Verkenning informatisering integraal toezichtprotocol
t
In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Documentnaam Datum
Kerngroep integraal toezichtprotocol (via de Vereniging milieuhandhaving grote gemeenten) MWH B.V. M08A0213 F:\Data\project\Milz08\M08A0213\(deel)producten\m08a0213 v9.r01.doc 8 juni 2009
1
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Uitgangspunten
6
3
Wensen uit de omgeving
7
4
Architectuur 4.1 Wet- en regelgeving 4.2 Gegevens van het integraal toezichtprotocol 4.3 Overzicht controle resultaten 4.4 Samengestelde handhaving uitvoeringsinformatie
9 10 10 10 10
5
Afbakening uit te wisselen gegevens
11
6
Wijzen van aanpak 6.1 De nul optie 6.2 Al doende 6.3 Actieve aanpak door vakverenigingen 6.4 Aanpak via ICTU/ e-overheid/ e-inspectie
12 12 12 14 15
7
Fasering ontwikkeling 7.1 Beschrijving van de fasering
16 17
8
De projectorganisatie integraal toezichtprotocol
19
9
Financiën 9.1 De ontwikkeljaren 9.2 De beheersjaren
22 22 22
10 Aandachtspunten voor besluitvorming
23
Bijlage 1 Relevante bronnen van informatie/ links
24
Bijlage 2 Begripsdefinities
25
Bijlage 3; Services
26
Bijlage 4 Bekende betrokken leveranciers
31
Bijlage 5 Relatie met Nora 2.0
32
Bijlage 6 Thema indeling
36
2
1
Inleiding Waarom het integraal toezichtprotocol? De wetgever gaat de regelgeving voor onder andere de bouw, het milieu en een veilig gebruik van de omgeving concentreren in de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Daarnaast is er een roep om efficiency en uitwisselbaarheid van controleonderdelen (kan één toezichthouder niet de andere onderwerpen “meenemen” tijdens het controlebezoek?). Ook is er een roep om eenduidigheid, bijvoorbeeld bij het stellen van prioriteiten en het bepalen van de kwaliteit van de controle. Met één model moeten in het gemeentelijk beleid prioriteiten kunnen worden gesteld. En bij het uitvoeren van een evaluatie van het toezicht moeten de resultaten van de handhaving (monitoring informatie) eenduidig zijn vastgelegd. Deze ontwikkelingen brachten VBWTNL, het PMGG en de Nederlandse vereniging voor brandweerzorg en rampenbestrijding (NVBR) ertoe samen te werken bij de gezamenlijke ontwikkeling van een integraal toezichtprotocol. Voorgeschiedenis De vereniging Bouw- en woningtoezicht Nederland (VBWTN) heeft in 2005 het Toezichtprotocol voor de bouwuitvoering ontwikkeld. Het toezicht op de bouwregelgeving tijdens de bouwuitvoering staat hierin centraal. Het VBWTN-toezichtprotocol voor de bouwuitvoering bestaat uit de modulen: risico-analyse, (bestuurlijke) toezichtmatrix met prioriteiten, capaciteitbepaling met kengetallen, checklisten en praktijkvoorbeelden. De Een toezichtprotocol is een hulpmiddel voor het goed planVBWTN draagt zorg voor uitrol (levering en nen, uitvoeren, rapporteren en monitoren van het toezicht instructie) en beheer van het Toezichtprotocol. door controles. De betreffende regels of wetten worden De basisversie van het Toezichtprotocol beopgedeeld in de kleinst zinvolle tijdens de controle te onderscheiden stukjes ook wel controle elementen of controstaat uit office- bestanden van boven gelepunten genoemd. Per controle element worden diverse noemde modulen, waarbij de invoer op de gegevens vastgelegd, zoals het thema, de prioriteit, het inspectielocatie plaatsvindt op papieren checkcontroleniveau (de grondigheid waarmee dit controle elelisten. De vereniging BWT heeft in samenwerment gecontroleerd moet worden) en een checklistzin. De verschillende doelgroepen of soorten objecten die king met een automatiseerder een digitale, gecontroleerd kunnen worden zijn verdeeld in projectcatemobiele applicatie van het Toezichtprotocol gorieën. De prioriteit en het controleniveau variëren per ontwikkelt, waarbij de invoer op de inspectieprojectcategorie. De per projectcategorie in een tabel salocatie digitaal plaatsvindt op een PDA (handmengevatte gegevens over prioriteit en controleniveau’s vormen de "bestuurlijke matrix". Deze tabel kan worden computer). Met de geautomatiseerde versie opgenomen in het handhavingsbeleid. Door een checklistworden de toezichtbevindingen digitaal verzin en een definitie van verschillende niveau's van diepgang werkt en op diverse wijze gemonitord (planper controle vast te leggen ondersteunt het toezichtprotocol ning, managementinformatie en benchmarde uitvoering. king). Voor het eenduidige monitoren heeft het platform milieuhandhaving (PMGG) sinds 2005 een lijst “onrechtmatigheden”. Deze lijst helpt gemeenten bij het onderling vergelijken en evalueren van de uitvoering milieuhandhaving. Sinds het inwerking treden van het activiteitenbesluit (Besluit algemene regels voor inrichtingen Milieubeheer) werkt het platform aan een checklist voor toezicht op grond van dit besluit. Hierbij is “zoveel mogelijk aangesloten op” de werkwijze van de VBWTN met betrekking tot het toezichtprotocol.
3
Wat is er nu? De VBWTNL, het PMGG en de NVBR hebben in het afgelopen jaar gezamenlijk definities opgesteld, gezamenlijk papieren checklisten en een Excel-spreadsheet (zie www.pmgg.nl of www.barim.nl) opgesteld voor het toezichtprotocol tijdens het gebruik van de omgeving. De gebruiksfase is één van de fases in de levenscyclus van een gebouw naast de planfase, bouwfase en sloopfase. Het gebruik van deze gegevens is in een praktijkproef getest. Wat is de ambitie? De VBWTNL, het PMGG en de NVBR hebben de ambitie het integraal toezichtprotocol uit te laten groeien tot een landelijk standaard instrument voor het omgevingstoezicht. Dit ter ondersteuning van eenduidige beleidsontwikkeling bij lokale overheden, professionele uitvoering van het toezicht en het eenduidig en landelijk monitoren van de handhavingresultaten. De samenwerking tussen de vakorganisaties voor milieu, BWT en brandweer staat symbool voor de samenwerking tussen de respectievelijke vaktoezichthouders. De vakorganisaties verzorgen het draagvlak voor het integraal toezichtprotocol binnen de eigen vakdisciplines en beheren de vakgerichte content. Gezamenlijk zullen de vakorganisaties zich inzetten voor de verdere ontwikkeling, integrale aansluiting en verdere uitrol van het integraal toezichtprotocol. De basisversie van het integraal toezichtprotocol bestaat uit office bestanden en een webapplicatie voor het genereren van een integrale lijst aandachtspunten. Voor de invoer van de bevindingen wordt bij de basisversie gebruik gemaakt van papieren checklisten. Bij gemeentelijke gebruikers bestaat de wens naar een geautomatiseerde versie waarmee de toezicht bevindingen op locatie digitaal kunnen worden ingevoerd. De vakorganisaties willen de ontwikkeling van deze geautomatiseerde versie overlaten aan marktpartijen. Meerdere automatiseerders willen aan deze marktvraag gehoor geven en het integraal toezichtprotocol opnemen in hun applicatie. Daarbij moet de automatisering aansluiten bij de landelijke ontwikkelingen in de e-overheid; een servicegerichte architectuur, een open gegevensstructuur en integratie met onder meer mid-offices bij lokale overheden. Deze ambities zullen gefaseerd worden bereikt. Deze rapportage beschrijft enkele mogelijke scenario’s om deze ontwikkeling gereguleerd te laten verlopen waarbij kwaliteit van de uiteindelijke geautomatiseerde applicatie en duurzaam beheer van de content geborgd worden. Van de mogelijke scenario’s worden de voor en nadelen aangegeven waarmee een onderbouwde keuze kan worden gemaakt.
4
De aanpak In het project “verkenning informatisering integraal toezichtprotocol” is met een projectgroep1 gewerkt aan een voorlopige afbakening, een fasering en een beschrijving van gegevens en diensten. Hiervoor is literatuuronderzoek verricht naar de uitgangspunten van de e-overheid in Nederland2, gesproken met ervaringsdeskundigen met betrekking tot informatisering in aanpalende vakgebieden3 en zijn enkele projectgroepbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast is een bijeenkomst georganiseerd over de informatisering van het toezichtprotocol met een aantal leveranciers van informatisering systemen op het gebied van omgevingstoezicht en vertegenwoordigers van de betreffende gebruikersverenigingen. Dit document is het verslag van dit project. Leeswijzer; Dit document beschrijft in hoofdstuk 2 (Uitgangspunten) en hoofdstuk 3 (Wensen uit de omgeving) allereerst het kader van de informatisering van het integrale toezichtprotocol. In hoofdstuk 4 is een architectuurschets opgenomen. Hoofdstuk 5 beschrijft de betrokken kern gegevens uit het protocol. Hoofdstuk 6 beschrijft vier mogelijke varianten voor de aanpak in de groeifase van het integrale toezichtprotocol en hoofdstuk 7 een mogelijke fasering. Hoofdstuk 8 geeft een schets van de projectorganisatie. Hoofdstuk 9 gaat in op de financiering. Tot slot is in hoofdstuk 10 een overzicht opgenomen van beslispunten ten behoeve van de besturen van de vakverenigingen VBWTNL, NVBR en PMGG.
1
Projectgroepleden; E. Schneider, projectleider toezichtprotocol VBWTNL (gemeente Houten); M. van den Eijnden, secretaris toezichtprotocol VBWTNL (Arcadis); K. Meijer, secretaris PMGG (KM Consult BV); M. Meekes, projectleider namens PMGG (Gemeente Ede), P. van Leeuwen, vakspecialist PMGG (gemeente Ede); W. Bulthuis, vakspecialist PMGG (gemeente Utrecht); F. Brekelmans, vakspecialist brandveiligheid, NVBR (gemeente Breda); A.J.A. Buijs (secretaris project verkenning informatisering, PMGG (MWH BV), 2
Nora 2.0, architectuurmodel e-overheid zie www.e-overheid.nl
3
Walter de Koning, SIKB; J.H. Blankenstein, ICTU, e-inspecties; en voorafgaand aan het project (maart ’08) M. de Rooij, VROM.
5
2 Uitgangspunten • • •
• • • •
•
• •
•
• •
•
In dit hoofdstuk zijn de uitgangspunten voor de informatisering van het toezichtprotocol beschreven. Het integraal toezichtprotocol faciliteert een éénduidige, goed te managen uitvoering van het toezicht op omgevingswetten door lokale overheden. De rijksoverheid zorgt voor de wettelijke kaders (inclusief uitvoeringsbesluiten). Voor het evalueren van deze kaders zijn éénduidige wijzen van monitoren en uitvoeren van belang. De vakverenigingen VBWTNL, NVBR en PMGG ontwikkelen en beheren het toezichtprotocol ten behoeve van de gewenste éénduidige uitvoering door lokale overheden. Zij staan centraal bij het monitoren en evalueren van de handhavingresultaten. Zij beheren de vakgerichte content afzonderlijk maar bewaken de integraliteit. De verenigingen werken hiervoor samen in de projectorganisatie integraal toezichtprotocol. De vakverenigingen hebben geen “eigen middelen”; deze zullen worden gevraagd aan de gebruikers van het protocol, de lokale overheden enerzijds en/of de rijksoverheid anderzijds. De vakverenigingen nemen voor diverse onderwerpen “advies” niveaus op; het lokale bestuur kan deze altijd op basis van eigen lokale prioriteiten en werkwijze aanpassen. De vakverenigingen werken op basis van draagvlak; met een goede kwaliteit en door de kwaliteit uit te dragen overtuigen we overheden en software leveranciers. Bij ontwikkeling en beheer van het toezichtprotocol maken de vakverenigingen gebruik van de praktijkkennis van lokale overheden (inbreng/ meedenken vanuit de vakinhoud door ambtenaren van lokale overheden) en inbreng meedenken van softwareleveranciers. De overheid is houder van de gegevens. De gegevens (content) van het protocol zelf zijn eigendom van de respectievelijke vakverenigingen en de handhavingresultaten en de lokaal toegevoegde gegevens zijn eigendom van de lokale overheden. De vakorganisaties verkrijgen inzage in deze invoergegevens ten behoeve van beheer en het verkrijgen van landelijke kengetallen/ benchmarking. Over de wijze waarop deze gegevens openbaar worden gemaakt worden afspraken gemaakt met de lokale overheden. Het protocol kan per sector (Bouw, brandweer milieu) en per fase (plan, bouw, gebruik, sloop) worden toegepast en integraal (samenstelling van sectoren en fases). Het protocol voldoet aan de e-overheid architectuur principes, de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (Nora 2.0, zie www.e-overheid.nl). Voorzover deze ambitie niet direct kan worden bereikt blijft dit wel het streven in de verdere ontwikkeling van het protocol. Zie ook bijlage 5. Het protocol sluit aan bij bestaande architecturen voor de elektronische gemeenten, EGEM. Voorzover deze ambitie niet direct kan worden bereikt blijft dit wel het streven in de verdere ontwikkeling van het protocol. Met het protocol faciliteren de vakverenigingen de koppelmogelijkheden tussen de verschillende informatiesystemen voor lokale overheden. De vakverengingen streven naar vrije gegevensuitwisseling (tweerichtingsverkeer) tussen de verschillende informatiesystemen binnen lokale overheden (vrije uitwisseling tussen pakketten voor Millieu, BWT en brandweer, zowel mobiel als op kantoor). De vakverenigingen maken op vrijwillige basis afspraken over de samenwerking met leveranciers van informatiesystemen. De vakverenigingen publiceren de mate waarin de leveranciers de gemaakte afspraken nakomen.
6
3 Wensen uit de omgeving In dit hoofdstuk zijn voortbordurend op de uitgangspunten in hoofdstuk 2 in steekwoorden de wensen van de betrokken partijen in de omgeving van het toezichtprotocol geschetst. Bestuurlijke wensen; Het integraal toezichtprotocol helpt de controles met betrekking tot naleving van het omgevingsrecht beter te sturen: • De onderlinge prioriteit van de stukjes controle kan worden bepaald per thema en/of soort te controleren object. • Er kan een vergelijking van de inspanningen en resultaten met andere overheden worden gemaakt. • De rapportage’s over handhaving laten een verband zien tussen de inspanningen, de prioriteiten, de handhavingsresultaten en zijn Wabo-breed. Management wensen; Het integraal toezichtprotocol helpt de controles met betrekking tot naleving van het omgevingsrecht beter te kunnen managen: • Stukjes van de controles kunnen worden verdeeld over specialisten en generalisten op basis van het benodigde kennisniveau voor de specifieke stukjes. • Per stukje controle kan de diepgang (zie bijlage 2, begripsdefinitie) worden bepaald op vooraf landelijk bepaalde niveaus. • Er kan nalevings- of monitoring informatie worden verzameld met dezelfde structuur als waarmee de prioriteiten zijn bepaald. • Het protocol kan (op den duur) integreren in de bestaande informatiesystemen van de vakafdelingen en samenwerken met de overige informatiesystemen van lokale overheden zoals midoffice en zaaksystemen en de basisregistratie’s. Wensen van de uitvoerders; • Het toezichtprotocol moet het omgevingstoezicht faciliteren; dat wil zeggen, helpen in de voorbereiding (maken van een checklist) van het werk en optioneel of in de toekomst helpen bij het opstellen van rapportages en het opstellen van brieven. • Het toezichtprotocol moet gemakkelijk te zijn gebruiken. • De benodigde keuzes bij het benoemen van de controle elementen of controlepunten worden gemaakt op basis van praktische argumenten en vakdeskundigheid. • Een optionele wens is dat de te gebruiken checklisten manipuleerbaar zijn; de sortering of groepering aanpassen en/of de gegevens inklappen en uitklappen. Middels doorklikken kan de gebruiker toelichtingen en achtergrondinformatie oproepen. Wensen vanuit de vakverenigingen De vakverenigingen willen de benodigde “gegevens van het toezichtprotocol” (het geheel van alle informatie rondom de controlepunten of controle elementen) centraal kunnen beheren in één systeem.
7
De vakverenigingen willen de handhavingresultaten centraal kunnen raadplegen voor beleidsmatige evaluaties. De vakverenigingen willen de IT-leveranciers (van toepassingen ter ondersteuning van het omgevingstoezicht) begeleiden en sturen naar een landelijk uniforme informatiestructuur voor omgevingstoezicht. Wensen vanuit het Rijks IT-beleid • In het document Nora 2.0 zijn de principes opgeschreven voor informatisering ontwikkelingen binnen de overheid. In bijlage 5 bij dit rapport zijn de resultaten van een quick-scan opgenomen met de voor het integraal toezichtprotocol relevante principes. Enkele principes zijn bijvoorbeeld; o Het systeem (het toezichtprotocol) wordt gebouwd op basis van services; een service gerichte architectuur (5.1.5, 5.2.1.1, 5.2.2.3) o Service en dienstbeschrijvingen zijn gerelateerd aan een semantisch model (gegevenswoordenboek en relaties met andere gegevenswoordenboeken, 5.2.1.5). • De systemen in de omgeving waarop een aansluiting wenselijk is: o De landelijke basisregistraties o Landelijke voorziening omgevingsvergunning, gegevensdefinities die daar al zijn gemaakt. Dit betreft de gegevens die de fysieke omgeving en de het wettelijk kader beschrijven. o E-inspecties, gegevensdefinities en services die daar al zijn of worden gemaakt. Dit betreft het digitale dossier, “mijn dossier”, de gemeenschappelijke inspectieruimte. o Egem/ Wijze van communicatie in Mid-offices gemeenten. Dit betreft de definitie van een “zaak” als een door de lokale overheid te leveren product.
8
4 Architectuur Op basis van de uitgangspunten en randvoorwaarden is in onderstaande figuur de architectuur van het toezichtprotocol weergegeven. De architectuur is beschreven op basis van “services”4 . In de volgende paragrafen is per service uit het architectuurschema een korte omschrijving opgenomen. In de bijlage is een aanzet opgenomen voor een meer getailleerde specificatie van de services (of dienstverleningsovereenkomst) opgenomen. Rijksoverheid
1
Overige services en diensten
4 ITleveranciers/ IT-structuur
Lokale overheid 2
3
Vakverenigingen (VBWTNL, NVBR, PMGG) Eventueel is het technische toegangsportaal later ondergebracht bij het Rijk/ VROM/ SenterNovem
4 Legenda architectuurschema, services 1 t/m 4; 1; Wet en regelgeving; De rijksoverheid stelt de Wabo, bijbehorende uitvoeringsbesluiten en normen beschikbaar. 2; Gegevens van het integraal toezichtprotocol; verzoek en levering. 3; Overzicht controle resultaten; verzoek en levering. 4; Samengestelde handhaving uitvoeringsinformatie ten behoeve van evaluatie uitvoering. PM; In eerste instantie kan de uitwisseling plaatsvinden met conventionele media zoals bestandsuitwisseling per email. Gefaseerd worden functies geïntegreerd in de reguliere IT- middelen die worden toegepast binnen lokale overheden. De uitwisseling kan op termijn plaatsvinden via overheid servicebussen.
4
De service gerichte architectuur (SGA) is een belangrijk uitgangspunt in de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (Nora) waarin de belangrijkste principes voor informatisering van de overheid staan. Een service is een dienst van één partij aan één of meer andere partijen. Naast de daadwerkelijke uitwisseling van informatie is het bij een service van belang dat leverancier en klant elkaar kunnen aanspreken over de prestatie (inhoud of techniek) en de handelingen (het proces) met betrekking tot de service.
9
4.1 Wet- en regelgeving De rijksoverheid stelt de wetten met betrekking tot het omgevingsrecht (inclusief bijbehorende uitvoeringsbesluiten en normen) ter beschikking ten behoeve van de uitvoering door lokale overheden. Op basis van de servicegerichte architectuur maakt de rijksoverheid afspraken met gebruikers van de wet over de wijze waarop de wet elektronisch ter beschikking wordt gesteld. De afspraken betreffen onder meer de technische structuur en het proces van het ter beschikking stellen van de wet. De vakverenigingen treden op namens de lokale overheden ten behoeve van het maken van de afspraken over de levering van de wet.
4.2 Gegevens van het integraal toezichtprotocol De projectorganisatie integraal toezichtprotocol bouwt (namens de vakverenigingen) de benodigde gegevens voor het integraal toezichtprotocol op. De gegevens betreffen een toevoeging aan de wet met het doel de uitvoering van het toezicht te ondersteunen door het realiseren van de wensen uit hoofdstuk 3. De vakverenigingen werken hierbij samen in een projectorganisatie zoals beschreven in hoofdstuk 8. Ook voor het leveren van de gegevens worden afspraken over de techniek en het proces gemaakt. De lokale overheden en de rijksoverheid dragen de kosten voor deze service.
4.3 Overzicht controle resultaten De lokale overheden stellen de controleresultaten ter beschikking van de projectorganisatie integraal toezichtprotocol. Tussen de lokale overheden en de projectorganisatie worden afspraken gemaakt over technische specificatie van de gegevens en de manier waarop de controlegegevens ter beschikking worden gesteld. Een deel van de afspraken zal worden gemaakt met IT-leveranciers die hun klanten (lokale overheden) vertegenwoordigen. Er worden ook afspraken gemaakt over de doelen waarvoor de gegevens kunnen worden gebruikt. Deze afspraken worden gemaakt in de werkgroep strategie/ informatisering. De lokale overheden stellen de controlegegevens vrij ter beschikking.
4.4 Samengestelde handhaving uitvoeringsinformatie De projectorganisatie integraal toezichtprotocol voegt de ontvangen controleresultaten samen ten behoeve van evaluatie van de uitvoering door de lokale overheden zelf, maar ook ten behoeve van de rijksoverheid. Het betreft voor de lokale overheid en de rijksoverheid verschillende rapporten. Lokale overheden kunnen op deze wijze hun handhavingresultaten onderling vergelijken. De rijksoverheid kan de uitvoering van de wet op landelijk niveau evalueren. Over de levering worden technische en procesafspraken gemaakt. De lokale overheden en de rijksoverheid dragen de kosten voor deze service.
10
5 Afbakening uit te wisselen gegevens Vooralsnog betreft het toezichtprotocol in de minimale omvang de volgende gegevens. I. De volgende algemene afspraken zijn noodzakelijk; A. Objectfase (plan, bouw, gebruik, sloop) B. Controle niveaus (S of 0 en 1 t/m 4, (0) Steekproef, (1) Visuele controle op hoofdlijnen, (2) Beoordeling van hoofdlijnen en hoofdaspecten, (3) Beoordeling hoofdlijnen en kenmerkende details, (4) Algehele detailcontrole van alle onderdelen) C. Controle fases, n.t.b. D. Thema indeling, zie bijlage E. Project categorieën voor de 3 discipline’s en eventueel per fase II. Controlepunten; Per controlepunt of controle element, vastleggen; A. Relatie met de wet/ voorschrift (Wet, voorschrift) B. Betreffende thema C. Betrokken objectcategorie(en) D. Overdraagbaarheid per discipline/ benodigd kennisniveau E. Prioriteit op basis van de te beschermen maatschappelijke waarde F. Controleniveau per fase (plan, bouw, gebruik, sloop). (advies van vakverenigingen) G. Checklistzin, algemeen H. Omschrijving per controleniveau I. Indicatie of administratieve controle of controle ter plaatse noodzakelijk is III. Handhavingresultaten per controle onderdeel, controle- element: Per gecontroleerd controle punt vastleggen; A. Gecontroleerd controleonderdeel/ controle- element/ controlepunt B. Uitgevoerde en gepland controleniveau C. Naleving voorschrift; Ja, Nee, Niet van toepassing, Nader te onderzoeken D. Toelichting IV. Handhavinggegevens per controle; Per bezoek of logische bundeling van gecontroleerde onderdelen vastleggen; A. Datum controle B. Referentie naar het te controleren object C. Naam van de gemeente waar het object zich bevind D. Naam van de controlerende instantie E. Soort controle (Nader te bepalen lijst) F. Controle is vervolg op; referentie code of Nvt G. Naam van de controlerende ambtenaar
11
6 Wijzen van aanpak Onderstaand zijn met behulp van steekwoorden 4 varianten voor de aanpak voor de informatisering van het integraal toezichtprotocol geschetst. De varianten variëren van een “nul optie” (geen inzet door vakverenigingen) via “Al doende” (aanpak door vakverenigingen met beperkte middelen) en “Actieve aanpak” (actieve regierol van vakverenigingen) tot “Aanpak via ICTU/ e-overheid” (onder regie van het rijk). Deze varianten zijn hieronder toegelicht.
6.1 De nul optie Wat gebeurt er zonder extra inspanning vanuit vakverenigingen? • Geen inbreng vakverenigingen voor ondersteuning uitvoering of uitwisseling informatie • Geleidelijke groei ondersteuning uitvoering door verzamelen “good practices” van trainingbureaus, grote milieu- of omgevingsdiensten etc. • VROM introduceert fasegewijs een gegevenswoordenboek omgevingstoezicht voortbordurend op de e-inspectie methodiek en het landelijke omgevingsloket online (OLO). Voordelen • Geen noodzakelijk om middelen vrij te maken. • Bij spontane groei automatisch draagvlak. Nadelen • Resultaten later beschikbaar doordat de groei vanuit e-inspectie/ e-overheid niet zal aanvangen vanuit de belevingswereld en het detailniveau van de lokale toezichthouder. • De inzet van deskundigen via de landelijk overheid moet concurreren met ontwikkeling op andere beleidsvelden.
6.2 Al doende De vakverenigingen stimuleren met beperkte investeringen (tijd en geld) de informatisering van het integraal toezichtprotocol. Dit gebeurd in nauwe samenwerking met deelnemende ICT-marktpartijen. Om kosten te besparen wordt gerekend op inzet en expertise van deelnemende ICT-marktpartijen. Kenmerken van de aanpak zijn; • Doorontwikkeling op basis van huidige projectresultaten. • Op pragmatische werkwijze bijeenkomsten voorbereiden en organiseren (bijvoorbeeld vakgroepen en werkgroepen elk 3x per jaar vergaderen). Tijdens de bijeenkomsten stapsgewijs verbeteringen bespreken. • Buiten het secretariaat geen permanente externe ondersteuning van de vak- en werkgroepen. • Vooralsnog werkwijze integraal toezichtprotocol volgens papieren checklisten en website (www.checklist.nu) aanhouden.
12
• Servicebeschrijvingen (uit dit document) “Al doende” uitbreiden op basis van deze verkenning en praktische suggesties van partijen. Inzet voor aanbrengen verbeteringen door ambtenaren deelnemende lokale overheden of minimale inhuur. • Ontwikkeling beperkt gegevensmodel “on the fly” (doorontwikkeling van elementen uit dit document) op basis van praktische suggesties van (markt)partijen in de overleggen; stapsgewijze aanvullingen. Inzet voor aanbrengen verbeteringen door beperkte inhuur danwel door kosteloze inzet van deelnemende ICT-marktpartijen. • Tussen ICT-marktpartijen en vakorganisaties zullen gedurende het traject gefaseerd nadere, afspraken worden gemaakt. De initiële afspraak betreft de bereidheid van deelnemende ICTmarktpartijen om hun bestaande en nieuwe applicaties voor omgevingstoezicht open te stellen voor onbelemmerde digitale gegevensuitwisseling en zich te conformeren aan de te ontwikkelen standaard. Hierover wordt vanuit de projectorganisatie een concept intentieovereenkomst opgesteld. De projectorganisatie zal bevorderen dat ICT-martkpartijen de intentieovereenkomst ondertekenen. Mede hiertoe zal op internet de lijst ICT-marktpartijen worden gepubliceerd met een geldende gezamenlijk ondertekende intentieovereenkomst. • De projectorganisatie gaat de gegevens uitwisseling op gang brengen door het uitbreiden van de beschikbare technische beschrijving uit eerdere fases van het toezichtprotocol, bijvoorbeeld “Digitaal toezichtprotocol beschrijving export” 5. De ICT-marktpartijen verzorgen hierbij de technische knowhow, de vakorganisaties verzorgen de content en het draagvlak bij de gebruikers. • Het beheersinstrument voor de vakorganisaties werkt op basis van standaard kantoorapplicaties. Het wordt op vrijwillige basis door enthousiaste ambtenaren of deelnemende ICT-marktpartijen verzorgd. Voordelen • Geringe investering • Minder risico voor kapitaalvernietiging door mislukkende grote investeringen Nadelen • Resultaten mogelijk later door minder regie dan bij de actieve aanpak. • Moeilijker om “aandacht” vast te houden van lokale overheden. Daardoor afbreukrisico op middellange termijn • Minder snelle integratie van informatie met systemen in de periferie (zoals BAG, OLO en einspectie) ten opzichte van de actieve aanpak door opzetten van een beperkt gegevenswoordenboek/ semantisch model. • Minder invloed op eindresultaat door minder regie ten opzichte van de actieve aanpak
5
13 oktober 2008, versie; speciale versie voor standaardisering, beschrijving gegevensstroom van het bouwvergunningregistratiesysteem naar de toezichtprotocol oplossing van de vereniging BWT op dit moment
13
6.3 Actieve aanpak door vakverenigingen Als bovenstaand, maar nu met een actievere regierol van de vakverenigingen en meer inhuur van externe inzet / expertise om de sturing te verbeteren van de informatisering van het integraal toezichtprotocol in samenwerking met ICT-marktpartijen; o Het regisseren van de ontwikkeling van een gegevenswoordenboek of semantisch model integraal toezichtprotocol als uitbreiding op bestaande definities van het omgevingsloket online (OLO) en e-inspecties met de gegevens in deze notitie als uitgangspunt (intensief/ actief afgestemd op genoemde bestaande gegevensboeken). De opdracht hiervoor verstrekken aan een deskundig bureau door of namens de projectorganisatie; Ten behoeve van draagvlak; ICTU en marktpartijen betrekken bij keuze bureau, door interviews en door mogelijkheid tot commentaar/ aanvulling. o Werkwijze rondom intentieovereenkomst met leveranciers overeenkomstig scenario “Al doende” o Het regisseren van de ontwikkeling van bericht definities “Gegevens integraal toezichtprotocol” en “Overzicht controle resultaten omgevingstoezicht”. Voortborduren op ervaringen hiervan uit eerdergenoemd standaard uitwisselingsformaat fase 1 BWT-toezichtprotocol6. De vakorganisaties vervullen hierbij een actieve regierol en verzorgen het draagvlak bij de gemeentelijke gebruikers en regisseren de technische beschrijving (door uitbesteding aan deskundig bureau). o Het (laten) ontwikkelen van een beheers instrument integraal toezichtprotocol ten behoeve van beheer en analyse door de projectorganisatie. Volg hiervoor een pragmatische aanpak op basis van standaardsoftware (zoals bv MS-Access). o Middelen reserveren voor secretariaat en ondersteuning, hiermee; Werving, registratie en bijdragen gebruikers organiseren, Opzetten informatiepunt/ site integraal toezichtprotocol met bijhouden veel gestelde vragenlijst informatisering toezichtprotocol voor gebruikers en wensenlijst met betrekking tot verdere ontwikkeling, Organiseren vergaderingen, bijhouden actielijsten vergaderingen, Servicebeschrijvingen uitbreiden en actualiseren. o Wenselijkheid en mogelijkheden kwaliteitskeurmerk, kwaliteitssysteem en/of certificeerbaarheid onderzoeken. Dit om de implementatie van het toezichtprotocol te borgen. Voordelen; • Meer sturing mogelijk in het bereiken van de resultaten en ambitie’s e-overheid • Door snelle aanpak kan beter bij overige veranderingen in het kader van de Wabo worden aangesloten • Snellere integratie gegevens met andere systemen zoals e-inspectie, BAG en OLO door opzetten omschrijving gegevensmodel. Nadelen • Investeringskapitaal benodigd. • Afbreukrisico op geïnvesteerd kapitaal • Verantwoording voor investering bij de vakverenigingen. 6
13 oktober 2008, versie; speciale versie voor standaardisering, beschrijving gegevensstroom van het bouwvergunningregistratiesysteem naar de toezichtprotocol oplossing van de vereniging BWT op dit moment
14
6.4
Aanpak via ICTU/ e-overheid/ e-inspectie • Als boven maar nu uitbesteding technische ontwikkeling aan ICTU - Onwikkeling van semantisch model direct geintegreerd in semantiek e-inspecties, OLO etc. door ICTU of door gespecialiseerd bureau in opdracht of nauwe samenwerking met ICTU • Servicebeschrijvingen completeren en daarmee nauwkeuriger afbakening aanbrengen tussen rollen Rijk/ICTU enerzijds en vakverenigingen anderzijds. • Werkwijze zoals bij OLO; eventuele integratie met OLO voorbereiden of analoog aan OLO landelijke server omgevingshandhaving opzetten.
Voordelen • Garantie op realisatie doelen e-overheid • Integratie van OLO, e-inspectie projecten en integraal toezichtprotocol zorgt voor eenduidige ICT (technische) architectuur. Nadelen • Behalen praktische doelen duurt langer (daadwerkelijke gegevensuitwisseling, ondersteuning besturen en uitvoerders) • Initiële investering hoog • Grote afstand met praktijk van de handhavers. Risico op minder draagvlak in de uitvoering.
15
7
Fasering ontwikkeling
Onderstaand de verschillende “groei” fases voor de informatisering van het integraal toezichtprotocol. De fasering is uitgewerkt voor de “actieve aanpak door de vakverenigingen”. In de planning is het moment gemarkeerd (5 maanden na de start) waarop de eerste concepten worden opgeleverd van de technische documentatie waarmee de IT-leveranciers “aan de slag kunnen”. Het betreft hier minimaal de kern- of basisgegevens van het integraal toezichtprotocol die nu in de papieren versie (en op die site www.checklist.nu) beschikbaar zijn. Ook is het moment gemarkeerd waarop naar verwachting de eerste IT-producten beschikbaar zijn op basis van bovengenoemde eerste concepten. In de volgende paragraaf is per fase een omschrijving opgenomen. Maand Fase 0
Omschrijving Initiëren van de projector‐ ganisatie
1
Bouwfase
1a
1b
1c 2 3
4 5
1
5a
Uitbreiden Toevoegen van informatie tijdbesteding
5b
Toevoegen van objectgere‐ lateerde informatie
5b
Leveren van samengestelde handhavinginformatie
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
← Oplevering 1e concepten
Ontwikkeling gegevensmo‐ del, en berichten Structureren/ op gang brengen gebruik gegevens toezichtprotocol Ontwikkelen beheersin‐ strument voor gegevens toezichtprotocol Opleiding en communicatie Onderzoek kwaliteitsbor‐ ging Toevoegen meerdere wetten/ regelingen en objectfases
2
← 1e IT‐ producten
pm
16
18
19
20
21
22
23
24
7.1
Beschrijving van de fasering
In deze paragraaf is een korte omschrijving opgenomen van de beoogde fasering bij het informatiseren van het integrale toezichtprotocol, gebaseerd op een actieve aanpak. o Fase 0, Initiëren van de projectorganisatie o Vorming projectorganisatie inclusief gezamenlijk secretariaat (zie H8) o Opstellen/ uitwerken projectplan voor 2 jaar o Besluitvorming over het projectplan o Eventuele aanbesteding van vaste ondersteuning/ adviseurs Start: Na besluitvorming door de besturen van de vakverenigingen en het rijk als sponsor Afronding: Zes weken na de start Uitvoering; door huidige secretariaten vakverenigingen. Op te leveren; Projectplan voor 2 jaar, Opdrachtomschrijvingen en opdracht secretariaatsfunctie en ondersteuning/ adviseurs o Fase 1 Bouwfase o 1a Ontwikkeling gegevensmodel, en berichten Start: Direct na afronding fase 0 Afronding: Drie maanden na start Uitvoering: Regie door werkgroepvoorzitter strategie/ informatisering. Uitvoering opstellen technische documentatie extern bureau. Documentatie niet-technische aspecten service’s door werkgroepleden en vaste adviseurs. Op te leveren; o Concept gegevenswoordenboek/ semantisch model. Opstellen volgens afbakening in dit document, uitwerking volgens principe’s Nora 2.0, afwijkingen beargumenteerd en gedocumenteerd. Commentaarronde met vakgroepen, IT-platform en ICTU/ e-inspectie. Verwerken opmerkingen en vaststellen eerste versie. o Concept berichtdefinities (“gegevens toezichtprotocol” en “overzicht controleresultaten omgevingsrecht”). Opstellen volgens afbakening in dit document, uitwerking volgens principe’s Nora 2.0, afwijkingen beargumenteerd en gedocumenteerd. Commentaarronde met vakgroepen, IT-platform en ICTU/ e-inspectie. Verwerken opmerkingen en vaststellen eerste versie. o Opstellen concept service beschrijvingen (inclusief service “Wet en regelgeving” en samengestelde handhaving uitvoeringsinformatie). Commentaarronde met betrokkenen en vaststellen eerste versie. o Opstellen concept intentieovereenkomst met leveranciers. o 1b Structureren/ op gang brengen gebruik gegevens toezichtprotocol ten behoeve van de services “Gegevens toezichtprotocol” en “Overzicht controleresultaten omgevingsrecht”; Start; Direct na afronding fase 1a Afronding; Afhankelijk van IT-leveranciers. Streven naar toezegging implementatie in eerstvolgende release binnen half jaar na afronding fase 1a. Uitvoering; Werkgroepvoorzitter strategie/ informatisering. Op te leveren; o Regelmatig overleg IT-platform. Eventueel 1 op 1 contacten met IT-leveranciers en gebruikersverenigingen. Uitmondend in onder andere getekende intentieovereenkomsten.
17
o Besluitenlijst werkgroepvergadering met toezegging implementatie door IT-leveranciers. o Testversies van de overzichten controleresultaten omgevingsrecht per IT-applicatie. o 1c Ontwikkelen beheersinstrument voor gegevens toezichtprotocol Start; Direct na fase 1a Afronding; drie maanden na de start Uitvoering; Uitvoering onder regie werkgroepvoorzitter Op te leveren; Beheersapplicatie gegevens toezichtprotocol inclusief overzichten controleresultaten omgevingsrecht o Fase 2 Opleiding en communicatie Start; Afronding; Uitvoering; Op te leveren; Zie separaat projectplan. o Fase 3 Onderzoek kwaliteitsborging Start; Na oplevering fase 1b Afronding; drie maanden na de start Uitvoering; Werkgroep strategie/ informatisering onder leiding van de voorzitter Op te leveren; Advies op basis van argumenten aan stuurgroep inclusief plan van aanpak vervolg. o Fase 4 Toevoegen meerdere wetten/ besluiten/ richtlijnen en verschillende objectfases in services “Gegevens toezichtprotocol” en “Overzicht controleresultaten omgevingsrecht” Start; Na afronding fase 1b Afronding; Nvt; overlopend in beheersfase Uitvoering; Werkgroep gegevens toezichtprotocol onder leiding van de voorzitter Op te leveren; Viermaal per jaar een actualisatie van de gegevens van het toezichtprotocol. o Fase 5 Uitbreiden o Fase 5a Toevoegen van informatie tijdbesteding Start; Na afronding fase 1b Afronding; Nvt; overlopend in beheersfase Uitvoering; Werkgroep strategie/ informatisering onder leiding van de voorzitter Op te leveren; uitbreiding protocol met benodigde en werkelijk besteedde tijd, o Fase 5b Toevoegen van objectgerelateerde informatie Start; Na afronding fase 1b Afronding; Nvt; overlopend in beheersfase Uitvoering; Werkgroep strategie/ informatisering onder leiding van de voorzitter Op te leveren; Update’s en uitbreidingen van technische documenten uit fase 1a o Fase 5c Leveren van samengestelde handhavinginformatie Start; Na opstart fase 1c Afronding; Nvt; overlopend in beheersfase Uitvoering; Werkgroep strategie/ informatisering onder leiding van de voorzitter Op te leveren; Overzichten samengestelde handhavinginformatie; periodieke rapportage met uitgevoerd toezicht en bijbehorende kwalitatieve beschrijving van de rapportage.
18
8
De projectorganisatie integraal toezichtprotocol
Kenmerkend voor de aanpak van het integraal toezichtprotocol is het vakeigen karakter van de deelnemende vakverenigingen. Voor het verkrijgen van draagvlak en daarmee het welslagen van het project is het van belang om de pluriforme achterban op een aansprekende wijze te bedienen. De vakverenigingen fungeren als portaal richting uitvoerenden voor het integraal toezichtprotocol. Zij hebben een directe band met de toezichthouders en weten wat er binnen de vakdiscipline leeft. De vakverenigingen dragen zorg voor actualisering en optimalisering van de vakspecifieke content van het integraal toezichtprotocol en de contacten met achterban. Uit de eerdere fase van het integrale toezichtprotocol is wel gebleken dat een centrale secretariaatsfunctie noodzakelijk is. Dit om de gemeenschappelijke doelen te bewaken zoals voortgang bij het plannen van vergaderingen, de voorgenomen uitbestedingen, eenduidigheid in de aanpak en de communicatie ICT-marktpartijen en het Rijk. Hieronder is schematisch de projectorganisatie integraal toezichtprotocol weergegeven voor de opties “Al doende” en “Actieve aanpak door vakverenigingen”. Voor de opties “De nul optie” kan de projectorganisatie kleiner worden. Voor de optie “Aanpak via ICTU/ e-overheid/ e-inspectie” zal juist de samenwerking met het rijk nog verder moeten worden uitgewerkt. Op de volgende pagina’s is een toelichting opgenomen.
Lokale overheid
Bouwtoezicht
Brandweer toezicht
Milieutoezicht
Projectorganisatie integraal toezichtprotocol Vakgroep Bouw
Secretariaat
Wg strategie/ informatisering
Vakgroep Brandweer
Wg inhoudelijke gegevens Vakgroep Milieu
Wg opleiding/ communicatie
Stuurgroep integraal toezichtprotocol (vertegenwoordiging van besturen VBWTNL, NVBR, PMGG, VROM en LOM)
19
IT- platform Leveranciers en gebuikersvertegenwoordiging IT – applicatie’s
Eventuele Rijksoverleggen strategie informatisering
Stuurgroep integraal toezichtprotocol Taken; Besluitvorming omtrent visie, aanstellen secretariaat, budgetten en jaarplannen, controle van de besteedde middelen Deelnemers; Vertegenwoordiging van de besturen van de vakverenigingen. Vertegenwoordiging VROM, Secretariaat Secretariaat Aan te stellen door of namens de stuurgroep integraal toezichtprotocol. Taken; (laten) organiseren van vergaderingen, (laten) maken van agenda’s en besluitenlijstjes, leden en gebruikersregistratie, opzetten/ onderhoud informatie op internet. (laten) beantwoorden van vragen. Het is niet noodzakelijkerwijs zo dat het secretariaat aan alle vakgroep en werkgroepbijeenkomsten deelneemt. Voor deeltaken kan, indien noodzakelijk, vakspecifieke ondersteuning worden ingehuurd. Projectorganisatie integraal toezichtprotocol De projectorganisatie integraal toezichtprotocol bestaat uit vakgroepen, werkgroepen en het secretariaat. De projectleiders van de vakgroepen, de werkgroepen en het secretariaat vormen samen het dagelijks bestuur ofwel de projectgroep (niet los aangeduid in bovenstaande figuur). Iedere projectleider van de vakgroep verzorgt bij voorkeur tevens het voorzitterschap van een van de integrale werkgroepen. Op deze wijze worden de werkzaamheden per werkgroep gecoördineerd. De bevoegheden en taken van de projectleiders zullen nader door de stuurgroep worden vastgesteld. Het voordeel van deze “portefeuille”-benadering is dat het tijdsbeslag op de afzonderlijke projectleiders door verdeling van de taken wordt beperkt. Dit moet het mogelijk maken om deze functie naast een uitvoerende functie bij een gemeente te vervullen. Vakgroepen Taken; contact met de vakspecifieke achterban ten behoeve van draagvlak voor het integrale toezicht protocol, uitrol vakdeel integraal toezichtprotocol, beheer vakgerichte content, bijdragen aan integrale werkgroepen. Deelnemers; De vakverenigingen organiseren binnen hun achterban een klankgroep of vakgroep bestaande uit 5 – 10 inhoudelijke deskundigen. Op momenten waarop dit noodzakelijk is is een afvaardiging vanuit de werkgroepen of het secretariaat aanwezig bij de vakgroepvergaderingen. Werkgroepen Taken; De werkgroepen borgen een eenduidige aanpak op het vlak van respectievelijk de strategie, informatisering, de beschrijving van de gegevens (zoals het gebruik van begrippen) en de opleiding/ communicatie. Deelnemers; De werkgroepen zijn voor minimaal de helft samengesteld uit leden van de vakgroepen. Daarnaast nemen een of meerdere adviseurs deel aan de werkgroepen.
20
IT-platform; Taken; Borgen toepasbaarheid en kwaliteit services/producten integraal toezichtprotocol Deelnemers; Vertegenwoordigers IT-leveranciers en gebruikersverenigingen van de IT-applicaties, secretariaat en afvaardiging werkgroep strategie/ informatisering Rijksoverleg strategie/ informatisering integraal toezichtprotocol Taken; Borgen landelijke doelen (IT en vakinhoudelijk), afspraken maken over verdere ontwikkeling wet (rijkskant) en integraal toezichtprotocol (vakgroepen kant) Deelnemers; werkgroepleden strategie/ informatisering, secretariaat, afvaardiging Rijk
21
9
Financiën
9.1
De ontwikkeljaren
Voor de scenario’s “Al doende” en “Actieve aanpak door de vakverenigingen” is in de bijlage een eerste concept kostenraming opgenomen. Voor het scenario “De nul-optie” is dit achterwege gelaten omdat de externe kosten hierbij nihil zijn. Voor het scenario “Aanpak via ICTU/e-overheid/e-inspectie” is dit achterwege gelaten omdat de kosten dan voornamelijk binnen de landelijke overheid worden gemaakt (los van de vakverenigingen. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij de opzet van de kostenraming; • Naast externe kosten zijn ook de kosten van inzet van ambtenaren van lokale overheden geraamd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen inzet van ambtenaren voor overleggen en inzet buiten het overleg voor het uitwerken van onderdelen van het integrale toezichtprotocol. Veelal is er draagvlak in de ambtelijke organisatie om de benodigde overleggen bij te wonen. Ten behoeve van het uitwerken van onderdelen buiten de overleggen is compensatie nodig van de enthousiasten die de benodigde aktiviteiten oppakken. • Er is één secretariaat geraamd. • De ontwikkeltijd is twee jaar (doorlooptijd). Daarna vangt de beheersfase aan. • Voor het scenario “Actieve aanpak” geldt dat met de opgesomde middelen minimaal fase 1 tot en met 4 kunnen worden afgerond. Met fase 5 (Uitbreiding) kan worden aangevangen maar deze fase loopt over in de beheersjaren; financiering komt dan ook uit de geraamde opbrengsten in de beheersjaren. • Er zijn geen opbrengsten voor de samengestelde handhavinginformatie geraamd. • Voor het scenario “Al doende” geldt dat vooraf geen projectresultaten kunnen worden gegarandeerd. De totale kosten voor de aanpak “Al doende” worden op basis van bovenstaande uitgangspunten geraamd op € 259.000. Hiervan kan € 151.000 door gemeenten worden gedekt door inzet van eigen personeel en opbrengsten lidmaatschap. Voor deze aanpak is een investeringskapitaal nodig van € 108.000 verspreid over twee jaar. De totale kosten voor de “Actieve aanpak door vakverengingen” worden op basis van bovenstaande uitgangspunten geraamd op; € 575.000. Hiervan kan € 239.000 door gemeenten worden gedekt door inzet van eigen personeel en opbrengsten lidmaatschap. Voor deze aanpak is een investeringskapitaal nodig van € 335.000 verspreid over twee jaar.
9.2
De beheersjaren
In de bijlage is een raming opgenomen van de kosten en opbrengsten in de beheersjaren na de informatisering van het integrale toezichtprotocol. De kosten worden jaarlijks geraamd op €84.000. De opbrengsten worden jaarlijks geraamd op €97.500. Het verschil kan worden beschouwd als een reservering voor onvoorziene uitgaven.
22
10
Aandachtspunten voor besluitvorming • Besluit over de wenselijke aanpak volgens de beschrijvingen uit hoofdstuk 6. De werkgroep adviseert een actieve aanpak door de vakverenigingen, indien de initiële middelen hiervoor door VROM ter beschikking worden gesteld. • Besluit over de gewenst fasering. De werkgroep adviseert de fasering zoals beschreven in hoofdstuk 7 • Besluit over de projectorganisatie. De werkgroep adviseert een projectorganisatie zoals beschreven in hoofdstuk 8 • Besluit over het aanstellen van een secretariaat. De werkgroep adviseert te kiezen uit; o Optie is onderbrengen bij SIKB (Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer) of stadswerk o Optie is onderbrengen bij adviesbureau via aanbesteding o Optie is om samen een nieuwe organisatie te ontwikkelen, vergelijkbaar aan SIKB o Optie is om te fuseren (PMGG, VBWTNL, NVBR) • Besluit over de gevraagde financiële bijdragen lokale overheden en vraag aan Rijk/ VROM.
23
Bijlage 1 Relevante bronnen van informatie/ links Relevante links in verband met de verkenning informatisering toezichtprotocol; E-overheid; www.ictu.nl (hier is het programma e-inspecties ondergebracht)l www.e-overheid.nl (onder andere Nora) www.e-inspecties.nl (onder andere www.ossos.nl (platform van open standaarden) www.xbrl-ntp.nl (Het Nederlandse Taxonomie Project) www.metainfo.nl (Platform voor meta-data binnen de Nederlandse overheid) Vakverenigingen; www.vereniging-bwt.nl (vakvereniging Bouw- en woningtoezicht) www.nvbr.nl (vakvereniging brandweer) www.pmgg.nl/barim (vakvereniging milieutoezicht) Overig; www.wikihandhaving.nl (Wiki in beheer van het servicecentrum Handhaving van het Ministerie van Justitie met informatie over en door handhavers; zie ook de ingang toezichtprotocol in de woordenlijst; woordenlijst staat onderaan de homepagina) www.tzpmilieu.wiki.xs4all.nl (verouderd experiment mbt werken met wiki) http://tzpomgevingsrecht.pbwiki.com (enkele testpagina op een commerciële wiki- provider)
24
Bijlage 2 Begripsdefinities Object fase; Plan, Bouw, Gebruik, Sloop Projectcategorie; Bouw; bouwfase, 9 categorien op basis van bouwsom en Wonen, bedrijven, utiliteit Bouw, gebruiksfase; leeftijd gebouw > of < dan xx jaar Milieu; activiteiten Brandweer; pm Controlepunt (ook wel controle element genoemd); Kleinst te onderscheiden zinvolle onderdeel van een controle. Het controlepunt heeft een vaste relatie naar een voorschrift. Per controlepunt worden diverse gegevens zoals een checklistzin, benodigd kennisniveau vastgelegd. Thema indeling; Een indeling die wordt gebruikt om de controlepunten te ordenen naar het doel van de onderliggende voorschriften. Zie bijlage Controleobject; Het bouwwerk of perceelgrond dat de controle ondergaat. Controle diepgang; S of 0 Steekproef (S bij tekstuele weergave, 0 bij cijfermatig vastleggen) 1 Visuele controle (Quick Scan) 2 Beoordeling van hoofdlijnen en hoofdaspecten 3 Beoordeling hoofdlijnen en kenmerkende details 4 Algehele controle van alle onderdelen Controle diepgang omschrijving Omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden bij het betreffende controlepunt met het betreffende diepgangniveau. Prioriteit controlepunt Score per controlepunt die de onderlinge prioriteit tussen de verschillende controlepunten aangeeft. De score kan gebruikt worden als selectiecriterium ten behoeve van het samenstellen van controles. Checklistzin; Omschrijving per controlepunt van de strekking van het te controleren voorschrift. De checklistzin richt zich op de toezichthouder met enkele jaren ervaring in het betreffende vakgebied. De zin hoeft niet in juridische zin het volledige voorschrift te omvatten.
25
Bijlage 3; Services 1 Afspraken over het ter beschikking stellen van wet- en regelgeving Onderstaand een aantal aspecten met betrekking tot het aanleveren van de wet door de Rijksoverheid; • Inhoudelijk; o Minimaal gaat het om de Wabo en bijbehorende uitvoeringsbesluiten; In ieder geval actueel Bouwbesluit, Gebruiksbesluit, Activiteitenbesluit. o Gefaseerd wetten toevoegen binnen deze serviceovereenkomst zoals Vuurwerkbesluit, Besluit Landbouw milieubeheer, besluit glastuinbouw milieubeheer, besluit mestbasins milieubeheer, Wet bodembescherming en uitvoeringsbesluiten etc. o Gefaseerd onderliggende landelijke richtlijnen toevoegen zoals PGS-richtlijnen. o Wettekst en artikel gewijze toelichting inclusief. • Technische randvoorwaarden o Documentatie van de gegevensstructuur. o (consistente) Referentiecodes voor Wet- of besluitnaam, voorschriften, activiteiten. De betreffende codes worden gebruikt bij de rapportage/ evaluatie. Consistent in de komende jaren maar ook consistentie tussen de aan te leveren wetten onderling. o Levering vooralsnog bij voorkeur in MS-excel of MS-access bestand. o Levering vooralsnog per email. o Levering vooralsnog bij voorkeur via vakverenigingen, bv in de toekomst groeien naar aanlevering via webservice direct aan gebruiker. Bij aanleveren via webservice voorlopig graag documentatie en ondersteuning hoe een en ander eenvoudig in MSexcel en/of MS-Access kan worden ingelezen. Dit is tijdelijk nodig, op de lange duur niet meer. • Procesmatig o De Rijksoverheid wijst een contactpersoon aan. De vakverenigingen wijzen gezamenlijk 1 secretaris als contactpersoon en afzonderlijk elk 1 contactpersoon per discipline aan. o In de komende 3 jaar “groeit” het toezichtprotocol. Minimaal 2x per jaar is er een gesprek over de ontwikkeling in het aanleveren van de Wet door de Rijksoverheid tussen bovengenoemde contactpersonen. o Minimaal 2x per jaar wordt de Wet opnieuw aangeleverd, indien sinds vorige update aanpassingen zijn geweest. SVP documentatie van wijzigingen toevoegen. o Tijdelijk, zolang de communicatie via MS-office bestanden verloopt; De aangeleverde informatie zal, na het toevoegen van informatie mbt het toezichtprotocol worden “doorgeleverd”. SVP de voorwaarden en eventueel disclaimer tekst bijvoegen die de vakverenigingen moeten doorcommuniceren met het “doorleveren” van de door de Rijksoverheid aangeleverde informatie. Na implementatie van webservices wederzijds is dit niet meer nodig. • Financieel o De service is gratis ten behoeve van het gebruik voor het omgevingstoezicht door lokale overheden en voor indirecte ondersteuning van het omgevingstoezicht door leveranciers.
26
2 Gegevens integraal toezichtprotocol Onderstaand een aantal aspecten met betrekking tot het leveren van de gegevens integraal toezichtprotocol door de gezamenlijk vakverenigingen VBWTNL, NVBR en PMGG; • Inhoudelijk; o De minimaal te leveren gegevens zijn beschreven in hoofdstuk 6 onder I en II en omvatten bij aanvang van de serviceovereenkomst de gebruiksfase voor de Wabo en bijbehorende uitvoeringsbesluiten; bouwbesluit, gebruiksbesluit, activiteitenbesluit. o Gefaseerd zullen gegevens worden toegevoegd binnen deze serviceovereenkomst zoals overige fases, benodigde tijdbesteding, en/of zullen de gegevens betrekking hebben op meer wetgeving/ richtlijnen. • Technische randvoorwaarden o Gebruik van (consistente) Referentiecodes voor Wet- of besluitnaam, voorschriften, aktiviteiten op basis van de wet. o Levering vooralsnog in MS-excel of MS-access bestand. Halfjaarlijkse update. o Levering via het gezamenlijk secretariaat. o In de toekomst groeien naar verdere implementatie van de e-overheid principes (zoals aanlevering via webservice direct aan gebruiker). • Procesmatig o De vakverenigingen wijzen gezamenlijk 1 secretaris als contactpersoon en afzonderlijk elk 1 contactpersoon of vakgroepleider per discipline aan. o De vakverenigingen stellen een vakgroep samen. In de vakgroep nemen op uitnodiging vakspecialisten deel van de vakverenigingen, eventueel secretariaat van de vakverenigingen en ondersteuning. De projectgroep vergadert minimaal 4x per jaar. Bovengenoemde contactpersoon organiseert de vergaderingen. o Vakverenigingen organiseren minimaal 1x per jaar een sectorale en 1x per jaar een integrale gebruikersbijeenkomst om ervaringen uit te wisselen en (de prioriteiten in) de gebruikserswensen te inventariseren o Vakverenigingen organiseren minimaal 2x per jaar een IT-leveranciers bijeenkomst om ervaringen uit te wisselen en (de prioriteiten in) technische ontwikkeling te inventariseren. o In de komende 3 jaar “groeit” het toezichtprotocol. Minimaal 2x per jaar is er een update. Documentatie over wijzigingen zal worden toegevoegd.
27
o • Financieel o Lokale overheden betalen jaarlijks een bijdrage voor het gebruik van deze service. o De service kan per sector (bouw, milieu, bandweer) of integraal afgenomen worden. o De service is bedoeld voor integratie in het bedrijfsinformatiesysteem van de lokale overheid. Genoemde “deel” services zijn tegen een lage vergoeding beschikbaar voor “handmatig” gebruik (niet in bedrijfsinformatiesysteem geïntegreerd toepassen van het integraal toezichtprotocol). o Lokale overheden die het protocol willen gebruiken registreren zich via de door de vakverenigingen aangewezen secretaris of via de contactpersoon per discipline. o Jaarlijks zal de benodigde bijdrage per email aan geregistreerde gebruikers bekend worden gemaakt. o Geregistreerde gebruikers ontvangen korting bij voorlichtingsdagen en training met betrekking tot het toezichtprotocol. o Ondersteunende partijen zoals IT-leveranciers staat gebruik van de service ten behoeve van geregistreerde lokale overheden.
28
3 Overzicht controleresultaten omgevingsrecht • Inhoudelijk; o De minimaal te leveren gegevens zijn beschreven in hoofdstuk 6 onder III en IV en omvatten bij aanvang de gebruiksfase voor de Wabo en bijbehorende uitvoeringsbesluiten; bouwbesluit, gebruiksbesluit, activiteitenbesluit. o Gefaseerd zullen gegevens worden toegevoegd binnen deze serviceovereenkomst zoals overige fases, benodigde tijdbesteding, en/of zullen de gegevens betrekking hebben op meer wetgeving/ richtlijnen. o Deze service bedoeld om (1) de lokale overheid te helpen aan de informatie/ enquete vraag van onder meer de landelijke overheid te voldoen (bv. De LOM enquete), (2) op lange termijn raadplegen/ benchmarken van de resultaten van overheden onderling. o Vakverenigingen spannen zich in om deze service te ontwikkelen teneinde de “bevragingslast” voor lokale overheden door derden te verminderen. • Technische randvoorwaarden o Gebruik van (consistente) Referentiecodes voor Wet- of besluitnaam, voorschriften, aktiviteiten op basis van de wet en zoals opgegeven middels de service gegevens integraal toezichtprotocol. o Gebruik referentie naar gecontroleerde objecten (nader te beschrijven) o Levering vooralsnog in MS-excel of MS-access bestand. Halfjaarlijkse update. o Levering via het gezamenlijk secretariaat. o In de toekomst groeien naar verdere implementatie van de e-overheid principes (zoals aanlevering via webservice direct aan gebruiker). • Procesmatig o De vakverenigingen wijzen gezamenlijk 1 secretaris als contactpersoon en afzonderlijk elk 1 contactpersoon per discipline aan. o Lokale overheden maken hun contactpersoon bekend aan bovengenoemd secretaris. o Overlegstructuur; zie “Gegevens toezichtprotocol omgevingsvergunning”. o In het gebruikseroverleg worden afspraken gemaakt over de voorwaarden voor gebruik en exacte velden die voor de verschillende gebruiksdoelen ter beschikking mogen worden gesteld. o In de komende 3 jaar “groeit” het toezichtprotocol. Minimaal 1x per jaar is er een update van de specificatie voor het aan te leveren overzicht controles. Documentatie over wijzigingen zal worden opgesteld. • Financieel o Lokale overheden stellen deze service gratis ter beschikking. Lokale overheden die gegevens via deze service willen aanleveren registreren zich via de door de vakverenigingen aangewezen secretaris of via de contactpersoon per discipline. o Geregistreerde gebruikers ontvangen korting bij voorlichtingsdagen en training met betrekking tot het toezichtprotocol.
29
4 Samengestelde handhaving uitvoeringsinformatie • Inhoudelijk; o Maximaal draagvlak voor aanleveren gegevens door lokale overheden kan worden bereikt door afspraken tussen Rijksoverheid en vakverenigingen over de samenstelling van de handhavinginformatie ten behoeve van de rijksoverheid. o In overleg daarom gebruiksdoelen en bijbehorende formats ontwikkelen. • Technische randvoorwaarden o Vooralsnog uitwisseling van gegevens per email en/of rapportages op website. • Procesmatig o (Half?)Jaarlijkse bijeenkomst over de voortgang van de ontwikkeling van deze service en benodigde ontwikkeling services lokale overheden. o De Rijksoverheid wijst een contactpersoon aan. De vakverenigingen wijzen gezamenlijk 1 secretaris als contactpersoon en afzonderlijk elk 1 contactpersoon per discipline aan. o Gegevens uitvraag door vakverenigingen bij lokale overheden o Rapportages op basis van ontvangen gegevens met inachtneming van bovenstaande afspraken. • Financieel o o
De kosten worden elk jaar in onderling overleg vastgesteld tussen vakverenigingen en Rijksoverheid Ten behoeve van deze service draagt de Rijksoverheid ook 50% bij aan de indirecte kosten voor de services aan/van lokale overheden (de service “Gegevens integraal toezichtprotocol” en “Overzicht controleresultaten omgevingsrecht”.
30
Bijlage 4 Bekende betrokken leveranciers
Nr. Naam bedrijf
Contactpersoon bedrijf Han Kuiper
[email protected]
Contactpersoon gebruikersvereniging Jeroen Vogel (Milieudienst westfriesland),
[email protected] Peter Esselaar; Milieuadviesdienst Leeuwarden,
[email protected]
1
Bisschop en partners
2
Sigmax/ Arcadis
3
Centric
4
Squit XO/ Haskoning
Rob van Tiel
[email protected]
5
Nazca-i
6
Yucat
Ton Korts,
[email protected] , Marc Stork,
[email protected] Barry Peet,
[email protected] J.M. Steensma,
[email protected]
7 8
Genetics REM automatisering
Pm,
[email protected] Donald Kumers;
[email protected]
pm pm
9
Royal Haskoning
Dick Scholten,
pm
M. van den Eijnden
[email protected] Thijs Noordewier
[email protected]
31
Mevr. Mariette Daanen (Gemeente Oss),
[email protected] Nol Verheul, Milieudienst NoordWest Utrecht,
[email protected] pm
pm
Bijlage 5 Relatie met Nora 2.0 Hieronder de resultaten van een quick scan naar de voor de verkenning informatisering toezichtprotocol relevante principes uit Nora 2.0. Niet alle principes uit Nora 2.0 zijn opgenomen. Nora principe
Soort principe
Omschrijving
5.1.1
De jure
Overheidsorganisaties soeverein
5.1.3
E-overheid
Overheden werken samen binnen de eoverheid
5.1.4
E-overheid
Diensten via meerdere “kanalen” beschikbaar
5.1.5
E-overheid
5.1.1.1
Intern
5.1.1.2
Intern
5.2.1.1
E-overheid
Overheden werken samen aan diensten voor burgers en bedrijven op basis van servicegerichte architectuur - “elke organisatie levert vanuit zijn kernfunctie services aan andere organisaties” - “een service is een afgerond pakket activiteiten dat door een organisatie wordt uitgevoerd en dat door andere organisaties wordt gebruikt om op zijn beurt de eigen functie te kunnen vervullen” Interne besturing van organisatie is gebaseerd op planning en control met gebruikmaking van adequate prestatie indicatoren Overheidsorganisaties werken systematisch aan kwaliteitsverbetering. Overheidsorganisaties bieden op transparante wijze nauwkeurig omschreven diensten aan. ”Een dienst is het resultaat of effect van een afgeronde inspanning die de overheid op basis van wettelijke taken levert en waarmee in een behoefte van een burger of bedrijf wordt voorzien.”
32
Gevolg voor project informatisering integraal toezichtprotocol Discussie; Waar ligt de verantwoording voor gezamenlijke gegevens? Dit principe vormt een belangrijke basis voor het tzp omgevingsrecht Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Rekening mee houden op langere termijn.
Rekening mee houden op langere termijn. Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Nora principe
Soort principe Omschrijving
5.2.1.5
E-overheid
5.2.1.7
E-overheid
5.2.1.15
De jure
5.2.1.16
E-overheid
5.2.2.2
E-overheid
Service- en dienstbeschrijvingen moeten gerelateerd worden aan een semantisch model waarin de betekenis van de service of dienst staat uitgedrukt. Vaak zal dit zijn in de vorm van een gegevenswoordenboek, waarin de betekenis en de bedoeling van de gebruikte gegevens worden vastgelegd. Hierbij wordt een relatie gelegd met de context waarbinnen de gegevens worden gebruikt. Combinatiediensten en eisen daaraan. Bedrijven en instellingen krijgen door middel van het bedrijven- en instellingennummer een digitale, unieke identiteit. Het KvK nummer dient gebruikt te worden bij het verlenen van individuele diensten aan bedrijven en instellingen via websites van de overheid, inclusief de Overheids TransactiePoort (OTP). De klant wordt op een persoonlijke manier benaderd. De klant wordt in contacten ‘herkend’ en gevolgd. Dit betekent dat de kenmerken, de situatie van de klant bekend en bepalend zijn voor de wijze waarop het contact plaatsvindt. Een actueel overzicht van de gegevens van de klant wordt ook wel het ‘klantbeeld’ genoemd. Het centraal aanbieden van services wordt gecoördineerd door een overheidsbreed coördinatiemechanisme.
33
Gevolg voor project informatisering integraal toezichtprotocol Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Rekening mee houden op langere termijn. Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Rekening mee houden op langere termijn.
Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Nora principe
Soort principe Omschrijving
5.2.2.3
E-overheid
5.3.1 t/m 5.3.12
E-overheid en intern
6.1.1.2
Intern
6.1.1.8
Intern
6.1.1.9
Intern
6.1.2.1
E-overheid
6.2.1.3
E-overheid
Overheidsorganisaties maken afspraken over het verlenen van services. ” Een service is het resultaat van een afgeronde inspanning die een organisatie, medewerker of applicatie op basis van wettelijke taken of onderling gemaakte afspraken levert en waarmee in een behoefte van een of meer andere organisaties, medewerkers of applicaties wordt voorzien” Eisen aan keten- en procesbeschrijving
Applicaties voeren services van slechts één functioneel domein uit. De overheid als een netwerk, bestaande uit vele organen, die via koppelingen aan elkaar services verlenen. Hiermee komen de eerder genoemde voordelen van de SGA ook volledig tot hun recht. Zodra dit principe wordt losgelaten verdwijnt de gewenste transparantie en bouwen we de probleemgevallen (spaghettistructuren) van de toekomst. Applicaties maken gebruik van de standaard faciliteiten van hun omgeving. Ontwikkelstraten maken gebruik van internationale open standaards tav frameworks voor toolsets en methoden en technieken voor software ontwikkeling. Dienstverleningskanalen sluiten waar mogelijk aan op de generieke bouwstenen van de e-overheid. Beleid en regelgeving moeten in onderlinge samenhang via Internet ontsloten kunnen worden. Hiervoor worden de richtlijnen gevolgd.
34
Gevolg voor project informatisering integraal toezichtprotocol Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Rekening mee houden tijdens ontwerp in deze fase van het project! Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase
Rekening mee houden “op de achtergrond” tijdens ontwerp en implementatie Rekening mee houden “op de achtergrond” tijdens ontwerp en implementatie Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase Discussie; inzicht in gegevens toezichtprotocol verantwoordelijkheid centraal of decentraal
Nora principe
Soort principe Omschrijving
6.2.3.1 t/m 6.2.3.8
E-overheid
6.2.1.4 t/m 6.2.6.4 muv 6.2.6.1 6.2.6.1
E-overheid
6.3.1 t/m 6.3.3 6.4.1 t/m 6.5.3 7.2.2
E-overheid
7.2.1.2.
8 9
De jure
Gevolg voor project informatisering integraal toezichtprotocol Eisen aan gegevensopslag, metadata, Discussie; over “eigenaarverantwoording, kwaliteit (actualiteit en schap” gegevens belangrijk betrouwbaarheid), beschikbaarheid voor voor architectuur en definitie de gehele overheid van services Eisen aan de beschrijving van de structuur Rekening mee houden tijvan gegevens en berichtuitwisseling. Dedens ontwerp tijdens ontze eisen bepalen de scope en wijze van werpfase gegevensdefinitie
Gebruik basisregistraties. Let op discussie Discussie over “eigenaarover e-dossiers en push/pull op pag. 136- schap” gegevens belangrijk 137 van Nora 2.0 voor architectuur en definitie van services Standaarden voor berichtenuitwisseling; Randvoorwaardelijk XML-familie,
E-overheid en intern
Eisen aan het berichtenverkeer
Intern
Gegevensverzamelingen worden op een standaard manier beschreven
Intern
Vanuit een gegevensverzameling worden gegevensservices verleend Beheer; nog niet beoordeeld Beveiliging en privacy; nog niet beoordeeld
35
Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase Rekening mee houden tijdens ontwerp tijdens ontwerpfase Discussie over “eigenaarschap” gegevens belangrijk voor architectuur en definitie van services Pm Pm
Bijlage 6 Thema indeling Onderstaand een overzicht van de gebruikte thema’s en subthema’s en het totaal aantal controlepunten in het excel bestand van het project integraal toezichtprotocol (stand van zaken 30-7-08) Thema Afval Totaal Afval Algemeen
Totaal Algemeen Bodem
Totaal Bodem Bouwkunde
Totaal Bouwkunde Brandveiligheid
SubThema Afvalbeheer Afvalpreventie
Totaal 19 1 20 Gebruiksmelding, incl. tekeningen 2 Gebruiksvergunning, incl. goedgekeurde tekeningen 2 Instructies 7 Logboek 2 Melden 3 Onderzoek 1 Ontruimingsplan en -oefeningen 2 Registratie 24 Vergunningen 4 Zorgplicht 1 48 Bodembescherming 80 Financiele zekerheid 5 Keuringen 13 Onderzoek 6 Verontreiniging en sanering 1 105 Binnenwand/plafond 2 Dak 4 Gevel 2 Hoogteverschil en vloerafscheiding 6 14 Aankleding en versiering 4 Blusvoorzieningen 9 Brand/rook ontwikkeling 2 Brandcompartimenten 8 Brandveiligheidinstallaties 24 Brandveiligheidsinstallaties 1 Brandwerende coatings en impregneermiddellen 2 Constructiematerialen 12 Elektriciteit en verwarming 8 Inrichting 4 Opslag stoffen 6 Sterkte bij brand 2 Sterkte constructie bij brand 4 Stooktoestellen 1 Subbrandcompartimenten 8 Vluchten 6 Vluchtmogelijkheden 4 Voorzieningen voor brandweer 8
36
Totaal Brandveiligheid Constructieve veiligheid
Draagconstructie Vloerconstructie Totaal Constructieve veiligheid Energie Energiebesparing EP-gerelateerde installaties Installaties Totaal Energie Externe veiligheid Afstandseisen Divers Instructies Keuringen Opslag gassen Opslag gevaarlijke stoffen Roken en open vuur verbod Totaal Externe veiligheid Geluid Geluidhinder bi/ bu Onderzoek Trillinghinder Totaal Geluid Hinder Overlast Totaal Hinder Lucht Emissiebeperkende voorziening Emissienormen Lucht Ventilatie ventilatie + spuicapiciteit Verbrandingslucht + rook (leeg) Totaal Lucht Omgeving Buitenschil Terrein Verkeer en vervoer Verlichting Totaal Omgeving Water Afvalwaternormen Emissiebeperkende voorziening Lozingen Waterbesparing Totaal Water Eindtotaal
37
113 8 10 18 107 5 8 120 22 33 1 8 12 56 4 136 4 1 1 6 2 2 129 20 8 1 1 1 160 6 10 1 9 26 41 52 1 2 96 864