19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 1 van 19 Referentie
1011-00022
Carbon Footprint Analyse 2010 Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. *
Opsteller
A. van Hamburg
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 2 van 19 Referentie
1011-00022
Inhoud 1
Directieverklaring
3
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Organisatie Rapporterende Organisatie Verantwoordelijke Persoon Organisatiegrenzen ISO 14064 verklaring Verificatie verklaring
4 4 4 4 5 6
3 3.1
Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse
7 7
4 4.1 4.2 4.3
Meetresultaten en Toelichting Gerapporteerde periode Scope 1: Directe CO 2 -emissie Scope 2: Indirecte CO 2 -emissie
8 8 8 9
5 5.1 5.2
Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden CO 2 -compensatie Categorie bedrijfsomvang
10 11 11
6 6.1 6.2 6.3
Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Aanpassingen aan historisch jaar Normalisering meetresultaten
12 12 12 12
7 7.1 7.2
Berekeningsmodellen 13 Kwantificering methodes 13 Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes 13
8
Reductiedoelstellingen
14
9
CO 2 -emissies 2010 scope 1, 2 en 3
15
10
Conclusie
18
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 3 van 19 Referentie
1 Directieverklaring
1011-00022
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen betekent voor J.P. van Eesteren o.a. zuinig en vooral bewust omgaan met onze planeet met als speerpunten energie, grondstoffen en mensen. Binnen de organisatie is dit een bewustwordingsproces dat geruime tijd vanuit diverse invalshoeken in ontwikkeling is. Deze Carbon Footprint Analyse motiveert en stimuleert dit proces en geeft inzicht in de CO 2 -uitstoot. J.P. van Eesteren vindt de Carbon Footprint Analyse noodzakelijk bij het bepalen van de lange termijn doelstellingen rondom CO 2 reductie. Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. is gevestigd in Barendrecht en Amsterdam en realiseert landelijk bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie en woningbouw, stadsvernieuwing, restauratie en verbouw/onderhoud/renovatie. Wij zijn gespecialiseerd in projecten met een bijzonder en complex karakter. Het milieu heeft al lange tijd een belangrijke plaats binnen de organisatie. Veel aandacht wordt besteed aan het duurzaam inkopen van materialen, afvalscheiding en energiebesparing. De P van Planet gaat bij J.P. van Eesteren hand in hand met de P van People. Mensen staan hoog in het vaandel; alles wat de mensen raakt, wordt binnen de organisatie centraal gesteld. Milieu, grondstoffen, de aarde en de omgeving waarin we leven en wonen; het is van belang hier zuinig mee om te gaan en een balans te vinden tussen de mens, haar omgeving en de economie, de P van Profit. Als organisatie nemen we hierin onze verantwoordelijkheid door zoveel mogelijk te werken met duurzame, milieuvriendelijke materialen en het verantwoord opslaan en gebruik van chemische stoffen. Dit is en blijft een bewustwordingsproces dat zich continu ontwikkelt, enerzijds vanuit het maatschappelijk belang en anderzijds vanuit het economische bestaansrecht van de organisatie. Een logische vervolgstap, en aanvulling op de kwaliteit- veiligheid- en milieucertificaten, is de Carbon Footprint Analyse. De insteek hierbij is het verminderen van energieverbruik en het verlagen van de CO 2 -emissie binnen het vakgebied waarin wij als aannemer acteren. Door de Carbon Footprint Analyse uit te voeren wordt het eenvoudiger en inzichtelijker om reële en controleerbare reductiedoelstellingen te benoemen en te formuleren. Met dit beleid dragen wij uit dat er bewust en zuinig moet worden omgegaan met de planeet en dat iedereen daaraan een bijdrage moet leveren. Uiteindelijk wordt er een gezamenlijk doel nagestreefd. ‘Samen bouwen aan CO 2 -reductie’, is het statement van J.P. van Eesteren. Tegelijkertijd is deze gerelateerd aan dé manier van werken binnen onze organisatie; elkaar versterken om uiteindelijk gezamenlijk en op een transparante manier een aanzienlijke verbetering te kunnen vinden en een bijdrage te kunnen leveren aan CO 2 -reductie.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 4 van 19 Referentie
2 Organisatie
1011-00022
2.1 Rapporterende Organisatie Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V., gevestigd te Barendrecht en Amsterdam, realiseert landelijk bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie, woningbouw, stadsvernieuwing, restauratie en verbouw/onderhoud/renovatie. Binnen J.P. van Eesteren ligt de nadruk op projecten met een grote omvang aangevuld met middelgrote en kleinere projecten. Bijzondere specialismen zijn hoogbouw en het werken met complexen die tijdens de bouwactiviteiten operationeel blijven. J.P. van Eesteren wordt veelal in een vroeg stadium betrokken bij de bouwplannen De rapporterende organisatie J.P. van Eesteren is een zelfstandige werkmaatschappij van TBI bouw B.V., een samenwerkingsverband van Era Contour, Hazenberg, Heijmerink, Kanters, Koopmans, Korteweg, MDB, Mobilis en Voorbij groep. De bouwactiviteiten van TBI omvatten project- en planontwikkeling, nieuwbouw, renovatie en onderhoud op het gebied van utiliteitsbouw, woningbouw, civiele betonbouw, funderings-, vloeren vijzeltechnieken en glastoepassingen. TBI Bouw B.V. maakt deel uit van TBI Holdings B.V. Voor deze rapportage is het in Nederland opererende deel van J.P. van Eesteren in ogenschouw genomen. Binnen deze divisie is zij zelf financieel en technisch aansprakelijk. De bedrijfsactiviteiten van J.P. van Eesteren worden zowel vanuit Barendrecht als Amsterdam uitgevoerd. 2.2 Verantwoordelijke Persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is de heer Th. Jansen. 2.3 Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van J.P. van Eesteren zijn in het kader van CO 2 (kooldioxide)-bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van J.P. van Eesteren vallen, de verantwoording voor de CO 2 -productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat J.P. van Eesteren met de volgende groepsmaatschappijen: • • • • • • • • •
Nelis Uitgeest B.V. Nubouw, Uitgeest (100%) R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau B.V., Barendrecht (100%) Funderingsconstructies J.P. van Eesteren B.V., Barendrecht (100%) Huma Glas B.V., Barendrecht (100%) Materieeldienst Bergambacht B.V., Bergambacht (12,5%) Ontwikkelingscombinatie De Werven B.V., Rotterdam (16 2/3%) Inno-Home B.V. , Barendrecht (33 1/3%) Ecobuildings Nieuwegein B.V. , Utrecht (33 1/3%) Voormolen Bouw B.V. (100%)
Uit de bepaling van de boundary (laterale methode) is gebleken dat Materieel Dienst Bergambacht B.V. (MDB) binnen de boundary van J.P. van Eesteren valt. J.P. van Eesteren heeft een aandeel van 12,5% in MDB en dientengevolge zal ook 12,5% van de CO 2 uitstoot van MDB meegenomen worden in de carbon footprint (scope 1 en 2) van J.P. van Eesteren. R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau, Funderingsconstructies J.P. van Eesteren, Huma Glas en Voormolen zijn lege B.V’s. Dit betekent dat er geen middelen of mensen ingezet worden voor deze B.V’s. Ecobuildings is een beherend venoot van de C.V. Alle activiteiten voor de niet lege B.V’s worden verricht vanuit de kantoren Amsterdam en Barendrecht.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 5 van 19 Referentie
1011-00022 Onderstaand het organisatie organogram van J.P. van Eesteren. Statutaire directie Ondernemingsraad Overlegvergadering P.J. Heijboer
Adjunct-directeur Amsterdam * R. de Koning
Regio directeur Amsterdam H. Goudkade
Kwaliteitscommissie
Nubouw
Calculatie G. Lingen C. de Groot
VOR Amsterdam
Bedrijfs-/projectleiding Amsterdam
(Hoofd)uitvoerders
* Th. Jansen
Adjunct-directeur Rotterdam * T. de Vlaam
Adjunct-directeur Rotterdam * H. Knoop
KAM A. van Hamburg
Scholingscommissie
Engineering D. Dokman
C.W.V.B. Coördinatie * P. Oosterbaan
Inkoop H. Geul
Leerling coördinatie
Bouwadvies
Personeel & Organisatie * N. Babalidis
VOR Rotterdam * A. van Eijnsbergen
Algemene Zaken
Administratie * N. de Haan
Acquisitie & PR H. Vahrmeijer
Juridische Zaken
Planontwikkeling
MDB deelname
Werkvoorbereiders Automatisering * P. Oosterbaan
Ontwerp / Constr.
Bedrijfs-/projectleiding Rotterdam
(Hoofd)uitvoerders
Werkvoorbereiders
VGM-commissie
* Deelnemer in Management Team
In 2010 nam J.P. van Eesteren deel aan diverse vennootschappen onder firma. De activiteiten welke J.P. van Eesteren ontplooide ten behoeve van deze vennootschappen, vallen binnen de organisatiegrenzen welke zijn gesteld in het kader van het CO 2 -bewustzijn. De betreffende activiteiten zijn uitgevoerd middels de capaciteit en middelen die aanwezig waren binnen de vestigingen. Derhalve vallen emissies, welke binnen de vennootschappen aan de activiteiten van J.P. van Eesteren zijn toe te schrijven, binnen de emissiewaarden welke toe te schrijven zijn aan de vestigingsactiviteiten. In 2010 nam Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. deel aan de volgende vennootschappen: • • • • • • • • • • • • •
J.P. van Eesteren - Koninklijke Woudenberg Ameide v.o.f., Ameide (50%) Bouwcombinatie Van Eesteren/Heijmans v.o.f., Amsterdam (50%) Ontwikkelings- en Bouwcombinatie MICO v.o.f., Zoetermeer (33 1/3%) Ontwikkelings- en Bouwcombinatie Hofplein v.o.f., Rotterdam (50%) Bouwcombinatie BAM/TBI v.o.f., Bunnik (25%) Bouwcombinatie J.P. van Eesteren - Dura v.o.f., Barendrecht (50%) Schiestraat v.o.f., Hilversum (33 1/3%) Beagle v.o.f, Barendrecht (50%) Ecobuildings C.V. , Utrecht (33 1/3%) Bouwcombinatie J.P. van Eesteren – Korteweg v.o.f. , Breda (50%) Bouwcombinatie Visser & Smit Bouw/J.P. van Eesteren v.o.f. ,Papendrecht (50%) Bouwcombinatie Heijmerink – J.P. van Eesteren v.o.f. (50%) Bouwcombinatie Heijmans / J.P. van Eesteren v.o.f. (50%)
De boundaries zijn nader omschreven in het door de directie bekrachtigde boundary document. 2.4 ISO 14064 verklaring Hierbij verklaart Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. dat deze rapportage voor het CO 2 bewustzijnscertificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO 14064, versie maart 2006.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 6 van 19 Referentie
1011-00022 2.5 Verificatie verklaring Deze Carbon Footprint Analyse rapportage 2010 is geverifieerd door de certificerende instantie KEMA Emission Verification Services conform de richtlijnen in NEN-ISO 14064 en de CO 2 -prestatieladder.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 7 van 19 Referentie
3 Carbon Footprint-analyse
1011-00022
3.1 Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO 2 -emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. •
Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties;
•
Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte;
•
Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer.
Deze Carbon Footprint -analyse omvat de CO 2 -uitstoot (één van de zes broeikasgassen) J.P. van Eesteren, betreffende scope 1 en 2 van 2010. De CO 2 -uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO 2 –prestatieladder.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 8 van 19 Referentie
4 Meetresultaten en Toelichting
1011-00022
4.1 Gerapporteerde periode De gerapporteerde periode is gelijk aan het boekjaar. Het boekjaar voor J.P. van Eesteren loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is het kalenderjaar 2010. 4.2 Scope 1: Directe CO 2 -emissie DE DIRECTE EMISSIE VAN CO 2 IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 2603 TON CO 2. Brandstofgebruik van het eigen wagenpark Een groot deel van deze emissie, te weten 1150.7 ton CO 2 (44%), is toe te wijzen aan het brandstofgebruik van het eigen wagenpark. Het wagenpark van J.P. van Eesteren bestond eind 2010 uit 185 personenwagens waarvan 22 bestelwagens en 1 hybridewagen. In totaal is bij de leasemaatschappij 6.164.625 kilometer gerapporteerd door de werknemers met lease auto’s/bussen/bestelwagens middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Met bestelwagens is daarvan in totaal 672.433 kilometer gerapporteerd. Lekkage van koelgassen In 2010 hebben geen lekkages van de koelsystemen van J.P. van Eesteren plaatsgevonden. Stationaire verbrandingsapparatuur Door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur is er 1331.65 ton CO 2 (51%) aan uitstoot veroorzaakt. Deze uitstoot is voor ruim 2/3 (68%) toe te schrijven aan het verbruik van diesel op de projectlocaties van J.P. van Eesteren. Zo hebben de projecten Europol, Acta en Rijksmuseum gezamenlijk 275.123 liter diesel verbruikt voor het verwarmen tijdens uitvoeren c.q. droogstoken van de op te leveren panden. Deelname C-aanbieder J.P. van Eesteren heeft een 12,5 % aandeel in het bedrijf Materieel Dienst Bergambacht B.V. Het aandeel CO 2 binnen scope 1 van de Materieel Dienst Bergambacht B.V. wat voor rekening komt voor J.P. van Eesteren is daarmee 121,5 ton CO 2 (4,6%). Verklaring van weggelaten CO 2 -bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO 2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO 2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten. CO 2 -emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen J.P. van Eesteren niet plaatsgevonden.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 9 van 19 Referentie
1011-00022 4.3 Scope 2: Indirecte CO 2 -emissie DE INDIRECTE EMISSIE VAN CO 2 IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 1372 TON CO 2. Elektriciteitsgebruik Het grootste aandeel (1321 ton CO 2 , 96%) kan worden toegeschreven aan ingekochte elektriciteit. De significante bijdrage van elektriciteit aan de emissie in scope 2 wordt mede veroorzaakt door het grijze label dat de ingekochte elektriciteit draagt. Onderstaand een overzicht van de verdeling van het elektraverbruik naar activiteit.
De meeste elektriciteit wordt door J.P. van Eesteren verbruikt op de bouwplaats door bijvoorbeeld bouwkranen en verwarmers. Ook hiervoor geldt dat op de projecten Europol, Acta en Stadshart Nieuwegein de meeste elektriciteit is verbruikt, circa 77% van het totale verbruik. Voor het meetellen van de elektriciteit van bouwplaatsen in de carbon footprint, is de keuze gemaakt alleen die elektriciteit mee te tellen waar J.P. van Eesteren in voorziet en waar J.P. van Eesteren voor betaalt. Vliegreizen voor zakelijke doeleinden 9 ton CO 2 (0.7%) komt voor rekening van vliegverkeer voor zakendoeleinden. Er is één vliegreis gemaakt met vele deelnemers. Privé-auto’s voor zakelijk verkeer De overige 20.9 ton CO 2 (1,1%) komt voor rekening van het gebruik van privéauto’s voor zakelijk verkeer. In totaal is 99.400 kilometer zakelijk gereden met een privé auto. Deelname C-aanbieder Het aandeel CO 2 binnen scope 2 van de Materieel Dienst Bergambacht B.V. wat voor rekening komt voor J.P. van Eesteren is 20.7 ton CO 2 (1,1%).
Scope 2 2010 1.400,0
1.200,0
1320,90 1.000,0
800,0
600,0
400,0
200,0
20,90
-
Elektriciteitsgebruik
Privé auto's voor zakelijk verkeer
9,34 Zakelijk vliegen
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 10 van 19 Referentie
1011-00022
5 Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden
Uit het voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO 2 -uitstoot wordt veroorzaakt door gebruik van het eigen wagenpark (1150 ton CO 2 ) en elektriciteitsgebruik (1321 ton CO 2 ). Het is dan ook van belang om deze uitstoot nauwkeurig vast te leggen. SCOPE 1: De meetgegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn op basis van een brandstofpas, die bij het betreffende voertuig is gekoppeld, verkregen. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke werknemer zorgvuldig de gereden kilometers bijhoudt middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Daarom is gekozen om op basis van de brandstofgegevens de CO 2 -emissie te bepalen. De meetgegevens van het gasverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van gasmeters van de leverancier zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Via de inkoop zijn overzichten opgevraagd bij de leverancier van (las)gassen. Bij de verbranding van deze gassen komt CO 2 vrij. In de uitvoering van CFA’s heeft J.P. van Eesteren vastgesteld dat voor een aantal gasvormige brandstoffen geen conversiefactoren gegeven worden. Om toch voor deze brandstoffen de CO 2 emissie te kunnen vaststellen, heeft J.P. van Eesteren op basis van de molverhouding bij stochoimetrische verbranding voor een aantal brandstoffen een conversiefactor berekend. Voor een aantal gassen is het aandeel CO 2 in volume % opgenomen wat volgens leverancier in de gassen zit. Dit zijn de zogenaamde dekgassen. SCOPE 2: De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. De meetgegevens van het vliegverkeer zijn aangeleverd door de financiële administratie. Zij hebben deze inzichtelijk gemaakt op basis van agenda’s en overzichten van reisbureaus. ALGEMEEN: In algemene zin moet worden opgemerkt dat, wegens het op projectbasis doorgeven van werkzaamheden aan onderaannemers, mogelijk sprake is van overheveling van CO 2 -emissie naar scope 3.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 11 van 19 Referentie
1011-00022 SCOPE 3: Indirecte overige CO 2 -emissie Een volledige emissie-inventaris voor niveau 3, scope 3 valt momenteel nog buiten de prestatieladder. Vooruitlopend hierop heeft J.P. van Eesteren, op basis van de huidige inzichten, voor het referentiejaar 2010 een scope 3 inventaris gemaakt. Hierbij valt op dat emissie door uitbestede diensten 61% van de uitstoot voor zijn rekening neemt. Opm. steeds meer bedrijven waar J.P. van Eesteren een zakelijke overeenkomst mee heeft gaan over om jaarlijks de CO 2 -emissie te inventariseren. 5.1 CO 2 -compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO 2 -emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen het eigen machinepark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO 2 -emissie. 5.2 Categorie bedrijfsomvang In overeenstemming met de definities van de CO 2 prestatieladder zijn de vastgestelde scope 1 en scope 2 emissies geanalyseerd om de bedrijfsomvang vast te stellen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de totale CO 2 uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten en de totale CO 2 uitstoot van alle bouwlocaties en productielocaties. De totale uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten bedraagt over 2010 voor de bedrijfslocaties (kantoren) 1865 ton CO 2 , en de totale CO 2 uitstoot van alle bouw- en productielocaties bedraagt 2106 ton CO 2 . 2010 (ton CO 2 ) Scope 1 Scope 2 Totaal
Kantoren en bedrijfsruimten 1527 338
Bouwplaatsen en productielocaties 1072 1034
1865
2106
Op basis van de analyse is vastgesteld dat J.P. van Eesteren overeenkomstig de definities van de CO 2 prestatieladder valt binnen de categorie middelgroot.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 12 van 19 Referentie
6 Voortgang ten opzichte van het referentiejaar
1011-00022
6.1 Historisch basisjaar Deze meting is de derde meting in het kader van de ISO 14064-norm. Het kalenderjaar 2009 is het referentiejaar voor deze en toekomstige metingen. 6.2 Aanpassingen aan historisch jaar Er is sprake van aanpassingen aan het historisch jaar*. 6.3 Normalisering meetresultaten De omvang van de CO 2 -emissie heeft een duidelijke relatie met de omvang van de activiteiten welke door J.P. van Eesteren zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, is daarom een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor J.P. van Eesteren is de omvang van bedrijfsactiviteiten te meten a.d.h.v. de gerealiseerde projecturen. Op basis van projecturen zijn de gerapporteerde meetresultaten genormaliseerd. In 2010 zijn er 482.487 projecturen gerealiseerd en waren 438 medewerkers werkzaam bij J.P. van Eesteren. In scope 1 is in 2010 beduidend meer diesel verbruikt op de projectlocaties (220.056 liter) t.o.v. heel 2009 (70.974 liter). Deze stijging in het dieselverbruik heeft direct zijn weerslag op de verhoogde CO 2 uitstoot per medewerker (+30.95%). De uitstoot per projectuur is daarin tegen wat lager (-4,42%) wat vnl. te maken heeft met de verlaagde uitstoot vanuit het gebruik van auto’s zakelijk verkeer. Ook heeft er een significante stijging van het verbruik van aardgas plaatsgevonden op zowel de projectlocaties als de kantoorlocaties. In scope 2 is de uitstoot per medewerker (+18,9%) gestegen en per projectuur (-15,5%) gedaald. Dit komt met name door een veel hoger elektraverbruik op de projecten gedurende de koude wintermaanden eind 2010 en het droogstoken van de projecten Europol en Acta en de verwarming op het project Rijksmuseum. Opvallend is een duidelijk lagere uitstoot van Materieel Dienst Bergambacht (-54,4%). Scope 1 Factor Projecturen Kg CO 2 Scope 1 Kg CO 2 uitstoot per projectuur
2009 343.774 1.940.300 5,65
2010 482.487 2.603.850 5,40
Verschil -4,42%
Scope 1 Factor Gemiddeld aantal medewerkers Kg CO 2 Scope 1 Kg CO 2 per medewerker
2009 428 1.940.300 4.539,7
2010 438 2.603.850 5.944,86
Verschil +30,95%
Scope 2 Factor Projecturen Kg CO 2 Scope 2 Kg CO 2 uitstoot per projectuur
2009 343.774 1.127.700 3,28
2010 482.487 1.371.840 2,84
Verschil -15,5%
Scope 2 Factor Gemiddeld aantal medewerkers Kg CO 2 Scope 2 Kg CO 2 per medewerker
2009 428 1.127.700 2.634,8
2010 438 1.371.840 3.132,1
Verschil +18,9%
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 13 van 19 Referentie
7 Berekeningsmodellen
1011-00022
7.1 Kwantificering methodes De kwantificering van grondstoffen naar CO 2 -emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volumeeenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. In het geval van voertuigkilometers is gebruik gemaakt van kilometers of tonkilometers in de betreffende gewichtklasse van de voertuigen. Het elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. 7.2 Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Ten opzichte van het historisch jaar zijn er geen veranderingen in de kwantificeringsmethodes.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 14 van 19 Referentie
8 Reductiedoelstellingen
1011-00022
Op basis van de Carbon Footprint zijn een aantal verschillende maatregelen gedefinieerd om te zorgen dat de uitstoot van CO 2 wordt gereduceerd. In de reductiedoelstelling wordt aangegeven dat willen reduceren op de uitstoot van het wagenpark en het verbruik van elektriciteit. De doelstelling is om in 2012 de uitstoot van CO 2 met 10% te reduceren t.o.v. het referentiejaar 2009. Als maatstaf is het aantal projecturen genomen. De reden hiervoor is dat we een projectenorganisatie zijn die activiteiten via projectmatige werkzaamheden verricht. Vastgesteld is dat het aantal projecturen sterk bepalend is voor de hoeveelheid CO 2 -uitstoot.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 15 van 19 Referentie
1011-00022
9 CO 2 -emissies 2010 scope 1, 2 en 3 CO 2 -emissie factor1 Hoeveelheid Eenheid
Hoeveelheid
2010 Eenheid
CO 2 -emissie [ton] 2603.85
Scope 1: Directe emissie Stationaire verbrandingsapparatuur
1331.65 3
3
- Aardgas
1.825
g CO 2 / Nm
132.467
Nm
- Aardgas (projectlocaties)
1.825
g CO 2 / Nm3
87.636
Nm3
159,9
- Propaan 1a
1.530
g CO 2 / liter
270
liter
4,1
- Diesel
3.135
g CO 2 / liter
4.301
liter
13,5
- Diesel (projectlocaties)
3.135
g CO 2 / liter
291.030
liter
912,4
Airco en koelingapparatuur
241,75
-
Gebruik eigen wagenpark
1.150,7
- Benzine
2.780
g CO 2 / liter
281.377
liters
782,2
- Diesel
3.135
g CO 2 / liter
- LPG
1.860
g CO 2 / liter
112.047
liters
351,3
9.231
liters
17,2
- Benzine-auto, klasse <1,4 liter
185
g CO 2 / voertuigkm
418.971
km
- Benzine-auto, klasse 1,4 - 2,0 liter
220
g CO 2 / voertuigkm
2.711.034
km
- Benzine-auto, klasse >2,0 liter
305
g CO 2 / voertuigkm
367.589
km
- Benzine-auto, klasse onbekend
215
g CO 2 / voertuigkm
227.953
km
- Diesel-auto, klasse <1,7 liter
155
g CO 2 / voertuigkm
241.583
km
- Diesel-auto, klasse 1,7 - 2,0 liter
195
g CO 2 / voertuigkm
896.121
km
- Diesel-auto, klasse >2,0 liter
265
g CO 2 / voertuigkm
364.148
km
- Diesel-auto, klasse onbekend
205
g CO 2 / voertuigkm
65.775
km
- LPG-auto
175
g CO 2 / voertuigkm
151.770
km
- Hybride-auto middenklasse
125
g CO 2 / voertuigkm
47.139
- Minibus, benzine
255
g CO 2 / voertuigkm
-
km
- Minibus, diesel
215
g CO 2 / voertuigkm
-
km
2
Kilometers eigen wagenpark
km
Scope 1 emissie deelnemingen
121,5 121,5
Scope 1 overzicht Stationaire verbrandingsapparatuur
1.331,65 ton CO 2
51%
Eigen wagenpark
1.150,7 ton CO 2
44%
MDB deelneming
121.5 ton CO 2
5%
Totaal scope 1
2603,85 ton CO 2
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 16 van 19 Referentie
1011-00022
CO 2 -emissie factor1 Hoeveelheid Eenheid
Hoeveelheid
2010 Eenheid
CO 2 -emissie [ton]
Scope 2: indirecte emissie
1.371.8
Elektriciteitsgebruik1a
1.320,9
- Nuon
455
g CO 2 / kWh
257.587
kWh
117.2
- Nuon (projectlocaties)
455
g CO 2 / kWh
459.027
kWh
208.9
- Eneco Energie Levering
455
g CO 2 / kWh
289.342
kWh
131.7
- Eneco Energie Levering (projectlocaties)
455
g CO 2 / kWh
1.674.045
kWh
761.7
- Andere Leverancier
455
g CO 2 / kWh
83.564
kWh
38
- Andere Leverancier (projectlocaties)
455
g CO 2 / kWh
139.256
kWh
63.4
- Benzine-auto, klasse <1.4 liter
185
g CO 2 / voertuigkm
4.463
km
0,8
- Benzine-auto, klasse 1.4 - 2.0 liter
220
g CO 2 / voertuigkm
9.567
km
2,1
- Benzine-auto, klasse >2.0 liter
305
g CO 2 / voertuigkm
2.300
km
0,7
- Benzine-auto, klasse onbekend
215
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Diesel-auto, klasse <1.7 liter
155
g CO 2 / voertuigkm
140
km
0,0
- Diesel-auto, klasse 1.7- 2.0 liter
195
g CO 2 / voertuigkm
12.532
km
2,4
- Diesel-auto, klasse >2.0 liter
265
g CO 2 / voertuigkm
3.194
km
0,8
Privé auto's voor zakelijk verkeer
20,9
- Diesel-auto, klasse onbekend
205
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- LPG-auto
175
g CO 2 / voertuigkm
387
km
0,1
- Minibus, benzine
255
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Minibus, diesel
215
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Minibus, lpg
200
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Hybride auto, middenklasse
125
g CO 2 / voertuigkm
517
km
0,1
- Hybride auto, hogere klasse - Personenauto, brandstoftype niet bekend
225
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
210
g CO 2 / voertuigkm
66.300
km
13,9
Zakelijk vliegen1a
9.3
- Afstand < 700 km
270
g CO 2 / reizigerskm
-
reizigerskm
-
- Afstand 700 - 2.500 km
200
g CO 2 / reizigerskm
46.720
reizigerskm
9.3
- Afstand > 2.500 km
135
g CO 2 / reizigerskm
-
reizigerskm
-
Scope 2 emissie deelnemingen
20,7
- MDB (12,5%)
20,7
Scope 2 overzicht Elektriciteitsgebruik
1.320,9 ton CO 2
96%
Privé auto's voor zakelijk verkeer
20,9 ton CO 2
1,5%
Zakelijk vliegen
9,34 ton CO 2
0,7%
MDB deelneming
20,7 ton CO 2
1,5%
Totaal scope 2
1371,84 ton CO 2
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 17 van 19 Referentie
1011-00022 CO 2 -emissie factor1 Hoeveelheid Eenheid
Hoeveelheid
2010 Eenheid
CO 2 -emissie [ton] 1.381,1
Scope 3: Overige indirecte emissie Woon-werkverkeer met nietbedrijfsvoertuigen
535,9
Woon-werkverkeer met privé auto's
-
- Benzine-auto, klasse <1.4 liter
185
g CO 2 / voertuigkm
264.865
km
49,0
- Benzine-auto, klasse 1.4 - 2.0 liter
220
g CO 2 / voertuigkm
595.242
km
131,0
- Benzine-auto, klasse >2.0 liter
305
g CO 2 / voertuigkm
71.287
km
21,7
- Benzine-auto, klasse onbekend
215
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Diesel-auto, klasse <1.7 liter
155
g CO 2 / voertuigkm
53.929
km
8,4
- Diesel-auto, klasse 1.7- 2.0 liter
195
g CO 2 / voertuigkm
464.843
km
90,6
- Diesel-auto, klasse >2.0 liter
265
g CO 2 / voertuigkm
190.971
km
50,6
- Diesel-auto, klasse onbekend
205
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- LPG-auto
175
g CO 2 / voertuigkm
142.573
km
25,0
- Hybride auto, middenklasse - Personenauto, brandstoftype niet bekend
125
g CO 2 / voertuigkm
5.291
km
0,7
210
g CO 2 / voertuigkm
757.280
km
159,0
Afvalverwerking3 - Papier en karton
-
g CO 2 / kg
9.350
kg
- Plastic en folie
-
g CO 2 / kg
13.560
kg
- Puin
-
g CO 2 / kg
1.193.020
kg
- Hout (A, B en C)
-
g CO 2 / kg
899.060
kg
- Metaal
-
g CO 2 / kg
-
kg
- Gevaarlijke stoffen
-
g CO 2 / kg
-
kg
- Overig afval
-
g CO 2 / kg
133.100
kg
- Ongesorteerd bouw- en sloopafval
-
g CO 2 / kg
5.718.610
kg
Papier3 - Kopieer/printpapier
-
g CO 2 / kg
10.414
kg
- Drukwerk (glans)
-
g CO 2 / kg
1.865
kg
Emissies door uitbestede diensten
845,2
Gebruik benzine voor goederenvervoer
2,780
g CO 2 / liter
18.365
liters
51,1
Gebruik diesel voor goederenvervoer
3,135
g CO 2 / liter
253.113
liters
793,5
Gebruik LPG voor goederenvervoer
1,860
g CO 2 / liter
330
liters
0,6
Scope 3 overzicht Woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen
535,9 ton CO 2
39%
Emissies door uitbestede diensten
845,2 ton CO 2
61%
Totaal scope 3
1381,1 ton CO 2
1 : Bron document "CO 2 -conversiefactoren ProRail versie 2.1, december 2010" tenzij anders vermeld. 1a: Bron document “CO 2 -conversiefactoren SKAO handboek CO 2 -prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011. 2 : De bijdrage aan de CO 2 uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan de hand van de brandstof opgave. De opgave van gereden kilometers worden derhalve niet gebruikt voor berekening van de CO 2 – uitstoot. 3 : Bijdrage aan CO 2 -emissie wordt momenteel niet meegenomen.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 18 van 19 Referentie
10
Conclusie
1011-00022
De CO 2 -uitstoot in scope 1 en 2 van het referentiejaar 2009 is vergeleken met de uitstoot cijfers in scope 1 en 2 over 2010.
De doelstelling van een algehele reductie van 2% is niet gehaald. Er heeft een CO 2 -uitstoot toename van ruim 29% plaatsgevonden. De verklaring van de uitstoot cijfers over scope 1 en 2 zijn op blad 8 en 9 weergegeven. T.o.v. 2009 is er in scope 1 in 2010 34% meer CO 2 uitgestoten. Oorzaken van toe- of afname: -
-
een forse toename in gebruik van aardgas en diesel op de projectlocaties, door enerzijds een strenge winter en verwarming en droogstoken van gebouwen en anderzijds door fasering van diverse projecten; een afname in uitstoot (-16,4%) van ons eigen wagenpark (lease) doordat er zuinigere en vooral minder vervuilende auto’s in ons wagenpark zijn ingezet (A, B en C labels). Hiermee is ruimschoots aan de reductie doelstelling van 1% voldaan.
Positief is dat er in 2010, t.o.v. 2009, meer CO 2 is uitgestoten bij een eveneens toegenomen aantal projecturen, de uitstoot per projectuur in scope 1 t.o.v. 2009 4,42% lager is dan het gestelde doel van 0,7%.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
19
Datum opgesteld
Status
3 mei 2011
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
14 december 2011 19 van 19 Referentie
1011-00022 T.o.v. 2009 is er in scope 2 in 2010 21,7% meer CO 2 uitgestoten. Oorzaken van toe- of afname: -
-
-
de uitstoot a.g.v. de energie (elektra) levering op projectlocaties is met name van “de Rotterdamse werken” meer dan verdubbeld Oorzaken t.o.v. 2009: o meer projectlocaties met een elektra aansluiting onder beheer van J.P. van Eesteren; o meer projecten die in 2010 in de afbouwfase zijn beland wat een toename in de energie vraag geeft; de uitstoot a.g.v. afgelegde zakelijke kilometers met privé auto’s is met 18,6% afgenomen; de uitstoot van de MDB deelneming is met 54,4% fors teruggelopen t.o.v. 2009; in 2010 is er (nog) geen inzet geweest van groene stroom. Voor onze kantoorlocatie en timmerwerkplaats Barendrecht en Wormerveer is dit per 1 januari 2011 wel ingezet. In overleg met TBI inkoop en een derde partij is een opzet gemaakt om te komen tot een zgn. “bouwstroomloket” om ook onze bouwlocaties van groene stroom te voorzien; het invoeren van een lichtplan in kantoor Barendrecht is in gang gezet echter de concrete invulling moet nog plaatsvinden en zal in 2011 zijn beslag krijgen; het vervangen van de bestaande airco installatie(s) is gezien de hoge kosten die daarmee gemoeid zijn op de lange baan geschoven.
T.o.v. 2009 is in scope 3 in 2010 de CO 2 -uitstoot van uitbestede emissies meegenomen. Om een eerlijk vergelijk met 2009 te kunnen maken is alleen gekeken naar de uitstoot van het woon-werkverkeer met privé auto’s. Hieruit blijkt een toename in CO 2 -uitstoot van 19,1%. Voor scope 3 zijn er geen doelen gesteld daar er volgens de CO 2 -prestatieladder een volledige emissieinventaris momenteel nog buiten de prestatieladder valt.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011