VE R L I C H T I N G O N D ERHOUD
Lichttechniek sterk in ontwikkeling
Verlichting kan zuiniger, beter en milieuvriendelijker Onderhoud van de verlichting kan vaak heel goed worden gecombineerd met evaluatie en upgrading. De huidige mogelijkheden tot besparing op verlichtingskosten in kantoren, fabrieken, magazijnen, zorginstellingen, parkeergarages en andere omgevingen worden nog vaak ongebruikt gelaten. Aangezien de lichttechniek sterk in ontwikkeling is, loont het vaak de moeite om zich bij het vervangen van lampen af te vragen of het wellicht voordeliger, milieuvriendelijker en met een betere lichtopbrengst kan. TEKST: BERT BAGIJN
Er heeft een geweldige ontwikkeling plaatsgevonden in de richting van zuiniger verlichting, die dankzij vooral een rustiger lichtbeeld ook ergonomisch beter is, en deze trend lijkt zelfs in versneld tempo door te gaan. Op dit moment is het vooral interessant om de bestaande laag-
van het type T5, dunne buizen die speciaal voor hoogfrequente toepassing zijn ontwikkeld, kan zelfs al een lichtrendement van meer dan 100 lumen/watt worden gehaald. Deze lampen branden ook aanzienlijk langer dan de conventionele tl-buizen. Met hun levensduur van
De verlichtingskosten kunnen vaak wel met duizenden euro’s per jaar omlaag frequente tl-verlichting te vervangen door hoogfrequente verlichting, die veel zuiniger is en bovendien mooier licht geeft. Hoogfrequente verlichting verbruikt 35 tot 60 procent minder energie, dus dat kan aanzienlijke besparingen opleveren. Met sommige lampen
38
20.000 uur en langer gaan ze bij normaal gebruik gemakkelijk een aantal jaren mee. De uiteindelijke levensduur in jaren is, behalve van het aantal branduren per dag, afhankelijk van de aan- en uitschakelfrequentie. De nieuwe tl-buizen zijn, omdat ze minder energie verbrui-
FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 166 | DECEMBER 2008
ken, ook milieuvriendelijker, want ze beperken de CO2-uitstoot. Hoogfrequente verlichting is mogelijk dankzij verbeterde voorschakelapparatuur. Bij fluorescentielampen is altijd een voorschakelapparaat nodig in verband met het opstartproces. De nieuwe elektronische voorschakelapparaten zorgen niet alleen voor een flikkervrije ontsteking, ook wordt daarmee een hoger rendement en rustiger licht verkregen. Deze apparaten zetten de netstroomfrequentie, die 50 hertz bedraagt, om naar 20.000 hertz. Een bezwaar van T5-buizen is dat deze niet zonder meer in de bestaande armaturen passen. De kosten voor aanschaf en plaatsing van nieuwe armaturen kunnen inderdaad behoorlijk oplopen, maar soms besluit men daar toch toe, want vernieuwing van de armaturen kan ook
ONDERHOUD VER L I C H T I N G
om andere redenen wenselijk zijn. Er bestaan ook zeer praktische en betaalbare oplossingen om over te schakelen op hoogfrequente verlichting. Bestaande armaturen kunnen worden omgebouwd tot hoogfrequente armaturen, of door middel van een adapter worden aangepast.
dig veel aandacht voor het verkrijgen van een beter lichtrendement. Zo kan bijvoorbeeld door toepassing van armaturen met spiegeloptiek het licht zoveel mogelijk naar de plaats waar het nodig is, worden gestuurd. In sommige omgevingen kan dat een oplossing zijn om met minder energie de werkplekken toch goed te verlichten.
Gevarieerd aanbod lampen Niet alleen worden lichtbronnen zuiniger en beter, ook komt er steeds meer variatie in het aanbod. Er is onder meer een grote verscheidenheid aan tl-buizen verkrijgbaar. Voor veel omgevingen, en in het bijzonder voor kantoren, zijn de nieuwe tl-lampen van het type T5 vaak de beste optie, zowel wat betreft de kwaliteit van het licht als het rendement. Er zijn meerdere merken en typen T5-buizen verkrijgbaar. Zo kan men bijvoorbeeld kiezen uit diverse wittinten, zoals neutraal wit, warm wit, extra warm wit, koel wit en daglicht. Ook munten sommige lampen uit door een extra lange levensduur terwijl bij andere het rendement in lumen/watt optimaal is. Voor sommige omgevingen zijn vooral de huidige compacte fluorescentielampen heel doelmatig. Dit lamptype was lange tijd onder de naam spaarlamp voor de privéomgeving weinig populair, omdat de eerste generatie nogal log en zwaar was. De tegenwoordige modellen zijn compact en licht van gewicht en voor uiteenlopende bedrijfstoepassingen in een gevarieerd aanbod beschikbaar. Als mogelijk alternatief voor de fluorescentielamp is de led-lamp in opkomst. Deze heeft een zeer lange levensduur en kan bijvoorbeeld zeer geschikt zijn ter vervanging van spots. Led-verlichting vormt echter door de hoge aanschafprijs en het relatief lage rendement voor de kantooromgeving nog niet een serieus alternatief voor de tl. Het is namelijk nog steeds niet gelukt om betaalbare led’s te maken die een beter rendement hebben dan de jongste generatie tl-buizen. Maar op grond van de technische theorie is dat in principe wel mogelijk en er wordt in ontwikkelingslaboratoria hard gewerkt om dat resultaat te bereiken. Ook bij de armaturen is tegenwoor-
Overheid stimuleert energiezuinige verlichting Het is in feite bevreemdend dat bedrijven en instellingen niet op grote schaal overstappen naar de milieuvriendelijkere en rendabelere verlichting, die tegenwoordig beschikbaar is. Dat is des te meer opvallend, omdat wel vaak groepsgewijze vervanging van lampen plaatsvindt. Het ligt voor de hand
ning als GreenLight Endorser. Dat houdt onder meer in dat klanten, die investeren in energiezuinige verlichting, kunnen worden voordragen als GreenLight Partner.
Periodieke verlichtingscan Omdat de lichttechniek in deze tijd zeer innovatief is en er regelmatig belangrijke technische doorbraken plaatsvinden, kan een periodieke verlichtingscan voor veel organisaties voordeel opleveren. Bij zo’n inventarisatie en beoordeling van de toegepaste lichttechniek wordt onder meer nagegaan of er inmiddels betere alternatieven voor de bestaande lampen beschikbaar zijn. Behalve naar de energiezuinigheid kan daarbij ook worden gekeken naar de eisen die uit gebruikersoogpunt aan de verlichting gesteld worden.
Het ligt voor de hand bij groepsremplace te kijken naar een betere en zuinigere lamp om bij groepsremplace ook te kijken of meteen een betere en zuinigere lamp toegepast kan worden. Door veel organisaties wordt nog steeds gebruik gemaakt van conventionele laagfrequente verlichting. Dat is niet alleen nadelig voor deze bedrijven zelf, maar ook voor de samenleving, want door het hoge energieverbruik is dit soort verlichting zeer belastend voor het milieu. Het overstappen naar milieuvriendelijkere verlichting wordt daarom door de overheid gestimuleerd. In sommige gevallen kan bijvoorbeeld door bedrijven die kiezen voor energiezuinige verlichting worden geprofiteerd van de energie-investeringsaftrek, een fiscale regeling die financieel veel voordeel kan opleveren. Ook het GreenLight Programma, een Europese regeling, is bedoeld om bedrijven en overheden te stimuleren om door systematische energiebesparing op verlichting bij te dragen aan vermindering van de broeikasgassenuitstoot. Bedrijven kunnen GreenLight Partner worden en krijgen dan een plaquette, die als blijk van maatschappelijke betrokkenheid bij de ingang van het bedrijfspand kan worden aangebracht. De Vos Groep heeft een officiële erken-
Dan kan bij tl-buizen bijvoorbeeld blijken dat de lichtopbrengst geleidelijk achteruit is gegaan, waardoor het licht niet meer voldoende is voor de activiteiten die in de betreffende ruimte plaatsvinden. Een verlichtingscan zal in veel gevallen leiden tot de conclusie dat aanzienlijke verbeteringen en besparingen mogelijk zijn door nieuwere lamptypen of verbeterde versies van de bestaande lampen. De verlichtingskosten kunnen vaak wel met duizenden euro’s per jaar omlaag. Een manier om meer zekerheid te verkrijgen betreffende de besparingen die met een betere lichttechniek gerealiseerd kunnen worden is een
Bert Bagijn is directeur De Vos Groep Facility & Core Support
proefplaatsing. Daarbij worden als test enkele nieuwe lampen geplaatst, waarbij dan de verschillen met de oude verlichting worden vastgesteld. Zo wordt duidelijk dat daadwerkelijk op energie bespaard kan worden
FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 166 | DECEMBER 2008
39
O N D E R H O U D VERLICHTING
COLUMN
en vaak ook dat de lichtopbrengst van de nieuwe lampen beter is.
Verlichting en remplace op maat Groepsremplace wordt al op vrij grote schaal toegepast, want het groepsmatig vervangen van verlichting is voordeliger gebleken dan keer op keer een installateur laten voorrijden om een lamp te vervangen. Er wordt echter nog te weinig gebruik gemaakt van de voor de hand liggende mogelijkheid om remplace te combineren met evaluatie en eventuele vernieuwing. De Vos Groep introduceerde daarom RemplacePlus, een totaalconcept voor verlichtingscan, proefplaatsing, groepsremplace en upgrading. Bedrijven krijgen daarbij een op maat gemaakt verlichtingsvoorstel met besparingsberekening aangeboden, gebaseerd op hun specifieke situatie en de op de markt zijnde lichttechnische mogelijkheden. Uitgaande van de verwachte levensduur van de lampen wordt ook vastgesteld na hoeveel tijd waarschijnlijk opnieuw vervanging van de lampen nodig zal zijn. Op basis van het uitgebrachte rapport volgt een proefplaatsing zodat de klant met eigen ogen kan vaststellen dat de berekende voordelen inderdaad reëel zijn. Daarna vindt de implementatie van de voorgestelde verlichting plaats. Eventueel kan op grond van een evaluatie van de nieuwe verlichting deze later nog aangepast worden. Ook is het mogelijk om eventuele storingen door periodieke inspectierondes tijdig te signaleren en op te lossen. Bij gebruik van de nieuwe duurzame lamptypen en systematische groepsremplace komt het incidenteel uitvallen van lampen echter nauwelijks voor. Men heeft dus in principe altijd een goed werkende en optimaal energiebesparende verlichting. De vooruitgang op het gebied van de verlichtingstechniek gaat tegenwoordig zeer snel, dus er zijn voor lampen die aan vervanging toe zijn heel vaak betere typen op de markt. De conclusie is dan ook dat het vandaag de dag bij het vervangen van lampen altijd raadzaam is om tegelijk de mogelijkheid van upgrading te onderzoeken.
Ethisch Wat is volgend jaar mijn bijdrage aan de mensheid op langere termijn? Deze vraag overheerste kennelijk niet alleen bij mij. Verzekeraars introduceerden afgelopen maand een korting op de premie na registratie in het donorregister. De telefoon stond roodgloeiend, polis na polis werd afgesloten. ‘Briljant’ was mijn eerste indruk. Als de overheid het probleem niet wil tackelen, laat het dan maar aan de markt over. Nog enthousiaster werd ik toen ik hoorde dat je geen donor hoeft te worden om voor de korting in aanmerking te komen, als je je maar registreert. ‘Nee’ is ook voldoende. Hulde! Wat schetst mijn verbazing? Dezelfde dag kwam er vanuit alle hoeken kritiek op dit briljante plan. De reactie vanuit de concurrentie (‘wij handelen wel ethisch, want gezondheid en commercie gaan niet samen’) is begrijpelijk; als je het zelf niet bedenkt, is het een slecht idee. De reactie van de Nierstichting (‘je moet niet denken dat dit het hele probleem oplost’) is al lastiger te begrijpen. Het voorstel van de verzekeraars lost meer op dan niets. Met de reactie van een deskundige (‘als mensen een orgaan afstaan, moet dit uit idealisme en niet omdat ze korting krijgen’) kan ik helemaal niets. Ik denk dat ik zelf een goede afweging kan maken, maar deze stimulans helpt wel om de afweging nu te maken. Welke (facilitaire lering) kunnen we hier uit trekken? Een innovatief idee kan bijna altijd rekenen op een warm welkom van weerstand, ook in de facilitaire praktijk. In dit geval lanceert een marktpartij een prima initiatief waar iedereen in vrijheid gebruik van kan maken of niet. Het levert minimaal meer donoren op of het wordt inzichtelijker dat veel mensen het niet willen. Ik zie alleen een win-winsituatie. Ook herkenbaar in uw facilitaire praktijk? Als je bereid bent ideeën van anderen te accepteren of hier verder op voort te borduren, komen we als geheel weer een stapje verder. Ik wens u veel succes met uw keuze en een gezond 2009! Iwan van Eldijk
[email protected] FACILITY MANAGEMENT MAGAZINE | 166 | DECEMBER 2008
41