Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst Voorbeelden van websites en locaties
NIEUWE
NIEUWE
Colofon
Auteurs Amalia Deekman, Judith Rippen Vormgeving Ontwerpbureau Taluut Utrecht - www.taluut.nl Omslagfoto Stefan Tavenier - www.superficies.be
© Kunstfactor, Utrecht, september 2010 Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst is een uitgave van Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst. Tenzij anders overeengekomen, geeft Kunstfactor u als lezer toestemming deze uitgave voor eigen gebruik te downloaden en af te drukken. Het is niet toegestaan om inhoudelijk, tekstueel of anderszins wijzigingen aan te brengen. Bij citeren is bronvermelding verplicht. Overdracht aan derden van het gebruiksrecht is uitgesloten. Het gebruiksrecht geldt niet voor commerciële doeleinden. De overdracht van de rechten van intellectueel eigendom, waaronder het auteursrecht, rustend op de door Kunstfactor opgestelde of ontworpen werken zijn bij het gebruiksrecht niet inbegrepen.
Kunstfactor is het landelijk sectorinstituut amateurkunst. Als sectorinstituut zijn wij gespreks partner voor overheden, beleidsmakers en opinievormers en stimuleren we het debat over de amateurkunst. We adviseren, informeren, onderzoeken, initiëren en inspireren. We leggen verbindingen binnen en buiten de sector amateurkunst, nationaal en internationaal.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 2
NIEUWE Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst Voorbeelden van websites en locaties
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 3
Inhoudsopgave Vooraf Inleiding
1 Nieuwe podia
5 6 8
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Kunst op locatie Gluren bij de buren Culturele Zondagen Keskiespace.be Station Breda, etalage 8
11 11 12 13 15
3 3.1 3.2 3.3
Particuliere initiatieven De brandweer in Hengelo Amateurkunstfestival Utrecht Haff
17 17 18 19
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
De Randstad Den Haag Utrecht Rotterdam Amsterdam Haarlem Almere
19 19 19 20 21 22 23
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
De regio Groningen Drenthe Zuid-Holland Overijssel Maastricht
24 24 24 25 25 27
Tot slot Bijlage - websites
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 4
29 30
Vooraf In 2009 is Kunstfactor gestart met het in kaart brengen van bestaande en potentiële ‘nieuwe podia’ voor de amateurkunst, op zowel landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau. Hiermee komt Kunstfactor tot uitvoering van een van haar besteltaken: “het zichtbaar maken van de actieve kunstbeoefening in de samenleving,” en “het verspreiden van de waarde van actieve kunstbeoefening voor de samenleving.” In deze verkenning gaat het zowel om virtuele als fysieke podia. We doen dit om twee redenen: met deze verkenning geven we landelijke bekendheid aan ‘nieuwe’ amateurkunstuitingen en brengen we deze op het netvlies van (lokale) overheden. Met ‘nieuwe’ bedoelen we vooral dat deze podia nog niet ingeburgerd zijn en daarmee nog weinig in beeld bij degenen die vanuit overheidswege actieve kunstbeoefening juist willen faciliteren. Dit is een eerste aanzet tot het verzamelen van informatie over ontwikkelingen rond nieuwe podia, met het doel lokale overheden te informeren over mogelijkheden om de zichtbaarheid van actieve kunstbeoefening te stimuleren. We denken hierbij nadrukkelijk aan ambtenaren die actieve kunstbeoefening in hun pakket hebben. We geven hiermee inzicht in de partijen die rond nieuwe podia een rol kunnen spelen, zoals gemeenten die amateurkunst subsidiëren of dit via aparte organisaties doen, voor specifieke takken in de amateurkunst. We laten ook enkele initiatieven van (amateur)kunstenaars, overheden en instellingen zien die inspirerend kunnen zijn voor de sector zelf.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 5
Inleiding Voor de verkenningen in dit rapport heeft Kunstfactor zich eerst de vraag gesteld welke gedachten en ideeën er bestaan over nieuwe podia voor de amateurkunst en wie of wat we associëren met nieuwe podia. Daarnaast hebben we als voorwaarde gesteld dat de hele amateurkunstsector wordt meegenomen, en niet alleen de podiumkunsten. Dit betekent dat het begrip ‘podium’ meer is dan de letterlijke betekenis van een verhoging waarop een kunstenaar een optreden verzorgt. Het achterliggende doel is het vergroten van de zichtbaarheid van amateurkunst in de samenleving. Een interne consultatie binnen Kunstfactor heeft verschillende ideeën opgeleverd. Een daarvan was het verkennen van wat de provinciale steunfunctie-instellingen aanmerken als ‘kansrijke podia’. Een ander idee was de blik vooral ook op de regio te richten en niet alleen op de grote steden in het westen. Zowel stedelijke als plattelandsgebieden ontwikkelen door hun specifieke eigenheid verschillende soorten podia voor amateurkunst, die echter wel interessant genoeg zijn om elkaar te inspireren. Niet alles wat in de regio kan, is uiteraard in stedelijk gebied uit te voeren en vice versa. Maar inspireren kan het wel. Buiten de stad en op het platteland, om het zwart-wit te zeggen, liggen er verschillende mogelijkheden om podia te creëren voor actieve kunstbeoefening. Een belangrijk aspect van deze verkenning is de context van de podia: er is een verschil tussen incidentele en structurele inzet van verrassende podia voor actieve kunstbeoefening. Voor cultuurambtenaren zijn er dus keuzes te maken. Gaat het om het tijdelijk ‘opleuken’ van een sloopwinkelpand, of zit er een structurele gedachte achter het manifesteren van kunst? Ook interessant is te kijken hoe de gevestigde infrastructuur werkt voor amateurkunst op zoek naar podia. Zo blijken bijvoorbeeld de Nederlandse Centra voor de Kunsten aanbod te ontwikkelen om creatieve computeraars te trekken. De voormalige website www.amateurkunst.net1 meldt dat centra in de vier grote steden een multimedia lab hebben, met aanbod en leerroutes waarmee cursisten een eigen weg kunnen uitstippelen wat betreft niveau en toepassing.
Onderzoeksvraag en deelvragen Vanuit het hier geschetste kader ontstond de zoekvraag: • Welke voorbeelden van nieuwe podia zijn er - bestaand of potentieel - in Nederland die (lokale) overheden kunnen inspireren amateurkunstbeoefening te faciliteren en te ondersteunen? Deze werkwijze leidde tot de volgende deelvragen: • Wat verstaan we onder ‘nieuwe podia’? • Hoe zijn de voorbeelden te omschrijven als nieuw podium? • Waar vinden we deze nieuwe podia? • Wat zijn potentiële podia en hoe kunnen deze gebruikt worden? • Wie (organisaties) en wat (beleid, regelingen) ondersteunen het gebruik van nieuwe podia?
1
De website is sinds januari 2010 uit de lucht, de informatie erop is echter bewaard gebleven en opgeslagen op dvd. Deze is te raadplegen bij of via Kunstfactor.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 6
Allereerst het fenomeen ‘nieuw podium’: belangrijk hierbij is te benoemen dat het om meer gaat dan letterlijke podia. Dit heeft bijna vanzelf geleid tot de vraag om ook enig licht te werpen op potentiële podia. Dat zijn plekken in Nederland die heel goed voor actieve kunstbeoefening bruikbaar kunnen zijn. Ten slotte willen we ook enig zicht krijgen in welke organisaties er rondom nieuwe podia een rol spelen of zouden kunnen spelen. De deelvragen komen systematisch aan de orde in de komende hoofdstukken. Hierdoor biedt deze verkenning een overzichtelijk beeld van mogelijkheden voor het stimuleren van nieuwe podia door cultuurambtenaren. De verkenning begint met een korte paragraaf waarin we vooral ingaan op de eerste vraag: wat verstaan we onder nieuwe podia? Daarbij worden de deelvragen die hiervoor zijn genoemd lichtjes aangeraakt, waarna we deze in de navolgende hoofdstukken verdiepen. Vervolgens leest u het hoofdstuk ‘Kunst op locatie’, met zowel voorbeelden die specifiek zijn voor locatiekunst, als potentiële locaties voor amateurkunst. Hier en in de volgende hoofdstukken komen de overige deelvragen aan bod. Het derde hoofdstuk ‘Particuliere initiatieven’ sluit hierop aan omdat daar zichtbaar wordt welke initiatieven als voorbeelden gelden voor gebruik van nieuwe podia. De hoofdstukken ‘De Randstad’ en ‘De regio’ zijn geografisch ingedeeld en uiteraard komen daar ook voorbeelden voor die ‘typisch’ Randstedelijk zijn en voorbeelden die ‘typisch’ zijn voor de kleinere regionale kernen. We sluiten af met een bijlage, met een overzicht van websites. Dus de verkenning van nieuwe podia voor de amateurkunst: • is samengesteld op basis van voorbeelden, juist om degenen die amateurkunst willen faciliteren - zoals ambtenaren cultuur van gemeenten - te ondersteunen. Voorbeelden inspireren eerder dan het voorschrijven van ideeën; • is exemplarisch opgezet: er staat een diversiteit aan mogelijkheden van podia in beschreven; • draagt eraan bij dat de zichtbaarheid van amateurkunst in de samenleving wordt vergroot.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 7
1 | Nieuwe podia Supermarkten,
treinstations,
vervoermiddelen
zoals
treinen,
bussen,
trams;
locaties langs het spoor en snelwegen, instellingen zoals de bibliotheek, het gezondheidscentrum, het buurthuis, de zorginstelling; leegstaande gebouwen zoals kantoren en kleine treinstations; van voormalige industrieterreinen tot creatieve parken; bouwlocaties, braakliggende terreinen, moskeeën en kerken. Portieken van flats in krachtwijken, parkeergarages. Een bankje in het park. Een verkeersplein. Een voetbalstadion. Een containerschip… Bestaan er plekken waar amateurkunstenaars geen podium van weten te maken? Deze opsomming van mogelijke locaties voor actieve kunst beoefenaars toont dat kunst bij uitstek niet gebonden is aan de schouwburg en het theater. Op nagenoeg al de genoemde plekken is ooit wel eens ‘iets’ met amateurkunst gedaan. Werkelijk alle plekken waar mensen komen en waar publiek voorbij kan gaan, waar zichtbaar gemaakt kan worden wat amateurkunstenaars doen, kunnen benut worden als podium. En dat wil Kunstfactor stimuleren.
Openbare ruimte In 2006 is er onderzoek gedaan door TNS NIPO in opdracht van RTL nieuws naar beeldschermen in de openbare ruimte en het gebruik ervan2. Uit dit onderzoek blijkt dat 84% van de Nederlanders het verschijnen van beeldschermen een goede ontwikkeling vindt, maar bijna 75% vindt het niet aanvaardbaar dat die schermen in de openbare ruimte alleen voor reclame worden gebruikt. Informatie over aankomst en vertrek van trein, bus of tram wordt gewaardeerd, maar reclame op diezelfde schermen weer niet. Dit zou wel eens goed nieuws voor de amateurkunstsector kunnen zijn, omdat die beeldschermen op stations, op straat en in winkelcentra niet alleen een podium voor voorlichting, informatie en nieuws bieden maar ook voor kunst en cultuur. Tenminste, wanneer lokale overheden daarin willen samenwerken met de exploiteurs en gebruikers van de schermen, bijvoorbeeld vervoersbedrijven. Een idee voor cultuurambtenaren om de blik te verruimen is om zich te oriënteren op de spoorwegen. De Nederlandse Spoorwegen is vanouds een kunstminnende instantie, zowel in de trein als op de stations. Op station Breda is een voorbeeld van het samengaan van (amateur)kunst en de spoorwegen zichtbaar. Dat voorbeeld komt verderop in deze publicatie aan bod.
Bibliotheek De bibliotheek, van oudsher de plek waar boeken te leen zijn. De bibliotheekfunctie is echter groter dan dat. Deze instelling lijkt een natuurlijke partner om amateurkunst in de eigen gemeente meer zichtbaar te maken en te promoten. Een ‘traditioneel’ podium dus voor tentoonstellingen en exposities, maar wellicht ook voor kunstuitingen die bij de ‘nieuwe’ disciplines horen, zoals digitale kunst. In het project Biebconcerten dient de Utrechtse bibliotheek als locatie voor ‘live’ optredens van bands. De bibliotheek organiseert de optredens samen met ZIMIHC huis voor amateurkunst Utrecht.
“Iedere eerste donderdag van de maand treedt een Utrechtse band op in de muziekbieb van de bibliotheek aan de Oudegracht. De bands mogen hun cd na hun optreden in de bibliotheek verkopen. Bovendien creëert de bieb een speciale ‘Utrechtbak’. Die cd’s mogen leden van de bibliotheek gratis lenen.”
l Zie: www.biebconcerten.nl 2
Kanne, P. Beeldschermen. Social & Polling Rapportage RTL Trend 11 2006 (TNS NIPO Amsterdam).
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 8
Biebconcert in de Utrechtse bibliotheek. Foto: Ton van Leeuwen.
Station In voorsteden en kleine kernen met een spoorlijn zijn ooit eenvoudige stations gebouwd die nu vanwege de NS-kaartautomaten min of meer overbodig zijn of worden. Deze kleine, vaak vierkante ruimtes langs het spoor staan nu leeg of zullen dat binnenkort zijn. Het is een idee voor een kleine gemeente met station om in samenspraak met NS deze ruimtes beschikbaar te stellen als oefenruimte, tentoonstellingsruimte of cursusruimte voor amateurkunst, zelfs al is het maar tijdelijk. In Almere is dit al in praktijk gebracht. 27 augustus 2008 heeft NS samen met de Stichting Almere 2018, ARC Architecten en ProRail een nieuwe expositieruimte geopend op station Almere Muziekwijk. Deze ruimte is sinds de sluiting van het NS-loket niet meer in gebruik als wachtkamer. Stations zijn knooppunten en ontmoetingsplekken in de stad en in de buurt en dienen meer aan te sluiten op de locale behoeften in de samenleving. NS streeft daarom naar het vergroten van de aantrekkelijkheid van stationsomgevingen, waarmee ook de sociale veiligheid gediend is. De initiatiefnemers streven naar een permanent gebruik van de wachtkamer als expositieruimte. l Zie: www.almere2018.eu/kunstlokaal
Kunstlokaal Almere. Foto: Gert Schutte Fotografie
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 9
Gemeenten en steunfunctie-instellingen voor kunst en cultuur kunnen hierin gezamenlijk optreden. Twee voorbeelden van kleinere kernen met gebouwen aan het spoor die overbodig worden, zijn Haren en Purmerend. Vanaf oktober 2010 komt op de website www.hurenopstations.nl een overzicht te staan van stationsruimtes die tijdelijk beschikbaar zijn voor exposities. Met deze voorbeelden van podia zien we in vogelvlucht hoe deze functioneren en waar deze te vinden zijn. Ook wordt zichtbaar dat een gemeente mogelijkheden heeft om plekken waar publiek komt als nieuw podium te zien. En ook hier zien we dat er genoeg instellingen zijn waarmee samengewerkt kan worden, binnen het bestaande cultuurbeleid.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 10
2 | Kunst op locatie We richten ons nu op enkele voorbeelden van nieuwe podia die specifiek zijn voor locatiekunst. Wat onder ‘nieuwe podia’ verstaan moet worden is met de opsomming in het eerste hoofdstuk duidelijk geworden. De beschrijvingen bij de betreffende voorbeelden maken vormen van podiumgebruik net iets meer concreet. In termen van deelvragen gaan we hier in op de vraag hoe de voorbeelden te omschrijven zijn als nieuw podium. Daarnaast geeft dit hoofdstuk inzicht in hoe de locaties gebruikt kunnen worden. Wie het gebruik ervan kunnen ondersteunen komt eveneens aan bod.
2.1 | Gluren bij de buren In Amersfoort wordt in alle wijken een podium voor amateurkunst in de eigen huiskamers georganiseerd onder de naam ‘gluren bij de buren’. In 75 woonkamers, verspreid over de stad, vinden op één middag 225 voorstellingen plaats. De kunstenaars wonen in Amersfoort en vertegenwoordigen een divers scala aan disciplines. Sommige huiskamers vormen een tijdelijke expositieruimte voor amateurkunst die langer dan die ene middag duurt. Een dergelijk project is al eerder gedaan in Utrecht tijdens Culturele Zondagen4 . In Amersfoort is de aanpak grootschaliger.
Gluren bij de Buren Amersfoort. Foto: Bernd Oschelda / Henry Krul
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? • Gluren bij de buren wordt voor de 2e keer achter elkaar in Amersfoort gehouden en is nog niet uitontwikkeld, gezien het feit dat er dit jaar ook exposities aan verbonden zijn; • Het project draait grotendeels op vrijwilligers die ervoor zorgen dat het podium ‘huiskamer’ bestaat; • Het speelt zich af in huiskamers van echte bewoners; dit maakt de directe confrontatie tussen bewoner-gast-amateurkunstenaar mogelijk en interessant. • De hele stad wordt erin betrokken en door de laagdrempelige opzet –in een huiskamer, in een wijk, op fietsafstand van elkaar- geeft het project amateurkunst een grote exposure. 4
In 2004 heeft de eerste ‘Gluren bij de Buren’ plaats gevonden, georganiseerd door ZIMIHC huis voor de amateurkunst. Het project heeft 5 jaar gedraaid t/m 2008 in de stad Utrecht. In 2009 is het project ook in de Utrechtse Heuvelrug georganiseerd. En ook de gemeenten Houten en Bilthoven hebben dit project (op eigen initiatief) georganiseerd.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 11
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? Het idee is dat het initiatief zich als een olievlek uitspreidt; eerst over de provincie, dan wellicht ook landelijk. De initiatiefnemer heeft bij de provinciale ondersteuningsinstelling ZIMIHC in Utrecht gewerkt en wilde dit concept ook in Amersfoort invoeren. Er is een centrale website voor de uitbreiding van dit concept in het leven geroepen - www.gbdb.nl - waar advies gevraagd kan worden om dit project in de eigen gemeente over te nemen. Dat is niet voor niets, want een project als Gluren bij de Buren bestaat bij de gratie van samenwerking tussen partners. Via de website is het mogelijk om een partner te vinden en samen te werken. Dat er twee woningbouwcorporaties in Amersfoort meedoen als grote partners is van groot belang: immers, sociale cohesie en ontmoeting zijn inherent aan de huiskamerpodiums. Een andere belangrijke partner is de gemeente en daarnaast de provinciale ondersteuningsinstelling voor amateurkunst ZIMIHC. Gluren bij de Buren lijkt een typisch project voor steden waar mensen meer individualistisch leven en het betreden van elkaars huiskamers niet een dagelijkse activiteit is. Maar aan de andere kant doen alleen die huishoudens mee die affiniteit met kunst en cultuur hebben. Wellicht biedt dit concept ook mogelijkheden voor de kleinere plattelandskernen, waar isolatie en afstand tussen culturele activiteiten juist motieven voor een dergelijk project zouden kunnen zijn. Dit kan op zichzelf staand of in combinatie met het concept ‘culturele zondag’ zoals dat in het volgende voorbeeld beschreven wordt. Vervoer regelen tussen plattelandskernen is dan een nieuw aspect dat erbij komt kijken, dat in een grote stad minder speelt. l Zie: www.glurenbijdeburen-amersfoort.nl
2.2 | Culturele Zondagen De Culturele Zondagen zijn een uniek Utrechts fenomeen, voortgekomen uit de Utrechtse politiek, dat mogelijkheden biedt aan een stad om kunst te promoten én tegelijkertijd toegankelijker te maken voor alle Utrechters. Amateurkunst is in 2006 het thema van een van de culturele zondagen geweest. Op die dag waren huiskamers in allerlei wijken de podia voor amateurkunst.
Kadeconcert Utrecht. Foto: Moon Saris, Theaterinbeeld.nl
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 12
Dat het concept in Utrecht bedacht is, wil niet zeggen dat er copyright op rust. Culturele zondagen zijn geen particulier initiatief maar door de gemeente Utrecht geïnitieerd. Echter, de samenwerking met allerlei culturele organisaties in de stad is daarvoor een voorwaarde.
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? De organisatie is in handen van de gemeente in samenwerking met diverse - en per thema wisselende - Utrechtse culturele instellingen. De achtergrond is politiek en heeft ermee te maken dat kunst en cultuur laagdrempeliger aan de bevolking aangeboden moeten worden. Een door de lokale overheid gedragen concept betekent ruimte en middelen voor cultuur en kunst. Amateurkunstenaars en actieve kunstbeoefenaars kunnen hier een podium vinden, ook al is niet elke keer het thema ‘amateurkunst’. Op de website onder het kopje ‘veelgestelde vragen’ gaat de organisatie in op de werkwijze. Daaruit blijkt dat zij juist op zoek is naar bijzondere locaties voor kunst en cultuur en niet alleen de traditionele podia wil benutten.
“Het programma van de Culturele Zondagen speelt zich niet alleen af bij culturele instellingen. We zoeken ook vaak naar bijzondere locaties. Denk bijvoorbeeld aan muziek op de Utrechtse grachten, theater in een brandweerkazerne of rechtbank, strijkkwartetten op straten en pleinen, wereldmuziek in parken, verhalen in een wasserette of kloostertuin, dans en film in de kerk, of beeldende kunst in een Utrechts fort. We willen graag kunst en cultuur dichter bij het publiek brengen. Daarom presenteren we opera bijvoorbeeld liever op de roltrappen en bij de viswinkel van Hoog Catharijne, of brengen we amateurkunst graag letterlijk bij de mensen in de huiskamer thuis. Tot nu toe hebben we gebruik gemaakt van honderden locaties, variërend van de Grote zaal van Muziekcentrum Vredenburg tot een kleine bouwkeet voor twee personen.”
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? Utrecht stelt zich ook beschikbaar als adviseur voor andere steden die het concept willen overnemen. Op de website geeft Utrecht aan wat de waarde ervan voor andere steden kan zijn. Zo wordt als eerste genoemd dat culturele zondagen nieuw en ander publiek voor kunst en cultuur weten te bereiken. Een tweede is synergie; een dergelijk project wordt gedragen door samenwerking tussen bekende en onbekende partners. Zo kan een migrantenorganisatie met de schouwburg om de tafel zitten of een kerk met een popband. En als derde aspect zetten de culturele zondagen de culturele kracht van een gebied positief neer. In regionale kernen kan een dergelijke aanpak verbinding bevorderen tussen de kernen in de regio’s. Vervoer regelen tussen dorpen en gebieden binnen die regio is dan onderdeel van de culturele zondag. Geïnteresseerde gemeenten kunnen contact opnemen met de projectleiding. l Zie: www.culturelezondagen.nl
2.3 | Keskiespace.be Van de website van keskispace komt de volgende tekst:
“Keskispace vzw is een jonge organisatie die kunst op locatie wil ontwikkelen én op maat van de plaats waar de werken getoond worden aan het publiek. We zijn actief in zowel podium-kunsten als audiovisuele kunsten. Onze producties ontstaan zowel uit eigen initiatief als op vraag van een partner.”
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 13
Stel je voor: je gaat boodschappen doen en in de supermarkt zie je opeens bij de schappen iemand dansen. Is dit nu de plek waar je kunst verwacht? Kijk en luister maar l klik op deze link naar youtube.com De Belgische groep ‘Kunst op lokatie’ bedenkt dergelijke activiteiten. Hun website www.keskiespace.be geeft een beeld van dergelijke ongebruikelijke combinaties. In 2009 produceerden zij ‘Supermarktshopping’ voor kinderen. Dit project is in Vlaanderen en in Nederland gehouden en verlengd wegens succes. Daarover melden zij op hun website het volgende:
“Supermarkt Shopping is een unieke dansvoorstelling voor kinderen en hun familie die gaat over en gespeeld wordt in de supermarkt. In kleine groepjes maken de kinderen een tocht door de winkel en ontmoeten onderweg… zes dansers. Dit doen zij op verschillende locaties, supermarkten uiteraard. Dit specifieke project is gericht op jonge kinderen, van 6 t/m 9 jaar en wat hun beleving is tijdens het boodschappen doen.”
Supermarktshopping. Foto: Stefan Tavernier www.superficies.be
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? Het idee om de supermarkt als podium voor kunst te gebruiken is door ‘Kunst op lokatie’ uitgewerkt. Maar hoewel Keskiespace een professionele organisatie is die met professionele kunstenaars werkt, biedt hun aanpak en werkwijze inspiratie voor amateurkunstenaars. De laatsten zijn bij uitstek toegerust om op locatie aan de slag te gaan. Dit gebeurt soms groots, zoals tijdens een festival of gebeurtenis als culturele zondag en gluren bij de buren. Maar het kan dus ook zo, op een alledaagse, maar onverwachte plek als een supermarkt. Dit zou ook een woningboulevard, een tuincentrum of een bouwmarkt kunnen zijn; het concept is duidelijk en het onverwachte maakt een dergelijk project spannend.
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? Een ondernemer met durf en een amateurkunstenaar met lef: meer lijkt niet nodig te zijn om kunst als deze te initiëren. Je zou je kunnen voorstellen dat je een dichter bij de vleeswaren neerzet of een portrettekenaar bij de rij voor de kassa. Maar het kan ook breder: amateurkunstenaars zijn bij uitstek geschikt om alledaagse locaties te benutten voor hun kunst. De woningboulevard biedt mogelijkheden voor toneel,
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 14
muziek, schilderkunst, dans, computerkunst en schrijfkunst. De bouwmarkt heeft ruimte door de hoogte en breedte van de schappen. Het mooiste zou zijn wanneer een cultuurambtenaar hierbij een bemiddelende rol speelt, omdat gemeenten in zekere zin verantwoordelijk blijven voor openbare ruimten als winkelcentra. Een mooie kans dus! l Zie: www.keskiespace.be
2.4 | Station Breda, etalage 8 Een voorbeeld van samenwerking tussen de NS en kunst is Etalage in Breda. Al sinds 1995 is er een etalage op het station Breda waarin kunst tentoongesteld wordt aan de voorbijsnellende reiziger: het gaat hier om een ruimte in een vitrine in de hal van het station. In Vitrine 8 kan de uitgenodigde kunstenaar/dichter zijn of haar werk laten zien. Hiermee wil stichting Idee-fixe of IDFX een expositieruimte creëren voor beginnende kunstenaars. De exposanten kunnen hun werk aan een zeer groot publiek presenteren. Ook studenten van de fotografieopleiding Academie St. Joost in Breda kregen de mogelijkheid hun werk te presenteren. Een weblog uit 2008 van een van de studenten geeft een inkijk in hoe een dergelijke etalage de individuele en beginnende (amateur) kunstenaar kan stimuleren een podium als dit te zoeken. Zie hiervoor zijn blogspot: l www.stationbreda.blogspot.com
Etalage 8. Kunstenaar: Thomas Kuijpers voor Etalage Innercity, foto: Marjolein Landman
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? Een plek op een station, bij uitstek een plaats waar veel mensen passeren. Dat lijkt een goede locatie voor kunst en dus ook amateurkunst. In dit geval gaat het om vitrines die ook voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden, reclame bijvoorbeeld. Dat er wisselende kunst in te zien is maakt de ontmoeting met kunst op deze plek des te interessanter. Een vitrine lijkt vooral geschikt als tentoonstellingsruimte voor beelden en audiovisuele producties. Maar misschien is een gedicht of andere tekst hier ook op zijn plek? De initiatiefnemers nodigen kunstenaars uit, maar ook amateurs kunnen zich aanmelden.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 15
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? Interessant in de genoemde blog is de vraag die kunst in de openbare ruimte oproept. Is dit van mij en kan mijn kunst er ook staan? Niet zozeer het feit dat een station, kunst laat zien, maar dat een organisatie zich er sterk voor maakt dat die ruimte wordt gebruikt voor kunst - en niet alleen van professionals - is tamelijk uniek. De initiatiefnemers van Etalage hebben ‘iets’ met kunst en zijn daarom gestart met dit initiatief. Cultuurambtenaren die dit een interessante manier vinden om amateurkunst zichtbaar te maken, kunnen zich hierdoor laten inspireren. l Zie: www.idfx.nl
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 16
3 | Particuliere initiatieven In dit hoofdstuk krijgen de ‘particuliere initiatieven’ aandacht. Het gaat hier om initiatieven van kunstenaars zelf of van organisaties die kunst een podium bieden. Helemaal particulier is het niet omdat sommige organisaties onder een gemeente vallen, zoals de brandweer. Ook hier beschrijven we hoe deze podia functioneren en wie en wat deze ondersteunen. Daarnaast kijken we naar potentiële podia in dit hoofdstuk en geven daar voorbeelden van.
3.1 | De brandweer in Hengelo De gemeente Hengelo realiseerde in 2005 meer tentoonstellingsruimte voor gemeentelijk kunstbezit in brandweerkzernes onder de naam Firedepart. Het ging vooral om video, animaties en webkunst van professionele mediakunstenaars, maar daarnaast bood Firedepart ruimte aan studenten toegepaste kunst en techniek van de Saxion Hogeschool in Enschede. Hiernaast ging het ook om kunst in de openbare ruimte. Het project Firedepart kende diverse locaties met de brandweerkazerne als meest bijzondere.
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? Het project is afgesloten, maar het idee erachter is aantrekkelijk genoeg om hier te noemen. De locatie vormt een nieuw podium en de kunstdiscipline – nieuwe media – maakt de locatie extra interessant. De vraag hierbij is hoe het concept voor actieve kunstbeoefenaars in de stad kan werken. De kans om buiten de eigen collectie amateurkunstenaars de ruimte te geven hun kunst op een dergelijke locatie te laten zien ligt hier open. Er zijn vele brandweerkazernes in Nederland, en kunst op beeldschermen op, in of bij kazernes maakt mediakunst –van actieve beoefenaarsletterlijk zichtbaar in de openbare ruimte. Dit maakt de brandweer een interessant podium voor amateurkunst.
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? De gemeente Hengelo was initiatiefnemer en ondersteunde dit project omdat het hiermee een podium creëerde voor de eigen kunstcollectie. Met behulp van partners in de eigen gemeente - kunststichtingen of ondersteuningsinstellingen- die amateurkunstenaars op dit vlak kennen, zou deze vorm van locatiekunst mogelijkheden kunnen bieden aan actieve kunstbeoefenaars in stad en regio. Dit project is hiermee een goed voorbeeld voor cultuurambtenaren die de overige gemeentelijke instellingen als podia voor amateurkunstenaars zouden willen openstellen en daarvoor het gesprek willen aangaan.
3.2 | Amateurkunstfestival Utrecht Dit festival bouwt voort op het voormalige amateur theaterfestival Utrecht en programmeert nu voor het eerst ook buiten de zalen voorstellingen op kunstroutes door de stad. Hierdoor komt het festival op straat en ziet het publiek “op verrassende locaties telkens kleine stukjes amateurkunst”, aldus de organisatie. Op deze manier denken de organisatoren meer amateurkunst dan voorheen te laten zien. Tijdens dit tweedaagse festival zijn er drie kunstroutes dwars door de stad geprogrammeerd met voordrachten, dans, cabaret, muziek en toneel.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 17
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? Het spreekt voor zich dat een festival gericht op amateurkunst zich in hoofdzaak richt op het podium bieden aan amateurkunst. Het blijft interessant om festivals te organiseren en het concept om nadrukkelijk amateurkunst te laten zien in de breedte, biedt veel mogelijkheden voor alle kunstdisciplines.
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? In Utrecht is het festival georganiseerd door het Utrechts Centrum voor de Kunsten en gedragen door vrijwillige inzet, subsidies en fondsen. Dit in principe jaarlijkse festival vermeldt echter dat het een jaar overslaat en in 2011 pas weer van start zal gaan vanwege financiële problemen. Dit illustreert dat een dergelijk project valt of staat met voldoende financiële middelen; dit is goed zichtbaar aan de fondsen die een bijdrage voor 2009 hebben geleverd, die op de website worden genoemd. Veel plaatsen kennen een vergelijkbaar festival en in principe is dit concept goed navolgbaar in andere plaatsen. Het lijkt echter meer een concept te zijn dat werkt in steden met meer infrastructuur in de faciliterende en ondersteunende sfeer zoals een centrum voor de kunsten en een huis voor de amateurkunsten; daarnaast moeten er uiteraard voldoende actieve amateurkunstenaars zijn die daarvan gebruik kunnen maken. En betrokkenheid van veel partners zoals fondsen lijkt een vereiste te zijn om het ook voor kleinere gemeenten betaalbaar te houden. l Zie: http://www.akfu.nl
3.3 | Haff Het is een van de mooiste dingen voor een amateurkunstenaar: een plek of podium verwerven waar de professionele kunst traditioneel de scepter zwaait. Kunstfactor is er nu tweemaal in geslaagd om voor amateurkunstenaars op animatie- en filmgebied een podium te vinden op een bijzonder landelijk festival in Utrecht. Het betreft hier het Holland Animation Film Festival (HAFF). Met masterclasses, expertmeetings en het onderdeel ‘Open doek’, een open podium voor amateurkunstenaars.
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? De gedachte is dat een laagdrempelig podium voor amateurs hard nodig is, maar de ontmoeting en het contact met professionals is dat eveneens. Met dit concept kunnen beide aspecten goed gecombineerd worden. Het bijeenbrengen van amateurs en professionals dient een dubbel belang. De ene groep ontvangt professionele aanmoediging, de andere groep ziet de top van de amateurkunst en kan die helpen ontwikkelen.
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? Het gaat hier om een bijzondere situatie: op initiatief van Kunstfactor, het sectorinstituut voor actieve kunstbeoefening, stelt een gerenommeerd festival zich open voor amateurkunst. Dit zouden meer professionele organisaties kunnen doen; landelijk en regionaal. Amateurkunst wordt zo een structureel onderdeel van kunstuitingen en de wederzijdse beïnvloeding en kruisbestuiving kunnen meer tot bloei komen. Cultuurambtenaren kunnen hun invloed gebruiken om dit proces te stimuleren. l Zie: http://haff.awn.com
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 18
4 | De Randstad In de vorige hoofdstukken hebben we voorbeelden laten zien van locaties en zijn we ingegaan op wat nieuwe podia voor amateurkunst kunnen betekenen. In de volgende twee hoofdstukken willen we de geografische omgeving van nieuwe podia verkennen. We laten concrete voorbeelden zien van nieuwe podia in de Randstad respectievelijk in de regionale kernen. Ook gaan we in op de vraag hoe amateurkunstenaars gebruik kunnen maken van de bestaande fysieke infrastructuur die de geografie biedt. Daarnaast vinden we interessante bijverschijnselen – zoals het opteren voor de functie van culturele hoofdstad van Europa in 2018 – die invloed kunnen hebben op de ruimte die amateurkunst kan krijgen. Ook voor cultuurambtenaren is het meevaren op ambities van steden en regio’s die zich hoe dan ook willen profileren een mooie aanleiding om de zichtbaarheid van amateurkunst te vergroten. Eerst passeren in dit hoofdstuk enkele grote steden de revue, vervolgens zoomen we in hoofdstuk 5 in op regionale kernen. Dezelfde deelvragen als hiervoor komen in dit hoofdstuk aan bod – zij het soms wat meer impliciet.
4.1 | Den Haag Een stad die in 2018 culturele hoofdstad wil worden besteedt uiteraard aandacht – nu al – aan de kunsten. Hoe zit het met Den Haag als faciliteerder van nieuwe podia voor de amateurkunsten? Waar kunnen amateurkunstenaars in Den Haag en omstreken terecht? En om welke specifieke disciplines gaat het dan? De organisatie Culturalis presenteert zich als de expertiseorganisatie voor alle Hagenaars die iets met podiumamateurkunst doen, met name met dans, theater of muziek. Nieuwe media, schrijven en beeldende kunst vallen dus niet onder het werkgebied van deze organisatie, die veel in het werk stelt om “talent te scouten, personen en organisaties te begeleiden, optredens te faciliteren – dus op financieel en praktisch gebied te ondersteunen.” De gemeente Den Haag is verantwoordelijk voor de oprichting van Culturalis. Deze organisatie verstrekt ook subsidies voor amateurkunst, bijvoorbeeld voor amateurtoneel, musicalvoorstellingen en culturele activiteiten in de wijk. Deze uitbesteding van een deel van de cultuurtaken geeft cultuurambtenaren meer ruimte om de amateurkunst die daarbuiten valt meer aandacht te geven.
4.2 | Utrecht Utrecht is in deze verkenning al aan bod gekomen vanwege de culturele zondagen. Utrecht wil net als Den Haag in 2018 Culturele hoofdstad van Europa worden. Wat dat voor consequenties heeft voor de amateurkunst in de stad, moet nog blijken. Maar om de concurrentie met andere Nederlandse kandidaat-steden aan te gaan investeert Utrecht in ‘sterke culturele organisaties, nieuwe makers, culturele werkplaatsen in de wijk, cultureel erfgoed en internationale uitwisseling en promotie’. ‘De stad als podium’ en ‘wijk en wereld’ zijn de twee belangrijkste uitgangspunten van het Utrechts cultuurbeleid. In de wijken investeert de gemeente in culturele werkplaatsen zoals het Cultuurhuis Leidsche Rijn en het Vorstelijk Complex in Zuilen. De focus in Utrecht ligt nu eerst op de viering van de Vrede van Utrecht in 2013, waarvan cultuur en historie een belangrijke component vormen. Utrecht kent van oudsher veel creatieve activiteiten en instellingen, zowel in de wijken als stedelijk en provinciaal. Dit biedt amateurkunst veel kansen en cultuurambtenaren een scala aan mogelijkheden.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 19
4.3 | Rotterdam Voor deze stad noemen we hier twee voorbeelden, die beiden met overheidssteun – lokaal en Europees – zijn opgezet.
Magische sprookjesparade De magische sprookjesparade is een voorbeeld van een nieuw podium waar veel gemeentelijke subsidie en organisatie in zit. Het is een spektakel waaraan ook veel amateurkunstenaars deelnemen. Een parade door de stad was vroeger de manier om aan te kondigen dat het circus in de stad was. Tussen de 300 en 400 dansers en muzikanten uit Rotterdam en omstreken doen hieraan mee. Deze sprookjesparade, georganiseerd door Pacific Enterprises Unlimited (PEU), trekt door de stad op weg naar het slotspektakel. De deelnemers hebben verschillende culturele achtergronden. Zij vormen een ‘magisch vuurwerk’ van diverse kunstuitingen. Het doel van PEU is het ‘bieden van een uniek podium aan (amateur) kunstenaars en culturele instellingen en het persoonlijk ervaren van een bijzondere gebeurtenis’.
Sprookjesparade. Foto: Krister Evenhouse
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? Pacific Enterprises Unlimited is een commerciële organisatie, waarbij de autonome projecten die PEU uit ideële motieven doet, opvallen. Met locatietheater wil PEU groepen met kunst en cultuur in aanraking brengen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Dit sluit aan bij het ontwikkelen van nieuwe, verrassende podia voor amateurkunsten, maar ook bij ideeën over kunst als middel om sociale cohesie te bevorderen. PEU gaat experimenten aan, maakt gebruik van bestaande locaties en creëert daarmee nieuwe podia.
Wie en wat ondersteunen dit en hoe kan dit nagevolgd worden? Het is duidelijk dat een dergelijk megaproject niet voor iedere amateurkunstenaar is weggelegd en de organisatie ervan komt veel meer van ‘bovenaf ’ dan van ‘onderop’. Er zijn veel partners bij betrokken en in dit geval ook een commerciële instelling. Interessant is de combinatie van commerciële en ideële partners en het maatschappelijke motief. Cultuurambtenaren kunnen zich door dit initiatief van ‘maatschappelijk ondernemen’ laten inspireren om de verbinding te zoeken met commerciële instellingen. l Zie: www.peu.nu
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 20
WMDC Het World Music and Dance Centre (WMDC) in Rotterdam is het tweede Rotterdamse voorbeeld. Het verschil met het vorige voorbeeld is dat het WMDC een vast podium biedt en daarbij ondersteund wordt door de lokale overheid en Europese instellingen voor kunst en cultuur. Het centrum speelt in op de culturele diversiteit van zijn directe omgeving, de ontwikkelingen in de hedendaagse muziekpraktijk (waarin niet-westerse muziekstijlen een steeds grotere rol spelen) en de groeiende vraag naar wereldmuziekcursussen en docenten.
Voor wie? Het WMDC profileert zich als een expertise- en opleidingscentrum en ontmoetingsplek voor iedereen die interesse heeft in wereldmuziek en –dans. Het WMDC is actief met workshops op scholen, zodat kinderen en jongeren met verschillende culturele achtergronden kennismaken met het centrum. Dit gebeurt veelal via community arts projecten op wijkniveau en kortlopende wereldmuziekcursussen en workshops. Amateurs volgen cursussen en workshops in verschillende soorten wereldmuziek en -dans op de muziek- en dansschool. Aan hbo-studenten van Codarts biedt het WMDC kortlopende academische cursussen aan. Uitvoerende en docerende musici (uit binnen- en buitenland) vinden er hun weg in contract-onderwijs en masterclasses. Daarnaast zijn er bij- en nascholingen voor professionals als onderzoekers, programmeurs en radiomakers.
Wie en wat ondersteunen dit? Het WMDC is een initiatief van Codarts Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam in samenwerking met de SKVR, de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam. Daarnaast investeren zowel de gemeente Rotterdam als de Europese Unie in het centrum. Op de website is een indrukwekkende lijst van sponsors zichtbaar. l Zie: www.wmdc.nl
4.4 | Amsterdam Met het deelprogramma Amateurkunst steunt het Amsterdams Fonds voor de Kunst projecten waarvan de initiatiefnemers of de doelgroep in eerste instantie amateurkunstenaar(s) zijn. Het Fonds geeft voorrang aan projecten die zich richten op de groei van deelname van jonge of nieuwe Amsterdammers aan de amateurkunst. Zie hier hun prioriteitenlijst voor 2010: l klik op deze link. Verder verleent het Fonds bijdragen voor bijzondere producties, projecten en uitvoeringen op het gebied van de amateurkunst.
Garage Notweg In Amsterdam zijn creatieve hotspots in ontwikkeling. Hier geven we een voorbeeld. Garage Notweg in Amsterdam Nieuw West is in oktober 2009 geopend als een creatieve werkplaats voor social design, waarbij creativiteit wordt toegepast in allerlei culturele, maatschappelijke en economische vraagstukken. Met social design doelen de initiatiefnemers op de inbreng van ‘creativiteit in culturele, maatschappelijke en economische ontwikkelingen rondom vraagstukken die spelen in de samenleving’. De locatie was een voormalige garage en heeft nu een buurtfunctie gekregen waar diverse culturele ondernemers een podium vonden voor hun activiteiten. De ontwikkelingen van deze locatie zijn te volgen op de website.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 21
Wat is er bijzonder aan dit podium? Garage Notweg heeft steun van de gemeente Amsterdam: de cultuurwethouder deed de officiële opening. De garage is ook bedoeld als inloopplek voor buurtbewoners. Zo is er de BuurtEntree, een openbare huiskamer die door buurtbewoners wordt gebruikt om elkaar te ontmoeten en gezamenlijk activiteiten te ondernemen. Het is een initiatief van woningbouwvereniging Stadgenoot. Deze vereniging faciliteert de ruimte en zorgt voor koffie en thee, maar de bewoners zelf verzorgen het podiumprogramma. De huismeester van Stadgenoot in de Wildemanbuurt heeft zijn kantoor in de garage. Ruimtes kunnen gereserveerd worden via een agenda op internet. Garage Notweg ontwikkelt een openbare functie waarbij maatschappelijke spelers betrokken zijn als de Hogeschool Inholland.
Garage Notweg. Foto: Ymere
Wat is de achtergrond van dit podium? In 2008 is besloten dat de Garage Notweg van Ymere voor een periode van 5 jaar een creatieve hotspot, een bedrijfsgebouw voor ondernemers in de creatieve sector zal worden. Garage Notweg is een voorbeeld van een nieuw ontwikkelpodium voor amateurkunst door de buurtfunctie en laagdrempelige opzet. Vanuit de visie achter creative design en door de link met Hogeschool Inholland is de garage ook verbonden met ontwikkeling door professionals. Een dergelijk podium kan inspirerend zijn voor cultuurambtenaren die kunst in de wijk willen stimuleren en daarmee amateurkunstenaars op locatie willen faciliteren. l Zie: www.garagenotweg.nl
4.5 | Haarlem In Het Meterhuis van het oude GEB-terrein in Haarlem is in 1997 de Nieuwe Vide opgericht, waar kantoor- en atelierruimtes verhuurd worden aan culturele en creatieve ondernemers. En daarnaast aan kunstenaars, schilders, illustratoren vormgevers en fotografen. De Lichtfabriek heet het nu, een toepasselijke naam voor een gebouw waarin ooit het gemeentelijk energiebedrijf zetelde. In de Lichtfabriek gebeurt meer op commercieel en creatief vlak. Zo worden er tentoonstellingen en festivals gehouden
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 22
en zijn er verschillende evenementen die relatie hebben met de stad Haarlem die ook door en met de Nieuwe Vide worden georganiseerd.
De Lichtfabriek
Waarom is dit een nieuw en interessant podium voor amateurkunst? Qua concept richt de Nieuwe Vide zich op de professionele kunstenaars. De betaalde krachten zijn weliswaar door de gemeente Haarlem ingehuurd, maar zouden gebouwen zoals de Lichtfabriek een nieuwe –tijdelijke- bestemming kunnen krijgen als werkplaatsen voor zowel professionals als amateurs? In meer steden en regionale kernen zijn immers dergelijke gebouwen te vinden. Haarlem kent een bloeiend amateurkunstleven. Uit onderzoek is gebleken dat 40% van de Haarlemse bevolking actief is in de amateurkunst. De stad huisvest ongeveer negentig amateurkunstverenigingen. Zo zou Haarlem zich sterk kunnen maken voor amateurkunst. l Zie: www.nieuwevide.nl/content_new//vide/vide.php
4.6 | Almere Als kandidaat voor de titel Culturele Hoofdstad van Europa 2018 mag van Almere grote ambitie op het culturele vlak verwacht worden. Wat heeft de stad amateurkunstenaars te bieden als het gaat om het ontsluiten van nieuwe podia? Het Huis der Amateurkunst de Markwerf in Almere biedt een podium aan alle amateurkunstverenigingen. Het wordt beheerd door kunstencentrum De Kunstlinie. Voor een laag bedrag kunnen ruimten van verschillend formaat gehuurd worden. Voor veel verenigingen zonder vaste oefenruimte is dit een prima oplossing. Gemeenten met leegstand in gebouwen, kunnen zo tegemoetkomen aan het ruimteprobleem waar veel amateurkunstverenigingen of kunstenaarsinitiatieven vroeg of laat mee kampen. In die zin levert de gemeente een bijdrage aan het creëren van een podium voor het beoefenen van amateurkunst. l Zie: www.amateurkunst-almere.nl/index.php?target=_huis_tekst
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 23
5 | De regio 5.1 | Groningen De gemeente Groningen heeft voor de periode 2009 - 2012 een jaarlijks budget van € 120.000 beschikbaar gesteld om activiteiten van verenigingen en stichtingen in alle amateurkunstdisciplines te stimuleren. De Basissubsidie Amateurkunst is een tegemoetkoming in de kosten van professionele leiding en repetitieruimte voor verenigingen en stichtingen, die zich actief bezighouden met amateurkunst. Onder amateurkunst verstaat de gemeente activiteiten op het gebied van muziek, dans, toneel, beeldende en audiovisuele kunst en literatuur. Hier zien we dat het om zowel podiumkunsten als individuele kunsten gaat. De criteria van de gemeente Groningen zijn weliswaar helder, maar niet gericht op de amateurkunstenaar die buiten de georganiseerde verbanden van verenigingen en stichtingen aan kunst doet. Verenigingen en stichtingen kunnen met de subsidieregeling zichzelf en de activiteiten waar ze voor staan in stand houden. In hoeverre faciliteert een dergelijke subsidieregeling nieuwe podia voor de amateurkunst? Wat
biedt
de
gemeente
Groningen
amateurkunstenaars
die
gedurende het jaar podia voor hun kunst willen benutten? In 2009 heeft Groningen een investeringssubsidie in het leven geroepen. Deze subsidie is vooral gericht op het stimuleren van amateurverenigingen om vernieuwende of kwaliteitsverhogende producties op te zetten. Er is een reeks criteria verbonden aan de beoordeling. Een opvallend criterium is het heffen van entreegeld. Hoe dit het ontwikkelen van nieuwe podia van amateurkunsten stimuleert, zal nog moeten blijken. Intussen gebeurt er wel van alles. In Groningen bijvoorbeeld is het treintraject Groningen-Delfzijl letterlijk terrein van bewegende locatiekunst geweest.
Het treintraject Groningen-Delfzijl In juni 2009 was het 125 jaar geleden dat de spoorlijn Groningen– Delfzijl werd geopend. Ter gelegenheid hiervan vond het festival 125 jaar spoor plaats. Dat werd gevierd met een reizende voorstelling in de trein op het 30 kilometerlange traject. Dit was een bijzondere gelegenheidsvoorstelling, vanwege het jubileum van dit treintraject. Het theater/muziekstuk is het gedramatiseerde verhaal over de geschiedenis van de spoorlijn. In het stuk is de Russische Olga degene die het verhaal van de conducteur steeds een andere wending lijkt te geven. “Hier is in de loop van de tijd veel veranderd: haltes als Middelstum, Oosterwijtwerd en Uitwierde zijn vervallen, en stations als Appingedam, Bedum en Sauwerd vervangen. In Loppersum en Delfzijl is het stationsgebouw gehandhaafd.”
5.2 | Drenthe Assen De provinciale instelling Kunst & Cultuur Drenthe heeft in 2008 in haar pand in Assen een open huis georganiseerd voor alle amateurkunstenaars in Drenthe. Vanuit een breed programma tracht KCG amateurkunstenaars te ondersteunen en te faciliteren
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 24
met praktische tips over nieuwe podia, maar ook met bijvoorbeeld belastingadvies over ondernemerschap. Deze faciliterende rol van provinciale instellingen helpt amateurkunstenaars hun netwerk te vergroten en kennis te delen. Op deze dag werden amateurkunstenaars ook in contact gebracht met kunsteducatie via de brede school: de ontwikkeling van de brede school biedt kansen voor amateurkunstenaars. Aan de hand van praktijkvoorbeelden deden deelnemers inspiratie op om meer samen te werken met het onderwijs. Verschillende deskundigen werden bijeengebracht om vragen van amateurkunstenaars op allerlei terreinen te beantwoorden. Met het organiseren van dergelijke bijeenkomsten kunnen provinciale instellingen een bijdrage leveren aan het vinden van nieuwe (al bestaande) podia, of aan het ontwikkelen van nieuwe podia. In het beleidsprogramma Cultuurpalet dat tot en met 2012 loopt, besteedt de gemeente Assen onder meer aandacht aan amateurkunst. De basisgedachte daarin is dat amateurkunst en cultuur een belangrijke bijdrage leveren aan de individuele ontwikkeling. Daarnaast draagt het bij aan de sociale cohesie in de stad door meer levendigheid en participatie.
Welke mogelijkheden voor nieuwe podia levert dit beleidsprogramma de amateurkunstenaars nu op? Assen laat een onderzoek doen, dat in 2012 moet leiden tot een dekkend voorzieningennetwerk voor amateurkunstenaars. Het ambieert als opvolger van het Mercuriustheater een nieuw podium: het Apollopodium en wil daarnaast een beter popklimaat creëren door de bouw van een nieuw poppodium. Ook wil Assen dat amateurkunstverenigingen in de stad met sponsoring door het bedrijfsleven aan de slag gaan (Cultuurpalet. Cultuurbeleid gemeente Assen 2008-2012). Verder wil deze gemeente vernieuwing stimuleren, met aandacht voor de wijken en specifieke doelgroepen.
5.3 | Zuid-Holland Papendrecht De Papendrechtse SCR (Stichting Culturele Raad) is als vrijwilligersorganisatie begonnen en heeft zich gaandeweg vernieuwd. De SCR heeft een overeenkomst gesloten met zorgcentrum De Waalburcht over het tentoonstellen van amateurkunst. De tijdelijke exposities zijn gratis te bezichtigen tijdens de openingsuren van het zorgcomplex. Voor een grote stad is deze suggestie niet bijzonder, maar voor een middelgrote stad kan de Papendrechtse SCR als voorbeeld dienen van hoe je amateurkunst aan podia kunt binden, door middel van vrijwilligers die zich voor de amateurkunst inzetten. Niet dat een zorgcentrum een nieuw podium is, maar door amateurkunsten te verbinden met dergelijke locaties creëer je ruimte voor misschien wel meer dan de traditionele disciplines.
5.4 | Overijssel Overijsselse buitenpodia In Zwolle was de Grote of St. Michaëlskerk in 2009 tijdelijk podium voor de jeugdtheatervoorstelling ‘see me feel me’. Dit is bijzonder omdat deze ‘klassieke’ en monumentale kerk vooral publiek trekt vanwege de gothiek en nog oudere romaanse bouwstenen. De combinatie met een moderne opera verbindt traditie met vernieuwing.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 25
Het interieur van de Sint-Michaëlskerk te Zwolle
“Voor de vierentwintig jongeren die hebben meegedaan, was het ‘een ervaring om nooit te vergeten’. Een aantal van hen geeft aan later verder te willen in het theatervak. Deelname aan deze voorstelling stimuleert hen zeker in hun verdere ontwikkeling.”
Affiche See me, feel me
In veel gevallen gaat het om Overijsselse podia in cultureel erfgoed, zoals de Grote Kerk in Zwolle. Kunst en Cultuur Overijssel (KCO) heeft een Circuit voor Bijzondere Buitenpodia gevormd. Hiervoor is een aparte website geopend. Onder de kop Podia staan dertien Overijsselse buitenpodia opgesomd die KCO verzameld heeft. KCO maakt op deze podia ruimte voor de ‘betere’ amateurkunst, en voor professionals.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 26
Muziektent Assendorp. Foto: Jaap Groen
l Zie: http://www.onderdegroenehemel.nl
5.5 | Maastricht Ook Maastricht heeft ambities om in 2018 Culturele Hoofdstad te worden. Met het uitgangspunt dat cultuur van de hele stad is en de ambitie dat iedere burger op z’n laatst in 2018 in aanraking komt met tenminste een kunstdiscipline gaat de stad voortvarend te werk. Ook heeft Maastricht een intendant amateurkunsten aangesteld. Deze intendant richt zich “volledig op het ondersteunen en ontwikkelen van de amateurkunsten in de stad.” (Cultuur is van de stad, 2010).
Wat betekent dit voor nieuwe podia voor amateurkunst? Afgaande op het genoemde beleidsplan heel veel. Amateurkunstenaars kunnen Maastricht concreet als welwillend en kunstminnend benaderen. De ambitie iedere burger in aanraking met kunst te brengen impliceert meewind voor de individuele amateurkunstenaar. Een voorbeeld van ruimte voor amateurkunst is het festival op het Vrijthof.
Amateurkunst op het Vrijthof Het festival Amateurkunst op het Vrijthof biedt een eenmalig podium voor amateurkunst uit de stad en regio. Op deze dag staat de actieve kunstbeoefening in Maastricht en omstreken centraal. De organisatoren willen een frisse kijk bieden op de professionalisering van de amateurkunsten, zowel artistiek en organisatorisch. Ook kunnen actieve kunstbeoefenaars zich op de kunst- en cultuurmarkt presenteren. Dit festival drijft op een aantal grote samenwerkingspartners: Bureau Amateurkunsten Maastricht, Huis voor de Kunsten Limburg, Theater aan het Vrijthof en de kunstenfaculteiten van de Hogeschool Zuyd in samenwerking met Abraxas Culturele Evenementen. Deze reeks maakt inzichtelijk dat een dergelijk podium voor amateurkunsten – één dag op een centrale plaats in de stad– slechts mogelijk is doordat de steunfunctieinstellingen voor amateurkunst erbij betrokken zijn. In 2010 wordt dit nieuwe festival voor de eerste keer georganiseerd. In 2004, 2006 en 2009 werd een soortgelijk festival georganiseerd onder de noemer Harmonieus Maastricht. Het plan is om beide evenementen in 2011 te combineren tot een jaarlijks terugkerend evenement.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 27
Amateurkunst op het Vrijthof. Foto: Sander Sanders
l Zie: http://www.amateurkunstophetvrijthof.nl/home.html
l Zie: www.amateurkunstenmaastricht.nl/index_muziek.html
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 28
Tot slot Zoals gezegd is deze verkenning een eerste aanzet tot het verzamelen van informatie over ontwikkelingen rond nieuwe podia. Het doel ervan is locale overheden en cultuurambtenaren te informeren over de mogelijkheden om actieve kunstbeoefening te stimuleren. De bedoeling hiervan is om inzicht te geven in de samenwerkingspartners die bij nieuwe podia een rol kunnen spelen. Dat kunnen gemeenten zijn, die amateurkunst direct subsidiëren of dit via aparte organisaties doen, voor specifieke takken in de amateurkunst. De hiervoor gepresenteerde initiatieven kunnen een inspiratie zijn voor de sector zelf. De verkenning van nieuwe podia voor de amateurkunst is samengesteld op basis van voorbeelden, juist om degenen die amateurkunst willen faciliteren, te ondersteunen. Voorbeelden inspireren meer dan het voorschrijven van ideeën. De zoekvraag ‘welke voorbeelden van nieuwe podia – bestaand of potentieel – zijn er in Nederland die (lokale) overheden kunnen inspireren amateurkunstbeoefening te faciliteren en te ondersteunen?’ en de deelvragen zijn min of meer systematisch de revue gepasseerd en beantwoord. • Wat verstaan we onder nieuwe podia? • Hoe zijn de voorbeelden te omschrijven als nieuw podium? • Waar vinden we deze nieuwe podia? • Wat zijn potentiële podia en hoe kunnen deze gebruikt worden? • Wie (organisaties) en wat (beleid, regelingen) ondersteunen het gebruik van
nieuwe podia?
Het is vervolgens aan cultuurambtenaren om hiermee aan de slag te gaan en hiervan gebruik te maken.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 29
Bijlage Websites • Kunstlokaal Muziekwijk Almere l http://www.almere2018.eu/kunstlokaal • Huren op stations l http://www.hurenopstations.nl • Gluren bij de buren l http://www.glurenbijdeburen-amersfoort.nl/
landelijke website: l www.gbdb.nl
• Culturele zondag l www.culturelezondagen.nl • Keskiespace.be l www.keskiespace.be • Station Breda, etalage 8 l http://www.idfx.nl/ • De brandweer in Hengelo l http://www.brandweerhengelo-borne.nl/smartsite.dws?id=57211&ch=BRA&menu= 57211&channel=BRA • Utrechtse bibiliotheek en Utrechtse Huis voor de Amateurkunst ZIMIHC l http://www.biebconcerten.nl/ • Amateurkunstfestival Utrecht l http://aKfu.nl/ • Haff l http://haff.awn.com/ • Pacific Enterprices United l www.peu.nu • WMDC l http://www.wmdc.nl/index.php • Onder de groene hemel l http://www.onderdegroenehemel.nl • Amateurkunst op het Vrijthof l http://www.amateurkunstophetvrijthof.nl
l www.amateurkunstenmaastricht.nl/index_muziek.html • De nieuwe vide l http://www.nieuwevide.nl/content_new//vide/vide.php • Garage Notweg l http://www.garagenotweg.nl • Amsterdams Fonds voor de kunst l http://www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl/organisatie.php?page=337&id=309.
Kunstfactor | Verkenning nieuwe podia in de amateurkunst | 30