Verkennend onderzoek WaalWeelde en Duurzaam Toerisme
Opdrachtgever Provincie Gelderland Afdeling P&C-‐MWLG Postbus 9090 6800 GX ARNHEM Uitgevoerd door TNR Advies Dr. M.A. McDonald-‐Rusius Nachtwachtplein 3 7242 CT LOCHEM www.tnradvies.nl
[email protected] telefoon 06 246 798 74 December 2011
1
Inhoudsopgave Inleiding
5
Hoofdstuk 1: De ontwikkeling van duurzaamheid in (het beleid van) de provincie Gelderland
11
Hoofdstuk 2: Toeristische duurzaamheidsprincipes en WaalWeelde
14
Hoofdstuk 3: Duurzaamheid en toerisme bij de partners van WaalWeelde
15
Hoofdstuk 4: Waar hebben deze partners op het gebied van de stimulering van duurzaam toerisme behoefte aan en welke ambities leven er op dit gebied? 18 Hoofdstuk 5: In hoeverre is de ontwikkeling van recreatie en toerisme binnen WaalWeelde op dit moment duurzaam?
24
Hoofdstuk 6: Over welke middelen kan de provincie beschikken ten aanzien van de vraagstelling?
26
Hoofdstuk 7: Welke rol kan de provincie het beste oppakken, gezien de stand van zaken van WaalWeelde en de ontwikkeling van duurzaam toerisme in het veld? 32 Bijlage 1, Geïnterviewde personen
36
Bijlage 2, Literatuur
36
Bijlage 3, Projecten die verder uitgewerkt kunnen worden
37
Bijlage 4, Analyse van beleidsdocumenten
38
© Niets uit dit werk mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TNR Advies, Margaret Ann McDonald. Vermenigvuldiging en openbaarmaking is wel toegestaan aan de opdrachtgever. De illustraties op de pagina’s 8, 26 en 27 zijn van TNR Advies (www.tnradvies.nl) en zijn auteursrechtelijk beschermd. De foto’s op de pagina’s 1, 4, 11, 12, 14, 18, 19, 21 (2x), 22 (2x), 23 (2x), 29, 29 en 33 zijn genomen door Oebele Gjaltema (www.verbeelder.nl) en zijn eveneens auteursrechtelijk beschermd.
2
Samenvatting Situatie Sinds 2006 wordt via integrale gebiedsontwikkeling gewerkt aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de rivier de Waal, onder de naam WaalWeelde. Samen met bewoners, bedrijven, bestuurders en beambten wordt de Waal duurzaam mooier, veiliger, natuurlijker en economisch sterker gemaakt. De vraag is hoe de acht doelstellingen (meer ruimtelijke kwaliteit, meer ruimte voor water, meer natuur, meer economische bedrijvigheid, passende woningen, meer recreatie en toerisme, meer zichtbare cultuurhistorie en meer aandacht voor energie en klimaat) concreet in de praktijk van WaalWeelde kunnen worden toegepast en wanneer er sprake is van duurzame toeristische beleidsontwikkeling. Verkennend onderzoek Om hierop antwoord te geven, heeft de provincie Gelderland TNR Advies verzocht een verkennend onderzoek uit te voeren met een drieledige doelstelling: • Verken de mogelijkheden en instrumenten van de provincie Gelderland om binnen WaalWeelde de ontwikkeling van duurzaam toerisme te bevorderen. • Vertaal de reeds geformuleerde principes naar handzame criteria. • Toets de huidige ambities die geconcretiseerd zijn in passend recreatief gebruik en accenten (Gebiedsgerichte uitwerking, Deel C, p. 56) op duurzaamheid. Indien dit aan de orde is, worden voorstellen voor verandering of aanvulling geformuleerd. Duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde Dit is een vorm van toeristische ontwikkeling die de eigen bestaansvoorwaarden niet aantast, zodat ook toekomstige generaties bewoners en gasten van het Waalgebied kunnen genieten. Het is een vorm van toerisme die zowel mens, milieu als de lokale cultuur van het hele gebied rond de Waal respecteert en die een evenwicht brengt in deze drie dimensies. Het is tevens een ontwikkeling die uitgaat van de beleving van de essentie van het gebied en die economisch rendabel is. De combinatie van duurzaamheid en het werken vanuit de essentie van het gebied, resulteert in een optimale 1 kwaliteitsverbetering . Criteria voor duurzame toeristische ontwikkeling 1. Draagt deze ontwikkeling rond de Waal bij aan het voortbestaan van onze aarde, hulpbronnen, grondstoffen en natuur? 2. Stimuleert deze ontwikkeling de inbreng van de bewoners en bezoekers; respecteert de ontwikkeling de lokale cultuur in het Waalgebied? 3. Draagt de ontwikkeling bij aan de beleving van de essentie van het Waalgebied? 4. Zijn bovengenoemde belangen in evenwicht? 5. Is deze ontwikkeling langdurig economisch rendabel? Beleidsontwikkeling bij gemeenten en partners: sterke verschillen De analyse van de beleidsdocumenten bij gemeenten en partners in het veld laat verschillende benaderingen zien. De regio-‐organisaties (Regionale bureaus voor toerisme en WGR-‐regio’s) spelen een sterke rol bij de ontwikkeling van het toerisme. Bij een aantal gemeente ontbreekt het aan menskracht en beleid op toeristisch gebied. Van duurzaamheid is in de toeristische ontwikkeling nauwelijks sprake. Natuurorganisaties etaleren het denken over duurzaamheid expliciet in hun beleidsvisies en werken dit concreet uit. Inhoudelijk zijn het waterschap Rivierenland en UitRwaard partners die ver gevorderd zijn in de toepassing van duurzaamheid in het gebied. NORT Gelderland werkt actief via concrete projecten aan de professionalisering van de ondernemers in de toeristische sector. Behoefteninventarisatie en ambities op het gebied van duurzame toeristische ontwikkeling Tijdens de gesprekken komt naar voren dat mensen nauwelijks actief bezig zijn met duurzaamheid en toerisme. Op zich vindt men duurzaamheid echter wel belangrijk. Hiervoor zijn twee redenen: ten eerste omdat het belangrijk is voor het voortbestaan van onze aarde en ten tweede omdat het economische kansen biedt. De geïnterviewde personen zien een beperkt aantal toepassingen van duurzaamheid in de toeristische sector: tijdens het gesprek ontdekt men, dat er toch al veel gebeurt. Er is behoefte aan informatie over duurzaamheid en toerisme: over de vorm verschilt men van mening. Voor de provincie Gelderland ziet men, in samenwerking met de regio-‐organisaties, een overkoepelende rol weggelegd. Het denken over duurzaamheid in de toeristische sector is sterk gefocust op de uitvoering van projecten, zonder dat daarbij precies duidelijk is waarom deze projecten duurzaam zijn. Er is niet echt een partner in het veld die een uitgesproken visie heeft over de ontwikkeling van duurzaam toerisme binnen WaalWeelde.
1
Aangepast naar: Duurzaam Toerisme – visievorming, Infopunt Duurzaam Toerisme 2003, p.11
3
De ontwikkeling van duurzaamheid in de toeristische sector binnen WaalWeelde op dit moment Er is in het WaalWeelde-‐gebied geen sprake van bewuste en expliciete duurzame toeristische ontwikkeling. De provincie geeft hiervoor geen kader aan. Hieraan is in het veld wel behoefte, mits dit op praktische wijze wordt vormgegeven en vergezeld gaat met financiële middelen. Het identificeren van de essentie van het gebied vormt de basis voor een duurzame toeristische ontwikkeling. Dit kan het beste vanuit de provincie worden opgepakt. Wederzijdse beïnvloeding van verschillende partijen Ontwikkeling in de vrije tijd heeft te maken met de consument: de bewoners van de eigen regio en de bezoekers. Een tweede groep in het toeristisch veld, is de ondernemer die het toeristisch product te gelde maakt. In deze groep behoren ook de organisaties in het veld die werken aan het toeristisch product en de onderwijsinstellingen die informatie genereren over (duurzame) toeristische ontwikkeling. Tot slot zijn er de overheden: in dit geval de provincie Gelderland en vijftien deelnemende gemeenten langs de Waal. Deze partijen hebben alle invloed op hun eigen gedrag ten aanzien van duurzaamheid. Ook beïnvloeden zij elkaar. Provinciale middelen voor het beïnvloeden van duurzame toeristische ontwikkeling De provincie Gelderland beschikt over vijf middelen om de ontwikkeling van duurzaam toerisme te beïnvloeden. Het gaat hierbij om beleid, informatie (vele vormen), wet-‐ en regelgeving, financiën en uitvoering. De provincie kan er voor kiezen om deze middelen verschillend in te zetten richting de doelgroepen: de overheid (provincie en gemeenten), de consument (recreant en toerist) en de partners (ondernemers, organisaties en overheid). WaalWeelde en duurzame toeristische ontwikkeling: voorstel voor een zeer actieve rol voor de provincie De toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde kan een verdiepingsslag maken ten opzichte van het voorgestelde beleid. Ten aanzien van het eigen beleid zal de provincie deze verdiepingsslag kunnen maken, door de beleidsontwikkeling vorm te geven vanuit duidelijke definities en de essentie van het gebied. Wanneer vanuit deze insteek wordt gewerkt, zullen de ambities zijn helder en zullen deze een nauwe relatie hebben met andere beleidsterreinen van de provincie. Hiervoor stelt de provincie ruime kennis ter beschikking. Dit beleid wordt voor ruime tijd gevoerd om het veld de tijd te geven zich het gedachtengoed eigen te maken en te zorgen voor een bredere inbedding. Het menselijke aspect, zowel bij de beleving door de consument als bij de ondernemer, krijgt voldoende aandacht. Ten aanzien van de informatievoorziening zal de provincie een zeer actieve rol moeten oppakken om het enthousiasme over duurzame toeristische ontwikkeling te delen en hierdoor te vermenigvuldigen. Eigentijdse vormen van het delen van kennis zijn daarbij belangrijk. Wet-‐ en regelgeving wordt door de geïnterviewden als een struikelblok genoemd voor (toeristische) ontwikkelingen. In een breder verband zouden procedures versneld moeten worden. Financiën zijn onmisbaar voor het stimuleren van beleid. Het gaat hierbij niet alleen om de uitvoering van projecten, maar ook het stimuleren van het bewustwordingsproces over duurzaamheid in de toeristische sector. Voor de uitvoering van projecten zijn diverse concrete voorstellen gedaan tijdens de gesprekken. Een lijst van deze voorstellen treft u aan in de derde bijlage. Randvoorwaarden voor een succesvolle start Bestuurlijk draagvlak is onontbeerlijk voor het in gang zetten van een verduurzaming van de toeristische sector binnen WaalWeelde. Een sterke bestuurder is van onschatbare waarde. Tevens is een ambtelijke trekker noodzakelijk. De ambities, doelstellingen, definities en uitwerkingsprojecten zijn helder geformuleerd. Financiering is voor een langere periode gegarandeerd en de effecten van het gevoerde beleid worden via monitoring duidelijk in beeld gebracht. Conclusie Voor de ontwikkeling van duurzaamheid binnen WaalWeelde is het mogelijk een verdiepingsslag te maken die zorgt voor een kwaliteitsverbetering in de sector. Ook het toeristisch product is beter geborgd en de ervaring van de consument zal meer samenhangend zijn. Er is geen sprake van een omwenteling die op korte termijn gerealiseerd kan worden: het is een kwestie van lange adem. Het formuleren van een routekaart kan een volgende, concrete stap zijn.
4
Inleiding Huidige situatie Sinds 2006 wordt via de integrale gebiedsontwikkeling gewerkt aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de rivier de Waal: WaalWeelde. Samen met bewoners, bedrijven, bestuurders en beambten wordt de Waal duurzaam mooier, veiliger, natuurlijker en economisch sterk gemaakt. Het proces is ingegeven vanuit de noodzaak dat de Waal in de toekomst meer water moet afvoeren als gevolg van de klimaatverandering. De integrale aanpak omvat acht doelstellingen: meer ruimtelijke kwaliteit, meer ruimte voor water, meer natuur, meer economische bedrijvigheid, passende woningen, meer recreatie en toerisme, meer zichtbare cultuurhistorie en meer aandacht voor energie en klimaat. De opgave is om de verschillende ruimteclaims goed op elkaar af te stemmen, om zodoende de beperkte ruimte optimaal te benutten. Wereldwijd speelt het duurzaam denken in het toerisme een steeds belangrijkere rol. De vraag is, hoe dit concreet in de praktijk van WaalWeelde kan worden toegepast en wanneer er sprake is van duurzame toeristische beleidsontwikkeling.
Aanleiding en vraagstelling De Visie WaalWeelde (2009) en de Gebiedsgerichte uitwerkingen behorende bij de Visie WaalWeelde (2010) bundelen een groot aantal ontwikkelingsmogelijkheden. De vraag is hierbij hoe op duurzame wijze gestalte kan worden gegeven aan de geschetste ontwikkelingen. Er is behoefte aan een concreet document dat aangeeft welke rol de provincie Gelderland kan spelen bij de stimulering van duurzame toeristisch recreatieve ontwikkeling binnen WaalWeelde. Hiervoor is de behoefte in de markt getoetst. Deze verkenning kan leiden tot een pilot project voor duurzame toeristisch recreatieve ontwikkeling in Gelderland. Zij kan eventueel een aanzet geven tot een uitvoeringsprogramma. Op basis van het voorliggende traject ligt de volgende onderzoeksvraag voor:
• • •
Verken de mogelijkheden en instrumenten van de provincie Gelderland om binnen WaalWeelde de ontwikkeling van duurzaam toerisme te bevorderen. Vertaal de reeds geformuleerde principes naar handzame criteria. Toets de huidige ambities die geconcretiseerd zijn in passend recreatief gebruik en accenten (Gebiedsgerichte uitwering, Deel C p. 56) op duurzaamheid. Indien dit aan de orde is, worden voorstellen voor verandering of aanvulling geformuleerd.
De rol van de provincie als gebiedsregisseur bestaat uit drie aspecten: agenderen, kennis-‐ en leerontwikkeling en faciliteren. Om hieraan de juiste invulling te kunnen geven, is het van belang inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken op het gebied van duurzame toeristische ontwikkeling van gemeenten en betrokken partijen in het gebied.
Zonering van het gebied Zoals de naam WaalWeelde suggereert, heeft deze verkenning betrekking op het gebied rond de Waal. Vanwege de opdrachtverlening vanuit de provincie Gelderland, betreft het alleen het Gelderse deel van de rivier. Geografisch betreft het de gemeenten Beuningen, Druten, Lingewaal, Lingewaard, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neder-‐ Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Overbetuwe, Rijnwaarden, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal en Zaltbommel. Een breder netwerk van overheden is betrokken bij de ontwikkelingen rond de rivier: Deltaprogramma, Rijkswaterstaat, Dienst Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer en het Waterschap Rivierenland.
5
Gehanteerde definities Deze verkenning begeeft zich op het snijvlak van verschillende onderwerpen. Duurzaamheid wordt gebruikt als containerbegrip. Alles wat te maken heeft met maatschappelijk verantwoord leven, milieu, ecologie en toekomstgericht 2 denken, wordt tegenwoordig onder duurzaamheid geschaard. De uitkomsten van de verkenning zijn mogelijk mede afhankelijk van de gehanteerde definities. Daarom volgen hier de belangrijkste begrippen. • Duurzaamheid, People, Planet, Profit (Triple P) en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
Duurzaam 1. geschikt, bestemd om te duren, weinig vergankelijk; -‐2. Lang aanhoudend, gedurig; -‐3. Voor lange duur; op de duur. Bron: Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal.
•
Recreatie, toerisme, ervaren, zingeving en waarde creatie
Niets is duurzaam, behalve de afwisseling (Ludwig Börne, Duits journalist (1786 – 1837)) Enkele mijlpalen in de ontwikkeling van het denken over duurzaamheid in relatie tot toerisme in de laatste 50 jaar: 1. De Club van Rome zette in 1972 de eerste stappen richting het denken over duurzaamheid met het rapport Grenzen aan de groei door de effecten van de economische groei te verbinden met de gevolgen voor het milieu. Het rampscenario dat door deze groep van Europese wetenschappers is geschetst, blijkt 30 jaar later niet uit te komen. Wel staat het milieu wereldwijd in de belangstelling. 2. De VN-‐Commissie Brundtland bracht in 1987 het rapport Our Common Future uit. De commissie is genoemd naar mevrouw Brundtland, voorzitster van de World Commission on Environment and Development (orgaan van de Verenigde Naties). Mevrouw Brundtland was de toenmalige premier van Noorwegen. Duurzame ontwikkeling is hierin als volgt gedefinieerd: Een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder het vermogen van toekomstige generaties in gevaar te brengen om in hun eigen behoeften te voorzien. 3. De Earth Summit in Rio de Janeiro (1992) zette het begrip duurzame ontwikkeling voorgoed op de kaart. De vertegenwoordigers van 173 staten ondertekenden de Verklaring van Rio en de Agenda 21. Deze verklaring legde het verband tussen economische vooruitgang en de bescherming van het milieu en vatte dit samen in 27 principes voor duurzame ontwikkeling. De Agenda 21 is het werkprogramma voor de internationale gemeenschap met prioriteiten, doelstellingen, activiteiten, kosten en verantwoordelijkheden. 4. Belangrijk voor het toeristisch duurzaam denken, is de Charter voor duurzaam toerisme, opgesteld in 1995 tijdens de Wold Tourism Organisation (WTO) bijeenkomst, gevolgd in 1996 door de Agenda 21 voor de toeristische industrie, ontstaan uit een samenwerking tussen de WTO, World Travel &Tourism Council (WTTC) en de Earth Council. 5. De term People Planet Profit (de drie P’s) is in 1995 bedacht door John Elkington, consultant op het gebied van duurzame ontwikkeling. In zijn boek Cannibs with Forks: the Triple Bottom Line of 21st Century Business (1998) stelt hij dat bedrijven niet alleen rekenschap moeten afleggen voor hun financiële ontwikkeling (profit), maar ook een sociale (people) en milieu-‐gerelateerde (planet) verantwoordelijkheid hebben. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), duurzaam ondernemen of maatschappelijk ondernemen is een vorm van ondernemen gericht op het vinden van een balans tussen economische prestaties (profit), met respect voor de sociale kant (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet): de triple-‐P-‐benadering (wiki). 6. De World Summit on Sustainable Development (WSSD) in 2002, ook wel Rio + 10 genoemd, legde de relatie met toerisme. Tijdens deze VN-‐conferentie in Johannesburg wees de voorzitter op het belang van meer welstand onder de inheemse bevolking. Ook het behoud van de culturele en ecologische integriteit zijn in de ontwikkeling van duurzaam toerisme van belang. De bescherming van het leefmilieu werd hier bestempeld als een mondiale verantwoordelijkheid. De 182 deelnemende staten zegden toe een nationaal beleid voor duurzaamheid te ontwikkelen. 2 www.platformduurzaamheid.net
6
De mens is de som van zijn ervaringen (Ronald David Laing, Schots psychiater (1927 – 1989)) Het beleidsterrein recreatie en toerisme is de laatste 15 jaar in ontwikkeling: het aanbieden van toeristische infrastructurele voorzieningen is niet meer voldoende om bezoekers naar een regio te trekken. Recreatie Recreatie omvat alle vormen van vrijetijdsbesteding die men voor vermaak en ontspanning onderneemt buiten werken en zorg. Het woord impliceert vernieuwing (re-‐creatie) en plezier. Toerisme Toerisme is reizen met recreatieve of zakelijke doeleinden. Toeristen zijn mensen ‘die reizen en in plaatsen buiten hun gebruikelijke milieu verblijven voor vrije tijd, zaken en andere doeleinden. Zij doen dit voor niet meer dan één opvolgend jaar en niet met betrekking tot het uitoefenen van een activiteit die beloond wordt vanuit de 3 bezochte plaats’ . Daar waar in deze verkenning wordt gesproken over toerisme, worden de ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme bedoeld. Het belang van de belevenis De term Experience Economy is in 1998 breed bekend gemaakt door Pine en Gilmore in het gelijknamige boek. Zij stellen dat de goedereneconomie en de diensteneconomie worden opgevolgd door een economie die waarde creëert door het aanbieden van gedenkwaardige ervaringen. In 2007 constateerden zij dat consumenten toenemend behoefte hebben aan authenticiteit. In de Economie van Experiences (2011) wordt gesteld, dat het in scène brengen van belevenissen (eerste generatie experiences, zoals gesuggereerd door Pine en Gilmore) geleidelijk wordt aangevuld met het proces van cocreatie. Hierbij draagt zowel de aanbieder van het toeristisch product als de 4 invulling vanuit het individu bij aan de waarde van de creatie (tweede generatie experiences) . Het proces van betekenisgeving start met de zintuiglijke waarneming, die zich via een emotie vertaalt in het beleven. Ervaren is een continu interactief proces van doen en ondergaan, van actie en reflectie, van oorzaak en gevolg, dat een betekenis heeft voor het individu in verschillende contexten van zijn leven. Een 5 ervaring zorgt ervoor dat het individu een ander beeld van de wereld en/of zichzelf krijgt . Het ervaren kan uiteindelijk bijdragen aan het proces van zingeven. Verandering in toeristische beleidsontwikkeling Het proces van toeristische beleidsontwikkeling is door de voortschrijdende wensen van de consument aan het veranderen. Bij de (toeristische) beleidsontwikkeling dient de overheid enerzijds rekening te houden met de wens van de consument om mede vorm te geven aan de ontwikkeling. Anderzijds is het van belang te realiseren dat de consument in de praktijk op zoek is naar diepgaande ervaringen.
3
Definitie World Tourism Organization (WTO). Economie van Experiences, 2011 5 Snel, 2004 4
7
•
Duurzaam toerisme
Ik sta tegenover het toerisme als een fazant tegenover de jacht (Renate Rubinstein, Nederlands schrijfster (1929 – 1990)) De World Tourism Organisation hanteert de volgende definitie voor Duurzaam toerisme: Duurzaam toerisme Een vorm van toeristische ontwikkeling die de eigen bestaansvoorwaarden niet aantast, zodat ook toekomstige generaties bewoners en gasten van bestemmingen kunnen genieten. Het is een vorm van toerisme die zowel mens, milieu als de lokale cultuur van de gastregio respecteert en die een globaal evenwicht brengt in deze drie dimensies. Het resulteert in een kwaliteitsverbetering waar alle betrokken 6 partijen baat bij hebben en is economisch rendabel . In deze verkenning over duurzaam toerisme in WaalWeelde wordt een aantal begrippen gehanteerd. Een korte toelichting: • Abstract versus concreet De discussie over duurzaamheid blijft soms hangen in abstracte begrippen als een ‘duurzame sociale samenhang’. Het effect hiervan is moeilijk te meten. Zeer concreet zijn bijvoorbeeld doelstellingen als ‘een Co2-‐neutraal gebouw’: het streven is duidelijk en meetbaar. • Doel en middel Duurzaamheid is geen doel op zich, maar een middel om iets te bereiken. Daarom wordt gesproken over een duurzame ontwikkeling. • Impliciet versus expliciet In een beleidsdocument kan een concrete duurzame doelstelling opgenomen zijn. Het expliciet noemen bevordert het denken over deze duurzame ontwikkeling. Toch kan ook beleid, dat niet expliciet stelt dat het duurzaamheid bevordert, in belangrijke mate bijdragen aan duurzaamheid. Uiteindelijk is pas in de uitvoering te constateren of het –impliciet of expliciet geformuleerde – beleid leidt tot duurzame ontwikkeling.
Model voor wederzijdse invloed In de verkenning over duurzaamheid, toerisme en WaalWeelde zijn er minstens drie partijen die wederzijds invloed hebben op elkaar. Dit zijn de consument, of wel de recreant en de toerist. De tweede partij is de overheid, in dit geval de provincie en de gemeenten. Tot slot is er de groep met de ondernemers, de onderwijs-‐ en onderzoeksinstellingen en de organisaties in het veld. Wanneer hier over onderwijs gesproken wordt, dan worden hier alle instellingen van basisschool tot en met de universiteit bedoeld. Elke speler heeft invloed op het eigen gedrag, maar wordt tevens beïnvloed door de andere partijen. In het hoofdstuk over de rol van de provincie Gelderland ten aanzien van duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde komt dit verder aan de orde.
Onderzoeksmethode •
•
Vanwege het verkennende karakter van dit onderzoek, is de definitiefase voor dit project uiterst belangrijk. Over onderwerpen als duurzaamheid, recreatie en toerisme en WaalWeelde is al zeer veel geschreven. In overleg met de begeleidingsgroep zijn de definities afgebakend. Daarmee zijn kaders gezet. Deskreseih geeft aan wat er op dit moment speelt bij partners in het veld op het gebied van duurzaamheid en recreatie en toerisme. Deze resultaten zijn in de derde tabel samengevat.
6
Het begrip Duurzaam Toerisme – visievorming, Infopunt Duurzaam Toerisme 2003, p.11
8
• • • •
Een vijftiental diepte-‐interviews geeft inzicht in de werkelijke motieven en ambities ten aanzien van het onderwerp. Ook is het draagvlak gepeild. Voor de namen van de geïnterviewde personen: zie bijlage 1. De synthese geeft de momentopname van de verkenning weer. Verschillende modellen zijn mogelijk ten aanzien van de provinciale rol in de beleidsontwikkeling. De advisering focust op het mogelijke toekomstige beleid van de provincie, ten aanzien van WaalWeelde en is mogelijk ook breder te gebruiken.
Vanuit de provincie Gelderland is een begeleidingsgroep ingesteld. Hieraan nemen deel: Rita ten Dam, projectleider Duurzame Ontwikkeling; Gerard Nijenhuis, accountmanager outdoor recreation; Sonja Seuren, deelprogrammaleider WaalWeelde; Suzanne Riezebos, medewerker WaalWeelde; Chris Buitenwerf, stagiair provincie Gelderland.
Leeswijzer Deze inleiding geeft de kaders aan waarbinnen het onderzoek zich afspeelt. Hierna is eerst het beleid van de provincie Gelderland op het gebied van duurzaamheid en toerisme geanalyseerd. Het tweede hoofdstuk gaat in op WaalWeelde en de toeristische ontwikkeling en resulteert in de definitie voor duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde. Het beleid van de gemeenten en partners komt in het derde hoofdstuk aan de orde. Het is een samenvatting van de tabel in bijlage 4. De resultaten van de interviews zijn in het vierde hoofdstuk verwoord. Hoofdstuk vijf geeft aan welke ambities er in het gebied rond de Waal leven over duurzame toeristische ontwikkeling. De laatste twee hoofdstukken gaan in op de middelen die de provincie Gelderland in kan zetten en welke rollen de provincie kan oppakken. In de eerste bijlage staan de namen van de geïnterviewde personen, gevolgd door de geraadpleegde literatuur. De derde bijlage groepeert de projecten die tijdens de interviews zijn genoemd ter bevordering van de ontwikkeling van duurzaam toerisme binnen WaalWeelde.
9
Toerisme en duurzaamheid: keurmerken, certificering en prijzen Vanuit verschillende invalshoeken wordt duurzaamheid (in de toeristische sector) gestimuleerd. De meest bekende staan hieronder op een rijtje: De Green Key is een internationaal duurzaamheidskeurmerk voor toeristische en zakelijke accommodaties. De Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit (KMVK) voert de Green Key uit, tezamen met onafhankelijke keurmeesters. Al naargelang de normen waaraan een bedrijf voldoet, kan een bronzen, zilveren of gouden status worden verworven. In Nederland nemen 400 bedrijven deel: 24 bedrijven met een bronzen certificaat, 106 met zilver en 270 bedrijven hebben de hoogste certificering (goud) behaald. De Blauwe Vlag is een eco-‐label voor stranden en jachthavens die deelnemen en aangetoond hebben schoon en veilig te zijn. Geen van de watersportvoorzieningen in het gebied van WaalWeelde heeft een Blauwe Vlag. De Blauwe Vlag en de Green Key worden beiden gecoördineerd vanuit de Foundation of Environmental Education (FEE). Deze non-‐profit organisatie zet zich in voor de promotie van duurzame ontwikkeling door middel van informatieverspreiding over duurzaamheid. In het gebied van WaalWeelde zijn relatief weinig bedrijven met een certificering: • 2 hotels in Nijmegen: Mercure: goud; Bastion: zilver • 2 hotels met zilver: De Twee Linden, Beneden Leeuwen; De Gouden Molen, Rossum • 2 dagattracties: De Stichting Museum Slot Loevestein Zaltbommel: zilver; Jojo Management BV Valburg: goud De Leijgraaf in Valburg) • Camping Zennewijnen in Zennewijnen: goud • Jachthaven de Bijland: blauwe vlag De EDEN Award (European Destinations of Excellence) is een prijs voor duurzame toeristische bestemmingen. Ieder jaar wordt de prijs in 25 Europese landen uitgereikt. Hiervoor worden per land eerst vijf bestemmingen genomineerd. De winnaar krijgt internationale erkenning en een geldprijs van € 25.000. Uiteindelijk kan de bestemming gekozen worden tot European Destination of Excellence. Europarc is de overkoepelende federatie van Nationale Parken in Europa. Om het Certificaat voor Duurzaam Toerisme te verkrijgen, moet een Nationaal Park aan een tiental principes voldoen. Het gaat daarbij vooral om het proces; zo is het belangrijk dat de organisatie van het Nationale Park samenwerkt met zowel bezoekers als omwonenden, ondernemers, terreinbeherende organisaties en natuurorganisaties. De grootste uitdaging is dat biodiversiteit en toerisme op een goede manier aan elkaar worden gekoppeld. De lokale duurzaamheidsmeter heeft als doel om overheden te inspireren en te motiveren om duurzame ontwikkeling door te vertalen naar de hedendaagse praktijk. Gemeenten kunnen het gebruiken voor het verkrijgen van inzicht, benchmarking en als communicatiemiddel. Limburg is koploper, de provincie Gelderland doet (nog) niet mee. De stad Nijmegen staat op nummer twee. Het Europees Ecolabel is een keurmerk voor non-‐food producten en diensten die minder milieubelastend zijn, door bijvoorbeeld energie-‐ en waterbesparing, afvalreductie of het verminderen van uitstoot naar lucht, water en bodem. Het Sanadome in Nijmegen bezit het ecolabel en ontving tevens een regionale MVO award. Cradle tot cradle (C2C) certificering C2C gaat verder dan de duurzame ontwikkeling en hanteert drie basisregels: afval is voedsel, zon is de energiebron en respect voor diversiteit. Deze certificering geeft bedrijven de mogelijkheid om op betrouwbare en tastbare manier de doelen van producten met milieuvriendelijk-‐intelligent ontwerp te meten.
10
Hoofdstuk 1: De ontwikkeling van duurzaamheid in (het beleid van) de provincie Gelderland De afspraken die in 2002 in Johannesburg op de wereldtop zijn gemaakt, vertalen zich in Nederland in het Actieprogramma Duurzame Daadkracht (2003). Provincies gaven verdere uitvoering aan dit programma. Op het gebied van toerisme en recreatie ondersteunt het Rijk vijf initiatieven ter verduurzaming van de toeristische sector: • De oprichting van de Netherlands Travel Foundation; • Het stimuleren van bedrijven tot het verbeteren van milieuefficiëntie middels de Milieubarometer; • Het vergroten van de participatie van de Blauwe Vlag; • Het vernieuwen van de interne milieuzorg Watersport; • Het verbeteren van de toegankelijkheid van het platteland vanuit de stad.
Het Gelders beleid en duurzaamheid Het Gelders Coalitieakkoord 2007 – 2011 Gelderland maakt het verschil hanteert de vier pijlers: daadkrachtig partnerschap, sociale samenhang, duurzame leefomgeving en verbinden door mobiliteit. De derde pijler, duurzame leefomgeving, houdt het volgende in: ‘focust op de fysieke omgeving en streeft vooral naar een veelzijdig, vitaal en duurzaam Gelderland, waar mensen prettig kunnen wonen, wandelen, winkelen, reizen, recreëren en van kunst, ruimte en natuur genieten’. Het omvat de vijf deelterreinen, klimaat en milieu, cultuur en cultuurhistorie, wonen en ruimtelijke ordening, economie en tot slot natuur, landbouw en water. In de periode van vier jaar zijn diverse beleidsnota’s verschenen, waarin het begrip duurzaamheid verder is uitgewerkt. • Het Provinciaal sociaaleconomisch beleid 2007 – 2011 Maak het in Gelderland opereert vanuit drie speerpunten: o Het verzilveren van de kennis-‐ en innovatiepositie, o Ruim baan voor ondernemen met minder regeldruk o Investeren in de fysieke bedrijfsomgeving. Duurzaamheid is gekozen als basis voor dit plan. Hierboven hebben we gesproken over het optimaal functioneren van het bedrijfsleven. We hebben nadrukkelijk niet gekozen voor het woord maximaal. In onze maatregelen voor een gezond bedrijfsleven, moet ook rekening gehouden worden met andere maatschappelijke doelstellingen. De belangrijkste doelstelling, die in al ons beleid terugkomt, is duurzaamheid. Wij willen onze kinderen een samenleving en leefomgeving achterlaten die toekomstbestendig is. Voor het sociaaleconomisch beleid betekent dit dat we willen investeren in een goede balans van economie met milieu, ecologie, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid’. • Het Gelders Klimaatprogramma Aanpakken en Aanpassen Gelders Klimaatprogramma 2008-‐2011 concentreert zich op de energiehuishouding in Gelderland via intensivering van het energiebeleid, energietransities en klimaatadaptaties. Het zet de koers uit richting een klimaatneutraal en klimaatbestendig Gelderland in 2050. Het programma hanteert zeer concrete doelstellingen en verbindt deze met specifieke activiteiten die bijdragen aan de realisatie daarvan. • Meer verbindingen, cultuurbeleid Provincie Gelderland 2009 – 2012 wijst er met nadruk op dat mensen zorgen voor sociale samenhang: zij werken (ook via cultuur) aan een duurzaam Gelderland. ‘Duurzaamheid: de provincie maakt het verschil Cultuur levert een wezenlijke bijdrage aan een duurzaam Gelderland. Ons landschap wint aan blijvende kwaliteit (en hiermee aan duurzaamheid) door cultuurhistorische waarden en kunst een plaats te geven. Culturele voorzieningen zijn van belang voor een structureel sterke en duurzame Gelderse economie’. • Erbij houden, erbij halen, Voorzet twee, sociaal beleid Provincie Gelderland 2009 – 2012 geeft uitvoering aan het Coalitieakkoord. Aan duurzaamheid wordt hier invulling gegeven op het gebied van de sociale samenhang: een harmonieuze, stabiele en vitale samenleving wordt nagestreefd. • Het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling richt zich inhoudelijk op het afwegingsproces, dat aan keuzes en gedrag gericht op duurzame ontwikkeling ten grondslag ligt. Leerprocessen stimuleren kennis en competenties, zodat mensen en organisaties meer duurzame afwegingen maken. Dit gebeurt via concrete inhoudelijke projecten. • In het Kwalitatief Woonprogramma 2010-‐2019 hebben gemeenten, woningcorporaties en de provincie afspraken gemaakt over duurzaamheid. Via energiebesparingsmaatregelen, advisering en subsidiering werken de partners aan een duurzame woningvoorraad. • De nota Werken aan duurzame mobiliteit, Uitvoeringsprogramma 2011 – 2012 geeft concrete invulling aan het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan uit 2004 (PVVP). Knelpunten op het gebied van mobiliteit worden aangepakt door
11
onder andere hoogwaardig openbaar vervoer, nieuwe stations, fietsvoorzieningen en de stimulering van het fietsgebruik. Het coalitieakkoord Uitdagend Gelderland 2011 -‐ 2015 noemt het duurzaamheidsbeleid minder expliciet. De belangrijkste uitdagingen liggen in het bestrijden van de economische crisis, de versterking van de mobiliteit, het landelijk gebied en de Gelderse steden. Voor innovatie is een bedrag van € 100 miljoen gereserveerd. Duurzaamheid wordt in het akkoord genoemd in relatie tot energie, economie, parkmanagement, ruimtelijke ontwikkeling en de duurzame inrichting van natuur en landschap met behoud van biodiversiteit. Het accent ligt op hernieuwbare energie. In de uitvoering van het beleid worden veel duurzame projecten gerealiseerd. Conclusies In de collegeperiode 2007 – 2011 is het streven naar duurzaamheid expliciet benoemd. Dit is vervolgens vertaald in zeer diverse beleidsvisies, van woningvoorraad tot sociale samenhang, van energiehuishouding tot leerprocessen. Het sociaal-‐economisch plan is duidelijk op de duurzame leest geschoeid: ‘Wij willen onze kinderen een samenleving en leefomgeving achterlaten die toekomstbestendig is. Voor het sociaaleconomisch beleid betekent dit dat we willen investeren in een goede balans van economie met milieu, ecologie, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid’. Het Gelders Klimaatprogramma benadert duurzaamheid zeer concreet via specifieke doelstellingen en actieplannen. De coalitie voor de periode 2011 – 2015 benoemt duurzaamheid niet specifiek als pijler van beleid. Er is nu meer aandacht voor innovatie als motor voor een gezonde economie. Hiermee is niet gezegd dat dit beleid per saldo minder duurzaam in de uitvoering is. Zo zou bijvoorbeeld het mobiliteitsbeleid kunnen bijdragen aan een duurzame samenleving.
Het Gelders beleid op het gebied van toerisme Groeten uit Gelderland is de titel van het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie 2009 – 2012. In de ambitie is het denken over duurzaamheid impliciet verwerkt: ‘Ambities We willen -‐met respect voor de omgeving, natuur en milieu, het (historisch) landschap en de cultuurhistorische waarden-‐ meer bezoekers (verblijfstoeristen en dagtoeristen inclusief de eigen inwoners!), meer bestedingen en meer werkgelegenheid: • Behoud en waar mogelijk versterking van ons marktaandeel op de binnenlandse vakantiemarkt, dagrecreatieve markt en zakelijke markt • Een bovengemiddelde toename van buitenlandse vakantiegangers • Een bovengemiddelde groei van de werkgelegenheid en bestedingen in de vrijetijdseconomie’ (p. 6). Regionale beeldverhalen vormen de basis voor een gezamenlijke gebiedsvisie en een gewenst toekomstbeeld. De versterking van de vrijetijdseconomie hanteert vijf thema’s: gebiedsgerichte aanpak: de regio centraal, ondernemen in Gelderland, basisinfrastructuur en –voorzieningen, marketing en promotie en ICT & vrije tijd. Conclusies Het streven naar meer bezoekers, meer bestedingen en meer werkgelegenheid is ingegeven vanuit de economische invalshoek (profit). Men kan zich afvragen hoe dit zich verhoudt tot het respect voor de omgeving, natuur en milieu, landschap en cultuurhistorische waarden. Het denken over duurzaamheid is niet expliciet in de uitvoeringsplannen verwerkt. Er zijn geen duurzaamheidsdoelen geformuleerd.
12
Het Gelders beleid op het gebied van WaalWeelde WaalWeelde heeft het begrip duurzaamheid hoog in het vaandel staan, zowel expliciet als impliciet. Ingegeven vanuit de noodzaak om in de toekomst meer water te kunnen afvoeren en droogte tegen te gaan vanwege de klimaatverandering, richt WaalWeelde zich op de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het Waallandschap. De integrale gebiedsontwikkeling omvat doelen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, waterveiligheid, natuur, economie, wonen, recreatie & toerisme, cultuurhistorie en energie & klimaat. In de Visie WaalWeelde (2009) is veel aandacht voor duurzaamheid en het begrip wordt zeer breed toegepast. Zo wordt duurzaamheid uitgewerkt in relatie tot inrichting, organisatie, invulling, bescherming en bevaarbaarheid. Ook in relatie tot schoonheid, energie en klimaat wordt er over het onderwerp gesproken. De Gebiedsgerichte uitwerkingen behorende bij de Visie WaalWeelde (2010) benoemt voor de recreatie-‐ en toerismesector zeven doelen: Doel 1: Zoeken naar nieuwe boegbeelden Doel 2: Cultuurtoerisme versterken Doel 3: Toegankelijkheid van de uiterwaarden vergroten Doel 4: Rivierfronten verfraaien Doel 5: Waterrecreatie Doel 6: Knooppunten (rivier-‐)pleisterplaatsen en toeristische overstappunten Doel 7: Meekoppelen van recreatiemogelijkheden in zandwinprojecten in de uiterwaarden De doelen zijn op zich niet aan te merken als wel of niet duurzaam, aangezien het effect ervan voor een groot deel van de invulling en verdere uitvoering afhangt.
13
Hoofdstuk 2: Toeristische duurzaamheidsprincipes en WaalWeelde Bij de start van het onderzoek is vanuit de provincie voorgesteld om de volgende duurzaamheidsprincipes te hanteren: 1. De natuur wordt ontzien; ruimtelijk perspectief/zonering. 2. De aarde en haar hulpbronnen en grondstoffen worden ontzien; milieuvriendelijk. 3. De economische haalbaarheid van activiteiten (ondergrens in volume), kwaliteit van voorzieningen (de consument is kritisch). 4. Het proces van planontwikkeling en planuitvoering: participatie: activiteiten worden gepland en uitgevoerd met inbreng van de bewoners en organisaties het gebied. De eerste twee duurzaamheidsprincipes hebben beiden te maken met het voortbestaan van de aarde en haar grondstoffen door deze (ook op de lange termijn) te ontzien (planet). Het derde principe focust op het economische aspect (profit). Tot slot noemt het proces van totstandkoming de inbreng van de bewoners en het gebied (people). Het zorgdragen voor het culturele erfgoed, dat voor de verankering en ontwikkeling van de samenleving en het toerisme belangrijk is, wordt niet specifiek genoemd.
Het belang van de essentie van het gebied Voor het bepalen van de duurzame toeristische ambitie in WaalWeelde, is een verdiepingsslag noodzakelijk, waarin de essentie van het gebied (en/of de deelgebieden) wordt geformuleerd. Deze essentie is in principe tijdloos en vormt het inhoudelijke vertrekpunt voor alle ontwikkelingen in het gebied van de Waal. Deze essentie is de basis voor elke productontwikkeling, alle communicatie en alle activiteiten die worden ontwikkeld om de Waal te beleven. Door te benoemen wat in essentie werkelijk onderscheidend is, krijgt de toeristische beleidsontwikkeling binnen WaalWeelde een feitelijke en daarmee concrete grondslag. Laten we deze duurzaamheidsprincipes nog eens vergelijken met de gehanteerde definitie voor duurzaam toerisme, maar dan vertaald naar de Waal: Duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde is: Een vorm van toeristische ontwikkeling die de eigen bestaansvoorwaarden niet aantast, zodat ook toekomstige generaties bewoners en gasten van het Waalgebied kunnen genieten. Het is een vorm van toerisme die zowel mens, milieu als de lokale cultuur van het hele gebied rond de Waal respecteert en die een evenwicht brengt in deze drie dimensies. Het is tevens een ontwikkeling die uitgaat van de beleving van de essentie van het gebied en die economisch rendabel is. De combinatie van duurzaamheid en het werken vanuit de essentie van het gebied resulteert in een optimale 7 kwaliteitsverbetering . Voorgesteld wordt, dat plannen en ontwikkelingen voor duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde een bevestigend antwoord zouden moeten geven op de volgende vijf criteria: • Draagt deze ontwikkeling rond de Waal bij aan het voortbestaan van onze aarde, hulpbronnen, grondstoffen en natuur? • Stimuleert deze ontwikkeling de inbreng van de bewoners en bezoekers; respecteert de ontwikkeling de lokale cultuur in het Waalgebied? • Draagt de ontwikkeling bij aan de beleving van de essentie van het Waalgebied? • Zijn bovengenoemde belangen in evenwicht? • Is deze ontwikkeling langdurig economisch rendabel? De voorgestelde definitie en criteria vragen om een heel concrete uitwerking, net als het Gelders Klimaatprogramma 2008 – 2011. Deze uitwerking is mede afhankelijk van het ambitieniveau van het toeristisch beleid binnen WaalWeelde dat in lijn moet zijn met de duurzaamheidsprincipes. Duurzame ontwikkeling is immers een middel dat moet leiden tot het bereiken van een doel. Naast het bepalen van de essentie van het gebied, is de uitwerking van het beleid mede afhankelijk van de verschillende rollen die de provincie in dit traject kan hanteren. De laatste hoofdstukken van deze verkenning zullen ingaan op die mogelijke rollen.
7
Aangepast naar: Duurzaam Toerisme – visievorming, Infopunt Duurzaam Toerisme 2003, p.11
14
Hoofdstuk 3: Duurzaamheid en toerisme bij de partners van WaalWeelde Hoe is het gesteld met de ontwikkeling van duurzaamheid en meer specifiek met de ontwikkeling van duurzaam toerisme bij de gemeenten en organisaties die actief zijn in het gebied van WaalWeelde? Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven, zijn de visies van de gemeenten langs de Waal op het gebied van duurzaamheid en van toerisme via deskresearch vergeleken. Onderzocht is welke rol duurzaamheid expliciet speelt in de coalitieakkoorden en in het toeristisch beleid. Ook een aantal actieve organisaties is onderzocht, zonder daarmee uitputtend te willen zijn. Dit levert de volgende conclusies op.
3.1 (Semi)overheid Meer dan de helft van de gemeenten heeft geen apart toeristisch beleid De helft van de gemeenten langs de Waal heeft geen aparte beleidsnota toerisme en recreatie. Twee gemeenten van deze groep, de gemeenten Neerijnen en Ubbergen, leggen het gemeentelijk beleid vast in de nota economisch beleid. Het gaat hierbij om gemeenten met tussen de 5.000 en de 25.000 inwoners. Enkele gemeenten verwijzen naar het regionale plan Kansen tussen de dijken als referentie voor de toeristische beleidsontwikkeling. Voor deze gemeenten is er geen expliciet duurzaam toeristisch beleid geformuleerd. Relatief veel oude toeristische beleidsplannen Gemeenten die toeristische beleidsplannen hebben ontwikkeld, deden dit al enige tijd geleden. Tiel ontwikkelde het plan in 2005, Zaltbommel, Neder-‐Betuwe en Druten in het daaropvolgende jaar. Het plan van Overbetuwe stamt uit 2008. Het plan van de gemeente Lingewaard is in 2008 geactualiseerd. De uitzonderingen zijn de gemeenten Nijmegen en Rijnwaarden, die in 2010 nieuwe plannen ontwikkelden. Gemeenten met toeristische plannen hebben tussen de 18.000 en 160.000 inwoners. Duurzaamheid toeristisch gezien bijna niet in beeld bij gemeenten De analyse van de documenten levert de volgende conclusies op: • Zeer weinig gemeenten besteden expliciet aandacht aan duurzaamheid of de duurzame ontwikkeling in de toeristische beleidsontwikkeling. • In het document van Nijmegen, Welkom in Nijmegen, wordt duurzaamheid als trend gesignaleerd. De trend wordt niet expliciet opgepakt om daar verder invulling aan te geven op toeristisch gebied. Wel worden impliciet veel projecten vanuit duurzaamheid vormgegeven. • De gemeente Overbetuwe vormt hierop de uitzondering: het plan noemt bijvoorbeeld een vitaal en duurzaam platteland. Het begrip duurzaamheid is op zich niet gedefinieerd. Er zijn geen projecten genoemd die specifieke invulling geven aan de ontwikkeling van duurzaamheid in het toerisme. • De programmabegroting 2012 van Lingewaard spreekt over een evenwicht tussen de ecologische, economische en sociale belangen bij de inrichting van de lokale samenleving. Een kanttekening Zoals in de inleiding is aangegeven, wil het feit dat een gemeente geen specifiek geformuleerd duurzaam toeristisch beleid heeft, nog niet zeggen dat er niet op duurzame wijze aan deelproducten van het toeristische beleid gewerkt wordt. Druten: energiezuinig gemeentelijk zwembad de Gelenberg De Gelenberg is van energielabel E naar label A gegaan. Dit betekent een besparing van 30 tot 35% op de jaarlijkse energierekening. De maatregelen verdienen zichzelf daarmee in ongeveer 5 jaar terug. Een zwembad verbruikt veel energie voor de verwarming van de lucht en het water. Diverse maatregelen zijn genomen: • Verlichting die automatisch uitgaat in ruimtes waar niemand verblijft • Het gebruik van LED-‐verlichting • Een zuinige HR-‐verwarmingsketel • Uit de ventilatielucht wordt warmte teruggewonnen • Energie van zonnepanelen • Voorverwarming van het zwemwater met een zonneboiler.
15
Duurzaamheid heeft de aandacht in sommige coalitieakkoorden 2010 – 2014 In meer dan een kwart van de gemeenten is geen aandacht voor het denken over duurzaamheid in de coalitieakkoorden. De grootste en de kleinste gemeente blinken uit in de akkoorden op het gebied van duurzaamheid: zo heeft Millingen aan de Rijn duurzaamheid benoemd tot speerpunt van beleid en zet de gemeente Nijmegen de coalitieperiode 2010 – 2014 in met de titel Werken aan een duurzame toekomst. In Overbetuwe is duurzaamheid benoemd als één van de kernkwaliteiten van het uit te voeren beleid. In de coalitieakkoorden komt duurzame toeristische beleidsontwikkeling niet voor Geen van de coalitieakkoorden noemt een duurzame toeristische beleidsontwikkeling. Wel worden de energiehuishouding, het duurzaam bouwen en het duurzaam groenbeheer genoemd. Mobiliteit is een onderwerp dat ook aan het begrip duurzaamheid gekoppeld wordt. In geen van de coalitieakkoorden wordt het begrip ‘duurzaam’ gedefinieerd. Dat is ook niet de juiste plaats voor definities. Vaak wordt het begrip gebezigd in de betekenis dat iets ‘bestemd is om te duren, voor lange duur’ (definitie van Van Dale). Het noemen van duurzaamheid is niet gerelateerd aan de omvang van de gemeente In deze verkenning is gebleken dat er waarschijnlijk geen relatie bestaat tussen het inwonertal van gemeenten en het noemen van duurzaamheid in de coalitieakkoorden. Nijmegen pakt het actief op, maar Tiel, als tweede gemeente qua inwoneraantal, niet. Millingen als kleinste gemeente wel, maar Neerijnen weer niet. De regio-‐organisaties werken impliciet aan duurzaamheid De Regio Rivierenland werkt via vijf programma’s in het bijzonder aan het milieu en de totale leefomgeving (bodem, lucht, water en geluid). De Stadsregio Arnhem Nijmegen besteedt via vier van de tien strategische projecten aandacht aan de kwaliteit van cultuur, natuur en identiteit van dorpen. Beide organisaties hebben geen expliciet duurzaamheidsbeleid. Twee organisaties die zich op het water concentreren: UitRwaard en het Waterschap Rivierengebied Het Waterschap Rivierenland streeft naar een duurzaam waterbeheer door steeds te zoeken naar structurele oplossingen. De belangen van meerdere partijen worden daarbij afgewogen: mens en natuur, kwantiteit en kwaliteit, gebruiker en belastingbetaler. Water heeft een grote aantrekkingskracht op recreanten en toeristen. Het Waterschap heeft geen beleid geformuleerd ter stimulering van (duurzaam) toerisme. Het Waterschap Rivierenland stelt in de missie: ‘Het Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor en werkt voortvarend aan een duurzaam waterbeheer voor een veilig en leefbaar rivierenland’. Het waterschap concretiseert deze missie in de praktijk via: • Een klimaatneutraal kantoor • Duurzaam inkopen • Energiemaatregelen • Duurzaam terreinbeheer • Klimaatverbod deelname • Het Tiels Energie Convenant Van alle organisaties in het gebied van WaalWeelde is het Waterschap Rivierenland het meest nadrukkelijk met duurzaamheid bezig in de dagelijkse praktijk. Het streven naar duurzaamheid wordt op zeer verschillende wijzen actief vorm gegeven. Er is specifiek aandacht voor het gebruik van grondstoffen (planet), maatschappelijke initiatieven (people) en een gezonde exploitatie (profit). Recreatieschap UitRwaard werkt aan het in stand houden, verbeteren en uitbreiden van de openbare recreatief-‐ toeristische infrastructuur. Hieronder vallen de dagrecreatiegebieden, de routegebonden infrastructuur en evenementen. Deze organisatie is van de onderzochte organisaties het meest specifiek met toerisme en duurzaamheid bezig: zowel inhoudelijk is UitRwaard bezig met de toeristische infrastructuur als ook de wijze waarop wordt in visie als duurzaam gelabeld. Langs de Waal wordt het strandpark Slijk-‐Ewijk beheerd. Het gebied kent struinroutes, wandelroutes, fietsroutes en skateroutes. Kanoroutes zijn vooral te vinden op de Linge. Het fietsroutenetwerk is 2009 in Rivierenland geopend.
3.2 Intermediaire organisaties en partners in WaalWeelde Brancheorganisaties en ‘dienstverleners’: niet expliciet met duurzaamheid bezig De RECRON en de HISWA zijn als organisaties niet expliciet met duurzaamheid bezig. Op punten zijn zij wel met onderdelen van de triple P bezig, zoals het bewerkstellingen van goede arbeidsverhoudingen in de sector (people) en het schoonhouden van het water (planet). Van een bewuste balans tussen de onderdelen is geen sprake. Voor de Kamer van Koophandel is duurzaamheid in beeld, wanneer dit de ondernemer verder helpt.
16
Toeristische productontwikkeling in Rivierenland gestimuleerd via StER Het Stimuleringsprogramma Economie Rivierenland heeft in de samenwerking met het Regionaal Bureau voor Toerisme en de 11 Rivierenlandgemeenten een belangrijke impuls gegeven aan de toeristische ontwikkeling via het document Kansen tussen de dijken 2007 – 2011. Voor gemeenten zonder toeristische plannen, biedt dit regionale plan toch enige houvast. Zo is het mogelijk om op regionaal gebied toch aan toeristische productontwikkeling te werken. Het begrip duurzaamheid wordt in dat document echter niet genoemd. Toeristische marketingorganisaties: marketing en productontwikkeling In het gebied van WaalWeelde zijn twee regionale bureaus voor toerisme actief: het RBT KAN en het RBT Rivierenland. Hoewel duurzaamheid als trend gesignaleerd wordt, is dit niet verder uitgewerkt. Veel toeristische producten kunnen in verband worden gebracht met duurzame toeristische beleidsontwikkeling (fietsroutes, food & health, fietstops, cultuurtoerisme), maar een ambitie of eventueel achterliggend gedachtegoed wordt hierover niet gecommuniceerd. NORT Gelderland: voor professionele toeristisch-‐recreatieve ondernemers NORT ondersteunt ondernemers in de toeristische sector door middel van advisering over wet-‐ en regelgeving, professionalisering, innovatie en crosssectorale samenwerking. Via concrete projecten als ‘Mijn idee, goed idee’ en het Convenant Duurzaamheid werkt NORT samen met belanghebbenden aan de vooruitgang van de sector. De natuur-‐ en landschapsorganisaties zijn meer expliciet met duurzaamheid bezig Rond de Waal zijn meerdere natuur-‐ en landschapsorganisaties actief. Op bovenregionaal niveau is dit de LTO Noord, die de ontwikkeling van recreatie en toerisme ziet als onderdeel van de multifunctionele landbouw. Expliciet wordt ingezet op duurzaamheid via het energiebeleid. Staatbosbeheer kiest landelijk voor duurzaam beheer van natuur die meerdere functies vervult. Specifieke onderdelen waar gewerkt wordt aan duurzaamheid, zijn onder andere het terreinbeheer en de productie van hernieuwbare grondstoffen. Ark Natuurontwikkeling beperkt zich niet alleen tot het gebied rond de Waal. Hun stelling is: ‘Robuuste, spontane natuur is essentieel voor plant en dier; maar ook voor de economie en ieders welzijn: groen, geld en geluk!’ Conclusies • De ontwikkeling van toeristisch beleid verschilt sterk van gemeente tot gemeente. • De aandacht voor duurzaamheid verschilt per coalitieakkoord. • Er is in het WaalWeelde-‐gebied geen gemeente die zich nadrukkelijk met duurzaam toerisme bezighoudt. • Natuurorganisaties etaleren het denken over duurzaamheid expliciet in hun beleidsvisies en werken dit concreet uit. • Inhoudelijk zijn het waterschap Rivierenland en UitRwaard partners die ver gevorderd zijn in de toepassing van duurzaamheid in het gebied. • NORT Gelderland werkt actief via concrete projecten aan de professionalisering van de ondernemers in de toeristische sector. • De regio-‐organisaties en de Regionale Bureaus voor Toerisme zijn invloedrijke organisaties om de ontwikkeling van duurzaam toerisme hoger op de (uitvoerings)agenda te krijgen.
17
Hoofdstuk 4: Waar hebben deze partners op het gebied van de stimulering van duurzaam toerisme behoefte aan en welke ambities leven er op dit gebied? Het beeld dat tijdens de interviews over WaalWeelde, duurzaamheid en toerisme ontstaat, is zeer divers. De resultaten van de interviews zijn gegroepeerd in vijf onderwerpen: beleid, informatie, wet-‐ en regelgeving, financiën en uitvoering.
4.1 Beleid Er is behoefte aan een handreiking over duurzame toeristische ontwikkeling Volgens de geïnterviewde personen staan de organisaties open voor handreikingen over duurzame toeristische ontwikkeling. Over de vorm van de handreiking verschillen de inzichten: een checklist met concrete toepasbare suggesties wordt door de een gewaardeerd. Een ander stelt meer prijs op een serie workshops waar goede voorbeelden worden gedeeld en inspiratie kan worden opgedaan. Daarbij geldt wel dat het in de regio zelf georganiseerd moet worden: veel tijd verliezen met reizen vindt men zonde. De RECRON zal een dergelijk initiatief toejuichen en ziet een relatie met het project Gastvrij Nederland dat inzet op marktgericht productontwikkelingsbeleid. Belangrijk is hierbij dat wordt uitgegaan van de marktvraag en de vraag hoe de toeristische sector hierdoor beter kan functioneren. Gemeenten hebben relatief weinig tijd voor (duurzaam) toerisme Bij de meeste gemeenten waar interviews gehouden zijn, is er relatief weinig formatie beschikbaar voor de ontwikkeling en uitvoering van toeristisch beleid. De functie is vaak gecombineerd met Economische zaken en/of de functie van bedrijfscontactfunctionaris. Veel contact met de toeristische sector is er vanuit de gemeenten niet. Meer tijd voor beleidsontwikkeling zou dus welkom zijn. Gemeenten doen toch vaak meer aan duurzaamheid dan men in eerste instantie denkt Tijdens de interviews blijkt, dat gemeenten op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid in de bouw ver gevorderd zijn (warmtekrachtkoppeling, zonne-‐energie, hergebruik regenwater etc.). Deze regels worden ook in de toeristische sector toegepast. De helft van de geïnterviewde ambtenaren noemde de activiteiten van NORT op het gebied van duurzaamheid. Omdat het regionaal is opgepakt, nemen gemeenten deel. Gemeenten hebben zelf te weinig slagkracht om dit soort projecten zelf op te pakken. Hoewel geen van de gemeenten beleid heeft geformuleerd voor duurzaam toerisme, is het wel iets dat men mogelijk in de toekomst mee wil nemen bij verdere beleidsontwikkeling. Handvatten hiervoor worden gewaardeerd. Gemeenten geven aan dat de provincie hiervoor een overkoepelende rol kan vervullen om de gemeenten te inspireren. Het denken over duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde concentreert zich over het algemeen op duurzaam bouwen, energie-‐ en grondstofbesparende maatregelen De definitie voor duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde omvat de drie componenten people, planet en profit. Uit de gesprekken blijkt, dat er een sterke focus is op het denken over bouwen, grondstoffen en energieverbruik. Het menselijk aspect (bijvoorbeeld het behoud en het beleefbaar maken van het cultureel erfgoed of de scholing en werkomstandigheden van mensen) komt zelden ter sprake. Ook heeft duurzaamheid vooral het imago: ‘Duurzaamheid is duur en duurt lang’. De mogelijkheid om via het duurzaam denken op termijn kosten te kunnen besparen of door het gebruik van lokale producten de lokale economie te steunen en te stimuleren, is helemaal niet in beeld. Ondersteuning bij het veranderen van het imago van duurzaamheid van kostenpost tot financieel voordeel zou op prijs gesteld worden.
18
De regio speelt een sterke en sturende rol in de toeristische beleidsontwikkeling De regioconvenanten vormen in de praktijk een praktische schakel tussen provinciaal beleid en de uitvoering hiervan. De nieuwe regiocontracten voor de periode 2012 – 2015 zijn in voorbereiding. Er is behoefte aan financiering van concrete projecten. De grote uitzondering: de gemeente Nijmegen
De gemeente Nijmegen vormt de grote uitzondering op het hierboven geschetste beeld. De stad heeft sinds drie bestuursperiodes een college waarin D66 en GroenLinks actief deelnemen. Nijmegen beschikt zelfs over een afdeling duurzame ontwikkeling. Diverse ontwikkelingen zijn gericht op duurzaamheid: natuureducatie en cultuurhistorie zijn gecombineerd in de Stratenmakerstoren, de stadsbussen gaan rijden op biogas, het stadseiland biedt veel ruimte voor natuurbeleving en voor de totstandkoming van projecten zoekt men in Nijmegen de burgers op om de processen bottom-‐ up tot stand te laten komen. Nijmegen wil de kennis over duurzaamheid graag delen met belanghebbenden.
4.2 Informatie Provinciale plannen niet of nauwelijks bekend De provinciale plannen op het gebied van toerisme en duurzaamheid zijn nauwelijks bekend bij de geïnterviewde personen. De regionale organisaties (RBT’s en regio-‐organisaties) vormen hierop een uitzondering en vervullen een belangrijke schakel in het vertalen van het provinciaal beleid naar andere organisaties. Van aansluiting op het provinciaal beleid door gemeentelijke organisaties is in de praktijk nauwelijks sprake. Er gebeurt veel: niet alle informatie is bij iedereen bekend Tijdens de gesprekken viel het op dat mensen niet altijd op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in het (eigen) gebied. Er wordt langs elkaar heen gewerkt. Soms is dit het gevolg van het ‘toebehoren aan verschillende sectoren’: bij de natuursector weet men niet van de toeristische ontwikkelingen. Ook verschillen per regio komen voor: mensen ten oosten van Nijmegen hebben bijvoorbeeld weinig gemeen met de organisaties rond Tiel. De noodzaak van een maatschappelijke kettingreactie ‘Wil het denken over en het toepassen van duurzaam toerisme binnen WaalWeelde langdurig beklijven, dan is het noodzakelijk een maatschappelijke kettingreactie tot stand te brengen,’ aldus Toine Smits, hoogleraar sustainable water management aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De overheid moet daarbij druk uitoefenen om het duurzaam denken tussen de oren te krijgen bij de mensen. De kettingreactie is noodzakelijk omdat een sector op zich niet genoeg is om de gewenste verandering tot stand te brengen. Een goede vorm om dit te bewerkstelligen is volgens Toine Smits een community of practice (CoP). Deze samenwerkingsvorm groepeert mensen die een interesse, een bezigheid en/of een beroep delen. De groep kan op natuurlijke wijze ontstaan of in het leven geroepen worden met als doel om kennis in een specifiek gebied te delen. De leden leren door het delen van informatie, kennis en ervaringen. Een CoP kan online bestaan of in het dagelijks leven. De Radboud Universiteit Nijmegen hanteert The Natural Step (TNS) voor de werkzaamheden binnen WaalWeelde. TNS werkt als milieuorganisatie zonder winstoogmerk aan een ecologisch en economisch duurzame maatschappij. Het door TNS ontwikkelde raamwerk is gebaseerd op wetenschap om beleid en gedrag een duurzame richting te geven. Dit is alleen mogelijk wanneer het bedrijfsleven hieraan meewerkt. Hiervoor is een mentaliteitsverandering noodzakelijk.
19
4.3 Wet– en regelgeving Wet-‐ en regelgeving: diverse mogelijkheden • De Green Key of andere certificering stelt overheden en ondernemers in staat om de controles op bijvoorbeeld de milieuwetgeving te verminderen. Hierdoor neemt de regeldruk af. In het Rivierenland wordt dit toegepast, in de Stadsregio niet. • Ten aanzien van het beleid Ruimtelijke Ordening bestaat volgens de RECRON de wens bij ondernemers om sneller in te spelen op de wensen van de consument. Bedrijven willen maximaal inspelen op de marktvraag. Bestemmingsplannen zijn hiervoor te log. Een meer dynamische vorm van het Ruimtelijke Ordeningsbeleid zou leiden tot een duurzamere bedrijfsvoering. • Ook pleit de RECRON voor de invoering van elektronische ondernemersdossiers: ondernemers kunnen alle gegevens met betrekking tot de wet-‐ en regelgeving elektronisch invoeren en bijhouden. Via inlogcodes kan de overheid meekijken en kan het aantal controles verminderd worden. Gemeenten en ondernemers in Rivierenland sluiten het Convenant Duurzaamheid In 2010 sloten 11 gemeenten in Rivierenland het convenant Duurzaamheid met ondernemers in recreatie en toerisme. Het convenant bepaalt, dat de overheden de controledruk verlagen op bedrijven die in het bezit zijn van een Green Key of een Blauwe Vlag. Door het behalen van deze duurzaamheidskeurmerken geven bedrijven aan dat zij meer doen dan via de wettelijke milieueisen is bepaald. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld milieucontroles efficiënter worden uitgevoerd. Het Convenant is een initiatief van NORT Gelderland in samenwerking met het RBT Rivierenland, Recreatiemaatschappij UitRwaarde, de Kamer van Koophandel, de Rabobank en de Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit. Het proces van het behalen van de keurmerken is in Rivierenland nog steeds in ontwikkeling: eind 2011 komen er nog circa drie ondernemingen bij. NORT wil de certificering graag uitbreiden zodat alle toeristische ondernemers langs de Waal gecertificeerd zijn. In het KAN-‐gebied is er minder focus op het behalen van het Green Key certificaat.
4.4 Financiën Provinciale rollen: regie wordt gewaardeerd en geld is altijd welkom Tijdens de gesprekken werd de noodzaak van duurzaamheid in beleidsontwikkeling erkend. Dit geldt ook voor toerisme en WaalWeelde. Over het algemeen heerst de indruk, dat de enkeling in de organisatie of zelfs de organisatie op zich, niet in staat is om het denken over duurzaamheid in gang te zetten. Voor een effectieve toepassing van duurzaam toeristisch beleid binnen WaalWeelde, is samenwerking tussen verschillende organisaties noodzakelijk. Men kijkt hiervoor naar de provincie om de regierol op zich te nemen. Daarbij wordt meteen aangegeven dat dit gepaard zou moeten gaan met financiële middelen om de ontwikkelingen van de grond te krijgen. Zonder geld gebeurt er namelijk weinig. Twee voorbeelden: financiering, onderhoud en duurzaamheid In het Rivierenland zijn er naast het internet en de traditionele printuitgaves twee manieren om de bezoeker van informatie te voorzien: de rode pijlen en de fietstops. Hoewel het doel van deze twee markeringen niet hetzelfde is, levert het onderhoudsvraagstuk interessante inzichten over duurzaamheid op. In het kader van cultuurontwikkeling is het landschap in Rivierenland op markante locaties voorzien van een vijftigtal rode ‘u bevindt zich hier pijlen’. Deze pijlen hebben een telefoonnummer dat informatie verschaft over de achtergronden van deze plek in het landschap. De Fietstops zijn in de nabije omgeving geplaatst van horecaondernemers, die voorzieningen aanbieden voor onder andere fietsers. Naast de horecavoorziening (hun core business) leveren zij informatie, parkeergelegenheid en indien nodig stroom voor elektrische fietsen. Na het verstrijken van de subsidieperiode is er geen geld voor het onderhoud van de rode pijlen. De Fietstop borden worden in principe in de toekomst onderhouden door de ondernemers, die immers belang hebben bij deze markering als ‘fietsvriendelijke horeca’. Een integratie van de twee projecten (achtergrond informatie en verzekerd onderhoud) zou een product opleveren dat inhoudelijk verdieping geeft en onderhoud-‐technisch duurzamer is.
20
4.5 Uitvoering Gemeenten hebben weinig oog voor de beleving van de consument De gemeentelijke activiteiten focussen zich vooral op de aanleg en het onderhoud van de toeristische infrastructuur. De routepaden, de bewegwijzering en het in stand houden van de informatiekantoren zijn belangrijke punten van aandacht. De Struinpaden: veel genoemd als duurzaam toerisme binnen WaalWeelde De Struinpaden langs de Waal worden veel genoemd als verbindende factor voor de ontwikkeling van het toerisme binnen WaalWeelde. Ook worden de paden als duurzaam gelabeld, omdat de paden niet zijn aangelegd in de traditionele zin (dus minder verstoring van de natuur). Het feit dat de bezoeker zelf zijn weg moet vinden, wordt als een ‘ervaringverhogend’ aspect gezien. Momenteel zijn er relatief weinig cafés, restaurants en verblijfsaccommodaties langs de Waal. Er is sprake van veel kleinschalige bedrijven. Het aantal Bed & Breakfasts groeit langs de Waal: men vindt dit passend bij de aard en schaal van het gebied. De verdieping van de beleving van de Waal is verschillende keren benoemd. Johan Bekhuis van ARK Natuurontwikkeling en Robin de Haan van de Kamer van Koophandel stellen voor de struinpaden via de smartphone te voorzien van achtergrondinformatie over het gebied. ‘Storytelling is een belangrijk middel om de Waal te ervaren’ (Richard de Bruin). Dit middel kan ingezet worden om de bewustwording over de Waal en het verhaal over de oorsprong van het gebied op gang te brengen. De Waal heeft het gebied alles gebracht wat het nu is. Schoolklassen zijn een belangrijke doelgroep. Enkele duurzame ondernemingen worden genoemd De camping Zennewijnen wordt meerdere keren genoemd als voorbeeld van duurzaam ondernemen. Een geïnterviewde persoon merkte op dat ‘vaak de vrouwen die een Bed and Breakfast runnen, duurzaam bezig zijn’. Dit is verder niet door onderzoek onderbouwd. Het Scandic Sanadome in Nijmegen is in beeld als duurzame onderneming vanwege de MVO Award die het complex ontving. Het Regionale Bureau voor Toerisme Rivierenland: duurzaamheid is niet onderscheidend in de ogen van de consument Het RBT Rivierenland is van mening, dat het in de markt zetten van WaalWeelde als duurzame toeristische regio geen (economische) meerwaarde oplevert. De consument ziet de Waal niet als toeristische regio, zoals de Veluwe of de Achterhoek. Het positioneren van de huidige regio’s heeft tot op heden erg veel energie en geld gekost. Er is geen draagvlak voor het in de markt zetten van de Waal als toeristische regio. Tijd en geld kunnen beter worden ingezet om de huidige regio’s steviger in de markt te zetten. Bij alle projecten van dit RBT is het duurzaam denken een vanzelfsprekendheid. Het hoort bij een goede productontwikkeling en bij een goede marketing. De toeristische ontwikkeling zet in op het aantrekken van enkele grootschalige accommodaties en een slechtweervoorziening met een ‘magneetfunctie’, die bezoekers naar het gebied brengen. In het Rivierenland is de ambitie uitgesproken om in 2028 de Floriade naar het gebied te halen. Dit streven zorgt enerzijds voor focus van de activiteiten en anderzijds zal het ervoor zorgen, dat ontwikkelingen beter op elkaar worden afgestemd. De Regio Rivierenland: vooral praktisch De Regio Rivierenland zet vooral in op de praktische uitvoering ten behoeve van het toerisme: struinroutes, fiets-‐ en wandelroutes, rivierpleisterplaatsen en de exploitatie en het onderhoud van pontjes. Ook beheert deze regio een aantal recreatiegebieden die overigens niet aan de Waal liggen.
21
Het Regionaal Bureau voor Toerisme KAN speelt in op de consumententrend van duurzaamheid Het RBT KAN ziet uitgebreide mogelijkheden om duurzaamheid in de toeristische producten te verwerken. Met name op het gebied van vervoer worden in de komende jaren diverse projecten uitgewerkt om het duurzaam toeristisch vervoer te stimuleren: het hele KAN-‐gebied ontwikkelen als e-‐ bikegebied en e-‐scooters in de verhuur aan te bieden. Ook zijn er plannen, in samenwerking met de Stadsregio en andere partners, om een fietspendelboot in het leven te roepen. De Stadsregio: de aantrekkelijkheid van de rivieren beleven De Stadsregio werkt aan het beleven van de rivier op verschillende manieren. Projecten als de Verdronken Dorpen sluiten nauw aan bij de beleving van de mensen uit het gebied en brengen dit voor de bezoeker weer tot leven. Bij de Stadsregio leeft het verlangen dit deel van de identiteit van het gebied weer zichtbaar te maken en het toe te voegen aan de elementen die te beleven zijn. In samenwerking met het RBT wil men dit thematisch in de markt zetten. Het Plan Rivieren moet hierin focus aanbrengen, in combinatie met het gebruik van nieuwe media, waarvoor via www.spannendegechiedenis.nl een sterke basis is gelegd.
Ambities op het gebied van duurzaam toerisme? De verschillende organisaties zijn op hun eigen manier allen, in meer of mindere mate, met duurzaamheid en toerisme bezig. Het bewustzijn over de mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid en toerisme is relatief beperkt. Men focust op een aspect, bijvoorbeeld het energieverbruik en ziet de breedte van de mogelijke toepassingen nog niet. Het totaal beeld ontbreekt. Individuele ondernemers zijn, al dan niet aangemoedigd door de Green Key, met duurzaam toerisme bezig.
Conclusies • Tijdens de gesprekken komt naar voren dat mensen nauwelijks actief bezig zijn met duurzaamheid en toerisme. • Men vindt duurzaamheid op zich belangrijk. Hiervoor zijn twee redenen: ten eerste omdat het belangrijk is voor het voortbestaan van onze aarde en ten tweede omdat het economische kansen biedt. • De geïnterviewde personen zien een beperkt aantal toepassingen van duurzaamheid in de toeristische sector: tijdens het gesprek ontdekt men, dat er in de praktijk toch al veel gebeurt. • Er is behoefte aan informatie over duurzaamheid en toerisme: over de vorm verschilt men van mening. • Voor de provincie Gelderland ziet men, in samenwerking met de regio-‐organisaties, een overkoepelende rol weggelegd. Men kijkt naar de provincie voor regie en geld.
22
Een stap naar het ontdekken van de essentie van de Waal Tijdens de interviews is gevraagd welke beelden (literair, visueel, poëtisch) de rivier de Waal karakteriseren. Als typerende verbeeldingen van de Waal werden de volgende zaken genoemd: • Boudewijn de Groot: Het land van Maas en Waal • Hendrik Marsman: Herinnering aan Holland ‘Denkend aan Holland zie ik breede rivieren’ • Martinus Nijhof: De moeder, de vrouw ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien’ • Huub Kortekaas: De vergulde Zaailing • Het verhaal van de steenfabrieken • De zalm-‐ en aalvisserij die er niet meer is • Champignoncultuur in Maasdriel • Kunstwerk bij de burg in Zaltbommel • Het fruit van de Betuwe, streekproducten Betuws best • ‘De Waal is een machtige rivier’ • Maria Roosen: Verdronken Doornik bij Bemmel • Alphons Ter Avest Tuimelende Huizen, bij Puttmanskrib • Jan en Sanne Terlouw: Verdronken dorpen • De ongetemdheid van de natuur • De dynamiek van de rivieren • De koe van papier-‐maché bij Varik, later van kunststof • Ad Mertens: Gedichten over tijd en eeuwigheid • Kunstwerk Und so weiter bij Spijk.
23
Hoofdstuk 5: In hoeverre is de ontwikkeling van recreatie en toerisme binnen WaalWeelde op dit moment duurzaam?
De voorgaande hoofdstukken geven een momentopname (eind 2011) van de ontwikkeling van duurzaamheid en toerisme binnen WaalWeelde. Laten wij de bevindingen van het onderzoek leggen naast de definitie van duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde. Duurzame toeristische ontwikkeling is: • Een vorm van toeristische ontwikkeling die de eigen bestaansvoorwaarden niet aantast, zodat ook toekomstige generaties bewoners en gasten van het Waalgebied kunnen genieten. • Het is een vorm van toerisme die zowel mens, milieu als de lokale cultuur van het hele gebied rond de Waal respecteert en die een evenwicht brengt in deze drie dimensies. • Het is een ontwikkeling die uitgaat van de beleving van de essentie van het gebied en die economisch rendabel is. • De combinatie van duurzaamheid en het werken vanuit de essentie van het gebied resulteert in een optimale kwaliteitsverbetering. Bij de meeste organisaties in het gebied is er nauwelijks sprake van specifieke duurzame toeristische ontwikkeling Op provinciaal niveau is er geen sprake van gestructureerde aandacht voor toeristisch duurzame ontwikkeling. Er wordt binnen de provincie Gelderland aan duurzaamheid gewerkt en ook aan toeristische ontwikkeling. Van een bewuste keuze om duurzaam toerisme te stimuleren, is geen sprake. Dit beeld is ook te vinden bij veel gemeentelijke overheden: hoewel men het belang van duurzaamheid voor de toeristische beleidsontwikkeling onderkent, krijgt het onderwerp weinig aandacht. Dit komt voornamelijk ‘omdat het onderwerp eigenlijk niet zo aan de orde is’. De gemeente Nijmegen vormt hierop een uitzondering. Het is niet zo, dat men afwijzend staat tegenover het toepassen van duurzaamheid. Men is zich niet altijd bewust van de mogelijkheden in de praktijk. De houding van de partners in het veld verschilt ten aanzien van de duurzame toeristische ontwikkeling: natuur-‐ en landschapsorganisaties zijn er vaak bewust bezig. Het denken omtrent duurzaamheid focust zich op het ‘planet’ of ‘profit’ aspect Er heerst bij de betrokken organisaties een bepaald bewustzijn over het belang van het behoud van hulpbronnen, grondstoffen en natuur. Binnen het project WaalWeelde is voor dit aspect aandacht (waterbeheer, landschapsbeheer). Op het gebied van energieverbruik en bouwen is duurzaamheid in beeld. Ook de ondernemers in het toeristisch veld zijn actief met duurzaamheid bezig, zoals blijkt uit de inzet voor het behalen van de Green Key en de Blauwe Vlag. De regie ten aanzien de ontwikkeling van duurzaamheid en toerisme ontbreekt In het toeristisch beleidsveld is er op dit moment geen organisatie die de ontwikkeling van duurzaam toerisme initieert of coördineert. Er is bij de meeste partners in het veld geen gevoel van urgency: de noodzaak voor duurzaamheid in de toeristische ontwikkeling wordt nauwelijks ervaren. Bij gemeenten is er aandacht voor duurzaamheid op het gebied van bijvoorbeeld bouwen en energieverbruik. Duurzaam toerisme ontbreekt in beleidsvisies. Regionale verschillen Regionaal zijn er verschillen te constateren: in het gebied van het Knooppunt Arnhem Nijmegen is over het algemeen, in relatie tot de toeristische beleving, meer belangstelling voor de menselijke en culturele waarden in het gebied. In het Rivierengebied liggen de accenten in de uitvoering meer op het realiseren van praktische voorzieningen. Strategische partners in het veld aanwezig Organisaties zoals de regio’s, de RBT’s, NORT en de natuur-‐ en landschapsorganisaties werken op hun eigen manier aan de toeristische ontwikkeling van het Waalgebied. Uit de gesprekken blijkt dat zij openstaan voor samenwerking om het denken over duurzaamheid een impuls te geven. Economische rentabiliteit Duurzame toeristische ontwikkeling moet economisch rendabel zijn. Dit verkennend onderzoek heeft de economische rentabiliteit van de toeristische sector in het Waalgebied niet geanalyseerd of vergeleken met andere regio’s. De geïnterviewde personen wijzen op de kleinschaligheid van de sector in het gebied en de beperkte slagkracht die daarmee vaak gepaard gaat.
24
Het belang van de essentie Duurzame toeristische ontwikkeling gaat uit van het bijzondere van het gebied. Hierdoor ontstaat een beleving die in principe alleen op deze locatie ervaren kan worden. Dit verdiept de beleving van de bezoeker en versterkt de kwaliteit van het toeristisch product. Voor WaalWeelde is op toeristisch gebied nog geen ‘officiële’ essentie benoemd. Ook de regionale beeldverhalen komen nog niet van de grond. De toeristische ontwikkeling binnen het WaalWeelde-‐gebied (en overigens ook in grote delen van de rest van Nederland) is daarmee niet geborgd in een gezamenlijk vertrekpunt. De partijen in het gebied begeven zich op een inhoudelijk deelgebied en voelen zich niet geroepen de essentie van het gebied te bepalen. Wanneer de provincie deze rol niet oppakt, zal geen van de partijen in het veld dit op zich nemen. Voorbeeld: Interpretation en het Natuurcentrum Rivieren Nijmegen In 2007 is een inhoudelijk concept ontwikkeld voor het Natuurcentrum Rivieren in Nijmegen. In eerste instantie was het de bedoeling hiervoor een nieuw gebouw te ontwikkelen. Vervolgens is gekozen voor een combinatie met een culturele insteek en vindt het centrum zijn onderkomen in de Stratenmakerstoren, Waalkade 83 -‐ 84 in Nijmegen. De Interpretation analyse die voor het Natuurcentrum Rivieren is gemaakt, levert zeer waardevolle aanknopingspunten voor een inhoudelijke basis voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme in het WaalWeelde-‐gebied. Op basis van het onderzoek voor het Natuurcentrum, is de essentie van het rivierengebied bij Nijmegen geformuleerd: Hier begint het weids stromend rivierenlandschap, verbinding tussen bergen en zee. Deze essentie is verder uitgewerkt in een kernboodschap. De kernboodschap luidt: Natuur en mensen zijn hier in voortdurende beweging. De basis voor het activiteitenprogramma van het Natuurcentrum is het mogelijk maken van een rijke belevenis of ervaring. De kernwoorden voor de ervaring die de bezoeker in het rivierengebied heeft zijn water, weidsheid, ruige natuur, idylle, stilte, en actief. Conclusies • Er is in het WaalWeelde-‐gebied geen sprake van bewuste en expliciete duurzame toeristische ontwikkeling. • Vanuit de provincie is voor het ontwikkelen van duurzaamheid op het gebied van toerisme geen kader aangegeven. • Hieraan is in het veld wel behoefte, mits dit op praktische wijze wordt vormgegeven en vergezeld gaan met financiële middelen. • Het identificeren van de essentie van het gebied kan het beste vanuit de provincie worden opgepakt.
25
Hoofdstuk 6: Over welke middelen kan de provincie beschikken ten aanzien van de vraagstelling? Uit de voorgaande analyse blijkt, dat er in het toeristisch veld binnen WaalWeelde nog weinig gedaan wordt met duurzaamheid, overigens net als elders in de provincie. De vraag is welke middelen de provincie kan inzetten om het duurzaam denken binnen de sector te bevorderen. De rol van de provincie Gelderland Bij aanvang van het verkennende onderzoek zijn drie rollen van de provincie in de ontwikkeling van het denken over duurzaamheid geïdentificeerd: agenderen, kennis-‐ en leerontwikkeling en faciliteren. Afhankelijk van het te kiezen ambitieniveau, kan hieraan de rol stimuleren worden toegevoegd. In een routekaart kan dit verder worden uitgewerkt en vertaald richting de uitvoering. Waardecreatie De ruimtelijke kwaliteit van de Waal is gedefinieerd als een integrale balans tussen de gebruikswaarde, de toekomstwaarde 8 en de belevingswaarde . Vanuit de toeristische invalshoek is het belangrijk hoe deze waarden concreet bijdragen aan het economisch rendement van de sector. Op wie heeft duurzame beleidsontwikkeling binnen WaalWeelde betrekking? In dit model zijn drie soorten partijen in beeld, die wederzijds invloed op elkaar hebben. • De consument: de bewoner van de regio (recreant) en de bezoeker (toerist die er één of meerdere nachten verblijft). • De ondernemer biedt (een deel van) het toeristisch product aan en is voor vergunningen en het onderhoud van de openbare ruimte afhankelijk van de overheid. Ook de organisaties die het toeristisch product vormgeven (routes, uiterwaarden, marketing, productontwikkeling) behoren tot deze groep. De onderwijs-‐ en onderzoeksinstellingen kunnen een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van het denken over duurzaamheid. • De overheid kan afhankelijk van het ambitieniveau invloed uitoefenen op de ontwikkeling van en het denken over duurzaamheid. We onderscheiden zowel de provinciale als de gemeentelijke overheid. Uit het model blijkt dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft over het eigen denken en handelen ten aanzien van duurzaamheid en toerisme. Van daaruit kan de overheid de twee andere partijen (consument en ondernemer/organisaties) beïnvloeden. Elke partij heeft een eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid in het denken over duurzaamheid. In dit model laten wij de maatschappij als partij buiten beeld, omdat de provincie Gelderland hierop in het kader van dit oriënterend onderzoek relatief weinig invloed heeft.
6.1 Middelen van de provincie Gelderland Een provincie beschikt in de praktijk over verschillende middelen. Welke middelen worden ingezet, is afhankelijk van de doelstelling en de doelgroep die men wil bereiken. In deze verkennende studie worden vijf soorten middelen onderscheiden: beleid, informatie, wet-‐ en regelgeving, financiering en uitvoering. Wanneer de middelen in samenhang worden ingezet, is het effect groter.
8
Handreiking ruimtelijke kwaliteit Waal (2009)
26
Beleid
Beleid vormt de basis van waaruit de provincie haar activiteiten ontplooit. Het beleid is een vertaling van het coalitieakkoord dat door de politieke partijen aan het begin van de regeringsperiode is opgesteld. Met het formuleren van beleid, wordt aangegeven hoe de beschikbare middelen worden ingezet om de gestelde organisatiedoelen te bereiken. Hoe concreter de organisatiedoelen geformuleerd zijn, hoe gerichter de middelen kunnen worden ingezet. Het beleid is het sterkst, wanneer de verschillende overheden (rijk, provincie en gemeenten) het rijksbeleid door middel van het formuleren van concrete beleidsdoelstellingen, steeds verder concretiseren. Voor WaalWeelde is hiervan sprake, aangezien het rijksbeleid in de vorm van de PKB Ruimte voor de rivier in WaalWeelde is door vertaald. In dit oriënterend onderzoek zijn twee soorten beleidsontwikkeling van interesse: enerzijds het beleid van de eigen provinciale organisatie en anderzijds het beleid zoals dit door de partners in het veld wordt geformuleerd. Provinciaal beleid De doelstellingen van het huidige college zijn vastgelegd in het coalitieakkoord Uitdagend Gelderland. In Gelderland wordt beleid geformuleerd onder twee noemers: per taakveld en per programma. De elf taakvelden zijn: bouwen en wonen; cultuur en cultuurhistorie; economie en werk; jeugd en jeugdzorg; landelijk gebied; milieu, klimaat en water; recreatie en vrije tijd; ruimtelijke ordening; veiligheid; verkeer en vervoer en welzijn en zorg. In de programma’s werkt de provincie voor lange tijd samen met partners aan projecten die veel voeten in de aarde hebben. De vijf hoofdgroepen van de programma’s zijn: gebiedsontwikkeling; klimaat en energie; regioverkenning; stad en regio en tot slot vitaal platteland. Het onderwerp duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde kan met (bijna) alle taakvelden en programma’s te maken hebben. De uitdaging bestaat daarin, om een zo efficiënt mogelijke verbinding te leggen tussen het reeds geformuleerde beleid en de programma’s van de provincie Gelderland en de duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde. Daarnaast is het belangrijk een verdiepingsslag te maken binnen WaalWeelde. De verdiepingsslag kan gemaakt worden door bepaalde, bewust gekozen beleidsaccenten te versterken en dit specifiek te vertalen naar de toeristische ondernemers. De ontwikkelingen moeten immers langdurig rendabel zijn. Een voorbeeld: fietsen Een Nederlander fietst gemiddeld 2,45 kilometer per dag. De provincie formuleerde de doelstelling dat de Gelderlander dagelijks 2,9 kilometer fietst. Hiervoor zijn de krachten gebundeld in het Gelders Fietsnetwerk. Hierin hebben zitting: de provincie Gelderland, de zes Gelderse regio’s, de regionale bureaus voor Toerisme, het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, de recreatieschappen en maatschappelijke organisaties zoals de ANWB en de fietsersbond. Duurzame toeristische ontwikkeling kan hieraan bijdragen, door uit te werken hoe de consument de essentie van het Waallandschap beter kan begrijpen en beleven via gestructureerde, aanvullende informatie. Deze informatie is voor een groot deel al bij de Provincie aanwezig bij het terrein cultuurhistorie. De provincie wil het cultuurhistorisch erfgoed bewaren en herstellen, maar ook versterken en ontwikkelen. Onder het thema cultuurtoerisme subsidieert de provincie zomerprojecten, festivals en eenmalige subsidies voor kleine initiatieven op het snijvlak van cultuur en economie, gericht op dag – en verblijfstoeristen.
27
Door een nauwe samenwerking tussen het Fietsnetwerk en cultuurhistorie ontstaat de gewenste versterking van het toeristisch product. Vaak wordt de laatste slag in het denken over duurzaamheid vergeten: welke mogelijkheden biedt dit de toeristische ondernemer om het economisch rendement van zijn bedrijf te versterken? De provincie kan hierin twee (aanvullende) rollen (laten) oppakken: het samenbrengen van geïsoleerde ontwikkelingen (bijvoorbeeld het bevorderen van het fietsen en het cultuurtoerisme) en het informeren en stimuleren van de ondernemers om hiermee het economisch rendement te versterken. Het beleid van de partners De partners in het veld bepalen hun eigen beleid. Soms wordt dit zelfs op landelijk niveau bepaald. De provincie kan echter wel een voorbeeldfunctie vervullen. Partners in het veld mopperen nog al eens over de tegenstrijdigheid van het provinciale beleid. Door de afstemming van het beleid, de verdiepingsslag en de vertaling naar het economisch rendement, zal het provinciaal beleid krachtiger overkomen en zodoende de gemeenten, organisaties en onderwijsinstellingen inspireren.
Informatie, ondersteuning, stimulering De tijd dat de provincie beleid maakte en dit rondstuurde, is voorbij. Het informeren en communiceren heeft met de komst van het internet geheel nieuwe dimensies en mogelijkheden gekregen. Het eenzijdig zenden van informatie maakt plaats voor communicatie 2.0, waarbij consumenten de mogelijkheid hebben om interactief mee te doen. Hierbij is het belangrijk rekening te houden met de verschillende stadia van gedragsverandering. • Bewustwordingsproces: is mijn handelen duurzaam of niet? • Intentie tot verandering: ik ben van plan in te zetten op duurzame toeristische ontwikkeling. • Gedragsverandering: De provincie kan hier invloed op uitoefenen door controle (wet-‐ en regelgeving, verplichtingen opleggen) of door de houding ten opzicht van het onderwerp te beïnvloeden (het teweegbrengen van een gedragsverandering vanuit de eigen motivatie). • Kennis: kennis over de mogelijkheden van duurzame toeristische ontwikkelingen binnen WaalWeelde is hiervoor nodig. • Continuïteit: als personen en organisaties zijn we gauw geneigd weer in oud en vertrouwd gedrag terug te vallen. Verschillende doelgroepen zijn in verschillende stadia van het toepassen van het denken over duurzaamheid in toerisme. De informatie moet daarop aansluiten. De keuze van de in te zetten middelen is zeer breed en afhankelijk van de doelstelling. Hierin zijn verschillende niveaus van participatie mogelijk: • Informeren: informatie verspreiden via bijvoorbeeld huis-‐aan-‐huis bladen, persberichten, websites; inloopbijeenkomsten; informatieavonden; werkbezoeken en sociale media. Het doel is het verstrekken van informatie: communicatie 1.0. • Raadplegen: het vragen van een mening of commentaar via bijvoorbeeld een panel, een debat, rondetafelgesprekken, expertgroepen, adviesraden, hoorzitting of via sociale media. Het advies wordt binnen strikte randvoorwaarden opgesteld. • Adviseren: de provincie vraagt partners om advies via meepraten en meebeslissen. Dit kan via overleggen, spreekuren, enquêtes, inloopdiscussies, inspraakavonden, klankbordgroepen en digitale debatten. • Coproductie: partners beslissen binnen aangegeven kaders over een bepaald onderwerp. Keuzes worden binnen vooraf gestelde kaders gemaakt. Manieren zijn: werkateliers en workshops, werkgroepen, het steunen van buurinitiatieven, sponsoring van projecten en convenanten. • Meebeslissen/samenwerken: ook hier beslissen partners en de provincie over een bepaald onderwerp. De partijen handelen hier op basis van gelijkwaardigheid: ontwerpatelier, projectbudget, prijsvraag, referendum, burgerjury, modelkeuzes. De provincie kan bepaalde ontwikkelingen stimuleren door processen te ondersteunen. Binnen WaalWeelde kan de provincie bijvoorbeeld een specialist op het gebied van duurzame toeristische beleidsontwikkeling beschikbaar stellen voor
28
de advisering en ondersteuning van de partners in WaalWeelde. De (toeristische) beleidsplannen worden zo kwalitatief verbeterd door een tijdelijke kennisimpuls. De ondersteuning kan bijvoorbeeld ook gelden voor een groep ondernemers die een project op het gebied van duurzame toeristische ontwikkeling van de grond wil krijgen. Afhankelijk van de situatie kan bekeken worden op welk gebied de ondersteuning gevraagd wordt. Hierbij kan een stap verder gegaan worden, door deelbeleid te ontwikkelen ter ondersteuning van de toeristische sector op bijvoorbeeld het gebied van energie, net zoals dit in Gelderland al voor de zorgsector is gedaan. De provincie kan een stimulerende rol oppakken door best practices beter bekend te maken en groepen mensen bijeen te brengen via netwerkbijeenkomsten. De bijeenkomsten moeten ruimte bieden voor het geven van een mix van nuttige informatie, inspirerende voorbeelden en voldoende tijd voor het leggen van contacten. Hierbij is het vooral belangrijk deze bijeenkomsten laagdrempelig te maken en met regelmaat te organiseren.
Wet-‐ en regelgeving
In het Streekplan Gelderland 2005 heeft de provincie Gelderland het ruimtelijk beleid vastgelegd en daarmee op hoofdlijnen de verdeling en het gebruik van de ruimte in Gelderland bepaald. Het beleid verschilt per soort gebied: het rode raamwerk voor de verstedelijking, het blauw-‐groene raamwerk met ruimte voor de natuur en het multifunctionele gebied waar gemeenten, rekening houdend met waardevolle landschappen, zelf het ruimtelijk beleid bepalen. De drie soorten gebieden komen binnen WaalWeelde voor. De provincie heeft daarmee een krachtig instrument om gewenste ontwikkelingen te stimuleren. Op (bijna) elk van de elf terreinen van de Gelderse beleidsontwikkeling, is er bijbehorende wet-‐ en regelgeving. Hoewel men bij de toeristische sector niet in eerste instantie aan wet-‐ en regelgeving denkt, heeft de toeristische ondernemer hier wel mee te maken. Denk hierbij aan bestemmingsplannen, bouwbesluiten, milieuverordeningen, zwemwatercontroles, arbeidsinspecties enzovoort.
Financiering Om bepaalde ontwikkelingen van de grond te krijgen, zetten provincies financiële middelen in. Wil de provincie duurzaamheid stimuleren, dan is duurzaam financieren een belangrijk uitgangspunt. Uit onderzoek naar innovaties blijkt, dat de effectiviteit van veel subsidieregelingen niet is aangetoond. Bovendien herbergen sommige regelingen veel 9 transactiekosten . Middelen die door provincies op financieel gebied kunnen worden ingezet, verschillen van doelstelling en omvang. • Subsidies. Subsidies worden verstrekt voor het realiseren van een doelstelling die zonder bijdrage van de provincie (meestal) niet gerealiseerd zou worden. Het nadeel van subsidies is, dat het vaak gaat om een éénmalige bijdrage. Het effect is daarmee vaak van tijdelijke aard. • Kredieten en leningen. Het geleende geld moet aan de provincie terugbetaald worden, waarbij mogelijk rente in rekening wordt gebracht. • Participaties. De provincie verstrekt risicodragend kapitaal aan ondernemers. Vaak wordt hiervoor een rol in de bedrijfsvoering als garantie geëist. • Garanties. De bedragen worden uitgekeerd wanneer de activiteiten werkelijk hebben plaatsgevonden en alleen wanneer die achteraf werkelijk nodig bleken te zijn. • Risicokapitaal in de vorm van aandelen. De provincie neemt deel in een onderneming via aandelen. • Revolving fund. De provincie creëert een fonds waarin de opbrengsten terugvloeien na terugbetaling, zodat nieuwe investeringen gedaan kunnen worden. In de financieringsvoorwaarden kan worden opgenomen dat duurzaamheid op verschillende niveaus (bijvoorbeeld informatieverstrekking en onderhoud) gewaarborgd moet zijn.
Uitvoering
In de uitvoering kan de provincie Gelderland de realisatie van projecten stimuleren die tot concrete producten leiden: dit varieert van recreatiegebieden tot visstoepen, van pontjes tot routestructuren. Bij de realisatie van toeristische projecten kan de provincie duurzaamheid bevorderen, door aandacht te besteden aan duurzaam materiaalgebruik en duurzaam onderhoud. Ook het verzekeren van het onderhoud en behoud op lange duur, draagt bij aan duurzaamheid binnen WaalWeelde.
9
Innovatief financieren van innovatie Aebel.
29
6.2 Drie scenario’s voor toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde Verschillende scenario’s zijn mogelijk om duurzame toeristische ontwikkeling in WaalWeelde te stimuleren. Om de verschillen duidelijk te maken, worden drie scenario’s kort geschetst aan de hand van de communicatie richting de doelgroep. Uiteraard is de lijst niet uitputtend. WaalWeelde als toeristisch duurzame bestemming Dit scenario zet WaalWeelde in Nederland richting de consument op de kaart als de meest duurzame bestemming van Nederland. Het beleid van de provincie richt zich op het in de markt zetten van producten en communicatie die de bewoners en de bezoekers ervan overtuigen dat het gebied rond de Waal een excellente bestemming is voor degenen die duurzaam toerisme nastreven. Richting de bewoners wordt het gebied geprofileerd als bijzonder duurzaam. Ter vergelijking: Toerisme Vlaanderen Een van de regio’s in Europa die zich op basis van duurzaam toerisme wil profileren, is Vlaanderen. Het in de markt zetten is begonnen met het duidelijk definiëren wat er onder diverse begrippen wordt verstaan. Verder is het duurzaam toerisme uitgewerkt in praktische handvatten voor ondernemers en ook voor bezoekers. Duurzaamheid staat sinds het jaar 2000 op de Vlaamse toeristische agenda. De Vlaamse overheid zet via de Beleidsnota Toerisme 2009 – 2014 stevig in op duurzaamheid en toeristische beleidsontwikkeling. Het gebied wil zich als duurzame toeristische bestemming op de internationale kaart zetten. Duurzaam toerisme is structureel geïntegreerd in de missie van Toerisme Vlaanderen. Ook heeft Vlaanderen via de visie Samen grenzen verleggen, Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling de integratie tussen alle beleidsvelden, waaronder toerisme, tot stand gebracht. Het beleid van Toerisme Vlaanderen concentreert zich qua duurzaamheid op de Green Key-‐accommodaties en het aanbod Toerisme voor allen, waarbij aandacht wordt besteed aan participatie door personen met een fysieke beperking, personen met een financiële beperking of jongeren en groepen. Dit scenario stuit op een aantal bezwaren. Beleidsmatig is er bij de provincie Gelderland onvoldoende voorhanden om deze beleidskeuze te onderbouwen. Het beleid op het gebied van duurzaam toerisme is tot op heden niet expliciet ontwikkeld. Bovendien is het Waalgebied als toeristische regio bij de consument niet in beeld. De regionale bureaus voor toerisme besteden veel tijd en aandacht aan het in de markt zetten van de huidige regio’s: niemand zit op een nieuwe regio te wachten. Om deze reden is daarvoor bij de organisaties in het veld geen draagvlak. Ook uit het toeristisch product blijkt op dit moment niet, dat dit rond de Waal meer dan gewoonlijk duurzaam zou zijn. De bezoeker zou in de praktijk weinig merken van een dergelijke ambitie. Tot slot is de directe communicatie met bezoekers niet echt een kerntaak van de provincie als organisatie. WaalWeelde als voorbeeld van efficiënte en integrale beleidsontwikkeling op het gebied van duurzaam toerisme Bij dit scenario ligt het accent op een gedegen inbedding van het denken over duurzame toeristische beleidsontwikkeling, zowel bij de eigen provinciale organisatie als bij de gemeenten binnen WaalWeelde. De provincie ontwikkelt duidelijke richtlijnen die in SMART geformuleerd beleid zijn samengevat. De toetsende criteria worden bij elke ontwikkeling gebruikt. De provincie heeft de beschikking over een aantal specialisten dat de duurzame toeristische beleidsontwikkeling bevordert, al dan niet gedetacheerd bij uitvoerende organisaties. Dit gebeurt via het formuleren van het interne beleid van de provincie. De provincie trekt het veld in en de gemeente wordt, indien gewenst, actief ondersteund en geïnspireerd om regionaal en lokaal duurzaamheid binnen het toerisme te bevorderen. Hiervoor is door de provincie een modelaanpak ontwikkeld, die door de lokale overheden kan worden gebruikt. Dit zorgt voor een doeltreffende en efficiënte beleidsontwikkeling. Dit scenario veronderstelt een actief kennismanagement binnen de provincie Gelderland op het gebied van duurzaam toerisme. Mensen en middelen moeten worden vrijgemaakt om de gemeentelijke organisaties te inspireren en te ondersteunen bij hun beleidsontwikkeling. Bij de gemeenten en regio-‐organisaties is er draagvlak voor een dergelijke insteek. De doorvertaling van provinciaal beleid naar lokaal beleid, zal de kwaliteit ten goede komen. Door deze efficiënte kennisinzet, hoeven gemeenten het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden.
30
Duurzaam toerisme als verbindende factor voor ondernemers, organisaties en onderwijs Het beleid van de provincie is in dit derde scenario gericht op het ondersteunen en het stimuleren van ondernemers, organisaties en onderwijsinstellingen. Kennisuitwisseling over duurzame toeristische ontwikkeling staat hierbij hoog in het vaandel. De provincie draagt daarbij het belang uit van de balans tussen people, planet en profit. Bij de productontwikkeling speelt de beleving van de essentie van het gebied een belangrijke rol. Projecten die door de provincie (financieel) ondersteund worden, zijn via slimme samenwerkingsconstructies verzekerd van een voortbestaan van minimaal tien jaar. De hele toeristische keten is bij alle partners duidelijk in beeld en allen werken samen aan een evenwichtig en samenhangend product. Er is een gezonde balans tussen het economisch, ecologisch en menselijk belang. Dit scenario, waarbij de toeristische ondernemer duidelijk in beeld is, heeft ook aandacht voor het verdienmodel binnen de toeristische sector.
Conclusies • De provincie Gelderland kan beschikken over vijf verschillende middelen om duurzaam toerisme te stimuleren binnen WaalWeelde: beleid, informatie, wet-‐ en regelgeving, financiën en uitvoering. • Hierbij kan de provincie kiezen voor verschillende doelgroepen: de overheid (provincie en gemeenten), het toeristisch veld (ondernemers, organisaties en onderwijsinstellingen) of de consument (bewoners en bezoekers). • Verschillende modellen zijn mogelijk, waarbij het direct profileren van het WaalWeelde-‐gebied of de provincie Gelderland richting de consument als duurzame toeristische bestemming, geen gelukkige keuze zal zijn. • Een mengvorm van de andere twee modellen wordt in het laatste hoofdstuk als de meest kansrijke optie uitgewerkt.
31
Hoofdstuk 7: Welke rol kan de provincie het beste oppakken, gezien de stand van zaken van WaalWeelde en de ontwikkeling van duurzaam toerisme in het veld?
7.1 In hoeverre is de voorgestelde toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde duurzaam?
De ambities die in WaalWeelde voor het passend recreatief gebruik zijn uitgewerkt (Gebiedsgerichte uitwerking, Deel C, p.56, zie tabel hierboven), zijn ingegeven vanuit de ruimtelijke kwaliteit. De tabel focust sterk op de uitvoering van voorzieningen voor recreanten en toeristen. Er zijn projecten die onder de noemer van duurzaamheid kunnen vallen, zoals het realiseren van autoluwe dijken, veerverbindingen, pleisterplaatsen en boegbeelden. De Handreiking Ruimtelijke Kwaliteit voor de Waal (2009) die aan deze tabel ten grondslag ligt, vormt een waardevol vertrekpunt voor de duurzame toeristische beleidsontwikkeling op het gebied van de uitvoering. In het toeristisch veld is belangstelling voor deze verdieping in de vorm van duurzaam toerisme. Bij de meeste gemeenten is hiervoor echter te weinig tijd dan wel formatie beschikbaar. Natuur – en landschapsorganisaties werken ieder vanuit de eigen invalshoek aan duurzaam toerisme. Koepelorganisaties stimuleren ondernemers in het duurzaam ondernemen. De verdieping van de beleving van het landschap wordt door de RBT’s en de natuurorganisaties opgepakt. Hier is winst te behalen indien deze lijnen zouden samenkomen. Een versterking van duurzame toeristische beleidsontwikkeling kan tot stand komen, indien de provincie de regisseursrol op zich neemt en via duidelijk beleid en inspirerende informatie de bestaande initiatieven weet te verbinden en de partijen in het gebied beweegt om verder te kijken dan slechts naar de bekende zienswijzen. De provincie kan verschillende middelen inzetten, waardoor een verdere verdieping en synergie ontstaan in de ontwikkeling van duurzaam toeristisch beleid rond WaalWeelde.
32
7.2 Rollen en inzet van middelen Beleid: regisseur met een duidelijk doel voor ogen Om duurzaam toerisme binnen WaalWeelde duidelijker vorm te geven, kan de provincie op beleidsniveau veel doen vanuit de provinciale rollen: agenderen, kennis-‐ en leerontwikkeling en faciliteren. Duidelijkheid is hierbij van essentieel belang en die kan gegeven worden door: • Vast te leggen wat nu precies onder duurzame toeristische ontwikkeling wordt verstaan (en wat niet). De definitie zoals geformuleerd in hoofdstuk twee kan hiervoor gebruikt worden. • Te werken vanuit de essentie van het gebied. Richting de partners wordt steeds duidelijk aangegeven wat hieronder wordt verstaan en waarom het gezamenlijk werken vanuit deze essentie zo belangrijk is. Het bepalen van de essentie heeft een verdere reikwijdte dan alleen duurzaam toerisme. De essentie van een gebied is in wezen onveranderlijk en vormt daarmee de solide basis voor elke ontwikkeling in het gebied. Burgers zullen zich in een goed geformuleerde essentie herkennen en organisaties merken, dat hun werkzaamheden via deze essentie met elkaar verbonden zijn. Dit schept een gezamenlijk vertrekpunt. • Te formuleren welke ambitie op het gebied van duurzame toeristische ontwikkeling door de provincie wordt nagestreefd. Deze ambities zijn vertaald in duidelijke, meetbare doelstellingen die in de praktijk eenvoudig te toetsen zijn. Hierbij is het belangrijk om de ambitie niet alleen in meer bezoekers en meer bestedingen te formuleren, maar ook ruim aandacht te besteden aan het planet-‐ en people-‐aspect. De toeristische ondernemers zijn hierbij duidelijk in beeld. • Een systematische doorvertaling te maken van het algemeen beleid van de provincie naar duurzaam toeristisch beleid. Hierdoor ontstaat een integratie van de verschillende werkvelden van de provincie en wint het beleid aan kracht. • Te zorgen dat bij de provincie zelf ruime kennis aanwezig is met betrekking tot duurzame toeristische ontwikkeling en deze kennis in het veld beschikbaar te stellen. • Dit beleid voor ruime tijd te voeren. Partners in het veld hebben behoefte aan een betrouwbare provincie die meedenkt om oplossingen te vinden. Duurzaam toerisme als kortstondige modegril zal eerder weerstand oproepen dan positieve resultaten boeken. • Naast de toeristische infrastructurele voorzieningen ook brede aandacht te besteden aan de menselijke en culturele dimensie van het toeristisch product. Hierbij gaat het zowel om de culturele sector als om de mensen die in het toeristisch veld werkzaam zijn (ondernemers, informatiemedewerkers). • Duurzaam toerisme breder in te bedden in het beleidsveld en dit voor alle regio’s in Gelderland tot speerpunt te maken. Het is noodzakelijk dit ook bestuurlijk uit te dragen. Op dit moment wordt dit impliciet uitgedragen: door dit expliciet te doen, krijgt het denken over duurzaamheid een enorme impuls. Via het beleid wil en kan de provincie uitdagen zijn, mits dit op de juiste manier wordt opgepakt en door vertaald wordt via de overige middelen die de provincie tot haar beschikking heeft. Informatie: inspirator en ondersteuner Na het formuleren van het duurzaam toeristisch beleid, begint het eigenlijke werk pas. Wil de provincie de gestelde doelen bereiken, dan moet men ermee de boer op, het land in. Het enthousiasme wordt gedeeld en ideeën worden uitgewisseld. Dit middel is minstens net zo belangrijk als het formuleren van het beleid. Organisaties die excelleren op hun terrein, kunnen gevraagd worden om als voorbeeld voor de sector te dienen. Zo zou bijvoorbeeld het zwembad de Gelenberg andere zwembaden in het WaalWeelde-‐gebied kunnen inspirerend om ook op duurzame wijze te functioneren. Dit zou gecombineerd kunnen worden met informatie over het provinciaal energiesubsidiebeleid. Het is handig om hiervoor aan te sluiten bij bestaande structuren van informatie-‐uitwisseling. Bestaande overleggen kunnen wellicht voor sommige agendapunten samengevoegd worden: zo kan een uitwisseling tussen beleidsmakers op het gebied van cultuur, natuurontwikkeling en toerisme heel waardevolle inzichten opleveren. De ontwikkelingen worden vaak autonoom ingezet zonder aan te sluiten bij reeds bestaande ontwikkelingen. Samenwerking met bestaande organisaties levert waarschijnlijk de hoogste meerwaarde op. Bij het formuleren van duurzaam toeristisch beleid moet uitgebreid aandacht besteed worden aan de middelen die zullen worden ingezet om de juiste informatie bij de juiste personen te krijgen. De communicatie-‐ en informatieparagraaf zal gebruik moeten maken van alle middelen die tegenwoordig beschikbaar zijn en deze op gepaste wijze moeten inzetten. Dit
33
vergt een andere dan de traditionele manier van denken over het voeren van beleid. Daarbij is het van belang dat in het veld behoefte is aan duidelijkheid, concrete informatie en concrete projecten. Het starten van of aansluiten bij een digitale informatiebank met voorbeelden en nieuws over ontwikkelingen kan overwogen worden. Deze informatie moet makkelijk toegankelijk zijn. Bij de verdere ontwikkeling kan gewerkt worden via de Concepting methode. Hierbij wordt gestart met een kleine groep enthousiaste mensen, die het gedachtegoed uitdraagt. Hierdoor ontstaat een olievlek, die na een rustige start een aanstekelijke ontwikkeling doormaakt. Het accent ligt meer op het aantrekken en verbinden van enthousiaste volgers en niet zozeer op het verkopen van een dienst of een product. Wet-‐ en regelgeving: sneller? De wet-‐ en regelgeving wordt door het toeristisch veld als log en zwaar ervaren. Dit is een gevolg van de afspraken die wij allen als maatschappij met elkaar gemaakt hebben. Hierin kan binnen een ontwikkeling voor duurzaam toerisme op korte termijn weinig verandering worden gebracht. Bij het opstellen van de volgende provinciale structuurvisie, kan er voor gekozen worden om de ruimtelijke bestemmingen voor recreatie en toerisme te voorzien van een ruimere omschrijving. Hierdoor zullen ondernemers in staat zijn sneller in te spelen op de vragen vanuit de markt. Het stimuleren van ondernemers om de Green Key-‐ en Blauwe Vlag-‐certificering te krijgen, is een krachtig middel om de duurzaamheid binnen de toeristische bedrijfsvoering te bevorderen. Controles door de overheid worden na certificering verminderd, aangezien de ondernemer verder gaat dan volgens de regelgeving strikt noodzakelijk is. Het invoeren van de elektronische ondernemersdossiers kan voor de ondernemers ook een verlichting van de regeldruk tot gevolg hebben. De overheid controleert via het internet aan welke regels wordt voldaan. Zodoende kan de frequentie van de controles teruggebracht worden. Financiën: suikeroom, maar wel een eigentijdse, een strenge De provincie wordt door veel organisaties gezien als een belangrijke bron van geld. Veel ontwikkelingen zijn zonder de financiële impuls van de provincie moeilijk te realiseren. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van het duurzaam toerisme. De activiteiten op beleid-‐ en informatiegebied, winnen aan kracht wanneer hierbij geldstromen worden ingezet. Duurzame financieringsmethoden van ontwikkelingen in de toeristische sector blijven moeilijk te realiseren: de investeringen zijn aanzienlijk in relatie tot het rendement. Veel recreatieve voorzieningen kunnen zelfs gratis gebruikt worden. Het rendement wordt indirect, via bijvoorbeeld de horeca, gerealiseerd. Voor toeristische ondernemers is het belangrijk te realiseren dat duurzaam toerisme niet alleen geld kost, maar ook geld kan opleveren. Dit kan bijvoorbeeld via het imago, via gemotiveerder personeel of via een reductie van de kosten. De provincie kan er op inzetten om dit beeld om te buigen via de informatieverstrekking aan de hand van concrete voorbeelden van andere ondernemers. Uitvoering: voorbeeldig en duurzaam In de tabel voor de toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde (zie 7.1) is veel aandacht voor uitvoeringsprojecten. Bij de uitvoering van projecten kan duurzaamheid een zeer belangrijke rol spelen en ook vooral praktisch worden ingevuld. Een checklist kan worden opgesteld om er voor te zorgen dat een aantal randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling geborgd is. De belangrijkste van deze voorwaarden zijn: • Grondstofgebruik: de gebruikte grondstoffen zijn op duurzame wijze gedolven. • Ruimtelijke kwaliteit: de projecten dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit. Gezien de uitgangspunten van het hele WaalWeelde-‐project, zal hiervoor waarschijnlijk voldoende aandacht zijn. • Onderhoud: het onderhoud is op duurzame wijze geregeld. Daarmee wordt niet alleen het gebruik van onderhoudsmaterialen bedoeld, maar ook de continuïteit van het onderhoud. • Aandacht voor beleving: de tabel besteedt ook ruime aandacht aan de beleving van de Waal. Vanuit de beleidsuitgangspunten zal hierin verdere verdieping en samenhang aangebracht worden. • Marketing: de producten worden als onderdeel van een groter geheel in de markt gezet. Bijvoorbeeld: geen losse routes, maar routes maken deel uit van een landelijk netwerk. Routes worden niet alleen geproduceerd, maar ook actief in de markt gezet om er bekendheid aan te geven en het gebruik te stimuleren. • Economisch rendabel: de voorkeur gaat uit naar projecten die in samenwerking met de markt gerealiseerd kunnen worden. Wanneer ondernemers bereid zijn ook zelf te investeren, zullen projecten op langere termijn geborgd zijn.
34
7.3 Randvoorwaarden voor succes Voor het slagen van duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde, is een aantal randvoorwaarden te noemen. Hier volgen de belangrijkste: • Bestuurlijk draagvlak. Het bestuurlijk draagvlak voor de duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde dient expliciet benoemd te worden. Een bestuurder zal hiervoor specifiek verantwoordelijk zijn voor en aanspreekbaar op het behalen van de te formuleren doelstellingen. Deze persoon zal ook bij elke mogelijke gelegenheid de toeristische en duurzame ontwikkeling van het Waalgebied aan de orde stellen. • Voor een effectieve ontwikkeling van duurzaam toerisme binnen WaalWeelde, is het noodzakelijk een document op te stellen waarin de visie en doelstellingen kort en bondig geformuleerd zijn. Dit wordt verder geconcretiseerd in een plan van aanpak met zeer concrete en SMART geformuleerde acties. • Informatiepersoon. Op provinciaal niveau zal een persoon aanspreekbaar zijn voor deze beleidsontwikkeling. Het zal een vrije speler zijn, die overal kansen ziet en ontwikkelingen op eigen wijze ondersteunt. • Coördinatie van informatiestromen. Het informatietraject en het stimuleringstraject zijn bij deze beleidsontwikkeling bijzonder belangrijk. Een goede afstemming van de verschillende middelen die de provincie inzet, is hierbij essentieel. • Langdurig. Veranderingen in het functioneren van de partners van WaalWeelde ten aanzien van duurzame toeristische beleidsontwikkelingen hebben tijd nodig. • Financiering. Zonder financiële middelen zal het moeilijk zijn duurzaamheid binnen de toeristische sector van de grond te krijgen. • Monitoring. De provincie zal ook kritisch moeten zijn ten aanzien van het door haarzelf gevoerde beleid en zal de effecten daarvan via monitoring in beeld willen brengen. Conclusies De projecten zoals deze voor de versterking van het toerisme binnen WaalWeelde geformuleerd zijn, kunnen in principe duurzaam zijn. Een verdieping is mogelijk op het gebied van duurzaamheid en toerisme binnen WaalWeelde. Deze verdieping is om meerdere redenen gewenst: dit komt de kwaliteit van het te ontwikkelen beleid ten goede, verbetert de kwaliteit van het toeristisch product en zorgt er ook voor dat het product in de praktijk richting de consument meer samenhang vertoont. Duurzame toeristische ontwikkeling binnen WaalWeelde biedt veel kansen voor de verbetering van zowel het beleid, als het toeristisch product en de beleving van de consument. Dit is echter een kwestie van lange adem. Een kortstondig project van een jaar of twee zal naar verwachting weinig toegevoegde waarde hebben. Het formuleren van een routekaart kan een volgende, concrete stap zijn.
35
Bijlage 1, Geïnterviewde personen J. Bekhuis
Ark Natuurontwikkeling
Mw. K. van Amersfoort
Gemeente Maasdriel
J. Janssen
Gemeente Neerijnen
R. Schilder Mw. I. Nieskens D. Nieuwland*)
Gemeente Nijmegen Gemeente Rijnwaarden
Mw. M. Meeuwsen*)
Gemeente Tiel
Mw. J. Hattu
Gemeente West Maas en Waal
Mw. S. Duprée
Gemeente Zaltbommel
R. de Haan
Kamer van Koophandel
J. Kaspers *)
NORT Gelderland
M. Mulhof Mw. S. Seuren Mw. S. Riezebos T. Smits
Projecten LTO Noord
P. Smits
Recreatiemaatschappij Stichting Uitrwaard
I. Gelsing
RECRON
F. Vorselman
Regio Rivierenland
Mw. H. Oosting
Regionaal Bureau voor Toerisme KAN
R. de Bruin
Regionaal Bureau voor Toerisme Rivierenland
G. van Scherrenburg
Staatsbosbeheer
R. Kwant *) telefonisch gesproken
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Provincie Gelderland WaalWeelde Radboud Universiteit
Bijlage 2, Literatuur Beleidsplannen van de provincie Gelderland (zie bijlage 4) Gemeentelijke beleidsplannen en coalitieakkoorden en plannen van semioverheden (zie bijlage 4) Plannen van organisaties (zie bijlage 4)
36
Bijlage 3, Projecten die verder uitgewerkt kunnen worden Projecten die tijdens de interviews genoemd zijn. Beleid Belang en rol regio Handreiking gemeenten Rol provincie: structureel aansturen van transitieprocessen Rol provincie overall regie Onderzoek naar rendement van natuur, als economische factor Bewustwordingsproces in gang zetten Duurzaam recreatie en toerisme in regiocontract met provincie MVO Nederland om hulp vragen Informatie Provincie als kennismakelaar: beschikbaar stellen Voorlichting voor ondernemers Nort green key en blauwe vlag hele Waal Hulp gemeenten voor ondernemers Bewustwordingsproces in gang zetten Voor ondernemers: best practices Sanadome met MVO award: voorbeeldfunctie verder inzetten Bottom-‐up projecten, maatschappelijke ketting reactie Wet-‐ en regelgeving Vermindering regelgeving door toepassing Green Key Toepassing elektronische ondernemers dossiers Financiën Campagne verdienmogelijkheden toerisme Subsidie met voorbestaansvoorwaarden 10 jaar Onderzoek naar rendement van natuur, als economische factor Uitvoering Verdieping struinpaden Dag voor duurzaamheid en natuur App voor smartphone Combi van struinroutes met gps Storytelling over de Waal Integratie rode zit palen en verdieping Beleving van de Waal vooral vanaf de wal Stichting zonnetrein in Nijmegen Stratenmakerstoren: natuureducatiecentrum Nijmegen omarmt de Waal: zeer veel aspecten Amfibibus in combi met stadseiland (splashtour) Nijmegen Wandelnetwerk Bommelerwaard Streek producten: Betuws best inclusief streekproductenroutes, en landgoedwinkel Marienwaard met lokale producten Bakens langs de Waal Lesklassen voor scholen in de uiterwaarden
37
Bijlage 4, Analyse van beleidsdocumenten
38
39
40
41
42
43
44