Vergadering Regiegroep Kennisnetwerk Kwetsbare Ouderen op 22-05-2014 Plaats
Sensire, Boterstraat 2, Varsseveld.
Aanwezig
I. Bennink (netwerkmanager), A. Bolwerk (gemeente Doetinchem), J. Breukink (Sensire), M. Burger (HV Oude IJssel), R. Duijn (Alzheimer Nederland), M. van Gaasbeek (Azora, TMB), K. Jansma (psycholoog, Sensire), R. Janssen (voorzitter vereniging Fysiotherapeuten Oude IJssel), B. van Lent (trajectbegeleider/coördinator Helpdesk Dementie), M. Ophuis (sectormanager IJsselkring), C. Schölzel-Dorenbos (netwerkvoorzitter, Slingeland Ziekenhuis), M. Spekschoor (netwerkondersteuner/ notulist), A. Vrielink (HV Oude IJssel).
Afwezig
H. Boei (Zorgbelang), A. Endeman (portefeuillehouder; Markenheem), I. LindersWouters (GGD-NOG), ), J. Mertens (Kruiswerk), J. Reesink (Sensire), K. Reesing (Thuiszorg Groot Gelre), A. Schimmel (Caransscoop), G. Wams (Welcom).
Gasten
M. Oord (Sensire), L. van Leeuwe (gemeente Doetinchem).
1. Opening C. Schölzel opent de vergadering en heet iedereen welkom. J. Breukink, wijkverpleegkundige Sensire, neemt vanaf nu deel aan de Regiegroep. L. van Leeuwe en M. Oord zijn vandaag aanwezig als gast. 2. Vastgestelde notulen vergadering Regiegroep Kennisnetwerk Kwetsbare Ouderen (30-01-2014) ‒ C. Schölzel: het Kunstproject Gruitpoort in samenwerking met zorginstellingen en Slingeland Ziekenhuis krijgt een landelijke subsidie en kan doorgaan met de plannen. Bij dezen van harte gefeliciteerd! ‒ A. Vrielink vraagt naar betekenis van het begrip MDS. C. Schölzel: dit is de Minimale DataSet die in NZa projecten conform de voorwaarden die het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) stelt moet worden afgenomen bij patiënten en mantelzorgers bij start en op 1 follow up moment. Resultaten worden landelijk anoniem verwerkt. Belang van de MDS is dat deze het mogelijk maakt iets over effectiviteit/meerwaarde van de interventie te zeggen. ‒ Op 23 juni vindt een symposium voor mantelzorgers en professionals plaats. ‒ M. van Gaasbeek: wet Zorg en dwang: gaat nog even duren. Voor PG geaccepteerd maar voor de psychiatrie nog uitgesteld. De wet moet nog door de Eerste Kamer. ‒ I. Bennink naar aanleiding van de presentatie tijdens de vorige vergadering van R. Reimerink: er is een gesprek geweest met M. Bazuijn. De buurtcoaches zetten een pilot op: een spreekuur bij huisartsen voor ouderen die doorverwezen worden om te gaan sporten. Daarnaast organiseren zij passende activiteiten in de wijk voor ouderen. A. Vrielink geeft aan dat huisartsen erg veel met dit soort initiatieven te maken krijgen, ook landelijk. 3. Presentatie: ‘Wijkverpleegkundige als schakel in de wijk’ Door M. Oord, relatiemanager eerste en tweede lijn, van oudsher wijkverpleegkundige. De presentatie wordt nog toegestuurd (Actie: M. Oord). Vroegere rol (jaren ‘80) wijkverpleegkundige: werkte in de wijk, nauw samen met de huisarts, voor jong en oud. Was via Kruiswerk georganiseerd, in de vorm van zelfstandige onafhankelijke teams van hoofdwijkverpleegkundige en wijkverpleegkundigen. De 1
opzet zoals nu bijv. de Buurtzorg kent. ’s Ochtends huisbezoeken, nauwe contacten met huisartsen, deden ook samen het consultatiebureau. Dit veranderde toen de financiering werd overgeheveld naar de AWBZ: ging daarna op basis van indicaties. De overheid wijzigde de lokale organisatie naar landelijk. Huidige ontwikkelingen: weer van centraal naar decentraal. Financiering wijkverpleegkundige en verzorging naar Zvw. Kamerbrief van staatsecretaris van Rijn over wijkverpleegkundigen: financiering zoals ook de huisartsen financiering krijgen. Een deel zorg, coördinatie en preventie in de wijk en een deel innovatie, 2015 is overgangsjaar. Focus is eigen gezondheid en individuele verantwoordelijkheid. Ondersteuning vanuit het eigen systeem met klant gestuurde en geïntegreerde zorg. Met een groter gewicht op kwaliteit en kostprijs. Bij vloeiende zorg staat de burger centraal, met daaromheen een netwerk van informele zorg en wijk-/buurtcoachteam. Wijkverpleegkundige en huisarts hebben daarin ook een rol. Doel is met elkaar goede zorg in de wijk te organiseren en zo proberen te voorkomen dat de burger in de tweede lijn komt. De wijkverpleegkundige is de schakel in de wijk, tussen het sociale domein (wonen/welzijn) en huisarts/medische domein in. De wijkverpleegkundige vormt de brugfunctie hiertussen en kan acteren in beide velden. Levert zorg, maar heeft daarnaast ook de taak om de domeinen te verbinden en waar nodig te coördineren. Hoe moet preventie/coördinatie eruit te zien, los van een organisatie? Zoals in GZO 2020, met nauwe samenwerking tussen verschillende disciplines. Casemanager wordt aangewezen aan de hand van de hulpvraag van de burger. L. van Leeuwe vult aan dat in het model van GZO 2020 ook de buurtcoach de brug kan zijn. Het is belangrijk af te spreken wie de regie heeft, dit is afhankelijk van de hulpvraag. Om de generalisten heen is een schil aan gespecialiseerde kennis, zoals trajectbegeleiding. Welzijn en care kunnen langs elkaar. L. van Leeuwe: welke gesprekstechnieken beheersen wijkverpleegkundigen? Er is een intake en daarin wordt doorgevraagd, hierin zijn ze getraind, bekijken ook altijd de maatschappelijke context. De nadruk ligt in eerste instantie op lichamelijke problematiek, als ingang voor de wijkverpleegkundige. M. van Gaasbeek geeft aan dat er waarschijnlijk nog wel een omslag moet plaatsvinden. Wijkverpleegkundigen zijn nu voornamelijk zorgtypes, zij moeten de omslag maken naar meer een coachende rol. R. Janssen geeft aan dat de communicatie belangrijk is, iedereen moet dezelfde taal spreken. Betrokkenheid van Achterhoekse gemeenten: L. van Leeuwe geeft aan dat er een bijeenkomst is geweest in Bronkhorst. Er komen 2 projecten over hoe samenwerking zal gaan in de praktijk. Dit moet nog zichtbaarder worden gemaakt, daarom is een bijeenkomst georganiseerd voor meerdere gemeenten. De bijeenkomst vindt plaats in het Gezondheidscentrum in Hengelo Gld. Toelichting J. Breukink over de rol van de wijkverpleegkundige: contact onderhouden, vinger aan de pols houden. De positie wordt anders. De functie verandert: je kijkt naar hoe je iemand sneller zelfredzaam kan maken. Je kijkt meer naar het netwerk eromheen. I. Bennink: door een digitale overlegtafel hoeft een wijkverpleegkundige niet altijd fysiek aanwezig te zijn. De insteek voor een wijkteam is nog verschillend. Gemeenten delen in wijken op, maar dit kan ook via huisartsenpraktijken. De insteek is nog onduidelijk en verschilt per gemeente. 4. Kopgroep M. Oord licht toe: geen goed nieuws. Er wordt gezocht naar financiering, er is nog geen definitief antwoord van de zorgverzekeraar. Dit punt staat nog op de agenda en moet eind van dit jaar worden afgerond. Op dit moment is er geen duidelijkheid bij Menzis. Zodra die er komt koppelt M. Oord dit terug (Actie: M. Oord). 5. Spiegelrapportage Dementiemonitor mantelzorg door Alzheimer Nederland en Nivel I. Bennink: de scores uit de Spiegelrapportage zijn goed. Het waarderingscijfer over het totale aanbod van ondersteuning en zorg bij dementie in deze regio is met 7,7 iets hoger dan het landelijk gemiddelde (7,5). Uit de Spiegelrapportage komen ook een aantal verbeterpunten naar voren. Deze verbeterpunten worden meegenomen door de werkgroep Zorgprogramma. Deze werkgroep is bezig met een vertaling van de Zorgstandaard Dementie en bekijkt waar verbeterpunten liggen voor de regio. K. Jansma geeft aan dat het goed is een terugkoppeling te geven naar de mensen die de 2
enquête voor de Spiegelrapportage hebben ingevuld (Actie: I. Bennink/M. Spekschoor). Ook via de website of het Alzheimer Café kan worden aangegeven welke verbeterpunten er zijn en wat hier mee gebeurt. Daarnaast kan de Spiegelrapportage ook bijdragen aan input voor de gemeenten. A. Bolwerk geeft aan dat er een aantal signalen in staan, zoals dat het Wmo loket niet bekend is bij mantelzorgers in de regio. Andersom geeft L. van Leeuwe aan dat klanten ook niet altijd worden herkend. A. Vrielink brengt in dat als er in de toekomst meer bottom-up gewerkt wordt, als ouderen worden gescreend en in kaart worden gebracht, de casemanager de oudere hierbij ook kan ondersteunen. 6. Jaarplan 2014 a. Werkgroep dagvoorzieningen B. van Lent: in februari 2014 is een bijeenkomst voor lijsttrekkers georganiseerd. De bijeenkomst was als volgt opgebouwd: informatie over het aantal mensen met dementie in de regio, uitleg over wat dementie is, een verhaal over mantelzorgers van mensen met dementie en daarna een interactie/discussie met vragen en opmerkingen. Er waren ongeveer 30 lijsttrekkers aanwezig uit de regio. Zij vonden het prettig om cijfers te horen en schrokken er zichtbaar van. Het maakte duidelijk hoeveel mensen met dementie er in deze regio zijn en dat hier specifieke expertise voor nodig is. C. Schölzel merkt op dat er voortdurend voorlichting nodig is en hoopt dat dit dan verandering teweeg brengt. R. Jansen geeft aan dat dementie slechts een onderdeel van de kwetsbarheid van ouderen is. Scholing activiteitenbegeleiders In totaal zijn 30 activiteitenbegeleiders in 2 groepen geschoold. De evaluatie over de scholing is positief. De scholing is destijds opgezet door uitkomsten van een enquête en gesprekken met activiteitenbegeleiders. Uit die enquête kwamen 7 problemen naar voren. De werkgroep gaat met een enquête de effecten van de scholing meten om te kijken wat het concrete resultaat is. MCI groep Hier is wat onduidelijkheid over. GGNet wachtte op een officiële aanvraag voor een MCI groep vanuit het Kennisnetwerk, maar zou naar onze mening zelf de mogelijkheden hiervoor uitzoeken. P. v.d. Vegt gaat navraag doen. K. Jansma doet navraag naar de behoefte hieraan. Wordt vervolgd. b. GZO 2020 Eerste lijn: Gezondheidscentrum Vrielink/Klop is gestart met uittesten van de Zorgmonitor in de praktijk. Na de pilot volgt evaluatie van de Zorgmonitor. Menzis wil graag weten wat de effecten van GZO 2020 zijn en hecht veel belang aan uitwisseling tussen eerste en tweede lijn. Effecten zijn in dit vroege stadium in een sterk veranderende omgeving (vergrijzing, veranderend zorglandschap) zeer moeilijk te meten. I. Bennink heeft met N. van Burgsteden overleg over koppeling van eerste en tweede lijn. Tweede lijn: het project wordt nu uitgevoerd op de afdelingen heelkunde en longgeneeskunde. Er wordt nu bekeken welke afdeling volgen. Ook wordt uitgezocht hoe effecten kunnen worden gemeten. Uiteindelijk moet het project worden opgenomen in de normale zorg en financiering van het ziekenhuis. M.b.t. financiering vanuit het NPO wordt geprobeerd de subsidieperiode met een half jaar te verlengen i.v.m. de latere start (Actie M. Oord namens Sensire als budgethouder). Verder is nog te melden dat het Vrijwilligersteam goed loopt, er zijn nu 20 vrijwilligers geschoold en aan het werk. Tijdens de recente opnamen door FocuzTV kwam o.a. het Vrijwilligersteam goed in beeld. c. Zorgmonitor De Zorgmonitor wordt nu in de eerste huisartspraktijk getest om te beoordelen wat de meerwaarde is in de dagelijkse praktijk. d. Website/transmuraal portaal De website Kennisnetwerk Kwetsbare Ouderen is online. Er is nu nog een doorlink gemaakt naar het Dementienetwerk. Alles wordt geleidelijk aan geïntegreerd tot één website van het Kennisnetwerk. 3
Het Transmuraal portaal is even ‘geparkeerd’ in afwachting van het resultaat van de werkgroep Transmuraal documentbeheer. Vanuit de transmurale zorg is L. van Hemert nu bezig met een transmuraal documentbeheersysteem. Er zijn veel transmurale documenten en er moet een werkwijze komen waarmee iedere professional de meeste actuele versie kan vinden. Er ligt nu een voorstel bij het Managementberaad. Hierna wordt er bekeken of een portaal kan worden gekoppeld aan dit transmuraal documentbeheersysteem. e. Deskundigheidsbevordering De werkgroep organiseert een Dementie theater voor professionals en mantelzorgers op 23 juni a.s. Er is een middag- en avondvoorstelling. Aanmelden via www.kennisnetwerkkwetsbareouderen.nl of www.dementienetwerkwestachterhoek.nl. E-learning De werkgroep beoordeelt welke vorm van e-learning geschikt is voor mantelzorgers. Er zijn veel verschillende programma’s. Minisymposium Het minisymposium ‘Zonder kennisdeling geen innovatie’ is verzet naar 28 oktober. Aanmelden kan via www.kennisnetwerkkwetsbareouderen.nl. f. Blijf meedoen De werkgroep Blijf meedoen heeft onderzoek gedaan naar de activiteiten die mensen met geheugenproblemen nog ondernemen of waaraan ze niet meer (kunnen) deelnemen. Er zijn twee groepen respondenten van 15 personen onderzocht. Groep 1: mensen met dementie in verschillende stadia van ernst: zij ondernemen minder, wellicht speelt het stadium mee in de mate van deelname aan activiteiten. Groep 2: mensen met MCI: zij ondernemen minder activiteiten dan vroeger, bezoeken minder vaak verenigingen/clubs en hetzelfde geldt voor uitvoeren van hobby’s, leren van nieuwe dingen etc. Knelpunten die worden genoemd zijn: het taboe en de belangrijke rol van de mantelzorger. Er volgen nog een aantal aanbevelingen. De volgende werkgroep bijeenkomst is op 2 juni gepland, dan wordt gekeken welke vervolgstappen de werkgroep kan nemen. g. Zorgprogramma Dementie De werkgroep is multidisciplinair. De Zorgstandaard Dementie is geanalyseerd. Er komen verbeterpunten naar voren. Met de werkgroep wordt bekeken welke acties hier op ondernomen kunnen worden. I. Bennink geeft aan nu alvast aan de slag te willen met het stuk vroegsignalering. Samen met de gemeenten uit de regio kijken hoe dit verbeterd kan worden. Er wordt besloten dat hiermee gestart kan worden. Koppeling naar werkgroep dagactiviteiten: de werkgroep heeft bekeken waaraan dagverzorging voor mensen met dementie aan moeten voldoen. Hierover wil de werkgroep graag met de gemeenten in gesprek. Het voorstel is om dit aan het onderwerp vroegsignalering te koppelen en één gezamenlijke bijeenkomst te organiseren. h. Initiële opleidingen V&V Subsidie is aangevraagd door het Graafschap College. i. Werkgroep financiën Deze werkgroep is gedeeltelijk actief. In het Directieberaad is besproken dat de trajectbegeleiders het komende jaar nog gefinancierd worden. De rol van trajectbegeleiding moet wel geëvalueerd worden t.o.v. de oorspronkelijke functiebeschrijving. Er wordt geëxperimenteerd met een aantal veranderingen om de vraag voor trajectbegeleiding uit de regio aan te kunnen. Deze veranderende rol moet geëvalueerd worden. 7. Berichten uit instellingen en TMB 4
‒ ‒
‒
‒
R. Janssen: Gemeente Bronckhorst: GZB krijgt meer gestalte: meer hulpvraag centraal en hoe je met elkaar communiceert. I. Bennink: VIT wil graag aansluiten bij het Regieoverleg. VIT brengt nieuwe deskundigheid in. Er wordt daarom unaniem besloten dat VIT kan gaan deelnemen. M. Spekschoor communiceert dit naar VIT (Actie: M. Spekschoor). MEE ontwikkelt een kenniscommunity voor de eigen organisatie. Het is een website waarop kan worden ingelogd en waar nieuws en kennis wordt gedeeld. Er kunnen verschillende groepen worden aangemaakt, zowel open als gesloten. Er wordt nu begonnen met een pilot waar Sensire, Lindenhout en Jeugdzorg aan deelnemen. Deze wordt na de zomer geëvalueerd. Nieuwsbrief: input graag mailen naar I. Bennink en M. Spekschoor. De Nieuwsbrief komt een aantal keren per jaar uit. C. Schölzel: op 13 juni is er een perspresentatie van het kunstproject van de Gruitpoort. C. Schölzel mailt dit nog naar de leden van de Regiegroep (Actie: C. Schölzel). Er zijn subsidies van ZonMW om kennis te bestendigen. Dit zou mooi zijn, maar er wordt besloten hier nu niets mee te doen. Aanvragen kost veel tijd, bovendien wordt een substantiële aanvullende financiële bijdrage van de aanvrager verwacht. B. van Lent: A. Klompenhouwer heeft een werkervaringsplek bij de trajectbegeleiding. Zij is afgestudeerd MWD-er. De toename van hulpvragen is enorm hoog. C. Schölzel geeft aan dat dit het gevolg kan zijn van onderling ‘door- en afschuiven’. M. Burger geeft aan dat er ook veel mond op mond reclame is voor trajectbegeleiding. K. Jansma vraagt of er een verschil is in hulpvragen. B. van Lent geeft aan geen verschil in vragen te merken.
8. WVTTK Geen opmerkingen. 9. Sluiting C. Schölzel bedankt iedereen voor de komst en sluit de vergadering. I. Bennink bedankt C. Schölzel voor de inzet en overhandigt haar een attentie namens het Kennisnetwerk. 10. Actielijst Actie Presentatie Wijkverpleegkundige als schakel in de wijk rondsturen Uitkomst financiering Kopgroep Terugkoppeling Spiegelrapportage naar mensen die deze hebben ingevuld Communiceren naar VIT over deelname Mail doorsturen perspresentatie Gruitpoort
5
Door M. Oord M. Oord I. Bennink/M. Spekschoor M. Spekschoor C. Schölzel