KWETSBARE OUDEREN, EEN HOLISTISCHE BENADERING
Robbert Gobbens, Hogeschool Rotterdam en Tranzo Tilburg University Katrien Luijkx, Tranzo Tilburg University
OPBOUW WORKSHOP
Ontwikkeling van kwetsbaarheid
Definities van kwetsbaarheid
Het meten van kwetsbaarheid
Interventies
INLEIDING
Vergrijzing
Succesvol ouder worden
Lichamelijke en/of psychische beperkingen
Kwetsbaarheid (in het Engels ‘frailty’)
ONTWIKKELING VAN KWETSBAARHEID PubMed hits Van vóór 1980 - 1981 – 1985 - 1986 – 1990 - 1991 – 1995 - 1996 – 2000 - 2001 – 2005 - 2006 – 2010
1 0 36 795 1102 1438 1758
VRAAG 1 Wat
verstaat u onder kwetsbaarheid?
ONTWIKKELING VAN KWETSBAARHEID 1978 Charles F. Fahey: introductie van de term ‘frail elderly’ ‘Personen die meestal, maar niet altijd, een hogere leeftijd hebben dan 75 jaar en die vanwege een opeenstapeling van diverse voortdurende problemen frequent ondersteuning nodig hebben om het hoofd te kunnen bieden aan het dagelijks leven’ Bron: Hogan et al., 2004
ONTWIKKELING VAN KWETSBAARHEID Jaren 80 Woodhouse et al.: Operationele definitie van frailty (vragenlijst gericht op stoornissen en pathologieën) Veel aandacht voor ziekten
ONTWIKKELING VAN KWETSBAARHEID Vanaf jaren 90 Fragiliteit wordt niet alleen bepaald door ziekten Fragiliteit kan worden geplaatst op een continuüm (bijv. tussen zelfstandigheid en afhankelijkheid)
DEFINITIE VAN
KWETSBAARHEID (CONCEPTUEEL)
Smal Bijvoorbeeld: Een biologisch syndroom van een verminderde reserve en weerstand tegen stressoren, dat het resultaat is van dalingen van diverse fysiologische systemen, en dat gevoeligheid voor ongewenste uitkomsten veroorzaakt. Bron: Fried et al. 2001
DEFINITIE VAN KWETSBAARHEID (CONCEPTUEEL)
Breed Bijvoorbeeld Een syndroom dat een groep van problemen en verlies aan mogelijkheden in diverse domeinen bevat, en een individu gevoelig maakt voor omgevingsfactoren. Bron: Strawbridge et al. 1998
VRAAG 2 Naar
welke aspecten kijkt u als u kwetsbare ouderen wilt opsporen?
DEFINITIE VAN KWETSBAARHEID (OPERATIONEEL) Fried et al. (2001) criteria om fragiliteit vast te stellen: • Gewichtsverlies • Uitputting • Inactiviteit • Traagheid • Zwakte Fragiel ≥ 3
FRAILTY MARKERS (PUTS ET AL., 2005) Laag lichaamsgewicht Verminderde longfunctie Cognitieve beperkingen Slechtziendheid Slechthorendheid Incontinentie Weinig ervaren regie over het eigen leven Depressieve symptomen Lichamelijke inactiviteit
Fragiel≥3
GRONINGEN FRAILTY INDICATOR (GFI) (SCHUURMANS ET AL., 2004) De GFI bevat acht domeinen: Mobiliteit Lichamelijke fitheid Visus Gehoor Voeding Co-morbiditeit Cognitie Psychosociaal Fragiel ≥5
DEFINITIE VAN KWETSBAARHEID
Wanneer is een definitie succesvol? Criteria: inhoud (verschillende determinanten) samenhang (neemt toe met stijgen van de leeftijd) voorspellend zijn (bijv. voor sterfte, opname in ziekenhuis of verpleeghuis, vallen) bruikbaar zijn (je moet er interventies op kunnen richten)
EXPERTS RAADPLEGEN Twee uitgangspunten: • Een holistisch mensbeeld • Een dynamische toestand •
Schriftelijk (vragenlijst) en mondeling (twee expertmeetings)
EXPERTS RAADPLEGEN
20 Experts (Amerika, Canada en Nederland)
Resultaten: Accent op lichamelijk domein Frailty # disability
KWETSBAARHEID, COMORBIDITEIT, BEPERKINGEN (FRIED ET AL., 2004)
KWETSBAARHEID, COMORBIDITEIT, BEPERKINGEN (DEEG EN PUTS, 2007) N
%
----------------------------------------------------------------------------------------------------Geen van de drie
302
25,6
Comorbiditeit, geen kwetsbaarheid, geen beperkingen
399
33,8
Beperkingen, geen comorbiditeit, geen kwetsbaarheid
45
3,8
Kwetsbaarheid, geen comorbiditeit, geen beperkingen
21
1,8
Comorbiditeit, beperkingen, geen kwetsbaarheid
237
20,1
Comorbiditeit, kwetsbaarheid, geen beperkingen
36
3,1
Beperkingen, kwetsbaarheid, geen comorbiditeit
14
1,2
126
10,7
1180
100,0
Comorbiditeit, beperkingen, kwetsbaarheid Totaal
DEFINITIE VAN KWETSBAARHEID Een dynamische toestand waarin een individu Verkeert die tekorten heeft in één of meerdere domeinen van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van ongewenste uitkomsten vergroot.
Gobbens, R.J.J., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., Schols, J.M.G.A. (2010). In search of an integral conceptual definition of frailty. Opinions of experts. J Am Med Dir Assoc;11(5):338-343.
DEFINITIE VAN KWETSBAARHEID Biedt kader voor een integrale operationele definitie van kwetsbaarheid Uiteindelijke doel: identificeren en interveniëren Thuiswonende ouderen
EEN INTEGRAAL MODEL VAN KWETSBAARHEID (BERGMAN ET AL., 2004; GEMODIFICEERD DOOR GOBBENS ET AL., 2010)
VRAAG 3 Hoe
bruikbaar is het integraal conceptueel model van kwetsbaarheid voor u?
VRAGENLIJST Tilburg Frailty Indicator (TFI) Een gebruiksvriendelijk screeningsinstrument (vragenlijst, zelfrapportage) Twee delen: - Determinanten: 10 (zoals leeftijd en leefstijl) - Componenten: 15 (zoals handknijpkracht, sociale relaties)
EERSTE RESULTATEN TFI
Dwarsdoorsnede
onderzoek Zelfstandig wonende ouderen, 75+, Gemeente Roosendaal N = 484 (respons 42%) At random steekproef
KENMERKEN RESPONDENTEN Leeftijd, gemiddelde ± SD Geslacht, % of vrouwen Burgerlijke staat Gehuwd of samenwonend Ongehuwd Gescheiden Weduwnaar/weduwe Opleiding Geen of lager Middelbaar Hoger of universiteit
n (%) 80.3 ± 3.8 277 (57.2) 240 (49.7) 46 (9.5) 15 (3.1) 182 (37.7) 181 (37.7) 225 (46.9) 74 (15.4)
KWETSBAARHEID IN DE THUISSITUATIE Gerapporteerd probleem
Componenten van kwetsbaarheid
Mannen
Vrouwen
Totaal
(n = 207) n (%)
(n = 277) n (%)
(n = 484) n (%)
P-waarde
Lichamelijk domein Lichamelijke gezondheid Gewichtsverlies
54 (26.3) 13 ( 6.3)
86 (31.6) 24 (8.7)
140 (29.4) 37 (7.7)
.210 .323
Slecht lopen Slecht evenwicht Slecht gehoor Slecht gezichtsvermogen
85 (41.1) 68 (33.3) 89 (43.2) 41 (20.1)
147 (53.3) 100 (36.4) 85 (31.0) 60 (21.9)
232 (48.0) 168 (35.1) 174 (36.3) 101 (21.1)
.008 .492 .006 .634
Kracht in handen Lichamelijke moeheid
48 (23.2) 74 (35.9)
119 (43.0) 145 (52.3)
167 (34.5) 219 (45.3)
<.001 <.001
Klachten geheugen Somberheid
27 (13.0) 74 (35.8)
20 (7.2) 121 (43.8)
47 (9.7) 195 (40.4)
.033 .073
Nervositeit of angst Coping
53 (25.7) 27 (13.3)
96 (34.7) 44 (16.1)
149 (30.8) 71 (14.9)
.036 .403
58 (28.0) 106 (51.2)
174 (62.8) 179 (64.9)
232 (47.9) 285 (59.0)
<.001 .003
34 (16.6)
45 (16.3)
79 (16.4)
.934
Psychisch domein
Sociaal domein Alleenwonend Sociale relaties Sociale steun
Gobbens, R.J.J., van Assen, M.A.L.M., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., Schols, J.M.G.A. (2010). Determinants of frailty. J Am Med Dir Assoc;11(5):356-364.
STUDIE PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN
Validiteit instrument
Face-validity: experts raadplegen Construct-validity: items TFI - gevalideerde schalen (MMSE, CES-D, TUG-test, LAPAQ etc.) Predictive validity: TFI – ongewenste uitkomsten (disability en zorggebruik) Gobbens, R.J.J., van Assen, M.A.L.M., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., Schols, J.M.G.A. (2010). The Tilburg Frailty Indicator: Psychometric Properties. J Am Med Dir Assoc;11(5):344-354.
STUDIE PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN
Betrouwbaarheid instrument
Cronbach’s alpha: .73 Test-retest: .79 (1 jaar); .90 (2 weken)
STUDIE DETERMINANTEN VAN KWETSBAARHEID
Leeftijd – lichamelijke kwetsbaarheid
Geslacht – sociale kwetsbaarheid
Levensgebeurtenissen – psychische kwetsbaarheid
Ongezonde leefstijl en multimorbiditeit voorspellen kwetsbaarheid
GEBRUIK VAN DE TFI
Prevalentie: 47,1% (afkappunt 5)
Preventie van fragiliteit: eerstelijnszorg
Fragiliteit vraagt om een multidisciplinaire benadering: samenwerking
Complexe hulpvragen van fragiele ouderen
Uitgangspunt: integrale behoeften van de individuele zorgvrager
VRAAG 4 Hoe
kunt u de TFI gebruiken?
TOEKOMSTPLANNEN
TFI bij andere groepen ouderen
Kwetsbaar en dan…..
Interventies
VRAAG 5
Welke interventies gericht op het verminderen van kwetsbaarheid kent u?
Welke interventies zouden ontwikkeld moeten worden om kwetsbaarheid te verminderen?
BEDANKT VOOR UW AANDACHT!
ROBBERT GOBBENS
[email protected] KATRIEN LUIJKX
[email protected]