Verpleegkunde en Vroedkunde masteropleiding
2011 leren is leven www.ua.ac.be
Inhoud Voorwoord................................................................................................................................ 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?................................................................. 4 Verpleegkunde en Vroedkunde binnen de Universiteit Antwerpen ........................................ 5 Over Verpleegkunde en Vroedkunde........................................................................................ 6 Doelgroep en toelatingsvoorwaarden...................................................................................... 7 Loopbaanperspectieven........................................................................................................... 7 Studieprogramma .................................................................................................................... 9 Opleidingsonderdelen schakelprogramma..............................................................................11 Opleidingsonderdelen Master.................................................................................................18 Studeren in het buitenland..................................................................................................... 22 Onderwijs en examens........................................................................................................... 23 Studiebegeleiding................................................................................................................... 25 Nuttige websites.................................................................................................................... 26 Meer info?............................................................................................................................... 28
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Departement Communicatie, dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding en de faculteiten. Departement Communicatie Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de v erschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure. 1|
|2
Voorwoord Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt de weg naar onze universiteit gevonden en je wilt meer informatie over onze instelling en onze studierichtingen. Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien vond je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit en heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werkt ze nauw samen met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studieperiode zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (zaterdag 19 maart en 30 april 2011) of op de infomarkt (woensdag 14 september 2011). Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
3|
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kan je bij je profs terecht met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende s amenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.
Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, |4
met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Verpleegkunde en Vroedkunde is gesitueerd op campus Groenenborger en campus Drie Eiken.
Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten.
Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is niet alleen een universiteitsstad: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen schreef oud-student Pieter Embrechts het lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
Verpleegkunde en Vroedkunde binnen de Universiteit Antwerpen De Universiteit Antwerpen heeft zeven faculteiten: Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, Geneeskunde, Letteren en Wijsbegeerte, Politieke en Sociale Wetenschappen, Rechten, Toegepaste Economische Wetenschappen, Wetenschappen. Verpleegkunde en Vroedkunde is een opleiding binnen de faculteit Geneeskunde.
5|
Over Verpleegkunde en Vroedkunde De master in de Verpleegkunde en Vroedkunde biedt een academische bovenbouw op de bachelor in de verpleegkunde of vroedkunde van de hogescholen. De academische vervolmaking vindt plaats aan de Universiteit Antwerpen in samenwerking met de Artesis Hogeschool Antwerpen, de Karel de Grote-Hogeschool en de Hogeschool Zeeland. Deze samenwerking binnen de Associatie Universiteit Antwerpen en Hogescholen Antwerpen (AUHA) met een internationale partner opent het vizier voor een innovatieve benadering van deze jonge opleiding.
De opleiding algemeen Door het gebruik van de verschillende leervormen is het aantal “klassieke” lesuren beperkt tot 12 uur per week. De opleiding omvat een schakel- en een masterjaar van elk 60 studiepunten. Vier leerdomeinen, die refereren naar vier rollen uit het beroepsprofiel, opgedeeld in opleidingsonderdelen, vormen de rode draad van de volledige opleiding: • Fundamentele Klinische Vorming • Management en Innovatie • Wetenschappelijk Onderzoek • Academische Vorming. Hiervoor wordt gewerkt met conceptuele-, vaardigheids- en integrale leerlijnen aangevuld met studieloopbaanbegeleiding en het ondersteunen van het verwerven van professionele ervaring. De lesdagen in het schakeljaar zijn dinsdag van 14 uur tot 21 uur en donderdag van 16 uur tot 23 uur.
Doel van de opleiding De organisatie van het onderwijs beoogt aan de studenten die met succes de opleiding afronden de volgende competenties bij te brengen: • Wetenschappelijke disciplinaire competenties; • Algemene competenties voor het beheersen van managementtaken in de zorgsector en het kunnen functioneren in een multidisciplinaire context in de zorgverlening; • Algemeen wetenschappelijke competenties; • Competenties als beginnend onderzoeker.
|6
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Rechtstreekse instroom Professionele Bachelor in de Verpleegkunde of Vroedkunde
Loopbaanperspectieven Als verpleegkundige of vroedkundige met een academisch diploma kan je gaan werken op academisch niveau met vraagstukken op het gebied van interventie, innovatie- en implementatieprocessen in de gezondheidszorg. Afgestudeerden kunnen in een breed werkveld terecht zoals ziekenhuizen, gezondheidscentra, thuiszorgorganisaties, ziekte kostenverzekeraars, overheidsinstellingen op het gebied van de gezondheidszorg en onderzoeksinstituten. Werkterreinen waarop afgestudeerden actief kunnen zijn, omvatten de coördinatie van zorgvernieuwing, het kwaliteitsmanagement in de zorg, het gezondheidszorgbeleid, adviesfuncties in de zorg en zorgonderzoek. Je kan hierbij verder gaan in één van de vier rollen waarop de opleiding jou voorbereidt: clinical leader, onderzoeker, evidence based deskundige en academicus. Wanneer je verder gaat in de rol van de Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde als clinical leader zal je management en innovatie in complexe zorgvragen en zorg situaties ontwikkelen en aansturen. Hierbij kan je denken aan het leidinggeven aan een organisatorische unit, maar ook aan onderzoek naar organisatorische interventies en naar organisatiecultuur. Tevens kan je leidinggevende en onderzoeksmatige aspecten binnen bepaalde zorgsituaties als expert ontwikkelen. Bij de rol van de Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde als onderzoeker kies je voor een onderzoekscarrière. Je participeert in onderzoeken en onderzoeksnetwerken van de universiteit of hogescholen, gezondheidsinstellingen, de overheid of andere o rganisaties en instellingen. In deze rol biedt de Universiteit Antwerpen mogelijkheden aan de Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde om een doctoraat te behalen in nieuwe domeinen eigen aan deze disciplines. Wanneer je verder wil gaan met de inhoud van het vak verpleegkunde of vroedkunde en de interventies die daarbinnen uitgevoerd worden kies je voor de rol van de Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde als evidence based deskundige. In deze rol bouw je expertise op die je als consultant deelt met anderen, je ontwikkelt de best passende zorgprogramma’s en interventies steunend op evidence uit goed wetenschappelijk onderzoek en beheert de kwaliteit van de zorg in de breedste zin.
7|
In alle bovenstaande rollen werkt de Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde als academisch zorgverlener. Deze rol komt vooral tot uiting in de attitude waarmee je bovenstaande rollen uitvoert. De houding van levenslang leren staat hierbij centraal, maar ook ondernemerschap, objectiviteit en een kritische onderzoekende houding zijn belangrijke onderdelen. De verpleegkunde en de vroedkunde zijn beide een wetenschap in volle ontwikkeling. Naast de “cure” vergt de bevolking meer en meer “care” op het vlak van basiszorg, gespecialiseerde, hoogtechnologische en chronische zorg. Hiervoor biedt de master in de Verpleegkunde en Vroedkunde een toegevoegde waarde in het kader van de inter disciplinaire samenwerking in de gezondheidsdiensten.
|8
Studieprogramma De indeling in uren theorie (Con.), vaardigheden (Vaa.) en andere (And.) is in werkelijkheid niet altijd even scherp als hier weergegeven. Sommige vakken bieden een mengvorm van klassieke lessen, zelfstudie en praktisch werk. De studiepunten (sp) geven een goed beeld van de relatieve tijdsbesteding die verwacht wordt voor elk opleidingsonderdeel.
Studieprogramma Schakeljaar Leerdomeinen
Con.
Vaa.
And.
sem
sp.
Inleiding op management en innovatie in de gezondheidszorg
14
10
3
1
5
De ondernemer in de gezondheidszorg
14
6
3
1
5
Beleidsontwikkelingen in de gezondheidszorg in nationaal en internationaal perspectief
12
8
2
2
5
Epidemiologisch onderzoek en statistiek: dataverzameling, dataordening en rapporteren van data
22
32
7
1
10
Inleiding onderzoek en statistiek: databewerking
12
28
2
2
7
Inleiding onderzoek en statistiek: ontwerp van onderzoeksdesign
6
14
0
2
3
Verpleegkundige modellen en theorievorming, klinische aspecten van een zorgprogramma
15
6
4
1-2
5
Homeostase en chronische zorg
13
8
3
1
5
Bloedsomloop en acute zorg
22
0
0
2
5
Zenuwstelsel, gedrag en ouderenzorg
13
5
3
2
5
0
0
14
1-2
5
143
117
41
Management en innovatie
Wetenschappelijk onderzoek
Fundamentele klinische vorming
Academische vorming Implementatie van duurzame veranderingen Totaal
60
9|
Studieprogramma Master Leerdomeinen
Con.
Vaa.
And.
sem
sp.
De clinical leader als regisseur van directe zorg
13
5
6
1
5
De clinical leader als regisseur van zorgprocessen
2
4
40
1-2
5
De clinical leader als regisseur van teamprocessen
11
5
6
2
5
Systematisch literatuuronderzoek
15
6
1
1
5
Toepassen van kwantitatieve onderzoeksmethoden en statistiek
10
10
8
2
5
Toepassen van kwalitatieve onderzoeksmethoden
12
10
6
2
5
De expert in het evidence based zorgproces
13
5
4
1
5
Transmurale zorgverlening
15
7
0
1-2
5
De professional als beheerder van kwaliteitszorg
13
9
0
2
5
Masterproef - wetenschappelijk publicatie
0
13
11
1-2
12
Masterproef - verdediging
0
0
20
2
3
104
74
102
Management en innovatie
Wetenschappelijk onderzoek
Fundamentele klinische vorming
Academische vorming
Totaal
| 10
60
Opleidingsonderdelen schakelprogramma Leerdomein: Management en innovatie Inleiding op management en innovatie in de gezondheidszorg Het doel van dit onderdeel in het eerste semester is het verkrijgen en ontwikkelen van kennis, vaardigheden en persoonskenmerken (attitudes) die nodig zijn om de volgende deeltaken te verrichten: • Construeren, aansturen, uitvoeren en evalueren van projecten; • Leiding geven aan een organisatorische eenheid. De ondernemer in de gezondheidszorg Het doel van de onderdeel in het eerste semester is het verkrijgen en ontwikkelen van kennis, vaardigheden en persoonskenmerken die nodig zijn om de volgende deeltaken te verrichten: • Aanbod van zorgvoorzieningen hanteren bij het ontwikkelen en aansturen van zorgprocessen; • Opereren als een ondernemer binnen budgettaire en commerciële kaders; • Leiding geven aan een organisatorische eenheid. Beleidsontwikkelingen in de gezondheidszorg in nationaal en internationaal perspectief Het doel van dit onderdeel is gericht op het verkrijgen en ontwikkelen van kennis, vaardigheden en persoonskenmerken die nodig zijn om de volgende deeltaken te verrichten: • De geldende wet- en regelgeving toepassen in de beroepsuitoefening; • Participeren in beleidsontwikkeling en uitvoering; • De actuele beroepsuitoefening plaatsen in een nationaal en Europees perspectief. Beoordelen van nationale en internationale beleidsvoornemens op hun consequenties voor de dagelijkse praktijkvoering.
11 |
Leerdomein: Wetenschappelijk onderzoek Epidemiologisch onderzoek en statistiek: dataverzameling, dataordening en rapporteren van data • Introductie wetenschappelijk onderzoek / - literatuur; • Blackboard en ICT; • Gebruik van de bibliotheek; • Opzoeken van literatuur: vaardigheden; • Onderzoeksmethoden; • Van vraagstelling tot dataverzameling; • Opstellen onderzoeksprotocol en ontwerpen vragenlijst leeronderzoek; • Excell als werkinstrument; • Data en databanken; • Inleiding tot SPSS; • Continue variabelen; • Continue variabelen: vaardigheden / RIDIT; • Discontinue variabelen; • Verschil tussen gemiddelden en percentages: significantie en P-waarde; • Grafische voorstelling onderzoeksgegevens: wetenschappelijke rapportering; • Peer review leeronderzoek. Inleiding onderzoek en statistiek: databewerking • Regressieanalyse en correlaties; • Risicoberekeningen en multivariantie-analyse; • Survival analyse; • Niet parametrische statistiek; • De basis van evidence based werken: peer review, meta analyses, guidelines. Inleiding onderzoek en statistiek: ontwerp van onderzoeksdesign In dit opleidingsonderdeel van kwalitatieve onderzoeksmethoden komen de volgende hoofdstukken aan bod: algemene inleiding kwalitatief onderzoek, de tradities in kwalitatief onderzoek, een stappenplan voor het opzetten van kwalitatief onderzoek, de verschillende methodologieën in kwalitatief onderzoek en de verschillende data verzamelingstechnieken.
| 12
Leerdomein: Fundamentele klinische vorming Verpleegkundige modellen en theorievorming, klinische aspecten van een zorgprogramma In dit onderdeel worden verschillende aspecten van conceptualiseren en redeneren, begrippenkaders en theorieën bestudeerd. Volgende onderwerpen worden als hoorcollege gedoceerd: 1. Verpleegkunde en Vroedkunde als wetenschappelijke praktijkdiscipline; 2. Conceptualiseren in Verpleegkunde en Vroedkunde; 3. Het verpleegkundig proces; 4. Zorgprogramma’s en klinische paden; 5. Verpleegkundige theorieën en modellen; 6. Het gebruik van verpleegkundige theorieën en modellen: kritische reflectie; 7. Shift van ‘proces’ naar ‘outcome’; 8. Verpleegkundige diagnostiek; 9. Gezondheidsvoorlichting en –opvoeding; 10. Informatie en communicatietechnologie in Verpleegkunde en Vroedkunde. Homeostase en chronische zorg Hier worden verschillende aspecten van de homeostase van het menselijk lichaam bestudeerd. Daarnaast wordt ook ingegaan op de impact van een falende homeostatisch mechanisme op de patiënt en de daardoor veroorzaakte nood - vaak multidisciplinair - aan zorg. Hier wordt vooral gefocused op chronische ziektetoestanden en hun nood aan zorg. Volgende onderwerpen worden als hoorcollege gedoceerd: 1. Water- en natriumhuishouding: regelingsmechanismen en pathologische t oestanden; 2. Zuur-base- en kaliumhuishouding: regelingsmechanismen en pathologische toestanden; 3. Lever: fysiologische functies, fysiopathologisch mechanismen en ziektetoestanden; 4. Voeding: algemene principes, diagnostiek van onder/overvoeding, beginselen van dieetleer; 5. Diabetes: fysiopathologie, diagnostiek, behandeling van de twee types diabetes; 6. Chronische nierinsufficiëntie: functionele anatomie van de nier, fysiopathologische processen en hun gevolgen voor de patiënt; 7. Chronisch ziekzijn: psychosociale aspecten; 8. Dialyse: beschrijving van de verschillende technieken, hun (contra-)indicaties, voor- en nadelen, organisatorische aspecten; 9. Immuniteit en infecties: basisbegrippen; 10. Transplantatie: niertransplantatie als voorbeeld om begrippen van allo-immuniteit, organisatie na transplantatie, gebruik van immunosuppressiva aan te brengen; 11. Basisbegrippen van farmacologie: om tot een rationeel gebruik van medicaties te komen (kinetiek, geneesmiddeleninteracties). 13 |
In de vaardigheden lessen worden een aantal van deze topics verder uitgewerkt aan de hand van cases, oefeningen, interactieve lessen met referentie-verpleegkundigen, bestuderen literatuur. Tenslotte krijgen de studenten ook (in groepen) de opdracht om gedurende het ganse academiejaar te werken aan een zorgproject dat aansluit bij thema’s uit de onderdelen klinische vorming. Bloedsomloop en acute zorg 1. Atherosclerose/coronair ischemisch hartlijden (CIHL) Naast een korte epidemiologische uiteenzetting die illustreert hoe coronair ischemisch hartlijden (CIHL) de laatste decades de voornaamste doodsoorzaak in de Westerse wereld geworden is, wordt uitgebreid ingegaan op de risicofactoren voor atherosclerose en CIHL. Hierdoor wordt duidelijk dat zowel primaire als secundaire preventie een multidisciplinaire aanpak behoeven. De klassieke klinische manifestaties van CIHL, zijnde angor pectoris en het acuut coronair syndroom, worden uitgebreid toegelicht. Hierbij gaat ook aandacht naar medicamenteuze therapie, interventies en aanpak van complicaties. 2. Chronisch hartfalen (CHF) CHF is een aandoening die een belangrijk impact heeft op de Westerse gezondheidszorg, zowel op gezondheidseconomisch vlak als voor de individuele patiënt. Patiënten met CHF hebben een slechte levenskwaliteit, worden vaak gehospitaliseerd en hebben een slechte prognose. Patiënten met CHF zullen in de toekomst meer en meer opgenomen worden in zogenaamde “disease management programmes”; vandaar dat de aandoening zich goed leent om in een opleiding Master in de Verpleeg- en Vroedkunde toegelicht te worden. De behandeling bestaat niet alleen uit medicamenteuze therapie; dankzij educatie en verpleegkundige begeleiding kan de patiënt zelf een actieve rol spelen (flexibiliteit in therapie, symptoomherkenning, zelfzorg enz.). De rol van doorgedreven technologische interventies in de behandeling van hartfalen (interne defibrillator, biventriculaire pacing, kunsthart, transplantatie) zal worden toegelicht. In een gastcollege zal de economische impact van hart- en vaatdoeningen en meer bepaald van CHF voorgesteld worden 3. Ritmestoornissen Plotse dood is een belangrijke vorm van overlijden. De oorzaken van deze ingrijpende gebeurtenis zijn zeer divers en een hele scala van onderliggende aandoeningen kan hiervoor verantwoordelijk zijn. Zowel fysiopathologische inzichten (substraat-vulnerabiliteit-trigger) als maatregelen die in deze levensbedreigende situatie dienen getroffen, worden besproken. Ruime aandacht gaat naar de electrische behandeling van ventrikel fibrillatie en de impact die AED’s (automatische externe defibrillator) hebben (en zouden kunnen hebben). | 14
4. Casuistiek Naast theoretische uiteenzettingen wordt ruimschoots ingegaan op de daadwerkelijke implementering van deze kennis en worden op een interactieve manier patiënten uit de dagdagelijkse praktijk voorgesteld. Hieruit moet ondermeer blijken hoe de navolging van richtlijnen gemodifeerd kan worden in functie van de beschikbaarheid van middelen, personeel, specifieke omstandigheden. 5. Rol van de verpleegkundige De mogelijke rol van de advanced nurse practioner en onderzoeker in de cardiologie wordt onder meer geïllustreerd aan de hand van de volgende uiteenzettingen: • Hartfalen verpleegkundige; • CPU (chest pain unit) verpleegkundige. Zenuwstelsel, gedrag en ouderenzorg Inleiding I. Gedragsneurologie Dit gedeelte van de hoorcolleges toont hoe onze inzichten in de werking van de hersenen continu verandert door klinisch en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en illustreert eveneens de noodzaak ervan. Op basis van recente onderzoeksgegevens wordt getracht een overzicht te geven van de functie (met nadruk op gedragsbeïnvloeding) van verschillende hersenstructuren. Steeds wordt de link naar de pathologie gelegd en worden gedragsneurologische aspecten geïllustreerd met casuïstiek. De hersenstam • Functionele anatomie van de hersenstam; • Slaap- / waakritme: (patho)fysiologie; • Bewustzijn: (patho)fysiologie. Het limbisch systeem • Het circuit van Papez, een open hippocampo-hippocampaal systeem; • (Patho)fysiologie van het geheugen en geheugenprocessen. De thalamus • Functionele anatomie van de thalamus en thalamocorticale projecties; • Thalamische syndromen (met inbegrip van casuïstiek). Het cerebellum • Functionele anatomie van het cerebellum; • Cerebellaire neurocognitie: de rol van het cerebellum in taal en cognitie (met inbegrip van pediatrische en oncologische casuïstiek).
15 |
II. Pathofysiologie van neurologische aandoeningen Wetenschappelijk onderzoek vergroot het inzicht in de pathofysiologie van hersenaandoeningen. Dit leidt tot nieuwe en accuratere diagnostische instrumenten en op termijn ook tot nieuwe en betere behandelingsmogelijkheden. Klinisch-wetenschappelijk onderzoek en klinische studies slaan de brug tussen wetenschap en evidence-based care. Volgende aandoeningen komen aan bod: Dementie • Epidemiologie; • Etiologie en pathofysiologie; • Symptomen (en de kwantificatie ervan); • Cognitieve stoornissen (neuropsychologisch onderzoek); • Gedragsstoornissen (behavioural assessment scales); • Differentieel diagnose: de meerwaarde van biomerkers (sensitiviteit, specificiteit, discriminerend vermogen van merkers); • Medische behandeling van dementiële syndromen: heden en toekomst; • Farmacologische behandeling met cholinesterase-inhibitoren: socio-economische impact (kritische analyse van de AD2000 paper, Lancet 2004, 363: 2105-2115); • Casuïstiek. Stroke • Epidemiologie; • Etiologie en pathofysiologie; • Klinische symptomatologie; • Diagnose en differentieel diagnose; • Behandeling en preventie; • Casuïstiek. Meningitis • Epidemiologie; • Etiologie en pathofysiologie; • Symptomen; • Diagnose en differentieel diagnose; • Behandeling; • Farmacologische behandeling: plaats van corticoïden bij acute bacteriële meningitiden (kritische analyse van volgend artikel: De Gans et al, NEJM 2002, 347: 1549-1556); • Casuïstiek.
| 16
III. De gerontologische patiënt Evidence-based care in een gekantelde (ziekenhuis)organisatie impliceert onder meer dat alle zorgverstrekkers (verpleegkundige: evidence-based nursing, arts: evidencebased medicine, …) samenwerken (interdisciplinair!) om de belangen van de patiënt te behartigen. In dit onderdeel wordt geïllustreerd wat de rol van de verpleegkundige kan zijn in een interdisciplinair gerontologisch team dat instaat voor evidence-based care. Volgende onderwerpen komen aan bod: • Verpleegkundige observatie en diagnostiek; • Implementatie van verpleegkundige aanpak op een geronto-psychiatrische afdeling. IV. Behandeling: evidence-based care Hoe verzorgen we of hoe behandelen we hersenaandoeningen? Heeft passieve mobilisatie van een hemipleeg lidmaat bij een CVA-patiënt zin? In evidence-based care laten we ons leiden door de resultaten van degelijk klinisch-wetenschappelijk onderzoek. Neuropsychofarmacologie : gedragsbeïnvloeding door farmaca • Atypische antipsychotica versus klassieke neuroleptica; • Antidepressiva; • Anxiolytica; • Hypnotica. Herstel na hersenbeschadiging: revalidatie • Cerebrale plasticiteit; • Mechanismen van herstel na hersenbeschadiging; • Neurologische revalidatie: hoe kunnen we het herstel na hersenbeschadiging bevorderen? V. Workshop • Voorstelling van lopend verpleegkundig gerontologisch en neurologisch onderzoek; • Voorstelling door studenten van neurologische casuïstiek uit de eigen werksituatie – paneldiscussie.
17 |
Leerdomein: Academische vorming Implementatie van duurzame veranderingen Deeltaken: • Implementeren van nieuwe ontwikkelingen; • Traditie overstijgende (niet-evidente) benaderingen ontwikkelen en toepassen voor praktijkgerelateerde situatie. Inhoud algemeen: • Opzetten en uitvoeren persoonlijk ontwikkelplan; • Academisch schrijven. Inhoude implementatie duurzame veranderingen: • Kenmerken van innovaties; • Ontstaan, verspreiding en adoptie van innovaties; • Implementatie van innovaties; • Innovaties en onderzoek.
Opleidingsonderdelen Master leerdomein: Management en innovatie De clinical leader als regisseur van directe zorg Deze module is gebaseerd op het aanbieden van managementvaardigheden vanuit 8 paradoxale managementrollen gestoeld op het theoretisch model van de concurrerende waarden van Robert Quin et al. In deze module komen de volgende rollen aan bod: producent, controleur en coördinator. Deze rollen met daaraan verbonden vaardigheden worden geplaatst in de context van de eisen die gesteld (zullen) worden aan Clinical Leadership in de regie van directe zorg. Daarnaast wordt het Clinical Leadership Program van de Royal College of Nursing (UK) besproken zowel voor wat betreft de theoretische benadering als de praktische toepassing ervan. Bijkomende inzichten worden aangeboden voor wat betreft (a) de evolutie en modernisering van de organisatie van de gezondheidszorg, (b) de economische aspecten van gezondheid en gezondheidszorg en (c) registratiesystemen en datamanagement voor het opvolgen van indicatoren (outcome, proces, …). De clinical leader als regisseur van zorgprocessen Deze module is gebaseerd op het aanbieden van managementvaardigheden vanuit 8 paradoxale managementrollen gestoeld op het theoretisch model van de concurrerende waarden van Robert Quin et al. In deze module komen de volgende rollen aan bod: bemiddelaar, bestuurder en innovator. Daarnaast wordt inzicht verworven over de organisatie en het inrichten van resultaatsgerichte zorgprocessen (klinische paden) en de kenmerken van een efficiënt en effectief elektronisch patiëntendossier. Het oefenen van vaardigheden in de context van interprofessioneel samenwerken met andere zorgverleners. | 18
De clinical leader als coach van teamprocessen Deze module is gebaseerd op het aanbieden van managementvaardigheden vanuit 8 paradoxale managementrollen gestoeld op het theoretisch model van de concurrerende waarden van Robert Quin et al. In deze module komen de volgende rollen aan bod: mentor en stimulator. Met andere woorden het competentiegericht leren en handelen in het kader van een gezonde onderneming in de context van actuele zorgvernieuwing. Het concretiseren van levenslang leren teneinde het zorgvernieuwingsproces permanent te ondersteunen. Het aanbrengen van de basisbeginselen m.b.t. de vorming en de bijscholing van medewerkers in het kader van competentiemanagement. Het aanleren van coaching als methode om het personeelslid te initiëren in de opdrachten en het begeleiden van zijn proces van zelfrealisatie binnen het gestelde kader van de strategische en operationele doelstellingen. Het leren herkennen en inzicht verwerven in crisismanagement en conflicthantering. Het belang herkennen van communicatie, motivatie en empowerment in het kader van een aangepast human resources management. Tenslotte wordt de integratie van de 8 rollen besproken als een weg naar meesterschap.
Leerdomein: Wetenschappelijk onderzoek Systematisch literatuuronderzoek • Introductie masterjaar; • Academisch schrijven; • Poster, abstracts en ranking van journals; • Principes van literatuurstudie; • Oefeningen literatuurstudie; • Gebruik van een citation manager; • Systematische review en meta-analyse: opdracht literatuurstudie; • Zoekprofielen literatuurstudie; • Ontwikkelen van meetinstrumenten uit literatuur; • Validiteit en omgaan met meetinstrumenten. Toepassen van kwantitatieve onderzoeksmethoden en statistiek • Statistiek: globale benadering; • Ontwikkelen statistische vaardigheden: groepsopdracht 1; • Peer review groepsopdracht 1; • Multivariantieanalyse: theoretische verdieping; • Statistiek: groepsopdracht 2; • Peer review groepsopdracht 2; • Opstellen analyseplan.
19 |
Toepassen van kwalitatieve onderzoeksmethoden In dit opleidingsonderdeel wordt uitgelegd en geoefend hoe vertrekkende vanuit een onderzoeksvraag interviewvragen kunnen worden opgesteld. Er wordt uitgelegd en ingeoefend hoe een goed kwalitatief interview verloopt. Er wordt uitgelegd en ingeoefend hoe een interview wordt geanalyseerd. Er wordt een demonstratie gegeven van de analysesoftware NVivo8.
Leerdomein: Fundamentele klinische vorming De expert in het evidence based zorgproces Dit onderdeel stelt Evidence Based Health Care voor. De belangrijkste begrippen worden uitgelegd. De nodige vaardigheden worden aangeleerd om een probleem uit de dagelijkse praktijk om te zetten tot onderzoekbare PICO-vragen, de nodige evidence op te zoeken, deze te beoordelen, verschillende bronnen van evidence onderling te vergelijken en deze ook te implementeren in de zorg of in de organisatie van de zorg. Enkele voorbeelden van de implementatie van evidence based health care in het ziekenhuis, in de eerstelijnsgezondheidszorg en in de gerontologische zorg worden voorgesteld. Transmurale zorgverlening • Om transmurale zorg te kunnen verstrekken, te organiseren, te ondersteunen of te evalueren is een grondige kennis nodig van de verschillende lijnen in de gezondheidszorg. De meeste verpleegkundigen hebben alleen kennis en voeling met de hospitaal- of de instellingsgeneeskunde. • De eerstelijnsgezondheidszorg en de thuisgezondheidszorg worden grondig besproken wat betreft inhoud en verschillen met de andere lijnen in de gezondheidszorg. Wettelijke en organisatorisch aspecten van eerstelijnsgezondheidszorg op federaal en regionaal beleidsniveau in België worden besproken. De eerstelijnsgezondheidszorg wordt bovendien in een internationaal perspectief bestudeerd. • Ook de bejaardenzorg in RVT/ROB, en serviceflats komt aan bod. In dit kader wordt ingegaan op de schalen voor de beperkingen van de zelfzorgmogelijkheden. • Tevens wordt de rol van het OCMW binnen de gezondheidszorg belicht. Ook de rol van zelfhulpgroepen, palliatieve netwerken en mantelzorg wordt besproken. • Definitie, modellen, organisatie, implementatie en verankering van transmurale zorg wordt grondig besproken • De problematiek van de chronische en complexe zorg wordt besproken: epidemiologie, organisatie en modellen van complexe chronische zorg. Tevens wordt aandacht besteed aan de specifieke psychologische problemen waarmee hulpverleners en personen met een chronische ziekte te maken hebben. Bij de begeleiding van personen met een chronisch en/of complex zorgprobleem neemt Therapeutische Patiënten Educatie een belangrijke plaats in: therapietrouw (adherence-concordance), empowerment, zijn hiervan enkele voorbeelden. • De psychologische aspecten van chronische zorg worden uitgerafeld. | 20
De professional als beheerder van kwaliteitszorg Van de Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde wordt verwacht dat zij/hij de kwaliteit van de zorg kan garanderen, bewaken en evalueren De basisbegrippen van het beheren van de kwaliteitszorg, met toepassingen in de verschillende sectoren van de gezondheidszorg, worden bestudeerd. Kwaliteit van zorg wordt tevens in een internationaal perspectief geplaatst. Tenslotte wordt stilgestaan bij technieken van het evaluatieonderzoek van de kwaliteit van de zorg.
Leerdomein: Academische vorming Algemeen Vanuit de verschillende domeinen wordt de kandidaat master in de Verpleegkunde en Vroedkunde gestimuleerd in zijn academische ontwikkeling. Een kritische houding waarbij steeds de nodige ruimte is voor zelfreflectie en persoonlijke ontwikkeling wordt nagestreefd. Door de aangeboden leermomenten wordt van de student verwacht dat hij als gelijkwaardige partner academische bevindingen kan communiceren. Specifiek gaan de lessen en de begeleiding binnen dit domein in op het uitwerken van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een persoonlijk actieplan (PAP), het academisch schrijven en mogelijkheden tot academische communicatie. Tijdens interactieve leermomenten presenteren de studenten in groepsverband de bevindingen van hun masterproef. De openbare presentatie en de verdediging van deze masterproef voor een jury vormen de evaluatie van dit domein. Masterproef Wetenschappelijke publicatie • Kritische bespreking vragenlijsten; • Ontwerpen meetinstrumenten: toepassing masterproef; • Constructie database: toepassing masterproef; • Uitwerken analyseplan masterproef; • Data-analyse en interactief overleg masterproef; • Schrijven wetenschappelijke publicatie: toepassing masterproef. Verdediging Peer review masterproef
21 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samen werkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis
| 22
Onderwijs en examens Master in BaMa In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het Bbolognaakkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je o fwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor Professionele Bachelor
➞ ➞
➞
Academische Master
➞ ➞
Voorbereidingsprogramma Schakelprogramma
Academische Master Academische Master
Semestersysteem en examens Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Hoe werkt het leerkrediet? Het leerkrediet werkt eveneens met studiepunten. Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving in het Vlaams hoger onderwijs. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt het leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. De eerste 60 studiepunten die je verwerft, krijg je dubbel terug. 23 |
Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijvingen met een diplomacontract voor een initiële opleiding (de bachelors en de masters) en voor alle inschrijvingen met een creditcontract. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de instelling extra studiegeld vragen voor de studiepunten die je tekort komt of je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt door je inschrijving in opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk! Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociaal statuut als student! Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn! Meer info: www.ua.ac.be/studiepunten.
| 24
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding helpt je vanaf het moment dat je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma ontvangt. Je kan op elke campus terecht bij een studentenbegeleider, na afspraak via het Studenten Informatie Punt (T +32 3 265 48 72). Onze dienst voorziet begeleiding op volgende domeinen: Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Dit kan handelen over studierichtingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook over het leerkrediet, het onderwijs- en examenreglement, enz. Begeleiding bij het maken van je studiekeuze, twijfels over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studenten begeleider kan je aan de hand van gesprekken en oefeningen meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je studievaardigheden helpen aanscherpen (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede nota’s) en je helpen bij het maken van realistische planningen en oefeningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Psychologische begeleiding en psychotherapie Wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …), kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Dit kan gaan over een kortere begeleiding, het volgen van een training, het volgen van een langdurige psychotherapie of een gepaste doorverwijzing. Alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening Als student met een functiebeperking (fysische handicap of chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem ...), sport- of kunstbeoefening kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Hiervoor is een attest vereist. Meer info: www.ua.ac.be/bijzonderefaciliteiten of in de folder ‘Studeren met een functiebeperking, topsport- of kunstbeoefening’. Afstudeerbegeleiding en beroepskeuze 25 |
Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp bij je zoektocht naar jobs passend bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies na het behalen van een diploma, sollicitatietips, enz. Het aanbod groepsgerichte begeleiding en trainingen wordt elk semester bekend gemaakt via affiches, folders, brochures, op Blackboard en via mail. Kijk ook zeker op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Nuttige websites masteropleidingen Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit.
toekomstige studenten Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Bachelor-, schakel, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook “flexibel studeren en avondonderwijs”. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen.
Inschrijven Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven.
Studentenportaal Op het studentenportaal https://blackboard.ua.ac.be vind je algemene informatie die voor jou als student nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz.. | 26
Bibliotheek De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie boeken ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus bevindt zich een gloednieuwe bibiliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de exacte en medische wetenschappen gehuisvest. Meer info op http://lib.ua.ac.be.
Begin academiejaar Het academiejaar 2011-2012 start op maandag 26 september 2011.
wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. De vier campussen zijn campus Drie Eiken, Stadscampus, campus Groenenborger en campus Middelheim.
27 |
Meer info? Faculteit Geneeskunde, master in de Verpleegkunde en Vroedkunde Dr. Peter Van Bogaert (coördinator) Campus Drie Eiken, Gebouw S Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk (Antwerpen) Ann Van de Mieroop T +32 3 265 25 04, F +32 3 265 25 01
[email protected] www.ua.ac.be/geneeskunde Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus, Gebouw E (Agora), 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected]
| 28
Notities
29 |
Notities
| 30
Notities
31 |
Notities
| 32
Leon... D e n i e u we Da Vinci.