Verslag activiteiten 2013 Platform Praktijkonderwijs Definitieve versie 16 maart 2014
In april 2013 overleed Cees Hoedjes, volkomen onverwacht. Hij was jarenlang zeer actief voor en vanuit het praktijkonderwijs. Tot een paar jaar terug nog als schoolleider in West-Friesland, actief in het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs, en de laatste jaren ook als lid van het Platform Praktijkonderwijs. Met veel plezier en betrokkenheid heeft hij zich - tot zijn onverwacht overlijden - ingezet voor de leerlingen van het praktijkonderwijs. We zullen hem blijven missen.
In 2013 heeft het Platform Praktijkonderwijs in samenwerking met de scholen diverse activiteiten verricht. In dit verslag worden deze beschreven, waarbij we de volgende indeling hanteren: •
Jaarlijks terugkerende activiteiten
•
Thema’s en ontwikkelingen
•
Financiën: inkomsten en uitgaven
1. Jaarlijks terugkerende activiteiten Het Platform zet zich samen met de scholen in voor sterk praktijkonderwijs, dat de opbrengsten in beeld heeft, dat werkt aan kwaliteit en dat verantwoording aflegt aan de omgeving. In het licht van die doelstelling organiseert het Platform diverse, jaarlijks terugkerende activiteiten. Deze worden hierna kort beschreven.
1.1 De uitstroommonitor en volgmodules Elk jaar brengen de scholen hun uitstromende leerlingen in kaart met behulp van de uitstroommonitor; deze ex-leerlingen worden vervolgens door de scholen nog twee jaar gevolgd door middel van volgmodules die aan die monitor zijn verbonden. De scholen kunnen voor vragen en technische ondersteuning bij het werken met de monitor, contact opnemen met de ondersteunende helpdesk van het Platform. Begin 2013, in de maanden januari – maart, hebben de scholen weer deelgenomen aan de volgmodules. Uit de landelijke rapportage die het Platform heeft opgesteld, blijkt dat de scholen goede scores halen als het gaat om plaatsing en bestendigheid. Na een half jaar heeft 88% van de voormalige leerlingen een bestendige uitstroom en na anderhalf jaar 83%. In de periode augustus – oktober 2013 hebben de scholen in grote getale de uitstroommonitor en wederom enkele volgmodules ingevuld. Ook daarvan is door het Platform een landelijke rapportage opgesteld. De uitkomsten daarvan laten zien dat het percentage leerlingen dat uitstroomt naar arbeid heel licht stijgt. De rapportages van de uitstroommonitor en volgmodules zijn verspreid via de InfoFlits en de website van het Platform.
2
In het laatste kwartaal van 2013 is gebleken dat de inhoud van de vragenlijsten die in de monitor/modules worden gehanteerd, binnenkort aan een update toe is. Dit komt door landelijke beleidsontwikkelingen als Passend Onderwijs en de komst van de entree-opleidingen in het mbo. In 2014 wordt in samenspraak met een groep scholen de herziening van de vragenlijsten opgepakt.
1.2 ProZO! Door middel van het kwaliteitszorgsysteem ProZO! brengen de scholen in beeld hoe tevreden diverse betrokkenen in en rond de school zijn. Leerlingen, ouders, personeel en ook stagebedrijven en omgevingspartners worden door de scholen periodiek geënquêteerd. Aan de hand van de schoolrapportages kunnen ze bekijken hoe het gevoerde beleid in de school aanzet tot betere kwaliteit en meer tevredenheid. Net zoals bij de uitstroommonitor het geval is, kunnen scholen voor vragen en technische ondersteuning bij het werken met ProZO! contact opnemen met de ondersteunende helpdesk van het Platform. Het Platform heeft in de zomer van 2013 een factsheet opgesteld met de landelijke tevredenheidsscores. Het algemene beeld dat daaruit naar voren komt, is dat de ontwikkeling als zodanig positief is. Wel blijven er aandachtspunten, die vooral gelegen zijn in het pedagogisch-didactisch concept van de scholen, gerelateerd aan arbeidstoeleiding en stages. De factsheet is in september gepubliceerd op de website van het Platform en is verspreid via de InfoFlits. In het voorjaar van 2013 is gewerkt aan actualisatie van de vragenlijsten. Op verzoek van de scholen zijn de vragenlijsten ingekort en zijn de formuleringen van enkele vragen aangepast. Daarbij zijn de vragen die verbonden zijn aan Vensters voor verantwoording (zie ook hierna) ongewijzigd gebleven. De nieuwe vragenlijsten zijn in augustus 2013 online gegaan. De benchmark is door alle wijzigingen opnieuw gestart, maar de historische gegevens van de scholen blijven toegankelijk. In 2013 heeft het Platform overigens geëvalueerd wat de scholen vinden van onder meer ProZO!. Daaruit is gebleken dat de scholen erg tevreden zijn over de ProZO! zelfevaluaties en de informatie/ondersteuning vanuit het Platform. De notitie met de uitkomsten van de evaluatie is via de InfoFlits naar de scholen gestuurd.
3
1.3 Datalevering aan Vensters voor Verantwoording en Inspectie In overleg met en op verzoek van de scholen is enkele jaren terug besloten de gegevens die worden verzameld met de Uitstroommonitor en ProZO! te verbinden aan Vensters voor Verantwoording. Het Platform levert deze gegevens dan ook voor de scholen aan bij Vensters. Dit neemt de afzonderlijke scholen veel werk uit handen.
De gegevens van de uitstroommonitor worden door het Platform tevens uitgewisseld met de Inspectie. Dit voorkomt dat de scholen afzonderlijk door de Inspectie worden bevraagd op hun uitstroomgegevens.
1.4 Helpdesk Inspectie De Inspectie ziet toe op de kwaliteit van het praktijkonderwijs. De laatste jaren constateert de Inspectie in haar jaarverslagen steeds dat het daarmee goed is gesteld! Dit hebben we te danken aan de inzet van de scholen om te werken aan goed onderwijs. Soms loopt een school echter wel eens tegen vragen of zelfs problemen aan als het om het Inspectietoezicht gaat. In die gevallen kan contact worden opgenomen met het Platform, zodat kan worden bezien de mogelijkheden zijn. Met name in de tweede helft van 2013 is in dit verband door diverse scholen contact gezocht; dit tegen de achtergrond van de ‘inhaalactie’ die de Inspectie vanaf september in gang heeft gezet als het om schoolbezoeken in het pro gaat. In de meeste gevallen betrof het hierbij de nieuwe indicator ‘ontwikkelingsperspectief’ in het toezichtskader (zie ook hierna). Het Platform heeft hierover contact opgenomen met de Inspectie.
1.5 Informatie voorziening Het Platform voorziet de scholen van informatie over de kwaliteit van het (praktijk)onderwijs en onderwerpen die daar nauw mee samenhangen. Dit gebeurt voornamelijk via de website van het Platform (www.platformpraktijkonderwijs.nl) en via de InfoFlits. De Info-Flits is een digitaal prikbord waar leden van het Platform berichten en documenten voor de scholen kunnen plaatsen. De inhoud van het prikbord wordt wekelijks, op vrijdagmiddag, per e-mail aan de scholen verstuurd.
4
1.6 Pro Dag Op verzoek van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs organiseert het Platform de jaarlijkse Pro Dag: dé dag waarop school- & teamleiders en docenten praktijkonderwijs elkaar kunnen ontmoeten. In 2013 vond deze dag plaats op 11 december 2013, op een nieuwe locatie namelijk Hart van Holland te Nijkerk. Maar liefst 600 mensen hebben deze dag bezocht, een absoluut record! Tijdens de dag waren er plenaire sprekers, workshops en een informatiemarkt. De presentaties en foto’s van de dag zijn verspreid via de website van het Platform.
De dag is geëvalueerd aan de hand van een korte digitale vragenlijst onder de deelnemers. De reacties waren positief, al zijn er natuurlijk altijd dingen die nóg beter kunnen. Deze punten worden meegenomen in de organisatie van de volgende editie.
2. Thema’s en ontwikkelingen In 2013 heeft het Platform naast de reguliere jaarlijkse activiteiten ook andere onderwerpen opgepakt. Het gaat dan om onderwerpen die nauw samenhangen met de doelstelling: samen werken aan sterker praktijkonderwijs.
2.1 Landelijk curriculum praktijkonderwijs De kwaliteitszorg in het praktijkonderwijs is op orde. Ook hebben de scholen hun opbrengsten in beeld als het gaat om de uitstromende leerlingen. Tegelijkertijd rijst soms de vraag: wat leidt tot deze opbrengsten, wat is het programma of curriculum dat de school hanteert? Die vraag is voor het praktijkonderwijs wat lastiger te beantwoorden dan bijvoorbeeld het vmbo, want voor het vmbo zegt de wetgever gewoon er geleerd moet worden: de kerndoelen onderbouw en de examenprogramma’s vmbo voor de bovenbouw. Voor het praktijkonderwijs is er een opdracht van de wetgever: toeleiden naar zo zelfstandig mogelijk deelnemen aan de samenleving (werken, wonen, vrije tijd en burgerschap). Vervolgens legt de school het traject voor en met elke individuele leerling vast in het individueel ontwikkelingsplan (IOP). Dus het praktijkonderwijs levert heel veel maatwerk. Kunnen we echter ook iets zeggen over de wijze waarop de school het aanbod voor alle individuele leerlingen organiseert, en welke keuzen de school daarin maakt? Anders gezegd: hoe ziet het curriculum, het leerplan er eigenlijk uit? Als we dat kunnen verwoorden in duidelijk termen, dan kunnen we ook kijken naar de mogelijke relatie tussen curriculum en opbrengsten. 5
Op verzoek van een behoorlijk aantal scholen is vanaf eind 2012 dit onderwerp opgepakt. Eerst is een ontwerp gemaakt van de belangrijkste streefdoelen, uitgaande van de domeinen wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. Daar zijn vervolgens meer operationele beheersingsdoelen aan verbonden. Verder hanteren scholen de algemene competenties van AKA en certificaten/diploma’s van de branche organisaties. Om te bezien of en hoe de scholen met dit richtsnoer kunnen werken, is in de eerste helft van 2013 in overleg met het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en op basis van een projectplan gestart met een groep van circa 20 scholen. Deze groep wisselt door middel van periodieke bijeenkomsten de ervaringen uit. De verslagen van de bijeenkomsten zijn gepubliceerd op de website van het Platform. In 2014 wordt het traject verbreed; ook andere scholen die geïnteresseerd zijn kunnen in het voorjaar van 2014 aansluiten.
2.2 Ontwikkelingsperspectief (OPP) In de loop van 2013 blijkt dat het praktijkonderwijs met ingang van 1 augustus 2014 naar alle waarschijnlijkheid de wettelijke opdracht krijgt om voor alle leerlingen, binnen zes weken na binnenkomst, een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen. Voor de scholen is dit nieuw, in die zin dat zij wel – vaak volgens een eerder ontwikkeld model – in overleg met de nieuwe leerling en ouders een individueel ontwikkelingsplan opstellen, maar nog geen uitstroomverwachting aangeven. Dat gebeurt nu vaak na 2 à 3 jaar omdat die tijd nodig is om te komen tot een realistische inschatting. Het Platform heeft dan ook opdracht gegeven het eerder ontwikkelde model voor het IOP tegen het licht te houden, en dit aan te vullen met de wettelijke bepalingen over het OPP. Het concept-format OPP is in het najaar van 2013 gemaakt en als concept verspreid via onder meer de InfoFlits en de website van het Platform. De diverse reacties die hierop zijn binnengekomen zijn verwerkt. De verwachting is dat het format in het voorjaar van 2014 kan worden vastgesteld.
2.3 Samenwerking praktijkonderwijs – mbo In augustus 2014 worden in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) de niveau 1 opleidingen vervangen door de entree-opleidingen. Dit heeft als gevolg dat het praktijkonderwijs en het mbo samen om de tafel moeten om te spreken over de samenwerking. Want er verandert op die datum wel wat voor de leerlingen die op óf aansluitend aan het praktijkonderwijs een mbo-diploma willen halen. Concreet: de doorstroom naar niveau 2
6
opleidingen wordt waarschijnlijk heel lastig zo niet onmogelijk door de invoering van diplomaeisen op het vlak van taal en rekenen. Het Platform heeft in de zomer van 2013 over deze ontwikkeling contact gezocht met de MBO Raad. Vervolgens is er samengewerkt aan het opstellen van een brochure “Voor de leerling aan het werk”. In de brochure wordt toegelicht wat de komst van de entreeopleidingen inhoudt en hoe dit doorwerkt op de samenwerking tussen pro en mbo. De brochure is in december uitgedeeld op de Pro Dag en aansluitend digitaal verspreid via onder meer de website van het Platform en de InfoFlits. Begin 2014 is de brochure bij de MBO Raad gepresenteerd bij een bijeenkomst met circa 60 mensen vanuit roc’s en aoc’s.
2.4 Veiligheid in het praktijklokaal Door het Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Voion is het Platform eind 2013 uitgenodigd mee te werken aan een traject, waarin mappen worden gemaakt over Veiligheid in het praktijklokaal. De mappen zijn bestemd voor scholen voor praktijkonderwijs en worden naar verwachting eind 2014 opgeleverd. De mappen zijn straks voor alle scholen kosteloos beschikbaar. Het Platform zorgt ervoor dat in het traject docenten uit scholen voor praktijkonderwijs participeren, zodat de mappen goed aansluiten bij de dagelijkse onderwijspraktijk.
2.5 Nieuwe ronde ESF-gelden voor leerlingen uit het praktijkonderwijs In september 2013 wordt duidelijk dat er een nieuwe ronde ESF-gelden (Europees Sociaal Fonds) aan zit te komen. Deze gelden worden verbonden aan arbeidsmarktregio’s en zijn bedoeld om de arbeidsparticipatie van jongeren te bevorderen die enige afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Op verzoek van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs heeft het Platform contact gezocht met onder meer het ministerie van SZW en de PO Raad (vanwege medebetrokkenheid van het vso) voor overleg over de nieuwe regeling. Dit overleg is positief verlopen, in die zin dat een deel van de beschikbare gelden ook beschikbaar komt voor leerlingen uit het praktijkonderwijs. Wel dienen de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, concreet te zijn. Daarom is in overleg met SZW en de PO Raad eind 2013 een ‘menukaart’ van activiteiten opgesteld. Deze maakt onderdeel uit van de regeling.
7
2.6 Zeer goede scholen Begin 2013 is verder nog het traject ‘zeer goede scholen’ afgerond. In dit traject, waaraan onder meer prof. Luc Stevens heeft meegewerkt, is een aanpak ontwikkeld op grond waarvan scholen helder kunnen krijgen waar zij staan in hun ontwikkelingstraject naar ‘een zeer goede school’. In de loop van 2013 is dit traject qua belangstelling wat ondergesneeuwd geraakt door het landelijke traject ‘Excellente scholen’ van staatssecretaris Dekker. Het Platform heeft begin 2013 contact gelegd met deze landelijke commissie met het verzoek tot afstemming. De commissie is hier niet op ingegaan omdat zij haar eigen methodiek wil hanteren. Langs die lijn is in de loop van 2013 aan pro-scholen de gelegenheid geboden mee te dingen naar de status ‘excellente pro-school’. Vier pro-scholen zijn begin 2014 door de commissie aangewezen als excellent. Het Platform feliciteert deze scholen met hun predicaat!
2.7 Vensters voor verantwoording In het voorjaar van 2013 heeft het Platform met de Stichting Schoolinfo een vijftal bijeenkomsten georganiseerd over het ManagementVenster en Schoolkompas. De scholen zijn hiervoor uitgenodigd via een uitnodiging via de InfoFlits. De bijeenkomsten zijn goed bezocht.
2.8 DOTPrO In verband met het belang van ‘opbrengsten in beeld brengen’ is eerder vanuit het Platform de ontwikkeling van een Digitale Opbrengsten Tool (DOT-pro) ondersteund. In de eerste maanden van 2013 is dit traject voortgezet met een tiental geïnteresseerde scholen. In de zomer van 2013 is besloten dat de tool verder kan worden doorontwikkeld, met die scholen die bereid zijn daar verder in te investeren. De ontwikkeling wordt sindsdien gecoördineerd door Hans van Vliet vanuit de school PSG/Bladergroen. Het Platform heeft ook de ontwikkeling van andere tools en pakketten met belangstelling gevolgd. Zo is het pakket Presentis (Zutphen) bekeken en is een bezoek gebracht aan Microsoft Hoofddorp in verband met Sharepoint/Office 365.
8
2.9 Overige activiteiten Ook de volgende onderwerpen zijn in 2013 aan de orde geweest: •
Leerlingen zonder verblijfsvergunning en stage: begin 2013 wordt duidelijk dat het voor mbo-studenten die geen verblijfsvergunning hebben, toch mogelijk wordt om stage te lopen; daarmee kunnen ze hun opleiding afronden en een diploma halen; ook het praktijkonderwijs kent leerlingen zonder verblijfsvergunning; zij mogen ook geen stage lopen. Het Platform heeft contact gezocht met het ministerie van SZW om te informeren of de coulance-regeling voor het voltijds mbo ook van toepassing kan zijn op het pro. Helaas heeft het verzoek het niet gehaald, dus deze leerlingen mogen in het pro nog steeds geen stage lopen.
•
Trots op praktijkonderwijs: in 2012 heeft het evenement ‘Trots op praktijkonderwijs’ plaatsgevonden, waarbij de trofee de Gouden Schoolbank is uitgereikt. Het evenement heeft destijds veel enthousiasme bij leerlingen losgemaakt, reden waarom het Platform voorstander is van een mogelijke herhaling. Om die reden is in 2013 door het Platform in contact getreden met de organisatie van dit evenement. De bereidheid bestaat het evenement in 2014 opnieuw te organiseren, zij het dat gezocht moet worden naar een sponsor om de organisatiekosten (grotendeels) te kunnen dekken. Daarover is sinds eind 2013 overleg gaande met het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs.
•
Pro Talents: in overleg met het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs is in de zomer van 2013 het contact met de stichting Pro Talents geïntensiveerd. Dit met het oog op het versterken van de band tussen de scholen en deze stichting en mogelijk de uitbouw van de 4x4 voetbaltoernooien. Het Platform ondersteunt de stichting bij deze ontwikkeling.
•
Adaptieve toetsen taal en rekenen (Cito): het Cito werkt aan de ontwikkeling van zogeheten adaptieve toetsen voor pro-leerlingen om hun prestaties en ontwikkeling op het vlak van taal en rekenen in beeld te brengen. Het Platform informeert de scholen via onder meer de InfoFlits over het Cito-traject. Cito heeft het Platform in 2013 periodiek geïnformeerd over de uitkomsten van de pilot-toetsen.
•
Passende perspectieven (SLO): Het SLO werkt in opdracht van OCW aan dit project, waarin de referentieniveaus taal en rekenen worden uitgewerkt voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Het Platform participeert in 2013 in het ontwikkeltraject.
9
3. Financiën Inkomsten De activiteiten van het Platform Praktijkonderwijs worden bekostigd door de scholen. Zij betalen daarvoor een eigen bijdrage, die is afgeleid van de mate waarin zij de systemen van de Uitstroommonitor en/of ProZO! benutten. Scholen die alleen meedoen aan Uitstroommonitor dragen € 1.000 bij, scholen die ook meedoen aan ProZO! maken een bijdrage over van € 2.000. Op jaarbasis bedraagt het totaal van deze eigen bijdragen circa € 290.000,-. Op verzoek van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs organiseert het Platform tevens de jaarlijkse Pro Dag. Om deze kostendekkend te organiseren, is aan de deelnemers en standhouders een bijdrage van € 140,- gevraagd. Tot eind februari 2014 is een totaalbedrag ontvangen van ongeveer € 77.000,-. Het kostenplaatje voor de dag bedraagt – eveneens eind februari 2014 - circa € 79.000 (dit is incl. 21% btw). Het exploitatietekort wordt gedekt uit de Platformmiddelen. Uitgaven Het Platform werkt met een zoveel mogelijk sluitende begroting. Voor de activiteiten 2013 zijn vanuit dat uitgangspunt uitgaven gedaan, die procentueel als volgt zijn in te delen: •
Het Platform heeft een btw-vrijstelling, dat wil zeggen: het hoeft de scholen bij de inleg van de eigen bijdrage geen btw te vragen. Bij de uitgaven betaalt het Platform echter wel 21%, zoals elke burger in Nederland ook doet. Dat betekent dat in de uitgaven altijd 21% btw is besloten, oftewel een bedrag van ongeveer € 60.000.
•
Vervolgens staan circa 51% (ca. € 148.000) van de uitgaven in het teken van dienstverlening aan scholen inclusief de diverse helpdesk-, rapportage- en dataleveringsactiviteiten en de administratie van het Platform.
•
De uitgaven voor de ontwikkelingen/thema’s die in paragraaf 2 staan beschreven, beslaan circa 12% (€ 35.000) ; het betreft daarbij voornamelijk de inzet van specifieke beleidscapaciteit.
•
Nog eens 12% is uitgegeven aan licenties voor en technische ondersteuning bij de datasystemen voor de Uitstroommonitor, de website en de InfoFlits van het Platform
•
Ten slotte is ongeveer 4% ( € 11.500) is besteed aan: drukwerk, foto’s, portokosten, zaalhuur/catering, reiskosten en accountantskosten.
10