Dienstverlening kan beter

voor de medewerkers van de alliantie voortgezet onderwijs nijmegen en het land van maas en waal

Informatiebulletin 9e jaargang • nummer 3 • februari 2011

inhoud Servicebureau Boeken Alliantie – Tevredenheidsonderzoek medewerkers – Personalia – Scholen presenteren zich – Reacties op Alliantielezing – Scholen in het nieuws – Han ter Reegen: van Flex College naar Mondial College

Het Servicebureau Boeken Alliantie (SBA)

Dienstverlening kan beter Met ingang van dit schooljaar verzorgt het Servicebureau Boeken Alliantie (SBA) de dienstverlening rond het boekenpakket op de scholen van de Alliantie. Aanleiding was het feit dat het budget voor de ‘gratis’ boeken rechtstreeks naar de scholen gaat. Het SBA is opgericht om voor scholen en secties ook in de toekomst de keuzevrijheid ten aanzien van boeken overeind te houden. Door de prijs van het boekenpakket en de kosten van het samenstellen en de distributie van de boeken zo laag mogelijk te houden kan die keuzevrijheid zoveel mogelijk worden gegarandeerd. Bovendien biedt een eigen boekenfonds meer flexibiliteit, zodat tijdig op digitale ontwikkelingen kan worden ingesprongen. Door de beoogde kostenbesparing kan ook op mogelijke bezuinigingen worden geanticipeerd. Dat dit weldegelijk een risico is, blijkt uit het voornemen van dit kabinet om met ingang van 2014 voor dertig miljoen euro te ­bezuinigen op de ‘gratis’ schoolboeken. Doel was wel een goede distributie van de schoolboeken. Aan het eind van de zomervakantie hebben bijna 10.000 leerlingen van de zeven Alliantiescholen hun boeken via het SBA ontvangen. Het bleek een enorme krachttoer om de duizenden pakketten f e b r uar i 2011

gereed te maken en te verzenden. Helaas bleek het SBA de noodzakelijke kwaliteit niet te kunnen waarmaken. Hoewel de problemen per school verschilden, heeft iedere school last gehad van logistieke problemen. Dat leverde veel klachten op die het SBA niet goed en tijdig kon afhandelen.

Evaluatie Het hele proces is in de afgelopen ­periode – samen met de scholen – grondig geëvalueerd. In een verbeterplan zijn de zaken die moeten worden verbeterd stelselmatig vastgelegd. Zo zal de inhoud van de geleverde pakketten met een scansysteem worden gecontroleerd; zodat ze geheel kloppen met de boekenlijst. Ook het distributieproces moet vlekkeloos verlopen. De gegevensuitwisseling tussen de scholen en het SBA wordt verbeterd, evenals de afhandeling van de klachten. Het verbeterplan is besproken met vertegenwoordigers van de scholen en in de Rectorenraad. Ook de (P)GMR heeft zich over het plan gebogen. Door wijzigingen in de bestaande opzet moet een optimale dienstverlening mogelijk worden. Wij realiseren ons zeer goed dat het noodzakelijk is dat de leerlingen aan het begin van het schooljaar over een zo compleet mogelijk boekenpakket beschikken en dat tussentijdse wijzigingen snel worden uitgevoerd. Vooral van het SBA, maar ook van de

scholen wordt inspanning gevraagd om het beheer van de boeken goed te regelen. Zo moeten de scholen gegevens zoals boekenlijsten, leerlingenprognoses en leerlingengegevens tijdig aanleveren. Het SBA geeft aan de scholen door hoe en wanneer deze gegevens moeten worden verstrekt. Door de nieuwe boeken vroegtijdig te bestellen kan het SBA de meeste boeken al aan het begin van de schoolvakantie in huis hebben. De pakketten kunnen dan direct worden samengesteld in plaats van pas aan het einde van de zomervakantie.

Op school De scholen kunnen blijven kiezen voor distributie extern of vanuit de school. Meer scholen dan in het afgelopen jaar willen de boeken zoveel mogelijk op school houden. Dit betekent dat de ingeleverde boeken aan het einde van het schooljaar op school (of de locatie) worden gesorteerd en ­tijdens de vakantie in de pakketten verwerkt. Het SBA zorgt voor personeel dat de boeken inneemt en de pakketten samenstelt. De school kan de boeken aan de leerlingen op school uitreiken of ze laten verzenden door TNT. Met ingang van het komende schooljaar gaat het SBA de boeken ook scannen. Dit gebeurt met een systeem dat wordt gekoppeld aan het programma Bookmaster, dat wij gebruiken voor het beheer van

personalia Nieuwe rector Mondial College Met ingang van 1 april treedt ir. Peter de Graaff bij de Alliantie in dienst als rector van het Mondial College. Hij volgt Thijs van den Hark op. Peter de Graaff (1953) heeft vanaf 1987 directiefuncties vervuld. Hij was onder andere sectordirecteur Land- en Tuinbouwopleidingen bij de Agrarische Hogeschool Delft, directeur ROC ASA in de regio Utrecht en algemeen directeur van het Heerenlanden College in Leerdam. Bij het Heerenlanden College heeft hij zich ingezet om een aantal zorgelijke ontwikkelingen om te buigen, zoals het teruglopende leerlingenaantal en problemen rond de huisvesting. Hij zorgde (mede) voor realisatie van de nieuwbouw van het vmbo, voor renovatie van de hoofdlocatie, voor een nieuwe profilering van het vmbo en invoering van TTO bij het vwo. n

de boeken. Door te scannen kan sneller worden gewerkt en kunnen fouten worden voorkomen. Verder worden de samengestelde pakketten beter gecontroleerd. Door deze maatregelen en door duidelijke eisen aan het niveau van de uitzendkrachten zal het aantal pakketten met verkeerde boeken drastisch verminderen. Het aantal klachten zal dan ook sterk afnemen. Het SBA hecht aan één contactpersoon per schoollocatie die de contacten met ons onderhoudt. De persoon die het aanspreekpunt voor het SBA vormt, is goed op de hoogte van het proces rond het beheer van het interne boekenfonds en kan intern goed communiceren met andere betrokkenen in de school (schoolleiding, vaksecties, leerlingenadministratie en applicatiebeheer).

Positief Uitgebreide bespreking van het verbeterplan voert hier te ver. We studeren nog op de mogelijkheid om meerjarige werkboeken op te nemen in het pakket en leesrechten te geven aan contactpersonen op de scholen in het programma Bookmaster. Positief is dat het SBA de financiële

doelstelling wel weet waar te maken. Het boekenfonds, dat nu eigendom is van de scholen en beheerd wordt door het SBA , levert ook de verwachte financiële baten op. De resultaten zijn Alliantiebreed bekeken positief. Wel moeten op de individuele scholen nog interne kosten worden toegevoegd. Kosten, zoals eerder gemaakte kosten m.b.t. werkboeken, kopieerkosten en personeelskosten, moeten per school in kaart gebracht worden om de schoolresultaten nauwkeurig te kunnen bepalen. Maar bij bijna alle scholen blijven de kosten ruim onder het bedrag dat het ministerie aan de scholen vergoedt en in lijn van ons bedrijfsplan voor vier jaar. Het SBA is afgelopen december al begonnen met de voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar. Met een schat aan ervaringen en met een doortimmerd verbeterplan moet het SBA er deze zomer in slagen de boeken naar ieders tevredenheid af te leveren. Namens het SBA Geert Broers en Koos van Kampen

Tevredenheid gemeten

Gepromoveerd Peter Altena, docent Nederlands aan het Dominicus College, is gepromoveerd op een biografie van Gerrit Paape. Paape was een handwerksman in de late achttiende eeuw, die journalist en ambtenaar werd. Hij vertegenwoordigde de radicale stem in revoluties en staatsgrepen. In zijn romans, verhalen en gedichten is hij scherp, venijnig en geestig. In het bijzonder ambitieuze politici moeten het bij hem ontgelden. Altena promoveerde op woensdag 26 januari aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Een van zijn promotors, prof. dr. Jan de Vet, is op het Dominicus College nog leraar van Altena geweest en daarna ook diens directe collega. n

2

Het afgelopen najaar is op de Alliantiescholen voor de tweede keer de tevredenheid van medewerkers onderzocht. De respons was hoger dan de vorige keer en dat is gunstig, zegt Wijnanda van Veen, beleids­ medewerker kwaliteitszorg. ‘69 procent van het onderwijzend personeel en zelfs 80 procent van het oop. Dat is een behoorlijke opkomst en de medewerkers zien er dus de zin van in.’ De cijfers laten behoorlijke verschillen zien tussen de scholen en ze zijn vooral voor de scholen zelf interessant als signalering. Er zijn verschillen tussen locaties vanwege bijvoorbeeld een andere populatie en er zijn zelfs grote verschillen op teamniveau. Het gemiddelde zegt dus niet zoveel. Hoe de Alliantiescholen landelijk scoren is ook nog niet te zeggen. Het onderzoek maakt wel deel uit van een landelijk onderzoek van Kwaliteitscholen. Iedere twee jaar wordt de benchmark vastgesteld. Maar de Alliantiescholen zitten deze keer aan het begin van de looptijd van de meting 20102012 en de benchmark zal dus nog voortdurend wijzigen naarmate meer scholen de vragenlijsten invullen.

Vergelijkingen met twee jaar geleden zijn wel te maken, hoewel ook niet helemaal omdat de vragenlijsten behoorlijk zijn veranderd ten opzichte van 2008-2010. Dit geldt zowel voor de stellingen als de (samenstelling van de) domeinen. Zo zijn er nu bijvoorbeeld vragen over de functiemix, die er de vorige keer nog niet was. Duidelijk is wel dat werken op de Alliantiescholen niet zwaarder is geworden. De score op het domein werkdruk is nagenoeg gelijk gebleven en scoort ook ongeveer gelijk met het landelijk beeld. Opvallend is dat ‘visie en missie’ een stuk hoger scoren dan twee jaar geleden, vooral onder oop. ‘Direct leidinggevende’ scoort ook hoger. Daarmee lijkt het organisatiemodel met de afdelingsleider als leidinggevende goed ingeburgerd. Twee jaar geleden was dat nog betrekkelijk nieuw. Verder valt op dat veel randvoorwaardelijke zaken als beoordelen en belonen, organisatie, werkvoorzieningen, gebouw en onderhoud en ICT, hoog scoren. De resultaten van de meting zijn op de scholen inmiddels bekendgemaakt en in de teams besproken. n

informatiebulle tin

Markten en open dagen Onderwijsmarkten, open dagen, open lesmiddagen of -avonden. Het is weer de tijd van het jaar dat scholen zich presenteren aan leerlingen uit groep 8 die op zoek zijn naar vervolgonderwijs op een school die bij hen past. En aan hun ouders, uiteraard. Aan informatie en belangstelling geen gebrek. Op de foto een impressie van de onderwijsmarkt in het Dominicus College. Meer foto’s op de websites van de scholen. n

Napraten over de lezing Op de scholen is nog veel nagepraat over de Alliantielezing van Margriet Sitskoorn over de plasticiteit van de hersenen. Op 11 januari j.l. luisterde een bomvolle ­Vereeniging naar haar uiteenzettingen over de invloed van gedrag en omgeving op de hersenen en over de ontwikkeling van het puberbrein. Na afloop kregen alle aanwezigen Sitskoorns boek ‘Het maakbare brein’ mee. Het Maaswaal College locatie Veenseweg was met twintig man vertegenwoordigd. We vroegen enkele docenten naar hun reactie en zonder uitzondering vonden ze de anderhalf uur durende lezing boeiend. Voor George Lenaerts, leraar Engels en Frans, was de constatering dat het nooit te laat is om te leren, het belangrijkst. ‘Je hersenen kunnen zich je hele leven lang op een unieke manier blijven ontwikkelen door de keuzes die je maakt en het gedrag dat daaruit volgt. En dat geldt voor alle vaardigheden, niet alleen de cognitieve. Wat onze leerlingen betreft: tijdens onze jeugd maken onze hersenen een enorme groeispurt door en je bent extra gevoelig voor het ontwikkelen van allerlei vaardigheden. Heel belangrijk vond ik in dit verband haar opmerking dat, als je tijdens je jeugd niet wordt blootgesteld aan een bepaalde stimulatie er kansen voorbijgaan en je bepaald gedrag niet zult ontwikkelen: denk maar eens aan de sociale en affectieve vaardigheden. Het heeft dus wel degelijk zin daar veel aandacht aan te besteden.’ ‘Ze wist het goed te brengen, met f e b r uar i 2011

aansprekende voorbeelden’, vindt Jos Keersmaekers, leraar Engels. Maar het moet even inzinken en achteraf komen toch de vragen. ‘Bijvoorbeeld over de motivatie van leerlingen. Hoe krijg je ze goed aan het leren, waar ligt het aan, waar kun je naar kijken? Dat is een van de sleutel­dingen. Ik heb daarna het boekje nog gelezen, maar dat geeft niet echt antwoord op die vraag. Het onderwerp is wel erg actueel, ook op school zijn we met collega’s bezig met hoe we leerlingen goed kunnen laten leren. Dat nestelt zich toch in je hoofd.’ ‘Het is een bevestiging van wat we al doen’, zegt Pieter van de Schans, leraar economie. ‘Wat betreft het onderwijs weten we zo langzamerhand wel dat jongeren nog niet in staat zijn de juiste beslissingen te nemen, dat ze daar begeleiding bij nodig hebben. Maar het is goed dat dat wetenschappelijk wordt onderbouwd. De prefrontale cortex bij de leerlingen is nog niet zover dat ze geheel zelfstandig kunnen werken en plannen. De studiewijzer was wat dat betreft geen succes en we geven nu gewoon weer klassikaal les. Met de mogelijkheid om zelfstandig dingen te doen als ze dat willen. Tussen de twaalf en achttien jaar gaan bepaalde ontwikkelingen heel snel, maar het zijn geen volwassenen en je moet ze ook niet die verantwoordelijkheden geven. Wel opvoeden richting zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid geven, maar voor zover dat mogelijk is. Daar ligt de echte taak voor scholen.’ n

scholen in het nieuws stedelijk gymnasium Goud, zilver en brons Emma Gerritse, Martijn van Kuppeveld en Daan van de Weem van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen gaan Nederland vertegenwoordigen op de 9e Internationale Europese Unie Science Olympiade (EUSO) van 10 t/m 17 april in Hradec Králové in Tsjechië. Zij streden eind januari met tien teams om de eerste twee plaatsen van de nationale eindronde. Zij werden tweede. Het team van Gymnasium Beekvliet in Sint-Michielsgestel werd eerste. De EUSO vindt jaarlijks plaats en is bedoeld om leerlingen te enthousiasmeren en motiveren voor science en om getalenteerde leerlingen extra uit te dagen. De deelnemers zijn zestien jaar of jonger en moeten in teams van drie personen praktisch onderzoek verrichten en problemen oplossen op het gebied van natuurkunde, scheikunde en biologie.

Emmy Gerritse Daan van de Weem Martijn van Kuppeveld

Daan van de Weem had al een zilveren medaille behaald tijdens de 7e Inter­ nationale Junior Science Olympiade (IJSO) in Nigeria. Han Mertens, ook van het SGN, haalde daar brons. Het Nederlandse team won goud voor de originele en ludieke manier waarop het zich tijdens de culturele avond presenteerde. De IJSO is een individuele kenniswedstrijd op het gebied van natuurkunde, scheikunde en biologie voor jongeren van veertien en vijftien jaar, gecombineerd met een teampracticum. Hij werd gehouden van 2 t/m 11 december vorig jaar en er deden ruim tweehonderd leerlingen aan mee uit 35 landen. Het thema was ‘Science with a smile’. Kijk voor meer informatie op www.eusonederland.nl en www.ijsonederland.com n 3

Han ter Reegen

ssgn

Verversing houdt iedereen scherp Vier culturen in één gebouw, drie werkgevers en twee cao’s, gecom­ bineerd met meer dan gemiddeld complexe jongeren. Zo begon het Flex College en voor Han ter Reegen was het een uitdaging daar één geheel van te maken. Terugkijkend op drie jaar Flex College vindt hij dat hij daar redelijk goed in is geslaagd. Er blijven hobbeltjes als taakbeleid en cao, maar er wordt samengewerkt en er is geen onderscheid meer in groepen. Het bindmiddel is de zorg voor jongeren die meer aandacht nodig hebben. Het Flex College is als risicovoorziening nog te jong om te kunnen zeggen of het een succes is. Ter Reegen: ‘We hebben niet alles op de rit gekregen en bedrijfseconomisch is het natuurlijk een relatief dure voorziening. Maar wanneer ben je succesvol? Als je school vol met leerlingen zit? Nee. Als je meer voor deze leerlingen kunt doen dan het regulier onderwijs? Ja, dan wel. Je moet iets doen wat andere scholen niet is gelukt. Daarvoor moet je je onderscheiden door aandacht en persoonlijk aanbod. Kleine groepen en meer personeel, maar daardoor dus wel duurder.’ Wat dat betreft ziet hij de toekomst met zorg tegemoet als scholen eigen belangen stellen boven het belang van het Flex College. ‘De samenwerking komt dan onder druk te staan.’ Het afscheid van het Flex College heeft hem moeite gekost. Hij is er in het begin van dit schooljaar nog blijven werken terwijl hij al waarnemend locatiedirecteur was van het Mondial College aan de Streekweg, zijn huidige functie. ‘Het Flex College staat er omdat jongeren, die het niet redden in het regulier onderwijs, zo’n voorziening nodig hebben. Je kunt ze niet thuis laten zitten.’ Ter Reegen schetst de ontwikkelingen

‘Het Flex College staat er omdat jongeren het nodig hebben.’

die tot de oprichting van het Flex College hebben geleid. ‘Lang geleden zwierven jongeren op straat, zonder onderwijs omdat scholen ze niet meer wilden hebben. Er is toen begonnen met kleinschalige projecten. Jongens kregen techniek op de Technische School Jonkerbosch, voor meisjes was er het meidenleerhuis Mariken. Dat was onderdeel van het Montessori. Bovendien vervulden Eigenwijs en de VAVO een functie voor risicoleerlingen van havo/ vwo. Vanuit het onderwijs en het samenwerkingsverband heeft men toen de stap durven zetten om al deze initiatieven onder de paraplu van het Flex College te brengen. De gemeente Nijmegen heeft die stap gefaciliteerd met subsidie. In dat Flex College kwamen mensen uit verschillende culturen en besturen samen. Dat bracht de nodige druk en uitdaging. Ik had de taak om de vmbo- en de AKA- afdelingen te organiseren en verder te ontwikkelen Zoals iedereen begrijpt is het lastiger om drie culturen om te bouwen naar één, dan om een nieuwe organisatie op te zetten.’ De organisatie is neergezet en dat is voor Ter Reegen het moment om de volgende uitdaging aan te gaan. ‘Je moet dan iemand anders het vervolg laten doen. Verversing

Mariken Academie Sinds kort huisvest de SSgN de Mariken Academie. Deze Academie bestaat uit een serie workshops en lessen die starten op 1 maart a.s. en een variëteit aan kunsten bieden: drama, dans, muziek maar ook poppenspel, voordrachtkunst of eventueel kleding maken. Doel van de Mariken Academie is de jaarlijkse opvoering van het spektakelstuk Mariken van Nieumeghen op de laatste zondag van augustus, tijdens de Middeleeuwse feesten van het Gebroeders van Limburgfestival. De SSgN neemt de uitvoering van Mariken op in het cultuurprofiel van de school. Maar de Mariken Academie is niet alleen bedoeld voor leerlingen van de SSgN, ook geïnteresseerden van ­buiten zijn welkom. n

Huisvesting Citadel College De nieuwbouw voor de havo/vwo afdeling van het Citadel College is een stap dichterbij gekomen. Het college van B&W van Nijmegen heeft in principe ingestemd met de verkoop van de grond en het overhevelen van de gelden (doordecentralisatie) aan de Alliantie Voortgezet Onderwijs. Op 23 februari worden deze plannen voorgelegd aan de gemeenteraad, waarna het college een definitief besluit neemt. Vrijwel alle fracties in de gemeenteraadscommissie vinden het belangrijk dat de nieuwbouw er komt. De uitbreiding is nodig in verband met de groei van de school. De nieuwe school wordt in 2012 gebouwd binnen de ‘Driehoek Lent’, het gebied tussen de Griftdijk Noord, de Spoorstraat en de Graaf Alardsingel. De vmbo-afdeling wordt niet doorgedecentraliseerd en blijft de komende jaren op de huidige locatie aan de Dijkstraat. n

brengt scherpte bij iedereen. Wat me aantrekt in mijn huidige functie is dat het ook weer om een organisatie gaat waar veel moet gebeuren. Met twee, drie locaties zijn we op weg naar één locatie nieuwbouw. Dat maakt het ook weer spannend.’ n

Colofon Redactie Beleidsgroep PR contact: [email protected]

Vormgeving en druk Thoben Offset Nijmegen Postbus 6618, 6503 GC Nijmegen Telefoon (024) 3790158 E-mail: [email protected] www.alliantievo.nl

RESTANT PAGINA 1

f e b r uar i 2011

5