VERSIE 14 NOV-07
Een glazen leeuw Samenwerken aan alcoholmatiging, een vanzelfsprekendheid
Inhoudspagina
1.
Inleiding
2.
Probleemschets 2.1 Gemeentelijke cijfers 2.2 Provinciale cijfers
3.
De aanpak 3.1 Achtergrond 3.2 Doelgroep en doelen 3.3 Aanpak communicatie uitgelicht 3.4 Aanpak keten uitgelicht 3.5 Projectbeschrijving
Bijlagen: A Verantwoordelijkheden overheid B Feitenblad Qua Fadis C Interventieschema D Eerste aanzet tot keetbeleid
2
1.
Inleiding
'Toppers' hebben we in Achtkarspelen als het gaat om alcoholgebruik; onze jongeren van 13 tot 18 jaar drinken meer dan hun leeftijdsgenoten in Friesland, Nederland en Europa1. Negen van de tien drinkt weleens. Eén op de vijf jongeren in Achtkarspelen in het derde jaar van het VMBO drinkt bijvoorbeeld wel eens meer dan twintig glazen per week. Moeten en kunnen we hier als gemeente iets aan doen? De laatste maanden is het hoge alcoholgebruik onder jongeren in onze regio, en specifiek de constatering dat het gaat om zeer jonge (zelfs basisschool-)kinderen, rijkelijk in het nieuws geweest. Cijfers van de GGD bevestigen het beeld dat jongeren in Achtkarspelen ongezonder leven dan in de rest van Friesland. Jongerenwerkers ondersteunen deze signalen2. Overmatig alcoholgebruik door jongeren is in strijd met één van de ambities die we hebben geformuleerd in de nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2002-2008 (gemeente Achtkarspelen, maart 2002): 'Stimuleren van een gezonde levensstijl bij de bevolking'. Ook vanuit de optiek van het gemeentelijk veiligheids- en het jeugdbeleid is een adequate aanpak gewenst om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Verschillende initiatieven schieten als paddestoelen uit de grond: provinciale kaders zijn aangereikt, het Rijk bereidt richtlijnen voor3. Een ander voorbeeld is de actiegroep Vroeg op Stap4. Zij stelt vervroeging van de sluitingstijden voor vanuit de veronderstelling dat vervroeging van sluitingstijden van de horeca zal leiden tot onder meer minder ‘indrinktijd’ voor jongeren. Ingaand op de vraag in de eerste alinea: ja, we moeten hier inderdaad iets aan doen, maar we redden het als gemeente niet alleen. De verantwoordelijkheid voor alcoholgebruik van jongeren ligt in eerste instantie bij de jongeren en hun ouders en de belangrijkste invloeden vinden we met name binnen het gezin. Maar als het gaat om de negatieve effecten van alcoholgebruik draagt de gemeente op basis van diverse wettelijke taken de medeverantwoordelijkheid voor haar burgers en heeft zij bevoegdheden om dit aan te pakken. Vanuit diverse gemeentelijke rollen: vergunningenverlening, inzet van politie, uitvoeringsafspraken met door de gemeente 1
De Nederlandse jeugd staat aan kop qua drinkgedrag in Europa (Trimbos Instituut, ESPAD onderzoek, 2004). In Achtkarspelen wordt door jongeren meer gedronken dan het Fries gemiddelde (GGD Fryslân, Periodiek Geneeskundig Onderzoek, 2004) 2 Op 4 april 2007 heeft de organisatie Timpaan Welzijn namens de besturen van de jeugdhonken in een brief haar zorg geuit over het jongerengedrag in keten. Dit wordt meegenomen in het gemeentelijk keetbeleid. Ook in de notitie Vindplaatsgericht Werken is gerapporteerd over overmatig alcoholgebruik (Timpaan, 2006). 3 Voor overzicht verantwoordelijkheden overheid: zie bijlage A 4 De actiegroep ‘Vroeg op Stap’, opgericht door twee moeders uit Siegerswoude, heeft begin 2007 aan alle Friese gemeenten schriftelijk haar zorgen over overmatig alcoholgebruik door de jeugd voorgelegd. De veronderstelling van de actiegroep is dat vervroeging van sluitingstijden van de horeca zal leiden tot minder ‘indrinktijd’, minder overlast, meer zondagsrust en gezinstijd en betere leerprestaties door de week. Op 12 maart 2007 heeft de gemeente Achtkarspelen de actiegroep schriftelijk te kennen gegeven ‘dat een wijziging van de gemeentelijke APV op dit moment niet als een krachtig en realistisch instrument wordt gezien om het uitgaanspatroon van jongeren te wijzigen’. Op 28 juni heeft de actiegroep nogmaals gevraagd naar ons standpunt. Er gaat op basis van deze notitie een aanvullende schriftelijke reactie naar de actiegroep. Hierin spreken we onze waardering uit voor het initiatief en lichten we toe dat voor onze gemeente vervroeging van horecasluitingstijden op dit moment niet aan de orde is ((a) door ontbreken van discotheken in haar horecastructuur zien we op gemeentelijk niveau geen aanleiding, b) een dergelijk initiatief zou minimaal provinciaal gedragen moeten worden, c) met een samenhangend beleid op meer sporen verwachten we meer effect).
3
gefinancierde organisaties, afspraken met horeca en de voorbeeldfunctie van de gemeentelijke organisatie. Inzet vanuit de gemeentelijke rollen heeft alleen gewenst effect in onderling samenhang en met andere betrokken partijen. Samen met de jongeren zelf, de ouders, de horeca, het onderwijs, de sportverenigingen, het welzijnswerk, de jeugdgezondheidszorg en andere betrokkenen kunnen en moeten we het verschil maken! Dit vraagt een cultuurverandering. Op dit moment kunnen we niet aanhaken bij een blauwdruk van alcoholbeleid in de regio, provincie of het land, omdat dit nog op al deze niveaus nog in ontwikkeling is. Gezien de ernst van de zaak en het gunstig tij (er is nu aandacht voor het probleem) is besloten niet verdere ontwikkelingen in deze contreien af te wachten, maar alvast te lokaal te gaan werken aan dit probleem. Ten eerste de ontwikkeling van Fries alcoholbeleid. De provincie, de VNN, politie en GGD Fryslân hebben opdracht gekregen van de Commissie Openbare Gezondheidszorg van de Hulpverleningsdienst Fryslân om een opzet te maken voor een Fries alcoholbeleid voor de jeugd. Het achterliggende idee is te voorkomen dat maatregelen en activiteiten elkaar doorkruisen, het alcoholgebruik zich verplaatst van de ene naar de andere gemeente en ervoor te zorgen dat betrokken instellingen efficiënter kunnen werken. Overmatig alcoholgebruik door jongeren in Achtkarspelen pakken we daarom aan binnen de kaders voor van het Fries alcoholbeleid. Ook de ontwikkelingen in Nofa-verband moeten meegenomen worden. Binnen de NOFAprojectgroep Jeugd wordt aandacht besteed aan het opzetten van preventief en curatief beleid5 in Noordoost Fryslân met behulp van de aanpak zo.a.ls omschreven in het programma Communcities that care. De resultaten van een onderzoek onder 12-17 jarige jongeren in dit kader verwachten we binnenkort te kunnen benutten. Verder is op veiligheidsgebied structureel overleg tussen betrokken ambtenaren. De problematiek geldt vaak voor heel Noord oost Friesland; ook de politie functioneert op dit schaalniveau. We volgen de provinciale en NOFA-ontwikkelingen om intergemeentelijk effectief aan de slag te kunnen. Het uitgangspunt voor onze aanpak is dat er in Achtkarspelen wordt gewerkt aan alcoholmatiging, maar dat dit niet voldoende is. Immers, dan zou het probleem er niet zijn. De indruk is dat initiatieven veelal parallel worden ingezet, vaak ook nog zonder besef van elkaars bestaan, waardoor we de kans op onderlinge versterking mislopen. Bijvoorbeeld; de leeftijdgrens wordt in winkels en de horeca niet altijd strikt gehanteerd, terwijl de jeugd op school en door de media keurig wordt voorgelicht dat aan jongeren onder de 16 jaar geen alcohol verkocht mag worden. Bovendien blijkt uit gegevens van het Medisch Centrum Leeuwarden dat jongeren binnengedragen met alcoholvergiftiging, vaak niet bekend zijn met de negatieve effecten van drankgebruik. Daarbij zijn er regelmatig ouders die hun kind komen halen zonder te weten dat hun kind alcohol drinkt. Samengevat constateren we een aantal feiten: • hoog alcoholgebruik onder jongeren in Achtkarspelen, • eerste kennismaking alcohol vaak op basisschoolleeftijd • het meest wordt gedronken in huiselijke sfeer • diverse rollen voor gemeente én voor andere partijen, • parallelle inzet initiatieven tot nu toe, • gevoel van urgentie op dit moment Deze analyse brengt ons tot de volgende aandachtspunten in de aanpak: • zwaartepunt bij jongeren onder 16 jaar en hun ouders 5
zie: Route Noordoost Fryslân 2008-2011, Nofa-werkplan 2007 en concept Nofa-werkplan 2008
4
• • • • •
cultuuromslag als streven samenwerken aan alcoholmatiging met andere partijen met name richten op informele, formele regelgeving en handhaving eerst is een inventarisatie nodig daarna samen kiezen voor activiteitenscala gericht op beperkt aantal prioriteiten
In de uitwerking hiervan stellen we dat de algemene doelstelling van ons Gemeentelijk Alcoholbeleid luidt: Het matigen van alcoholgebruik door jongeren. Dit wil zeggen dat jongeren: a) minder jong en; b) in mindere mate alcohol gebruiken, waardoor de negatieve effecten van alcoholgebruik verminderen. Gezien de feiten leggen we het zwaartepunt bij de bewustwording van jongeren op jonge leeftijd én hun ouders. En we kiezen voor de 0-lijn: geen alcohol onder de 16 jaar. We willen mét de jongeren, ouders, leerkrachten en andere betrokkenen het probleem erkennen en samen kiezen voor een transparante, praktische en effectieve aanpak gericht op een beperkt aantal prioriteiten. Dus geen papieren tijger, maar een glazen leeuw. Beoogd effect is dat zowel de jongeren zelf als hun ouders en leerkrachten, maar ook sporttrainers en medewerkers in de horeca op de hoogte zijn van het gezamenlijk gekozen alcoholbeleid in Achtkarspelen en het belangrijk vinden hier naar te handelen. Dit zal moeten leiden tot minder alcoholgebruik en dus minder negatieve effecten. Hiervoor roepen we allereerst een tweejarig pilotproject in het leven. De bedoeling is zo spoedig mogelijk na vaststelling van deze notitie de partijen bijeen te roepen om de reeds lopende activiteiten te onderstrepen en nieuwe activiteiten voor te bereiden. Dit moet ertoe leiden dat eind 2009 samenwerken aan alcoholmatiging een vanzelfsprekendheid is voor alle betrokkenen en we in 2013 kunnen spreken van een minder groot probleem. Als specifiek onderdeel in de pilot is opgenomen de ontwikkeling van keetbeleid gezien de overlap met alcoholmatigingbeleid en de kansen die we zien tot onderlinge versterking. In deze notitie geven we allereerst een schets van het probleem en de doelen (hoofdstuk 2), waarna een beschrijving van de aanpak volgt (hoofdstuk 3).
5
2.
Probleemschets
De feiten dat jongeren in Achtkarspelen op vroege leeftijd starten met drinken van alcohol en dat een relatief grote groep jongeren overmatig alcohol gebruikt zijn reden om te kiezen voor een geactualiseerd gemeentelijk alcoholbeleid. Alcohol is voor veel jongeren onlosmakelijk verbonden met gezelligheid en uitgaan. Het is stoer, cool en “hoort erbij”, niet alleen bij feesten, maar ook bij teleurstellingen wordt alcohol gebruikt. Alcoholgebruik heeft de volgende negatieve effecten: • risico’s van alcoholgebruik in het verkeer; • negatieve effecten op de gezondheid; • samenhang met geweld incidenten en overlast; • economische schade; • sociale schade. Meer achtergrondgegevens over alcoholgebruik in Friesland vindt u in bijgevoegd Feitenblad genotmiddelen (zie bijlage B). Hieronder volgen ter illustratie van het probleem enkele cijfers omtrent alcoholgebruik van de jongeren in Achtkarspelen en enkele provinciale cijfers.
2.1 Gemeentelijke cijfers Achtkarspelen spant de kroon als het gaat om de mate van alcoholgebruik onder de Friese jongeren. Enkele cijfers zijn bekend op gemeentelijk niveau: • Aangetoond is dat negen van de tien 13-18 jarige jongeren in Achtkarspelen wel eens alcohol drinkt (88%), terwijl het in Friesland gaat om acht van de tien (78%). • Daarnaast is aangetoond dat één op de vijf VMBO-leerlingen (20%) in Achtkarspelen wel eens meer dan twintig glazen alcohol per week drinkt (zie onderstaand figuur6). Dit is een behoorlijke groep: een groep van ongeveer tachtig 15/16 jarige leerlingen die wel eens overmatig7 drinkt. Jongeren in klas 3 VMBO krijgen een gezondheidsonderzoek gericht op de psychosociale gezondheid. In het onderzoek wordt onder meer gevraagd naar overmatig alcohol- en middelengebruik. Hieronder staat weergegeven het percentage jeugdigen op het VMBO in de gemeente Achtkarspelen, dat wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week drinkt en het percentage jeugdigen op het VMBO in de gemeente Achtkarspelen dat hasj of wiet gebruikt. %
30 20
> 20 glazen alcohol per week
10
Gebruikt wel eens hasj of wiet
0 vmbo klas 3
gnalen dat jongeren op vroege leeftijd metwel drinken van alcohol en drinkt Percentage jeugdigenininAchtkarspelen de gemeente Achtkarspelen in het starten VMBO dat eens overmatig alcohol 2.2 cijfers en welProvinciale eens hasj of wiet gebruikt. Onderstaande conclusies van2005-2006 de GGD over alcoholgebruik door jongeren zijn klas op provinciaal Bron: GGD Fryslân schooljaar periodiek geneeskundig onderzoek vmbo 3 niveau, maar helaas (nog) niet op gemeentelijk niveau beschikbaar. Ze zijn wel aanvullend • Hoewel er in Achtkarspelen relatief veel gedronken wordt onder jongeren, ligt het percentage overmatige drinkers in Achtkarspelen (één op vijf) lager dan het Fries gemiddelde (één op vier). Onder de oudere jeugd (boven de 18) is een behoorlijke grote
6
Rapportage Zorg voor Jeugd in Achtkarspelen, GGD Fryslân, 2006 Zware drinker: minimaal 1 keer per week 6 glazen alcohol of meer. Landelijke norm verantwoord alcoholgebruik van volwassen mannen: max. 21 glazen per week en/of maximaal 5 glazen per drinkdag en/of maximaal 5 drinkdagen per week. 7
6
•
groep ‘zware drinkers’ te vinden, verklaart de GGD. (Hiervan zijn nog geen gemeentespecifieke cijfers voorhanden) Totaal overziend scoort de jeugd in Achtkarspelen hoog als het gaat om alcoholgebruik.
2.2 Provinciale cijfers Onderstaande conclusies8 van de GGD over alcoholgebruik door jongeren zijn op provinciaal niveau en niet op gemeentelijk niveau beschikbaar. Ze zijn wel goed bruikbaar voor het schetsen van het probleem, omdat de groep Friese jongeren veel overeenkomsten vertoont met de groep in Achtkarspelen. Jongeren tot 18 jaar • In Friesland drinken 4 van de 5 jongeren tussen de 13 en 18 jaar wel eens alcohol. • Eén op de 11 jongeren is volgens de landelijk toegepaste definitie een zogenaamde ‘zware drinker’. ‘Zware drinkers’ zijn met name jongens vanaf 15 jaar. Op het vmbo zijn meer ‘zware drinkers’ te vinden dan op de havo en vwo. • Onder de jongere leeftijdsgroep drinken in 2004 meer jongeren wel eens alcohol dan in 1998. • Jongens drinken vaker en meer dan meisjes. • Meer jongeren op het vmbo drinken alcohol dan jongeren op de havo of vwo. Er is geen verschil tussen de onderwijsvormen voor wat betreft het gemiddeld aantal glazen alcohol dat jongeren per keer drinken. • Ruim driekwart van de jongeren zegt dat ouders weten hoe vaak en hoeveel alcohol zij drinken. • 43% van de jongens en 36% van de meisjes zegt de afgelopen maand tenminste één keer dronken of aangeschoten te zijn geweest. • Ongeveer 1 op de 6 jongeren drinkt voor het eerst alcohol als zij op de basisschool zitten. • In 2004 is de gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken iets lager dan in 1998. • Jongeren drinken alcohol meestal in de huiselijke sfeer (thuis of bij vrienden thuis). • Bijna 2 op de 3 jongeren onder de 16 jaar koopt zelf alcohol in de disco, bar / café of supermarkt. 19 jaar en ouder Uit de gezondheidsenquete 2005 die de GGD Fryslân uitvoert onder de Friese bevolking van 19 jaar en ouder blijkt: • Vooral de groep mannen van 19 tot en met 24 jaar niet te voldoen aan de criteria van de norm verantwoord alcoholgebruik, nl. 11%. • Bij deze groep mannen van 25-29 jaar voldoet 4% niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik. • Als je kijkt naar zware drinkers dan is het percentage zware drinkers onder de groep 1924 jarigen 65% en bij 25-29 jarige mannen 50% en bij 30-34 jarige mannen is dit 42%. Met het oog op de doelstelling moeten ons goed realiseren dat onder deze groep overmatige drinkers/zware drinkers zich ook (toekomstige) ouders bevinden.
8
Zie ook het Feitenblad Qua Fadis (bijlage B)
7
3.
De aanpak
3.1 Achtergrond De laatste gemeentelijke notitie over dit thema stamt uit het jaar 1997: 'Kadernotitie plan van aanpak Jeugd en Genotmiddelen' (Achtkarspelen, 1997). De gemeenteraad heeft op 24 april 1997 opdracht gegeven voor een plan van aanpak Jeugd en genotmiddelen. Met de kadernotitie is destijds een eerste verkenning gedaan naar activiteiten en ideeën vanuit betrokken beleidsterreinen. In kaart is gebracht vanuit welke beleidsterreinen samengewerkt zou moeten worden om te komen tot effectieve aanpak. De kadernotitie heeft onder meer geresulteerd in het starten van het project Gezonde school en genotmiddelen, waarvoor vanaf 2005 geen middelen meer beschikbaar zijn gesteld. Tot nu toe heeft Achtkarspelen nog geen nieuwe initiatieven ontwikkeld tot een integrale aanpak van verslavingsproblematiek onder jongeren. De gemeente Achtkarspelen heeft in maart 2005 een aantal ambities geformuleerd met als doel de gezondheid van de burgers in Achtkarspelen te vergroten. In de notitie ‘Voortgangsmeter Gezondheidsbeleid (gemeente Achtkarspelen 2006) is de stand van zaken weergegeven van de activiteiten die sindsdien zijn ingezet. Van deze voortgangsmeter is af te lezen dat onder de tweede ambitie: ‘Stimuleren van een gezonde leefstijl bij de bevolking’ vanaf 2005 vooral is gewerkt aan het actief en veilig laten bewegen van de bevolking. In mindere mate is tot op heden aandacht besteedt aan de leefstijl en bewust gebruik van genotmiddelen, waaronder alcohol. Huidige activiteiten rond alcoholmatiging in onze gemeente zijn voorlichting op scholen voor voortgezet onderwijs en enkele basisscholen en signalering door verschillende organisaties (bijv. GGD Fryslân, Verslavingszorg Noord Nederland, Stichting welzijn Timpaan, Thuiszorg de Friese Wouden). In de BOS-projecten9 Leefstijl in Buitenpost en Surhuisterveen wordt ondermeer aandacht besteed aan alcoholgebruik. Ook zijn diverse andere initiatieven (zo.a.ls bijvoorbeeld het benutten van de ideeën van de jeugd bij dit thema tijdens de Wegwijsdag Achtkarspelen op 21 november 2007, het bij dit thema betrekken van huisartsen, maatschappelijk werkers etc. tijdens een eerstelijnsoverleg op het gemeentehuis op 29 november 2007) gedeeltelijk al gestart. Ook actueel is het ontwikkelen van horecabeleid, wat hieronder ter illustratie nader wordt toegelicht. Zie verder het interventieschema in bijlage C. Horecabeleid. In de programmabegroting 2008 is opgenomen dat er horecabeleid ontwikkeld gaat worden. Hierin zal bijzondere aandacht zijn voor alcoholmatigingbeleid in het kader van de Drank en horecawet. Zo zal er gewerkt worden aan een horecaconvenant waarin bijvoorbeeld afspraken gemaakt kunnen worden tussen horecaondernemers, gemeente en politie over de wijze waarop er in de reguliere horeca aandacht wordt geschonken aan alcoholmisbruik. Hierbij kan gedacht worden aan een verbod op het houden van zogenaamde 'happy hours' waarin tegen gereduceerd tarief drank wordt aangeboden, het aanbieden en laten volgen van cursussen verantwoord alcoholgebruik, een sluitende en intensieve controle van de leeftijdsgrens etc. Een onderdeel van het horecabeleid is ook het opstellen van paracommercieel beleid. Het opstellen van duidelijke regels over het gebruik van alcohol in paracommerciele instellingen als dorpshuizen en sportkantines kan een bijdrage leveren in het terugdringen van bepaalde excessen in dit verband. Het gebruik van (alcohol in) sportkantines dient bijvoorbeeld ondergeschikt te zijn aan en een relatie te hebben met de regulier te houden activiteiten op
9
Dit zijn twee van de zes projecten die in de gemeente Achtkarspelen worden uitgevoerd in het kader van de tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport (Ministerie van VWS).
8
het sportcomplex. Ook dienen er realistische, acceptabele en handhaafbare openingstijden van o.a. kantines worden opgesteld. Aan deze op te stellen acceptabele en realistische regels dient een duidelijk en structureel handhavingsprogramma worden verbonden Voorbereidingen voor ontwikkelen van horecabeleid zijn reeds opgestart door de gemeente in samenwerking met horecaondernemers. De verwachting is dat in 2008 horecabeleid zal worden vastgesteld binnen de kaders van het gemeentelijk alchoholmatigingsbeleid. Inzet van activiteiten blijkt tot op heden niet genoeg te zijn. Wat we nodig hebben is een cultuuromslag bij de jongeren en hun ouders/verzorgers. Ook moeten we met de betrokken organisaties en instellingen op één lijn zitten qua aanpak. Dit bereiken we alleen met een samenhangend beleid dat over een aantal sporen ingezet wordt vanuit de diverse overheden. Als gemeente hebben we te maken met een aantal feiten waar we qua aanpak niet omheen kunnen en willen: Ten eerste de ontwikkeling van Fries alcoholbeleid. De provincie, de VNN, politie en GGD Fryslân hebben opdracht gekregen van de Commissie Openbare Gezondheidszorg van de Hulpverleningsdienst Fryslân om een opzet te maken voor een Fries alcoholbeleid voor de jeugd. Het achterliggende idee is te voorkomen dat maatregelen en activiteiten elkaar doorkruisen, het alcoholgebruik zich verplaatst van de ene naar de andere gemeente en ervoor te zorgen dat betrokken instellingen efficiënter kunnen werken. We volgen dit om intergemeentelijk10 effectief aan de slag te kunnen. Overmatig alcoholgebruik door jongeren in Achtkarspelen pakken we daarom aan binnen de kaders die zijn aangereikt voor alle Friese gemeenten11: 1. Alcoholbeleid is integraal beleid: Dat wil zeggen dat het vorm krijgt in gezondheidsbeleid, jeugdbeleid, onderwijsbeleid, openbare orde en veiligheidsbeleid, met overal dezelfde doelen en boodschappen. 2. Betrokkenheid van jongeren en hun ouders/opvoeders is onmisbaar. 3. Effectief alcoholbeleid berust op vier pijlers: a. voorlichting en preventie; b. maatregelen, regelgeving en handhaving; c. signalering en hulpverlening; d. monitoring. 4. Alcoholbeleid richt zich op de domeinen: thuis, school, vrije tijd (horeca, sport, jeugdvoorzieningen), verkeer en vervoer. 5. De maatregelen en interventies die worden voorgesteld zijn zogenaamde “evidence based methoden” dan wel “best practices”. 6. Alcoholbeleid is een kwestie van lange adem. De cultuur en normen rondom alcoholgebruik zijn niet in korte tijd te veranderen. Een looptijd van minimaal 6 jaar is daarvoor nodig. Ad 3. Op basis van onderzoek12 is aangetoond dat de belangrijkste effectieve instrumenten zijn: formele sociale controle (regels van de overheid en de handhaving daarvan) en informele sociale controle (regels ouders, school etc.). Daarom zullen we onze aanpak met name invullen op de eerste twee pijlers: a) voorlichting en preventie; en b) maatregelen, regelgeving en handhaving.
10
Ook de ontwikkelingen in Nofa-verband moeten meegenomen worden; zie de inleiding van deze notitie. 11 Uit: Fries Alcoholbeleid en Jeugd, GGD Fryslân, VNN, Politie Fryslân, Provincie Fryslân, 2007. 12
9
De provinciale notitie ‘Fries alcoholbeleid en jeugd’ is momenteel onderwerp van gesprek van alle Friese Gemeenten en de provincie. De verwachting is dat in 2008 duidelijk zal zijn hoe het gezamenlijk beleid met de andere gemeenten er uit ziet en hoe we samen kunnen opereren. 3.2 Doelen en doelgroep Wat willen we in Achtkarspelen bereiken? De algemene doelstelling van ons Gemeentelijk Alcoholbeleid luidt: Het matigen van alcoholgebruik door jongeren. Dit wil zeggen dat jongeren: a) minder jong en; b) in mindere mate alcohol gebruiken, waardoor de negatieve effecten van alcoholgebruik verminderen. De doelgroep bestaat uit jongeren tot en met 24 jaar13. Daarnaast richten we ons ook op intermediairen, zo.a.ls ouders/verzorgers, leerkrachten, sporttrainers, jeugd- en jongerenwerkers, winkeliers en horecamedewerkers. Gebleken is dat kinderen vaak al op basisschoolleeftijd hun eerste alcoholische drankje drinken en jongeren het meest alcohol drinken in de huiselijke sfeer (thuis of bij vrienden thuis). Ook is aangetoond dat alcohol drinken op jonge leeftijd onherstelbare schade aanbrengt. Jongeren moeten daarom op jonge leeftijd bewust worden gemaakt van de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. Hetzelfde geldt voor ouders die vroeg bewust moeten worden gemaakt van hun voorbeeldfunctie in het gezin (zien drinken doet drinken) Gezien de feiten leggen we het zwaartepunt bij de bewustwording van jongeren onder de 16 jaar én hun ouders. En we kiezen voor de 0-lijn: geen alcohol onder de 16 jaar. Meer concreet worden de volgende doelen nagestreefd: • • • • •
Het percentage jongeren dat op basisschoolleeftijd voor het eerst drinkt, neemt in ieder geval niet toe. Hiermee stopt de toename van het aantal kinderen dat op jonge leeftijd drinkt. Het aantal glazen dat jongeren onder de 16 jaar drinken, neemt in ieder geval niet toe. Hiermee stopt de toename van het aantal glazen dat op jonge leeftijd word gedronken. De gemeente stelt beleid op rond alcoholmatiging en stemt dit intergemeentelijk af. De gemeente brengt risicofactoren rond keten en caravans in beeld en maakt afspraken met betrokkenen over alcoholgebruik. De gemeente sluit een horecaconvenant af met horeca, politie en andere betrokkenen.
Deze doelen zijn straks onderwerp van gesprek met de betrokkenen en dienen nader gespecificeerd en geoperationaliseerd te worden. De doelbereiking worden als volgt gemeten: Uitgangspunt is dat de doelbereiking kan worden gevolgd met beschikbare cijfers van de GGD14. Dit is in ieder geval mogelijk bij de eerste twee doelstellingen.
13
Dit is tevens de doelgroep van Jong in Fryslân, aldus beargumenteerd in Fries Alcoholbeleid en Jeugd (GGD Fryslân, VNN, Politie Fryslân, Provincie Fryslân, 2007).
10
Een 0-meting is nodig om te kunnen ontdekken of er in de loop der tijd verschil optreedt in het drankgedrag (en omstandigheden) tussen groepen jongeren (naar leeftijd en plaats) en of dit afwijkt van gemiddelden. De GGD voert een vierjaarlijks gezondheidsonderzoek uit onder scholieren (klas 1 en 3 van het VMBO en klas 2 van het voortgezet onderwijs). De laatste meting was in 2004; deze wordt gebruikt als nulmeting. De volgende meting is in 2008, de verwachting is dat in 2009 nieuwe cijfers beschikbaar zijn voor gemeenten; dit is te zien als tussenevaluatie. Aansluitend bij het provinciaal beleid spreken we gemeentelijk van een looptijd tot en met 2013; in dat jaar staat een eindevaluatie gepland. 3.3 Communicatie uitgelicht Goede communicatie is belangrijk in ons alcoholmatigingbeleid. Een boodschap heeft meer kans over te komen als het goed wordt gebracht. Het bereiken van de doelgroep jongeren en hun intermediairen, waarbij we het zwaartepunt leggen op jongeren onder de 16 jaar en hun ouders/verzorgers, vraagt een specifieke aanpak. Samen met de betrokken partners willen we de doelgroep bewust maken van de ernst en de urgentie van de problematiek, bewust maken van verantwoordelijkheden, stimuleren om gedrag te veranderen, informeren over de bestaande en nieuwe regelgeving, afspraken maken en ze samen onderhouden. Uiteindelijk willen we een cultuuromslag realiseren dat leidt tot gedragsverandering, namelijk dat samenwerken aan alcoholmatiging een vanzelfsprekendheid is geworden. Hoe voer je dit uit op een manier die aanslaat? Vanuit het belang van goede communicatie zal bij aanvang van het project een communicatieplan gemaakt worden. Hierin staat wat van de betrokkenen wordt verwacht en hoe we communicatie als middel inzetten om van het project een succes te maken. Naast het feit dat we het middel communicatie als rode draad binnen het proces van het project laten lopen, is een aantal concrete voorlichting- en preventie-activiteiten in te zetten. Bijvoorbeeld een confronterende postercampagne om jongeren en hun ouders bewust te maken van de problematiek, of het houden van Lagerhuisdebatten met jongeren, ouders deskundigen en andere betrokkenen (zie verder interventieschema in bijlage C). 3.4 Keetbeleid uitgelicht Hoewel keten/caravans en drank niet per definitie hand in hand gaan, zijn er signalen dat in keten veel alcohol wordt (in)gedronken (zie voetnoot 2). Parallel met het schrijven van de notitie alcoholmatigingbeleid zijn ideeën opgekomen voor actueel gemeentelijk keetbeleid. Gezien de overlap tussen de inhoud van het alcholmatigingsbeleid en het keetbeleid kiezen we ervoor de beleidsterreinen zowel bij de voorbereiding als de uitvoering met elkaar verbinden. 14
We moeten onderzoeken op welke wijze we de resultaten van de NOFA-enquete Communities that care kunnen benutten. De NOFA-jeugd (12-17 jaar) is gevraagd de eigen mening te geven in het kader van het thema “Veilig opgroeien in Noordoost Fryslân”. Resultaten van deze enquete 'Laat je horen' zijn eind 2008 beschikbaar. Hetzelfde geldt voor de resultaten van de metingen binnen de BOSprojecten Leefstijl in Buitenpost en Surhuisterveen, waarin specifiek gevraagd wordt naar alcoholgebruik. Binnenkort zijn de resultaten van de nulmeting bekend. Tevens zal onderzocht moeten worden op welke wijze informatie van het Peilstationsonderzoek van het Trimbos Instituut gebruikt kan tbv de evaluatie en het opsporen van nieuwe trends op het terrein van genotmiddelen.
Hetzelfde geldt natuurlijk voor resultaten van de werkgroep Qua Fadis, samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland, welke gegevens verstrekt over genotmiddelengebruik in Friesland (zie bijlage B).
11
Een praktische verbinding vinden we in de aanpak. De inventarisatie van activiteiten die te maken hebben met alcoholmatiging koppelen we aan de inventarisatie voor het Keetbeleid Achtkarspelen (wat gebeurt er in de keten, bijvoorbeeld op het punt van alcoholgebruik?). Ook op het punt van maatregelen zien we kansen om het alcoholmatigingbeleid en keetbeleid op elkaar te laten aansluiten en versterken. Een goed contact met jongeren op ontmoetingsplaatsen is immers een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van voorlichtings- en preventieactiviteiten omtrent alcoholgebruik. Het keetbeleid is daarom als onderdeel meegenomen in het pilotproject alcholmatigingsbeleid. In de bijlage D zijn de ideeën verwoord als eerste aanzet voor gemeentelijk keetbeleid. Verdere planning en uitvoering van het keetbeleid moet vorm krijgen tijdens en na afloop van de pilotperiode.
12
3.5 Projectbeschrijving Voor de aanpak roepen we allereerst een tweejarig pilotproject in het leven. De bedoeling is zo spoedig mogelijk na vaststelling van deze notitie de partijen bijeen te roepen om de reeds lopende activiteiten te onderstrepen en nieuwe activiteiten voor te bereiden. Dit moet ertoe leiden dat eind 2009 samenwerken aan alcoholmatiging een vanzelfsprekendheid is voor alle betrokkenen en we in 2013 kunnen spreken van een minder groot probleem. Hieronder volgt de projectbeschrijving. Projectdoel Doel van het project: Opzet en implementatie van gemeentelijk alcoholmatigingbeleid waarbinnen we in samenwerking met de betrokkenen het alcoholgebruik door jongeren matigen. Hierdoor moeten jongeren: a) minder jong en b) in mindere mate alcohol gebruiken, waardoor de negatieve effecten van alcoholgebruik verminderen. Projectresultaat De projectresultaten zijn: 15 - Een inventarisatie van reeds ingezette activiteiten binnen en buiten de gemeentelijke organisatie die een raakvlakken hebben met ons doel dat jongeren a) minder jong en b) in mindere mate alcohol gebruiken. Hieruit moet blijken in hoeverre de activiteiten aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling, in hoeverre er overlap is en waar gaten vallen. - Een gezamenlijk met de diverse betrokken partijen gedragen activiteitenscala gericht op een beperkt aantal prioriteiten. Hierin wordt aangegeven: de gezamenlijk geformuleerde en geoperationaliseerde SMARTdoelstellingen, de wijze waarop samenhangend beleid binnen en buiten de gemeentelijke organisatie wordt uitgevoerd, welke acties in een bepaalde planperiode worden ondernomen, welke maatregelen (beleid en uitvoering) daartoe ondernomen moeten worden op de verschillende te onderscheiden niveaus, wat de rol en de verantwoordelijkheid van de gemeente hierin is en hoe de financiering geregeld zal gaan worden. Dit alles aanhakend bij ontwikkelingen in Nofa-, provinciaal en landelijk verband waarbij we als productgroepen kunnen onderscheiden: volksgezondheid, openbare orde, jeugdbeleid, vergunningenbeleid, communicatiebeleid en met voldoende draagvlak binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. - Implementatie (en borging) van de inhoud van het activiteitenplan in het gemeentelijk (facet)beleid. Hiervoor wordt het bij wijze van pilot uitgevoerde activiteitenplan na een jaar geëvalueerd met een presentatie van reeds ingezet integraal beleid, de onderliggende keuzes die gemaakt zijn, de reeds aantoonbaar geboekte resultaten en concrete aanbevelingen waarmee we als gemeente samen met de betrokken partijen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie vanuit de diverse verantwoordelijkheden met de neuzen in dezelfde richting kunnen blijven werken aan de doelbereiking in 2013. Randvoorwaarden Wat is nodig om het project te laten slagen? - Bestuurlijk en ambtelijk draagvlak - Draagvlak onder jongeren, ouders, onderwijs, sportverenigingen, welzijnswerk, politie, GGD Fryslân, Thuiszorg de Friese Wouden, winkeliers, horeca-ondernemers en andere betrokken en samenwerking tussen de partijen. - Voldoende inzet van mensen en middelen Werkwijze We kiezen voor een projectstructuur. Het is de bedoeling een tweejarig pilotproject te starten en hiervoor een projectuitvoerder aan te stellen.
15
Specifiek onderdeel hierbij is de inventarisatie van de keten in Achtkarspelen: hoeveel en welke keten hebben we in Achtkarspelen en op welke plaatsen bevinden deze zich en de vraag "Wat doen welke jongeren in welke keet", waarbij ook specifiek alcoholgebruik wordt onderzocht. Zie verder bijlage D: 'Eerste aanzet tot keetbeleid' .
13
De bedoeling is zo spoedig mogelijk na vaststelling van deze notitie de partijen bijeen te roepen om de reeds lopende activiteiten te inventariseren, zo mogelijk door te starten en nieuwe activiteiten voor te bereiden. De in de notitie genoemde doelen zijn onderwerp van gesprek met de betrokkenen en dienen nader gespecificeerd en geoperationaliseerd te worden. De in bijlage C opgenomen opsomming van bestaande en mogelijke nieuwe initiatieven zijn te zien als suggesties en nog niet getoetst op haalbaarheid en effectiviteit. Om de neuzen in dezelfde richting te krijgen zullen individuele gesprekken en plenaire bijeenkomsten gehouden moeten worden. Implementatie en borging zijn nodig om na de pilot verder te kunnen met het ingezette alcoholmatigingbeleid. Dit moet ertoe leiden dat eind 2009 samenwerken aan alcoholmatiging een vanzelfsprekendheid is voor alle betrokkenen en we, gerekend zes jaren na 2008; in 2013 kunnen spreken van een minder groot probleem. Ons gemeentelijk alcoholmatigingbeleid start officieel met vaststelling van deze notitie en beslaat tenminste zes jaren; tot en met 2013. Het pilotproject is onderdeel van het alcoholmatigingbeleid en wordt uitgevoerd in 2008 en 2009. De tussenevaluatie van het alcoholmatigingbeleid in 2009 (leefstijlonderzoek GGD Fryslân) valt samen met het afsluiten van het pilotproject en wordt meegenomen in de pilotconclusies. De eindresultaten van de pilot vormen input voor het verder vormgeven van het alcoholmatigingbeleid vanaf 2009.
Projectbeheersing: Tijd Pilotuitvoering vindt plaats in 2008 en 2009. De inventarisatie en het activiteitenscala dienen in 2008 gereed te zijn. In 2009 dient dit project te zijn geëvalueerd en geïmplementeerd in het gemeentelijk beleid.
Projectbeheersing: Geld Projectkosten Alcoholmatiging In euro's Projectuitvoerder 2008-2009 Activiteitenbudget 2008-2009
80.000 123.000 203.000
Dekking binnen bestaande middelen* Indicatie provinciale bijdrage
134.000 20.000 154.000
Aanvullend benodigd
49.000
* Diverse budgetten uit programma 2 en programma 5, waaronder Gezondheidszorg / Jeugdbeleid / Veiligheid / Gewogen ambitie I&II Voor het tweejarige project Alcoholmatigingbeleid is een projectbegroting opgesteld. Voor het gehele project is €. 203.000,-- benodigd. Dit bedrag zal worden aangewend voor onder andere een communicatieoffensief, het opstellen en uitvoeren van een horecaconvenant, activiteiten op het gebied van onderwijs en opvoedingsondersteuning en activiteiten in Nofa-verband. Daarnaast zal voor twee jaren een projectuitvoerder worden aangesteld. Binnen en buiten programma 2 (welzijn en zorg) en ten laste van 2007 en 2008 is gezocht naar dekkingsmiddelen. In totaal is €. 134.000,-- beschikbaar, waarvan een belangrijk deel wordt bijgedragen uit programma 5 (veiligheid). Daarnaast zullen we in NOFA verband een aanvraag indienen bij de provincie. We verwachten we dat de provincie, vanuit het sociaalstructuurfonds, zal bijdragen in het project. De provinciale bijdrage rekenen we met €. 20.000,-maar daarover zijn nog afspraken gemaakt en lopen we dus nog risico! Om het Alcoholmatigingproject 2008-2009 volgens plan te kunnen uitvoeren is nog € 49.000 extra benodigd. We vragen de raad om deze extra middelen eenmalig beschikbaar te stellen ten laste van de onbenutte ruimte 2008.
Verwacht wordt dat uit dit project structurele activiteiten zullen voortvloeien. De kosten zullen vanaf 2009 worden besproken in het regulier begrotingstraject.
14
Communicatie Vanuit het belang van goede communicatie zal bij aanvang van het project een communicatieplan gemaakt worden. Hierin staat wat van de betrokkenen wordt verwacht en hoe we communicatie als middel (proces en product) inzetten om van het project een succes te maken. Projectorganisatie Projectleiding: gemeente Projectcoördinatie: externe organisatie, nader te bepalen Het project wordt ondersteund door de op te richten projectgroep Alcoholmatigingbeleid, gevormd door externe organisaties en gemeente. Communicatie en Keetbeleid vormen vaste agendapunten. Onderzocht moet worden of koppeling met de bestaande werkgroep Jeugd en Openbare Orde mogelijk is.
Voortgang In 2009 dient dit project te zijn geïmplementeerd in het gemeentelijk beleid (incl. borging). De eindresultaten van de pilot worden meegenomen als input voor het verder vormgeven van het alcoholmatigingbeleid vanaf 2009.
15
Bijlage A: verantwoordelijkheden overheid Jongeren zelf en hun ouders/opvoeders zijn vanzelfsprekend met name bepalend bij dit thema. De verschillende overheden leveren elk een bijdrage aan het alcoholbeleid Rijk Het ministerie van VWS is verantwoordelijk voor het alcoholbeleid en daarbinnen voor de coördinatie van de preventie van overmatig alcoholgebruik. Zij heeft daarin samen met het Ministerie van Justitie een wet- en regelgevende rol. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is verantwoordelijk voor de alcoholverkeerswetgeving. Het nieuwe programmaministerie Jeugd en Gezin houdt zich bezig met gezonde leefstijl en alcoholgebruik onder jeugd. Het rijk bepaalt waar drank verkocht mag worden, onder welke voorwaarden en aan wie. Door accijnsheffingen kan het rijk het prijsniveau beïnvloeden. Verder financiert het rijk massamediale campagnes. Het rijk stelt aan gemeenten financiën ter beschikking voor preventie en hulpverlening. En geeft richtlijnen hoe die preventie kan worden vorm gegeven. Landelijke richtlijnen voor alcoholbeleid verschijnen in het najaar 2007. Mogelijk krijgen gemeenten meer mogelijkheden om drankmisbruik bij jongeren op te sporen en de Voedselen Warenautoriteit meer mankracht om de bestaande regels te handhaven. De provincie De provincie ondersteunt gemeenten bij ontwikkeling en uitvoering van beleid. Jeugdbeleid is daarbij een van de speerpunten. Binnen de Sociale Agenda 2008 – 2011 die nu in ontwikkeling is, is jeugd en alcohol ook één van de speerpunten. De provincie, de VNN, politie en GGD hebben opdracht gekregen van de Commissie Openbare Gezondheidszorg van de Hulpverleningsdienst Fryslân om een opzet te maken voor een Fries alcoholbeleid voor de jeugd. Het achterliggende idee is te voorkomen dat maatregelen en activiteiten elkaar doorkruisen, het alcoholgebruik zich verplaatst van de ene naar de andere gemeente en ervoor te zorgen dat betrokken instellingen efficiënter kunnen werken. De opzet voor Fries alcoholbeleid is benut als basis voor dit plan van aanpak. De provinciale stuurgroep ‘Jeugd en Gezin’ bestaat uit gedeputeerde “jeugd”, de portefeuillehouders Volksgezondheid & Onderwijs, vertegenwoordigers van politie Fryslân en Zorgkantoor. Deze stuurgroep zal waarschijnlijk opgaan in het bestaande overleg tussen provincie en VFG, maar ook binnen dit bestuurlijke platform staat jeugd en alcohol hoog op de agenda en de stuurgroep wil dit terug laten komen in een provinciale agenda Jeugd en Gezin. Ondertussen is in dit kader de opdracht gegeven te komen tot een provinciale programmatische aanpak rond alcoholmatiging onder jongeren. Uitgangspunt hierbij is dat deze ontwikkelingen in elkaar op kunnen gaan en elkaar versterken. De gemeente Gemeente heeft te maken met het onderwerp alcohol en jeugd via de taakvelden gezondheidsbeleid, jeugdbeleid en openbare orde & veiligheid. De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor alcoholgebruik op basis van: - de Drank- en Horecawet; - de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid; - de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De gemeente heeft bevoegdheden middels: - Drank- en horecawet: bijvoorbeeld het verstrekken van vergunningen voor bijzondere activiteiten en evenementen en het screenen van reeds afgegeven vergunningen. Toezicht op de naleving van de drank en horecawet vindt plaats door Voedsel en Warenautoriteit; - Algemeen Plaatselijke Verordening (APV): bijvoorbeeld een exploitatievergunning weigeren of intrekken;
16
-
De inzet van politie m.b.t. signalering en toezicht, optreden bij strafbare feiten, openbare orde. Het maken van uitvoeringsafspraken met door haar gefinancierde organisaties als Verslavingszorg, Thuiszorg, GGD, welzijnsorganisaties. Behalve deze juridische maatregelen kan de gemeente afspraken maken met de horeca in de vorm van convenanten en intentieverklaringen. Tenslotte is de gemeente werkgever en heeft daarin een voorbeeldfunctie hoe zij zelf omgaat met alcohol.
17
bijlage D
Eerste aanzet tot actueel keetbeleid Keetbeleid Ontmoetingsplekken voor jongeren: hokken, schuurtjes, caravans en keten vormen in veel gemeenten in Nederland ontmoetingsplekken voor jongeren. Deze bouwwerken vormen voor de jeugd een eigen plek om samen te komen en activiteiten te ondernemen. Keten (zo.a.ls we de ontmoetingsplekken verder in deze notitie zullen noemen) staan tegenwoordig vaak in een kwaad daglicht omdat ze één op één worden geassocieerd met overmatig alcoholmisbruik en andere ongewenste excessen. Behalve de nadelen - waarover later meer - kent het verschijnsel 'keten' onmiskenbaar positieve functies. Dit was onlangs ook de conclusie van minister Rouvoet tijdens zijn bezoek aan een keet in Oudwoude. Keetbezoek is voor jongeren een aantrekkelijke vorm van vrijetijdsbesteding. Keten hebben een sociale functie, zij versterken de groepsbinding en bieden jongeren een herkenbare en vertrouwde plek in een complexe samenleving. Ouders geven dikwijls aan blij te zijn dat hun kind niet al te ver van huis een deel van zijn of haar vrije tijd met bekenden doorbrengt. Gelet op de maatschappelijke discussie over keten, in samenhang met alcoholmatigingbeleid, kan een gemeente er niet om heen doelgericht en transparant keetbeleid te ontwikkelen. Ook de brief van de gezamenlijke jeugdhonken, waarin de zorg wordt uitgesproken over het gebeuren in de keten, en de rapportage Vindplaatsgericht werken 2006 geeft aanleiding tot nadere oriëntatie op de ook in Achtkarspelen aanwezige keten. Deze korte notitie is bedoeld hier een eerste aanzet toe te geven en om de denkrichting te bepalen. In de in 2001 door de gemeenteraad vastgestelde notitie " Jeugd in het Dorp" is o.a. aangegeven dat niet vergunbare caravans op openbaar of op particulier terrein direct verwijderd dienen te worden. Eigenaren op wiens erf een illegale caravan staat zal worden aangeschreven indien legalisatie niet mogelijk blijkt en indien nodig zal de procedure tot verwijdering worden opgestart. Een en ander wordt bekeken in samenhang met de aanwezigheid van alternatieve (jongeren-)locaties in het dorp. In de praktijk is het moeilijk geweest uitvoering te geven aan de handhaving en realisering van genoemde doelstellingen. Daarnaast is, gelet op het belang wat wordt toegekend aan het opbouwen van een goede relatie met alle jongeren in de gemeente, actualisatie van het keetbeleid op zijn plaats. Inventarisatie De vormgeving van keetbeleid begint met een inventarisatie van de bestaande situatie. Hoeveel keten zijn er momenteel? Waar zitten ze? Wie komt er en wanneer? Wie is de eigenaar van de keet en de grond en hoe ziet het bouwwerk eruit? Wat doen ze in de keet en hoeveel wordt er gedronken? Dit zijn allemaal voorbeelden van vragen die beantwoord dienen te worden. Uit onderzoek van Partoer en uit ervaring van de Stichting Alcohol Preventie blijkt dat bezoekers van keten over het algemeen bereid zijn hier aan mee te werken. Omwonenden, ouders, politie, toezichthouders, gemeentelijke afdeling beheer, jongerenwerk en scholen zijn voorbeelden van actoren uit de omgeving van keten die van belang zijn bij het inventariseren van de bestaande situatie. Met een primaire inventarisatie van de keten in Achtkarspelen kan per direct worden begonnen. Het gaat hier om het beantwoorden van de (fysieke) vraag hoeveel en welke keten hebben we in Achtkarspelen en op welke plaatsen bevinden deze zich. Vervolgens zal er een secundaire objectieve inventarisatie plaatsen moeten vinden waarin de vraag "Wat doen welke jongeren in welke keet" centraal staat.
18
Vervolg Het is evident dat de diverse keten niet zullen voldoen aan regels op onder meer het gebied van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (bestemmingsplan), de Woningwet (bouw- en brandveiligheidsverordening) en de Drank- en Horecawet. Als bekend is hoeveel en waar keten of jongerenontmoetingsplaatsen zich bevinden lijkt het, na onderzoek of legalisatie eventueel mogelijk is, voor de hand te liggen een aanvang te maken met het verwijderen van deze keten. Desalniettemin wordt voorgesteld te kiezen voor een meer genuanceerde benadering van de keten en overige overdekte jongerenontmoetingsplaatsen. Er mag niet van uit worden gegaan dat jongeren, na eventuele gedwongen verwijdering van hun onderkomen, geen invulling meer geven aan hun behoefte elkaar te ontmoeten. Als reactie op eventuele verwijdering van hun huidige onderkomens zullen ze dan ook nieuwe plaatsen zoeken (en vinden) die nog meer in de verborgenheid van onze gemeente zullen liggen. Hiermee loop je de kans dat jongeren voor een groot deel uit het zicht van de gemeente verdwijnen en dat er veel onrust ontstaat. Betrokkenheid en participatie van betrokkenen en belanghebbenden zijn essentieel voor het slagen van de beleidsmatige aanpak van sociaal maatschappelijke problemen. Centraal in de notitie Alcoholmatigingbeleid staat dan ook dat de betrokkenheid van jongeren en hun ouders/opvoeders onmisbaar is. Afhankelijk van de uitkomsten van de secundaire inventarisatie moet het keetbeleid er op gericht zijn om jongeren in de keet meer bewust te maken van eigen gedrag en hun eigen verantwoordelijkheid als het gaat om sociaal gedrag in de keet, alcohol-/drugsgebruik, (brand)veiligheid en voorkomen van overlast voor de omgeving. Verder zullen ook ouders vanuit hun eigen verantwoordelijkheid betrokken worden bij het beleid/project (dwz hoe houd je als ouder zich op wat er gebeurt in de keet en geef je jongeren tegelijkertijd voldoende vrijheid). Maatregelen Ten aanzien van keten dienen met de betrokken jongeren en ouders afspraken worden gemaakt. Het gaat om het maken van afspraken met betrekking tot de volgende onderwerpen: -(Brand)veiligheid Het onderkomen dient aan een minimaal aantal veiligheidseisen te voldoen. In overleg met de brandweer dienen met betrekking hiertoe een aantal voorwaarden worden opgesteld. Hierbij kan gedacht worden aan de aanwezigheid van brandblussers en een nooduitgang. Verder zijn er voorbeelden bekend waarbij de jongeren op een brandweeroefencentrum worden voorgelicht over de gevaren van het vertoeven in onveilige onderkomens. De veiligheidssituatie moet blijvend worden getoetst middels bijvoorbeeld een jaarlijkse inspectie in de keet zelf. Hieraan worden ook weer voorlichtende activiteiten gekoppeld. -Overlast Een keet mag geen overlast veroorzaken voor de omwonenden en de omgeving van de keet dient netjes worden gehouden. Daarnaast dient men zich vanzelfsprekend te houden aan de wettelijke voorschriften zo.a.ls genoemd in onder andere de APV. Een ander aspect waar rekening mee moet worden gehouden is de situering van de keet. Ook kan de jongerengroep een belangrijke partner vormen bij het oplossen van problemen op het gebied van overlastkwesties op dorpsniveau (bijv. jaarwisseling problematiek). Dit kan bereikt wordt door het onderhouden van een goede constructieve relatie met de jongerengroepen (zie verder bij Contacten); -Toezicht Het onderkomen dient te staan op een particulier erf/terrein in directe nabijheid van 19
een bewoonde woning. Een of meerdere kinderen van de eigenaar maken deel uit van de gebruikers van de keet. Er dient een schriftelijke verklaring van een of meer ouders (in ieder geval van de eigenaar wiens kinderen deel uitmaken van de jongerengroep) van de gebruikers te komen waarin wordt verklaard dat zij de verantwoordelijkheid en het toezicht op zich nemen. Keten en andere bouwwerken in de openbare ruimte zullen niet worden getolereerd. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over consequenties in geval van overtredingen of excessen (bijv. week dicht, maand dicht, jaar dicht etc.) Toezicht moet er structureel worden gehouden door politie, toezichthouders en handhavers aan de hand van een organisatiebreed integraal structureel handhavingplan. -Alcohol-/drug gebruik Indien uit de inventarisatie blijkt dat er sprake is van alcoholmisbruik zullen er afspraken moeten worden gemaakt om het alcoholgebruik terug te dringen. Hierbij moet worden gedacht aan het voorkomen van het gebruik van sterk alcoholhoudende dranken en het voorkomen van alcoholgebruik onder de 16. De afspraken moeten onderdeel zijn van het gemeentelijk alcoholmatigingbeleid. Concrete acties binnen dit kader zouden kunnen zijn: het houden van voorlichtingssessies over alcoholgebruik of het laten volgen van een cursus over dit onderwerp (naar model Staphorst zowel ouders als hun kinderen een cursus verantwoord alcoholgebruik hebben gevolgd en daarvoor ook een certificaat hebben ontvangen). In ieder geval kan het niet zo zijn dat er, in strijd met de Drank en horecawet, op bedrijfsmatige wijze alcoholhoudende dranken worden verstrekt waardoor er een illegaal café ontstaat. De op te bouwen contacten zijn ook met betrekking tot dit onderwerp van essentieel belang. Categorieën Op grond van de inventarisatie kan men waarschijnlijk komen tot een categorisering van verschillende soorten keten. Landelijk wordt vaak een driedeling gehanteerd: - De huiskamerkeet, in een bijkeuken op een zolder, is een keet die niet bedrijfsmatig is, niet voor publiek geopend en heeft geen permanent karakter. Strijdigheid met regelgeving is dan ook niet aan de orde. Dit is een alternatief waartegen in principe niet handhavend opgetreden kan en hoeft te worden. Het spreekt voor zich dat bezoekers van deze keten en mogelijk hun ouders wel doelgroep kunnen zijn van het gemeentelijk alcoholpreventiebeleid; - De commerciële, luxe of semi-professionele keet (illegale kroeg) is bijna bedrijfsmatig van opzet, er wordt anders dan om niet alcohol verstrekt, is voor publiek geopend een heeft waarschijnlijk een permanent karakter. Deze keten zijn verkapte horecabedrijven die strijdig zijn met de bestaande regelgeving. Vanuit wettelijk perspectief en vanuit het gezondheidskader is handhavend optreden de meest voor de hand liggende keuze; - De meeste keten vallen echter onder de zogenaamde buurtketen. De buurtkeet is, hoewel er wel anders dan om niet wordt geschonken, niet bedrijfsmatig, soms voor publiek uit de omgeving geopend en heeft soms een naar permanentie neigend karakter. Het is voor gemeenten vaak niet eenvoudig hiertegen op te treden. De activiteiten bevinden zich vaak in het grijze gebied van diverse regelgeving. De bewijslast voor de Drank- en horecawet is complex en de beschikbare handhavingcapaciteit is vaak niet voldoende om een juist en volledig beeld van het gebeuren te verschaffen. Inzicht verkrijgen in de specifieke kenmerken van de keten is belangrijk. Een afbouwbeleid voor bestaande buurtketen, met inachtneming van de hierboven genoemde maatregelen, lijkt praktisch gezien de meest haalbare optie.
Afbouwbeleid en juridische houdbaarheid Optreden tegen buurtketen is vaak erg moeilijk gebleken. Dit leidt bij vele gemeenten vaak tot het actief of passief gedogen van bestaande situaties. Aan beide varianten zitten echter 20
nogal wat nadelen en het leidt op termijn niet tot een veilige en gezonde situatie. Bovendien stelt de kabinetsnota "Grenzen aan gedogen" dat gedogen in Nederland moet worden teruggedrongen. Als er sprake is van een illegale situatie, zo.a.ls bij sommige keten, dan is bestuurlijk handhaven aan de orde. Over het algemeen is dit een bevoegdheid en geen verplichting. Bij het beslissen over het al dan niet gebruiken van handhavingbevoegdheden moet het bestuur belangen afwegen en mag het ook prioriteiten stellen. De gemeente zet eigen normen in om de negatieve effecten te bestrijden en een goede veilige verantwoorde basis te creëren voor de keten. De gezondheid en veiligheid van onze jongeren behoren in de gemeente Achtkarspelen tot de hoogste prioriteit. In het kader van o.a. het alcoholmatigheidsbeleid staan preventie- en voorlichtingsmaatregelen hoog in het vaandel. Het is hierbij van belang dat het contact met je doelgroepen tot stand worden gebracht. De keten kunnen in dit kader dan ook verworden tot een belangrijk instrument. De voorgenomen voorlichting- en preventieactiviteiten en de overige contacten zijn onderdeel van een totaalprogramma wat er uiteindelijk op gericht moet zijn om stapsgewijs te komen tot een situatie waarin grotendeels wordt voldaan aan bestaande regelgeving. Het accepteren van tijdelijke strijdigheden met wet- en regelgeving mogen deze aanpak niet in de weg staan. Eigen onderkomens voor jongeren kunnen dus onder voorwaarden blijven bestaan. Wordt hier niet aan voldaan, dan wordt bij geen verbetering of aanpassing een keet gesloten. Verwacht wordt dat hiervoor onder jongeren en ouders meer draagvlak zal zijn omdat het zal gaan om realistische eisen tav veiligheid, alcoholverstrekking en overlast. Contacten/Het opbouwen van een directe relatie met jongeren en hun ouders staat centraal Van groot belang is dat er een goed contact ontstaat tussen de diverse jongerengroepen enerzijds en de gemeente (en haar partners) anderzijds. Het beleid tav de keten draagt daarmee vooral kenmerken van jeugdbeleid in zich. De kansen dat jongeren en ouders meer gebruik zullen maken van andere, eventueel nog te ontwikkelen voorzieningen voor jongeren worden groter geacht. Denk daarbij aan bewegen en sport, recreatie en hulpverlening. Dat is ook de insteek voor ons gemeentelijk alcoholmatigingbeleid (zie notitie). Wanneer jongeren en hun ouders bereikbaar en aanspreekbaar zijn zullen preventieve maatregelen beter landen en is er meer perspectief op blijvend resultaat. Het jongerenwerk heeft in dit kader een belangrijke taak. Er zou dan ook gekeken moeten worden naar de mogelijkheid, nut en noodzaak van het uitbreiden van het vindplaatsgericht werk naar de verschillende jongerenontmoetingsplaatsen op particulier terrein. Effectuering Het vormgeven en uitvoeren van voornoemd keetbeleid zal extra capaciteit vergen van zowel gemeentelijke afdelingen als van de diverse partners. De primaire inventarisatie zal voor een groot deel gedaan kunnen worden middels het verzamelen van de beschikbare informatie bij jongerenwerk, politie, toezichthouders etc. Om het beeld compleet te maken zal er echter iemand het veld in moeten om de contacten te leggen voor nadere inventarisatie. Daarnaast zal er extra capaciteit worden gevraagd voor brandveiligheidscontroles, voorlichtingssessies, het houden van toezicht en voor de te organiseren reguliere contactmomenten. Ook de beleidsontwikkeling zelf vergt de nodige extra ambtelijke inzet. Voor daadwerkelijke effectuering van goed keetbeleid zal dan ook, voor de opstart en invoeringsfase, tijdelijk extra externe inzet moeten worden gegenereerd.
21