18810003-KEVS 10-7475 Vertrouwelijk
Verificatie emissie inventaris Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren 1 e helft 2010
Arnhem, 27 september 2010 Auteur J.L.J. Vissers KEMA Emission Verification Services B.V.
In opdracht van Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren
auteur : J.L.J. Vissers \ ^ ( A - 'T O B 11 blz. 0 bijl.
27-09- i o WOO
beoordeeld : S.T.M. Stokman-Godschalk 27-09-t goedgekeurd : R.P. van Egmond 27-09- *\
KEMA Emission Verification Services B.V. Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 9035, 6800 ET Arnhem T (026) 3 56 32 00 F (026) 3 56 32 01
[email protected] www.kema.com Handelsregister Arnhem 09177397
© KEMA Emission Verification Services B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden.
Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht van de informatie aan derden zonder schriftelijke toestemming van KEMA Emission Verification Services B.V. is verboden. Hetzelfde geldt voor het kopiëren (elektronische kopieën inbegrepen) van het document of een gedeelte daarvan. Het is verboden om dit document op enige manier te wijzigen, het opsplitsen in delen daarbij inbegrepen. In geval van afwijkingen tussen een elektronische versie (bijv. een PDF bestand) en de originele door KEMA verstrekte papieren versie, prevaleert laatstgenoemde. KEMA Emission Verification Services B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.
-3-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
INHOUD blz. 1
Inleiding
4
2
Verificatieemissie inventaris 2010 H l . . .
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
Organizational boundaries.... Operational boundaries Vaststellen operational boundaries Directe GHG emissies (scope 1) Energie indirecte GHG emissies (scope 2) Andere indirecte GHG emissies (scope 3) Kwantificering van GHG emissies. Kwantificeringstappen en uitsluitingen Identificatie van GHG bronnen Selectie kwantificeringsmethode Selectie en verzamelen van GHG gegevens Selectie van GHG conversiefactoren Berekenen van GHG emissies
5 5 5 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8
3
Verificatie gegevens emissie inventaris
8
4
Conclusies
9
5
Aanbevelingen
...4
11
-4-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
1
INLEIDING
Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. is gevestigd in Barendrecht en Amsterdam en realiseert landelijke bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie en woningbouw. De rapporterende organisatie J.P. van Eesteren is een zelfstandige werkmaatschappij van TBI-bouw B.V.,
onderdeel van de TB! Holding en is een
samenwerkingsverband van Era contour, Hazenberg, Heijmerink, Kanters, Koopmans, MDB, Mobitis en Voorbij groep. Voor deze rapportage is het in Nederland operende deel in ogenschouw genomen. Binnen deze divisie is zij zelf financieel en technisch aansprakelijk. Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. heeft KEVS opdracht gegeven de emissie inventaris voor de eerste helft van het jaar 2010 te verifiëren. De verificatie van de emissie inventaris is uitgevoerd aan de hand van het rapport: -
'Carbon Footprint Analyse 2010H1 rapport nr. 10.A0497 d.d. 9 sep 2010
De verificatie van de emissie inventaris door een Certificerende Instelling is een eis die ProRail stelt vanuit Invalshoek A van de C02-prestatieladder. De beoordeling is uitgevoerd op basis van de norm ISO 14064-1. In deze norm zijn relevantie, compleetheid, consistentie, nauwkeurigheid en transparantie de kernbegrippen. Deze begrippen zijn meegenomen in de beoordeling van de emissie-inventaris met focus op de volgende drie beoordelingscriteria: -
afbakening organisatorische grenzen
-
afbakening operationele grenzen, indeling scope 1, 2 & 3
-
kwantificering van de GHG emissies: -
identificatie van de GHG bronnen;
-
selectie kwantificeringsmethode;
-
selectie en verzamelen activiteitsgegevens;
-
selectie en of ontwikkelen emissiefactoren;
-
berekeningen van de GHG emissies.
Dit rapport is een verslag van de bevindingen bij de beoordeling van de emissie-inventaris op basis van bovenstaande beoordelingscriteria uitgevoerd op 17 september 2009.
2
VERIFICATIE EMISSIE INVENTARIS 2010 H1
In dit hoofdstuk worden de bevindingen van de verificatie over de drie beoordelingscriteria gerapporteerd.
-5-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
2.1
Organizational boundaries
Voor de bepaling van de organizational boundaries heeft Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. gekozen voor de equity share methode, hierbij zijn de bedrijven afzonderlijk gekozen ais top van de hiërarchie van bedrijven. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder de regie van Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. vallen, de verantwoording voor de C0 2 productie wordt genomen. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat J.P. van Eesteren met de volgende groepsmaatschappijen: -
Nelis Uitgeest B.V, Uitgeest (100%)
-
R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau B.V. Barendrecht (100%)
-
Funderingsconstructïes. J.P. van Eesteren B.V. Barendrecht (100%)
-
Huma glas B.V. Barendrecht (100%)
-
MDB B.V. Bergambacht (12,5%)
-
Ontwikkelingscombinatie De Werven B.V. Rotterdam (16,3%)
-
Inno-Home B.V. Barendrecht (33,3%)
-
Ecobuildings Nieuwegein B.V. Utrecht (33,3%)
-
Voormolen Bouw B.V. (100%).
Uit de bepaling van de boudary (laterale methode) is gebleken dat de Materiaal Dienst Bergambacht B.V. binnen de boundary van Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. valt. J.P. van Eesteren zal derhalve 12,5% van de C0 2 uitstoot van MDB meenemen in de carbon footprint (scope 1 en 2). RPB, funderingsconstructies J.P. van Eesteren, Huma Glas en Voormolen zijn lege B.V.'s. Ecobuildings is een beherend vennoot van de B.V.. De afbakening van de organizational boundaries voor Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. betreft de kantoorlocaties Barendrecht, Amsterdam en Velsen (Corus terrein) en de projecten op locatie die in het kalenderjaar 2009 zijn uitgevoerd. Dit betekent dat de C0 2 emissies worden meegenomen met betrekking tot de inzet van medewerkers en de C0 2 emissies van de bouwplaats. 2.2
Operational boundaries
2.2.1
Vaststellen operational boundaries
Voor de afbakening van de operational boundaries conform ISO 14061-1 wordt gebruik gemaakt van het scopediagram van de C0 2 prestatieladder. De emissie inventaris is
-6-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
afgebakend tot scope 1 en 2 volgens de C0 2 prestatieladder, waarbij de afwijkende hantering van de verschillende scopes is toegepast. Voor de berekening van de C0 2 emissie betekent dit: -
scope 1 (directe GHG emissies): alle directe C0 2 emissies van de brandstoffen, bestaande uit emissies door brandstofverbruik (bijv. gasboilers, warmtekrachtinstallaties, ovens) en emissies door het eigen wagenpark (benzine en diesel). Uitgesloten zijn de diffuse emissies uit airconditioners, deze zijn voor de C0 2 prestatieladder niet vereist.
-
scope 2 (energie indirecte GHG emissies): C0 2 emissies aangekochte elektriciteit. In het kader van de C0 2 prestatieladder zijn in deze scope ook de onder scope 3 (andere indirecte GHG emissies) vallende C0 2 emissies van eigen auto zakelijk (Personal cars for business travel) en zakelijke vliegkilometers (Business air travel) meegenomen.
2.2.2
Directe GHG emissies (scope 1)
In de emissie-inventaris zijn onder scope 1 (brandstofverbruik) meegenomen: -
aardgasverbruik vestigingen en projecten (verwarming)
-
brandstofverbruik wagenpark (diesel, benzine)
-
brandstofverbruik materieel
-
brandstofverbruik machines (diesel, smeerolie)
-
goederentransport
2.2.3
Energie indirecte GHG emissies (scope 2)
In de emissie-inventaris zijn onder scope 2 meegenomen: -
elektriciteitsverbruik vestigingen en projecten
-
'eigen auto zakelijk' brandstof
~
'zakelijke vliegreizen'; vliegkilometers.
2.2.4
Andere indirecte GHG emissies (scope 3)
Onder scope 3 zijn alleen de input gegevens meegenomen van 'eigen auto zakelijk' en 'zakelijke vliegreizen'. De C0 2 prestatieladder rekent deze twee ('Personal cars for business travel' en 'Business air travel') tot scope 2. Andere indirecte emissies veroorzaakt door de eigen organisatie zijn: -
woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen
-
openbaar vervoer voor zakelijk verkeer
-
afvalverwerking.
-7»
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
De bovenstaande scope 3 emissies zijn voor het eerste halfjaar van 2010 niet gekwantificeerd en derhalve niet meegenomen in het emissie-inventaris.
2.3
Kwantificering van GHG emissies
2.3.1
Kwantificeringstappen en uitsluitingen
Voor de kwantifcering van de GHG emissies zijn de kwantificeringstappen voor de bepaling van de GHG-emissies uitgevoerd zoals beschreven in het GHG-protocol / ISO 14064-1. Bij deze kwantificering zijn geen GHG bronnen uitgesloten. 2.3.2
Identificatie van GHG bronnen
De identificatie van de GHG emissies is uitgevoerd conform de regels van het document "De C0 2 prestatietadder" van ProRail. 2.3.3
Selectie kwantificeringsmethode
De kwantificeringsmethode is gebaseerd op de berekening van de C0 2 emissie, met in achtneming van de uitgangspunten zoals beschreven in hoofdstuk 3 'Uitgangspunten berekening' van de emissie inventaris van Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. De berekening gaat uit van scope 1 en 2 C0 2 emissies volgens de methodiek van ProRail. Voor de berekening zijn de door ProRail aangeleverde conversiefactoren toegepast. 2.3.4
Selectie en verzamelen van GHG gegevens
Voor de emissie inventaris van 2010 H1 zijn, voor zover beschikbaar, de activiteitsgegevens van de energiestromen toegepast. De berekeningen van de C0 2 emissie zijn gebaseerd op: Transport: -
leaseauto wagenpark: overzichten van de leasemaatschappijen (type auto en aantal km's en tankpassen in geval van vervangend vervoer)
-
overzichten gereden km's met privé auto en type auto's
-
goederentransport
-
vliegtuiggebruik: inschatting van het vliegtuiggebruik
Vestigingen: -
aardgas: gebaseerd op jaarafrekening van de leverancier
-
elektriciteit: gebaseerd op jaarafrekening leverancier
-8-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
-
diesel en diverse soorten smeerolie: gebaseerd op facturen leverancier.
Projecten: -
brandstof- en elektriciteitsverbruik is voor zover mogelijk gebaseerd op facturen leverancier,
2.3.5
Selectie van GHG conversiefactoren
De toegepaste conversiefactoren zijn afkomstig uit de 'De C02-prestatieladder ProRail' d.d. 14 mei 2009. De conversiefactor van propaan is afkomstig uit 'BI conversieberekeningen 2010', aangeleverd door de externe adviseur Business improvement.
2.3.6
Berekenen van GHG emissies
De berekeningen van de C02-emissie, zoals weergegeven in de excelsheets van de emissie inventaris, zijn gecontroleerd door de totalen van de activiteitsdata te vermenigvuldigen met de conversiefactoren en gecontroleerd met de opgegeven C02-emissies. Vastgesteld is dat de berekeningen van de C0 2 emissies op de juiste wijze zijn uitgevoerd.
3
VERIFICATIE GEGEVENS EMISSIE INVENTARIS
De gegevensverificatie voor de C0 2 emissie heeft betrekking gehad op de emissies van scope 1 en 2. De gegevensverificatie betrof de cijfermatige controle van de werking van het systeem en de gerapporteerde cijfers, door middel van steekproeven. Bij de steekproeven is gekeken naarde herleidbaarheid van de gegevens naar facturen en registratiesystemen. De gefactureerde perioden van gas en elektriciteit voor de projectlocaties komen niet altijd overeen met het kalenderjaar. Daar waar voor delen van het jaar, waarin wel activiteiten op de projectlocatie plaatsvonden, de gegevens ontbreken zijn deze berekend. Deze berekening is uitgevoerd op basis van facturen van een ander jaardeel. Voor elektriciteit is dit met behulp van het aantal kalenderdagen berekend. Voor het gasverbruik is de berekening gedaan op basis van graaddagen. Deze graaddagen zijn een onafhankelijke kwantificatie voor de dagen waarop gasverbruik verwacht kan worden. Deze correctie is, waar nodig, voor alle projectlocaties uitgevoerd. Bij de verificatie van de gegevens is 100% van de C0 2 emissie geverifieerd.
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk Tabel 1
Emissie inventaris Bronnen
Totale emissie (ton)
scope 1
Emissie geverifieerd (ton)
Afwijking emissie (ton)
1460,5
1460,5
0
- Aardgas - Aardgas (projecten)
142,5 23,2
142,5 23,2
0
- leaseauto wagenpark - brandstofverbruik (diesel)
511,8
511,8
9,8 709,5
9,8 709,5 0,2
0 0
63,5
0
946,0 910,5
0,1
- brandstofverbruik (diesel projectlocaties) - propaan - MDB (12,5%)
0,2 63,5
scope 2
946,0
- elektriciteit - zakelijk gebruik privé auto's
910,5 12,5
-
zakelijke vliegreizen
-
MDB (12,5%) Totaal scope 1 & 2
11,4 11,5 2406,5
0 0
0
12,5 11,4 11,5 2406,5
0 0 0,1
Van de totale C0 2 emissie is 100% geverifieerd en is een geringe afwijking geconstateerd van 0,1 ton C0 2 veroorzaakt door afronding. Voor de emissieinventaris 2010 H1 zijn de juiste emissiefactoren gebruikt en deze zijn op de juiste wijze toegepast.
4
CONCLUSIES
De beoordeling van emissie inventaris 2010 H1 is gebaseerd op de norm ISO 14064-1 volgens de belangrijkste principes van de norm: relevantie, compleetheid, consistentie, nauwkeurigheid en transparantie. Deze begrippen zijn meegenomen in de beoordeling met focus op beoordelingscriteria organisatorische en operationele grenzen en de kwantificering van de GHG emissies.
-10-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
Voor de bepaling van de organizational boundaries heeft Aannemings maatschappij J.P. van Eesteren B.V. voor de equity share methode. Voor de A/C analyse is de laterale methode toegepast. Hieruit bleek dat de Materiaal dienst Bergambacht viel binnen de Organisational boundary. Derhalve van de C0 2 emissie 12,5% meegenomen in de emissieinventaris van J.P. van Eesteren zijnde het percentage deelneming. De operational boundaries, ingedeeld in scope 1 en 2, zijn conform de vereisten in de C0 2 prestatieladder. De directe, indirecte en andere indirecte GHG emissies in de emissie inventaris 2009 van de Aannemings maatschappij J.P. van Eesteren B.V. omvat alle C0 2 emissies die behoren tot scope 1 en 2, waarbij de indeling is gehanteerd van de C0 2 prestatieladder. De identificatie van de GHG emissies is vastgesteld aan de hand van de C0 2 prestatieladder systematiek van ProRail. De toegepaste kwanitificeringsmethode is gebaseerd op GHG activiteitsgegevens en conversiefactoren afkomstig uit de C0 2 prestatieiadder van ProRail. Als input van de gegevens voor de emissie inventaris van 2010 H1 zijn, voor zover beschikbaar, de activiteitsgegevens van de energiestromen toegepast. De gegevens van brandstoffen en elektriciteit zijn gebaseerd op de facturen van de leveranciers. De verreden kilometers (lease en privé) zijn gebaseerd op registratiesystemen van de leasebedrijven en de financiële administratie. De toegepaste conversiefactoren zijn afkomstig uit de 'De C0 2 prestatieladder ProRail' d.d. 14 mei 2009. De conversiefactor van propaan is afkomstig uit 'B! conversieberekeningen 2010', aangeleverd door de externe adviseur Business Improvement.
De berekeningen van de C02-emissie zijn gecontroleerd door de totalen van de activiteitsdata te vermenigvuldigen met de emissiefactoren en gecontroleerd met de opgegeven C02-emissies. Vastgesteld is dat de berekeningen van de C0 2 emissies op de juiste wijze zijn uitgevoerd. Bij de verificatie van de gegevens zijn geringe afwijkingen (zie hoofdstuk 3) vastgesteld te weten 0,1 ton C0 2 veroorzaakt door afronding.
-11-
18810003-KEVS 10-7475 vertrouwelijk
Op basis van de bevindingen tijdens de verificatie van de emissie inventaris 2010 H1 kan KEMA Emission Verification Services B.V. een "Verklaring met beperkte mate van zekerheid' verstrekken aan Aannemings Maatschappij J.P. van Eesteren B.V.
5
AANBEVELINGEN
Het is aan te bevelen om voor het gehele jaar 2010 scope 3 emissies te inventariseren en in overleg met de afvalbranche emissiefactoren op te stellen voor allerlei soorten afval, zodat in de toekomst ook het afval kan worden berekend in C0 2 emissies.