verf&inkt magazine van de vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 27 - 2013
Inspectie SZW handhaaft strenger: Arbo in de verdrukking? Ons beroep op verf en drukinkt: De decorschilder De mens achter… John Uilenberg (Den Braven): ‘Ik wist niks van lijmen en kitten, maar werd ingewijd in twintig minuten’ Branche Advies Raad pleit voor sociale innovatie ‘Mensen gezond en gemotiveerd houden’ Nieuwe vindingen op Coatings Innovatiedag Eddie Seinen: afscheid na vier decennia verf
Verfafzet voor derde jaar op rij in het rood
Vision on quality www.tqc.eu
N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R VOOR DE VERFINDUSTRIE TQC
TQC
TQC
AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR
AUTOMATISCHE CUPPING TESTER
WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER
Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.
Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.
Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.
• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren • Intuïtieve bediening • Vele instelmogelijkheden
• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding • Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat • Deformatie vooraf instelbaar in mm
• Voor droge en natte testen • Test tot vier proefstalen tegelijk • Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen
TQC
TQC
ASCOTT ANALYTICAL
GLANSMETERS
AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS
CORROSIE TESTKASTEN
Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten
Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).
Voor versnelde corrosietesten.
• Drie modellen: SoloGloss 60°, Duogloss 60°/20°, Polygloss 60°/20°/85° • Uniek in stabiliteit en robuustheid • Geïntegreerde kalibratie standaard • Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek) • Incl. Ideal Finish Analysis software
TQC B.V. Molenbaan 19
• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid • Ook handmatig instelbaar
2908 LL Capelle a/d IJssel Nederland
• • • • • •
Vochtigheids corrosietest Zoutsproei corrosietest Cyclische corrosietest Alle modellen in div. maten leverbaar Modern vormgegeven Zeer gebruiksvriendelijk
31(0)10 - 79 00 100 31(0)10 - 79 00 129
[email protected] www.tqc.eu
ons beroep op verf & inkt In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf & inkt van doen hebben en daar enthousiast over vertellen. Deze keer: de decorschilder.
Marc van Helden (decorschilder):
‘Ik heb klanten die mijn werk sparen’
Marc van Helden (1950) is al dertig jaar decorschilder. Zijn ‘Roma BV’ beschildert achtergronddoeken in opdracht van derden, naar aangeleverd of eigen ontwerp. In afmeting variërend van een paar, tot soms wel honderden vierkante meters. In zijn studio op het bedrijfsterrein aan de Van Ghertstraat in het Brabantse Rijen schildert hij vooral in opdracht van de theaterwereld. Ze gaan verder naar opera-, toneel-, of dansgezelschappen over de hele wereld. Of naar bekende Nederlanders als André Rieu, illusionist Hans Klok en Tineke Schouten. Daarnaast geeft Van Helden workshops. Te k s t : A n t o n S t i g
“
Foto: Pet van de Luijtgaarden
Grote doeken: ook goed voor de verfindustrie, zou ik zeggen. Want meters maken doe ik genoeg! Ik ben klassiek opgeleid tot tekenleraar. Toch was lesgeven niet mijn ding. Ik bemoeide me wel graag met schoolvoorstellingen. En de decors: achtergronden, maar ze helpen altijd mee om ergens een spektakel van te maken. Met dat besef is de feeling voor het vak langzaam gaan groeien. Mede omdat ik een groot liefhebber van live performances ben, op welk gebied dan ook. Daarom heb ik na tien jaar het onderwijs vaarwel gezegd om van mijn passie mijn beroep te maken. Nu beheers ik een vak
verf&inkt 27 - 2013
dat ook wel scenic painting wordt genoemd. Ikzelf houd het maar op decorschilderen. Hoewel, ik doe vaak meer dan decors alleen, zoals muurschilderingen en tv-werk.” “In verband met de brandveiligheid mag ik helaas vrijwel alleen latex op de doeken gebruiken. Helaas, omdat latex zich toch wel anders gedraagt dan acryl. En dus in wezen ook niet de fijnste verf is om dit soort schilderwerk mee te doen. Als iets transparant moet blijven, heb je met latex vaak een probleem. Maar door mijn ervaring heb ik met de nadelen leren omgaan en kan ik ermee lezen en schrijven. Onze latex heeft trouwens ook zo zijn voordeel.
Ik hoef voor het werk in deze studio bijvoorbeeld geen speciale milieuvergunningen te hebben. Afhankelijk van het ontwerp en de sfeer die daaruit moet spreken, pas ik de verfsoort wel aan, maar ik ben behoorlijk merkentrouw. De standaardkleuren waarmee ik werk, zijn al fantastisch. En ook nog eens heel goed te mengen. Hoeveel ik gebruik? Afhankelijk van de ondergrond is op een doek de emmer na 40 meter meestal wel leeg.” “Qua werk heb ik geen voorkeuren: van Griekse zuilen tot nostalgische gevels, abstracten en alles er tussenin. Als een ontwerp maar inspireert. Ik heb bijvoorbeeld voor de Miljonairs Fair gewerkt. Het grootste doek was voor een opera in Ahoy: bijna 70 bij 40 meter. Maanden werk. Nooit weer, denk ik nu. Want stel dat je wordt gebeld door een van je vaste klanten, het ballet van Monte Carlo bijvoorbeeld. Dan kun je niet zeggen: gaat u maar naar meneer Jansen. Vaste klanten zijn in de loop der jaren wel een beetje familie geworden. Klussen waarbij je in herhaling moet treden, zijn niet echt artistieke uitdagingen. Eigen dingen maken is wat dat betreft altijd leuker. En spannender ook. Dat Hans Klok je belt en vraagt: ‘Heb je nog een eng bos voor me?’ Tuurlijk!” “Hoe je een Van Helden herkent? Aan het vakwerk! Ik heb mijn artistieke lat erg hoog liggen. Voor dit vak bestaat geen opleiding, maar ik heb goed leren kijken. En doen. Tegen een handbeschilderd doek kan geen digitale print op. Desalniettemin begin ik aan elk nieuw doek alsof het mijn eerste is. Kennelijk de juiste instelling, want vervolgens komt het altijd goed. Ik maak in feite een wegwerpproduct. Hoewel… Ik heb klanten die mijn werk sparen. Soms komen oude voorstellingen terug. En worden oude decors uit de kast gehaald. Die ik vervolgens weer mag opknappen. Voor een aan het buitenland verkochte choreografie van Hans van Manen heb ik ooit zes keer hetzelfde doek moeten maken: een voor Toulouse, een voor Melbourne, enzovoorts. Maar zes verschillende opdrachten inspireren natuurlijk meer dan zes keer hetzelfde maken.
”
3
inhoud 27 - 2013
Verfmarkt: drie minnen in drie jaar
Verder in dit nummer:
Voor de derde achtereenvolgende keer heeft de verfindustrie een jaar met rode cijfers afgesloten. In 2012 daalde de binnenlandse afzet met bijna tien procent. De geringe stijging van 0,3 procent van de afzet op exportmarkten compenseerde de problemen op de thuismarkt niet: de totale afzet daalde met 7,3 procent. Pagina 12
3 Ons beroep op: de decorschilder 7 Branchenieuws en voorwoord 9 Branchenieuws en colofon 11 Branchenieuws 16 Coatings Innovatiedag 18 De mens achter: John Uilenberg 20 Branchenieuws 23 Gespot 28 Eddie Seinen: 40 jaar ‘in de verf’ 30 Kleurrijk Verleden: Van Son 32 Duurzaam inkopen drukwerk 33 VVVF-verenigingsnieuws
Sociale innovatie Sociale innovatie moet de verf- en drukinktindustrie verder vooruit brengen. Maar wat moeten we ons erbij voorstellen? En wat is er nodig om succesvol sociaal te innoveren? De VVVF vroeg de sector hierover mee te denken in een Branche Advies Raad. Drie afgevaardigden van die raad vertellen hoe zij dit vage ‘containerbegrip’ binnen het eigen bedrijf tot leven brachten. Pagina 21
Onder het vergrootglas Verf- en drukinktbedrijven moeten dit jaar rekening houden met onaangekondigd bezoek van een inspecteur van de Inspectie SZW. Deze rijksinspectie is in 2013 flink actief in de chemie en daarmee ook de verf- en drukinktindustrie. De arbo-inspecteurs nemen een kijkje bij 200 chemische bedrijven in verband met gevaarlijke stoffen en bij 300 bedrijven in verband met veiligheid. De inspecties zijn in februari begonnen en gaan het hele jaar door. Daarbij worden de arborisico’s in zo’n tien tot vijftien procent van de bedrijven onder het vergrootglas gelegd. Voldoende reden om projectleiders Diana Martens en Stephan Segboer te vragen naar hun ervaringen met de branche en het handhavingsbeleid. Pagina 24
verf&inkt 27 - 2013
5
Mus Verpakkingen Cans & Closures Balgsluitingen Een balgsluiting verdwijnt volledig in de kap van het blik. Bij het omhoog trekken verschijnt de flexibele balg waardoor er een schenktuit ontstaat. Op deze manier kan het product eenvoudig uitgegoten worden. Tijdens transport en opslag kunnen de blikken uitstekend gestapeld worden.
Kwastdoppen Een dop met een gemonteerde kwast is uitermate geschikt om olie- of lijmachtige producten direct uit het blik te verwerken. De kwasten zijn verkrijgbaar in ronde en platte versies en in verschillende lengtes. Wij hebben speciale sets voor het verpakken van hard-pvc lijmen en blikken met een afneembaar deksel.
Sluitingen voor plastic cans Vanwege de vraag uit de markt is ons assortiment inmiddels uitgebreid met sluitingen voor plastic verpakkingen zoals Jerry cans en flacons. Deze sluitingen kunnen ook geleverd worden in de variant kinderveilig, ingebouwde balg, met een inductie of foam-inlay of met een tear-off garantie band.
Schroefdoppen Een schroefdop kan een ronde of ovale vorm hebben. Naast de standaard dop is deze ook leverbaar in de uitvoering kinderveilig, of met een aluseal. Een aluseal zorgt voor een 100% dampdichte afsluiting. Deze verzegeling wordt bij het openmaken automatisch verbroken.
Aerosoldoppen Een aerosol kan ook afgesloten worden met een schroefdop of fliptop sluiting. De sluitingen vallen over de kraalrand van de spuitbus en zijn heel eenvoudig, zelfs handmatig, te verwerken. Deze sluitingen zijn geschikt voor vrijwel alle vloeistoffen en vetten die niet onder druk hoeven te worden afgevuld.
Schenktuiten De schroefdoppen kunnen ook in combinatie met een schenktuit geleverd worden. De schenktuit is dan vastgemaakt aan de dop zodat u hem gemakkelijk op de opening kunt zetten na het openen van de dop. Maatwerk is mogelijk.
Mus Verpakkingen BV | Herfordstraat 9 | 7418 EX | NL - Deventer T +31 (0)570 629 229 |
[email protected] | www.musverpakkingen.nl
branchenieuws
voorwoord
BARre tijden
Zandleven-app De Zandleven Groep meldt een primeur. Het bedrijf claimt de eerste coatingapp ter wereld te hebben gelanceerd. De app biedt direct toegang tot de technische informatie op productbladen, veiligheidsbladen en certificaten. De Zandleven Groep is een onafhankelijk bedrijf en ontwikkelt, produceert, levert en adviseert hoogwaardige, hightech protective, poeder-, en marine coatings voor staalconstructies in zowel nieuwbouw als onderhoud en zowel onshore als offshore.
AkzoNobel rondt verkoop Decorative Paints VS af AkzoNobel heeft op 1 april de verkoop van Decorative Paints Noord-Amerika aan PPG Industries afgerond. Met de transactie was een bedrag van 1,05 miljard dollar gemoeid. De overeenkomst was aangekondigd op 14 december 2012. AkzoNobel benadrukt dat het bedrijf een sterke aanwezigheid in Noord-Amerika behoudt met Performance Coatings- en Specialty Chemicals-activiteiten. In 2012 hadden die activiteiten een gezamenlijke omzet van meer dan drie miljard dollar. Ze boden werk aan bijna 5.000 mensen.
Nieuwe wet beperkt late betaling De nieuwe wet ‘Bestrijding betalingsachterstanden in het handelsverkeer’ die onlangs van kracht werd, beperkt de betalingstermijn tot 60 dagen, waarmee de positie van kleinere bedrijven wordt versterkt. Afwijking van de norm blijft binnen kaders mogelijk, maar late betaling wordt minder aantrekkelijk. Bovendien geldt voor overheden een vaste kortere termijn van 30 dagen. De neerwaartse druk op betalingstermijnen neemt hierdoor toe, wat de liquiditeit van bedrijven ten goede komt. Dit is ook positief voor ketens en voor de economie. De nieuwe regeling vloeit voort uit een Europese richtlijn die ook voor andere lidstaten gaat gelden en dus bij export naar deze landen van toepassing is. Waar contractpartners voorheen volledige vrijheid hadden, is voor bedrijven nu in principe een maximale termijn van 60 dagen van toepassing. Indien niets is afgesproken geldt automatisch een termijn van 30 dagen. Een langere betalingstermijn is voor bedrijven nog wel toegestaan, mits de afspraak ‘niet onbillijk’ is en in het contract of algemene voorwaarden is opgenomen. Dit voert de druk tot betaling binnen redelijke termijn op, wat het liquiditeitsbeslag van bedrijven beperkt. Naast dat de betalingstermijn aan banden wordt gelegd, is overschrijding van de overeengekomen betalingstermijn ook duurder dan in het verleden. De leverancier kan direct (zonder aanmaning of ingebrekestelling) de verhoogde wettelijke handelsrente in rekening brengen en standaard aanspraak maken op een bedrag van minimaal 40 euro per factuur of meer (bij factuurbedragen boven 267 euro). Afhankelijk van de vordering kunnen de kosten bij overschrijding dus oplopen. Al met al zullen deze effecten de betalingsmoraal naar verwachting structureel verbeteren. 4 verf&inkt 27 - 2013
De economie krimpt, de bouw en de huizenmarkt staan vrijwel stil, de cijfers over de verfindustrie in 2012 geven voor het derde opeenvolgende jaar een daling van afzet en omzet te zien en het kabinet zet ons voor het Blok. Het is zo langzamerhand verbijsterend dat ‘Den Haag’ er niet in slaagt met maatregelen te komen die onze economie uit het dal trekken. Onze industrie is nauw verweven met de bouw en de huizenmarkt, dus het is niet verwonderlijk dat onze afzet op de binnenlandse markt het zo slecht doet. Het is in onze bedrijven te prijzen dat zij naar alternatieven zoeken: niet voor niets is de export het afgelopen jaar, tegen de verdrukking in, gestegen. We moeten wel, om het hoofd boven water te houden. Veel van onze leden zijn relatief klein en aan te merken als familiebedrijf. Zulke bedrijven vormen de kurk van onze economie, want zonder de kortetermijndruk van aandeelhouders zijn zij in staat en bereid in te teren op eigen vermogen en winstgevendheid teneinde de werkgelegenheid op peil te houden. Er zijn echter grenzen aan die mogelijkheden. Minister Blok heeft tot nu toe niet meer kunnen verzinnen dan het zogenoemde ‘Woonakkoord’, een plan waarvan in de praktijk al blijkt dat het in elk geval niet de kortetermijnproblemen aanpakt. Het lijkt wel of dit kabinet er niet in slaagt met voorstellen te komen die goed doordacht zijn. Ik ken een militair die dit jaar op zijn 57e met pensioen gaat. Dat pensioen wordt netjes uitbetaald tot zijn 65e verjaardag, maar dan valt hij in een AOW-gat van twee jaar. Het kabinet had daar niet over nagedacht en heeft er tot op de dag van vandaag geen oplossing voor gevonden. Die moet waarschijnlijk komen uit het overleg tussen sociale partners. Ik vind dat niet geruststellend, zeker niet in een tijd waarin onzekerheid onder consumenten een van de belangrijkste oorzaken van de langdurige crisis is. Onlangs is het cao-overleg in onze sector van start gegaan. Voor het eerst in jaren zit ik niet zelf aan de onderhandelingstafel, maar ik heb met genoegen de verrichtingen van onze nieuwe Branche Advies Raad gevolgd. De BAR heeft als opdracht met nieuwe ideeën te komen voor sociale innovatie in onze branche en daarbij ‘out of the box’ te durven denken. Blijkens het verhaal in deze Verf&Inkt, waarin enkele leden aan het woord komen, zijn zij daarin geslaagd. Dat is goed nieuws. Wat mij betreft kunnen we vanaf nu spreken van BARre tijden. Ik ben al vele jaren van mening dat de jaarlijkse koehandel over tijd en geld moet evolueren: weg van de waan van de dag, weg van het denken in cijfers achter de komma en óp weg naar een visie over de toekomst van onze industrie. Waar willen we naartoe, welke knelpunten onderscheiden we, wat doen we aan vergrijzing, hoe stimuleren we onze vakopleidingen, hoe maken we onze branche flexibeler en dus meer toegesneden op de uitdagingen van de toekomst. Kortom, werken aan modernisering van onze arbeidsvoorwaarden en daardoor kracht van onze sector. Wat dat betreft liggen wij mijlenver voor op het kabinet, dat er maar niet in slaagt een toekomstvisie voor ons land te ontwikkelen en niet verder komt dan praten over het huishoudboekje van de staat. Ik wens de cao-delegatie daarom BAR veel wijsheid en creativiteit toe. Misschien ter inspiratie van de Haagse politiek. Ben Berkel, voorzitter VVVF
7
Al meer dan 20 jaar de verwerker van verf & inkt afvalstoffen die vrijkomen bij de leden van de VVVF ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: John van den Berg (06-51422067) & Ron van Verk (06-51124004)
colofon
Branchenieuws
Joosten eindverantwoordelijke Decorative Paints bij AkzoNobel Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt zes keer per jaar. Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden. Redactie Dorine van Kesteren, Jos de Gruiter (hoofdredactie), Adriaan van Hooijdonk, Marloes Hooimeijer, Annet Huyser (eindredactie), Hans Klip en Anton Stig Redactieadres Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam 070 3378734
[email protected] Vo r m g e v i n g GrafischeZaken, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag Advertentie-acquistitie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS Den Haag Telefoon 070 3234070
[email protected]
© VVVF Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF.De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen.Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
verf&inkt 27 - 2013
Ruud Joosten wordt benoemd als lid van de Executive Committee verantwoordelijk voor Decorative Paints bij AkzoNobel. Na de algemene vergadering van aandeelhouders op 26 april volgt hij Tex Gunning op, die zijn bestuursfunctie bij de onderneming neerlegt en met pensioen gaat. Ruud Joosten is momenteel managing director van bedrijfsonderdeel Pulp and Performance Chemicals van AkzoNobel Specialty Chemicals. Joosten heeft ruime ervaring in Decorative Paints en was verantwoordelijk voor zowel volwassen markten als groeimarkten. In zijn nieuwe functie zal hij zich richten op het aanpassen van Decorative Paints aan de uitdagende marktomstandigheden in Europa en op het verder uitbreiden van de aanwezigheid in belangrijke groeimarkten.
Tex Gunning bracht ruim 25 jaar van zijn carrière door bij Unilever, met als laatste functie Business Group President. In september 2007 werd hij benoemd tot ceo van uitzendorganisatie Vedior. In 2009 trad hij toe tot de raad van bestuur van AkzoNobel. Gunning speelde een cruciale rol in de integratie van ICI’s verfactiviteiten in de organisatie van AkzoNobel. Daarnaast was hij verantwoordelijk voor de significante verbetering van Decorative Paints in Noord-Amerika, de herstructurering van de activiteiten in Europa en de omzettoename in groeimarkten. Verder heeft hij het merkenportfolio van Decorative Paints gerationaliseerd, wat zich onder andere uitte in een nieuwe wereldwijde merkidentiteit en de internationale ‘Let’s Colour’-campagne.
Sigma-werknemers verrassen schilders op tiende Nationale Schildersdag Ruim zestig teams van verfproducent Sigma Coatings bezochten op de (tiende) Nationale Schildersdag (3 april) bijna duizend schilderprojecten. Ze verrasten de schilders met koffie en koek. De Sigma-equipes wilden er hun waar-
dering voor de schilder mee uitdrukken. De teams bestonden uit medewerkers uit binnen- en buitendienst. “Ook in crisistijd is het belangrijk om te investeren in contacten”, aldus country manager Gert Rademaker van Sigma.
Gouden MIX Spijker voor Wijzonol In de categorie ‘Beste Productinnovatie 2012’ heeft Wijzonol met de marktintroductie van de Wijzonol Duurzame Latex een Gouden MIX Spijker gewonnen. De Gouden Spijkers werden uitgereikt tijdens de MIX Nationale DHZ sessie in Fort Voordorp in Groenekan. Commercieel Directeur Dieter Marquardt liet weten trots te zijn: “De Gouden Spijker is een mooie erkenning van de innovatiekracht van Wijzonol waarbij duurzame innovatie centraal staat. De Wijzonol Duurzame Latex bewijst dat wij niet alleen een duurzamere verf kunnen ontwikkelen, maar ook zo in de markt zetten dat de consument ervoor kiest. Het is een belangrijke bijdrage in het verduurzamen van verf.”
4 9
Optimaal voeden van mengers en processen
TITANIUM DIOXIDE • EFFECT PIGMENTEN ORGANISCHE PIGMENTEN • IJZEROXIDES
Automatisch efficiënt
Reitsma & Koree BV importeert hoogwaardige pigmenten voor een aantrekkelijke prijs uit China naar Europa. Wij vertegenwoordigen toonaangevende Chinese producenten van titanium dioxide, ijzeroxides, organische pigmenten en effect pigmenten. Ga naar www.reitsma-koree.com voor een uitgebreid overzicht van ons product assortiment. Reitsma & Koree BV • P.O.B. 56684 • 1040 AR Amsterdam • Nederland +31(0)203377464 • +31(0)620003947 • info@reitsma–koree.com • www.reitsma–koree.com
Voedingssystemen voor mengers : AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.
AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel. : +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02
www.azo.be
Uw partner voor kunststof verpakkingen voor: · · · ·
Pigmentpasta Watergedragen autoreparatielak Verf Drukinkt
Zowel standaard standaard potten als speciaalverpakkingen. nagenoeg restloos Zowel potten als leegbare speciaalverpakkingen. Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze 8408 opkijk deop Eurofinish Voor meer informatie en stand voorbeelden 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . www.bema.nl Deltastraat 14, 4301 RC Zierikzee
Tel. +31 111 418807
[email protected]
Branchenieuws
Purschuim uit bussen niet schadelijk Hans Broeders (Baril) overleden Oprichter en mede-directeur Hans Broeders van Baril Coatings is in februari overleden. Hij werd 60 jaar. In een reactie noemt de directie van Baril Coatings hem “een man van weinig woorden, herkenbaar voor hen die echt bij hem hoorden. Wij verliezen in hem een rotsvaste no nonsens vent en dat valt ons zwaar.”
AkzoNobel: nieuwe strategie en doelstellingen AkzoNobel wil in de komende jaren het rendement en de winstgevendheid verbeteren. De grootste verfproducent ter wereld wil voortbouwen op zijn leidende marktposities. Het kostenbesparingsprogramma wordt versneld. Dat maakte het concern eind februari bekend bij de presentatie van de nieuwe strategie. AkzoNobel leed in 2012 een verlies van 2,1 miljard euro. De onderneming wil onder meer dat het rendement op omzet, wat AkzoNobel definieert als operationeel resultaat gedeeld door de omzet, eind 2015 uitkomt op negen procent. Dat percentage ligt nu op 5,9 procent. Het beoogd rendement op investeringen moet dan veertien procent zijn, tegen 8,9 procent nu. De schuldratio (schulden afgezet tegen het operationeel resultaat) mag niet boven de twee uitkomen. AkzoNobel gaat verder uit van een omzetgroei van circa vier procent per jaar tot en met 2015. De maatregelen zijn bedoeld om meer kapitaal te genereren en operationele kwaliteitsverbetering te stimuleren. Daarbij wordt de nadruk gelegd op meer waarde voor aandeelhouders. Die zijn volgens analisten de afgelopen jaren minder beloond dan bij branchegenoten van AkzoNobel. Het concern zegt zich verder te willen concentreren op vier sectoren eindgebruikers: bouw en infrastructuur, transport, industrie en consumentengoederen. AkzoNobel heeft de volgende duurzaamheidsambities gedefinieerd: In 2020 bestaat twintig procent van AkzoNobels omzet uit downstream eco-premium-producten en in 2010 is de CO2-uitstoot verminderd met 25 tot 30 procent per ton product ten opzichte van 2012.
verf&inkt 27 - 2013
De Vereniging van Lijmen en Kitten (VLK) heeft naar aanleiding van mediaberichten over gezondheidsklachten na gebruik van purschuim het advies verspreid om purschuim in bussen te gebruiken. Het gebruik van purschuim in bussen is zonder gezondheidsrisico als de gebruiker de veiligheidsinstructies op het etiket opvolgt. Bussen purschuim bestaan voor het overgrote deel uit één component purschuim. Dit zijn producten die al gemengd zijn, voordat het in gebruik wordt genomen. Hierdoor kunnen tijdens het gebruik geen dampen vrijkomen. Eén component purschuim moet niet verward worden met twee component spray foam. Deze variant van purschuim is recent in de media gekomen door gezondheidsklachten na onjuist gebruik. Bij na-isolatie
van woningen wordt vaak spray foam gebruikt. Bij gespoten spray foam worden de componenten van polyurethaan op de bouwplaats met speciale machines, onder hoge druk en onder hoge temperatuur, verneveld en aangebracht. Wanneer de componenten in onjuiste verhoudingen worden gemengd, kunnen gezondheidsklachten ontstaan. Branchecoördinator Cees Pille betreurt het dat in de berichtgeving alle purschuim over één kam wordt geschoren. “Polyurethaanschuim heeft tal van toepassingen in matrassen en stoelbekleding. In deze producten is purschuim ongevaarlijk, omdat het al in de goede verhouding is gemengd. Purschuim in bussen draagt juist bij aan een duurzame woning. Het verlaagt het energieverbruik en voorkomt vocht en tocht.”
Netzsch Omega: dispergeren zonder maalparels “De Netzsch Omega overstijgt de huidige mogelijkheden. Het functioneel principe is gebaseerd op high shear krachten in combinatie met turbulentie. Deze werking wordt gerealiseerd in de NDD (Netzsch Dispersing Device), een soort jet nozzle waarin snelheden van meerdere honderden meters per seconde worden gerealiseerd. Er worden geen maalparels gebruikt bij deze technologie en reiniging is snel en eenvoudig. Hierdoor is een vlotte en probleemloze wisseling van kleur mogelijk.” Aldus technische handelsonderneming E&R uit Vlaardingen over de Netzsch Omega. “Dispergeren is vaak de belangrijkste waardeverhogende stap
in het productieproces van kwalitatief hoogwaardige coatings. Het hoofddoel van de Netzsch Omega is het reduceren van agglomeraten tot primaire partikeldeeltjes, evenals het homogeniseren van alle componenten in het product/de receptuur”, aldus E&R. “De interactie van veel invloedrijke parameters zoals pigmenttype, structuur, dispergeermiddel, bindmiddelsysteem, vloeistofmatrix, rheologie en dispergeertechniek zijn complex. In de voorgaande jaren zijn bestaande processen en technieken zoals parelmolens al zo ver als mogelijk geoptimaliseerd.” “Aangezien echter dispergeren de kwaliteitsbepalende stap is, en kwaliteitseisen steeds hoger liggen, constateren producenten vaak een hoog energieverbruik, aanzienlijke slijtage en verbruikskosten. Een compromis tussen de gewenste kwaliteit en anderzijds enkele milieubelastende en kostprijsverhogende factoren. Sinds langere tijd kijkt de industrie uit naar een meer kostenbesparende en energieverbruik reducerende manier van dispergeren. In veel toepassingen wordt een reductie van het energieverbruik gerealiseerd van meer dan 50 procent ten opzichte van bestaande systemen.” E&R levert, installeert en onderhoudt procesmachines, laboratoriumsystemen, maalmedia en componenten voor de solids- en liquid-verwerkende industrie.
11
verf & markt
Afzet zeven procent omlaag in 2012
Verfindustrie voor derde jaar op rij in de min Voor de derde achtereenvolgende keer heeft de verfindustrie een jaar met rode cijfers afgesloten. In 2012 daalde de binnenlandse afzet met bijna tien procent. De geringe stijging van 0,3 procent van de afzet op exportmarkten compenseerde de problemen op de thuismarkt niet: de totale afzet daalde met 7,3 procent. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
2012 was het derde jaar op rij waarin de Nederlandse verfindustrie de afzet zag dalen. Het was tevens het slechtste jaar van de drie. In 2011 daalde de binnenlandse afzet met 6,1 procent en steeg de export met 2,0 procent ten opzichte van 2010. De totale afzet kwam daardoor uit op min 2,8. Als gevolg van de gestegen grondstofprijzen eindigde de omzet in 2011 nog in de plus. In 2010 daalde het volume op de thuismarkt met 7,5 procent en daalde de export met 2,5 procent. De gestegen grondstofprijzen zorgden er in dat jaar voor dat de omzetontwikkeling op 0,0 procent uitkwam. 2009 was het laatste jaar dat zwarte cijfers liet zien. “Ik zit al lang in de verfindustrie en dit heb ik nog nooit meegemaakt”, reageert directeur Berend ten Doeschate van industrielakfabrikant Schaepman’s Lakfabrieken in Kampen. “Schaepman zit nauwelijks in de bouw- en doe-het-zelfmarkt. Wij zijn afhankelijk van ontwikkelingen in de industrie. Die markt daalt al sinds in de jaren zeventig de trek naar goedkope
12
verf & markt
Ten Doeschate: ‘Ik zit al lang in de verfindustrie en dit heb ik nog nooit meegemaakt’
landen inzette, maar in die tijd hebben bouw- en doehet-zelfverven altijd een stijging te zien gegeven. In de jaren tachtig kampten we ook met malaise op de huizenmarkt. Dat had toen niet dezelfde impact op de bouw- en doe-het-zelfverven als nu. Hooguit stagneerde de stijging van de afzet korte tijd. Die tendens is nu dus doorbroken.”
Industrielakken Schaepman produceert industrielakken voor sectoren als de hout- (meubelen, dakplaten), kunststof- (medische apparatuur, scheerapparaten), metaal- (truckchassis, heftrucks), papier- (papiervernissen, blisterlakken) en glasindustrie (puien, autoruiten). Het bedrijf boekt een jaaromzet van zo’n twintig miljoen euro en telt een kleine zeventig medewerkers. Door de gestage uittocht van de Nederlandse maakindustrie naar lagelonenlanden is het percentage industrielakken in de totale Nederlandse verfproductie in veertig jaar tijd gedaald van bijna een kwart tot nog geen ze-
verf&inkt 27 - 2013
ven procent. Een ontwikkeling waarvan Schaepman de negatieve gevolgen ondervond. “Onze crisis duurt al langer dan in andere sectoren van de verfindustrie”, constateert Ten Doeschate dan ook. “In 2008 lag ons volume al lager; alleen door een paar overnames kregen we het weer in de plus.” In 2009 nam Schaepman van DIC Eques Coatings uit Oss (de voormalige lakfabriek van Philips) alle specialties behalve de DVD-lakken over. Het bedrijf produceerde voornamelijk industriële coatings voor aan de elektronische industrie gerelateerde producten. Dankzij de overname maakte Schaepman in 2010 weer winst. Ten Doeschate: “In 2012 was het volume iets lager, maar zeker geen negen procent, zoals elders in de branche. Dankzij een iets hoger prijsniveau bleef de omzet gelijk aan die van 2011. Maar het had wel vier jaar geduurd voordat we de omzet van 2007 hadden geëvenaard.” Het boekjaar van Schaepman begint in december. Over de eerste vier maanden van zijn nieuwe jaar is Ten Doeschate niet ontevreden. “Tot mijn verbazing is het volume niet gedaald en is de omzet behoorlijk gestegen.” Cynisch: “Ik zit eigenlijk te wachten op de eerste jobstijding, maar tot nu toe loopt het heel behoorlijk.”
Muurvast Het totaalbeeld is gewoon slecht, stelt stafmedewerker Gerben Dijkstra van de VVVF somber vast. “De omzetcijfers wekken nog de indruk dat er iets wordt verdiend, maar dat geld gaat op aan de gestegen grondstofprijzen.” De autoreparatielakken geven een omgekeerd beeld te zien: de afzet steeg met bijna vijf procent, maar de omzet daalde met 1,6 procent. Dijkstra: “Er waren in 2012 dus veel aanrijdingen met blikschade, maar door druk van de verzekeraars daalden de prijzen.” “Alles bij elkaar zitten we voor het derde achtereenvolgende jaar in de min, en nu heel stevig”, zegt Dijkstra.
“De afzet in de bouw was 9,4 procent negatief. In de timmerfabrieken zelfs min 15,7 procent. Maar de grootste daling is te zien in de DHZ-markt. Die maakt meer dan 60 procent uit van de totale jaarlijkse verfplas en daar daalde de afzet met ruim twintig procent.” De afzet naar de scheepsbouw daalde met bijna negen procent (omzet -5,3 procent), de markt voor staalconservering ging een procent omlaag. Dijkstra: “Dat cijfer wordt geflatteerd door overheidsopdrachten die naar voren zijn geschoven. Ons grootste zorgenkind blijft natuurlijk de bouw. Die zit nog muurvast. Dit jaar is het
4
Afzetvolume over drie jaar (in procenten t.o.v. voorgaand jaar) Afzet binnenland Export % 2010
2011
2012
3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
13
NETZSCH OMEGA®
Economic Dispersionizer ... Taking Dispersion One Step Further
Effective dispersion of particle and pigment agglomerates Simple integration into existing processes, no special adaptation necessary Noticeablyy reduced heat development during dispersion
High throughput Low energy consumption Reduced maintenance cost Easy cleaning and faster product change Compact
E & R B.V.
www.EandR.nl
www.netzsch.com
verf & markt
laagste aantal nieuwbouwwoningen sinds 1952 voorzien. In dat jaar startten de bouwstatistieken, dus er is nog nooit zo weinig nieuwbouw geweest.” De eerste maanden van 2013 zijn daarbij voor de bouwgerelateerde afzet niet hoopgevend geweest. De huizenverkoop zakte na de jaarwisseling verder in en de aanhoudende kou maakte het bepaald geen gunstig schilderweer.
Weinig signalen Dave Koppelaar is sales director Sikkens Verkoop bij AkzoNobel Decorative Coatings. De cijfers over 2012 verrassen hem niet. “Je kunt ze niet één-op-één vertalen naar de resultaten van AkzoNobel, maar de dalende trend is herkenbaar. Ze tonen in elk geval aan dat onze branche nog steeds keihard wordt geraakt door de recessie en door problemen in nieuwbouw en onderhoud.” Afgelopen december maakte AkzoNobel bekend de Decorative Paints-activiteiten in Noord-Amerika te verkopen aan PPG Industries. Deze activiteit behaalde in 2011 een omzet van 1,5 miljard dollar (ongeveer zeven procent van de totale omzet) en telde 5.000 medewerker bij acht fabrieken. PPG Industries betaalt ruim een miljard dollar voor de overname. AkzoNobel blijft met Performance Coatings en Specialty Chemicals actief op de Amerikaanse markt. AkzoNobel heeft de strategische keuze gemaakt de Decorative Paints-activiteiten te concentreren op haar belangrijke markten in Europa en sterke posities in regio’s met hoge groei.
Afzetvolume in 2012 (in procenten t.o.v. 2011) %
Bouw
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
verf&inkt 27 - 2013
Doe-het-zelf
Industrie
Dijkstra: ‘Voor derde jaar in de min en nu heel stevig’ Koppelaar: “Dat maakt duidelijk dat voor AkzoNobel de Aziatische en de Europese markten van groot belang zijn. En binnen Europa is Nederland een belangrijke afzetmarkt. De problemen op de binnenlandse markt raken ons dus ook.” Hij voorziet nog geen kentering. “2013 blijft heel moeilijk. Verder kijken vind ik lastig, maar ik zie weinig signalen dat er op middellange termijnen spectaculaire verbeteringen te verwachten zijn.” Het door vijf Kamerfracties gesteunde Woonakkoord van minister Blok, zal de branche weinig respijt bieden, vreest hij. “De Kabinetten Rutte 1 en 2 hebben tot nu toe niets wezenlijks gedaan voor de bouw. Het Woonakkoord zal ook weinig opleveren.” Dat vindt ook Gerben Dijkstra. “Woningcorporaties krijgen niet meer financiële armslag en uit reacties uit de markt blijk dat half aflossingsvrije hypotheken niet aantrekkelijk gevonden worden. Het blijft teleurstellend dat de bouw en de woningmarkt niet substantieel gestimuleerd worden. De verfindustrie lijdt daaronder. Voor ons is het sinds 2009 al crisis.” Ten Doeschate: “Het klopt dat de overheid weinig substantieels voor ons doet, maar belangrijker is het dat de huizenprijzen naar een normaal niveau zakken. Dan pas komt de markt in beweging. Huiseigenaren moeten accepteren dat hun huis 30 procent minder waard is, met alle problemen van dien, zoals hoge restschulden. Voor het zo ver is moet er nog heel wat water door de Rijn stromen.”
Werkgelegenheid Drie jaar op rij geconfronteerd worden met een afnemend afzetvolume, stagnering van de omzet en stijgende grondstofprijzen zou moeten leiden tot
ernstige aantasting van de vermogenspositie en verlies van werkgelegenheid. In de verfindustrie gaat dat proces sluipenderwijs. Tussen 2008 en 2012 verloor de branche grofweg 1.000 van de 6.000 arbeidsplaatsen. Reorganisaties vonden vooral plaats bij de grotere bedrijven. Dijkstra: “Veel kleinere fabrikanten zijn familiebedrijven. Die hebben iets meer vet op de botten en zijn meer gericht op de langere termijn. Bovendien zien die bedrijven het belang van behoud van kennis. Je schiet er niets mee op als je nu mensen laat vertrekken om er straks, als de markt aantrekt, achter te komen dat je deskundigheid mist. Tot het uiterste zullen zulke bedrijven hun mensen in dienst willen houden, maar daar zijn natuurlijk grenzen aan en die grenzen komen angstig dichtbij. Hoopgevend is dat juist kleine bedrijven in deze crisis nieuwe exportmarkten voor hun producten hebben gezocht.”
Staalconservering Hempel is een van ‘s werelds grootste leveranciers van coatings voor de marine-, decorative-, protective-, jacht- en containermarkt. Het bedrijf is actief in 45 landen en telt 5.000 medewerkers “Hempel heeft een goed jaar gehad”, vertelt manager Oil & Gas Robert Groot. “Het beeld lijkt gekanteld: waar de markt voor staalconservering lang slecht was en de bouw- en DHZ-verven bleven groeien, was het in 2012 omgekeerd. Ik denk dat we voor het eerst in jaren kunnen spreken van een stabiele gezonde situatie in de staalbouw, met de kanttekening dat in de civiele bouw geen droog brood te verdienen was. We moeten het nu hebben van projecten in de olie- en gasindustrie en de infrastructuur en van een product als brandvertragende coatings. 2012 was daarmee geen uitzonderlijk goed of slecht jaar. We hebben onze targets gehaald en dat is in de huidige tijd al een mooi resultaat.” Volgens Groot is weinig te merken van het naar voren halen van overheidsopdrachten. “Laat ik zeggen dat dat beter zou kunnen.” Voor 2013 en volgende jaren is hij hoopvol gestemd. Daarmee is hij een uitzondering in de zwaar getroffen verfbranche. •
Omzet in 2012 (in procenten t.o.v. 2011) %
Bouw
Doe-het-zelf
Industrie
0 1 2 3 4 5 6 7 8
15
verf & innovatie
Nieuwe vindingen op de Coatings Innovatiedag Tijdens de Coatings Innovatiedag op 25 april, een initiatief van de VVVF en de Nederlandse Vereniging van Verftechnici (NVVT), presenteren tien onderzoekers hun nieuwe vinding. In Verf & Inkt alvast een voorproefje: een antibacteriële coating, een nieuwe dispergeertechnologie voor watergedragen lak en Sol-Gel-technologie als voorbehandeling van hout. Te k s t : D o r i n e v a n K e s t e r e n Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Ton Loontjens: ‘Antibacteriële coating vermindert infectiegevaar’ De senioren van tegenwoordig willen tot op hoge leeftijd kwiek op de ski’s of de tennisbaan staan. Het vervangen van knieën, heupen of delen van het hart is dus aan de orde van de dag. Maar het menselijk lichaam is complex en twee tot tien procent van alle ingebrachte implantaten veroorzaakt infecties. En daar komt de uitvinding van professor Ton Loontjens om de hoek kijken: een coating met antibacteriële eigenschappen. “Coatings zijn kansrijk omdat daarmee alle bestaande implantaten antibacterieel gemaakt kunnen worden. Op dit moment worden de meeste kunststoffen en metalen zonder coating in het lichaam gebracht. Een uitzondering zijn katheters die worden gecoat met verven die zilver bevatten. Dat werkt slechts zeer matig, dus er is nog veel verbetering mogelijk.” De coating van Loontjens, parttime hoogleraar materiaalkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en voor zijn pensionering onderzoeker bij DSM, moet infecties tegengaan. “Tijdens een operatie is het onmogelijk om te voorkomen dat er bacteriën in de wond komen. De lucht zit ermee vol en ook de lichamen van de dokters en verpleegkundigen. Normaal gesproken zijn mensen in staat om daarmee om te gaan, maar iemand die net is geopereerd, is natuurlijk extra vatbaar. Mijn coating zorgt dat de bacteriën, die via het kunststof of metaal van het implantaat in het lichaam komen, zo snel mogelijk gedood worden.”
lende biomedische toepassingen. Dat is handig, want de coating voor een heupprothese moet bijvoorbeeld aan andere eisen voldoen dan die voor een pacemaker. “Het is niet alleen mogelijk de coating antibacterieel te maken, maar ook waterminnend of juist waterafstotend. We kunnen ook een coating maken die de groei van lichaamscellen bevordert, afhankelijk van de vraag of een implantaat in het omringende weefsel moet ingroeien of juist niet.” Coatingfabrikanten kunnen de coating dus precies zo maken als hun klanten - de makers van medische hulpmiddelen - dat willen. “Natuurlijk is er al een aantal kant en klare voorbeelden, zoals een coating die de celhechting verbetert, maar de fabrikanten kunnen er zelf ook nog aan sleutelen. Via een chemische koppeling kunnen bioactieve verbindingen vastgezet worden op het oppervlakte van het implantaat, en daarmee kunnen zij de specifieke eigenschappen creëren die nodig zijn.” Loontjens heeft het product nog niet op de markt gebracht. De plannen daarvoor zijn ook nog in een prema-
Platform De coating van Loontjens bestaat uit twee delen: een stabiele basis - het ‘platform’, in zijn woorden - en een stof die al naar gelang de gewenste eigenschappen aangebracht kan worden. De basis is dus hetzelfde, en kan daarna geschikt gemaakt worden voor verschil-
16
“Via een chemische koppeling kunnen bioactieve verbindingen vastgezet worden op het oppervlakte van het implantaat, en daarmee kunnen zij de specifieke eigenschappen creëren die nodig zijn.”
tuur stadium. “Naast mijn hoogleraarschap heb ik een bv, en ik zou hierbij graag met iemand samenwerken.” Vertrouwen in de commerciële kansen heeft hij zeker. Alleen al omdat zijn coating de zorgkosten kan verminderen. “De mensen worden steeds ouder en het belang van succesvolle gewrichtsvervanging neemt toe. Op dit moment krijgt één tot twee procent van de mensen met een nieuwe heup te maken met infecties. In het slechtste geval moet het gewricht er weer worden uitgehaald en de patiënt na een antibioticakuur nog een keer worden geopereerd. Bedenk eens wat dat allemaal kost: een dubbele operatie, een dubbel heupimplantaat, extra liggeld in het ziekenhuis…”
Dirk Mestach: ‘Dispergeertechnologie is breder inzetbaar dan we dachten’ Het doel van onderzoeker Dirk Mestach van grondstofleverancier Nuplex was de eigenschappen van watergedragen meubellak te verbeteren. Ofwel: oplosmiddelhoudende systemen evenaren of zelfs overtreffen. “Watergedragen meubellak wordt tegenwoordig breed ingezet: van een tafeltje van Ikea tot hele designkeukens. Maar het nadeel van dit type lak is dat bepaalde vlekken er niet of heel moeilijk uit te verwijderen zijn. Als er water komt op verf die wateroplosbare componenten bevat, neemt de lak een gedeelte van dat water op. En als er in dat water dan ook nog kleurstoffen en vetachtige substanties zitten, worden die ook in de film gezogen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij koffie- en mosterdvlekken.” Uiteindelijk heeft Mestach een dispergeermiddel ontwikkeld dat niet gebaseerd is op wateroplosbare polymer: dispergeerhars. Het dispergeren van pigment in water is nodig voor een optimale werking van het pig-
verf & innovatie
Niels Lutke Schipholt: ‘Zonder duurzame hechting verweert coating veel sneller’
“Eerst maak je de pigmentdeeltjes zo fijn mogelijk. Vervolgens zorg je dat de pigmentdeeltjes die je uit elkaar hebt gehaald, niet meer bij elkaar gaan klitten.”
ment, waarbij zo min mogelijk pigment zoveel mogelijk verfkracht heeft. “Eerst maak je de pigmentdeeltjes zo fijn mogelijk. Vervolgens zorg je dat de pigmentdeeltjes die je uit elkaar hebt gehaald, niet meer bij elkaar gaan klitten. Daarvoor moet je die deeltjes bedekken met een dispergeermiddel. Tot voor kort werden hiervoor wateroplosbare polymeren gebruikt, maar wij hebben nu ontdekt dat het ook kan met een ander soort polymeerdeeltjes. In plaats van een wateroplosbaar laagje vormen deze een soort fysische barrière rond de pigmentdeeltjes.”
Breder inzetbaar Het mooiste wat een onderzoeker kan overkomen, is dat het nieuwe product onverwachte positieve eigenschappen heeft. Zo bleek de dispergeertechnologie van Mestach niet alleen inzetbaar voor meubellak, maar ook voor professionele lakken voor binnen- en buitenshuis. Daarnaast heeft Mestach ontdekt dat er vijf tot tien procent minder titaniumdioxide nodig is om de lak de juiste dekkracht te geven. “Dat is duurzamer én goedkoper. Titaniumdioxide is schaars en heeft ook nog eens een hoge carbonfootprint.” De derde ‘bonus’ is dat de kleuracceptatie van de kleurpasta’s groter is, zodat mengmachines minder pasta nodig hebben. “Dat is een voordeel voor de lakproducenten, omdat die pasta’s duur zijn. En omdat de stabilisatie van de kleurpigmenten beter is en de vloei van de lak ook, ontstaan er minder kwaststrepen.” Nuplex heeft de technologie inmiddels vercommercialiseerd. In maart had de nieuwe dispergeerhars een prominente plaats in de stand van het bedrijf tijdens de European Coatings Show in Neurenberg. “Een aantal van onze klanten wil de technologie nu implementeren. Dat zijn niet alleen lakproducenten in Nederland, maar in heel Europa. Ons eerste product was specifiek gericht op de meubelindustrie, maar we praten ook over aangepaste versies. Bijvoorbeeld over houtlak voor buiten.”
verf&inkt 27 - 2013
Met een tussenlaag van Sol-Gel blijft de coating op het hout van gevelbekleding, pergola’s, hekken en carports langer mooi. Dat is in een notendop de ontdekking van onderzoeksbureau SHR. Het nieuwe zit hem niet in de Sol-Gel-techniek op zichzelf, maar in het gebruik ervan. Projectmanager Niels Lukte Schipholt: “Sol-Gel bestaat misschien al wel honderd jaar. Het wordt gebruikt om de hechting tussen coatings en kunststof en metaal te verbeteren. Op hout werd het alleen toegepast als verduurzamingsmiddel; daarna werd het hout niet verder afgewerkt en verweerde het op een natuurlijke manier. Wij hebben nu aangetoond dat je Sol-Gel op hout op dezelfde manier kunt gebruiken als op kunststof en metaal.” De Sol-Gel-primer – losse moleculen die met elkaar een dunne, gelachtige film vormen en vervolgens chemisch uitharden – komt als een soort voorbehandelingslaag op het hout. Daarna komt er een coating overheen: beits of lak. De Sol-Gel-chemie zorgt dat de coating langer en beter hecht op het hout. “Deze manier van verwerken is laagdrempelig en sluit aan bij de huidige praktijk. Men is immers nu al gewend om verfsystemen in twee of drie lagen aan te brengen.”
Onderhoud De nieuwe techniek zal het meest gebruikt worden bij gevelbekleding, verwacht Lutke Schipholt. “In Nederland zijn heel wat vierkante kilometers aan houten schroten tegen de gevels aangeslagen. Kijk maar eens om je heen in een gemiddelde nieuwbouwwijk.” Het probleem is dat het hout in deze toepassing sterk krimpt en zwelt, waardoor er veel stress op de verflaag komt. “Het hout neemt water op en staat het weer af, de zon staat erop. Door die grote stress komen er snel barsten in de verflaag. Een niet-filmvormende coating die je zonder Sol-Gelvoorbehandeling aanbrengt op gevelbekleding, verweert binnen twee tot drie jaar helemaal.” De Sol-Gel-innovatie is het resultaat van het stageproject van een student. SHR heeft er in commercieel opzicht nog niets meegedaan. Dat is ook in dit stadium nog niet mogelijk, zegt Lutke Schipholt. “Dan moeten we eerst de commerciële recepturen nader bekijken. We weten bijvoorbeeld nog helemaal niet hoe duur het spul is. Maar wij willen geïnteresseerde partijen graag helpen bij de vercommercialisering. Dan denk ik aan een ketenaanpak: niet alleen coatingfabrikanten die het voorbehandelingsmiddel willen leveren, maar ook bedrijven die de gecoate gevelpanelen verkopen.” Ondanks dat de daadwerkelijke kosten nog niet bekend zijn, verwacht Lutke Schipholt wel voldoende interesse.
Vooral omdat de onderhoudsvrije termijn veel langer wordt. “De bewoners van huizen met gevelbekleding krijgen doorgaans tien jaar garantie en denken dus dat ze er al die tijd niets aan hoeven te doen. Als de kleur dan na één of twee jaar minder wordt, zeggen ze: dat klopt niet, want ik heb tien jaar garantie. Maar dat is alleen de garantie dat het hout niet gaat verrotten binnen die tijd. Onze technologie brengt de onderhoudsvrije termijn meer in lijn met wat de garantie suggereert, en dat is hartstikke interessant voor een heleboel bedrijven.” •
“Onze technologie brengt de onderhoudsvrije termijn meer in lijn met wat de garantie suggereert, en dat is hartstikke interessant voor een heleboel bedrijven.”
De Coatings Innovatiedag De Coatings Innovatiedag is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met de innovatie van coatings: van kennisinstelling tot verf- en drukinktfabrikant. Er zijn interessante sprekers over innovatie en duurzaamheid en tien pitches van topwetenschappers en onderzoekers. Deskundigen en beleidsmakers uit de kenniswereld en de verf- en drukinktindustrie kunnen elkaar ontmoeten en gezamenlijk nieuwe projecten uitwerken. Het doel van de VVVF en de NVVT is hun leden op de hoogte te brengen van de nieuwste technologische ontwikkelingen. Voor kennisinstellingen biedt de Coatings Innovatiedag de mogelijkheid om zich te presenteren. Uiteindelijk kan de match leiden tot nieuwe innovatieve samenwerkingsverbanden, aldus de organisatoren. De Coatings Innovatiedag wordt gehouden op donderdag 25 april van 10.30 uur tot circa 16.00 uur in het Evoluon in Eindhoven. De kosten voor deelname bedragen 121 euro voor niet-leden, 60,50 euro voor leden van de VVVF of NVVT en 30,25 euro voor studenten. Deze bedragen zijn inclusief btw. Meer informatie is te vinden op de website van de VVVF.
17
De mens achter
John Uilenberg (Den Braven):
‘Als ik het penseel pak, kan ik wegzakken in een doek’ Als hij zou willen, kon hij misschien best leven van zijn schilderkunst. Aan afnemers van zijn olieverfportretten geen gebrek. Zelfs bekende landgenoten als Marco Borsato en Frans Bauer hebben werk van hem. Zijn geheim? “Waarschijnlijk dat ik niet zo nodig móet.” Toch is schilderen niet meer dan een uitlaatklep. “Mijn baan gaat driehonderd procent voor.” Kennismaking met John Uilenberg, commercieel directeur kitten, lijmen en schuimen bij Den Braven Sealants in Oosterhout. Te k s t : A n t o n S t i g Foto: Pet van der Luijtgaarden Of het gaat om het schilderen van een portret, het maken van een bijbehorende website www.portretschilder.com, het binnenhalen van een order, het jagen op hazen, het hengelen naar karpers, John wil niet ‘gemiddeld’ zijn. Hij streeft er altijd naar om bij de koplopers te zitten. Een karaktertrek die hij van zijn vader heeft. Met dank aan een ‘straffe opvoeding.’ “En aan een paar handen als kolenschoppen”, voegt hij er grijnzend aan toe. Van zijn vader heeft hij ook verantwoordelijkheidsgevoel meegekregen. Dat alles onder het motto ‘als je iets doet, doe het dan goed, anders kun je het net zo goed laten’.
Uitdaging Wat John verbaast, is dat mensen vaak alles van hun hobby weten. “Maar als je doorvraagt naar de materie waarin ze hun brood verdienen, merk je nog wel eens dat ze het antwoord schuldig moeten blijven.” Juist in het vergaren van kennis ziet Uilenberg een grote uitdaging. “In mijn werk doe ik er alles aan om meer te weten dan de klant. Weet je iets niet, ga dan geen dingen beweren, maar vergaar die kennis alsnog en kom er bij de klant op terug. Zo
18
heb ik mezelf door de jaren heen in de praktijk geschoold en gevormd. Om in de commercie te slagen zijn echter twee dingen essentieel: je moet interesse hebben en je moet echt wíllen.”
We r e l d v a n k i t t e n De zakelijke interesse van de in Gorinchem geboren (1960) en getogen Uilenberg (vader van een dochter van 30 en een zoon van 27) ligt al meer dan 25 jaar in de wereld van kitten, lijmen en schuimen. En dan in het bijzonder in de succesvolle verkoop ervan. Ook daarin wil hij vooraan in het peloton strijden. Hij werkt in “een geweldige tak van sport” en Den Braven is “een fantastisch bedrijf”. Hij startte er in 1987 als vertegenwoordiger, in 1999 werd hij er commercieel directeur. Zijn zoon is inmiddels ook binnen de Den Braven Groep actief: bij een dochteronderneming op de afdeling customerservice. Den Braven is een van oorsprong Brabants familiebedrijf dat na de oprichting door Cees den Braven in de jaren zeventig snel uitgroeide tot een wereldwijd opererend concern. Een multinational waar tegenwoordig
1.200 mensen hun boterham verdienen. Met producten die worden toegepast in sectoren als de bouw, de maritieme wereld en de (automotive)industrie. Volgens John maakt die brede doelgroep het in 2010 door Nederlandse investeerders overgenomen familiebedrijf minder kwetsbaar voor economische tegenwind. En omdat lijmen en kitten steeds vaker worden toegepast als alternatief voor schroeven, moeren, spijkers en bouten, liggen er in de bouw nog altijd groeikansen. De ‘one stop shop’ voor lijmen, kitten en PU-schuimen is volgens John inmiddels uitgegroeid tot een mondiale topvijf- speler in de branche. Een ontwikkeling waarvan hij een groot deel heeft meegemaakt.
Kunstenaar Uilenberg had kunstenaar willen worden, maar daarvoor stak zijn no nonsense vader een stokje. Toen hij als zestienjarig ventje zijn mavodiploma op zak had, kreeg hij te horen: “Als het je niet lukt om binnen veertien dagen werk te hebben, ga je maar met mij mee.” Uilenberg senior was op dat moment als verfspuiter werkzaam bij De Jong’s Timmerfabriek in Bergambacht. Met zijn techni-
De mens achter
“Ik wist van toeten noch blazen als het om kitten, lijmen, laat staan om schuimen ging. Ik kreeg een opleiding van een minuut of twintig van toenmalig technisch adviseur Piet Bink.”
sche aanleg begon John, de jongste van drie broers in het gezin Uilenberg, daarom maar rap als ijzervlechter op een betonfabriek. Maar toen hij de kans kreeg van zijn hobby (vissen) zijn werk te maken, was hij de koning te rijk. Hij ging in zijn woonplaats aan de slag als verkoper en hengelbouwer in een winkel voor hengelsportartikelen. John hoopte op een dag de winkel te kunnen overnemen, maar toen zich onverwacht een koper aandiende, viel dat plan in duigen.
In het diepe gegooid Geen nood, want plaatsgenoot en fervent sportvisser Wim, de zoon van kitmagnaat Cees den Braven, bood aan een gesprek met zijn vader te regelen. “Na een onvergetelijk sollicitatiegesprek werd ik onmiddellijk in het diepe gegooid”, herinnert John zich nog. “Ik wist van toeten noch blazen als het om kitten, lijmen, laat staan om schuimen ging. Ik kreeg een opleiding van een minuut of twintig van toenmalig technisch adviseur Piet Bink, voor velen een begrip in de branche. Ontzettend veel geleerd: vallen, opstaan, met handen en voeten werken, lol maken, maar toch ook hoe je succes moet bereiken.”
verf&inkt 27 - 2013
Hij is dankbaar dat hem die kans destijds is gegund. Cees den Braven is een meester in het vergaren van mensen met de juiste talenten om zich heen, is zijn overtuiging. “Mensen die, zoals hij zelf uitdrukte, de juiste ‘bloedgroep’ hebben. Personen die de mouwen oprollen en niet zeuren, maar gewoon doen. En die opereren met een verantwoordelijkheidsgevoel alsof het bedrijf van hen is. Ik denk zomaar dat hij dat toen ook zo bij mij heeft aangevoeld.”
Shell-stratenboek Uilenberg, die in een zesdaagse werkweek België veroverde met het stratenboek op schoot, is vanwege zijn praktische kennis en kunde binnen de Den Braven Groep tegenwoordig nauw betrokken bij het herstructureren van de verkoop. Hoe die wordt aangepakt? Waar in het verleden vooral ‘op het gevoel’ werd gewerkt en verkocht, zijn nu de cijfers sturend. “De klant zal het merken aan een nieuwe marktbenadering, aan vernieuwende producten, kortom, aan slimme zaken en aan degelijke schappenplannen.” Hoewel Den
Braven tegenwoordig over een eigen grondstoffenfabriek beschikt in Frankrijk en meer op dat front wil investeren, is het bedrijf voornamelijk ‘compounder.’ Net als de verffabrikant die grondstoffen inkoopt en mengt en formuleringen bedenkt. Het bedrijf is daardoor in staat een mix aan te bieden: eigen A-merken en custom-made producten, of private labels, in kleine en grote volumes. “Daarnaast zijn we flexibel en investeren we veel tijd en geld in onderzoek en ontwikkeling. Dat alles vormt onze grote kracht.” Uilenberg is niet van plan te stoppen om fulltime te gaan schilderen. “Als ik naar mijn werk rijd, moet ik het gevoel hebben dat ik welkom ben. En als ik naar huis ga, het gevoel dat ik weer iets heb toegevoegd. Daarom is dit werk nog steeds een groot deel van mijn leven. Ik heb bijna letterlijk met de kitkokers onder mijn kussen geslapen. Er stroomt nog net geen kit of schuim door mijn bloed, maar zo voelt het wel. Ik reken mezelf niet tot de kunstenaars. Ik schilder gewoon plaatjes, zeg ik altijd maar. Maar als ik gestrest ben en het penseel pak, verdwijnt de hele wereld en kan ik helemaal in een doek wegzakken.’’
19
Branchenieuws
Woonakkoord: beperkte reparatie van regeerakkoord Het woonakkoord dat vijf politieke partijen onlangs hebben opgesteld, haalt enkele scherpe kanten van het regeerakkoord af, maar kan niet voorkomen dat het beleid de woningvraag en de bouwproductie nog steeds stevig afremt in deze kabinetsperiode. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in de deze maand verschenen notitie ‘Woonakkoord - effecten op bouwproductie en werkgelegenheid’. De belangrijkste aanpassing is de verruiming van het huurbeleid in combinatie met beperking van de verhuurderheffing. Hierdoor vallen de investeringen niet terug met ruim een miljard euro - zoals het gevolg zou zijn van uitvoering van het Regeerakkoord - maar met ongeveer 0,3 miljard. Een nadeel van het woonakkoord voor de bouwinvesteringen en de doorstroming op de woningmarkt is daarentegen de beperking van de huurstijging. Dit is gunstig voor zittende huurders,
maar de bouwproductie zal hierdoor naar verwachting 0,25 miljard lager uitvallen in vergelijking met uitvoering van de oorspronkelijke maatregelen uit het regeerakkoord. De maatregel om de btw te verlagen is gunstig voor het onderhoud en renovatiewerk dit jaar en heeft een impuls op de bouwproductie van ongeveer 0,6 miljard. De maatregelen in het woonakkoord die specifiek zijn gericht op de koopsector hebben daarentegen nauwelijks effect op de woningvraag en de bouwproductie. De belangrijkste kans hier ligt bij het snel uitwerken van het plan rond de nationale hypotheekobligatie. Hierdoor zou de hypotheekrente moeten kunnen dalen. Indien een structurele verlaging van de hypotheekrente met een half procentpunt kan worden gerealiseerd, dan levert dit op jaarbasis in de komende jaren bijna 20.000 fulltime banen op in de bouwsecto.
Nuplex zet overeenkomst met Keyser & Mackay voort Keyser & Mackay zet de distributie van Nuplex-producten in de Benelux voort. Nuplex maakte dit onlangs bekend. Het bedrijf noemt het ‘tekenend voor de succesvolle relatie’ tussen de partners dat Keyser & Mackay ook de Viverso-producten en de additionele productlijnen zal distribueren die Nuplex heeft overgenomen van Bayer MaterialScience. Keyser & Mackay is agent en distributeur van ‘performance en specialty chemicals’ en machines, met een uitgebreid netwerk in Centraal Europa.
Watergedragen bio alkydhars van DSM
Schimmelwerende coating van Inducoat ‘inspirerende innovatie’ Product Development & Management Association (PDMA) heeft voor het boek ‘Goed Nieuws uit Nederland 2013’ de schimmelwerende coating van Inducoat geselecteerd als 1 van 50 ‘inspirerende innovaties’. PDMA. nl is een beroepsvereniging voor productinnovatie. De organisatie richt zich op midden en hoger kader in bedrijfsleven en academische wereld.
20
Inducoat is specialist in antimicrobiële coatings. Het internationaal opererende bedrijf staat bekend om haar innovatieve producten ter bestrijding van algen, schimmels en bacteriën. De producten van Inducoat worden gedistribueerd via professionele verfgroothandels in Nederland en diverse exportlanden.
DSM heeft samen met een Amerikaanse verfproducent een watergedragen op biogrondstoffen gebaseerde alkydhars ontwikkeld. “Een technologische doorbraak die in 2013 eerst in de Verenigde Staten en daarna in Europa op de markt komt”, aldus Dimitri de Vreeze, businessgroep-directeur DSM Resins & Functional Materials. “De levenscyclusanalyse is met 60 procent verbeterd in vergelijking met een op olie gebaseerde alkydhars. Uit verschillende testen blijkt verder dat de verf net zo goed presteert als reguliere verf. Bovendien is de prijs hetzelfde.” De Vreeze heeft bewondering voor de ambitie van de VVVF om in 2030 de helft van alle verven op biogrondstoffen te baseren. “Shaping the industry, noem ik dat. Er zijn niet veel sectoren die een dergelijk vergezicht schetsen. Daarmee stimuleren ze DSM en andere bedrijven om samen aan de overgang naar een op groene grondstoffen gebaseerde economie te werken.”
verf & innovatie
Branche Advies Raad houdt enthousiast pleidooi voor meer sociale innovatie
‘We moeten onze
mensen gezond en gemotiveerd houden’
Sociale innovatie moet de verf- en drukinktindustrie verder vooruit brengen. Maar wat moeten we ons erbij voorstellen? En wat is er nodig om succesvol sociaal te innoveren? De VVVF vroeg de sector mee te denken in een Branche Advies Raad. Drie afgevaardigden van die raad vertellen hoe zij het ‘containerbegrip’ in het eigen bedrijf tot leven brachten. Te k s t : M a r l o e s H o o i m e i j e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden In nog geen drie maanden tijd kwamen ze vier keer bijeen: Kimm Stelwagen (manager P&O bij Anker Stuy Verven), Rory de Boer (teamleider productie bij Valspar), Tonny Ulkeman (teamleider op het kwaliteitslab van Van Wijhe Verf) en zes andere afgevaardigden van VVVFlidbedrijven. Samen met Gerben Dijkstra, stafmedewerker van de VVVF en Wijmie de Feijter, arbeidsvoorwaardenadviseur van de AWVN, vormden zij de Branche Advies Raad (BAR) op het gebied van sociale innovatie (zie kader). Na de laatste vergadering heerst er een tevreden stemming onder de deelnemers. Ze gaan met elkaar op de foto. Een historisch moment? Wie weet blijkt over enkele jaren dat zij samen aan de wieg hebben gestaan van meer sociale innovatie in de branche. Maar wat verstaan zij eigenlijk onder sociale innovatie? De Boer: “Voor mij staat het voor de maatregelen die een bedrijf neemt om zijn mensen gezond en gemoti-
verf&inkt 27 - 2013
veerd te houden. Dit vraagt van een bedrijf om vooruit te kijken en te investeren in mensen, ook als het werk terugloopt.” Ulkeman: “Het is een containerbegrip en draait om de gedeelde doelstelling van werkgever en werknemer om ook in de toekomst op een goede en gezonde wijze met elkaar om te gaan. Als je nu niets doet, in tijden van recessie blijft stilzitten, sla je straks de plank mis. We moeten er nu voor zorgen dat mensen plezier hebben en houden in hun werk in de verfbranche. En dat de branche aantrekkelijk is voor nieuwe mensen.” Stelwagen: “Het zijn alle maatregelen die je als bedrijf neemt om de arbeidsproductiviteit en -participatie van je mensen te verhogen.” Hoe ziet die sociale innovatie er bij Anker Stuy Verven in de praktijk uit? Stelwagen: “Met steun van het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid hebben wij in 2008-2009 het project Sociale innovatie doorgevoerd. Hierbinnen hebben we alle werkprocessen in kaart gebracht en opnieuw ingericht. Afdelingen, functies en informatiestromen zijn beter op elkaar afgestemd. Voor iedereen moet duidelijk zijn welke informatie waar moet worden vastgelegd en beschikbaar moet zijn. We werken nu allemaal in hetzelfde, nieuwe automatiseringssysteem. Door met de werkprocessen aan de slag te gaan kwamen verschillende thema’s die horen bij sociale innovatie vanzelf naar voren, zoals veilig werken, leeftijdsfasebewust personeelsbeleid, ziekteverzuim, competentiemanagement, scholing, beloning. In een vervolgproject willen we het competentiemanagement verder verbeteren.” Competentiemanagement is nog geen algemeen goed in de branche? De Boer: “Zeker niet. Tijdens de bijeenkomsten heb ik gemerkt dat in de branche nog niet zo veel gebruik wordt gemaakt van talentontwikkelingsplannen, competentieprofielen, functionerings- en beoordelingssystematieken. Sommige collega’s stonden echt met hun oren te klapperen toen ze hoorden hoe wij dit hebben geregeld. Valspar werkt met talentontwikkelingsplannen en kennismatrixen, waardoor goed in beeld komt waar we onze mensen kunnen helpen nog iets bij te leren. Die verwachting spreken we tijdens de functioneringsgesprekken ook uit en ze komt terug in de beoordeling. Wij zijn bereid er alles aan te doen om onze mensen naar een hoger niveau te brengen.” Ulkeman: “Wij werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen en doen veel aan performancemanagement.
4
21
verf & innovatie
Onze mensen worden gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen en worden daarnaar ook beloond. Dat past bij een bedrijf als het onze, dat continu bezig is met het ontwikkelen van duurzame producten. Van Wijhe is de enige in de branche met een eigen boordelingssystematiek die is goedgekeurd door de vakbonden. Wie niet presteert, wordt niet automatisch extra beloond (geen periodiek erbij); wie wel presteert kan wel een extra beloning krijgen (dus wel een periodiek erbij). Bij die aanvraag moesten wij kunnen aantonen dat de systematiek eerlijk en stimulerend werkt en niet louter negatief, als een bezuinigingsmaatregel zou uitpakken.” De Boer: “We zouden het liefst zien dat de beloning in de hele branche wordt losgekoppeld van de cao, zoals bij Van Wijhe. Dat komt ook terug in ons advies.” Stelwagen: “Wij werken volgens het competentiemanagementsysteem. We hebben hierover destijds een workshop van de VVVF gevolgd. Het is een algemeen systeem dat in iedere branche toepasbaar is. Het gaat uit van 33 competenties. Per functie hebben we vijf kerncompetenties benoemd. Hierop worden de mensen beoordeeld met een onvoldoende, nog te ontwikkelen, goed, zeer goed of uitstekend. Op deze manier kunnen we ook meer prestatiegericht belonen. De reacties zijn verschillend. Sommige medewerkers vinden het leuk, ze voelen zich gestimuleerd om een stapje extra te zetten, andere mensen zeggen: zo doe ik m’n werk en zo blijf ik het doen.” Investeren in competenties betekent investeren in opleiding. Hoe zien jullie dat? De Boer: “Wij bieden intern jaarlijks het vaste opleidingsprogramma Werken met verf aan voor al het
personeel. Daarnaast is er op grond van de functioneringsgesprekken ruimte om individuele competenties te verbeteren, bijvoorbeeld met individuele opleidingen.” Stelwagen: “Tijdens ons project constateerden we al snel dat er intern meer opleiding van de mensen nodig is. Het liefst willen we een structureel opleidingsprogramma doorvoeren, maar dat is lastig. Die opleidingen zijn veelal onder werktijd, maar mensen hebben ook dagelijkse taken uit te voeren. We lossen dit deels op door de opleidingen gespreid te plannen.” Ulkeman: “Een paar jaar terug hebben wij zelf geprobeerd om intern een meerjarenopleidingsplan van de grond te tillen. Maar dat is verwaterd: het kostte te veel tijd van de mensen die voor de opleiding verantwoordelijk waren. Ik vind dat er voor alle medewerkers een persoonlijk opleidingsbudget beschikbaar moet zijn, zodat iedereen - ook laag op de werkvloer - zich goed kan ontwikkelen. Ook het opleidingsaanbod moet op de schop, want dat is niet meer van deze tijd, houdt weinig rekening met verschillen in de branche en wordt maar eens per jaar aangeboden. Het is aan de VVVF om passende opleidingen aan te bieden.” Stelwagen: “Ja, nu is het opleidingsaanbod heel mager: we hebben in de branche de opleiding tot verfvakman en de opleiding voor medewerkers op het laboratorium, de zogenoemde CV1A- en CV1B-opleiding. Er is behoefte aan een overzicht vanuit de VVVF van de eisen die aan bepaalde functies uit de cao worden gesteld en welke opleidingen daarvoor gevolgd moeten worden, van een training heftruckchauffeur tot een training professioneel telefoneren. Dit zou direct gekoppeld moeten worden aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers.”
Stelwagen (Anker Stuy): “We pleiten ook voor een keuzebudget. Nu staat er een aantal extra vrije dagen in de cao en voor veel medewerkers komen daar nog seniorendagen bovenop. Veel van deze dagen worden niet opgenomen.”
En dan heb je het over levensfasebewust personeelsbeleid? Ulkeman: “Dat is een belangrijk onderdeel van sociale innovatie: hoe kun je het werk voor ouderen makkelijker maken en hoe kun je zorgen dat jongeren het werk op termijn langer volhouden? Je moet ervoor zorgen dat je mensen vitaal genoeg blijven en zich blijven ontwikkelen in hun vakgebied. Het is lastig hoor! Wat is passend werk voor de oudere werknemer? Bij ons is de gemiddelde leeftijd op de werkvloer ongeveer 48 jaar. Je merkt dat bij oudere werknemers het werktempo wat afneemt, dat ze problemen krijgen met langdurig staan. Geef je ze dan een stoel? Of passend werk op een andere afdeling: in het laboratorium bijvoorbeeld? In een groot bedrijf als het onze zijn er nog wel mogelijkheden, maar voor kleinere bedrijven is dit lastiger. Je kunt niet zomaar zeggen: we vergrijzen, dus iedereen krijgt een andere functie. Maar je kunt ook kleinere aanpassingen doen: de werktijden aanpassen, met langere pauzes, of de oudere werknemers een rol geven in het opleiden van de jongere.” De Boer: “Bij ons is de gemiddelde leeftijd met 41 jaar een stuk lager. Maar ook wij kijken nu al wat we kunnen doen om het werk te verlichten, zodat het ook op
22
De Boer (Valspar): “Ik heb gemerkt dat in de branche nog niet zo veel gebruik wordt gemaakt van talentontwikkelingsplannen, competentieprofielen, functionerings- en beoordelingssystematieken. Sommige collega’s stonden met hun oren te klapperen toen ze hoorden hoe wij dit hebben geregeld.”
‘Het is zorgwekkend dat de branche vergrijst’ latere leeftijd niet zijn tol gaat eisen: door tilhulpmiddelen in te zetten, of elektrische palletwagens bijvoorbeeld. We zijn ook heel alert op signalen die tot ziekteverzuim kunnen leiden. We komen niet pas in actie als het ziekteverzuim al een feit is, maar gaan ook bij fysieke klachten al met de medewerker in gesprek. Iedere week komt de bedrijfsarts naar ons toe, dus dat is heel laagdrempelig. We hebben ook een bedrijfspsycholoog: als iemand qua werk of privé in de knoop zit, heeft dat invloed op zijn resultaat. En we hebben een bedrijfsfysiotherapeut: hoe veiliger en gezonder de medewerker met zijn lichaam omgaat, hoe beter. Ja, dit soort maatregelen kost geld, maar reken maar uit wat het kost als een medewerker een jaar thuis komt te zitten.” Ulkeman: “We moeten ervoor zorgen dat de branche ook aantrekkelijk is voor jonge mensen. Het is zorgwekkend dat de branche vergrijst. Hebben we over
duurzaam onderhoud
‘Maatregelen kosten geld, maar een jaar thuiszitten is duurder’
misses moet je als bedrijf serieus nemen. Je bedenken: wat zijn de gevolgen als het de volgende keer echt misgaat? Iedere nieuwe medewerker krijgt eerst een week veiligheidsinstructies. We zetten ze niet zomaar ergens achter een machine, ook al betekent dat een week geen output. Bij ons is er op iedere afdeling dagelijks een ‘veiligheidspauze’, waarin voorbeelden van binnen of buiten het bedrijf besproken worden. Een aantal thema’s komt regelmatig terug, zoals asafscherming, omgaan met messen. We houden ook een jaarlijkse veiligheidsdag met workshops.” Stelwagen: “Wij organiseren een aantal keer per jaar voor alle medewerkers een veiligheidsinstructie over het werken met gevaarlijke stoffen. Hoe vaker je het herhaalt, hoe meer medewerkers ook kritischer naar de instructiedocumenten kijken en er vragen bij gaan stellen. Zo zie je dat sociale innovatie in de praktijk gaat leven.” •
Anders denken “Je gaat anders denken als je de feiten goed weet” (VVD-Eerste-Kamerlid Heleen Dupuis in De Volkskrant) Vervuilers “Duurzaamheid is goed voor het milieu, maar slecht voor de schatkist. Overheden hebben in crisistijd vervuilers nodig die de rekening willen betalen” (Economisch columnist Peter de Waard in De Volkskrant van 20 maart)
Ulkeman (Van Wijhe): “Ik vind dat er voor alle medewerkers een persoonlijk opleidingsbudget beschikbaar moet zijn, zodat iedereen - ook laag op de werkvloer zich goed kan ontwikkelen.”
Sociale innovatie in cao-overleg Tijdens de cao-onderhandelingen 2012-2013 besloten de VVVF en de vakbonden werk te maken van sociale innovatie in de branche. Een breed begrip dat is samen te vatten als vernieuwingen in het arbeidsproces om arbeidsproductiviteit en -participatie te verhogen. Een Branche Advies Raad (BAR), met afgevaardigden van negen VVVF-leden, formuleerde eind maart zijn wensen: • Ontwikkeling van een model beoordelings- of functioneringssysteem met een resultaatafhankelijke beloning. • Een keuzebudget voor werknemers - verzameld uit bovenwettelijke vakantie- en seniorendagen - om te zetten in scholing, tijd of geld. • Levensfasebewust personeelsbeleid met aandacht voor jong en oud. De VVVF gebruikt de BAR-rapportage om dit jaar samen met de bonden te komen tot een advies over invulling van sociale innovatie in de branche. Stafmedewerker sociale zaken Gerben Dijkstra van de VVVF: “Ik verwacht dat partijen met dat advies bij de cao-onderhandelingen van volgend jaar spijkers met koppen zullen slaan over sociale innovatie.”
verf&inkt 27 - 2013
Beleid “Uniek: we hebben een kabinet dat niet op zoek is naar meerderheden voor z’n beleid, maar op zoek naar beleid waar een meerderheid voor is” (André Rouvoet op Twitter op 11 maart) Frying high (Kop in de New York Post van 11 maart naar aanleiding van vlucht KLM-toestel op frituurvet in plaats van kerosine)
twintig jaar nog voldoende vakkennis? Wij brengen nu al in kaart waar straks mensen afvloeien vanwege hun leeftijd, zodat we tegen die tijd jonge mensen hebben om het stokje over te nemen. Dat is een uitdaging: onze industrie heeft onder jongeren het imago smerig te zijn. We moeten ervoor zorgen dat ze het aantrekkelijk vinden om bij ons te komen werken. Een stap die wij hebben gezet is een bijdrage in de studiekosten van enkele hbo-studenten. Zij krijgen straks bij ons gegarandeerd een stageplek.” Stelwagen: “We pleiten ook voor een keuzebudget. Nu staat er een aantal extra vrije dagen in de cao en voor veel medewerkers komen daar nog seniorendagen bovenop. Veel van deze dagen worden niet opgenomen. Een mogelijkheid zou zijn om bepaalde vrije dagen om te zetten in een bedrag dat medewerkers kunnen besteden aan extra opleiding, een bijdrage aan kinderopvang, of juist aan extra verlof, afhankelijk van de levensfase.” Ook investeren in veiligheid zien jullie als belangrijk onderdeel van sociale innovatie. De Boer: “Bij Valspar staat veiligheid op nummer één: onze mensen moeten veilig kunnen werken. Ook near
Gespot
Sober en eenvoudig “Reclameman Eugene Roorda leeft sober en eenvoudig, al heeft hij een huis aan de Vecht en al jaren een flat in Barcelona. Als hij daar naartoe vliegt verbaast hem de drukte op Schiphol. Wist je dat mensen daar naartoe gaan om de hele dag te funshoppen? Lees een boek, blijf thuis. Veel beter!” (Passage uit artikel in Elsevier van 23 maart over het ‘afkicken van het meer, meer en meer’) Ask a woman “If you want something said, ask a man; if you want something done, ask a woman” (Margaret Thatcher, de overleden ex-prime minister van het Verenigd Koninkrijk in 1975 in People magazine, geciteerd in NRC van 8 april)
23
verf & veiligheid
Inspectie SZW handhaaft strenger
Arbo in de
verdrukking? Bijna de helft van de verf- en drukinktfabrikanten overtreedt volgens de Inspectie SZW een of meer arboregels. Voldoende reden om projectleiders Diana Martens en Stephan Segboer te vragen naar hun ervaringen met de branche en het handhavingsbeleid van de inspectie. Te k s t : H a n s K l i p Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Verf- en drukinktbedrijven moeten dit jaar rekening houden met onaangekondigd bezoek van een inspecteur van de Inspectie SZW. Deze rijksinspectie is in 2013 flink actief in de chemie en daarmee ook de verf- en drukinktindustrie. De arbo-inspecteurs nemen een kijkje bij 200 chemische bedrijven in verband met gevaarlijke stoffen en bij 300 bedrijven in verband met veiligheid. De inspecties zijn in februari begonnen en gaan het hele jaar door. Daarbij worden de arborisico’s in zo’n tien tot vijftien procent van de bedrijven onder het vergrootglas gelegd. Omdat de naam Inspectie SZW nog niet bij iedereen ingeburgerd is: deze inspectie is begin 2012 ontstaan door een fusie van de Arbeidsinspectie met twee andere inspecties van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Inspectie SZW heeft als raison d’être: eerlijk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen.
Sectoraanpak De Inspectie SZW voert risicogericht toezicht uit. Projectleider gevaarlijke stoffen Diana Martens legt uit: “Wij kijken naar zaken als: wat zijn de grootste risico’s bij de arbeidsomstandigheden, hoe worden regels nageleefd, waar zitten knelpunten, welke bedrijven kunnen of willen niet? Daarop baseren we onze strategie: gaan wij bij een bepaald risico inspecteren, richten we ons op voorlichting of combineren we beide? Vaak doen we het laatste.”
24
verf & export
maar goed. Het is in het belang van de werkgevers dat werknemers geen gevaar lopen. Voorwaarde is dat inspecteurs het beleid consequent toepassen.”
Actueel beeld
Segboer en Martens: “De deskundigheid schoot vooral tekort bij het beoordelen van de manier waarop bedrijven grenswaarden bepalen. Daarom is begin dit jaar een kopgroep van zo’n twaalf inspecteurs gevormd. Zij hebben zich gespecialiseerd in gevaarlijke stoffen.”
Deze strategie is vastgelegd in de sectoraanpak 20122015 die de Inspectie SZW hanteert voor de sectoren aardolie, chemie, farmacie, kunststof en rubber (ACFKR). De chemische sector wordt behoorlijk intensief gecontroleerd, zegt Martens. “Logisch ook, want een incident kan een zeer groot effect op het bedrijf en de omgeving hebben. Als het gaat om arbeidsongevallen, wijkt chemie niet af van veel andere sectoren.” De inspecteur die langskomt, let op de blootstelling aan gevaarlijke stoffen of op de veiligheid, vertelt Stephan Segboer. Hij is projectleider voor de sectoren ACFKR. “De inspecteur kijkt niet naar beide risico’s tegelijk. In de regel komt de inspecteur onaangekondigd. Wij hebben wel vooraf een brief gestuurd naar alle bedrijven in ons bestand. We geven aan waarnaar de inspecteur zal vragen. De inspecteur maakt een rondgang door het bedrijf en controleert de vastgelegde informatie. Hij geeft aan het einde van het bezoek zijn indruk en vertelt welk traject er volgt. Heeft een bedrijf zijn zaakjes op orde, dan volstaat het sturen van een afhandelingsbrief.”
Hard wordt harder Constateert de inspecteur een overtreding, dan hangt het vervolg af van de zwaarte van de misstap. Bij een lichte overtreding ontvangt een bedrijf een waarschuwing of een eis tot naleving.
verf&inkt 27 - 2013
Segboer licht het verschil tussen de twee maatregelen toe. “In een waarschuwing verwijst de inspecteur zonder een verdere toelichting naar de wettelijke regeling. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de verplichte risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) ontbreekt. In een eis tot naleving specificeert de inspecteur de overtreding omdat er meer nodig is dan een verwijzing naar de wet. Bij een ernstige overtreding nemen we meteen actie, bijvoorbeeld met een boete of zelfs door de productie stil te leggen.” Het kabinet heeft het handhavingsbeleid van de Inspectie SZW met ingang van 2013 verscherpt. Dit past volgens Martens in een landelijke trend. “Rijksinspecties hanteren het uitgangspunt van ‘zacht waar het kan, hard waar het moet’. Maar hard wordt wel wat harder. Ook andere toezichthouders zoals de politie handhaven strenger. In ons nieuwe handhavingsbeleid komt de inspecteur bij een overtreding niet terug voor een controle. Maar er geldt wel: wie in overtreding is, wordt automatisch geselecteerd voor een volgende inspectie binnen bijvoorbeeld een jaar. Officieel komt dat op hetzelfde neer. Een nieuwe inspectie is echter veel ruimer dan wanneer de inspecteur alleen het punt van overtreding controleert. Verder grijpen we bij recidive sneller dan vroeger in.” Gerben Dijkstra, beleidsmedewerker sociale zaken van de VVVF, heeft geen moeite met het aangescherpte handhavingsbeleid. Integendeel. “Een streng beleid is alleen
De inspecties zijn niet alleen voor controle bedoeld, maar ook om een actueel beeld van de chemiesector te krijgen. De Inspectie SZW wil eind 2014 een tussenrapportage voor de subsectoren publiceren. Dit onderzoek is al eerder een keer gehouden. In oktober 2012 publiceerde de Inspectie SZW de sectorrapportage ACFKR. De resultaten voor de chemische sector zijn gebaseerd op de inspecties Chemie in Beeld die tussen mei 2008 en januari 2010 plaatsvonden. Daarbij werden 55 verf- en drukinktfabrikanten (inclusief kleur- en verfstoffabrikanten) onder de loep genomen, welgeteld een derde van de bedrijven in de branche. Bij 26 bedrijven (47 procent) constateerden inspecteurs een of meer overtredingen. De inspecteurs signaleerden redelijk veel overtredingen in verband met arbeidsplaatsen, machineveiligheid en gevaarlijke stoffen. Een belangrijke conclusie is dat de verf- en drukinktbedrijven veel aandacht moeten besteden aan het voorkomen van knel-, snij- en pletgevaar en aan veiligheid op de arbeidsplaats. Veel ‘oude’ machines zijn onvoldoende beveiligd. Ook moeten bedrijven meer oog hebben voor het voorkomen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Soms ontbreekt zelfs een inventarisatie van de gevaarlijke stoffen die worden gebruikt. Opvallend genoeg blijven VVVF-leden relatief even vaak in gebreke als niet-leden. Martens geeft een aantal voorbeelden van veelvoorkomende overtredingen in de verf- en drukinktindustrie. “Er zijn relatief veel ongevallen met heftrucks en met draaiende onderdelen van machines. In verffabrieken heb je het verder over mengen en roeren. We constateren regelmatig dat de afscherming onvoldoende is of ontbreekt. Ook staat de puntafzuiging vaak te ver van de machine. Zoiets heeft dikwijls een gigantisch effect. De reden voor een overtreding is vaak onwetendheid, vooral bij kleinere bedrijven. Sommige bedrijven hebben nog nooit gehoord van de arbocatalogus van de VVVF en de stoffenmanager. Daarom zijn voorlichting door de VVVF en het verspreiden van goede praktijken heel belangrijk. Bedrijven houden ook onvoldoende rekening met het menselijk handelen. Zo kan het voor een operator handig zijn om de afzuiging wat verder weg te zetten. Maar daarmee loopt hij wel gevaar.”
Positievere indruk Dijkstra plaatst wel kanttekeningen bij de resultaten van Chemie in Beeld. “De VVVF is enigszins verrast door de tegenvallende resultaten in het rapport. Op grond van onze relatie met de leden hebben we een positievere indruk. De resultaten zouden kunnen kloppen maar zij zijn lastig
4
25
Innovatie door kennis! CL ASSIFICATIE MEUBELL AKKEN SHR biedt technologische ondersteuning bij alle aspecten van het afwerken van meubels en interieurbouwelementen.
HECHTING KRASVASTHEID
Als onafhankelijke partner voor productontwikkeling, advisering, testen en schadeexpertise maakt SHR op projectbasis een modern laboratorium voor u toegankelijk. Onze medewerkers ontsluiten ruime expertise op het vlak van bestaande toepassingen en kennis van nieuwe ontwikkelingen voor u. Voor specifieke vragen en productvergelijk kunnen op maat testprocedures worden ontwikkeld.
STOOTVASTHEID SLIJTVASTHEID VOCHTIGE WARMTE DROGE WARMTE COLD-CHECK TEST VERKLEURING CHEMICALIËN- RESISTENTIE DOORBLOEDEN VERLIJMING
Impact
Bloeden
Microscopie
SHR Nieuwe Kanaal 9b | Postbus 497 | 6700 AL Wageningen Tel: (+31) 0317 467 366 | Fax: (+31) 0317 467 399 |
[email protected] | www.shr.nl
WIJ ZIJN VERHUISD NAAR EEN GROTER LAB!
KLEUR EN GLANS MICROSCOPIE
VLCI levert boosting R&D services voor coatings!
Door de combinatie van kennis en High Throughput screening, optimaliseren en versnellen we coating ontwikkelingen voor u! Science Park 408 | 1098 XH Amsterdam |
[email protected]
www.vlci.biz
verf & veiligheid
te beoordelen, omdat ze nogal algemeen zijn geformuleerd. Het is belangrijk dat in de nieuwe rapportage de resultaten beter worden gespecificeerd. Dan kunnen we er wat mee in de communicatie met leden.” Dijkstra vraagt zich af of kleinere bedrijven echt zo vaak onwetend zijn. “Ik geloof zeker dat niet alle kleinere bedrijven even goed van de regels op de hoogte zijn. Maar dat het er veel zijn, zou me sterk verbazen.” Hij wijst er tevens op dat de arbocatalogus ten tijde van het onderzoek nog niet was ingevoerd. “Ik verwacht dat bedrijven nu minder vaak regels overtreden. We informeren de leden uitgebreid over de voorschriften en nieuwe ontwikkelingen in de catalogus. Bij elke machine is vermeld wat de risico’s zijn. We willen dit jaar het onderwerp transportveiligheid toevoegen en een branchebrede RI&E in de arbocatalogus opnemen. Juist voor kleinere bedrijven is de catalogus een mooi instrument om zich te oriënteren op de regels voor arborisico’s. Maar zoals het gezegde luidt: je kan het paard naar het water leiden, maar je kan het niet laten drinken. Bedrijven moeten het zelf oppakken!”
Zelfinspectie Segboer betitelt het risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen als een sluipmoordenaar. “Dat risico heeft voor ons een hoge prioriteit.” Martens valt hem bij: “Wij dachten dat de chemie een voorbeeldsector is waar de bedrijven de regels heel goed naleven. Dat valt tegen. De werkgever moet voldoende kunnen aantonen dat de werknemer niet alleen nu gezond kan werken, maar ook gezond met pensioen kan gaan. Daarvoor moet hij veel gegevens verzamelen.” Het was volgens Martens bedrijven in het verleden niet altijd duidelijk wat inspecteurs vroegen. “Werkgevers vinden de wetgeving vaak erg complex. Daarom hebben wij de digitale zelfinspectietool voor gevaarlijke stoffen ontwikkeld. Deze tool zorgt voor duidelijkheid. Hierin staat wat een inspecteur bij een inspectie vraagt. Bedenk wel: het invullen van de zelfinspectietool is slechts het begin. Daarna moet je maatregelen nemen.” Martens waarschuwt dat de tool een andere functie heeft dan de stoffenmanager in de arbocatalogus. “Door middel van de stoffenmanager voer je een beoordeling uit. Dat is een mooi instrument, maar de stoffenmanager bevat alleen oplosmiddelen en is dus niet compleet. Je moet andere chemische stoffen waarmee wordt gewerkt er zelf aan toevoegen.”
Kopgroep Bij de Inspectie SZW houden twee soorten inspecteurs zich bezig met de chemische sector: arbo-inspecteurs en inspecteurs MHC voor het BRZO-toezicht bij bedrijven met grote risico’s (MHC is de afkorting van major hazard control, BRZO van Besluit risico’s zware ongevallen). Nu opereren deze twee groepen nog vaak onafhankelijk van elkaar, vertelt Martens. “In de toekomst wordt dit toezicht
verf&inkt 27 - 2013
‘Het is in het belang van de werkgevers dat werknemers geen gevaar lopen’
ben zich gespecialiseerd in gevaarlijke stoffen.” De leden van de kopgroep hebben een intensief traject gevolgd met onder meer specifieke opleidingen en cursussen, training on the job en intervisie. Het is niet de bedoeling dat de inspecteurs de deskundigen in de chemie overtroeven, zegt Segboer. “Dat willen we niet en zou ook niet kunnen. De inspecteurs geven wel de zwaarwegende punten aan die in de inspecties terugkomen. Dus: laat maar zien hoe je iets hebt ingevuld.”
Constructief meer gezamenlijk uitgevoerd. Dat is nog aan het groeien. Buiten onze eigen inspectie zoeken we de samenwerking met bijvoorbeeld de Inspectie Leefomgeving en Transport in het kader van REACH.” Volgens Dijkstra is de kwaliteit van het toezicht niet altijd goed. “Onze leden klagen dat arbo-inspecteurs soms onvoldoende deskundig zijn.” Martens en Segboer erkennen dat dit in het verleden inderdaad zo was. “De deskundigheid schoot vooral tekort bij het beoordelen van de manier waarop bedrijven grenswaarden bepalen. Daarom is begin dit jaar een kopgroep van zo’n twaalf inspecteurs gevormd. Zij heb-
Tot slot, hoe verloopt de samenwerking tussen de Inspectie SZW en de VVVF? Dijkstra is daarover goed te spreken. “De mensen van de Inspectie SZW zijn gericht op samenwerking. Zij stellen zich welwillend op en zijn constructief in het overleg.” Ook Martens en Segboer uiten zich positief. “De VVVF is altijd actief en heeft goede ideeën. De brancheorganisatie speelt een belangrijke rol bij communicatie. Wij kunnen elkaar daarbij versterken.” Martens en Segboer noemen als voorbeelden REACH en de veiligheidsinformatiebladen. “Het is erg belangrijk dat leden zulke systemen voeden én gebruiken. De VVVF neemt hierbij erg goede initiatieven. Wij steunen deze activiteiten.” •
Meer weten? U vindt in de arbocatalogus uitgebreide informatie over de verschillende arbeidsrisico’s in de branche. De catalogus bevat de handige stoffenmanager. www.vvvf.dearbocatalogus.nl Met de zelfinspectietool gevaarlijke stoffen kijkt u naar uw bedrijf zoals een inspecteur van de Inspectie SZW dat zou doen. U beoordeelt in vier stappen of uw bedrijf gezond en veilig werkt: inventariseren, beoordelen, maatregelen en borging. www.zelfinspectie.nl/gevaarlijkestoffen Op de site van de Inspectie SZW staat veel nuttige informatie over arbeidsomstandigheden. U kunt de al wat oudere maar nog bruikbare brochure Arbeidsrisico’s in de verf- en drukinktindustrie downloaden. www.inspectieszw.nl
Wie is wie? Diana Martens werkte bijna twintig jaar in de chemie - onder meer als hoofd laboratorium van een fabriek van Akzo - voordat zij in 2001 overstapte naar de Arbeidsinspectie (opgegaan in de Inspectie SZW). Zij is sinds 2007 landelijke projectleider gevaarlijke stoffen. Martens was lange tijd verantwoordelijk voor de sectoren Aardolie, Chemie, Farmacie, Kunststof en Rubber (ACFKR). Stephan Segboer is sinds 2001 landelijk projectleider bij de Arbeidsinspectie en nu de Inspectie SZW. Segboer hield zich bezig met zulke verschillende sectoren als het onderwijs en de afvalsector. Een jaar geleden heeft hij het projectleiderschap van ACFKR overgenomen van Martens. Gerben Dijkstra is sinds 1989 werkzaam bij de VVVF. Hij is beleidsmedewerker sociale zaken bij het branche-bureau en heeft onder meer arbo in zijn portefeuille.
27
Verf & Afscheid
Eddie Seinen vertrekt na vier decennia verfindustrie
‘Met bezuinigen helpen we elkaar de armoe in’ Hij is er eigenlijk nog niet aan toe, erkent hij schoorvoetend. Maar de klok is onverbiddelijk. Op 18 april nam 65-jarige Eddie Seinen met een drukbezochte receptie afscheid als algemeen directeur van Remmers Bouwchemie in Hoogeveen. Hij heeft er ruim veertig jaar in de verfindustrie opzitten. Vier decennia waarin hij de branche zag veranderen. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
“Even wennen”, vindt hij. “Ik werkte nog elke dag met plezier. Remmers heeft de bedrijfspolicy dat je stopt op je 65ste, maar in speciale gevallen aan het bedrijf verbonden kunt blijven. Ik word adviseur. Maar als je het me op de man af vraagt moet ik zeggen dat het misschien vreemd zal zijn om geen verantwoordelijkheid meer te hebben.” Die verantwoordelijkheid rustte ruim dertig jaar op zijn schouders. “Ik begon bij Remmers in 1970. Na de middelbare school had ik geen zin om te studeren. Ik ging in de bouw werken, maar ik wist al snel dat ik daar niet wilde blijven. Ik begon een avondstudie en stuitte op een advertentie van Remmers, een Duits bedrijf dat een administrateur zocht. Dat leek me een prima baan om te beginnen.” Remmers is een toonaangevend producent van beschermings- en conserveringsmiddelen voor baksteen, natuursteen, stucwerk, hout en beton, zoals de website van het bedrijf kernachtig samenvat. Het Duitse familiebedrijf heeft drie productievestigingen in het moederland en een aantal vestigingen in Europese landen, waaronder de Nederlandse tak in Hoogeveen. Seinen ging er nooit meer weg. “Bernhard Remmers, de oprichter van het bedrijf, gaf me volop gelegenheid om cursussen te volgen op vak- en managementgebied. Het bedrijf groeide en ik groeide mee, als professional en als mens.”
28
Hij werd bedrijfsleider en vanaf 1980 algemeen directeur. “Mensen vragen me weleens waarom ik nooit van werkgever ben veranderd. De verklaring is simpel: toen ik bij Remmers begon was het een klein bedrijf. Door de jaren heen groeide het en ik maakte, als verantwoordelijke en als mens, die groei mee. Waar een ander misschien een paar werkgevers voor nodig zou hebben, kon ik realiseren bij één bedrijf. Daarbij voel ik me thuis in een familiebedrijf. Hier heerst toch een andere mentaliteit dan in een beursgenoteerd bedrijf.”
Verdwenen vakmanschap Zijn vader had een schildersbedrijf. “In die tijd was het nog een echt ambachtelijk vak. Een schilder werkte met stopverf en moest kunnen schuren, gronden en plamuren. Dat is in een halve eeuw wel veranderd. Toen ik begon waren er nog schilders op een nieuwbouwlocatie die handmatig deuren in de grondverf zetten en loodmenie smeerden over de spouwlatten. Tegenwoordig komen de kozijnen en deuren kant-en-klaar uit de fabriek, voorzien van een verfsysteem met tien jaar garantie. De vakman zie je eigenlijk alleen nog aan het werk bij monumenten en renovatieklussen. De traditionele huisschilder is all round afbouwman geworden, die keukens plaatst en kleine verbouwingen doet. Maar als je kijkt hoe de verhouding tussen product en arbeid is veranderd, kan het haast niet anders. Onze producten zijn relatief nau-
welijks duurder geworden, maar de kosten van arbeid zijn vele malen hoger geworden. Procesmatig werken is dus noodzakelijk.” Tegelijkertijd realiseert hij zich hoe belangrijk de kwaliteit van de applicateur is. “Als fabrikant verkoop je een pot of een zak illusie. Met onze producten kun je iets maken dat er nog niet is. Maar de kwaliteit van dat product hangt af van de man of vrouw die ermee aan de slag gaat. Een goed product in de verkeerde handen leidt tot een slecht resultaat. Dat heb ik altijd frustrerend gevonden.” Er is nog iets wat hem frustreerde. “Als je kijkt naar de kosten van herstelwerkzaamheden: die zijn ongelooflijk. Reparaties worden vaak slecht uitgevoerd, met het gevolg dat er al snel opnieuw moet worden gerepareerd. De faalkosten in de bouw zijn vaak buiten proporties. Voor een belangrijk deel is dat het gevolg van een slecht geoptimaliseerd bedrijfsproces. Je ziet busjes van aannemers, vaak met twee medewerkers, die tussendoor een tube lijm gaan halen. En die tube mag dan geen vijf cent méér kosten, want dan rijden ze naar een ander. Of een timmerfabrikant die naar de concurrent gaat om een dubbeltje per liter verf uit te sparen. Ik heb wel eens gezegd: je verdient het niet door dat dubbeltje, je moet het verdienen door je eigen proces te optimaliseren. Dat is vele malen belangrijker. Maar sommigen kijken je dan verbaasd aan.”
Verf & Afscheid
‘Zonder groei wordt het een verdringingsmarkt’
“Misschien is er in 2015 sprake van licht herstel, maar we zullen nooit meer zo veel bouwen als in het verleden”
In veertig jaar is de verfindustrie ook zelf veranderd. Op het gebied van regelgeving bijvoorbeeld. “In mijn begintijd was er nauwelijks regelgeving. We werkten met bestrijdingsmiddelen, biociden, kopernaftenaat, pentachloorfenol, tributyl, lood en noem maar op. Het mocht allemaal. Tegenwoordig heb je Reach-wetgeving, we hebben watergedragen verven, 2010-verven, technische regelgeving, certificaten, CElabels, boekwerken van veiligheidsinformatiebladen en ga zo maar door. Die toegenomen regeldruk is er mede debet aan geweest dat een aantal bedrijven het zelfstandig niet meer redde. Ze zijn gestopt of overgegaan in grotere verbanden. Dat heeft niet altijd positief uitgepakt: sommige zijn er alsnog aan onderdoor gegaan.” Hij begrijpt dat klanten een kwaliteitsproduct zoeken en dat producten geen bedreiging mogen vormen voor veiligheid, gezondheid en milieu. “Maar het zijn flinke kostenposten voor de industrie en naar mijn mening gaat de wetgeving soms sneller dan de applicateurs kunnen bijhouden.”
Verdringingsmarkt In vier decennia verfindustrie heeft hij uitsluitend groei meegemaakt, zowel van het bedrijf als van de markten waarop Remmers actief is. Tot 2010. “In dat jaar hebben we voor het eerst een daling van volume en omzet gezien. Dankzij kostenreductie konden
verf&inkt 27 - 2013
we het resultaat nog op peil houden. In 2011 en 2012 daalden afzet en omzet nog een keer. Er zijn ook ingrijpende dingen gaande. De verfstroom in de richting van de timmerfabrieken is gehalveerd. Gelukkig heeft Remmers door de overname van 3H Lacke groei gerealiseerd in de interieurlakken en in de kunststofvloeren.” Over de nieuwbouw en de huizenmarkt is hij somber. “Ik heb jaren meegemaakt waarin bijna 100.000 huizen werden gebouwd. Op het ogenblik zijn het er krap 40.000 en ik zie de problemen niet snel verminderen. Misschien is er in 2015 sprake van een licht herstel, maar we zullen nooit meer zo veel bouwen als in het verleden. Onderhoud, transformatie en renovatie van vastgoed zullen belangrijker worden. Tegelijkertijd zien we dat woningcorporaties de kraan hebben dichtgedraaid en zit de huizenmarkt op slot. De oplossing daarvan ligt bij de starters, maar juist die categorie heeft vaak werk op basis van een tijdelijk contract. Dan zijn banken terughoudend als het gaat om het verstrekken van een hypothecaire lening. De prijs van de starterswoning moet dus zodanig omlaag dat de bank het risico wil nemen. Gemeenten kunnen behulpzaam zijn door de grondprijs te verlagen of de grond in erfpacht te geven in plaats van in eigendom. In elk geval moet er een oplossing komen die de markt vlottrekt.” Intussen is het wachten op innovaties in de branche. “Als de markt niet groeit, wordt het een verdringings-
markt. Dat gaat onherroepelijk ten koste van de rendementen. Dus moeten de kosten omlaag. Dat houdt een keer op. Er moeten dus nieuwe producten of nieuwe markten worden ontwikkeld. We moeten daarbij overigens ophouden wonderen te verwachten van nanotechnologie. Dat is geen nieuw product, de term zegt alleen iets over de samenstelling van een product. Maar groei is dus belangrijk. Daarom is het huidige bezuinigingsbeleid ook zo verkeerd. De consument moet in staat blijven te kopen wat de industrie maakt. Op lange termijn helpen bezuinigen en minder consumeren niet. Daarmee helpen we elkaar de armoe in.”
Bijzondere plaatsen Hij kijkt met plezier op zijn jaren in de verfindustrie terug. “In mijn geval bracht het me ook nog op bijzondere plaatsen, zoals het Paleis op de Dam in Amsterdam, voorafgaand aan de kroning van Beatrix, en de Nieuwe Kerk in Delft, toen het praalgraf van Willem van Oranje werd opgeknapt in het vooruitzicht van een paar Koninklijke bijzettingen.” De ‘Koninklijke opdrachten’ leverden hem niet de Koninklijke onderscheiding op die hij in 2009 uit handen van burgemeester Helmer Koetje van Hoogeveen mocht ontvangen. Die had te maken met zijn verdiensten voor de Hoogevener gemeenschap. Seinen werd bij die gelegenheid hét voorbeeld van een maatschappelijk betrokken ondernemer genoemd. Hij was bestuurslid van de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs in Hoogeveen en voorzitter van de Stichting Open Bedrijvendag (OBD), een evenement dat elk jaar 30.000 mensen op de been brengt. Seinen zorgde er mede voor dat bedrijventerrein De Wieken weer aantrekkelijk werd. De revitalisering van dit bedrijventerrein is door toenmalig minister Van der Hoeven zelfs aangewezen als voorbeeldproject voor het gehele land. •
29
kleurrijk gekleurdverleden verleden
Nederland telde ooit honderden verffabrieken en ambachtelijke verf- en inktmakers: van kleinschalige familiebedrijven tot robuuste ondernemingen met industriële potentie. ‘Kleurrijk Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van fragmenten uit de rijke geschiedenis van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. In deze aflevering: het 140-jarig bestaan van de Koninklijke inktmaker Van Son uit Hilversum.
140-jarige Van Son zet ook in op ‘digitale’ drukinkten
The Royal Dutch Printing Ink Factories Van Son in Hilversum, de eerste inktfabriek van Nederland, zit dit jaar in zijn 140ste levensjaar. Met dank aan oprichter Philip van Son (1850-1936), die op de dertiende van de maand oktober in het jaar 1872 van start ging in zijn woonplaats Deventer. Met zegellakken, stempel- en later ook telegraafinkten als specialiteit. In 1921 verhuisd naar Hilversum, zijn door de inktmaker op het technologische front indrukwekkende stappen gezet: van de boekdrukinkt van weleer, inkten voor het offsettijdperk in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw tot de ‘groene’ multi-inkten van vandaag. En zoals dat een echte inktmaker betaamt, heeft Van Son inmiddels ook een antwoord op het digitale tijdperk van nu. Het familiebedrijf spreekt van een nieuwe mijlpaal. Een eerste stap in de digitale markt, waar ‘naar verwachting’ straks ook de vijfde generatie van de inktmakers Van Son nog weer verder mee aan de slag kan. Met dank aan de Van Son ‘Wide Format Ink Jet Inks’: een inktsoort die gebruikt kan worden in digitale printers van gerenommeerde, wereldwijd opererende printerfabrikanten, zoals Epson of Hewlett Packard. Om mee te beginnen…, zegt Van Son.
Briljant De Van Son-cartridges zijn anderhalf jaar geleden voor het eerst in Amerika op de markt gebracht. De ‘Premium Inkt Jet Cartridge’, zoals de nieuwkomer wordt genoemd, levert volgens de maker ‘briljante en consistente’ kleurenreproducties op. En is wat Van Son betreft natuurlijk ontworpen om daar een ‘ongelooflijke printkwaliteit’ mee te kunnen bereiken. Met name voor kleine oplagen. Bijvoorbeeld voor de druk van affiches in groter formaat. In de Verenigde Staten is het nieuwe product volgens algemeen directeur Wim van Mastrigt inmiddels ‘uitstekend’ ontvangen, ligt daar ook marketingtechnisch ‘op schema’
30
‘Tijd gaat voorbij, maar kwaliteit blijft’ als slogan op een folder met daarop vier generaties Van Son.
en is straks ‘rijp’ voor een introductie in Europa. Wat volgens zeggen ook daadwerkelijk te gebeuren staat op de beurs voor digitale technieken – Fespa – die van 25 tot en met 29 juni 2013 in Londen plaatsvindt en waarop ook The Royal Ink met een stand vertegenwoordigd zal zijn.
140 jaar ervaring In de 140 jaar van zijn bestaan heeft de inktfabriek wel vaker voor nieuwe ontwikkelingen en introducties gestaan. Waar het uiteindelijk allemaal naartoe gaat in dit digitale tijdperk, één ding staat voor Van Son als een paal boven water: de grafische sector zal nooit verdwijnen. En dus zal er altijd inkt nodig blijven, is de heilige overtuiging bij het bedrijf. Bij voorkeur van het ‘kwaliteitsmerk’ Van Son. In een vitrine op het laboratorium van de fabriek aan de Kleine Drift in Hilversum wordt dat nog eens onderstreept door een grote verzameling van brochures en staalkaarten door de jaren heen. Stille,
maar kleurige getuigen, vaak fraaie kunstwerken op zich. Onder de tentoongestelde waar in het huismuseum op de vierkante meter natuurlijk ook vele blikken met inkten van weleer. Waaronder inkten van naam en faam. Zoals de Rubber Base Plus of Rubaset, waarmee Van Son wereldwijd belangrijke stappen zette in de wereld van de offsetmarkt. Vooral voor kleine offsetpersen. Door een omvangrijke export is het bedrijf al sinds jaar en dag thuis ‘all over the world.’ Naast de eigen verkooporganisatie voor de Amerikaanse afzetmarkt, beschikt de Van Son Groep tegenwoordig over vestigingen in China (verkoop) en Korea (productie). Behalve offsetinkten maakt de productie-unit in Hilversum bijvoorbeeld watergedragen flexo-inkten. Bij alle vestigingen in binnen- en buitenland samen werken tweehonderd man. Circa de helft hiervan werkt in Nederland.
kleurrijkverleden verleden gekleurd
en potentie van het nieuwe Van Son-product. “Want inkt maken doen we zeker niet voor het eerst en we staan al 140 jaar voor innovatie en de hoogste kwaliteit.”
Zegellak
De oprichter van het inmiddels 140-jarige bedrijf: Philip van Son.
In de introductie van de nieuwe Wide Format Inkjet inkten op de Amerikaanse markt is volgens zeggen veel tijd, geld en effort gestoken. Maar niet voor niets, want de verwachtingen zijn hoog gespannen. Niet in het minst omdat het om een groeimarkt gaat. Van Son heeft het nieuwe product mede kunnen ontwikkelen omdat de productietechnieken qua technologie ‘’het dichtst aanliggen tegen de watergedragen flexo-inkten.’’ Van Mastrigt spreekt van een aansluiting tussen de oude en nieuwe wereld. Een ‘nieuwe tak van sport’, doch met gebruikmaking van dezelfde productkarakteristieken, waarbij meerdere parameters ’in principe’ hetzelfde zijn om er drukwerk mee te kunnen realiseren. Zo moet de nieuwe ‘digitale’ inkt ook tijdig drogen, wegslaan in het papier, lichtecht zijn en bijvoorbeeld in de buitenlucht te gebruiken zijn op posters. Ook qua grondstof zijn er paralellen. Vooral wat betreft de toepassing van bindmiddelen en pigmenten. Bij Van Son wordt in elk geval niet getwijfeld aan de kwaliteit
verf&inkt 27 - 2013
De oorsprong van Van Son gaat terug naar 1872. In oktober van dat jaar start pionier Philip van Van Son (1850-1936) met de productie van zegellak en kleefstoffen. Een jaar of zes later volgt de introductie van schrijfinkten. Producten die allemaal goed blijken voor de werkgelegenheid; in 1907 verdienen daar al 35 man hun boterham mee bij Van Son. In een tijd waarin bijvoorbeeld ook van galnoten inkt wordt gemaakt en er zoiets als ‘telegraafinkt’ in zwang komt voor de overheid en de spoorwegen. Rond de eeuwwisseling worden de eerste stappen gezet in de productie van boekdrukinkt. Met dank aan de ‘ideeënrijkdom en inventiviteit’ van oprichter Van Son. De eerste inktfabriek verrees in zijn woonplaats Deventer aan de Bergsingel. In 1921 werd het bedrijf naar Hilversum verplaatst waar het ‘aanzienlijk’ werd uitgebreid. “Naar wij vernemen zullen de nieuwe, te Hilversum gevestigde fabrieken der Naamlooze Vennootschap Van Son’s inkt- en verffabrieken in de loop van enige weken in bedrijf worden gebracht. Thans heeft ze aan de Kleine Drift, direct achter het station, een drukinkt- en verffabriek gebouwd, welke wat omvang, capaciteit en inrichting betreft, kunnen wedijveren met de grootste en modernste fabrieken op dit gebied in Europa”, zo laat dagblad Het Vaderland in maart 1921 zijn abonnees weten.
We r e l d w i j d s p e c i a l i s t De fabriek voor zegellakken en schrijfinkten van weleer ontwikkelde zich vervolgens al snel tot een wereldwijd opererende specialist. Met het in de jaren zeventig (1972) verworven predicaat ‘Koninklijke’ in de bedrijfsnaam als tastbaar bewijs. In het bedrijf speelt de menselijke maat nog altijd een belangrijke rol. Volgens kenners geeft juist die persoonlijke betrokkenheid het merk Van
Son een ‘unieke, toegevoegde waarde.’ Iets wat ook lijkt te kunnen worden gestaafd door het feit dat dienstverbanden van soms enkele decennia bij het bedrijf geen uitzondering zijn. Van Son laat het 140-jarige jubileum niet geheel ongemerkt voorbijgaan, maar wil het ook niet groots vieren. “Over tien jaar, bij het 150-jarig bestaan, wellicht juist reden te meer om extra uit te pakken”, zo is de achterliggende gedachte.
Tr o t s o p b e d r i j f In een jubileumbrochure zegt huidig ‘chairman’ Maurits van Son trots te zijn op waar het bedrijf vandaan komt, waar het intussen staat, en waar het naartoe zal gaan als ‘leider en innovator in de drukwereld.’ En waarin hij zijn klandizie op het hart drukt dat Van Son innovatieve producten zal blijven presenteren, die ook de industrie als geheel een betere toekomst zullen geven. Dat alles dankzij unieke, specifieke eigen inktformules. Met het oog daarop wordt de komende jaren de researchtraditie bij het familiebedrijf ook onverkort gehandhaafd. Na Philip van Son (1850-1936), Maurits van Son (18901945), Philip van Son (1919-1981) en Maurits van Son als de eigentijdse entrepreneur achter de ontwikkelingen van de Van Son Groep, is de jongste, inmiddels vijfde generatie van Van Son als inktmaker in aantocht. Het gaat om dochter Lizzy-Mae van Son, die kenbaar heeft gemaakt in het voetspoor van haar vader te willen treden. Wanneer dat precies staat te gebeuren is nog niet bekend. Bij wijze van kennismaking met de zakelijke relatiekring gaf zij wel al acte de présence tijdens ‘de beurs der beurzen’ voor de grafische industrie, de Drupa Print Media Fair, die vorig jaar in Düsseldorf is gehouden. Het moment waarop zij definitief haar intrede doet, zal ongetwijfeld mede met Van Son-inkt wereldkundig worden gemaakt. Tek s t : A nt on St ig Il l us t rat ies : Van Son bedr i j f sar c h i e f
31
Duurzaam inkopen drukwerk
Geen voorkeur digitaal boven offset drukken De VVVF tekent bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu bezwaar aan tegen de manier waarop Agentschap NL op haar site de voorkeur uitspreekt voor digitaal in plaats van offsetdrukwerk. In het concept-document duurzaam inkopen van drukwerk stelt het ministerie dat offset- en digitaal drukken op basis van de huidige inzichten vanuit milieuoogpunt gelijkwaardig zijn.
Kanert: “Wij hebben bijvoorbeeld een lijst met stoffen
samengesteld die onze leden vanuit milieuoogpunt absoluut niet gebruiken”
Te k s t : A d r i a a n v a n H o o i j d o n k De VVVF werd onlangs gevraagd om commentaar te leveren op het concept-document duurzaam inkopen van drukwerk van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarin staan onder meer de voor- en nadelen van digitaal printen en offsetdrukken beschreven. Zo is er voor digitaal printen meer energie en inkt nodig in vergelijking met offsetdrukken, maar vereist het proces minder chemicaliën en water. De VOS-uitstoot is echter weer minder bij digitaal printen, terwijl de emissie van fijnstof en ozon bij digitaal drukwerk hoger is dan bij offsetdrukken. Het ministerie heeft in het conceptdocument in een tabel de voor- en nadelen van beide processen weergegeven en daaruit blijkt dat offsetdrukken en digitaal printen op basis van de huidige inzichten vanuit milieuoogpunt gelijkwaardig zijn. De VVVF vindt het concept-document duurzaam inkopen van drukwerk een evenwichtig stuk en begrijpt daarom niet dat Agentschap NL op haar site toch een voorkeur uitspreekt voor digitaal printen. Ve e l k r i t i e k “Daarom hebben wij in een brief aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu bezwaar tegen de gang van zaken aangetekend”, reageert VVVF-expert Gerrit Jonkers. “Het kan natuurlijk niet zo zijn dat er op de site van Agentschap NL een duidelijke voorkeur voor digitaal printen wordt uitgesproken, terwijl het in werkelijkheid een stuk genuanceerder ligt.” Agentschap NLondersteunt de overheid bij het opstellen van criteria op het gebied van duurzaam inkopen. De rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten kopen
32
jaarlijks voor ruim 60 miljard euro aan goederen en diensten in. Een fors bedrag, waardoor het voor bedrijven de moeite waard kan zijn om hun productie te verduurzamen. Tegelijkertijd is er veel kritiek op de manier waarop de criteria tot stand komen. Kamerleden werden eerder al gealarmeerd door bedrijven die klaagden over een woud van regels en exotische eisen. Tijdens een Kamerdebat over het onderwerp liet VVD-Kamerlid Helma Neppérus weten dat ze achter het streven van duurzaam inkopen staat, maar dat ze moeite heeft met het circus aan regeltjes. “Bedrijven worden horendol. Als ondernemer zou ik gillend weglopen.” LCA ontbreekt VVVF-stafmedewerker Gerben Dijkstra wijst erop dat het niet zo maar eenduidig is vast te stellen wat duurzamer is: digitaal printen of offsetdrukken. “Daarvoor ontbreekt het aan voldoende levenscyclusanalyses die de verschillen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze in kaart brengen.” Directeur Martin Kanert van de Europese brancheorganisatie van drukinktfabrikanten EuPIA benadrukt dat zijn leden op vrijwillige basis al verschillende maatregelen hebben genomen om de milieubelasting van drukinkt zoveel mogelijk te beperken. “Wij hebben bijvoorbeeld een lijst met stoffen samengesteld die onze leden vanuit milieuoogpunt absoluut niet gebruiken. Op deze ‘Exclusion list’ staan bijvoorbeeld toxische, hormoonverstorende en CRM-stoffen. Door de REACH-wetgeving komt er steeds meer informatie over de effecten van stoffen op mens en milieu beschikbaar. Daar houden onze leden rekening mee, bijvoorbeeld
door de ingrediënten van drukinkten aan te passen op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. Onze producten staan immers heel dicht bij de consument.” Classificatiesysteem De criteria van de Nederlandse overheid op het gebied van duurzaam inkopen van drukwerk sluiten overigens goed aan bij de ‘Exclusion list’ van EuPIA, stelt Gerrit Jonkers van de VVVF. “De criteria zijn uitvoerig bestudeerd door een groep industrie-experts van de Europese branchevereniging. En die kunnen goed leven met het feit dat ze gebaseerd zijn op de H-zinnen afkomstig uit de CLP-verordening. Het Europese classificatiesysteem deelt stoffen in een of meer gevarenklassen in en zorgt er onder meer voor dat producenten van chemicaliën dezelfde gevaarsymbolen gebruiken. Alleen bij stoffen op basis van H412 maakten de experts in eerste instantie een voorbehoud. Daarbij gaat het om stoffen die als milieugevaarlijk zijn geclassificeerd en voorzien zijn van het symbool van een dode vis en een dode boom. Traditionele drukinkten kunnen deze classificatie hebben. Tegenwoordig zijn er echter voldoende drukinkten verkrijgbaar die niet als milieugevaarlijk zijn geclassificeerd”, aldus Jonkers. De ‘Exclusion list’ van EuPIA is te downloaden via www.eupia.org. •
vvvf verenigingsnieuws
Workshop Biobased Coatings 2 en 3 Einde dienstverband bij pensionering De cao-bepaling voor de bereide verfen drukinktindustrie is gewijzigd voor wat betreft het einde van het dienstverband bij pensionering. Volgens de nieuwe cao eindigt de dienstbetrekking van rechtswege, dus zonder opzegging, op de ingangsdatum van de AOW-uitkering. Vanaf dit jaar krijgt een medewerker AOW vanaf de dag dat hij of zij 65 jaar en één maand oud is geworden. Voor meer informatie zie berichtgeving op de VVVF-ledensite.
Op 7 maart 2013 organiseerden VVVF, TNO en VNCI de tweede workshop ‘Biobased Coatings’ bij TNO in Eindhoven. De focus lag hierbij op alkyd- en acrylaatverven en het gezamenlijk bepalen wat ervoor nodig is om deze coatings biobased op de markt te krijgen. Hierbij was niet alleen aandacht voor de bindmiddelen, maar ook voor de overige componenten. Sprekers waren vertegenwoordigers van TNO, VVVF, BYK Chemie, Omya International en CPS Color. Tijdens de workshop was er een interactief gedeelte met VVVF- en VNCI-leden om vast te stellen waar nog ontwikkeling moet plaatsvinden en waar het ‘slechts’ een kwestie
van elkaar vinden is. De resultaten van de tweede workshop zullen gebruikt worden om verdere invulling te geven aan de derde workshop, die wordt gehouden op 27 mei in ’t Veerhuis in Nieuwegein. Doel van de laatste workshop is de resultaten uit de tweede workshop te concretiseren en om te zetten in acties of projecten. Daarnaast zullen er nieuwe projecten in gang gezet worden ten aanzien van bindmiddelen die wat verder in de toekomst liggen. Voor de derde workshop Biobased Coatings kunnen VVVF- en VNCI-leden zich aanmelden via de VVVF,
[email protected] of 070 4440 680.
Werkkostenregeling Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft de verplichte invoering van de Werkkostenregeling met een jaar uitgesteld. In plaats van 1 januari 2014 geldt de invoering nu per 1 januari 2015. Het doel is om het belastingvrij verstrekken van werkmiddelen eenvoudiger te maken en de bijbehorende administratieve lasten te verminderen. Voor meer informatie: zie de VVVF-ledensite.
ABRAFATI 2013 Van 16 tot 18 september 2013 wordt de Internationale Coatings Congres & Beurs van leveranciers aan de coatingsindustrie ABRAFATI 2013 gehouden in São Paulo (Brazilië). Technici en deskundigen op het gebied van coatings van over de hele wereld zullen hieraan deelnemen. Tijdens het evenement worden toekomstige trends met betrekking tot coatings (grondstoffen, producten, processen, technologieën, duurzaamheid en vele andere relevante kwesties) gepresenteerd en besproken. Voor meer informatie: www.abrafati.com.br.
verf&inkt 27 - 2013
Factsheet Resultaten ‘Chemie in Beeld’ Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) heeft de Factsheet Resultaten ‘Chemie in Beeld’ uitgebracht. In de Sectorrapportage Aardolie, Chemie, Farmacie, Kunststof en Rubber is ook de verf- en drukinktindustrie meegenomen. De Inspectie SZW gaf aan de sector Chemie dit jaar opnieuw intensief te zullen volgen via het bezoeken van een aantal bedrijven. Daarbij zal met name aandacht worden besteed aan de veiligheid op de arbeidsplaats, machineveiligheid en gevaarlijke stoffen. Voor meer informatie: zie berichtgeving op de VVVF-ledensite en het artikel elders in deze Verf&Inkt.
Life cycle rekentool van CEPE
Coatings Innovatiedag 25 april 2013
Campagne Hout de Be(wu)ste Keuze
Op donderdag 25 april 2013 organiseert de VVVF in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Verftechnici (NVVT) de eerste Nederlandse ‘Coatings Innovatiedag’ in het Evoluon in Eindhoven. Het is een dag van en voor iedereen die te maken heeft met Coatings Innovatie; van kenniswereld tot verf- en drukinktindustrie. Naast interessante sprekers en inspirerende pitches, kan tijdens de netwerkborrel informatie worden uitgewisseld over nieuwe technologische ontwikkelingen en aansprekende innovatieve projecten. Voor meer informatie of aanmelding: www.vvvf.nl/coatings-innovatie-dag-2013.
Leitz Service, de Groot Houtbewerkingsmachines, Centrum Hout, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) en de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (NBvT) hebben het initiatief genomen om tot een sectorbrede publiekscampagne voor hout te komen. De campagne zal gericht zijn op de promotie van hout en houtproducten onder particuliere consumenten. Nu de financiering zo goed als rond is, zal er verdere invulling gegeven worden aan de uitvoering van de Campagne Hout de Be(wu)ste Keuze. Hiervoor zal een stichting worden opgericht.
Naar verwachting zal CEPE, de Europese koepelorganisatie van belangenorganisaties in de verf- en drukinktindustrie, in de eerste helft van dit jaar een database met life cycle-informatie over verfgrondstoffen via een website voor leden online zetten. Daarbij zal CEPE de verffabrikanten een eenvoudige rekentool leveren die hen in staat stelt op basis van hun recepturen een Life Cycle Analysis (LCA) uit te voeren van hun producten. In eerste instantie is de bedoeling daarvan dat verffabrikanten op een Europees gevalideerde wijze inzicht verkrijgen in de mate van duurzaamheid van hun producten. Dat kan fabrikanten ertoe brengen de samenstelling van producten te veranderen of in overleg te treden met hun grondstofleverancier over verbetering van de duurzaamheid van hun producten. In tweede instantie zullen fabrikanten de LCA-methodiek en achterliggende database kunnen gebruiken om hun afnemers beter te informeren.
33
vvvf verenigingsnieuws
Brainstormsessie ‘Biobased Coatings voor de Bouwsector’ Cao-overleg van start Onlangs is de eerste onderhandelingsronde gehouden voor de nieuwe cao voor de verf- en drukinktindustrie. De werkgeversdelegatie wordt geleid door oudVVVF-voorzitter Marlies van Wijhe. Volgende rondes zijn geagendeerd voor 23 april en 23 mei 2013.
Levensduurverlenging Houten Gevelelementen De VVVF start samen met FOSAG en NBVT de werkgroep Levensduurverlenging Houten Gevelelementen. Experts uit de achterbannen van de drie organisaties gaan zich buigen over de vraag hoe de levensduur van houten gevelelementen drastisch kan worden verlengd met zo laag mogelijke onderhoudsfrequentie. Voor meer informatie: Gerrit Jonkers,VVVF technische zaken,
[email protected] of 070 444 0674.
Japanse delegatie bezoekt VVVF Op 22 maart hebben zestien leden van de Japanse branchevereniging voor de verfen drukinktindustrie een bezoek gebracht aan de VVVF. Stafmedewerker Gerrit Jonkers heeft de bezoekers verteld over de ontwikkelingen in de Nederlandse verfen drukinktindustrie en de activiteiten van de VVVF.
Op 2 april 2013 werd de bijeenkomst ‘Biobased Coatings voor de Bouwsector’ gehouden bij Van Wijhe Verf in Zwolle. De bijeenkomst werd georganiseerd door het Agro Papier & Chemie (APC)-platform waarbinnen de VNCI en het Dutch Biorefinery Cluster samenwerken. De bijeenkomst stond in het teken van de ambitieuze doelstelling van de VVVF - vastgelegd in het branchecontract met de VNCI - om in 2030 vijftig procent van de grondstoffen van de verf op de Nederlandse markt biobased te laten zijn. Het APC-platform ziet in de doelstelling de uitdaging om nieuwe biobased-ketens te realiseren, waarvoor samengewerkt moet worden tussen bedrijven en sectoren die elkaar tot nu toe niet kennen. Tijdens de bijeenkomst
vond hiertoe een brainstormsessie plaats met mogelijke industriële partners uit de gehele nieuwe biobased-keten. Een creatieve sessie die de vraag vanuit de producenten en gebruikers van coatings en coatingbestanddelen moest koppelen aan de vele mogelijkheden van producenten van biobased chemicaliën en materialen.
VVVF en OnderhoudNL plannen vervolgtraject Duurzaam onderhoud De VVVF gaat samen met OnderhoudNL de ketensamenwerking rond duurzaam onderhoud verder vormgeven. De organisaties willen hun achterbannen stimuleren en ondersteunen in de richting van een duurzamer aanbod. VVVF en OnderhoudNL zijn momenteel in gesprek over een gezamenlijk plan van aanpak voor een vervolgtraject.
Daarbij is het idee ontstaan om door middel van een gezamenlijke nieuwsbrief stakeholders regelmatig te informeren over actuele ontwikkelingen op het gebied van duurzaam onderhoud. Voor meer informatie: Gerben Dijkstra, issuemanager Duurzaam Ondernemen van de VVVF,
[email protected] of 070 444 0676.
Verfindustrie kleurt groen VNCI-maandblad Chemie magazine van 20 maart publiceerde een artikel over biobased coatings. Het artikel ‘Verfindustrie kleurt groen’ belichtte het proces van de verfindustrie naar biobased en gaf aan in welk stadium het proces zich bevindt. De VVVF heeft de ambitie om in 2030 de helft van alle verven op de Nederlandse markt op biogrondstoffen te baseren. Deze ambi-
tie is door de VVVF eind 2011 uitgesproken in de Roadmap biobased coatings. TNO begeleidt de VVVF-leden naar hun groene toekomst. Inmiddels zijn ook de VNCI-leden aangehaakt om de benodigde hernieuwbare grondstoffen te leveren. Het artikel is te vinden op de VVVF-webpagina: www.vvvf.nl/biobased-coatings.
CEPE Annual Conference & General Assembly 2013 De CEPE Annual Conference & General Assembly wordt dit jaar gehouden van 25 t/m 27 september in Praag. Reserveer de
34
datum alvast. Meer informatie volgt op de VVVF-ledensite.
Communicatie-instrument duurzame verf De VVVF gaat onderzoeken of een instrument voor professionele en particuliere afnemers over duurzame verf ontwikkeld kan worden. Met het instrument wordt het mogelijk om op een eenvoudige wijze onderscheid te maken tussen minder en meer duurzame verf. Het communicatie-instrument zal na overleg en in samenwerking met de stakeholders op de markt worden gebracht. Uiteraard zullen daarbij branche-organisaties, zoals OnderhoudNL, worden ingeschakeld. Voor meer informatie: Gerben Dijkstra, issuemanager Duurzaam Ondernemen van de VVVF,
[email protected] of 070 444 0676.
Beton Vakdagen & SGA Vakdagen
Op 15, 16 en 17 oktober 2013 worden de ‘Beton Vakdagen Gorinchem’ gehouden in combinatie met de ‘Schilder, Glas & Afbouw Vakdagen Gorinchem’ in de Evenementenhal in Gorinchem. Gedurende drie dagen kunnen verschillende toeleveranciers en fabrikanten van deze branches hun doelgroep treffen en op de hoogte blijven van de laatste noviteiten op hun vakgebied. Voor meer informatie: www.evenementenhal.nl.
Controles naar VIB’s en biociden Inspectie Leefomgeving en Transport (L&T) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM) heeft voornemens controles uit te voeren bij de groothandel in verf en verfwaren in 2013. Het betreft onder meer inspecties naar veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) van oplosmiddelhoudende producten en naar biociden. Voor meer informatie: zie de VVVF ledensite.
@verfeninkt Volg ons op Twitter
Centrum voor Onderzoek en Technisch advies Uw partner voor onafhankelijk onderzoek en testen van coating producten en/of systemen.
COT bv Jan Tademaweg 40 2031 CV HAARLEM T 023 - 531 95 44 F 023 - 527 72 29 E
[email protected] I www.cot-nl.com
□ □ □ □ □ □ □ □
Onderzoek en testen van coatings Corrosie testen Qualicoat, Qualanod en Qualisteelcoat Onderzoek en testen van bouwmaterialen Trouble shooting Printerkeuringen COT-kwaliteitswaarborgsysteem Beleidsstudies
Onze opdrachtgevers zijn o.a. verffabrikanten, kitfabrikanten, printerfabrikanten, oliemaatschappijen, ministeries, consumentenorganisaties, handelsondernemingen, industrie, applicatie en aannemingsmaatschappijen, detailhandel en rechtbanken.
GEZOCHT: Creatieve Product Ontwikkelaar - Duurzame Verf & Lak (full-time) Ursa Paint is de naam van ons familiebedrijf in IJmuiden, waarin inmiddels de derde generatie leiding geeft aan het bedrijfsproces dat we met 45 mensen uitvoeren. We ontwikkelen, maken en verkopen al sinds 1938 verf. Niet gewoon zomaar verf, maar echte specialiteiten. Zoals hoogwaardige natuurverven op basis van plantaardige olie. Of zoals houtlakken die vrijwel onzichtbaar zijn. Allemaal producten die we met vakmanschap op de markt brengen om ze vervolgens door vakmensen te laten gebruiken. Wij geloven dat de toekomst van onze economie ligt bij kleine, flexibele bedrijven die durven te kiezen. Die hun verantwoordelijkheid durven te nemen. Of dat nu maatschappelijke verantwoordelijkheid is, of milieu-verantwoordelijkheid of gewoon de verantwoordelijkheid voor top kwaliteit. De toekomst ligt bij bedrijven die zich durven te onderscheiden. Met speciale en slimme producten, maar ook met speciale en slimme mensen. Daarom zijn wij nu op zoek naar een creatieveling die ons laboratorium komt versterken met het ontwikkelen van nieuwe specialiteit producten. We zoeken niet zo zeer iemand die al alles van verfrecepturen af weet, maar meer iemand die zich er in wil verdiepen. Die zich wil vastbijten in een probleem. Die oplossingen zoekt en vindt die niet voor de hand liggen. Iemand die kennis met collega's deelt en vervolgens met frisse ideeën zijn eigen gang gaat. Bovendien zoeken we iemand die boven zijn dagelijkse werk uit kan stijgen om de grote lijn te kunnen overzien. Iemand die het vermogen heeft om abstract over problemen te kunnen praten en denken. En natuurlijk iemand die verantwoordelijkheid durft te nemen voor zijn werk. Zodat de recepturen die onder zijn hoede vallen robuust zijn. Herken je je in deze beschrijving en denk je dat je jezelf wat te bieden hebt door met ons te werken? Bel dan even met 0255-548448 om een afspraak te maken met Machiel van Westerhoven, technisch directeur. Of stuur een emailtje naar
[email protected]
Bezoek ons op stand 7.201 op de European Coatings Show 2013 (19 t/m 21 maart) in Nürnberg.
100% recyclable tin can
Tintercan - om uw kleurpasta te verpakken • Volledig te legen (uitneembare bodem): spaart geld en milieu • Houdt de kleurmengmachine schoon: geen geknoei over de spindel • Handsfree op canister te plaatsen: bespaart operator tijd Vraag informatie en/of een monster aan via
[email protected].
Zandvoortstraat 69 | 1976 BN IJmuiden | The Netherlands T +31 (0)255 510 409 | F +31 (0)255 512 801 |
[email protected]
www.hildering.com