Master in de verpleegkunde en de vroedkunde
< DEZE MASTER WORDT IN ASSOCIATIEVERBAND INGERICHT
INHOUD
< 3 5 7 8 10 12 15 20
Master in de verpleegkunde en de vroedkunde Globaal opzet curriculum Programma Studieprogramma Master in de verpleegkunde en de vroedkunde De opleiding zelf Bespreking vakken schakelprogramma Bespreking vakken masterprogramma Stadsplan
VERPLEGINGSWETENSCHAP
UZ Blok A, De Pintelaan 185, 9000 Gent CURRICULUMMANAGER: Peter Van den Berghe T 09/240 32 83 F 09/240 49 90 e-mail:
[email protected]
MASTER IN DE VERPLEEGKUNDE EN DE VROEDKUNDE
De opleiding tot Master in de verpleegkunde en de vroedkunde wordt door UGent georganiseerd in samenwerking met de Arteveldehogeschool, Hogeschool Gent en Hogeschool West-Vlaanderen. Deze master biedt een academische bovenbouw voor professionele bachelors uit de verpleegkunde en uit de vroedkunde.
De opleiding wil mensen vormen die verschillende beroepswegen uitkunnen, variërend van onderzoek in de verplegingswetenschap en de vroedkundige wetenschap tot klinisch specialist, case-manager, hoofdverpleegkundige/vroedvrouw, staffunctionaris, zorgcoördinator, lid van het middenkader, directie van een departement verpleegkunde en vroedkunde binnen de gezondheidssector, lesgever in het hoger onderwijs en het secundair onderwijs.
GL
3
4
GLOBAAL OPZET CURRICULUM Centraal in de opleiding staan: • ontwikkelen van een academisch denk- en werkniveau; • gerichtheid op permanent leren en leren in de praktijk; • opleiden tot grensverleggend, methodisch en probleemoplossend denken; • flexibiliteit; • toegankelijkheid voor werkstudenten. Het accent ligt hierbij op het kritisch gebruik van wetenschappelijke kennis, verdiept analyserend vermogen en creativiteit, gevoed met theoretische en wetenschappelijke kennis. De uitgebreidere en diepgaandere wetenschappelijke kennis van een Master laat toe meer complexe zorgsituaties te analyseren en waar nodig nieuwe zorgstrategieën in overeenstemming met de stand van de actuele wetenschappelijke kennis te ontwikkelen. Een grote mate van zelfstandigheid wordt verwacht in het ontwikkelen, verwerven en toepassen van kennis. Ook de mate van kritische zin en creativiteit in het beoordelen, interpreteren en toepassen van wetenschappelijk onderzoek verschilt in belangrijke mate van de eindcompetenties van de professionele bacheloropleiding.
Doelstellingen Een Master in de verpleegkunde en vroedkunde is een universitair opgeleid persoon die inzicht heeft in en wetenschappelijk onderzoek kan verrichten op het terrein van de verpleegkunde en de vroedkunde. Met de opleiding tracht men o.m. de volgende doelen te verwezenlijken: • bijdragen tot de ontwikkeling van de verplegingswetenschap en de vroedkundige wetenschap; • verpleegkundige en vroedkundige leidinggevenden met een academisch denken werkniveau vormen; • de deskundigheid ontwikkelen om evidence based practice in de gezondheidszorg te realiseren; • universitair gediplomeerden vormen voor het onderwijs aan professionele bachelor-studenten verpleegkunde en vroedkunde en in het secundair onderwijs; • bijdragen tot het ontwikkelen van wetenschappelijk onderzoek.
5
6
Begin- en eindtermen Er wordt voortgebouwd op de eindtermen van de bacheloropleiding verpleegkunde en vroedkunde. Deze eindtermen vormen dan ook de begintermen van de opleiding tot Master in de verpleegkunde en vroedkunde.
De Master in verpleegkunde en vroedkunde zal: - in staat zijn verplegingswetenschappelijke en vroedkundige literatuur kritisch te lezen, op zijn merites te beoordelen, te synthetiseren en de implicaties ervan voor de praktijk af te leiden; - relevante medische literatuur kunnen consulteren, verwerken en verpleegkundige en vroedkundige implicaties kunnen afleiden; - in staat zijn de mogelijkheden te zien en te benutten om de kwaliteit van de zorg te verbreden; - in staat zijn adequaat en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze in te spelen op maatschappelijke veranderingen en de continue evolutie in de gezondheidszorg; - wetenschappelijke methodes op correcte wijze kunnen gebruiken in de functies die ze vervullen om beslissingen en beoordelingen empirisch te kunnen ondersteunen; - de functie van klinisch specialist kunnen vervullen na een aangepaste op het inhoudelijke gebied afgestemde verdieping, waarin zelfstudie een belangrijke, maar niet de enige plaats inneemt; - in staat zijn consulten te houden met andere verpleegkundigen, vroedkundigen en andere gezondheidswerkers over zorgproblemen; - in staat zijn de verpleegkundige/vroedkundige zorg zoals ze uitgevoerd wordt te analyseren, leemten te ontdekken en vernieuwende zorg te ontwikkelen en implementeren door op creatieve manier gebruik te maken van wetenschappelijke kennis en ervaringskennis; - in staat zijn te participeren in de ontwikkeling van zorgprogramma’s, klinische paden en kwaliteitsprojecten; - in staat zijn de implicaties van medische vernieuwingen voor het verpleegkundig en vroedkundig beleid van de zorgvragers in te schatten en een passend antwoord te formuleren; - zich een verantwoord oordeel kunnen vormen over ontwikkelingen die zich vanuit het buitenland of in eigen land aanbieden als waardevol voor de verpleegkunde en vroedkunde; - verpleegkundigen en vroedkundigen kunnen motiveren tot handelen in overeenstemming met onderzoeksbevindingen en de implementatie-interventies die nodig zijn kunnen ontwerpen en doorvoeren, vanuit een theoretisch kader gestuurd; - effecten van veranderingen in verpleegkundige/vroedkundige zorg kunnen evalueren; - in staat zijn in team met andere gezondheidswerkers te functioneren; - in staat zijn leiding te geven aan verpleegkundigen en vroedkundigen in de directe zorg; - de functie kunnen vervullen van hoofdverpleegkundige/hoofdvroedkundige; - in staat zijn een functie te vervullen in het middenkader en verpleegkundige directie van ziekenhuizen en andere organisaties in de gezondheidszorg; - beleidsplannen voor de verpleegkundige/vroedkundige zorg kunnen maken en uitvoeren, in overeenstemming met de stand van kennis op gebied van verplegingswetenschap, - vroedkunde/vroedkundige wetenschap en zorgmanagement; - budgetten kunnen opstellen en beheren, met de ondersteuning van een economisch verantwoordelijke; - personeelsbeleid kunnen uitvoeren in overleg en met de ondersteuning van een personeelsverantwoordelijke; - scholing kunnen geven aan verpleegkundigen en vroedkundigen, zowel in de praktijk als in lesverband; - onder supervisie wetenschappelijk onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren om zorgproblemen nader te omschrijven, of om de effectiviteit van verpleegkundige en vroedkundige interventies te onderzoeken; - de gezondheidszorg en de maatregelen die er genomen worden genuanceerd kunnen evalueren vanuit wetenschappelijk en ethisch perspectief.
PROGRAMMA
7
VERPLEEGKUNDE EN VROEDKUNDE
De opleiding is toegankelijk voor professionele bachelors verpleegkunde en vroedkunde. Bij de planning van lessen en examens wordt er uitdrukkelijk zo veel als mogelijk rekening gehouden met studenten die het studeren combineren met werken als verpleegkundige of vroedvrouw. Er zal een maximale concentratie van de lesuren zijn (zoveel mogelijk op zaterdagvoormiddag en maandag, definitieve lesroosters zullen bekendgemaakt worden via www.ugent.be/ge onder ‘lesroosters’). Het programma kan voltijds of deeltijds gevolgd worden. Een deeltijds programma omvat de helft van een studiejaar zoals voorzien in het modeltraject. In de studieprogramma’s verder in deze brochure staat in de kolom DT vermeld welke vakken in het eerste deel (1) moeten gevolgd worden en welke in het tweede deel (2). PROFESSIONELE BACHELOR gegradueerde verpleegkundige
vroedvrouw
SCHAKELPROGRAMMA
MASTERJAAR
>
Master in de verpleegkunde en vroedkunde
MEDISCH-SOCIALE WETENSCHAPPEN
De huidige licentie in de Medisch-Sociale wetenschappen wordt omgevormd tot een Master of Science in de medisch-sociale wetenschappen. Deze zal vanaf het academiejaar 2007-2008 worden ingericht en zal een 2-jarig programma kennen met twee afstudeerrichtingen - beheer en beleid van verzorgingsinstellingen - gezondheidsvoorlichting en -bevordering. Om toegelaten te worden tot dit programma dient eerst nog een schakelprogramma (één jaar) succesvol te worden afgesloten. Dit schakelprogramma wordt voor de eerste maal ingericht in academiejaar 2006-2007. De inhoud van de curricula zullen grotendeels overeenstemmen met het programma van de huidige enige kandidatuur medisch-sociale wetenschappen en twee licentiejaren. Voor een overzicht van de vakken kun je terecht op de online studiegids: www.ugent.be volg studiekiezers > studieloopbaanadvies > studiegids
8
STUDIEPROGRAMMA MASTER IN DE VERPLEEGKUNDE EN VROEDKUNDE
Schakelprogramma OPLEIDINGSONDERDEEL
A
B
Pathofysiologische inzichten ten behoeve van de verpleegkunde/vroedkunde 20
C
D
E
SEM
DT
ALGEMENE VAKKEN
10
–
125
5
J
1
Gezondheidspsychologie
45
–
–
150
6
1
1
Gezondheidssociologie
30
–
–
150
5
1
1
Statistiek voor gezondheidswetenschappelijk onderzoek en practica 25
20
–
210
7
J
1
Methodologie van wetenschappelijk onderzoek in de verpleegkunde/vroedkunde 30 30
–
270
9
J
1 2
Visie-ontwikkeling en basisconcepten in de verpleegkunde/vroedkunde 90
–
–
300
11
1
Advanced Practice
35
10
–
180
7
2
2
Diagnostiek, interventies en outcome
20
10
–
100
4
2
2
Hygiëne in de verpleegkunde/vroedkunde 15
–
–
75
3
1
2
1
2
KEUZEVAKKEN
Vak(ken) te kiezen met goedkeuring van de examencommissie
–
–
–
90
3
310
80
–
1650
60
A
B
C
D
E
SEM
DT
Farmacologie en –therapie
30
–
–
150
5
2
1
Evidence Informed Practice in de verpleegkunde/vroedkunde
–
150
5
2
1
TOTAAL .............................................................
Masterjaar OPLEIDINGSONDERDEEL
ALGEMENE VAKKEN
10
20
Bijzondere topics in de verpleegkunde/vroedkunde
–
45
–
150
6
2
1
Stage
–
–
75
75
3
2
1
Economische aspecten van de gezondheidszorg
45
–
–
180
6
1
1
Implementatie van veranderingen
45
–
–
180
6
1
1
Ethiek in de verpleegkunde en vroedkunde 15
–
–
75
3
2
2
Organisatie en management
30
–
–
125
5
1
2
–
–
425
425
15
2
2
1
2
Masterproef KEUZEVAKKEN
Vak(ken) te kiezen met goedkeuring van de examencommissie TOTAAL .............................................................
–
–
–
180
6
175
65
500
1690
60
A, B, C= contacturen per jaar • A= theorie • B= praktische oefeningen • C= stages, scriptie; een academiejaar telt ± 30 weken • D= uren studietijd (tijd nodig voor lessen + persoonlijke verwerking van de stof) • E= aantal studiepunten (cfr. D maar in punten uitgedrukt) • Sem=1= vak in eerste semester gedoceerd; 2= in tweede semester; J= jaarvak • DT=deeltijds studeren mogelijk; 1= eerste deel, 2= tweede deel
9
10
DE OPLEIDING ZELF Pedagogische uitgangspunten In de Master in de verpleegkunde en vroedkunde staat het opleiden tot grensverleggend, methodisch en probleemoplossend denken centraal, waarbij het onbekende eerder een uitdaging dan een bedreiging vormt. Om de opleiding toegankelijk te maken voor studenten die ook werken als verpleegkundige of vroedvrouw, wordt in de opbouw en organisatie van de opleiding uitdrukkelijk rekening gehouden met de combinatie tussen studeren en werken. Zelfstudie is dan ook een belangrijk onderdeel van de opleiding. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces, dat gefaciliteerd wordt door de docent.
Keuzetrajecten Om maximaal aan te sluiten op de vooropleiding en op de persoonlijke interesses van de studenten wordt geopteerd voor het systeem van keuzetrajecten, waardoor op specifieke domeinen dieper kan worden ingegaan. Bij het begin van de opleiding wordt aan studenten gevraagd te kiezen voor een keuzetraject. Drie mogelijke keuzetrajecten worden aangeboden: - algemene verpleegkunde; - verpleegkunde geestelijke gezondheidszorg; - vroedkunde. Welk keuzetraject een student kiest, staat los van de vooropleiding van de student. Verwacht kan worden dat studenten meestal op basis van hun vooropleiding zullen kiezen voor een aansluitend keuzetraject. De mogelijkheid wordt echter voorzien dat studenten op basis van werkervaring, persoonlijke interesse of toekomstperspectieven kunnen kiezen voor een ander traject dan datgene wat het meest logisch lijkt aan te sluiten op haar/zijn vooropleiding. Anderzijds kan aan de hand van keuzevakken een keuzetraject verder uitgediept worden en ook deels overlappen met een ander keuzetraject. Voorbeelden van keuzevakken zijn: Reflecties over alternatieve geneeswijzen, Gemeenschapsgerichte eerstelijnszorg, Gegevensregistratie en kwaliteitsbewaking, Stralingsbescherming, Vaccinologie, Gerontologie en geriatrie, Gezondheidsvoorlichting en –bevordering, Medisch-sociale aspecten van palliatieve zorgen, Moeder- en Kindzorg, Perinatale zorg, Prenatale diagnostiek, Voedingsaanbevelingen.
Keuzevakken Keuzevakken zijn in alle jaren van het programma voorzien. De bedoeling is dat deze keuzevakken aansluiten bij het gekozen keuzetraject. De student kan kiezen uit de verschillende cursussen gedoceerd binnen de Universiteit Gent.
Stage Ook de stage in het masterjaar vindt plaats binnen het keuzetraject van de student.
11
12
BESPREKING VAKKEN SCHAKELPROGRAMMA PATHOFYSIOLOGISCHE INZICHTEN TEN BEHOEVE VAN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
Dit opleidingsonderdeel beoogt, vertrekkend vanuit klinische gevalstudies, diepgang bij te brengen in de fysiologische mechanismen die aan de basis liggen van geselecteerde, relevante en goed-begrepen ziektebeelden die exemplarisch zijn en daardoor breder bruikbare inzichten aanbrengen. De doelstelling hierbij is de student wegwijs te maken in de samenhang tussen diagnostische en therapeutische aspecten van belangrijke ziektebeelden teneinde het eigen functioneren in een breed klinisch of paraklinisch milieu alsook het communiceren met de patiënt te faciliteren. GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
Inzicht verwerven in psychologische variabelen in relatie tot ziekte en gezondheid zowel in functie van diagnostiek als van behandeling. Onderwerpen die in dit verband aan bod komen zijn bijvoorbeeld: zelfmoord en zelfmoordgedrag, gedragsproblemen bij kinderen, interactie met zieke kinderen en voorbereiding op medische ingrepen, eetstoornissen en/of gewichtsproblemen, psychotherapeutische richtingen, stress: interactioneel model, angstklachten en angststoornissen, … GEZONDHEIDSSOCIOLOGIE
Gezondheidssociologie, als onderdeel van de wetenschap van de samenleving, draagt bij tot het beter begrijpen en een kritische evaluatie van de zorg voor gezondheid door: - De studenten inzicht te geven in de relatie tussen sociale structuren en het tot stand komen van ziekte en gezondheid en de gezondheidszorg. - De studenten inzicht te geven in de sociale factoren die het gedrag van patiënten en zorgverleners beïnvloeden. - De studenten inzicht te geven in uitgangspunten van en de wijze waarop zorg voor gezondheid wordt georganiseerd en geëvalueerd. STATISTIEK VOOR GEZONDHEIDSWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN PRACTICA
Statistiek voor gezondheidswetenschappelijk onderzoek en practica begrijpen. Er wordt eveneens aandacht geschonken aan zes verschillende managementprofielen. Voor studenten met werkervaring biedt dit opleidingsonderdeel een reflectie-instrument om de eigen ervaring te duiden; voor studenten zonder werkervaring is dit een inleiding tot de wereld van de werkorganisaties.
METHODOLOGIE VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op inzichten verworven tijdens de professionele bacheloropleiding waar een eerste kennismaking met wetenschappelijke literatuur plaatsvond en bouwt tevens verder op het opleidingsonderdeel ‘Statistiek voor gezondheidswetenschappelijk onderzoek en practica’. Centraal in dit opleidingsonderdeel staat het kunnen opzoeken van wetenschappelijke literatuur en het kritisch kunnen lezen en beoordelen van deze literatuur. VISIE-ONTWIKKELING EN BASISCONCEPTEN IN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
In dit opleidingsonderdeel worden studenten vertrouwd gemaakt met de hoofdstromingen in de opvattingen over de aard en de opdracht van de verpleegkunde en vroedkunde en met het wetenschappelijk discours op gebied van de verpleegkundige en vroedkundige theorie en theorievorming. Studenten krijgen een beter inzicht in verpleegkundige/vroedkundige theorieën en kunnen situaties in het licht van deze theorieën analyseren. ADVANCED PRACTICE
Na het volgen van dit opleidingsonderdeel hebben studenten de basiskennis die nodig is om de rol van advanced practitioner vorm te geven en uit te voeren. Ze kunnen tevens door zelfstudie de kennis aanvullen om die rol te vervullen in een specifieke situatie en ze kunnen op grond van zelfstudie, (reflectie op) praktijkervaring en instructie in het veld nieuwe zorg ontwikkelen ook op het snijvlak tussen geneeskunde en verpleegkunde/ vroedkunde. DIAGNOSTIEK, INTERVENTIES EN OUTCOME
Dankzij dit opleidingsonderdeel zullen studenten literatuur over diagnostiek, interventies en outcomes kunnen lezen en kunnen ze de discussie begrijpen die zich in de literatuur manifesteert. Ze kunnen het proces van diagnostisch redeneren en van kiezen van interventies in de verpleegkundige / vroedkundige praktijk vorm geven, ook voor complexe situaties. Ze kunnen wetenschappelijke kennis en wetenschappelijke verpleegkundige en vroedkundige theorieën op een gepaste manier in het zorgproces (diagnose, interventie, evaluatie) integreren. Ze kunnen zorgproces kritisch evalueren in het licht van wetenschappelijke verpleegkundige en vroedkundige theorieën, integratie van wetenschappelijke kennis en ethisch redeneren.
13
14
HYGIËNE IN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
De cursus heeft tot doel de basis microbiologie en hygiëne mee te geven om te begrijpen wat er bij de verzorging van patiënten aan ziekenhuisinfecties kan ontstaan en hoe men preventief te werk gaat. De afgestudeerde is in staat autonoom beslissingen ter zake te nemen. De student heeft inzicht in de organisatie van de civiele diensten binnen het ziekenhuis en hoe deze de kwaliteit inzake ziekenhuishygiëne kan beïnvloeden.
BESPREKING VAKKEN MASTERPROGRAMMA FARMACOLOGIE EN –THERAPIE
Na de cursus is de student vertrouwd met de courante basisbegrippen uit de farmacologie en kent deze de werkingsmechanismen van een aantal groepen geneesmiddelen. De aandacht gaat naar centraal werkende geneesmiddelen (anxiolytica, antidepressiva, slaapmiddelen, …), antibiotica, cytostatica, cardiovasculaire geneesmiddelen en geneesmiddelen die gebruikt worden bij de oudere patiënt. De student kan de rol van de verpleegkundige en vroedkundige qua observatie, instructie en verstrekking van medicatie adequaat invullen en kan kritisch kijken naar medicatieverstrekking. EVIDENCE INFORMED PRACTICE IN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
Via dit opleidingsonderdeel krijgt de student inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van Evidence Based Practice. De student kan vanuit een klinisch probleem literatuur verzamelen en verwerken en een zorgplan formuleren dat tegemoet komt aan de noden van de zorgvrager en dat overeenstemt met de beschikbare kennis. BIJZONDERE TOPICS IN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
Na het volgen van deze cursus weet de student: - wat nodig is om advanced practice of actuele, wetenschappelijk verantwoorde praktijk te realiseren. Hij kan de processen benoemen en weet hoe ze gestuurd kunnen worden. - welke invloed de vervulling van de managementrollen in de verpleegkunde en vroedkunde op de kwaliteit van de zorg hebben, en hoe ze de mogelijkheid beïnvloeden voor actuele, wetenschappelijk verantwoorde zorg. - hoe wetenschappelijke kennis in het onderwijs kan geïntegreerd worden, en welke hinderpalen zich daarbij voordoen en kent hij strategieën om de hinder daarvan te verminderen. Daarnaast kan hij een aantal van de processen benoemen die de implementatie van wetenschappelijk verantwoorde zorg in de praktijk hinderen, en kent hij een aantal strategieën om daarmee om te gaan.
15
16
STAGE
De stage vormt een kennismaking met het werkveld van een advanced practitioner of verpleegkundig/vroedkundig middenkader. Tijdens deze stage kunnen theoretische inzichten aan praktijkervaringen getoetst worden. De student kan vrij het onderwerp en de stageplaats bepalen in functie van de masterproef of van de persoonlijke interesse. Stage kan ook in het buitenland gelopen worden. ECONOMISCHE ASPECTEN VAN DE GEZONDHEIDSZORG
Deze cursus heeft tot doel het kunnen toepassen van gezondheidseconomische onderzoeksmethodes, met een nadruk op de kosten-baten analyse van medische technologieën. Daarnaast zal de student in staat zijn om gezondheidseconomische analyses kritisch te beoordelen en de resultaten ervan te interpreteren voor toepassing in de medische praktijk. IMPLEMENTATIE VAN VERANDERINGEN
Na het doorlopen van deze cursus kunnen studenten een keuze maken tussen verschillende benaderingen van zorgvernieuwing op grond van overwegingen over de aard en de context van de vernieuwing; kunnen studenten een implementatieplan maken voor zorgvernieuwing gesteund op theoretische kennis over innovatie en implementatie; kunnen studenten innovatie-interventies plannen en kennen ze de relevante aspecten van de uitvoering van zorg-innovatie-interventies. ETHIEK IN DE VERPLEEGKUNDE / VROEDKUNDE
Deze cursus heeft dan weer als doelstelling meegekregen dat: - De student inzicht heeft in de verschillende aspecten van het medische ethiek. - De student de relatie kan leggen tussen de historische evolutie van het medisch en maatschappelijk denken en de bio-ethiek. - De student inzicht heeft in het specifieke domein van de verpleegkundige en vroedkundige ethiek en de nood aan opleiding hierover. - De student elementaire begrippen kent over specifiek deontologische problemen uit de gezondheidssector
17
18
ORGANISATIE EN MANAGEMENT
Deze cursus wil een overzicht geven van de aspecten die te maken hebben met organisatiebeheer en beleidsvorming van zorginstellingen, gericht op hoofdverpleegkundige/ vroedvrouw, staffunctionaris, zorgcoördinator, lid van het middenkader, directie van een departement verpleegkunde en vroedkunde binnen de gezondheidssector.
19
20
21
STADSPLAN
21
Belangrijkste leslokaal Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde
2
Adviescentrum voor studenten
30
Station Gent Sint-Pieters
FACULTEITSGEBOUWEN 7 12 12 16 4 18, 19, 23 3, 8, 24 15 21, 25 17 26 20
Letteren en Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Politieke en Sociale Wetenschappen Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Economie en Bedrijfskunde Wetenschappen Toegepaste Wetenschappen Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen Geneeskunde en gezondheidswetenschappen Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding Diergeneeskunde Farmaceutische Wetenschappen
21
Voor alle verdere inlichtingen kan u zich wenden tot
ADVIESCENTRUM VOOR STUDENTEN Directie Onderwijsaangelegenheden - Afdeling Studieloopbaanadvies Sint-Pietersplein 7 9000 Gent T 09/264.70.00 F 09/264.35.79 e-mail
[email protected] http://www.ugent.be volg: > studiekiezers > studieloopbaanadvies
23
Master in de verpleegkunde en de vroedkunde
VORM WWW.JOHNNYBEKAERT.BE – FOTOGRAFIE FRIDA LEROY