Ontwikkeling Duurzaam Toerisme Amsterdam Eindrapport behorende bij het project in het kader van Productgerichte Milieuzorg (PMZ) Programma PMZ 2002 Projectnummer 0366-02-01-06-008 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Aan dit project is in het kader van het Besluit milieusubsidies, regeling milieugerichte technologie een subsidie verleent uit het programma Productgerichte Milieuzorg 2000 dat gefinancierd wordt door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Novem beheert dit programma. Trefwoorden Productgerichte milieuzorg, milieu managementsysteem, toerisme Amsterdam, touroperators, duurzaam toerisme.
Utrecht, 18 oktober 2004
Inhoud (1)
Inhoud (2)
Inhoud Voorwoord
5
Management samenvatting
7
1 Inleiding
9
2 De toeristische keten
17
3 Milieudruk van inkomend toerisme
31
4 Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen
47
5 Toepassing PMZ door TUI Nederland
61
6 Communicatie & Kennisoverdracht
73
7 Conclusies, evaluatie en mogelijke vervolgstappen
77
A Overzicht huidige arrangementen Amsterdam
87
B Bijlage Rapport NHTV betreffende Ecologische Voetafdruk
88
C Organigram TUI Nederland inclusief HIDM
89
D “Faits Divers” bestaande Milieuzorgsystemen voor toerisme
90
E Participantenbijeenkomst (verblijf) Amsterdam 26 maart 2004
91
F Communicatiemiddelen TUI Nederland
92
Inhoud (3)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Inleiding (4)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Voorwoord Dit rapport is een bundeling van de resultaten en eindproducten, die zijn opgeleverd aan het einde van dit PMZ-project, dat in opdracht van TUI Nederland (TUI) door PricewaterhouseCoopers (PWC) en NHTV Internationale Hogeschool Breda (NHTV) is uitgevoerd. Een belangrijk deel van de financiering is door Novem (nu SenterNovem genoemd) verstrekt in het kader van de PMZ-regeling (Productgerichte Milieuzorg). Dit rapport geeft een eindverslag van de resultaten en belangrijkste conclusies naar aanleiding van alle bijeenkomsten en activiteiten. Tevens geeft het een advies over de voortgang. Graag willen wij bedanken voor hun bijdrage: Dhr. N.W. Visser, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Hoogleraar aan de NHTV en tevens initiator van dit project; Dhr. T. Hartog, Holland International Destination Management; Dhr. S.G.M. Diender, Amsterdam Toerisme & Congres Bureau, (ATCB, voorheen Amsterdam Tourist Board / VVV); Dhr. B.L.J. Wijker, Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen, (NBTC, voorheen Toerisme en Recreatie Nederland); Dhr. E.P. Zonneveldt, Bouw en Milieu Dienst Gemeente Amsterdam; Mevr. E.W. van den Braak, Bouw en Milieudienst Gemeente Amsterdam; Mevr. M. Hendriks, Provincie Noord Holland; Mevr. M. de Waal, Economische Zaken Gemeente Amsterdam; Dhr. H. Boekhold, Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit; Dhr. R. Klep, NHTV; En diverse anderen.
Auteurs: E. Allart (TUI),
[email protected] E.R. Copius Peereboom (PwC),
[email protected] E.J.P. Ketelaar (PwC),
[email protected] P.M. Peeters (NHTV),
[email protected] F. Schouten (NHTV),
[email protected] Conceptversie herziening: Mevr. J.M. Bor, SenterNovem.
Inleiding (5)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Inleiding (6)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Management samenvatting Ook toeristen belasten het milieu. TUI Nederland, de gemeente Amsterdam en diverse andere spelers uit de toeristische keten hebben hiertoe de handen ineengeslagen om het inkomend toerisme voor de stad Amsterdam te verduurzamen. Hiervoor heeft reisorganisatie TUI in het kader van de PMZ-regeling subsidie gekregen van Novem voor het verwerven van inzicht in: De ecologische voetafdruk (EV) van toeristen; De wensen en behoeften van consumenten met betrekking tot duurzaam toerisme.
Daarnaast is er in dit project gewerkt aan: De ontwikkeling en toepassing van een management instrument voor het verduurzamen van arrangementen. Hierbij is tevens aandacht gegeven aan de praktijk van arrangementen; De disseminatie van opgedane kennis en ervaring.
De totale voetafdruk van het inkomende toerisme naar Amsterdam is 1,42 miljoen hectaren. Ter vergelijking: alle Amsterdammers samen gebruiken circa 3,7 miljoen hectaren. Toerisme levert dus een zeer substantiële bijdrage aan de totale ecologische voetafdruk van Amsterdam. Hetgeen de keuze van de gemeente voor verduurzaming van deze sector alleszins onderschrijft. De grootste milieubelasting van het inkomende toerisme naar Amsterdam is het gevolg van de reis naar Amsterdam en dan met name van het aandeel van intercontinentale bezoekers. De accommodatie levert ongeveer een vijfde van de totale milieubelasting, activiteiten spelen een minder belangrijke rol. De beste kansen voor de sector en de gemeente Amsterdam voor het verminderen van de milieubelasting liggen bij:
de ontwikkeling van markten uit minder ver weg gelegen herkomstgebieden;
verduurzaming van lokaal vervoer;
door extra inspanningen bij accommodaties en “vermaakcentra” voor energie en afval, zowel in de bouwfase als ten tijde van gebruikname.
Van consumenten hoeft niet veel verwacht te worden: duurzaam toerisme is nog onbekend. De consument verwacht juist van de touroperator dat de aangeboden vakantieproducten duurzaam worden geproduceerd. De consument blijkt wel gevoelig voor keurmerken, maar dan vooral kwaliteitsgericht. Hierbij kan, naast keurmerken voor
Inleiding (7)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
onderdelen en hun leveranciers, ook gedacht worden aan een keurmerk voor arrangementen echter deze dient bij voorkeur onafhankelijk te zijn. De mogelijkheden voor touroperators zijn beperkt tot enige substitutie binnen het onderdeel “verblijf”. Echter het aanbod van kwalitatieve hotelkamers is vaak onvoldoende. Touroperators dienen duurzame componenten en leveranciers voorrang te geven in hun arrangementen en vooral in genoemde volgorde. Op basis van samenwerking met leveranciers ontstaan mogelijkheden voor verduurzaming (duurzame inkoop) Vooral binnen het onderdeel verblijf (horeca) zijn er mogelijkheden om snel tot concrete resultaten te komen via keurmerken (bijvoorbeeld “de Milieubarometer”), waarbij hotels met onvoldoende milieuprestaties minder vaak worden ingekocht. Het onderdeel vervoer dient voornamelijk door overheden verduurzaamd te worden, bijvoorbeeld door substitutie van huidige onduurzame vormen van vervoer. Het onderdeel vermaak is (analoog aan de sector verblijf) te verduurzamen met een keurmerk, hoewel dit complexer is door zijn diversiteit en uniciteit. Er zijn ook mogelijkheden voor touroperators om zich te focussen op “nieuwe” dichtbije markten als vervanging van ver weg markten. Ook de overheid (ATCB, NBTC) dient hier op in te spelen. In dit project is aangetoond dat er kansen zijn voor verduurzaming van het toerisme in Amsterdam op basis van een PMZ management methodiek voor toeristische arrangementen. Deze methodiek bestaat uit drie onderdelen, namelijk: het maken van de juiste keuze van componenten (verblijf, vermaak en vervoer), de toepassing van keurmerken op de leveranciers van die componenten en de juiste marketing van arrangementen. Hierbij kan een publiek-privaat platform (ODUTA, Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam) een belangrijke rol spelen. Het platform dient voor belangenafweging en dient te bestaan uit een geselecteerde groep beslissers van overheden en uit de sector. Mogelijkheden voor verduurzaming dienen gezocht te worden in: substitutie, efficiency verbetering, spreiding en compensatie. De aard en structuur van de sector bepalen mede dat overheden het initiatief en de regie in handen dienen te nemen.
Inleiding (8)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
1 Inleiding
Achtergrond van het project In opdracht van de Bouw en Milieudienst van de gemeente Amsterdam (destijds Milieudienst Amsterdam) voerde PricewaterhouseCoopers in 2002 een studie uit naar de mogelijkheden om de toeristische sector in Amsterdam te verduurzamen. Uit een voorstudie van PwC is gebleken dat er bij verschillende toeristische ondernemingen en organisaties in Amsterdam interesse en draagvlak bestaat om het toerisme in Amsterdam duurzamer en vooral milieuvriendelijker te maken. In het kader van deze voorstudie zijn de volgende stappen uitgevoerd: Stap 1: selectie en benadering kopgroep Stap 2: interviews kopgroepleden Stap 3: gezamenlijke workshop Stap 4: opstellen pilotproject-voorstel(len) Hiertoe was destijds de volgende kopgroep van stakeholders geselecteerd: Dierentuin Artis Holland International Destination Management (HIDM) NH/Golden Tulip Hotel Okura Heineken Experience KLM N.V. Schiphol Group Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tropenmuseum Deze groep ontving dan ook een uitnodiging voor de afsluitende workshop(zie stap 3), waarbij diverse genodigden en tevens de Provincie Noord-Holland aanwezig waren. Tijdens de workshop zijn de ideeën van de kopgroepleden gepresenteerd, waarna op basis van discussie de longlist (zie hieronder, de onderwerpen worden niet verder besproken omdat dit buiten het bestek van dit PMZ project valt) verkort werd tot een shortlist met meest kansrijke ideeën. Kansrijk betekende in dit kader dat het idee paste binnen de kaders van de regeling en dat er een initiator was om voor dit onderwerp een PMZ aanvraag te laten maken (overheden mogen geen aanvraag voor PMZ indienen).
Inleiding (9)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Longlist ideeën voor verduurzaming toerisme Amsterdam door kopgroepleden: Logistieke aspecten (stad en luchthaven/stad) Milieubarometer luchtvervoer Milieubarometer hotels Zwerfvuil, visueel vuil Verhoging draagvlak voor toerisme in de stad Verbetering duurzame overnachtingsmogelijkheden Duurzaam stadsarrangement cq. “ticketboekje” Duurzaam imago stad versterken Duurzaam inkopen hotels “Groene route” door de stad cq “groen arrangement” Coherent beleid gemeente Duurzaam toerisme Amsterdam meeting juli 2002 Shortlist van kansrijke onderwerpen: Logistieke aspecten (stad en luchthaven/stad) Milieubarometer luchtvervoer Milieubarometer hotels (presentatie hotel Tenerife) Duurzaam imago stad versterken Duurzaam inkopen hotels “Groene route” door de stad Zwerfvuil Op basis van de discussie is er gekozen voor twee onderwerpen: 1. Verduurzaming arrangementen (met als initiator TUI Nederland, namens HIDM); 2. Verduurzaming toerisme vervoer (met als initiator Verkeeradvies). In het kader van de voorstudie heeft PwC destijds beide voorstellen samengesteld en namens partijen ingediend bij Novem (als uitvoerder van de PMZ regeling). Het voorstel van TUI Nederland werd gehonoreerd, maar helaas het voorstel van Verkeeradvies niet.
Inleiding (10)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Doel van het PMZ project Dit project heeft als doel de ontwikkeling en toepassing van de Productgerichte Milieuzorg (PMZ) methodiek, gericht op de verduurzaming van het toerisme naar en in Amsterdam. Doelgroepen van het project zijn buitenlandse en Nederlandse toeristen, waarvoor respectievelijk meerdaagse en ééndaagse arrangementen worden aangeboden. Subdoelen/mijlpalen in het project zijn (volgens de oorspronkelijke subsidieaanvraag van najaar 2002): (a) mijlpaal 1: Inventarisatie van de milieubelasting van toeristen in Amsterdam en tevens inzicht geven in de mogelijke aangrijpingspunten waar de grootste milieuwinst te behalen valt (uitvoering door NHTV op basis van de “Ecologische Voetafdruk methode”); (b) mijlpaal 2: Ontwikkeling PMZ methodiek en het kiezen van voorbeeld arrangement(en), gekoppeld aan huidige TUI arrangement ontwikkelingsmethodiek; (c) mijlpaal 3: Vergaren van verdergaand inzicht in de wensen en behoeften van de toerist m.b.t. duurzaamheid op basis van (kwalitatief) marktonderzoek (i.s.m. NHTV); (d) mijlpaal 4: Toepassing van de methodiek is ingezet bij de betrokken spelers uit de keten met betrekking tot een of twee voorbeelden in de vorm van duurzame arrangementen; (e) mijlpaal 5: Formuleren en evalueren van conclusies en aanbevelingen (de “leerpunten”) en de start van disseminatie van de opgedane kennis/ervaring. Opmerking: Mijlpaal 4 uit het oorspronkelijke projectplan richtte zich op de ontwikkeling van twee voorbeeldprojecten, als ‘duurzaamheids’ arrangementen, waarbij de PMZ methodiek is ingezet bij de betrokken spelers uit de keten. TUI Nederland en HIDM hebben ervoor gekozen de nadruk te verplaatsen van twee voorbeeldarrangementen naar het verduurzamen van de elementen vervoer, verblijf en vermaak inclusief de leveranciers hiervan. Hierdoor wordt duurzaam toerisme binnen de keten beter verankerd. Tevens zijn alle huidige arrangementen van HIDM onder de duurzame loep genomen. Participatie van de partijen in de toeristische keten De toeristische keten is uitgebreid en complex en bestaat uit een groot aantal directe en indirecte belanghebbenden. De voornaamste directe spelers zijn de leveranciers van de elementen vervoer, verblijf en vermaak.
Inleiding (11)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De naar Amsterdam reizende Nederlandse of buitenlandse toerist zal via het reisbureau, de touroperator of Internet zijn vervoer (auto, vliegtuig, trein, openbaar vervoer, touringcar), zijn verblijf (accommodatie in hotels, catering) en vermaak (dierentuin, themapark, museum -, theater-, bioscoop-, pretparkbezoek, fietsverhuur etc.) regelen. De elementen vervoer, verblijf en vermaak bepalen het duurzaam toeristische product ofwel arrangement. Naast de directe spelers in de toeristische keten zijn er andere belanghebbenden rondom toerisme betrokken zoals de gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland, locale belangengroepen, kennis- en onderzoeksorganisaties (zoals NBTC) en NGO’s (zoals WNF). Een ketengerichte aanpak is cruciaal voor het verbeteren van de duurzaamheidprestatie van toerisme in Amsterdam en de daaruit voortvloeiende duurzame arrangementen. Zolang bijvoorbeeld de accommodatiesector haar duurzame prestaties niet verbetert, kunnen reisorganisaties problemen hebben een duurzaam arrangement samen te stellen. Reisorganisaties zijn sterk afhankelijk van de duurzame diensten van hun gecontracteerde partners. Open communicatie is hierbij van groot belang. Derhalve past dit project uitstekend bij de uitgangspunten zoals bepaald binnen de PMZ regeling, waarbij diverse partijen hun eigen rol spelen in dit proces van verduurzaming. In dit project zijn een groot aantal directe en indirecte partijen in de toeristische keten betrokken middels het instellen van drie groepen, te weten de Projectgroep, de Participantengroep en de Klankbordgroep. De Projectgroep bestond uit: TUI Nederland: zij was subsidieaanvrager bij NOVEM en hoofduitvoerder van het project; Holland International Destination Management (HIDM) als ontwikkelaar en marketeer van arrangementen betrokken; NHTV Internationale Hogeschool Breda: zij heeft op basis van analyse en onderzoek toepassing mogelijk gemaakt van de Ecologische Voetafdruk (EV) methode binnen dit project, heeft op basis van reële data inzicht gegeven in de huidige voetafdruk van toeristen in Amsterdam, leverde input aan PMZ methodiek ontwikkeling en leverde een bijdrage aan kennisontwikkeling met betrekking tot de wensen en behoeften van toeristen;
Inleiding (12)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
PricewaterhouseCoopers: zij gaf inhoudelijke ondersteuning aan TUI Nederland en de betrokken partijen met betrekking tot de PMZ methodiek en de praktijk toepassing daarvan, nam projectmanagement voor haar rekening, coördineerde activiteiten van de betrokken partijen, trad op als voorzitter van de klankbordgroep bijeenkomsten en bewaakte de voortgang van het project.
De Klankbordgroep zorgde voor inspiratie en gaf feedback op ideeën in het project vanuit de specifieke kennis en ervaring van de betrokken organisaties. Deze groep bestond uit: Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen, NBTC, met als rol: inspiratie en input leveren voor het op gang houden van het proces van verduurzaming. Tevens kunnen zij, als belangrijk episch centrum voor toerisme in Nederland, bijdragen aan het ontsluiten van netwerken en voor het leveren van geloofwaardigheid aan het project; Gemeente Amsterdam / Bouw en Milieudienst van de gemeente Amsterdam: zij was de opdrachtgever van de voorstudie duurzaam toerisme voorafgaand aan dit project en had een ondersteunende rol. Later heeft ook de afdeling EZ een bijdrage geleverd. Provincie Noord-Holland, met als rol: inspiratie en input leveren voor het op gang houden van het proces van verduurzaming; Amsterdam Toerisme & Congres Bureau, ATCB, met als rol: inspiratie en input leveren voor het op gang houden van het proces van verduurzaming. Tevens kunnen zij, als belangrijk informatie centrum voor zowel toeristen als bedrijven uit deze sector, bijdragen aan het ontsluiten van netwerken en voor het leveren van geloofwaardigheid aan het project; SenterNovem, met als rol: inspiratie en input leveren voor het op gang houden van het proces van verduurzaming en tevens kwaliteitscontrole. De Participantengroep leverde in eerste instantie input en ideeën voor de verduurzaming van de elementen (vervoer, verblijf, vermaak) voor de verduurzaming van arrangementen en is tevens mogelijk deelgenoot bij de uitvoeringsfase van de arrangementen. In deze groep zaten initieel de volgende organisaties: Schiphol Group; Canal Bike/Bus; Okura Hotel; AMS Group Hotel; NH-Hotels; Hotel Eden; Artis; NS Travel;
Inleiding (13)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Tropenmuseum; Holland International Rondvaart & Excursies.
Hierbij volgt een overzicht van alle belangrijke plenaire bijeenkomsten welke, naast de verschillende projectgroep bijeenkomsten, gehouden zijn in het kader van dit project: Kick off meeting klankbordgroep, vergadering 3 juni 2003 (locatie Amsterdam Toerisme & Congres Bureau); Participanten bijeenkomst sector verblijf 26 maart 2004 (Okura hotel Rembrandplein); Klankbordgroep vergadering: 29 juni 2004 (locatie Amsterdam Toerisme & Congres Bureau); Twee contractor meetings bij Novem (13 november 2003, 22 april 2004).
Kenmerken PMZ methodiek PMZ staat voor Productgerichte Milieuzorg en kan bedrijven helpen de milieubelasting van hun producten of diensten continu te beheersen. PMZ is een managementinstrument om producten of diensten (en ook toerisme kan worden gezien als een product / dienst) zodanig aan te passen dat zij minder milieubelastend zijn (zonder hun winstgevendheid te verliezen). Een ketengerichte aanpak staat centraal in PMZ. De milieueffecten van een product of dienst hoeven niet per se het grootst te zijn binnen (de muren van) het betreffende bedrijf. De effecten kunnen ook elders in de keten ontstaan waar het bedrijf onderdeel van uitmaakt. Bij PMZ milieuzorg gaat het erom dat bedrijven uit een keten gezamenlijk bekijken hoe milieueffecten verminderd kunnen worden. Kenmerken van een PMZ-systeem zijn: 1. Systematische werkwijze waarbij taken en verantwoordelijkheden vastliggen (management- cq. zorgsysteem); 2. Continue verbetering door periodiek de milieuaspecten van het product of de dienst te analyseren, aan te passen en te evalueren; 3. Betrokkenheid van alle partijen binnen de keten.
Inleiding (14)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Een bedrijf doorloopt vaak de volgende stappen met betrekking tot de invoering van een PMZ-systeem: 1. Besluit van het management over de start PMZ-traject; 2. Keuzeproces mogelijk product/ dienst voor pilot; 3. Besluit vaststelling pilot PMZ-product / -dienst; 4. Met ketenpartners bepalen verbetermogelijkheden; 5. Keuze verbeterproject; 6. Uitvoeren verbetering en meten resultaat; 7. Evaluatie verbeterproject; 8. Evaluatie en besluit management over voortgang PMZ. Hierin zit derhalve duidelijk de Deming-cylus (Plan-Do-Check-Act) verweven, hetgeen veroorzaakt wordt door het (terechte) feit dat de project groep continue uitgedaagd wordt door de bedrijven uit de sector (inclusief het eigen bedrijf) om de toegevoegde waarde van een dergelijk management systeem aan te tonen. De noodzakelijke verankering zal onder andere plaats vinden door instelling van het overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam (ODUTA), waarover later meer. Schematisch kan dit ook als volgt voorgesteld worden (zie figuur 1.1).
•Ketenanalyse
Afnemers
•Milieuprofiel •Prioritering •Correctie •Evaluatie •Rapportage
Product •Verbetermogelijkheden •Taakstelling •Beheer
Leveranciers
•Uitvoering
•Monitoring
Figuur 1.1: de continue verbeter cyclus van PMZ
Inleiding (15)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
In de achtereenvolgende hoofdstukken zullen de resultaten worden behandeld van: De toeristische keten inclusief een kwalitatief marktonderzoek, dat op basis van geselecteerde literatuur onderzoek is uitgevoerd en dat inzicht geeft in de wensen van toeristen en dan vooral in relatie met duurzaamheid (hoofdstuk 2); De gebruikte Ecologische Voetafdruk Analyse en alle inzichten die dit heeft opgeleverd voor dit project (hoofdstuk 3); De ontwikkelde management methodiek voor PMZ voor de toeristische sector (voor Amsterdam) gebaseerd op de huidige organisatie van TUI Nederland met de koppeling naar de productketen (hoofdstuk 4); De toepassing en de praktijk van de PMZ methodiek door TUI Nederland (hoofdstuk 5); Alle relevante resultaten en acties met betrekking tot de gevoerde (externe en interne) communicatie en kennisoverdracht (hoofdstuk 6); Conclusies, aanbevelingen en mogelijke vervolgstappen zowel voor de private – als de publieke sector naar aanleiding van dit project (hoofdstuk 7).
Inleiding (16)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
2 De toeristische keten
Inleiding In dit hoofdstuk wordt de structuur van de sector en de keten beschreven. Om te komen tot een verbeterd of zelfs nieuw duurzaam eindproduct – duurzame arrangementen voor Amsterdam– zal worden gekeken naar de algemene trends in toerisme, de wensen en behoeften van de toerist en het huidige aanbod op de toeristische markt voor Amsterdam. De centrale vraag hierbij voor bedrijven is natuurlijk ook: “is er een vraag naar duurzame arrangementen?”. In het kader van dit project heeft TUI daarom een kwalitatief marktonderzoek verricht om hier meer inzicht in te verkrijgen. De uitkomsten van dit marktonderzoek dienden mede als input voor de aanpak van de opzet en marketing van duurzame TUI arrangementen in Amsterdam. De trends zijn te onderscheiden in: economische factoren, sociale/culturele/gedragsfactoren, technologische / innovatieve factoren en politieke factoren. Het blijkt dat de toeristische keten complex is. De kwaliteit van het toeristisch product wordt bij uitstek door vele schakels van die keten bepaald, waardoor de toepassing van PMZ voor de hand ligt. In dit en latere hoofdstukken zullen we echter ook zien dat de complexiteit en de “versnippering” (vele spelers met kleine deelverantwoordelijkheden) er voor zorgt dat verankering moeilijk is.
De keten De toeristische keten bestaat uit de kernelementen vervoer, verblijf en vermaak. De naar Amsterdam reizende Nederlandse of buitenlandse toerist zal via het reisbureau, de touroperator (zoals HIDM), de VVV of Internet vervoer (auto, vliegtuig, trein, openbaar vervoer, touringcar), verblijf (accommodatie in hotels, catering) en vermaak (museum -, theater-, bioscoop-, pretparkbezoek, fietsverhuur etc.) regelen. Deze drie elementen bepalen het toeristische product ofwel het “arrangement”. Naast de directe spelers in de toeristische keten zijn andere stakeholders / belanghebbenden rondom toerisme in Amsterdam de gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland, locale belangengroepen, kennis- en onderzoeksorganisaties (zoals NBTC) en NGO’s (zoals WNF). In figuur 2.1 is de toeristische keten weergegeven.
De toeristische keten (17)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Figuur 2.1: de toeristische keten Duurzaam toerisme is onderdeel van duurzame ontwikkeling. Toerisme leidt niet alleen tot economische groei van de toeristische sector inclusief banengroei, maar brengt ook ongewenste ecologische (milieu)- en sociale effecten met zich mee. Duurzaam toerisme wordt op diverse manieren geïnterpreteerd en er zijn voor het begrip duurzaam toerisme verschillende definities in omloop. In dit rapport wordt de definitie van de World Tourism Organization (WTO) gehanteerd. “Sustainable tourism development meets the needs of present tourists and host regions while protecting and enhancing opportunity for the future. It is envisaged as leading to management of all resources in such a way that economic, social and aesthetic needs can be fulfilled while maintaining cultural integrity, essential ecological processes, biological diversity and life support systems.”
De rol van reisorganisaties en intermediairs Uit figuren 2.2 en 2.3 blijkt de centrale en dominante positie van touroperators en dan met name TUI, binnen de sector. Hierdoor zal bij uitstek TUI een vooraanstaande rol kunnen en dienen te spelen bij verduurzaming van toerisme. Anders gesteld, kan ervan uit gegaan worden, dat de belemmeringen die TUI (als grootste speler in de markt) reeds ondervindt hoogstwaarschijnlijk in hogere mate voor de kleinere bedrijven van toepassing is. Ook is het van groot belang te beseffen dat zelfs als marktleider TUI nog maar slechts een fractie van de markt in handen heeft, verreweg de grootste groep bezoekers aan Amsterdam zijn
De toeristische keten (18)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
zelfstandige, individuele reizigers. Volgens ATCB komt 31% van de toeristen geheel georganiseerd naar Amsterdam, dus vervoer en verblijf zijn geregeld. 43% komt gedeeltelijk georganiseerd, dus vervoer óf verblijf geregeld (dwz een trein/vliegticket cq. hotel of huisje worden geboekt vanuit woonplaats). De rest (26%) komt volledig ongeorganiseerd. Dit betekent dat reisorganisatoren een minderheid van de markt in handen hebben. Hierbij zullen maximaal 69% van de bezoekers of met eigen vervoer of met een vervoerder naar Amsterdam komen, waarbij ze vervolgens alles zelf ter plekke regelen qua verblijf en vermaak (bron : Amsterdam Toerisme & Congres Bureau). . Dit beeld geeft direct ook het belang aan voor de rol van overheden ter verduurzaming van deze sector.
Producenten
Distributeurs
Primair
Secundair Reis- leiding en informatie
Vervoer
Productie keten
Ondersteuning
Consumenten
Individuele reiziger
Attracties
Accommodatie Reis agenten Andere, catering, etc.
Georganiseerde reiziger
Tour operators
Bron: Aangepast van Poon, 1993 en Cooper, Fletcher, Gilbert en Wanhill, 1993
figuur 2-2: Structuur van de toeristische sector .
De toeristische keten (19)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Bedrijf TUI / Preussag
Land Duitsland
C & N Touristic Thomson Rewe Touristik First Choice Kuoni Gruppe Club Méditérranée Nouvelles Frontières
Duitsland U.K. Duitsland U.K. Zwitserland Frankrijk Frankrijk / Duitsland Duitsland
Hotelplan
Omzet 2000 (mrd. €) 40.5
19.0 18.0 14.9 11.9 10.2 7.2 4.9
Opmerking Overgenomen door Preussag (maar naam blijft TUI) A.G. Eigendom van Preussag
Eigendom van Preussag
4.1
Tabel 2-3: Top Europese reisorganisaties (Bron: FW International, 2001). NB: Ondanks dat Thomson nu deel uitmaakt van TUI, is het apart op de lijst gezet door FVW. Sinds 2002 heet Preussag voortaan TUI AG.
Wat willen toeristen? Dit kwalitatieve marktonderzoek bestond uit de bestudering van een aantal recente (marketing)onderzoeken naar duurzaam toerisme1, het bundelen van de eigen kennis en ervaring rondom marketing van duurzame arrangementen binnen TUI Nederland zelf en het voeren van interviews met diverse touroperators. Deze touroperators zijn Holland International Destination Management (HIDM)2 onderdeel van TUI Nederland3 , 1
Marras, I., The sustainable tourism consumer, UNEP Division for Technology, Industry and Economics, Breda 2002. Miller, G., UK Consumer Demand for Sustainable Tourism, University of Westminster, London. Offringa, drs. B.J.P., De duurzame Toerist, Concept, NHTV Internationale Hogeschool Breda en Stichting Bewetour, Breda 2003. Snijders, W.H.A. en J. van Velzen, Positief Reisadvies, Utrecht 2002. Wijker, B. en J. van Nieuwhof, Zin en onzin van milieumarketing, TRN, Baarn, 2002. Duurzaam Toerisme & Milieu, Ontwikkeling duurzaam toerisme Amsterdam Eindrapport, Anne-Karin Mikalsen, NHTV internationale hogeschool Breda , Hoger Toeristische en Recreatief Onderwijs (HTRO), Management Toeristische Bestemmingen, Mei 2003. Structure, performance and competitiveness of European tourism and its enterprises, Final report PricewaterhouseCoopers voor DG Enterprise EU, 2003. 2 Touroperator Holland International Destination Management (HIDM) is onderdeel van TUI en organiseert vakanties in Nederland en Amsterdamse arrangementen voor maar liefst 700.000 reizigers per jaar, van dagtochten tot hele tours (F.I.T. Full Inclusive Tour) en excursies. De meeste klanten zijn afkomstig uit het buitenland, maar ook veel Nederlandse toeristen boeken bij deze touroperator.
De toeristische keten (20)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Keytours4, Yellow Bike5, Amsterdam Sports & Events Company6, alsmede de Amsterdam Toerisme & Congres Bureau7. De uitkomsten van dit marktonderzoek geven inzicht in relevante trends en de beleving van de toerist van het begrip duurzaamheid. Vervolgens dient deze kennis als uitgangspunt voor de marketing van duurzame TUI arrangementen in Amsterdam. Economische factoren: (i) De stijging in economische welvaart en hoger familie-inkomen. Daarbij wordt een (constant) deel van het stijgende inkomen gebruikt voor (lange en korte) vakanties. Men hecht daarbij belang aan steeds meer luxe en kwaliteit. Echter de neergang in de economie van de laatste jaren veroorzaakt dat de vraag naar goedkope reizen toeneemt; (ii) Stijging in de beschikbare tijd voor vrijetijdsactiviteiten door een afname in arbeidsuren in de afgelopen decennia. (iii) Lagere prijzen van vakantieaanbiedingen voor vele bekende vakantiebestemmingen en lagere prijzen voor vliegreizen door de opkomst van low cost luchtvaartmaatschappijen. Dit stimuleert tevens het aantal korte vakantiebreaks en vooral de daarbij afgelegde afstanden. (iv) Ontwikkeling van een nieuwe generatie verre vakantiebestemmingen.
4
TUI Nederland NV is marktleider in de Nederlandse reiswereld en voert onder meer de merken Arke, Holland International, Holland International Stars, KRAS, Isropa Reizen, Panta Reizen, De Boer & Wendel, Discovery, ROBINSON, Seat Only en Zeetours Cruises. De retailgroep van TUI Nederland NV omvat circa 157 eigen en 63 franchise World of TUI Reisbureaus. Verder is TUI Nederland in de reiswereld actief met Holland International Destination Management; Holland International Rondvaart en Excursies; en Group & Incentive Travel. TUI Nederland is een onderdeel van TUI AG, het grootste Europese reisconcern. 5 Touroperator Keytours richt zich op buitenlandse toeristen die naar Nederland en vooral Amsterdam komen. Het aanbod van dit bedrijf is zeer divers en voornamelijk op maat (naar de wensen van de klant) gemaakt. Voor Nederlandse toeristen is het mogelijk om excursies te boeken, echter geen arrangementen. Dit laatste is wel mogelijk voor Nederlandse bedrijven. 4 Touroperator Keytours richt zich op buitenlandse toeristen die naar Nederland en vooral Amsterdam komen. Het aanbod van dit bedrijf is zeer divers en voornamelijk op maat (naar de wensen van de klant) gemaakt. Voor Nederlandse toeristen is het mogelijk om excursies te boeken, echter geen arrangementen. Dit laatste is wel mogelijk voor Nederlandse bedrijven. 5 Touroperator Yellow Bike organiseert alleen wandel- en fietstochten door Amsterdam en is al tien jaar marktleider in fietstours. Zij richt zich op zowel Nederlandse als buitenlandse toeristen. 6 Amsterdam Sports & Events Company richt zich op de Nederlandse markt en niet op de buitenlandse markt. Zij biedt op vier gebieden arrangementen aan: party, sport, events en meetings. 7 Voorheen de VVV/Amsterdam Tourist Board is een van de bekendste en belangrijkste organisaties als het gaat om informatie verstrekken over alle bezienswaardigheden in Amsterdam. Tevens verzorgen zij arrangementen. Zij richten zich op zowel Nederlandse als buitenlandse toeristen.
De toeristische keten (21)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
(v)
(Nieuwe) opkomende economieën buiten Europa (zoals China) met een toenemend groot aantal potentiële toeristen die vaak gericht zijn op historische Europese bestemmingen (zoals Amsterdam).
Sociale/culturele/gedragsfactoren: (vi) Toename in de individuele bewegingsvrijheid en mobiliteit (meer autobezit, ruime keus aan goedkope vliegmogelijkheden etc.). (vii) Toename van het sociale belang (status) van vrijetijdsactiviteiten en reizen, een cultuur van ‘levenslang leren’ en het actief zoeken naar nieuwe ervaringen, avontuur, authenticiteit en contact met andere culturen; (viii) Toenemende individualisering waardoor mensen op zoek gaan naar meer geïndividualiseerde ervaringen ('special interest tourism'), meer interesse in het verrijken van hun leven met verschillende ervaringen dan in passief entertainment. Daarnaast zijn mensen minder gemakkelijk in hokjes te plaatsen omdat consumenten op verschillende momenten met verschillende interessegroepen te identificeren zijn. (ix) Toename van het jaarlijkse aantal (korte) vakanties in plaats van het verlengen van de hoofdvakantie; (x) Vergrijzing: in de geïndustrialiseerde landen, waaronder Nederland, treedt een toenemende vergrijzing op. Over het algemeen zal de groei van '50-plussers' het toerisme stimuleren. Deze groep heeft naast veel vrije tijd ook veel geld te besteden. Vanwege deze vergrijzing zullen er verschuivingen in bestemmingsvoorkeuren, en combinaties van activiteiten en arrangementen plaats gaan vinden. Vooral binnen deze groep is er een toename van het aantal (luxe) tweede huizen te zien, zowel in eigen land als in warme oorden (bijvoorbeeld Zuid-Spanje). (xi) ‘Young forever’ trend: jongeren zullen nog steeds jeugdreizen vragen. Daarnaast beschouwen steeds meer mensen zichzelf als ‘jong’. Dit stimuleert de vraag naar ‘jeugdige’ en actieve vakanties. Technologische / innovatieve factoren: (xii) Toename in de hoeveelheid informatie (vooral op Internet) over vakantiebestemmingen, resulterend in toenemende voorspelbaarheid en toenemende zin in vakantie. Door de toegenomen informatie kunnen consumenten zich uitgebreider informeren over een toeristisch-recreatief product, maar hierdoor worden zijn ook kritischer en veeleisender. (xiii) Toename in laagdrempelige boekingssystemen (Internet), resulterend in verandering in boekingsgedrag (meer flexibel en last-minute, meer zelf samenstellen van losse reiscomponenten op basis van persoonlijke voorkeur, minder pakketreizen zowel “short-haul” (reizen binnen een continent) als “long-haul” (intercontinentaal reizen).
De toeristische keten (22)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Politieke factoren: (xiv) De recente toetreding van Oost-Europese EU lidstaten zal een groei van toerismestromen op gang brengen van en naar deze landen; (xv) Terroristische aanslagen (New York, Bali, Madrid etc.), de oorlog in Irak en epidemieën zoals SARS veroorzaken (tijdelijke) dalingen in toeristenstromen. Door deze gebeurtenissen zijn consumenten steeds meer op zoek naar veilige bestemmingen die relatief dicht bij huis zijn. (xvi) Overheidsinspanningen om verkeersopstoppingen en -vervuiling terug te dringen nemen toe, resulterend in een zoektocht naar en steun voor alternatieve mogelijkheden (treinreizen, openbaar vervoer). (xvii) Deregulering in de Europese vervoersmarkten leidt tot extra groei van de luchtvaart, standstil in het busvervoer en een daling in het (internationaal) spoorvervoer.
Wensen en behoeften van de toerist Nauw samenhangend met de bovengenoemde algemene trends in toerisme zijn uit het marktonderzoek de volgende wensen en behoeften van de toerist naar voren gekomen. Deze zijn onder te verdelen naar beleving, informatie en variëteit. Beleving Beleving: voor vakantie en dagtrips geldt dat de belevingswaarde en emotionele waarde voor de consument steeds belangrijker wordt. Daarbij is de consument op zoek naar gedenkwaardige, bijzondere en unieke vakantie-ervaringen. Gemak: meer en meer consumenten zijn gericht op gemak en comfort tijdens vakantie en dagtrips. ‘Unwinden’: door alle drukte in het dagelijkse leven, zijn mensen meer op zoek naar ontspanning tijdens vakantie en dagtrips en dit vormt dan ook een motief voor vrijetijdsgedrag. Zappen: de tegenwoordige consumenten zijn zap-toeristen. Zij oriënteren zich heel laat en impulsief en zappen door het aanbod. Door onder meer boekingen via Internet kan men zeer flexibel boeken en zelf losse reiscomponenten samenstellen op basis van persoonlijke voorkeur. Eenmaal op de plaats van bestemming wil men zoveel mogelijk ervaringen in zo kort mogelijk tijdsbestek opdoen. Veilig en minder ver: door terroristische aanslagen, de oorlog in Irak en de SARS epidemie is de consument op zoek naar veilige bestemmingen. Nederland is een veilig land om naar toe te gaan. Nederlanders zelf kiezen ook weer meer voor een (veilige) vakantie in eigen land.
De toeristische keten (23)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Informatie Informatie: als gevolg van een overload aan informatie (TV reclame, internet, billboards, folders, etc.) over vakantiemogelijkheden heeft de consument steeds meer behoefte aan gebundelde specifieke informatie. Voorspelbaarheid: de toename van informatie over vakantiebestemmingen resulteert in toenemende voorspelbaarheid en toenemende zin in vakantie. Door de toegenomen informatie kunnen consumenten zich uitgebreider informeren over een toeristisch-recreatief product, maar hierdoor worden zijn ook kritischer en veeleisender. Variëteit Variatie: het aanbod moet zo gevarieerd mogelijk zijn. Verrassend: een ervaring moet verrassend zijn, maar het moet niet afschrikken. De consument heeft ‘alles al gezien’ en touroperators moeten steeds met iets nieuws en creatiefs komen. Functioneel: aanbod op maat wordt steeds belangrijker. Vitaal: actieve vakanties staan steeds meer in de belangstelling. Ook onder ouderen zijn steeds meer sportieve activiteiten waar te nemen. Avontuur: consumenten willen steeds meer avontuur; sportieve vakanties, “bungee jumpen”, enzovoort. Buitenshuis: de ondernomen activiteiten vinden steeds meer buitenshuis plaats, ook vaker in gezelschap van anderen. Het valt op dat vaak de wensen en behoeften van de toerist ook tegengesteld zijn (bijvoorbeeld enerzijds zoveel mogelijk unieke ervaringen in korte tijd op willen doen en anderzijds willen uitrusten van de dagelijkse hectiek; enerzijds zoveel mogelijk zelf willen regelen (via internet), maar tevens op zoek zijn naar veiligheid en voorspelbaarheid).
Aanbod en ontwikkeling van arrangementen Inventarisatie huidige aanbod arrangementen In bijlage A is een inventarisatie opgenomen van het huidige aanbod van arrangementen met als bestemming Amsterdam in 2003. Wat hierbij opvalt, is dat er minder meerdaagse arrangementen zijn, dus overnachtingen met daarbij inbegrepen een programma van een paar dagen door Amsterdam, maar vooral eendagsarrangementen. Wel zijn er arrangementen door hotels georganiseerd, maar daar zit geen dagvullend programma bij.
De toeristische keten (24)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Dat er geen meerdaagse arrangementen zijn komt doordat deze arrangementen op maat worden gemaakt. Er wordt uitgegaan van de vraag van de klant en op basis van zijn of haar wensen en behoeften wordt er een meerdaags arrangement samengesteld. De arrangementen die zijn onderzocht zijn onder te verdelen in categorieën, te weten: Fietsen Wandelen Cultuur/historisch Industrieel toerisme Culinair Kunst Rondvaarten
Entertainment/feest Actief/survival Avondarrangementen Sportarrangementen Nederlands actueel Uitgaan Feestarrangementen
Nadat de categorieën zijn bepaald, is er gekeken of er doelgroepen te formeren zijn met een specifieke vraag naar bepaalde arrangementen. Dit om een beeld te krijgen van welke (groepen) mensen op bepaalde arrangementen afkomen. De volgende stap was het onderscheiden van de elementen waaruit een arrangement bestaat. Een arrangement bestaat namelijk uit zowel inwisselbare als unieke elementen. Een inwisselbaar element is een element dat door meerdere aanbieders wordt aangeboden (bijvoorbeeld diamantslijperijen, fietsen en rondvaartboten). Een uniek element heeft slechts een aanbieder (bijvoorbeeld het Rijksmuseum of de Arena). Dit alles is in een schema gezet, zodat er een goed overzicht komt van wat Amsterdam aan arrangementen biedt en waar deze uit bestaan. Soms is het echter lastig om van een element te bepalen of het uniek is of juist inwisselbaar. Voornamelijk bij de wijken in Amsterdam en de spelprogramma’s waar sommige arrangementen uit bestaan, is dit twijfelachtig. Toch zijn beiden als uniek beschouwd. De reden hiervoor is, dat er van die wijken maar één is (er is maar één “Jordaan”, één “Centrum”, één “Wallen”, et cetera). Voor de spelprogramma’s geldt hetzelfde. De spelprogramma’s bestaan uit meerdere componenten, maar gezien het feit dat deze componenten van dat spelprogramma niet los kunnen worden geboekt, zijn zij ook uniek. Opvallend bij de arrangementen is, dat de VVV (ATCB) nadrukkelijk aanwezig is, maar dit is te verklaren door haar coördinerende taak. Verder zijn er veel groepsarrangementen.
De toeristische keten (25)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De bezoekersaantallen die bij de attracties horen zijn onderzocht door het Amsterdam Leisure Concultancy. Uit deze getallen van 2002 kan men afleiden wat de grote trekkers zijn, de toe- en afnamen in de bezoekersaantallen en eventuele trends. Opvallend is bijvoorbeeld dat de bezoekersaantallen flink gedaald zijn bij de Arena met het Ajaxmuseum (-11%), het Amsterdams Historisch Museum (-28%), het Bosmuseum (-1%), het Rembrandthuis (-16%), het Rijksmuseum (-9%), het Scheepvaartmuseum (-10%) en het theatermuseum(-31%). Stijgingen zijn vooral te zien bij de Beurs van Berlage (98%), Filmmuseum (61%), Heineken Experience (127%), Huis Marseille (25%), Koninklijk Paleis (61%) en het Verzetsmuseum (35%). De stijging van 127% bij de Heineken Experience is te verklaren door de verbouwing die plaatsvond tussen september 2000 tot mei 2001. Het is opvallend dat de grote musea en attractiepunten het minder goed doen in 2001. Ook hier heeft 11 september 2001 daar invloed op. Bij de middelgrote attractiepunten is een groei te zien, evenals bij de kleinere musea. De stijging bij het Verzetsmuseum is bijvoorbeeld te danken aan de educatieve programma’s die zij aanbieden. Wat verder opvalt in de inventarisatie van de arrangementen is, dat er naar rato weinig fietsarrangementen worden aangeboden, terwijl dit naast wandelen de meest duurzame manier van toerisme is. Tevens is te zien dat de arrangementen voornamelijk voor groepen bedoeld zijn, in de tabel met het overzicht van de arrangementen, bestaat een groep uit 10 personen of meer. Wat betreft unieke elementen zijn de Arena en het Ajax museum veel gebruikte attracties, evenals de Heineken Experience en Holland Experience. Het Rijksmuseum wordt opvallend weinig als attractiepunt gebruikt in de arrangementen, evenals Madame Tussaud’s en meerdere overbekende attractiepunten. Er worden meer nieuwe attractiepunten opgenomen in de arrangementen, omdat de toeristen wel eens wat anders willen zien dan alleen maar de bekende dingen. Tevens wil Amsterdam het toerisme spreiden, zodat sommige delen van de stad niet hun authenticiteit en attentiewaarde verliezen, door een overdaad aan toeristen. Bij de inwisselbare elementen kan opgemerkt worden dat er veel gebruik gemaakt wordt van de rondvaarten, specifieke horecagelegenheden en diamantslijperijen. De rondvaarten zijn te verklaren doordat dat nog steeds dé topattractie is van Amsterdam. Van de horecagelegenheden is bekend dat zij ver bovenaan staan als men kijkt naar de bestedingen van de bezoekers in Amsterdam.
De toeristische keten (26)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Opvallend is ook het aantal spelprogramma’s. De elementen in deze programma’s zijn vaak wel duurzaam. In de meeste gevallen is het programma te voet, per (water)fiets of per step te doen, maar soms moet men ook met de tram door Amsterdam. Marketing van duurzame arrangementen De volgende zaken komen naar voren bij het onderzoek naar de wensen en behoeften van consumenten inzake duurzaamheid en duurzame arrangementen. ‘Duurzaamheid’ is bij de gemiddelde toerist onbekend en weinig gevraagd Duurzaamheid als begrip is onbekend bij de toerist; Duurzaamheid / milieu speelt (nog) geen (grote) rol in het vakantiekeuzeproces. Er is geen concrete vraag door reisconsumenten naar duurzame vakantieproducten en arrangementen. Dit ondanks sporadische onderzoeken in zoals in Engeland en Duitsland, die aangeven dat er toch een latente vraag aanwezig is (onderzoek uitgevoerd door responsibletravel.com). Over het algemeen hebben toeristen geen belangstelling voor speciaal groene vakantieproducten, maar gaan ze ervan uit dat de aangeboden producten allemaal passen binnen de kaders van de milieuwetten. Een duurzame wereld is voor de consument een ‘ver van mijn bed show’ Er is vooralsnog slechts een geringe vraag naar duurzame arrangementen; Een toeristisch product of merk moet vooral een positieve / kwalitatief hoogstaande uitstraling hebben: een duurzame uitstraling is minder belangrijk. Duurzame arrangementen kan men het beste niet als ‘duurzaam’ verkopen: dit is onbekend (zie boven) of schrikt zelfs af (‘geitenwollensokkenvakantie’ of ‘duur’); Een keurmerk voor toerisme is voor producenten belangrijker dan voor consumenten. Ter plekke vinden consumenten een keurmerk echter weer wel belangrijk en zijn over het algemeen wel bereid mee te gaan in milieumaatregelen die hiermee samenhangen en vinden deze ook belangrijk (o.a. handdoekenwissel, efficiënte douchestraal). ‘Slimme’ marketing van duurzame arrangementen is nodig Voor de combinatie duurzaamheid en toerisme is goede marketing (gebaseerd of segmentering v.d. markt) cruciaal; Duurzaamheid moet men in een bredere context met andere positieve elementen plaatsen. Duurzaamheid kan en moet onderdeel zijn van een positief merkimago; associatie met bijvoorbeeld hoge kwaliteit. Duurzaamheid moet gekoppeld worden aan positieve, bij de toerist wél bekende en gewaardeerde elementen zoals, naast kwaliteit, mooie omgeving/natuur, rust, karakteristieke streekelementen van de bestemming, veiligheid, schoon;
De toeristische keten (27)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De toerist heeft een flinke informatiebehoefte en een positieve grondhouding naar (milieu)keurmerken; dit biedt daarom kansen voor keurmerken; Toerist handelt bij dit alles vooral uit eigenbelang (met als doel behoeften bevrediging).
Leerpunten voor toerisme Amsterdam: Benadruk positieve aspecten van Amsterdam, zodat de consument een duurzaam arrangement boekt, zonder dat hij zich daarvan bewust is Als het arrangement een specifiek thema bevat (b.v. architectuur), biedt dit arrangement dan aan via media die aansluiten bij dit thema Maak duurzaamheid meer ‘tastbaar’, geef het een imago van ‘een aantrekkelijke manier van leven’ Eigenbelang consument: speel, nadat voor Amsterdam gekozen is, in op gevoelens van consument: door confrontatie meer gevoeligheid voor duurzaamheid Segmentering in marktbenadering bewuste/niet-bewuste consument: veel informatie vs. indirecte benadering Geen verwarring scheppen met term ‘duurzaamheid’ bij niet-bewuste consument, aanhaken bij positieve elementen: omgeving, natuur, karakteristieken van bestemming etc. Voordelen van duurzame consumptie in relatie tot prijs, gemak en plezier moeten de consument duidelijk worden gemaakt Spreek de consument in zijn eigen ‘taal’ aan. Vertel hem wat er voor hem in zit maak zijn rol duidelijker in het grote geheel Zorg dat de consument het belangrijk vindt dat hij duurzaam consumeert door bijvoorbeeld uitvoering van bewustzijn verhogende campagnes voor duurzaamheid (waarin het belang hiervan wordt aangegeven) door de overheid Beloon goed gedrag. Het feit dat de concrete vraag praktisch ontbreekt, neemt niet weg dat HIDM en Holland International Rondvaart & Excursies zich verantwoordelijk voelen voor de voetafdruk die zij te weeg brengen met het aanbod van hun vakantieproducten. Als onderdeel van TUI Nederland nemen HIDM en Holland International Rondvaart & Excursies hierin een voorbeeldfunctie.
De toeristische keten (28)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Belangrijkste conclusies: Duurzaamheid is onbekend voor de toerist, daarom is er ook slechts geringe vraag naar duurzame arrangementen. Effectieve marketing, eventueel gebaseerd op segmentering van de markt, is dan ook cruciaal voor de combinatie van duurzaamheid en toerisme; Duurzaamheid zou onderdeel kunnen zijn van een positief merkimago; Duurzaamheid moet in bredere context worden geplaatst met andere positieve elementen: omgeving, natuur, rust, veiligheid en karakteristieken (streekelementen) van de bestemming. Hierbij handelen toeristen voornamelijk uit eigen belang met als doel behoefte bevrediging; Behoorlijke informatiebehoefte en een positieve grondhouding tegenover keurmerken (dus goed toepasbaar voor milieu/duurzaamheid bij bijvoorbeeld hotelsector/horeca); Naar verwachting zullen toeristen in Amsterdam open staan voor duurzaamheid, mede door de confrontatie en het contrast tussen de (kwetsbare) schoonheid (architectuur, streekgerechten, kunst, cultureel erfgoed, etc) en anderzijds de “lelijke” aspecten van de stad (graffiti, zwerfvuil, overlast, etc.).
De toeristische keten (29)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De toeristische keten (30)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
3 Milieudruk van inkomend toerisme Het volledige rapport ‘De ecologische voetafdruk van het inkomende toerisme naar Amsterdam’, dat in het kader van dit project door NHTV CSTT is opgesteld, is opgenomen in bijlage B. Dit hoofdstuk is een samenvatting hiervan en geeft de belangrijkste resultaten weer.
Inleiding en afbakening Doel van dit onderdeel van dit project is het leveren van duurzaamheids informatie over het totale inkomend toerisme in Amsterdam gesegmenteerd naar een beperkt aantal relevante toerist/arrangement combinaties. Voorts levert het handvatten voor het ontwikkelen van PMZ (productgerichte milieuzorg) voor arrangementen voor bezoekers van Amsterdam. Een toeristisch arrangement bestaat uit drie elementen: vermaak, verblijf en vervoer (de drie v’s). Het vervoer is vervolgens op te splitsen in vervoer van de woonplaats naar de bestemming - in dit geval Amsterdam - en vervoer tijdens het verblijf - binnen Amsterdam en omgeving. De algemene doelstelling leidt tot een aantal onderzoeksvragen, waarvan de omvang van de ecologische voetafdruk van het inkomende Amsterdams toerisme en de verdeling over dag- en verblijfsrecreanten, over verblijf, vermaak en vervoer en over verschillende marktsegmenten (herkomstgebieden van de bezoekers) van belang zijn. Ook wordt de bruikbaarheid van de ‘ecologische voetafdruk’ als management instrument beoordeeld. EVA: Ecologische Voetafdruk Analyse Vermaak, verblijf en vervoer belasten het milieu op zeer verschillende wijze. Er is bijvoorbeeld sprake van het verbruik van eindige grondstoffen en fossiele brandstoffen, bijdragen aan de opwarming van het klimaat, zure regen en smogvorming, de productie van afvalstoffen en rioolwater, van geluid- en trillingshinder en van direct ruimtegebruik en verlies aan habitat en biodiversiteit. Om de bijdrage van de verschillende vormen van toerisme en de verschillende componenten aan deze problemen weer te geven zijn per milieuprobleem één of meer indicatoren nodig. Voor een goede vergelijking van indicatoren (bijvoorbeeld broeikaseffect versus verlies aan habitat) wordt een wegingmethode gebruikt. De ecologische voetafdruk biedt zo’n wegingmethode. Het gaat het hier om een carrying capacity berekening, waarbij bepaald wordt in hoeverre een gebied een bepaalde populatie kan dragen.
Milieudruk van inkomend toerisme (31)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Een ecologische voetafdruk analyse (EVA) bepaalt namelijk van een land (of een activiteit, een sector, een bedrijf, een stad) de ‘biologisch productieve ruimte’ die de mens gebruikt. Biologisch productieve ruimte – zowel op land als op zee – is dat deel van het aardoppervlak waar leven is. Per activiteit of product is op basis van het benodigde (directe en indirecte) energiegebruik, directe landgebruik en afval (vast en vloeibaar) vast te stellen hoeveel biologisch productieve ruimte nodig is, uitgedrukt in hectaren of vierkante meters. Berekend is dat rond 2000 de gehele mensheid 20% meer ruimte gebruikte dan er beschikbaar is. Daardoor ontstaan problemen als klimaatverandering, uitsterven van soorten, watertekorten en honger. Gemiddeld is er per aardbewoner 1,7 hectare beschikbaar: het ‘eerlijk-aarde-aandeel’ ofwel ‘fair share’. De ecologische voetafdruk is onevenredig over de wereldbevolking verdeeld: zo gebruikt een Nederlander ongeveer vijf hectare, terwijl een Ethiopiër op een halve uitkomt en een Amerikaan op bijna tien. Duidelijk is dat vooral Westerlingen ‘op grote voet’ leven (WWF, Living planet report 2002). In deze studie is niet opnieuw getracht voor allerlei activiteiten en consumpties een EV te bepalen, maar is gebruik gemaakt van bestaande gegevens. Zoals voor elke wegingmethode geldt, is ook de EVA niet volledig. Hinderaspecten als geluidhinder en trillingshinder worden niet meegewogen, aangezien het hierbij vooral om sociaal-economische problemen gaat en niet om ecologische. Ook zaken als de giftigheid van bepaalde afvalstoffen en emissies is niet goed gedekt door de methode. EVA is voor toerisme al eerder toegepast, bijvoorbeeld door het WNF en door Gössling. In beide gevallen wordt de methode als potentieel geschikt voor dit soort analyses beoordeeld. Beiden geven casestudy’s (Cyprus/Mallorca respectievelijk Seychellen). Data en definities De toeristische data voor het onderzoek in Amsterdam zijn ontleend aan het Bezoekersonderzoek 2001/2002 uitgevoerd door Amsterdam Leisure Consultancy in opdracht van het Amsterdam Toerisme & Congres Bureau. De gegevens voor het vervoer binnen Amsterdam zijn geschat aan de hand van globale afstanden. Een verdeling van ritten over vervoerwijzen is afkomstig uit het rapport ‘Spreiden van toerisme, de kansen benut’ van het Amsterdam Toerisme & Congres Bureau (2001). Bij alle gegevens is uitgegaan van het gedrag van toeristisch/recreatieve bezoekers, maar de totalen van alle toeristen (inclusief congresbezoek en zakelijk).
Milieudruk van inkomend toerisme (32)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Deze totalen hebben alleen betrekking op enkele resultaten waarin de ecologische voetafdruk van het toersime wordt vergeleken met die voor alle inwoners van Amsterdam bijvoorbeeld. Enkele in het onderzoek veel gebruikte definities en termen zijn: (a) BTM: het openbaar stadsvervoer per bus, tram en metro; (b) EV: ecologische voetafdruk; (c) EVA: ecologische voetafdruk analyse; (d) WV-vervoer (ook wel O/D vervoer genoemd, voor origine-destination vervoer): het ‘woon-vakantieadres’ vervoer waarmee de toerist zijn of haar vakantiebestemming bereikt. De vakantiebestemming is voor toeristen die alleen Amsterdam bezoeken uiteraard Amsterdam. Voor mensen die Amsterdam bezoeken vanuit een rondreis kan dat heel Nederland zijn of - zeker bij intercontinentale toeristen - ook elders in Europa; (e) Gewogen WV-vervoer: als WV-vervoer, maar dan alleen dat deel van de reis dat aan het bezoek van Amsterdam wordt toegerekend in geval van rondreizen, waarbij ook andere plaatsen worden aangedaan (gewogen naar aantal dagen in Amsterdam/totaal aantal dagen van de rondreis); (f) Lokaal vervoer, dit betreft alle km’s die door de toerist afgelegd worden met alle mogelijke modaliteiten op de plaats van de bestemming; (g) Dagrecreant: iemand die Amsterdam bezoekt zonder te overnachten; (h) Verblijfsrecreant: iemand die Amsterdam bezoekt en daarvoor ook tenminste één nacht in (of in de directe omgeving van) Amsterdam overnacht; (i) Bij de aantallen verblijfs- en dagrecreanten is uitgegaan van het totaal voor recreatie, familiebezoek en zaken, omdat deze motieven bij veel bezoekers door elkaar lopen. Het motief recreatie wordt door ruim 70% van de ondervraagden in het ATB onderzoek genoemd als (één van de) bezoekredenen.
Resultaten Ecologische Voetafdruk Het toerisme naar Amsterdam Op grond van het bezoekersonderzoek bezochten in 2001 en 2002 jaarlijks circa 8.725.000 verschillende mensen Amsterdam, waarvan 3.335.000 dagbezoekers en 5.390.000 verblijfsbezoekers. Het totale aantal bezoekdagen is veel hoger, namelijk ruim 39 miljoen. Dat komt doordat er vooral onder dagbezoekers vrij veel herhalingsbezoek bestaat en uiteraard doordat verblijfsbezoekers meer dan één nacht blijven.
Milieudruk van inkomend toerisme (33)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Voor het bepalen van de totale milieudruk zijn het aantal bezoeken en het aantal overnachtingen van belang (zie Tabel 2-1); daarbij maakt het niet uit of dat steeds dezelfde persoon is of steeds iemand anders. Soort bezoekers Bezoeken Overnachtingen Bezoekdagen Nederland dagbezoek 8.163.000 Buitenland dagbezoek 981.800 Totaal Dagbezoek 9.144.800 9.144.800 Nederland verblijfsbezoek 2.998.800 9.216.500 9.216.500 Buitenland verblijfsbezoek 5.040.000 20.664.000 20.664.000 Totaal verblijfsbezoek 8.038.800 29.880.500 29.880.500 Totaal voor alle bezoekers 17.183.600 Totale bezoekdagen8 39.049.000
Tabel 2-1: Aantal bezoekers en overnachtingen per jaar; bron: (Amsterdam Toerisme & Congres Bureau, 2002) De gemiddelde verblijfsduur voor de Nederlandse toerist is 3,1 dag en voor de buitenlandse toerist 4,1 dag; het overall gemiddelde is 3,7. Voor alle bezoekers samen (dus inclusief de dagbezoekers) gaat het om gemiddeld 2,3 dagen per bezoek. Vermaak Uit de berekeningen blijkt dat activiteiten als winkelen, discobezoek, uit eten gaan, bezoek aan een theater/concert, een coffeeshop of de bioscoop en de meeste regionale excursies (bijvoorbeeld naar Haarlem of Zandvoort) bij de zeven activiteiten met de hoogste EV behoren. Winkelen scoort hoog door de goederen die er worden aangeschaft; het louter rondneuzen in de winkels (zonder te kopen) heeft slechts een bescheiden bijdrage aan de EV. Wanneer inkopen worden gedaan, die ook zonder het ‘winkelen’ zouden hebben plaats gevonden, is de EV aanzienlijk lager. De hinderscore (een ‘expert guestimate’ voor geluid en stank) blijkt geen duidelijk verband met de EV te hebben. Zo heeft winkelen een matige hinderscore (vooral afkomstig van winkelverkeer, overvolle straten en zaken als ‘muzak’, de muziek die bij verschillende winkelcentra uit luidsprekers aan de gevels klinkt), terwijl het bezoek aan een café geen grote EV heeft, maar wel een hoge hinderscore.
8
Het gaat bij dit getal om bezoekdagen. Daarbij is ervan uitgegaan dat het aantal bezoekdagen gelijk is aan het aantal overnachtingen plus het aantal dagbezoeken. Strikt genomen bevindt de verblijfsbezoeker zich zowel op de dag van aankomst als van vertrek in Amsterdam, maar uiteraard slechts gedurende een deel van die dagen.
Milieudruk van inkomend toerisme (34)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Door dit verschil kan het zijn dat de lokale overheid in haar milieubelang andere activiteiten zou willen afremmen of bevorderen dan een nationale overheid vanuit het internationale milieubeleid, waar de EV een grotere rol zal spelen. Uit de berekeningen blijkt dat de totale EV van winkelen het hoogst is als gevolg van de combinatie van een hoge voetafdruk en een hoge deelname (67% voor verblijfsbezoekers en 55% voor dagbezoekers). Totaal levert winkelen 56,1% van de EV van het vermaak in Amsterdam. Daarna volgen uit-eten-gaan (22,7%), disco/dancing (4,6%), cafébezoek (3,4%) en bezoek aan coffeeshop (2,6), bezoek aan musea (2,5%). De topactiviteit (rondwandelen in de stad of op de walletjes) draagt slechts voor 1,0% bij.
EV en hinder per activiteit Winkelen Uitgaan (disco, etc) Uit eten Theater/concert Bezoek coffeeshop Naar de film Regionale excursie Artis B.-veiling Aalsmeer Zaanse Schans Casino/café/gay pl. heineken Specifiek evenement Museum/diamantsl. Op terras zitten Rondvaart grachten Rondwandelen/fietsen 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
EV (m2) en hinder (score) EV
Hinderscore
Figuur 2-1: ecologische voetafdruk en hinderscore per activiteit voor verschillende soorten vermaak in Amsterdam. In totaal levert vermaak een voetafdruk van 83.150 hectaren voor in totaal 39 miljoen bezoekdagen, ofwel 0,11% van het “eerlijk-aarde-aandeel” van de EV per bezoekdag.
Milieudruk van inkomend toerisme (35)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Verblijf De EV voor hotels bestaat uit energie- en watergebruik, afvalproductie, consumpties, aanschaf van inventaris en kantoorartikelen en het feitelijk ruimtegebruik. Dit laatste is in alle gevallen verwaarloosbaar vergeleken met de overige posten. Op grond van schaarse data van een aantal Amsterdamse hotels en twee buitenlandse hotels, is Figuur 2-2 samengesteld. Opvalt dat de 4- en 5-sterren hotels, een duidelijk hogere EV hebben dan bijvoorbeeld de jeugdherberg of het eenvoudige Botel. Uit de gesprekken bleek dat juist de wat duurdere hotels een milieubeleid hebben en de de goedkopere niet. De extra luxe (als bijvoorbeeld airconditioning, sauna en zwembad) kost kennelijk een hogere EV. Voor het goedkopere segment liggen er kansen voor verbeteringen. De EV van de categorie ‘energie en water’ bestaat voor 98% of meer uit energie. We kunnen dus concluderen dat afval, energie en voedsel de belangrijkste posten zijn.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Cyprus
Mallorca
Botel
Stadsdoelen
Radisson
Okura
Port van Cleve
V. Overig IV. Inventaris en kantoor III. Afval II.Voeding en consumptie I. Energie en water
NH Schiller
Aandeel in ecologische voetafdruk (%)
Ecologische Voetafdruk Verblijf
Figuur 2-2: verdeling van de aandelen voor verschillende componenten van het verblijf. In deze studie zijn we uitgegaan van een conservatieve (hoge) schatting van de gemiddelde EV van 100 m2 per overnachting. De totale voetafdruk voor de 29,9 miljoen overnachtingen van de verblijfstoeristen is derhalve 299.000 m2.
Milieudruk van inkomend toerisme (36)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Vervoer op de bestemming Op basis van aantallen toeristen, de geschatte kilometrages en de percentages van mensen die aangaf een bepaalde vervoerwijze te gebruiken met elkaar vermenigvuldigd om zo de totale mobiliteit binnen Amsterdam te bepalen. De linker figuur in Figuur 2-3 geeft daarvoor het resultaat. Duidelijk is dat het openbaar vervoer en lopen dominant zijn. Taxi en auto nemen slechts 11% van de mobiliteit van bezoekers voor hun rekening, fietsen de overige 2%. De ecologische voetafdruk wordt ook gedomineerd door het openbaar vervoer. Lopen kost bijna niets. Taxi en auto samen zijn nu echter goed voor 32% van de EV. Een verdere verschuiving naar fiets en openbaar vervoer kan de EV nog wel verlagen, maar zal vooral ook helpen de hinder van het verkeer te verminderen. EV Vervoer in Amsterdam
Vervoer in Amsterdam (pkm)
2% 7% 4%
23%
0% 30%
9%
57%
1%
BTM
lopen
taxi
fietsen
auto/motor
BTM
lopen
67%
taxi
fietsen
auto/motor
Figuur 2-3: Bovenstaande figuren geven de totale vervoersprestatie en de totale EV voor het vervoer tijdens het verblijf in Amsterdam (inclusief regionaal) voor alle dag- en verblijfsrecreanten samen. De totale EV van de mobiliteit in Amsterdam komt op 7989 ha voor een totale mobiliteit van een geschatte 425 miljoen personenkilometers per jaar (verblijfs- en dagtoeristen samen). Dit is slechts een fractie van de totale EV van vermaak of verblijf. Aan de andere kant kunnen andere effecten van het lokale vervoer groot zijn, bijvoorbeeld: geluidhinder, verkeershinder (bijvoorbeeld van wandelende toeristen voor Amsterdamse fietsers op fietsstroken en paden), verkeers(on)veiligheid.
Milieudruk van inkomend toerisme (37)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Vervoer naar de bestemming Omdat bezoekers van Amsterdam de stad vaak bezoeken als onderdeel van een langere reis in Nederland of Europa, kunnen niet alle kilometers van woning naar Nederland of Europa aan het Amsterdams toerisme worden toegerekend. Daarom is gewerkt met ‘gewogen’ WV-vervoer, waarbij de weegfactor bestaat uit het aantal dagen in Amsterdam gedeeld door de totale duur van de reis naar Nederland of Europa. Hieronder geven we de resultaten voor deze gewogen WV-mobiliteit:
Dagrecreanten Verblijfsrecreanten Totaal
Mobiliteit (miljoen pkm) 1.914 15.105 17.019
De gezamenlijke inwoners van Amsterdam (ruim 735.000) legden in 2001 bij elkaar bijna 8 miljard kilometers binnen Nederland af. Ten behoeve van het toerisme naar Amsterdam worden dus ruim twee keer zoveel kilometers afgelegd door de dag- en verblijfsrecreanten als de totale bevolking van Amsterdam gedurende een heel jaar aflegt. Het aantal WV-reizen is min of meer gelijkelijk verdeeld over de vervoerswijzen vliegtuig (36%), Trein (35%), auto (20%) en rest (8%). Kijken we echter naar het aantal afgelegde kilometers per vervoerwijze dan is het beeld heel anders: 82% per vliegtuig, 7% per trein, 5% per auto en 6% voor de rest. De dominantie van het vliegtuig is evident en van een evenwichtige verdeling is geen sprake. De oorzaak daarvoor is de grote afstand die met het vliegtuig wordt afgelegd vergeleken met andere vervoerwijzen. Omdat het vliegtuig gemiddeld een hoge EV per personenkilometer heeft, is de dominantie van het vliegtuig in de totale EV voor het gewogen WV-vervoer nog wat groter dan in gemeten personenkilometers (zie Figuur 2-4).
Milieudruk van inkomend toerisme (38)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
EV van het gewogen WV-vervoer totaal Vliegtuig Trein Auto \ motor
0% 0% 3% 1% 5%1% 3%
Touringcar Ferry Cruise schip (Brom)Fiets 87%
Anders, namelijk ......
Figuur 2-4: procentuele verdeling van de EV over de verschillende vervoerswijzen van herkomst naar Amsterdam. De totale ecologische voetafdruk van het WV-vervoer Amsterdam voor dag- en het verblijfsrecreatie komt op:
Dagrecreanten Verblijfsrecreanten Totaal
Ecologische voetafdruk WV-vervoer (hectaren) 95.397 935.200 1.030.551
Voor dagrecreanten komt de EV van het gewogen WV-vervoer neer op 104 m2 per bezoek. Voor verblijfsrecreanten geldt een oppervlak van 1163 m2 per bezoek en 312 m2 per bezoekdag. Een gemiddelde EV–dag van een Nederlander kost 164 m2, voor een gemiddelde aardbewoner is dat 55 m2. Het vervoer van een gemiddelde dagtocht valt daarmee nog binnen het daggemiddelde voor een Nederlander, maar een verblijftoerist gebruikt daarvoor bijna het dubbele, verdeeld over alle vakantiedagen. Totale EV Nu we voor de drie componenten van het Amsterdamse toerisme de EV hebben bepaald, kunnen we het totaal berekenen en bekijken hoe deze over de verschillende componenten is verdeeld. Uit Figuur 2-5 blijkt dat het (gewogen) WV-vervoer de totale EV sterk domineert: 72% van het totaal.
Milieudruk van inkomend toerisme (39)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
EV Totaal Inkomend toerisme Amsterdam
6%
Gewogen WV-vervoer
21%
Vervoer in Amsterdam Verblijf
1%
Vermaak 72%
Figuur 2-5: Ecologische voetafdruk voor het totale inkomende toerisme in Amsterdam. Het verblijf komt op 21%, het vermaak op 6% en het vervoer binnen Amsterdam op slechts 1%. De totale voetafdruk van het inkomend toerisme van dag- en verblijfsbezoekers samen is gelijk aan 1,42 miljoen hectaren. Het verblijfstoerisme is goed voor 1,3 miljoen hectaren en het dagbezoek voor 0,1 miljoen. Per bezoekdag gaat het om 430 m2 respectievelijk 150 m2. Ten slotte kunnen we kijken naar de aantallen m2 per door de bezoeker in Amsterdam uitgegeven euro, een vorm van eco-efficiency. De activiteit met de laagste EV/€ verdient vanuit een oogpunt van ‘eco-efficiëntie’ de voorkeur. Uit deze analyses blijkt dat het gemiddelde dagbezoek 2,2 m2/€ kost en de gemiddelde verblijfsbezoeker 2,8 m2/euro. Amsterdam verdient iets meer aan dagrecreanten per m2 voetafdruk dan aan verblijfsrecreanten.
Discussie Waardoor wordt de EV veroorzaakt? Het gewogen WV-vervoer is sterk dominant in de ecologische voetafdruk van het gehele toeristische arrangement (vervoer, verblijf en vermaak). Een zinvolle differentiatie in marktsegmenten is daarbij vooral te maken in de fysieke afstandsklasse van het herkomstgebied. Daarom is uitgegaan van een marktdifferentiatie per herkomstland. Voorts is bekeken met welk segment Amsterdam het geld verdient, ook weer op basis van herkomstland. In Tabel 2-2 is de volgorde in omvang van ecologische voetafdruk en marktomvang weergegeven.
Milieudruk van inkomend toerisme (40)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Ecologische voetafdruk (grootste 79%) Verenigde Staten (38%) Austr/NZ (11%) VK (8%) Japan (6%) Canada (5%) Overig Azië (5%) Israel (3%) Spanje (3%)
Marktomvang (grootste 79%) Nederland (23%) VK (20%) Verenigde Staten (16%) Duitsland (6%) Spanje (5%) Italië (3%) Frankrijk (3%) Ierland (3%)
Tabel 2-2: volgorde (grootste eerst) van de bijdragen aan EV en inkomsten van het toerisme per land van herkomst. Er tekenen zich nu vier soorten markten af: grote markt, maar een geringe EV (wel in de rechter kolom, maar niet in de linker); kleine markt maar een hoge EV (wel in de linker kolom, maar niet in de rechter); grote markt en een hoge EV (in beide kolommen voorkomend); kleine markt en geringe EV (in geen van beiden kolommen). De Verenigde Staten is de derde markt, maar heeft door de bovengemiddelde afstand de grootste EV. Bij het Verenigd Koninkrijk is het juist de grote markt gecombineerd met een korte afstand, maar een hoog aandeel vliegtuig in het vervoer die toch nog een forse EV oplevert. Hieruit blijkt hoe belangrijk het is bij de beoordeling van de milieubelasting om zowel de omvang als de relatieve prestaties te bekijken. Verduurzaming van het inkomende toerisme in Amsterdam Er zijn mogelijkheden om tot een duurzamer inkomend toerisme naar Amsterdam te komen. Er zijn verschillende soorten veranderingen denkbaar die ingrijpen op de verschillende vormen van het toerisme en op verschillende marktsegmenten. Vermindering van de EV van de grootste component, het gewogen WV-vervoer, biedt in beginsel de volgende mogelijkheden: een verlaging van de EV per reizigerskilometer van de gebruikte vervoerwijze (door techniek), een overstap op vervoerwijzen met een lagere EV per reizigerskilometer, een vermindering van de gereisde afstand en een verlenging van de vakantieduur. Technische verbeteringen (verlagen van de EV per reizigerskilometer) zijn zeker mogelijk, maar het lastige is dat juist in de luchtvaart, die het meest bijdraagt aan de ecologische voetafdruk van het WV-vervoer, de huidige inzet van de techniek al behoorlijk efficiënt is en er dus niet zoveel meer af kan tegen een lage prijs.
Milieudruk van inkomend toerisme (41)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Zo blijkt uit het EV model van WNF dat verhogen van de bezettingsgraad van vliegtuigen en optimaliseren van de verkeersstromen niet veel meer dan 10% verlaging van de EV kunnen opleveren. Het verhogen van het aantal stoelen per vliegtuig kan daaraan ook bijdragen, al is de ruimte daarvoor ook beperkt. De operationele mogelijkheden zijn hoogstens in de orde van 15%. Het gegeven dat de vraag naar toerisme in Amsterdam groter is dan het aanbod biedt een kans voor een meer duurzame ontwikkeling, omdat het ruimte biedt voor het selectief ontwikkelen van marktsegmenten. Om dit te doen kunnen we de markten indelen in een viertal segmenten voor de variabelen totale marktomzet (hoog en laag) en EV per verblijfsdag (hoog en laag). Markten met een hoge omzet én een relatief lage EV/verblijfsdag dienen behouden te blijven (consolideren of groei): dat is goed voor economie én duurzaamheid. Sterke groei ligt hier wat minder voor de hand, omdat daardoor de afhankelijkheid van één markt (de Engelsen vormen een zodanige markt voor Amsterdam), en dus de risico’s, toenemen. Een hoge omzet plus een hoge EV is een markt die je zou moeten consolideren of krimpen. Consolideren of (passief laten) krimpen van markten met een lage omzet plus een hoge EV biedt kansen om de duurzaamheid te vergroten zonder de markt volledig in te laten storten: elke krimp in een dergelijk marktsegment levert een forse vermindering van de EV, zonder dat de totale sector daar significante schade onder hoeft te leiden. Uiteraard zou een duurzame ontwikkeling zich moeten richten op die markten die nu nog klein zijn en die per bezoeker een geringe ecologische voetafdruk laten zien. Daar zouden markttechnisch kansen moeten liggen, waarbij groei slechts geringe effecten op de EV zal hebben. Onderstaand diagram geeft aan welke doelstellingen ten aanzien van de marktontwikkeling de toeristische sector zou kunnen hanteren om het toerisme naar Amsterdam beduidend te verduurzamen.
Hoge EV
Lage EV
Hoge omzet Consolideren of krimpen: VS
Consolideren of groei: Groot Brittannië Nederland
Lage omzet Geen inspanning plegen: Japan Australië/Nieuw-Zeeland Canada Azië Sterke groei: Oostenrijk Zwitserland België Duitsland Frankrijk
Milieudruk van inkomend toerisme (42)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Het selectief ontwikkelen van markten komt neer op het verleggen van de marketinginspanning (tijd en geld) van de ene naar de andere markt. Een duurzame selectieve marktontwikkeling legt het accent op de markten uit het vierde en eventueel het derde kwadrant van bovenstaand schema. De informatie over ecologische voetafdrukken kan de gemeente helpen om een duurzame ontwikkeling van het toerisme in haar beleid (bijvoorbeeld voor ‘Agenda 21’) aan te scherpen en daarbij prioriteiten te stellen (suggesties: energiegebruik en afvalproductie van accommodaties verminderen, onderhandel met Schiphol over emissieheffingen in landingsgelden bij langeafstandsvervoer en stel bepaalde voorwaarden aan subsidies voor de toeristische sector in Amsterdam). ATB zou kunnen proberen de prioriteiten bij haar marketinginspanningen te verleggen naar de hierboven genoemde duurzame marktsegmenten. De reisorganisatie TUI kan haar productontwikkelaars enerzijds een instrument geven op basis van de EV, waarmee de effecten van planet naast die van profit kunnen worden gezet. Bovendien zou de bedrijfspolicy nadrukkelijker kunnen worden verlegd naar voor planet én profit lucratieve markten. Daarnaast liggen er uiteraard kansen bij het verminderen van de milieubelasting van accommodatie (met name energiegebruik en afval omlaag) en van vermaak (hier vragen winkelen en uit eten gaan de grootste aandacht voor verduurzaming). Daarnaast kan het bestrijden van de hinder van vermaak en van het lokale verkeer een rol spelen.
Conclusies en aanbevelingen Conclusies In het onderzoek is antwoord gevonden op de vijf onderzoeksvragen, zoals deze oorspronkelijk voor het onderdeel Milieudruk van het inkomend toerisme zijn geformuleerd (zie het volledige rapport van de NHTV in bijlage B). De antwoorden volgen hieronder. 1. Hoe groot is de ecologische voetafdruk van het inkomende Amsterdams toerisme en hoe is deze verdeeld over dag- en verblijfsrecreanten en over verblijf, vermaak en vervoer?
Milieudruk van inkomend toerisme (43)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Over de omvang en segmentering van de ecologische voetafdruk heeft het onderzoek het volgende opgeleverd: De totale voetafdruk van het inkomende toerisme naar Amsterdam is 1,42 miljoen hectaren. Ter vergelijking: alle Amsterdammers samen gebruiken circa 3,7 miljoen hectaren. Toerisme levert dus een zeer substantiële bijdrage aan de totale ecologische voetafdruk. De EV van het verblijfstoerisme is 91% van het totaal, de rest gaat naar het dagtoerisme; De EV wordt gedomineerd door het WV-vervoer - het vervoer van woonplaats naar de recreatie- of vakantiebestemming (Europa, Nederland of Amsterdam). Wanneer de EV gewogen naar het aantal dagen in Amsterdam over het totale aantal dagen van de reis wordt gerekend gaat het om 72%. Verblijf gebruikt 21% van de EV, vermaak 6% en het lokale vervoer 1%; De EV per uitgegeven euro is circa 2,9 m2/€ voor verblijfstoeristen en 2,1 m2/€ voor dagtoeristen. 2.
Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van het gebruik van de ecologische voetafdruk als middel voor het beschrijven van de milieubelasting van een bepaald segment toeristen, mede in relatie tot andere instrumenten (“ tools”) op dit gebied (milieubarometer, hotelbenchmark, etc.)?
EVA blijkt een bruikbare basis voor PMZ-projecten in het toerisme te zijn. De EV geeft heldere informatie voor de verdeling van de milieubelasting over de verschillende onderdelen van arrangementen en over de verschillende subsectoren van het toerisme. Deze informatie kan ontwikkelaars van toeristische arrangementen helpen om andere prioriteiten te vinden en nieuwe wegen naar verduurzaming van hun producten in te slaan, mits er voldoende aanbod is van (duurzame) alternatieven waarbij met name de overheid een belangrijke rol speelt. Het helpt voorts de gemeente om duurzaamheiddoelstellingen ook op toeristisch gebied waar te maken en het VVV om duurzaam toerisme meer inhoud te geven en bij het prioriteren van de marketinginspanning. De TUI kan er een model aan ontlenen, waarmee twee van de drie p’s integraal in kaart zijn te brengen: profit én planet. Aan de hand daarvan kan ook de TUI haar strategie bepalen ten aanzien van de verdere ontwikkeling van markten. Ten aanzien van bestaande tools op dit gebied kan worden gesteld dat deze tools op dit moment geen gebruik maken van de ecologische voetafdruk of vergelijkbare instrumenten. Tot nog toe gaan milieubarometer, hotelbenchmark, Euroflower en dergelijke tools uit van instrumentele eisen.
Milieudruk van inkomend toerisme (44)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Instrumenteel wil zeggen dat eisen worden gesteld aan de in de accommodatie gebruikte apparatuur en systemen, de mate waarin bijvoorbeeld verwarmde ruimten zijn geïsoleerd, etc. De feitelijke (absolute) milieubelasting per overnachting (bijvoorbeeld gemiddelde energiegebruik per overnachting of gemiddeld aantal kilogrammen afval per overnachting) is nog geen onderdeel van dergelijke tools. Het toevoegen van de ecologische voetafdruk of andere life-cycle-analysis tools kan helpen een meer op het uiteindelijke effect- of productgerichte werking van deze tools te bereiken. 3.
Hoe is de ecologische voetafdruk uit vraag twee verdeeld over de verschillende elementen van de arrangementen?
Het vervoer van de woonplaats naar Amsterdam heeft een aandeel van 72% in de voetafdruk, het verblijf 21% en het vermaak (inclusief lokaal vervoer) de resterende 7%. Hierbij gaat het om gemiddelden; de variatie tussen verschillende arrangementen is zeer groot. Deze conclusie betekent niet dat er uitsluitend ingezet zal moeten worden op het aspect WV vervoer, omdat alle individuele bedrijven en overheden zich als “burgerplicht” maximaal dienen in te spannen om de sector te verduurzamen zowel economisch als ecologisch (bijvoorbeeld dierentuin, Musea etc). Bovendien zou er meer inspanning gepleegd moeten worden (met name door de overheid) voor duurzamere alternatieven voor lokaal vervoer, mede omdat lokale hinder (roet, geluidsoverlast, etc) een hoge milieu belasting perceptie met zich mee brengt. 4.
Op welke aspecten kan een duurzaam arrangement het beste aangrijpen?
Een duurzaam arrangement kan zich het beste op de twee onderdelen richten: de markt en de inkoop van accommodaties. Qua markt is het beste te richten op vooral de dichtbijgelegen markten en enige prioriteit te geven aan dagtoerisme. Bij de inkoop moet vooral worden gelet op een laag energiegebruik en een geringe afvalproductie van accommodaties en restaurants.
Milieudruk van inkomend toerisme (45)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj 5.
Is een ‘tool’ te ontwikkelen met behulp waarvan productontwikkelaars van de reisorganisatie TUI duurzaamheid integraal in het ontwikkelproces kunnen meenemen? Zo ja, hoe ziet een dergelijk ‘tool’ eruit?
De ontwikkeling van een tool is niet verder uitgewerkt. Het voor deze studie opgezette rekenmodel voor het inkomende toerisme naar Amsterdam kan echter wel een basis vormen voor een dergelijk tool en levert bruikbare data waarmee ontwikkelaars kunnen werken. De ecologische voetafdruk geeft een goed beeld van de algemene milieubelasting van arrangementen, al blijven met name hinderaspecten door deze methode buiten beeld. Op basis van de algemene conclusies van deze studie kunnen ontwikkelaars van arrangementen rekening houden met het milieu. Daartoe zouden de conclusies in een checklist kunnen worden omgezet. Op basis van die checklist kan de ontwikkelaar via het beantwoorden van een paar eenvoudige vragen over het te ontwikkelen product een milieuscore berekenen en deze afzetten tegen andere invullingen van het product. Een dergelijk tool dient vooral eenvoudig te bedienen te zijn en te werken met direct voor de gebruiker - ontwikkelaars van touroperators – beschikbare data. De verdere ontwikkeling van dit tool valt buiten het bestek van dit onderzoek. Belangrijke voorwaarde hierbij is voldoende aanbod van (duurzame) alternatieven op het gebied van vervoer en accommodatie, waarbij met name de lokale, regionale en nationale overheid een belangrijke rol speelt.
Milieudruk van inkomend toerisme (46)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
4 Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de generieke methode van PMZ voor toeristische arrangementen nader uitgewerkt. Hierbij is de organisatie van TUI leidend geweest. Echter de schrijvers zijn zoveel mogelijk uit gegaan van algemeen geldende management methodiek, waarbij tevens regelmatig “over de muren gekeken” diende te worden van de individuele bedrijven.
4.2 Een management methodiek voor verduurzaming Bij duurzaam toerisme draait het om de sociaal-culturele, milieu- en economische problematiek en de milieuproblemen die gerelateerd zijn aan de elementen vervoer, verblijf en vermaak. Voor dit project is gekozen voor de nadruk op de ecologische duurzaamheid. Hierbij echter mogen economische factoren niet veronachtzaamd worden. Een (duurzaam) arrangement wordt beschouwd als een product, waarbij de componenten vervoer, verblijf en vermaak zo duurzaam mogelijk gemaakt dienen te worden (zie figuur 4.1).
Internet Boeking Toerist
Woonplaats Reisbureau
Vertrek
Luchthaven Trein Station, etc Luchthaven Trein Station, etc
Aankomst
Lokaal toeristen bureau
Overnachtingen, catering
Bestemming
Hotel, bungalow, etc
Lokaal transport
Lokaal transport
Bus, auto, fiets, Boot, etc
Bus, auto, fiets, Boot, etc
Vermaak activiteiten Dierentuin, thema park, Musea, etc.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (47)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Figuur 4.1: Aangrijpingspunten voor het verduurzamen van arrangementen. Een hogere duurzaamheid kan bereikt worden door het mitigeren van negatieve bijwerkingen door: 1. Substitutie (naar meer duurzame oplossingen); 2. Verminderen van de impact (binnen de huidige oplossing); 3. Spreiding (in plaats en/of tijd); 4. Compenseren. Derhalve staan er een aantal mogelijkheden open voor verduurzaming van een arrangement: Marketing gericht op segmenten die duurzaamheid bevorderen, door de aard van de markt, bijvoorbeeld dichtbij markten boven ver-weg markten; Substitutie van componenten uit het product door duurzamere alternatieven, bijvoorbeeld hotels, vervoersmodaliteiten (zie figuren 3.2, 4.3 en 4.4), etc. Verduurzaming van leveranciers van bepaalde componenten (horeca, vermaak, lokaal vervoer), ook wel duurzame inkoop genoemd; Aanbieden van (CO2) compensatie regelingen voor consumenten; Verbetering van operationele efficiency vervoer (bijvoorbeeld verhoging van "yield management”, de bezetting van de stoelen in auto, trein, vliegtuig etc, betere aansluitmogelijkheden voor verbeterde modal shift tijdens de reis, etc.). Verhogen van de consumer awareness door gerichte communicatie acties zowel aan klanten als aan medewerkers; Bijdrage leveren aan spreiding van toerisme in Amsterdam, bijvoorbeeld door ook andere dan de geijkte bezienswaardigheden aan te bieden; Initiëren van een (onafhankelijk) keurmerk voor duurzame arrangementen. Er zijn ook een aantal denkbare maatregelen die de facto “out of reach” zijn voor een individuele onderneming als TUI Nederland, bijvoorbeeld: Verbetering van de technische efficiency van vliegtuig motoren, Afschaffing van accijnsvrije kerosine, ter stimulering van andere modaliteiten; Grootschalige gedragsverandering van consumenten.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (48)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Voor dit project zijn er drie hoofdrichtingen voor verduurzaming van een arrangement werkbaar gebleken, door toepassing van duurzame(re): 1. Componenten binnen vervoer, vermaak en verblijf; 2. Leveranciers van componenten; 3. Marketing van arrangementen. Als gevolg van de sterke verwevenheid van diverse schakels binnen de toeristische keten, blijkt dat er altijd meerdere partijen betrokken zijn bij het implementeren van duurzaamheids maatregelen. Bij private partijen dient vooral aan bedrijven gedacht te worden, terwijl bij publieke partijen met name overheden en gelieerde diensten bedoeld worden. Hierbij volgt een overzicht:
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (49)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Maatregel Marketing van dichtbije bestemmingen
Betrokken partijen
“bepalende partij”
Bedrijven uit de sector, Ieder voor zich publieke partijen (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen, Amsterdam Toerisme & Congres Bureau).
Andere hindernissen Consistentie en repetitie zijn sleutel factoren voor succes.
Duurzame componenten vervoer
Privaat en publiek
GVB, overheden
Gebrek aan alternatieven
Duurzame componenten verblijf
privaat
De “klant”
Capaciteitsgebrek in Amsterdam, vooral in midden segment (2-3 sterren).
Duurzame Privaat en publiek componenten vermaak
De “klant”
Attracties zijn uniek, dus geen uitwisselbaarheid (bijvoorbeeld Artis).
Duurzame bouwen voor hotels
Privaat en publiek
gemeente in de vorm van bouwvergunning en milieu vergunning.
Consistentie van beleid door de gemeente
Aanbieden van (CO2) compensatie regelingen voor consumenten
Privaat
De “klant”
Werkt prijs verhogend
Verbetering van operationele efficiency vervoer
Publiek
GVB, overheden
Toerisme en vervoer algemeen zijn verweven.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (50)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Verhogen van de consumer awareness
Privaat en publiek
Ieder voor zich
Consistentie en repetitie zijn sleutel factoren voor succes
Spreiding van toerisme
Privaat en publiek
gemeente
Vervoer mogelijkheden zijn bepalend
(onafhankelijk) keurmerk voor duurzame arrangementen
Privaat en publiek
publiek
Onafhankelijkheid en betrouwbaarheid zijn sleutel succes factoren, er zijn reeds zoveel keurmerken. Tabel 4.1 Verduurzamings mogelijkheden van arrangementen en de betrokken partijen.
Essentieel bij invoering van veel maatregelen is het combineren van componenten cq. leveranciers uit zowel het private als het publieke domein (bijvoorbeeld lokale vervoerscomponenten). Dit geldt idem voor de marketing inspanningen die voor Amsterdam cq. Nederland worden gepleegd (deels publiek ATCB, NBTC) en deel privaat (individuele bedrijven).
Figuur 4.2: voorbeeld duurzame lokaal transport, de Anton Dreesmann duurzame rondvaart boot met diesel/electrische aandrijving.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (51)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Figuur 4.3: voorbeeld duurzame WV- transport, de HST (hogesnelheids trein), de Thalys en de ICE komen wel al in Amsterdam, de Eurostar doet London-Brussel.
Figuur 4.4: voorbeeld duurzame lokaal transport, de waterstofcel bus van het GVB.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (52)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Schematisch ziet de PMZ-structuur er als volgt uit: Duurzaam toerisme Amsterdam PMZ management cyclus Milieukeur •Maatschappelijke/zakelijke doelstellingen
TUI milieuchecklist
•Kennnisuitwisseling/promotie duurz. toerisme
ISO 14000, EMAS EcologischeVoetafdruk
Aanbieders
•Duurzame productontwikkeling
•Vervoer
•Afstemming beleid en programma’s
•Verblijf
•Benchmarking
•Vermaak Leveranciers keuze
Component keuze
Samenstellen Reis organisator
arrangementen
Aanpassen arrangementen
Marketing expertise TUI
ATCB TUI
NBTC Prov.
Gem.
Aanbieders
Vermarkten
markt
ODUTA
Afweging Belangen
Toetsing, evaluatie arrangementen
Figuur 4.5. PMZ cyclus voor duurzaam toerisme Amsterdam (voor afkortingen zie pagina 3). In het project zijn hiertoe de volgende cruciale activiteiten voor een PMZ systeem voor duurzaam toerisme in Amsterdam stapsgewijs toegepast: 1. Inventarisatie en analyse van het huidige proces van arrangement samenstelling en huidige arrangementsaanbod voor Amsterdam van TUI Nederland (HIDM) en andere touroperators. Tevens is er inzicht verworven in de algemene trend is toerisme en de wensen en behoeften van de toerist betreffende duurzaamheid. Dit onderzoek vormt de basis voor de opzet en marketing van duurzame arrangementen. 2. Ontwikkeling en gebruik van de Ecologische Voetafdrukmethode voor de bepaling van de ecologische voetafdruk van het toerisme naar Amsterdam, de verdeling over de elementen verblijf, vervoer en vermaak) en over de segmenten dagtoerisme en verblijfstoerisme. Dit onderdeel levert waardevolle informatie over de verdeling van de voetafdruk over verschillende componenten en marktsegmenten en data waarmee individuele arrangementen zijn door te rekenen. 3. Het gebruik van milieukeurmerken en milieucertificeringssystemen voor toerisme Door selectie van bedrijven in de keten (vervoer, verblijf, vermaak) die middels het voeren van een milieukeurmerk en/of milieucertificeringssysteem aantonen
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (53)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
4.
5.
6. 7.
milieumaatregelen binnen hun bedrijf te nemen en een bepaalde mate van duurzaamheid hebben kunnen de elementen vervoer, verblijf en vermaak binnen de arrangementen verduurzaamd worden. Er zijn diverse milieukeurmerken in de markt. In dit kader is een belangrijke stap gezet in de vorm van de ondertekening door directies van een intentie verklaring tussen HIDM en de Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid van de “Milieubarometer”. Momenteel loopt er een onderzoek buiten de scope van dit project naar de inzet van marketing communicatie instrumenten voor duurzame arrangementen. Initiatie van de multi-stakeholder Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam (ODUTA), gericht op systematische en objectieve afweging van belangen tussen diverse partijen binnen toerisme Amsterdam. Daarnaast bedoeld voor samenwerking, stimulering en ontwikkeling van duurzaam toerisme. Het overleg moet leiden tot concrete plannen en onderlinge afspraken voor innovatie en duurzaamheid binnen de sector. Opzet en ondertekening van intentieverklaringen tussen de stakeholders in de toeristische keten (o.a. TUI Nederland, gemeente, etc.) als concretisering van de gemaakte afspraken ter bevordering van de duurzaamheidprestaties en bewustwording. Communicatie betreffende duurzaam toerisme naar de keten en stakeholders. Bepaling van de EV van huidige (HIDM) arrangementen en opzetten van duurzaam voorbeeldarrangement. Het resultaat van het doorlopen van de PMZ cyclus voor duurzaam toerisme in Amsterdam is de EV beoordeling van verschillende huidige HIDM arrangementen en de ontwikkeling van een duurzaam voorbeeldarrangement waarin rekening is gehouden met de bevindingen in de bovengenoemde stappen. Aan arrangementen met een lage EV is vervolgens een “Groene Duim” 9 toegekend.
Ad 2. Ontwikkeling en gebruik van de Ecologische Voetafdrukmethode In het kader van dit project is de Ecologische Voetafdrukmethode voor inkomend toerisme in Amsterdam op maat ontwikkeld. Hiermee kan de ecologische voetafdruk van het toerisme naar Amsterdam bepaald worden, evenals de verdeling over de elementen verblijf, vervoer en vermaak en over de segmenten dagtoerisme en verblijfstoerisme en de verschillende herkomstmarkten. Hiermee wordt inzicht verkregen in welke aangrijpingspunten er zijn om duurzame arrangementen samen te stellen die de milieudruk verminderen. De milieueffecten (ecologische voetafdruk) van arrangementen kunnen worden berekend en er kan vergelijking / benchmarking van arrangementen plaatsvinden.
9
De Groene Duim is een door TUI Nederland ontwikkeld logo. Het logo wordt gebruikt voor producten en diensten die door de afdeling Duurzaam Toerisme van TUI Nederland als duurzaam worden gezien. Deze producten en diensten worden niet door een onafhankelijke instantie gecontroleerd.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (54)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De ontwikkeling en gebruik van de Ecologische Voetafdrukmethode is nader uitgewerkt in hoofdstuk 3. De in dit project behandelde arrangementen bestaan uit dagexcursies samengesteld door HIDM. Op basis van de componenten van deze arrangementen is de ecologische voetafdruk bepaald. Allereerst is de EV per persoon en activiteit voor de verschillende activiteiten opgezocht in de database behorende bij het rekenmodel voor de gehele voetafdruk van het inkomende toerisme. Bijvoorbeeld het bezoek aan een museum levert per persoon 1,6 vierkante meter op en een bezoek aan een café met enkele consumpties ongeveer 2,5 tot 3,0. Vervolgens is het aantal kilometers per persoon vermenigvuldigd met de EV per stoelkilometer van de gebruikte vervoerwijze, gedeeld door de gemiddelde bezettingsgraad. Het resultaat is opgeteld bij EV voor het vermaak en levert zo de totale EV. Ad 3. Het gebruik van keurmerken en milieucertificeringssystemen voor toerisme Na selectie van componenten volgt de stap van selectie van bedrijven van die componenten in de keten (vervoer, verblijf, vermaak) die middels het voeren van een keurmerk en/of milieucertificeringssysteem aantonen milieumaatregelen binnen hun bedrijf serieus te nemen. Een keurmerk of ecolabel is een instrument of “tool”, voor het beoordelen van de milieuprestaties van product(en) en services van een bedrijf door een onafhankelijke organisatie. Hierbij heeft het keurmerk vooral het voordeel dat het gemakkelijk communiceerbaar is naar de klanten en consumenten van het bedrijf over de kwaliteit van de milieuzorg. Een milieucertificeringssysteem is een standaard voor het proces milieumanagement binnen het bedrijf (minimaliseren van milieueffecten en continu verbeteren van milieuprestatie door bedrijf) door een onafhankelijke organisatie. Er zijn diverse keurmerken en certificeringssystemen voor alle elementen in toeristische arrangementen (vervoer, verblijf vermaak) in de markt. Sommige zijn specifiek op toerisme of elementen in de toeristische keten (vervoer, verblijf, vermaak) gericht, andere zijn generiek voor bedrijven in verschillende sectoren. In Europa zijn er circa 40 regionale, nationale en internationale keurmerken of ecolabels specifiek voor toerisme.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (55)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Keurmerken en certificeringsystemen zullen worden gebruikt bij de beoordeling van leveranciers van onderdelen van arrangementen. In dat proces zouden de samenstellers van TUI Nederland en HIDM de aanbieders van arrangementscomponenten (bedrijven in vervoer, verblijf, vermaak) moeten kunnen selecteren op basis van het in bezit zijn van een keurmerk als de Milieubarometer, een milieucertificeringssysteem of op basis van een (eigen ontwikkelde) de milieuchecklist. Voor het element verblijf zijn er de volgende voor dit project relevante keurmerken beschikbaar: (a) Milieubarometer recreatie, horeca en hotelbranche (campings, bungalowparken, groepsaccommodaties, hotels, pensions, restaurants, conferentiecentra): niveaus brons, zilver en goud; (b) Milieukeur (voor diverse producten): Milieubarometer goud = Milieukeur (geldt voor campings, bungalowparken, groepsaccommodaties en sinds kort ook voor hotels, pensions, restaurants en conferentiecentra); (c) Europees Eco-label voor recreatie, horeca en hotelbranche: Milieubarometer goud = Milieukeur = Ecolabel; (d) VISIT: Europees ecolabel initiatief voor promotie van ecolabels en ontwikkeling duurzaam toerisme. Tien grote ecolabels (waaronder Milieubarometer) een gemeenschappelijke standaard voor ecolabels voor toerisme in Europa (e) ANWB-erkenningen voor campings, bungalowparken, groepsaccommodaties, hotels, restaurants (vnl. kwaliteit) (f) Green Globe 21: wereldwijd benchmarking en certificatieprogramma voor duurzaam toerisme, gebaseerd op Agenda 21 en de principes voor Duurzame Ontwikkeling vastgelegd door de Verenigde Naties; (g) Milieucertificeringssystemen als ISO 9000 (kwaliteitszorgsysteem), ISO 14000 (internationaal milieuzorgsysteem) en EMAS (Europees milieuzorgsysteem) Voor het element vermaak zijn de volgende milieukeurmerken en milieucertificeringssystemen ontwikkeld: Milieubarometer recent ontwikkeld voor attractieparken, dierentuinen en buitensportondernemingen (zie ook onder verblijf); ANWB-erkenningen fiets/caravan/jachtverhuur, vaarscholen; Green Globe 21; ISO 9000, ISO 14000 en EMAS.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (56)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Voor het element vervoer is er nog geen milieukeurmerk ontwikkeld, wel bestaat het keurmerk Keurmerk Touringcarbedrijf dat zich naast veiligheid en kwaliteit ook beperkt richt op milieu. Daarnaast zijn voor bedrijven in deze sector beschikbaar de Green Globe 21 en de certificeringssystemen ISO 9000, ISO 14000 en EMAS. TUI Nederland heeft zelf een Milieu checklist ontwikkeld om inzicht te krijgen in de duurzame bedrijfsvoering van de gecontracteerde accommodaties in binnen- en buitenland heeft. De score is gebaseerd op de ecologische voetafdruk waardoor elementen zoals energie, water en afval zwaarder worden meegerekend. De scores van de accommodaties worden verwerkt in een database. Hierdoor kunnen accommodaties onderling vergeleken worden, maar kunnen ook gehele bestemmingen naast elkaar gelegd worden. In bijlage D wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de in Europa relevante keurmerken en management systemen die relevant zijn voor toerisme en waarvan de toepassing binnen de PMZ methodiek zorgvuldig is afgewogen. Ad 4. Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam Juist omdat de ketenaanpak voor duurzaam toerisme zo belangrijk is, is er een belangrijke rol weggelegd voor het Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam (ODUTA), die zou moeten voortborduren op de in dit project opgezette klankbord groep. De belangrijkste doelstelling is de zorgvuldige afweging van belangen binnen de sector, dit dient gezamenlijk te gebeuren door beslissers cq. beleidsmakers van zowel publieke - als private partijen. ODUTA speelt bovendien een cruciale rol bij het verankeren van de PMZ methodiek in de keten. Een parallel kan getrokken worden met de Stewardship Councils die recentelijk zijn opgericht voor vis (Marine S.C.) en hout (Forest S.C.). De beoogde deelnemende partijen in een op te zetten multi-stakeholder ODUTA zijn bij voorkeur: (h) Amsterdam Toerisme & Congres Bureau; (i) Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen; (j) Gemeente Amsterdam (zowel Economische zaken als de Bouw & Milieudienst); (k) Provincie Noord-Holland; (l) Touroperators: onder andere TUI; (m) Aanbieders van de elementen vervoer, verblijf en vermaak: hierbij wordt gedacht aan de Participantengroep uitgebreid met andere aanbieders. Aangezien er een risico bestaat dat de groep erg groot wordt omdat er zoveel (kleinere) bedrijven binnen toerisme opereren, zou er gekozen kunnen worden voor een beperkt aantal vertegenwoordigers of afgevaardigden. De beoogde taken van het ODUTA zijn: Samenwerking voor stimulering en ontwikkeling van duurzaam toerisme (milieu-, sociale en economische aspecten, kwaliteit, behoud van cultureel erfgoed).
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (57)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Kennisuitwisseling/informatie/communicatie/promotie van duurzaam toerisme in Amsterdam. Duurzame productontwikkeling rondom toerisme Amsterdam: genereren van ideeën rondom het verduurzamen van toeristisch vervoer, verblijf en vermaak in Amsterdam. Feedback op ontwikkelde (duurzame) arrangementen voor Amsterdam. Afstemming van eigen agenda, beleid, programma’s en activiteiten van de deelnemende partijen. Benchmarking op het gebied van duurzaam toerisme met andere steden en bijvoorbeeld in een indicator voor het gehele inkomend toerisme per jaar (verminderen van de 1,4 miljoen hectaren EV).
Het Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam hoort thuis in de managementcyclus rondom het ‘toeristische product’ Amsterdam en speelt hierin zelfs een cruciale rol. De voordelen voor partijen om deel te nemen aan de Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam zijn onder andere: De eigen agenda, plannen en ideeën rondom innovatie en verduurzaming van toerisme in Amsterdam voor het voetlicht brengen bij relevante partijen in toerisme; Afstemmen van eigen beleid, programma’s en activiteiten op het gebied van (duurzaam) toerisme met andere partijen in toerisme alsmede kennisuitwisseling; ‘Samen sterk voor duurzaam toerisme Amsterdam’: het samen op een hoger en duurzamer niveau brengen van het toerisme in Amsterdam.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (58)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Ad 5. Opzet en ondertekening van intentieverklaringen tussen TUI Nederland en stakeholders in de toeristische keten ter bevordering van de duurzaamheidsprestaties Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit (KMVK) en Holland International Destination Management HIDM hebben op 26 maart 2004 een intentieverklaring getekend (zie bijlage E) voor samenwerking ter bevordering van de milieuprestaties van organisaties in de toerisme- en recreatiebranche, vooral in de accommodatiesector. Hierin is afgesproken dat de Stichting KMVK zal HIDM actief op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen met betrekking tot het keurmerk Milieubarometer in het algemeen. Tevens zal zij HIDM actief informeren over deelnemende bedrijven met het keurmerk Milieubarometer in de toerisme- en recreatiebranche. HIDM zal de informatie over deelnemende bedrijven met het keurmerk Milieubarometer in de toerisme- en recreatiebranche mee te nemen in het inkoopbeleid en in de informatievoorziening naar klanten, medewerkers en partners toe. Voorts zullen de medewerkers van HIDM een duurzamer inkoopbeleid voeren door voorkeur te bieden aan bedrijven met een goed intern milieubeleid, naast de bestaande criteria van prijs en kwaliteit. Tenslotte zal HIDM informatie verschaffen aan klanten, medewerkers en partners over de milieuprestaties van accommodaties via de eigen website www.hidm.nl en www.thatsholland.com. Parallel hieraan kan dit initiatief doorgetrokken worden naar andere partners en onderdelen. Dit is verder uitgewerkt in de volgende paragraaf.
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (59)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Een werkbare PMZ-methodiek voor arrangementen (60)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
5 Toepassing PMZ door TUI Nederland 5.1 TUI AG De informatie uit deze paragraaf afkomstig uit rapport: Duurzaam Toerisme & Milieu, Ontwikkeling duurzaam toerisme Amsterdam Eindrapport, Anne-Karin Mikalsen, NHTV internationale hogeschool Breda , Hoger Toeristische en Recreatief Onderwijs (HTRO), Management Toeristische Bestemmingen, Mei 2003. TUI staat voor Touristik Union International, een Duitse reisorganisatie. De aandelen van TUI Nederland zijn voor 91% in handen van de transport- en toerismedivisie van het Duitse concern Preussag AG (tegenwoordig TUI AG). De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV (KLM) bezit de resterende 9%10. In 1989 verkocht de toenmalige eigenaar van Arke 40% van zijn aandelen aan TUI. In 1995 wordt ook de rest van de aandelen verkocht. In dat jaar worden ook de aandelen van Holland International verkocht aan TUI en de aandeelhouders besluiten tot een samengaan van beide ondernemingen. Door deze fusie van de twee grootste en oudste touroperators van Nederland is TUI Nederland vanaf 1996 de grootste reisonderneming van Nederland en is TUI Nederland marktleider met al haar reis- en vakantiemerken samen. Dit hoeft dan uiteraard niet te gelden voor alle individuele marktsegmenten. In het boekjaar 2001 werd met ruim 2400 medewerkers een omzet van ruim 1,2 miljard euro behaald. TUI Nederland speelt een prominente rol op de Nederlandse markt. Ze opereren met inmiddels zestien verschillende merken, die elk hun eigen karakter hebben. TUI Nederland is actief op de volgende terreinen: (a) Touroperating; (b) Toeristische retail; (c) TUI Nederland Internet; (d) Inkomend toerisme; (e) Group- en Incentive Travel.
10
Sinds eind 2003 bezit KLM geen aandelen meer in TUI Nederland. TUI Nederland is nu voor 100% in handen van TUI AG.
Toepassing PMZ door TUI Nederland (61)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De volgende touroperators maken deel uit van TUI Nederland: Holland International KRAS Stervakanties Arke Panta Reizen De Boer & Wendel Discovery Rijn Moezel Kompas seatonly.nl ROBINSON Group & Incentive Travel Zeetours Cruises Lastminute.nl Isropa Reizen Holland International Destination Management Tabel 5.1 Touroperators van TUI Nederland (2004). TUI Nederland verkoopt in 2003 ook haar producten en diensten via een netwerk van meer dan 200 reisbureaus en circa 60 franchisenemers. TUI Nederland heeft als missie gedefinieerd: Putting a smile on peoples faces. De gedachte hierachter is, dat een glimlach symbool staat voor de manier waarop TUI Nederland zaken doet. Het geeft een beeld van de kwaliteit van de service van TUI Nederland en de waardering die men heeft voor het unieke karakter van de mens. De visie van TUI Nederland is als volgt: klanten, medewerkers en investeerders, iedereen moet precies dezelfde gedachte hebben over World of TUI. Deze gedachte is vrij eenvoudig: bij alles wat TUI doet, worden ze gedreven door idealen. TUI zorgt ervoor dat mensen er zeker van kunnen zijn dat hun vakantiebelevenis de mooiste tijd van het jaar is. Zo houdt TUI altijd oog voor dat wat écht belangrijk is. World of TUI TUI Nederland maakt sinds december 2001 deel uit van de World of TUI, het overkoepelende begrip voor een verscheidenheid aan toeristische merken van de wereldwijd toonaangevende toerisme-organisatie TUI AG. Het is een wereld waarin 200 vooraanstaande reisorganisaties uit zestien landen onder een paraplu samenwerken. Dit betekent een bundeling van ervaring en deskundigheid, meer mogelijkheden en service op maat. Dit alles om de consumenten een onvergetelijke vakantie te bezorgen. De smile is het nieuwe logo van TUI. In het logo zijn de letters T, U en I terug te vinden. Het logo straalt vakantiegevoel, vriendelijkheid en kwaliteit uit. Het staat symbool voor de manier waarop zaken wordt gedaan, de kwaliteit van de service en de waardering voor het unieke karakter van de mens. De smile staat ook voor de rol van TUI in de wereld. Een vakantiebeleving die zorgt voor een lach op het gezicht. Dat is het doel van de World of TUI.
Toepassing PMZ door TUI Nederland (62)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
5.2 Holland International Destination Management In december 1998 kreeg Holland TravelTeam de nieuwe naam Holland International Destination Management en verhuisde naar Amsterdam. De bedrijfsonderdelen, die voor de fusie verspreid waren over diverse locaties in Rijswijk en Amsterdam, werden nu overzichtelijk samengevoegd in één hoofdkantoor, rondvaart en excursies uitgesloten. HIDM verzorgt momenteel groeps- en individuele arrangementen, congres- en incentivereizen en busexcursies. Amsterdam is en blijft van groot belang voor Holland International Destination Management, omdat hier de voornaamste leveranciers zitten en hier speelt het grootste deel van haar commerciële activiteiten zich af. Holland International wordt het ‘quality mass market brand’ genoemd. Holland International krijgt de World of TUI identiteit en zal zich gaan uiten als bestemmingsspecialist en zal hierdoor een andere doelgroep benaderen dan Arke. Voor deze inkomende tours staan onder meer elf HIDM/World of TUI rondvaartboten ter beschikking. Als inkomende agent is HIDM niet de marktleider in Amsterdam. HIDM heeft een marktaandeel van 17 procent op (voornamelijk) groepsvaarten en vaarten met catering (cijfer TUI Nederland over 2003). Dit is gebaseerd op 3 miljoen rondvaarten gemaakt in Amsterdam per jaar. 510.000 rondvaarten worden door Holland international Rondvaart & Excursies verzorgt. Op het gebied van het Amsterdamse toerisme in zijn geheel heeft HIDM invloed op 3 procent van de markt. 17,183 (cijfer 2002) miljoen toeristen komen jaarlijks naar Amsterdam, daarvan hebben er 510.000 in 2003 gebruik gemaakt van de diensten van HIDM. De verhouding georganiseerde reis - individuele reis probeer ik ook nog te achterhalen. Het huidige arrangementssamenstellingsproces binnen HIDM loopt als volgt: (f) Een buitenlandse touroperator meldt zich bij HIDM met een aanvraag voor het programma voor het volgende jaar. (g) De manager inkoop kijkt of er in het assortiment accommodatie is die aan de gestelde eisen voldoet. (h) Zo niet dan wordt de gewenste accommodatie ingekocht. Daarnaast worden excursies transfers etc. aangeboden. (i) De buitenlandse touroperator neemt het arrangement op in zijn programma en verkoopt het direct of indirect via een reisbureau aan de finale consument. In bijlage C is het organigram van HIDM weergegeven.
Toepassing PMZ door TUI Nederland (63)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
5.3 Processtappen op weg naar een PMZ methodiek voor TUI Nederland : Een eerste “plan-do-check-evaluate”-cyclus als management instrument zal dus doorlopen worden in de fase van het praktijkexperiment. De evaluatie van het gebruik van de methodiek is een belangrijke stap binnen deze fase en vormt tevens de brug naar continue verbetering in volgende cycli. Na het delen van de leerpunten van dit project kan de volgende cyclus worden gestart en kunnen ook andere spelers binnen de keten betrokken worden. Op deze wijze wordt de methodiek zowel bij individuele organisaties als ketenbreed verankerd. Alleen door een nauwe samenwerking van alle betrokken spelers kan het product – een compleet en attractief duurzame arrangement voor binnen- en buitenlandse toeristen in Amsterdam - realiteit worden. Voor werkelijke resultaten is niet alleen de betrokkenheid bij ontwikkeling van belang, maar is juist implementatie van de PMZ-methodiek bij alle betrokken spelers binnen de keten noodzakelijk. De schakels in de PMZ methodiek voor duurzaam toerisme in Amsterdam zijn: 1. Samenstellen van duurzame arrangementen op basis van duurzame componenten en leveranciers van vervoer, verblijf en vermaak, o.a. aan de hand van duurzame componenten en toepassing van milieukeurmerken voor leveranciers van verblijf en/of vermaak componenten; 2. Vermarkten van deze duurzame arrangementen via tussen kanalen naar de finale consument; 3. Toetsen en evalueren van deze duurzame arrangementen op acceptatie en levensvatbaarheid; 4. Ontwikkeling van nieuwe, duurzame alternatieven als potentieel onderdeel van een arrangement; 5. Stimulering van voort schrijdende maatregelen van leveranciers van arrangements onderdelen en “beloning” door inkoop acties; 6. Aanpassen van de duurzame arrangementen en duurzame elementen (eventueel met toepassing van een EV tool, voor bepaling nieuwe voetafdruk door de arrangements ontwikkelaars). 7. herhaling vanaf stap 1.
Toepassing PMZ door TUI Nederland (64)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
In figuur 4.5 is de beoogde PMZ cyclus voor duurzaam toerisme Amsterdam weergegeven. De specifieke stappen voor TUI hierin zijn: 1. Holland International Destination Management (HIDM) stelt volgens de beoogde PMZ methodiek duurzame arrangementen samen met duurzaam vervoer, verblijf en vermaak, onder andere door toepassing van duurzamere alternatieve componenten, selectie van bedrijven die een milieukeurmerk voeren en door periodiek bepaling van de ecologische voetafdruk. 2. Door gebruik van specifieke marktkennis (wensen/behoeften van toeristen) worden deze duurzame arrangementen vervolgens vermarkt op de toeristische markt (eventueel met behulp van de “Groene Duim”). 3. Periodiek vindt overleg plaats tussen de diverse stakeholders rondom duurzaam toerisme in Amsterdam via het Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam. Belangrijkste taak is het afwegen van belangen en het maken van keuzes voor duurzame ontwikkeling gericht op toerisme. 4. Vervolgens toetst en evalueert HIDM haar duurzame arrangementen. Dit gebeurt op basis van het marktsucces, de milieuprestaties van de bedrijven binnen het arrangement en het arrangement als geheel en conform de afspraken binnen het Overlegplatform Duurzaam Toerisme Amsterdam (ODUTA) 5. Op basis van deze toetsing en evaluatie vindt aanpassing van de duurzame arrangementen plaats en begint de PMZ cyclus weer opnieuw. Ad 1. Inventarisatie en analyse huidige arrangementsamenstelling en arrangementsaanbod voor Amsterdam. TUI Nederland heeft een inventarisatie gemaakt van het huidige arrangement samenstellings proces en huidige arrangementsaanbod voor Amsterdam. Ook is kwalitatief marktonderzoek verricht om inzicht te verkrijgen in wensen en behoeften van de toerist met betrekking tot duurzaamheid. De uitkomsten van dit marktonderzoek dienen als input voor de aanpak van de opzet en marketing van duurzame TUI arrangementen in Amsterdam. Eerder in dit en vorige hoofdstukken (pagina 37 en verder en Bijlage A) zijn deze onderwerpen reeds uitgebreid aan de orde geweest.
Toepassing PMZ door TUI Nederland (65)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Ad 7. Bepaling EV huidige arrangementen en opzetten van duurzaam voorbeeldarrangement Het resultaat van het doorlopen van de PMZ cyclus voor duurzaam toerisme in Amsterdam is de berekening van de Ecologische Voetafdruk van verschillende bestaande arrangementen van HIDM, de ontwikkeling (waarin rekening is gehouden met de bevindingen in de bovengenoemde PMZ stappen) van een duurzaam arrangement (de Modern Architecture Cruise) met een lage EV waaraan vervolgens de Groene Duim is toegekend, en de toekenning van de Groene Duim aan reeds bestaande arrangementen die als milieuvriendelijk uit de EV berekening naar voren kwamen (1-hour Canal Cruise en de Candlelight Cruise). Deze arrangementen zijn onder vermelding van de Groene Duim opgenomen in de HIDM folder voor Canal Cruises en Excursies voor zomer 2004. Dit is nader uitgewerkt in de volgende paragraaf.
5.4 Toepassing van de PMZ-methodiek als praktijkexperiment. In deze paragraaf worden de activiteiten die door HIDM ontplooid worden voor het inzetten van de PMZ methodiek bij de ketenspelers in de toeristische sector (elementen vervoer, verblijf en vermaak) beschreven. TUI Nederland en haar reis- en vakantiemerken (zoals HIDM) streven er naar op termijn – binnen het praktisch, economisch en technisch haalbare – alle reis- en vakantieproducten te verduurzamen. Hierbij maakt duurzaamheid onderdeel uit van een kwalitatief hoogstaand product waarin de reisconsument centraal staat. Het toeristisch product bestaat ook vanuit het oogpunt van de touroperator Holland International Destination Management (HIDM) uit: vervoer naar en op de bestemming, verblijf (accommodatie), en vermaak (activiteiten). Hierbij is voor het succes van duurzaam toeristische ontwikkeling communicatie onmisbaar binnen de gehele keten inclusief de consument en andere belanghebbenden. HIDM is een van de 16 reis- en vakantiemerken van TUI Nederland. TUI Nederland heeft voor haar merken een proactief duurzaam toerisme beleid opgezet, genaamd: Buy green, Sell green, Share green & Be green. HIDM ‘lift’ mee in dit beleid. Hierbij dient opgemerkt te worden dat niet alle beleidsmaatregelen worden doorgevoerd op het niveau van HIDM. Het document ‘Beleidsplan TUI Nederland en duurzaamheid 2002 – 2004’ is te downloaden van www.tuinederland.nl/duurzaamtoerisme.
Toepassing PMZ door TUI Nederland (66)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Een aantal vooraanstaande maatregelen welke HIDM ook genomen heeft zijn twee andere intentieverklaringen: (1) de internationale Code of Conduct against the sexual exploitation of children in the travel and tourism industry met ECPAT Nederland (ondertekend mei 2002), en (2) de intentieverklaring tegen de handel in verboden souvenirs gemaakt van bedreigde dieren- en plantensoorten met Wereld Natuur Fonds (ondertekend december 2003). Activiteiten binnen het element VERVOER
De ecologische voetafdruk van het element vervoer naar de bestemming Amsterdam bepaalt voor gemiddeld 72% de milieubelasting. HIDM beschikt niet over eigen vliegtuigen en kan weinig invloed uitoefenen op het materieel van de luchtvaartmaatschappijen gebruikt door buitenlandse reisconsumenten.
HIDM steunt de organisatie COOL Flying en brengt klimaatgecompenseerd vliegen onder de aandacht van de reisconsument via de website www.thatsholland.com en www.hidm.nl. De consument kan vrijwillig via de website www.coolflying.nl de gevlogen kilometers compenseren door de aanplant en bescherming van bossen wereldwijd. Beide websites worden momenteel herzien en krijgen een duurzaam toerisme pagina in het najaar van 2004.
HIDM zet enkel touringcars in met het kwaliteitsmerk Keurmerk Touringcarbedrijf. Naast veiligheid en kwaliteit, staat milieu bij dit keurmerk centraal. Alle reisorganisaties die lid zijn van ANVR zijn hiertoe verplicht.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(67)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
HIDM zou zich sterk(er) kunnen maken om de grootste internationale markt (Verenigd Koninkrijk) beter te bedienen met een rechtstreekse Eurostar verbinding vanaf 2007 (wanneer de HSL-Zuid gereed is), zodat een aanzienlijker deel van deze markt per trein in plaats van vliegtuig gaat reizen.
HIDM ontwikkelt arrangementen in samenwerking met de Deutsche Bahn, gericht op treinvervoer naar Amsterdam van Duitse toeristen..
HIDM kan de EV van vervoer naar Amsterdam wel beïnvloeden door de marketing strategie met betrekking tot landendoelgroepen te veranderen. In plaats van ver weg herkomstlanden zoals Japan en Australië, kan HIDM markten aanboren in de nabijheid van Nederland, zoals België, Duitsland en Oostenrijk.
De marketing van Amsterdam wordt voor een belangrijk deel bepaald door een aantal organisaties: NBTC en Amsterdam Toerisme & Congres Bureau, HIDM heeft hier maar een relatief klein aandeel in. Voor 2004 en 2005 wordt de marketing gericht op de dichtbij gelegen markten. Hierbij moet gezegd worden dat deze inzet van de marketing euro’s bepaald is door de globale economie en daarmee samenhangende valutakoersen. Duurzaam toerisme vaart deze jaren mee op het tij.
In 2004 heeft Holland International Rondvaart & Excursies 11 rondvaartboten in haar rederij. De laatste aanwinst, de Anton Dreesmann, is een milieuvriendelijke rondvaartboot en beschikt over een electro-diesel motor. Holland International Rondvaart & Excursies streeft ernaar bij elke acquisitie steeds milieuvriendelijkere boten aan te schaffen. Er zijn nog geen plannen voor de ontwikkeling van waterstof rondvaartboten. Een project in Amsterdam door een andere aanbieder met ‘fluisterboten’ is niet geslaagd en stopgezet.
Uit het NHTV onderzoek naar de EV van vervoersmodaliteiten is naar voren gekomen dat rondvaartboten een lage EV (+/- 1 m2) hebben. Naast een middel van vervoer in de binnenstad van Amsterdam is het tevens een vorm van vermaak om de binnenstad vanaf het water beter te leren kennen.
Activiteiten binnen het element VERBLIJF
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(68)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Om inzicht te krijgen in de duurzame bedrijfsvoering van de gecontracteerde accommodaties in binnen- en buitenland heeft TUI Nederland een Milieuchecklist ontwikkeld. Hierbij worden alle hotelondernemers gevraagd een vragenlijst in te vullen, waarmee inzicht wordt gekregen in de mate van een duurzame bedrijfsvoering. De score is mede gebaseerd op de ecologische voetafdruk waarin elementen als energie, water en afval zijn meegerekend. De scores van de accommodaties worden verwerkt in een database. Hierdoor kunnen accommodaties onderling vergeleken worden, maar kunnen ook gehele bestemmingen naast elkaar gelegd worden. Zie bijlage D: TUI Nederland “Milieu checklist”.
In 2004 heeft HIDM zo’n 80 gecontracteerde accommodaties in Amsterdam. Dit is ruim 44 procent van het totale aanbod (+/- 180 accommodaties) in Amsterdam. In juni 2003 en in februari 2004 hebben alle gecontracteerde accommodaties van HIDM een Milieu checklist toegestuurd gekregen per post. Bij de checklist is tevens het boekje ‘A practical guide to good practice. Managing environmental and social issues in the accommodations sector’, uitgegeven door Tour Operators’ Initiative (2003), meegestuurd. Zie bijlage D ‘A practical guide to good practice’.
In 2003 heeft 43 procent van de gecontracteerde accommodaties de milieu checklist ingevuld teruggestuurd; in 2004 was dit percentage 57 procent. Dit is mede te danken aan de nabel acties in 2004. De scores van accommodaties die zowel in 2003 als in 2004 een checklist hebben ingevuld verschillen; in 2004 scoren veel accommodaties lager dan in 2003; een aantal hoger.
In 2003 was de gemiddelde score van de ingevulde checklisten ruim 53 procent van de te behalen punten, in 2004 is dit aantal gedaald naar 46 procent. De oorzaak van de daling komt niet uit de database naar voren.
Nederlanders denken over het algemeen voorloper te zijn in milieuvriendelijk handelen en leven. Met een gemiddelde score van 46 procent is Nederland niet de koploper op het gebied van duurzame bedrijfsvoering binnen de hotelketen zoals wellicht verwacht was. Malta heeft namelijk een gemiddelde score van 48 procent; Bali staat op een percentage van 63 procent in 2003 en 68 procent in 2004.
Een aantal accommodaties scoorde minder dan 10 procent van de te behalen punten. Naar aanleiding van de resultaten van de checklisten en complementaire gesprekken met diverse accommodatiehouders kwam naar voren dat milieuwetgeving vaak niet wordt nageleefd vanwege gebrek aan controle en bureaucratie. De Bouw en Milieudienst van de gemeente Amsterdam is hiervan op de hoogte gebracht.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(69)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
In de checklist wordt een vraag gewijd aan certificering. Van de in 2004 ruim 80 gecontracteerde accommodaties van HIDM hebben vijf een keurmerk. Dit komt neer op 6,3 procent. Deze vijf accommodaties hebben het keurmerk de Milieubarometer.
Op 26 maart 2004 hebben HIDM en Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid een intentieverklaring ondertekent ter bevordering van de milieuprestaties van de accommodatiesector. HIDM zet zich hiermee als eerste reisorganisatie in voor vergroting van bewustzijn over duurzame bedrijfsvoering binnen de accommodatiesector Zie bijlage E: Intentieverklaring.
De ondertekening van de intentieverklaring vond plaats in het NH Caransa hotel aan het Rembrandtplein in Amsterdam. Ruim 40 gegadigden en journalisten waren hierbij aanwezig. De sprekers van deze dag waren: Dhr. F. Huffnagel (Wethouder Economische Zaken Amsterdam), Dhr. R. Klawer (Directeur Specialisten TUI Nederland), Dhr. G. van Keulen (Voorzitter Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit), Dhr. N. Evers (directeur NH Schiller Hotel Amsterdam), en Dhr. Prof. Nico Visser (Hoogleraar Duurzaam Toerisme aan de NHTV Internationale Hogeschool Breda). In bijlage E is tevens de speech opgenomen van wethouder Huffnagel, waarin duidelijk het beleid van de gemeente uiteen gezet wordt. Opvallend hierbij zijn de goede bedoelingen, echter deze dienen nu nog verder geconcretiseerd te worden.
De ondertekening heeft de intentie om de samenwerking en vooral de informatie uitwisseling met betrekking tot accommodaties met een Milieubarometer te vergroten tussen Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid en HIDM.
Het inkoopbeleid van HIDM met betrekking tot accommodaties is zodanig aangepast zodat naast prijs en kwaliteit ook een goed intern milieubeleid meeweegt in het inkoopproces. Inkopers controleren bij hun bezoeken aan hotels of de EMC ingevuld is ontvangen, zoniet zal hier expliciet om gevraagd worden. De directeur HIDM zal bij de samenstelling van de ranglijst hotels rekening houden met het interne milieubeleid van een hotel. Dit is mede bepalend voor de plaats op de ranglijst. Hoe hoger de notering van een hotel op de ranglijst, des te groter de kans dat deze wordt gekozen voor opname in een arrangement. Probleem hierbij is dat er regelmatig een capaciteitstekort is, waardoor er weinig keus overblijft voor de verkoper van HIDM.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(70)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Via de website www.hidm.nl krijgen gecontracteerde accommodaties met een goed intern milieubeleid of het keurmerk Milieubarometer een vermelding hiervan in de accommodatieomschrijving (najaar 2004). Op deze manier worden consumenten en organisaties die via de website hun accommodatie boeken op de duurzame bedrijfsvoering van de accommodatie gewezen en mogelijk bewogen tot een duurzamere keuze.
Activiteiten binnen het element VERMAAK Vanuit het oogpunt van de rondvaartboot als element van vermaak kan worden gesteld dat rondvaarttochten als milieuvriendelijk gezien kunnen worden met een EV van +/- 1 m2. Hierbij wordt enkel de boottocht in ogenschouw genomen. Een bezoek aan de dierentuin geeft een voetafdruk van 4 m2, aan het theater 14 m2 en aan een restaurant 14 m2. In het seizoen zomer 2004 biedt Holland International Rondvaart & Excursies een zestal rondvaartarrangementen aan, variërend van een tijdsduur van 1 tot 4 uur. Ontwikkeling duurzame arrangementen Een voorbeeld van toepassing van de EV methodiek voor arrangementen van Holland International Rondvaart & Excursies, is te zien in tabel 5.3. Deze tabel is gebaseerd op arrangementen van Zomer 2004 . Sinds de zomer van 2004 worden alleen nog rondvaart arrangementen aangeboden. Alle arrangementen met bussen zijn uitbesteed aan andere operators met wie HIDM samenwerkt. Naam arrangement Modern Architecture cruise
Aanbieder Holland International Rondvaart & Excursies 1-Hours Canal Cruise Idem Candle light Cruise Idem City Tour By Boat Idem Brunch Cruise Idem Diner Cruise Idem Tabel 5.1 EV van een aantal voorbeeld arrangementen
EV-range m2/per persoon 1,698 1,335 1,5 4,98 16,335 16,335
Om een goed inzicht te krijgen in de EV van de huidige arrangementen, zijn alle arrangementen geëvalueerd en doorberekend aan de hand van het EV model dat is ontwikkeld door de NHTV. Hieruit kwam naar voren dat de arrangementen van Holland International Rondvaart & Excursies een voetafdruk hebben variërend van 1,3 m2 (1-Hour Canal Cruise) tot 16,3 m2 (Diner cruise).
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(71)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Naast de evaluatie is een nieuw arrangement ontwikkeld: de Modern Architecture Cruise. Deze rondvaartcruise heeft niet alleen een lage EV (1,69 m2), maar sluit tevens aan bij het themajaar Architectuur. Volgens Holland International Rondvaart & Excursies gaat de rondvaart door één van de nieuwste en spannendste stadsdelen van Amsterdam. De moderne architectonische ontwikkelingen van dit trendy stadsgedeelte komen ook tijdens het ‘eiland hoppen’ naar voren. De excursie bevat tevens een wandeling onder leiding van een gids.
De drie arrangementen met een absolute EV lager dan 2 m2 – waaronder het ontwikkelde arrangement Modern Architecture Cruise - hebben een Groene Duim toegekend gekregen. De Groene Duim is een door TUI Nederland ontwikkeld logo. Dit wordt gebruikt bij producten en diensten die door TUI Nederland als duurzaam worden gezien.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(72)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
6 Communicatie & Kennisoverdracht Duurzaam toerisme kan alleen tot stand komen als alle deelnemers in de toeristische keten hun verantwoordelijkheden nemen om tot een duurzamer toerisme te komen. Hierbij is communicatie onmisbaar. Duurzaam toerisme is communicatie. TUI Nederland en HIDM nemen hierbij als marktleiders een voorbeeldfunctie in. Alle gecontracteerde accommodatiehouders van HIDM zijn middels de begeleidende brief bij de TUI Nederland Milieu checklist op de hoogte gesteld van de ondertekening van de intentieverklaring tussen Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid en HIDM, en de daarmee samenhangende consequenties voor de accommodatiehouders. Alle accommodatiehouders zijn uitgenodigd voor de ondertekening van de intentieverklaring in het NH Caransa Hotel in Amsterdam bij te wonen. De leden van de participantengroep en (vak)pers waren ook uitgenodigd. De (vak)pers is door middel van een persbericht op de hoogte gesteld van de ondertekening. De pers is op twee manieren benaderd; via het netwerk van de TUI Nederland en via dat van Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid. Zie bijlage F: gezamenlijk persbericht ‘Holland International Destination Management ondertekent intentieverklaring met Milieubarometer ter bevordering van milieuprestaties van accommodatiesector’. Tijdens de projectperiode zijn diverse artikelen verschenen in diverse media. Zie bijlagen F, zowel populair als wetenschappelijk: (a) Touroperator in Milieubarometer (Recreatie & Toerisme, maart 2004); (b) Toeristische sector ‘vergroent’ (Stromen, 09/04/2004), (3) TUI tekent voor milieu (YourTravel, 14/04/2004); (c) TUI tekent voor milieu (YourTravel, 14/04/2004); (d) Ceron, J.-P., G. Dubois, Peeters, et al. (2004). The eco-efficiency of tourism. 2nd International Workshop on Climate, Tourism and Recreation Commission Climate, Tourism and Recreation, Kolimbara, International Society of Biometeorology; (e) Peeters, P. M. (2003). Op grote voet naar Amsterdam. De ecologische voetafdruk van het inkomende toerisme naar Amsterdam en hoe deze te verkleinen. Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2003, Antwerpen, Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk; (f) Paul Peeters, Frans Schouten, Reducing the ecological footprint of inbound tourism and transport to Amsterdam, Journal of Sustainable Tourism, 2004 (in press).
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(73)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Om (potentiële) reisconsumenten te informeren over deze ‘groene’ arrangementen is in de brochure van Holland International Rondvaart & Excursies een Groene Duim geplaatst. In het najaar wordt in de brochure naast het logo van de Groene Duim ook de verwijzing naar de nog te ontwikkelen duurzaam toerisme website van HIDM gemaakt. Zie bijlage F: brochure Holland International Rondvaart & Excursies Zomer 2004 De ruim 2100 medewerkers van TUI Nederland, inclusief de medewerkers van HIDM, zijn tijdens de projectperiode regelmatig via de Intranet nieuwsbrief, genaamd 'Daily Post’, geïnformeerd over het project ‘Ontwikkeling duurzaam toerisme Amsterdam’. Zie bijlage F: (1) Afdeling Duurzaam toerisme & Milieu onderzoekt duurzaamheid Amsterdams toerisme (12/06/2003), (2) Holland International Destination management ondertekent intentieverklaring (26/03/2004), (3) Ontdek Amsterdam op z’n mooist: vanaf het water! (10/05/2004), (4) Hoe groot is jouw voetafdruk? (19/05/2004). De reisleiding en hosts van Holland International, Arke en ISROPA Reizen op de bestemmingen wereldwijd hebben een trainingmodule ontvangen waarin onder andere het project aan bod komt. Zie bijlage G: Reisleiding & duurzaam toerisme. De medewerkers van HIDM zijn door de directie op de hoogte gebracht van de veranderingen in het inkoopbeleid door de ondertekening van de intentieverklaring met Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid. HIDM beschikt niet over een eigen duurzaam toerisme beleid; HIDM valt onder het algemene duurzaam toerisme beleid van TUI Nederland. Het vernieuwde inkoop beleid wordt daarom verankerd in het standaard beleid van HIDM. Tevens ziet de manager van HIDM toe op de doorvoering van het beleid in de ontwikkeling van nieuwe arrangementen. Elk arrangement moet door de manager goedgekeurd worden alvorens het wordt vermarkt. Diverse (externe) partners in binnen- en buitenland, onderwijsinstellingen en studenten en andere gegadigden hebben de ontwikkelingen en plannen binnen het project ‘Ontwikkeling duurzaam toerisme Amsterdam’ horen vertellen door de medewerkers van afdeling Duurzaam Toerisme van TUI Nederland tijdens de presentaties over de duurzaam toeristische activiteiten en ontwikkelingen van TUI Nederland en haar reis- en vakantiemerken. Tevens is er een bedrijfsbrochure over de duurzaam toeristische activiteiten van de reis- en vakantiemerken van TUI Nederland ontwikkeld. Hierin wordt kort verwezen naar de groene arrangementen van Holland International Rondvaart & Excursies. Zie bijlage H: Duurzaam toerisme: visie met toekomst. “Buy green, Sell green, Share green & Be green”.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(74)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
In het najaar worden de vernieuwde websites van HIDM, www.hidm.nl en www.thatsholland.com, gelanceerd. Op deze websites is er speciaal aandacht voor de duurzaam toeristische activiteiten van HIDM, de accommodaties met een goed intern milieubeleid en/of Milieubarometer en het project ‘Ontwikkeling duurzaam toerisme Amsterdam’. Tevens wordt het project reeds gemeld op de corporate website van TUI Nederland www.tuinederland.nl/duurzaamtoerisme. Zie bijlage F: webpagina www.tuinederland.nl/duurzaamtoerisme – Share Green – Ontwikkeling Duurzaam Toerisme Amsterdam.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(75)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(76)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
7 Conclusies, evaluatie en mogelijke vervolgstappen In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste succesfactoren/knelpunten, conclusies en aanbevelingen voor de voortgang besproken worden. Aangezien echter binnen het project de drie hoofdpartners (TUI Nederland, PricewaterhouseCoopers en NHTV Internationale Hogeschool Breda) een belangrijke bijdrage geleverd hebben op drie verschillende domeinen, zal deze drie indeling zoveel mogelijk gevolgd worden met name de succesfactoren/knelpunten. TUI Nederland heeft zich voornamelijk gericht op het productniveau, PricewaterhouseCoopers op het organisatieniveau en NHTV Internationale Hogeschool Breda op het onderzoeksniveau.
7.1 Succesfactoren en knelpunten PRODUCTNIVEAU: Succesfactoren Uitwerking van het gebruik van Ecologische Voetafdrukmethode voor de bepaling van de milieueffecten van arrangementen en EV benchmarking van arrangementen. De nieuwe impuls voor de Milieu checklist en de integratie en uitwerking van het gebruik van milieukeurmerken (o.a. Milieubarometer) en milieucertificeringssystemen voor toerisme in het arrangementsamenstellingsproces van HIDM voor de elementen vervoer, verblijf en vermaak. Uitwerking van het opzetten van de multi-stakeholder overlegorgaan ODUTA, gericht op samenwerking voor stimulering en ontwikkeling van duurzaam toerisme, waarin diverse partijen in en rondom de toeristische keten zitting hebben (gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland, NBTC, ATCB, touroperators, etc.). Meer inzicht is verkregen van de duurzaamheid(-sproblemen) van de verschillende markten van het inkomende toerisme. De sector kan in de deels overvraagde Amsterdamse markt een duurzaamheidslag maken door de aandacht van ver weg gelegen markten te verleggen naar meer dichtbij gelegen markten. Holland International Rondvaart & Excursies beschikt over haar eigen vloot van rondvaartboten. De inzet van een rondvaartboot als activiteit heeft een relatief lage ecologische voetafdruk. Hiermee heeft Holland International Rondvaart & Excursies met haar vloot een duurzame activiteit (in eigen huis) tot haar beschikking. TUI Nederland realiseert zich dat duurzaam toeristische ontwikkeling enkel kan bestaan als het breed gedragen wordt over de gehele keten. Hierbij is communicatie onmisbaar. TUI Nederland heeft binnen dit project de communicatiemiddelen breed ingezet. Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(77)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Er zijn concrete en praktisch uitvoerbare communicatielijnen op het gebied van duurzaam toerisme tot stand gebracht. Deze communicatie van een keurmerk loopt tot de accommodaties, touroperators en de consument. Ook onderstreept de ondertekening van de intentieverklaring ter bevordering van de milieuprestaties van de accommodatiesector tussen HIDM en Stichting Keurmerk Milieu, Kwaliteit en Veiligheid de communicatielijn tussen het keurmerk “de Milieubarometer” en de touroperator. Het is de eerste keer in Nederland dat een accommodatiekeurmerk een samenwerkingsverband aangaat met een touroperator. Uit de intentieverklaring komt tevens de communicatie tot stand richting de consument over accommodaties met een goed intern milieubeleid en/of het keurmerk. In het najaar van 2004 zullen de websites www.hidm.nl en www.thatsholland.com inzicht geven in de duurzame bedrijfsvoering van de accommodaties gecontracteerd door HIDM. De ondertekening van de intentieverklaring heeft wegen geopend naar mogelijkheden tot een verduurzaming van alle producten met bestemming Amsterdam aangeboden door andere inkomende agenten in Nederland. De ondertekening door HIDM wordt nu als voorbeeld voorgedragen bij de ANVR, de overkoepelende brancheorganisatie voor reisorganisaties, voor andere inkomende agenten. PRODUCTNIVEAU: Knelpunten Vervoer naar de bestemming bepaalt voor ongeveer 72 procent de EV van een Amsterdams arrangement aangeboden door HIDM. HIDM kan geen invloed uitoefenen op het materieel van de luchtvaartmaatschappijen die de reisconsumenten naar Amsterdam transporteren. De focus van HIDM ligt daarom op de resterende 28 procent: het vervoer op de bestemming, verblijf en vermaak in Amsterdam. Hierbij is het echter essentieel dat er alternatieven worden geboden en daar mankeert het vaak aan. Op het vlak van vermaak zijn die er bijna niet en ook voor vervoer zijn die nog moeilijk te vinden. Het meest eenvoudig lijkt het voor verblijf, echter daar blijken nogal eens capaciteit tekorten roet in het eten te gooien. Voor de complete doorrekening van arrangementen op basis van de ecologische voetafdruk zijn TUI Nederland en HIDM nog afhankelijk van de NHTV. Een eenvoudige rekenmodule zal uitkomst kunnen bieden in de toekomst. HIDM kan slechts binnen de marges van de marktvraag enige invloed uitoefenen op de landen van herkomst van de consumenten en langs die weg op de afstanden die toeristen moeten afleggen om Amsterdam te bezoeken. Een sterke ontwikkeling van dichtbij markten als Duitsland en België zou eventueel verlies op markten als Japan en Australië kunnen goedmaken. De accommodatiesector scoort relatief laag op het gebied van duurzame bedrijfsvoering. Slechts zes procent is in het bezit van een keurmerk, zoals de Milieubarometer.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(78)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De vraag naar hotelovernachtingen in Amsterdam overstijgt het aanbod, waardoor ook accommodaties met een slechte milieubeleidsvoering hun accommodatie krijgen verhuurd. HIDM kan hierdoor maar een beperkte druk uitoefenen met betrekking tot haar duurzame inkoopbeleid. Er zijn grote verschillen in milieuprestatie tussen de leveranciers van de elementen vervoer, verblijf, vermaak en tussen de mix daarvan voor de verschillende markten. Er is een woud aan keurmerken en milieueisen, die enerzijds operationele eisen stellen en anderzijds administratieve eisen (men ziet door de bomen het bos niet meer). Het echte enthousiasme voor duurzaam toerisme en gebruik van bijvoorbeeld de Milieubarometer moet nog op gang komen. Een aantal grote hotel(ketens) is wel enthousiast begonnen met het invoeren van de Milieubarometer, middelgrote en kleine hotels moeten veelal nog overtuigd worden van de meerwaarde ervan. Regels en wetgeving voor bepaalde aspecten van duurzame bedrijfsvoering door verblijfsaccommodaties zijn aanwezig. Er wordt alleen te weinig op toegezien dat deze wetten daadwerkelijk worden nageleefd. Het inkoopbeleid van HIDM bepaald tot zekere hoogte de verduurzaming van de arrangementen. De welwillendheid, het inzicht en een ‘groen’ hart van de medewerker van HIDM bepalen in welke mate een goed intern milieubeleid van een accommodatie daadwerkelijk meespeelt in het inkoopproces naast prijs, kwaliteit en locatie. Er is geen concrete vraag door reisconsumenten naar duurzame vakantieproducten en arrangementen. HIDM en Holland International Rondvaart & Excursies zien de noodzaak hun handelen toch te verduurzamen. ORGANISATIENIVEAU : Succesfactoren Uitwerking van de opzet van het multi-stakeholder overlegorgaan ODUTA (Overleg platform Duurzaam Toerisme Amsterdam), gericht op belangenafweging, samenwerking voor stimulering en ontwikkeling van duurzaam toerisme, waarin diverse partijen in en rondom de toeristische keten zitting hebben (gemeente Amsterdam, provincie NoordHolland, NBTC, VVV, touroperators, etc.). ORGANISATIENIVEAU : Knelpunten De grootste milieu”kosten”post, het vervoer naar Amsterdam, is moeilijk onder te brengen in maatregelen bij de sector door gebrek aan een duidelijke probleemeigenaar. Er bestaat weliswaar een keurmerk voor bussen in Nederland, maar daarbinnen speelt milieu slechts een ondergeschikte rol. Het belangrijkste is dat er geen keurmerken zijn voor de minst duurzame vervoerwijzen als vliegtuig en auto.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(79)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De toerisme sector en toerisme stakeholders zijn versnipperd en divers: er zijn vooral veel MKB’ers en een beperkt aantal grote internationale ketens, beiden met relatief lage innovatiebudgetten als gevolg van flinterdunne winstmarges. Het ontbreken van een ‘burning platform’ (bijvoorbeeld zichtbare overbelasting van het historisch centrum en de natuur zoals in Venetië) is debet aan de lage prioriteit van duurzaam toerisme. ONDERZOEKSNIVEAU: Succesfactoren en knelpunten Het onderzoek heeft inzicht geleverd in de milieubelasting én de eco-efficiency van het inkomende toerisme naar Amsterdam. Tevens is vastgesteld welke markten economisch bijdragen en welke markten een hoge milieubelasting opleveren. Ook is inzicht verkregen in het belang voor het milieu van de elementen verblijf, vermaak en vervoer in het toeristische product. De toepassing van de ecologische voetafdruk binnen de toeristische sector is relatief nieuw en de studie heeft inzicht opgeleverd in de mogelijkheden en beperkingen daarvan. Het ontbreekt nog relatief vaak aan gegevens, om goede vergelijking en analyse mogelijk te maken. Het toegankelijk maken van de ecologische voetafdruk analyse is relatief lastig door de grote diversiteit van het toeristische product en het relatief grote gebrek aan exacte data over zowel verblijf als vervoer en vermaak. De ecologische voetafdruk geeft geen informatie over een deel van de milieuproblemen, waarbij vooral op het lokale niveau belangrijke problemen als geluidhinder en andere vormen van overlast ontbreken.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(80)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
7.3 Conclusies onderzoek Ecologische Voetafdruk Op grond van deze resultaten van het EV-onderzoek is de volgend algemene conclusie te trekken: De grootste milieubelasting van het inkomende toerisme naar Amsterdam is het gevolg van de reis naar Amsterdam en dan met name van het aandeel van intercontinentale bezoekers. De accommodatie levert ongeveer een vijfde van de totale milieubelasting, vermaakactiviteiten spelen een minder grote rol (ook al ontslaat dat de leveranciers hiervan niet van de verplichting om een maximale inspanning te leveren). De beste kansen voor het verminderen van de milieubelasting binnen liggen bij de ontwikkeling van markten uit minder ver weg gelegen herkomstgebieden en door extra inspanningen bij accommodaties voor energie en afval. Bovendien zou er meer inspanning gepleegd moeten worden (met name door de overheid) voor duurzamere alternatieven voor lokaal vervoer, mede omdat lokale hinder (roet, geluidsoverlast, etc) een hoge milieu belasting perceptie met zich mee brengt. Aanbevelingen De volgende aanbevelingen kunnen worden gegeven: Aanbevelingen aan VROM en EZ voor nader onderzoek en vervolgprojecten: Nader onderzoek naar mogelijke opschaling van een toeristisch PMZ-project naar Nederland of Europa. Nader onderzoek en ontwikkeling van een volledige life-cycle analyses voor toeristische producten, al dan niet gebaseerd op de ecologische voetafdruk, en zo mogelijk als uitbreiding van of aansluitend op bestaande in de industrie gebruikte methoden. Nadere uitwerking van tools op basis van de analyses uit het voorgaande punt ten behoeve van de sector voor het bepalen van de milieubelasting van toerisme. Stimuleren van een productgerichte benadering bij de Milieubarometer, zodat de milieulast per product/gebruikseenheid (overnachting/maaltijd) duidelijk een maatstaf wordt bij de toekenning ten behoeve van de keuze door touroperator en consumenten. Dit zou ook de benadering van de Stichting Milieukeur moeten zijn. Aanbeveling aan de gemeente:
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(81)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
Het beter in kaart brengen van de milieubelasting van accommodaties (energie en afval), waardoor het mogelijk wordt hierop een milieulabel te baseren en een vorm van benchmarking te introduceren. Daarbij dient aansluiting bij bestaande labels als de Milieubarometer te worden overwogen. Nader onderzoek te doen naar de relatie tussen de milieubelasting (met name geluidhinder en veiligheid) van de luchthaven Schiphol en het inkomende toerisme naar Amsterdam. Aanpassen van het aanbod aan accommodaties (meer twee- en driesterren hotels) in Amsterdam gericht op het aantrekken van markten als Duitsland, België, Nederland en Frankrijk. Een project op te starten waarbij Amsterdam als bus- en treinbestemming wordt bevorderd. met name ook gericht op de grote Engelse markt en de mogelijkheden van de Eurostar daarop. Het initiatief nemen voor bijvoorbeeld een multi-stakeholder “Overlegorgaan Duurzaam Toerisme Amsterdam” (ODUTA), gericht op samenwerking voor stimulering en ontwikkeling van duurzaam toerisme, waarin diverse partijen in en rondom de toeristische keten zitting hebben. Het initiatief ligt hiervoor bij de gemeente, omdat ODUTA allereerst gericht is op het algemeen belang en dit het beste vertegenwoordigd kan worden door de overheid.
Aanbeveling aan het bedrijfsleven: Het nader uit (laten) werken van het onder vraag 5 (p.40) genoemde ontwikkelingstool. Het meewerken aan de Overlegorgaan Duurzaam Toerisme Amsterdam. Het verder aandringen op milieukwaliteiten van accommodaties door het ontwikkelen van standaarden en voorwaarden of prioriteitenlijstjes (er wordt eerder zaken gedaan met bedrijven die aan bepaalde milieuvoorwaarden voldoen). Extra inspanningen voor het ontwikkelen en marketen van accommodaties en arrangementen gericht op de ‘dichtbij’ markten. Aanbevelingen aan Amsterdam Toerisme & Congres Bureau: Een herziening van de opzet van het Bezoekersonderzoek, waarbij meer inzicht ontstaat in rondreizen en de vervoersketen van woonplaats naar Amsterdam. Meer aandacht voor de ontwikkeling en marketing van de ‘dichtbij’ markten. Meewerken aan het Overlegorgaan Duurzaam Toerisme Amsterdam. Steun aan het ontwikkelen en implementeren van een milieulabel voor accommodatie.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(82)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
7.3 Conclusies en Vervolgstappen PMZ biedt kansen voor verduurzaming van het toerisme in Amsterdam, mits het wordt aangestuurd door een publiekprivaat platform (ODUTA). Het platform heeft als doel de belangenafweging en dient te bestaan uit een geselecteerde groep beslissers van overheden en uit de sector. Hierbij is een initiërende rol voor overheden weggelegd, omdat duurzaam toerisme met name een aantal maatschappelijke doelen (People en Planet) dient. Deze doelen liggen soms, maar vaak ook niet direct in de belangen- en invloedsfeer van bedrijven binnen de sector. Daarbij maakt de veelheid en diversiteit van de ketenspelers voor toerisme en het feit dat ze erg versnipperd zijn (vooral MKB’ers) een effectieve aanpak vanuit de sector voor Duurzaam Toerisme “een brug te ver”. Mogelijkheden voor verduurzaming dienen gezocht te worden in: substitutie, efficiency verbetering, spreiding en compensatie. De aard van deze problematiek en de structuur van de sector bepalen mede dat overheden hiervoor het initiatief en de regie in handen dienen te nemen. Dit lijkt in eerste instantie goed te passen bij de rol van Economische zaken en de Bouw& Milieu dienst van de gemeente en in hun verlengde hiervan bij de ATCB. Echter ook de enthousiasmerende rol van de gemeente dient in dit proces niet onderschat te worden. Het aanbieden van alternatieven is essentieel, omdat van bedrijven niet verwacht mag worden dat zij omzet zonder meer laten lopen als gevolg van eliminatie van onduurzame componenten cq. leveranciers. Dit zou zeer onduurzaam zijn voor de onderneming, ten slotte gaat het om triple P (People, Planet and Profit). Vooral de overheid speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van duurzame alternatieven, zowel voor vervoer, vermaak als verblijf. In de praktijk blijkt het echter nog al eens lastig om te bepalen welk alternatief duurzamer is. In dit kader voert PwC samen met onder andere NHTV op dit moment een studie (MuSTT) uit voor de Europese Commissie om duurzame Good Practices binnen Europa op een rijtje te zetten en te beoordelen op duurzaamheid. De uitkomst van deze studie over Good Practices zal waardevol blijken voor de vervolgstappen na dit PMZ project. Ter inspiratie vindt u in figuren 5.1 en 5.2 een paar voorbeelden hiervan. Het gaat hierbij om Mobilito (Oostenrijk) waarbij een complete dienstverlening (met ondersteuning van mobiele communicatie) als alternatief van het autoverkeer in een wintersportgebied. Het tweede voorbeeld betreft een attractief alternatief voor lokaal en (zelfs) O/D toeristen vervoer. 72% van de ecologische voetafdruk wordt veroorzaakt door (vlieg)vervoer van de toerist naar Amsterdam. Verblijf zorgt voor 21 %, vermaak voor 6% en lokaal vervoer 1%. De ontwikkelde EV methodiek kan helpen als instrument bij verduurzaming van arrangement samenstelling, echter het aanbieden van alternatieven is hierbij heel belangrijk.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(83)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
De mogelijkheden voor touroperators zijn beperkt tot enige substitutie binnen het onderdeel “verblijf”, echter het aanbod van kwalitatieve bedden is vaak onvoldoende. Daarom zouden vooral overheden meer kunnen doen met betrekking tot duurzaam toerisme, door bij bouw en operatie van hotels sterker te sturen op duurzaamheid. Touroperators dienen duurzame componenten en leveranciers voorrang te geven in hun arrangementen en vooral in genoemde volgorde. Op basis van samenwerking met leveranciers ontstaan mogelijkheden voor verduurzaming (duurzame inkoop) (i) Vooral binnen de sector verblijf (horeca) zijn er mogelijkheden om snel tot concrete resultaten te komen via milieukeurmerken (bijvoorbeeld “de Milieubarometer”), waarbij hotels met onvoldoende milieuprestaties minder vaak worden ingekocht of een lagere prijs krijgen. (ii) De sector vervoer dient door overheden verduurzaamd te worden, bijvoorbeeld door substitutie van huidige onduurzame vormen van vervoer. De invloed van de sector is echter zeer beperkt (bijvoorbeeld rondvaart boot). Met betrekking tot O/D vervoer (internationaal) ligt de primaat hiervoor vooral bij de EU, terwijl voor lokaal vervoer de gemeente de aangewezen partij zou moeten zijn. (iii) De sector vermaak is (analoog aan de sector verblijf) te verduurzamen met een milieukeurmerk, hoewel dit complexer is door zijn diversiteit en uniekheid. (iv) Er zijn ook mogelijkheden voor touroperators om zich te focussen op “nieuwe” dichtbije markten als vervanging van ver weg markten. Ook de overheid (NBTC) dient hier op in te spelen. Van consumenten (toeristen) kan nog niet veel worden verwacht, duurzaam toerisme is nog onbekend. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er een latente vraag bestaat naar duurzame vakantieproducten, maar die komt nog niet concreet tot uiting. De consument verwacht van de touroperator dat de vakantieproducten duurzaam worden geproduceerd. De consument blijkt wel gevoelig voor keurmerken, maar dan vooral kwaliteitsgericht. Keurmerken bieden een handreiking naar consumenten en dragen tevens bij aan bewustwording. Keurmerken dragen bij aan de kwaliteit van een product of dienst. Consumenten hebben momenteel meer oren naar kwaliteit dan milieu. De enige weg tot resultaten is daarom het opnemen van duurzaamheid en milieu binnen het kwaliteitsaspect van een product of dienst. Het blijft overigens van belang om over dit onderwerp te blijven communiceren, dit geldt dan voor alle stakeholders inclusief overheid, de sector en de NGO’s. De toepassing van keurmerken lenen zicht hier goed voor. Hierbij kan ook gedacht worden aan een keurmerk voor arrangementen, echter deze dient bij voorkeur
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(84)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
onafhankelijk te zijn. Slechts enige compensatiemaatregelen (bijvoorbeeld Trees for Travel, COOL Flying) zijn te verwachten.
Figuur 7.1: Een alternatief voor lokaal auto vervoer voor toeristen
Figuur 7.2: Een alternatief voor sight-seeing Amsterdam, de Zeppelin.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(85)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
7.4 Evaluatie Het proces waarin dit project verlopen is, heeft zich gekenmerkt door een snel wisselend, soms chaotisch- en altijd praktisch karakter. Deelnemende bedrijven hebben de project groep continu uitgedaagd met de (impliciete) vraag: “what’s in it for me” en “verduurzamen oké, maar dan liever niet hier-en-nu, maar liever daar-en-later”. Opvallend leerpunt hierbij is dat de verwachtingen van de sector zelf voor concrete maatregelen (die altijd ten koste gaan van de winstgevendheid) getemperd dienen te worden. Met name overheden hebben hierbij een irreëel beeld, waarbij men te optimistisch is over de zelfregulering van een sector waar het bredere maatschappelijke doelstellingen betreft. Voorbeeld: De sector zal nooit beperkend optreden tegen intercontinentale vluchten, waardoor er voor terugdringing van broeikasgas emissie door toerisme maatregelen van overheden zijn vereist. Aanbevolen wordt om via de ODUTA verdere maatregelen te ondernemen, waarbij overheden, bedrijven en andere partijen gezamenlijke belangen afwegingen maken, hierbij moeten overheden niet schuwen om akkoorden te sluiten met de sector en deze ook waar te maken. Alleen op deze wijze zullen meer concrete resultaten van duurzaamheid geboekt kunnen worden.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(86)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
A Overzicht huidige arrangementen Amsterdam 1 Aanbod van arrangementen naar soort; 2 Evenementen/beurzen/festivals; 3 Attracties.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(87)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
B Bijlage Rapport NHTV betreffende Ecologische Voetafdruk
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(88)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
C Organigram TUI Nederland inclusief HIDM Topstructuur TUI Nederland NV inclusief Holland International Destination Management CDO
COO
CEO
Distributie (o.a. retail en sales)
Specialisten (o.a. HIDM)
P&O
Juridische Zaken
Budget, Planning & Economics
KRAS
Duurzaam Toerisme
Speciale Projecten
F&A Project Management
Strategie & Communicatie
ICT
Concern Controlling
Facility Management
Treasury
Raad van Bestuur
Arke & Holland International
CFO
HIDM Directeur
Fit / Inkoop
Groups/MCI Duitst. markt
Groups/MCI Latino markt
Groups/MCI Engelst./NL markt
Cruise related Services
Administratie
HI Rondvaart & Excursies
Top structure TUI NL | August 2004 | Page 1
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(89)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
D “Faits Divers” bestaande Milieuzorgsystemen voor toerisme 1 Beschrijving milieukeurmerken en milieucertificeringssystemen; 2 Brochure Milieubarometer; 3 TUI Nederland Milieu checklist ; 4 Hardcopy van ‘A practical guide to good practice’.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(90)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
E Participantenbijeenkomst (verblijf) Amsterdam 26 maart 2004 1 Uitnodiging en programma bijeenkomst; 2 Lijst met aanwezigen; 3 Intentieverklaring Stichting KMVK en HIDM; 4 Presentatie Dhr. Huffnagel, wethouder Economische Zaken Gemeente Amsterdam.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(91)
Eindrapport PMZ 18 oktober 2004 Referentie: 2004-4575/JHS/ECP/mj
F Communicatiemiddelen TUI Nederland 1 Nieuwsbrief project Ontwikkeling Duurzaam Toerisme Amsterdam 2003; 2 Nieuwsbrief Milieubarometer betreffende samenwerking met TUI Nederland; 3 Persberichten/artikelen: (i) Persbericht ‘Holland International destination Management ondertekent intentieverklaring ter bevordering van milieuprestaties van accomodatiesector’ 26 maart 2004; (ii) Persbericht ‘De toerismebranche investeert in duurzaam ondernemen’ 3 september 2003; (iii) Persbericht ‘TUI tekent voor milieu’ Your Travel 14 april 2004; (iv) Artikel Toeristische sector ‘vergroent’ Stromen 9 april 2004; (v) Persbericht ‘Touroperator in Milieubarometer’ Recreatie & Toerisme 30 april 2004; 4 Brochure Holland International Rondvaart & Excursies Zomer 2004 (hardcopy); 5 Corporate brochure TUI Nederland ‘Duurzaam toerisme: visie met toekomst. Buy green, Sell green, Share green & Be green’; 6 Corporate website TUI Nederland – Share green - Ontwikkeling Duurzaam Toerisme Amsterdam 7 Interne communicatie TUI Nederland via Intranet: (i) Hoe groot is jouw voetafdruk? Intranet Daily Post 19 mei 2004; (ii) Ontdek Amsterdam op z’n mooist: vanaf het water! Intranet Daily Post 10 mei 2004; (iii) Holland International Destination Management ondertekent intentieverklaring. Intranet Daily Post 26 maart 2004; (iv) Afdeling Duurzaam Toerisme & Milieu onderzoekt duurzaamheid Amsterdams toerisme. Intranet Daily Post 12 juni 2003.
Evaluatie, conclusies en mogelijke vervolgstappen
(92)