget in de huidige situatie is bij de unit Onderhoud en in de nieuwe situatie bij de unit Bouw, Renovatie en Onderhoud (BRO). In het bedrijfsleven zijn onderhoud en operations ook niet gecombineerd omdat het aparte vakdisciplines zijn. De unit Operations gaat nu samen met IT, Product- en Procesontwikkeling. Bij laatstgenoemde unit zitten de technologen die de grootste invloed hebben op het zuiveringsproces. De automatiseringsystemen (WAUTER, PRINS) worden veelal door Operations gebruikt, waardoor het voor de hand ligt om beide units samen te voegen. Deze beide samenvoegingen worden organisatiebreed – ook door de OR – gedragen. Hij heeft dan ook niet de indruk willen wekken deze stap te zetten om loopbaanmogelijkheden te creëren. Opgemerkt wordt dat als door het verbeteren van loopbaanmogelijkheden verbetering van kwaliteit, arbeidsbeleving en verlaging van netto kosten bereikt kan worden ook deze stap gezet zou worden. De functie van teamleider is ontstaan omdat bij de unitmanager te sterk de nadruk ligt bij strategisch tactische taken. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat mensen in de regel maar een beperkt deel van hun talenten op de werkvloer laten zien. Om die talenten meer boven water te krijgen is het de bedoeling om gerichter te gaan coachen en op de ontwikkeling in te spelen. Tegelijkertijd wordt er ook gerichter op prestaties gestuurd. Om dat te bewerkstelligen zijn de teamleiders geïntroduceerd. De vaste formatie is altijd lager dan de totale formatie om een bepaalde flexibiliteit binnen de organisatie te waarborgen. Dit is zo’n moment om op veranderende omstandigheden adequaat in te spelen. De span of control van de directeur is in de nieuwe situatie vier managers. De twee businessunits (BRO en OPPIT) die strikt gericht zijn op uitvoering en de twee stafunits (HRM en FPC). Ook zijn er drie tijdelijke programmamanagers werkzaam die hij rechtstreeks aanstuurt. Het gaat om de programma’s Duurzaam Verbeteren, Verdygo/Afvalwaterketen en Strategie en Businessdevelopment. De heer Clumpkens sluit zich bij de complimenten van de voorzitter aan. Het WBL heeft een goede arbeidsmoraal en dat weerspiegelt zich in het ziekteverzuim. Het is een goede zaak dat aan duurzaam verbeteren aandacht wordt geschonken en dat dit ook wordt gemanaged. De heer Resoort geeft als boodschap mee om deze reorganisatie de tijd en de kans te geven om te slagen. Mevrouw Nusteling vindt het niet positief en niet lean en mean dat een extra managementlaag wordt geïntroduceerd. Het Algemeen Bestuur besluit vervolgens conform het voorstel van het Dagelijks Bestuur om in te stemmen met de optimalisatie van de WBL organisatie, inhoudende dat per 1 juli 2014: 1. De unit Bouwen & Renoveren en de unit Onderhoud worden samengevoegd tot de businessunit Bouw, Renovatie en Onderhoud (businessunit BRO). 2. De unit Operations en de unit IT, Product- en Procesontwikkeling worden samengevoegd tot de businessunit Operations, Product-, Procesontwikkeling en IT (businessunit OPPIT). 3. Binnen deze nieuwe businessunits een operationele managementlaat (teamleiders) wordt opgenomen met bijbehorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. 4. Het nieuwe organogram overeenkomstig wordt vastgesteld.
4
6.
Rondvraag Mevrouw Nusteling is verheugd over de certificering duurzaam terreinbeheer waarover zij heeft gelezen in het informatiebulletin. Wat wel jammer is dat er gesproken wordt in termen van baten en het creëren van goodwill en imago. Een gezond leefmilieu dient voorop te staan en is de belangrijkste asset die nagestreefd zou dienen te worden. De voorzitter zegt dat bij WRO Silver als hoogst bereikbaar is ingezet, terwijl WBL voor goud gaat. Overweging is het geven van het goede voorbeeld.
7.
Sluiting De voorzitter sluit de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur d.d. 10 september 2014. De directeur,
De voorzitter,
ing. E.M. Pelzer MMO
dr. J.J. Schrijen
5
A.B.-afsprakenlijst Nr.
Afdoening
Onderwerp
Termijn
1.
2, 21-5-2014
Rapport cie. systematiek vergoedingsnormen aan A.B. voorleggen.
A.B. 10 september 2014
2
2, 21-5-2014
Uitkomst vordering op Maastricht-Aachen Airport (MAA) aan A.B.
A.B. 10 september 2014
meedelen.
2014.07977
1