NIAZJAARBERICHT
2014
Vertrouwen in NIAZ-Qmentum | Spannend jaar | Resultaten | Updates normenkader | Meerjarenbeleidsplan | Bouwen aan de portal | Opleidingen | Auditor 3.0 | Best practices | Tips en tricks ETz | NIAZ-organisatie | Blik op 2015 | ‘NIAZ-traject enorm praktisch’
NIAZ Jaarbericht 2014
Jaarbericht 2014 Dit jaarbericht vormt de publieke verantwoording van het NIAZ over het jaar 2014. De Engelstalige versie vindt u op www.niaz.nl.
Colofon Het Jaarbericht 2014 is een uitgave van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het NIAZ-bureau. NIAZ Postbus 4045 3502 HA Utrecht T 030 2330 380 E
[email protected] www.niaz.nl Tekst: NIAZ, Bureau Lorient Communicatie BV Foto’s: NIAZ, tenzij anders aangegeven Eindredactie en productiebegeleiding: Bureau Lorient Communicatie BV Vormgeving Drukkerij Sparta, Leiden
Inhoud 3 3 4 5 6 7 8 8 9 9 10 12 13 14 15 16 17 20
Vertrouwen in NIAZ-Qmentum “Een spannend jaar” Resultaten op een rij “Updates voor het normenkader” Meerjarenbeleidsplan en NIAZ-Qmentum “Bouwen aan de portal” Goede opleiding het halve werk De auditor 3.0 Goed voorbeeld doet goed volgen Best practice ziekenhuizen 2013 / 2014 Tips en tricks uit het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis De NIAZ-organisatie Een blik op 2015 “GGZ herkent zich in NIAZ-Qmentum” Bijlage 1: NIAZ Bureau en Organen Bijlage 2: Aan het NIAZ verbonden zorginstellingen Bijlage 3: Financieel verslag 2014 “Het NIAZ-traject was enorm praktisch”
Onze missie Het NIAZ levert een bijdrage aan de borging en verbetering van de kwaliteit in de gezondheidszorg. Daartoe ontwikkelen we kwaliteitsnormen en passen we deze toe bij het toetsen van zorginstellingen en zorgprocessen. Aan ons judicium kunnen derden – zorgconsumenten, zorgverzekeraars, samenwerkingspartners, overheden en samenleving – het vertrouwen ontlenen dat de zorg reproduceerbaar op een adequate en veilige manier wordt voortgebracht.
NIAZ jaarbericht 2014
Vertrouwen in NIAZ-Qmentum Het veld heeft vertrouwen in het NIAZ en in de kwaliteit van het nieuwe accreditatieprogramma NIAZ-Qmentum. Die conclusie trekt het NIAZ op grond van de resultaten uit 2014. Om deze resultaten te behalen, is hard gewerkt.
In 2014 kozen bijna alle bij het NIAZ aangesloten zorginstellingen opnieuw voor het NIAZ. Ze opteerden overwegend voor accreditatie op basis van het internationale accreditatieprogramma NIAZ-Qmentum. Het NIAZ presenteerde dit programma in 2013.
Werken aan vertrouwen Deze keuze was niet vanzelfsprekend. Het NIAZ heeft hard gewerkt om NIAZ-Qmentum geschikt te maken voor de Nederlandse en de Vlaamse zorginstellingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat het NIAZ in 2014 zorgde voor een betere vertaling van de normensets. Ook zijn de toelichtingen op de normensets herijkt. Dit gebeurde in overleg met honderd professionals uit het veld: het NIAZ is en blijft een organisatie voor én door
het veld. Ook de eerste ervaringen van pilotinstellingen die met NIAZ-Qmentum zijn gaan werken, zijn meegenomen in de optimalisatieslag. In juni bracht een werkgroep met een aantal UMC’s en de Stichting Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) een bezoek aan twee academische ziekenhuizen in Canada. In het najaar nam het NIAZ afscheid van de auditoren die al langer dan twee jaar niet meer in zorginstellingen werkzaam zijn. Al deze activiteiten droegen bij aan het vertrouwen van het veld in de kwaliteit van het nieuwe accreditatieprogramma.
Resultaten 2014 Intussen ging het accrediteren van zorginstellingen op basis van de NIAZ Kwaliteitsnorm
“Een spannend jaar” “In zekere zin was 2014 het jaar van de waarheid”, aldus NIAZ-directeur Kees van Dun. “Het was spannend of zorginstellingen NIAZ-Qmentum zouden omarmen. Het NIAZ zag belangrijke voordelen, maar het ging er natuurlijk om of het veld die opvatting zou delen.” Inmiddels blijkt dit het geval te zijn. Zorginstellingen hebben vertrouwen in NIAZQmentum als instrument om de kwaliteit van zorg te toetsen, of het nu gaat om UMC’s, om Santeon- of om andere ziekenhuizen. Van Dun: “Met NIAZ-Qmentum kunnen alle zorginstellingen op alle afdelingen vaststellen
Zorginstelling 2.4 (KZi 2.4) in Nederland en Vlaanderen door. Eind 2014 kan het NIAZ de volgende resultaten noteren: • Bijna alle NIAZ-ziekenhuizen in Nederland zijn geaccrediteerd; • Het NIAZ heeft het grote marktaandeel bij de Nederlandse ziekenhuizen behouden; • Het NIAZ heeft het aantal deelaccreditaties afgebouwd; • Het aantal overeenkomsten met GGZinstellingen in Nederland is gedaald en neemt in Vlaanderen toe; • Het aantal overeenkomsten met zorginstellingen in Vlaanderen is toegenomen.n
of de kwaliteit voldoet aan de norm. De zelfevaluatie en de interne audits zijn geschikte hulpmiddelen. Het programma bevordert dat afdelingen leren van elkaar, net zoals zorginstellingen leren van elkaar.”
Systeemtoezicht beperken De positie van het NIAZ in de Nederlandse ziekenhuizen is, met een marktaandeel van 85%, stabiel gebleven. In Vlaanderen koos 60% van de ziekenhuizen voor het NIAZ. Van Dun: “In Vlaanderen zagen we in 2014 de sterkste toename van het aantal aangesloten zorginstellingen. Dat komt deels doordat de overheid accreditatie stimuleert: voor geac-
crediteerde instellingen geldt een minder intensief systeemtoezicht. Dat veel Vlaamse zorginstellingen daarbij voor het NIAZ kozen, heeft onder andere te maken met het feit dat het NIAZ ISQua-geaccrediteerd is. Voor de Vlaamse overheid is dit een voorwaarde om het systeemtoezicht te beperken.”
Herkenbaarheid telt Ook NIAZ-Qmentum was een belangrijke factor: van de 37 organisaties waarmee het NIAZ een overeenkomst heeft, kozen slechts vier voor de NIAZ Kwaliteitsnorm Zorginstelling 2.4. Dat het NIAZ toelichtingen heeft ontwikkeld die specifiek zijn toegesneden op de Vlaamse situatie, was ook belangrijk voor Vlaamse zorginstellingen. “Het accreditatieprogramma is herkenbaar en dat telt.” n
3
NIAZ Jaarbericht 2014
Resultaten op een rij Accreditaties Nederlandse ziekenhuizen
4
41 audits 2014
Peildatum 13 december 2014
Instellingsbreed geaccrediteerd
VMS geaccrediteerd
Totaal geaccrediteerd
Positief besluit Negatief besluit Uitgesteld besluit Totaal
71 2 2 75
3 0 0 3
74 2 2 78
• Twee NIAZ-ziekenhuizen hadden eind 2014 een negatief accreditatiebesluit. Begin 2015 zijn zij opnieuw geaudit, met als resultaat een positief auditbesluit; • De tabel gaat uit van de 79 NIAZ-ziekenhuizen per 1-1-2014, minus het ziekenhuis De Sionsberg dat eind 2014 failliet is verklaard; • Op 1-1-2014 waren er 94 ziekenhuizen in Nederland. Dit betekent voor het NIAZ een marktaandeel van 84%. Afhankelijk van de manier van tellen, kan ditzelfde getal ook iets hoger of lager uitvallen. n
123 accreditatieovereenkomsten Het NIAZ heeft per eind 2014 met 123 zorginstellingen een accreditatieovereenkomst.
Aard van de overeenkomst Ziekenhuizen Nederland Deelaccreditaties Nederland Overige instellingen Nederland Instellingen Vlaanderen Totaal aantal instellingen
# instellingen per 1-1-2014 (in begroting 2014)
# instellingen per 31-12-2014 (in begroting 2015)
79 6 13 28 126
76 1 9 37 123
• In 2014 voerde het NIAZ 41 audits uit. • 33 instellingsbrede (vervolg)accreditatietrajecten (waarvan drie keer een uitgesteld besluit). • 2 oncologische deelaccreditaties. • 6 VMS-deelaccreditaties (waarvan één keer een uitgesteld besluit). • Daarnaast zijn instellingen getoetst op de voortgang van het actieplan. • Er waren geen vervolgdeelaccreditaties PAAZ en geen deelaccreditaties radiotherapie. n
Fusies en deelaccreditaties • Door fusies daalde het aantal Nederlandse zorginstellingen dat bij het NIAZ is aangesloten in 2014 met drie. • Het ging om Zorggroep Leveste Middenveld (van drie naar één instelling) en Medisch Centrum Alkmaar Gemini Groep (van twee naar één instelling). • Dat het aantal deelaccreditaties daalde, is beleid: het NIAZ streeft ernaar de deelaccreditaties zoveel mogelijk op te nemen in NIAZ-Qmentum. • Alleen het NKI-AVL cluster Radiotherapie is nog als deelaccreditatie geteld, hoewel de geldigheidsduur van de overige vijf deelaccreditaties nog niet verlopen is. n
Groei in Vlaanderen • 60% van de Vlaamse ziekenhuizen koos voor het NIAZ. • Dat zijn 29 ziekenhuizen, 3 revalidatie-instellingen, 4 GGZinstellingen en 2 organisaties voor thuisverpleging. • 30% van de bij het NIAZ aangesloten zorginstellingen is afkomstig uit Vlaanderen. • Deze verdeling is in verhouding met het aantal inwoners in Nederland (16,8 miljoen) en Vlaanderen (6,4 miljoen). n
Indeling naar omvang Het NIAZ deelt zorginstellingen in naar hun omvang: een A-categorie is een grote zorginstelling (zoals een UMC, STZ, of epilepsie-instelling). En een G-categorie is een hele kleine zorginstelling.
Categorie
NL
VL
Totaal
Totaal
>A A B+ B C D E F G Totaal
2 25 1 29 21 3 2 0 3 86
0 8 0 9 15 4 1 0 0 37
2 35 33 1 39 38 36 36 7 13 3 0 3 123 123
Updates voor normenkader
5
Voor de overstap op NIAZ-Qmentum vertaalde het NIAZ de normensets en de toelichtingen op de normensets. Ook voegde het NIAZ toelichtingen toe. Deze toelichtingen verduidelijken een criterium met specifieke verwijzingen naar Nederlandse of Vlaamse gebruiken of regelgeving. “Vervolgens gingen de zorginstellingen aan de slag”, vertelt senior adviseur Freek van der Heijden. “Zoals te verwachten was, bleek er in de praktijk nog behoefte aan verdere uitleg.” Het NIAZ heeft alle zorginstellingen die met NIAZ-Qmentum werken gevraagd om hun opmerkingen over de inhoud en de vertaling van de normensets en de toelichtingen door te geven. Van der Heijden: “Samen met een groot aantal zorgprofessionals zijn al die opmerkingen beoordeeld. Valide en relevante opmerkingen zijn gebundeld en teruggekoppeld naar Accreditation Canada International. In juli 2014 is de eerste versie gepubliceerd van de aangepaste toelichtingen. De tweede update staat gepland voor september.”
Reacties blijven welkom Hier blijft het niet bij, benadrukt de senior adviseur: “Naarmate meer zorginstellingen starten met de implementatie van NIAZ-Qmentum, krijgen we meer reacties. Die zijn van harte welkom. Dankzij deze reacties kunnen we het normenmateriaal steeds beter laten aansluiten bij de dagelijkse praktijk in Nederland en Vlaanderen. Het NIAZ is immers een organisatie dóór het veld en vóór het veld: samen komen we tot het beste resultaat.” Opvallend is
ook het aantal branche- en beroepsorganisaties dat reageert. Van der Heijden: “Ook daar zijn we blij mee, want hieruit blijkt dat de NIAZ Kwaliteitsnorm Zorginstelling 3.0 breed bekend is in de zorgsector.” Ook veranderingen in bijvoorbeeld wet- en regelgeving krijgen een plekje in de toelichtingen. Met regelmatige aanpassingen houdt het NIAZ Qmentum up-to-date. n
NIAZ Jaarbericht 2014
Meerjarenbeleidsplan en NIAZ-Qmentum Volgen zorginstellingen het NIAZ bij de keuze voor NIAZ-Qmentum? En hoe sluit deze keuze aan bij de doelen die het NIAZ zich in het Meerjarenbeleidsplan heeft gesteld? Zorgsector kiest massaal voor NIAZ-Qmentum
6
Eind 2014 bereidden nog slechts vier instellingen in Vlaanderen zich voor op een accreditatie op basis van de norm KZi 2.4. De overige 33 zorginstellingen kozen voor NIAZ-Qmentum. In Nederland hadden eind 2014 nog niet alle NIAZ-instellingen een definitieve keuze gemaakt, maar het beeld verschilt niet significant van Vlaanderen: hooguit 10 à 20% van de Nederlandse zorginstellingen bereidt zich nog voor op basis van de huidige norm KZi 2.4.
“Hooguit 10 à 20% van de Nederlandse zorginstellingen bereidt zich nog voor op de basis van de huidige norm KZi 2.4” Naar zorginstellingen in de lead In het Meerjarenbeleidsplan heeft het NIAZ doelen geformuleerd voor de resultaten van zorg (doel 1), de inzet van meerdere middelen (doel 2), de herinrichting van het accreditatieproces (doel 3) en het aansluiten op de elektronische snelweg (doel 4). Door de implementatie van NIAZ-Qmentum zijn of worden veel punten uit het Meerjarenbeleidsplan gerealiseerd. Het NIAZ heeft nu de doelen op de korte termijn,
langere termijn en lange termijn opnieuw geformuleerd: • Op de korte termijn komt de focus bij de zorginstellingen te liggen op de interne toetsingen door middel van tracers; • Op de langere termijn ligt de focus bij de zorginstellingen op ketenzorg: hoe kunnen instellingen, uitgaand van de vier stappen uit de accreditatiecyclus, dakpansgewijs omgaan met verschillende kwaliteitsnormen? • Op de lange termijn wil het NIAZ bevorderen dat zorginstellingen zelf het voortouw nemen bij nieuwe ontwikkelingen. Het NIAZ-bureau krijgt dan een meer bescheiden rol.
Bouwen aan ICT Eén van de doelen uit het Meerjarenbe-
leidsplan is om beter aan te sluiten op de elektronische snelweg. Deze ambitie sluit perfect aan bij de implementatie van NIAZ-Qmentum. Het NIAZ besteedde in 2014 enorm veel energie aan de ICT die om de hoek komt kijken bij het auditeren met NIAZ-Qmentum. Ook trof het NIAZ in 2014 de voorbereidingen voor een volledig nieuwe website. De site moet ervoor zorgen dat zorgprofessionals de informatie over het NIAZ en NIAZ-Qmentum eenvoudiger kunnen terugvinden. De website wordt in 2015 gebouwd. Tenslotte groeide het digitale platform NIAZ-NING gestaag. Inmiddels gebruiken meer dan 100 personen het platform om informatie te delen en ideeën uit te wisselen. n
Bouwen aan de portal De overstap op NIAZ-Qmentum brengt grote veranderingen met zich mee. Zo ligt de focus veel meer dan vroeger op de patiënt en de zorgprofessional en kunnen zorginstellingen zich nu toetsen aan een internationaal normenkader. Een derde, belangrijke verbetering is de inzet van digitale instrumenten. “Die zorgen ervoor dat de in- en externe toetsing efficiënter verlopen”, zegt projectondersteuner Inge Nierop. Ze heeft in 2014 veel werk verzet om de instrumenten geschikt te maken voor Nederlandse en Vlaamse zorginstellingen.
Het NIAZ heeft hard gewerkt om het Qmentum-accreditatieprogramma van Accreditation Canada International (ACI) aan te passen aan de Nederlandse en Vlaamse situatie. “We hebben om te beginnen vertalingen gemaakt en toelichtingen toegevoegd aan het programma”, vertelt Inge Nierop. “Die houden we up-to-date. Ook hebben we een belangrijke aanpassing doorgevoerd in de methodiek voor zelfevaluaties: we hebben het systeem zo aangepast dat zorginstellingen niet-relevante vragen kunnen weglaten of eigen vragen kunnen toevoegen.”
Interne audittool een succes In de tweede helft van 2014 is ook een interne audittool toegevoegd aan NIAZQmentum. Deze tool is speciaal ontwikkeld voor het NIAZ. Inge Nierop: “De zelfevaluatie laat zien in hoeverre zorginstellingen vinden dat ze voldoen aan de normen en wat er naar hun mening nog beter kan. Met de interne audittool kunnen ze vervolgens objectief meten of ze op de goede weg zijn: klopt hun beeld met de werkelijkheid? Gaat wat goed ging inderdaad goed? Zijn de juiste verbeteracties in gang gezet? Vroeger werkten de zorginstellingen hiervoor met spreadsheets, nu kunnen ze in een volledig digitale omgeving werken. De technologie maakt het heel makkelijk
om de juiste vragenlijsten op te stellen en uitkomsten te genereren. Feedback voor de afdelingen is dus snel beschikbaar. De tool is een succes.”
7
“Feedback is dus snel beschikbaar” Patiëntveiligheid meten Ook specifiek voor NIAZ-Qmentum is een patiëntveiligheidscultuurmeting. Nierop: “Deze is ontwikkeld aan de Universiteit van Hasselt. Zorginstellingen die dat willen, mogen deze tool gebruiken. Doordat de tool gevalideerd is, is benchmarking mogelijk.” Vlaamse zorginstellingen zijn erg enthousiast, in Nederland houden zorginstellingen voorlopig vast aan instrumenten waar ze al langer mee werken. Inmiddels wordt ook gewerkt aan versies voor de thuiszorg, de langdurige zorg en de GGZ.
‘Rapport terwijl u wacht’ Tenslotte kunnen niet alleen de interne, maar ook de externe auditoren hun pen en papier in de kast laten liggen. Ook zij gaan met een tablet de zorginstelling in en noteren hierop hun bevindingen. Het programma maakt het mogelijk om
Inge Nierop: “NIAZ-Qmentum maakt kwaliteitszorg effectiever en efficiënter” al aan het eind van het werkbezoek de eerste resultaten te presenteren. Binnen een maand ligt er een definitief rapport met concrete aanbevelingen. “Dat is drie à vier keer zo snel als vroeger”, constateert Inge Nierop. Hoewel ze nog ruimte voor verbetering ziet, is ze in grote lijnen tevreden: “De omzetting van Qmentum naar NIAZ-Qmentum heeft ons – en ACI – veel energie gekost, maar het resultaat mag er zijn: het programma werkt en het maakt kwaliteitszorg zowel effectiever als efficiënter.” n
NIAZ Jaarbericht 2014
Goede opleiding het halve werk Een nieuw accreditatieprogramma vraagt om goed opgeleide in- en externe auditoren. Het NIAZ ontwikkelde samen met Kerteza verschillende opleidingen voor KZi 3.0. Maar ook zorginstellingen die kiezen voor de KZi 2.4 hebben het volste recht op een ter zake kundige auditor. Daarom leidde het NIAZ zestien functionarissen op tot externe NIAZ-auditor op basis van de KZi 2.4.
Externe auditoren
8
Voor het uitvoeren van een audit op basis van NIAZ-Qmentum moeten alle auditoren een (verplichte) bijscholing volgen. In 2014 is hiermee een start gemaakt. De bijscholing is gesplitst in een ‘theoretische dag’ en een ‘praktische dag’. Tijdens de theoretische dag gaat het over de implementatie van NIAZ–Qmentum, over de veranderende rol van auditoren bij audits met de KZi 3.0 (NIAZ-Qmentum), over normkennis en over de tracermethodiek. Tijdens de ‘praktische’ bijscholingsdag in 2015 gaat het over het uitvoeren van een audit met behulp van de tracermethodiek. Dit gebeurt aan de hand van een instructiefilm. Een ander onderdeel is het werken met de ‘auditoren software’ op een tablet.
Interne auditoren De helft van de veertien opleidingen tot interne auditor die het NIAZ samen met Kerteza verzorgde in 2014, was op basis van de KZi 2.4. De andere helft werd opgeleid op basis van de KZi 3.0. Daarnaast zijn tien keer bijscholingen verzorgd voor al eerder opgeleide interne auditoren, zodat ook zij kunnen werken met de normensets van NIAZ-Qmentum en met de tracermethodiek. n
De auditor 3.0 Met de overstap op NIAZ-Qmentum verandert ook de rol van de NIAZ-auditor. Hij (of zij) werkt voortaan niet meer in een duo, maar solo: hij bereidt zich goed voor, verzamelt de nodige informatie tijdens de audit en maakt zelf de analyse van de resultaten. Daarvoor moet hij inzicht hebben in de betekenis van de normensets en goed uit de voeten kunnen met de tracer-methodiek. Ook verandert de technologie: auditoren voeren hun bevindingen in op een tablet. Het NIAZ bereidt de auditoren goed voor op de nieuwe situatie. Alle NIAZ-auditoren zijn verplicht een tweedaagse bijscholing te volgen, waar ze de benodigde theoretische en praktische kennis opdoen. Ook kijkt het NIAZ goed naar de competenties van de auditoren. Met behulp van individuele competentieprofielen stelt het de auditteams zorgvuldig samen. Het NIAZ zet uitsluitend auditoren in die actief zijn in de zorg of die dat tot voor kort waren. Van auditoren die langer dan twee jaar gestopt zijn als zorgprofessional, heeft het NIAZ inmiddels afscheid genomen. n
Goed voorbeeld doet goed volgen Het NIAZ fungeert ook als kenniscentrum. Aangesloten zorginstellingen kunnen bijvoorbeeld een beroep doen op de NIAZ-database met goede voorbeelden. Deze goede voorbeelden hebben nu nog uitsluitend betrekking op de normen uit de Kwaliteitsnorm Zorginstelling 2.4. Vanaf het moment waarop de eerste audit met NIAZ-Qmentum plaats heeft gevonden, zal het NIAZ ook goede voorbeelden voor deze normen verzamelen. Best practice zorginstellingen Een goed voorbeeld heeft betrekking op een enkel onderwerp. Wanneer een zorginstelling als geheel goed heeft gepresteerd bij een audit, komt ze in aanmerking voor het predicaat ‘best practice’. Ze moet dan voldoen aan meer dan 95% van de NIAZ-eisen. In 2014 zijn drie zorginstellingen benoemd tot ‘best practice ziekenhuis’: het OLVG in Amsterdam, het Martini Ziekenhuis in Groningen en Gelre ziekenhuizen in Apeldoorn en Zutphen.
9
Themabijeenkomsten Themabijeenkomsten over specifieke onderwerpen zijn een andere manier om kennis te bundelen en te verspreiden. In 2014 vonden geen themabijeenkomsten plaats, omdat het lastig bleek zorginstellingen met bijzondere kennis van een bepaald onderwerp fysiek bij elkaar te krijgen. Het NIAZ onderzoekt in 2015 hoe deze kennisuitwisseling op modernere wijze vorm kan krijgen en zal daar in 2016 mee van start gaan. n
Van Toen naar Toekomst Op 28 november 2014 organiseerde het MUMC+ het symposium ‘Van Toen naar Toekomst’. De aanleiding vormde vijftien jaar NIAZ-accreditatie in Maastricht.
Best practice ziekenhuizen 2013 en 2014 • • • •
Rijnstate, Arnhem; azM, Maastricht; St. Anna Ziekenhuis, Geldrop; Ziekenhuis St. Jansdal, Harderwijk;
• Gelre ziekenhuizen – locatie Apeldoorn; • Martini Ziekenhuis, Groningen; • Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam.
NIAZ Jaarbericht 2014
Twee bloedgroepen, één accreditatieprogramma
Tips & tricks uit ElisabethTweeSteden ziekenhuis Het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis (ETz) bundelt de krachten van twee ziekenhuizen in Midden-Brabant. Het St. Elisabeth Ziekenhuis (EZ) is een officieel pilotziekenhuis voor NIAZ-Qmentum en het TweeSteden ziekenhuis (TSz) trekt samen op met het EZ. Beide ziekenhuizen worden medio 2015 getoetst. Hoe ervaren ze NIAZ-Qmentum? Josje van Inzen-van IJsseldijk en Anne-Marie Julicher vertellen.
Anne-Marie Julicher, adviseur bij het TSz: “Tracermethodiek heeft echt meerwaarde” 10
af. Het instrument was meer log dan LEAN.”
Zo doen we het écht
In gesprek “In januari 2014 besloten we voor NIAZ“We zijn met het NIAZ in gesprek gegaan Qmentum te gaan. Dat we hiervoor kozen, over de vragenlijsten. Inmiddels kunnen heeft verschillende redenen: we waren al we vragen uit de lijsten halen of bekend met het NIAZ en onze juist toevoegen. En ik hoop fusiepartner werd een pilotindat het NIAZ ook zal kijken stelling voor NIAZ-Qmennaar de formulering van tum. Bovendien vinden de vragen. Wij van onze we het belangrijk dat kant hebben gekeken NIAZ-Qmentum een inhoe we de vragenlijsten ternationaal programma gerichter kunnen uitzetis, dat de normen aanten en mensen beter sluiten bij de dagelijkse kunnen motiveren ze in praktijk en dat het hele te vullen. Dat leverde een huis erbij betrokken wordt. goed resultaat op, maar het Tenslotte dachten we dat kostte ons wel veel inspanNIAZ-Qmentum een bijdraAnne-Marie Julicher: ningen.” ge zou kunnen leveren aan “Overall zijn we tevreden” onze LEAN-ambitie.”
“Uit de zelfevaluatie kwam een aantal aandachtspunten naar voren waar onze kernteams mee aan de slag gingen. Vervolgens hebben interne audits plaatsgevonden, waarbij we de tracermethodiek hebben toegepast. Die heeft echt geweldige meerwaarde: het laat zien hoe we het écht doen in huis. Inmiddels zijn we bijna klaar voor de externe audit in juni 2015. We hebben het programma intern verstuurd en het hele ziekenhuis geïnformeerd. Elke auditor krijgt een buddy, we zijn benieuwd hoe dat uitpakt. Het wordt spannend.”
Meer mensen, minder papier “Overall zijn we tevreden over NIAZQmentum. Er zijn veel meer mensen bij betrokken en veel minder papier. De tracermethodiek is fantastisch en kwaliteitszorg leeft echt op de werkvloer. Mensen
Log of LEAN? “Vanaf dat moment werd het zoeken: hoe vliegen we de zelfevaluatie aan? Welke normen zijn op ons van toepassing? Hoe geef ik de interne communicatie vorm? Hoe betrek ik de medewerkers erbij? Hiervoor trok ik samen op met Josje van Inzen. Het selecteren van de normen leverde geen problemen op, maar het verkrijgen van antwoorden op de zelfevaluatie des te meer. Mensen kregen soms vragen voorgelegd die niet van toepassing waren, die ze niet snapten of die veel te uitgebreid waren. Daardoor haakten ze halverwege Ook voor het NIAZ Auditteam was het spannend
twee survey managers. Omdat dit de eerste Nederlandse audit met NIAZ-Qmentum zou zijn, was er ook een afgevaardigde van Accreditation Canada International aanwezig. Ook voor het auditteam was het spannend: je merkte dat ze hun weg in de nieuwe methodiek nog moesten vinden. Wat ik erg prettig vond, waren de open gesprekken die de surveymanager en de voorzitter hierover met ons voerden. De auditoren hebben veel patiënten bevraagd.”
Hoge opkomst
zijn intrinsiek gemotiveerd, juist omdat het over de inhoud van hun werk gaat. Wel zou ik het NIAZ aanraden de normen en de vragen voor de zelfevaluatie tegen het licht te houden en de communicatie met
“Mensen zijn intrinsiek gemotiveerd omdat het over de inhoud van hun werk gaat” ‘Canada’ strak te houden. Zorginstellingen raad ik aan vooraf heel goed na te denken over de manier en het moment waarop ze de zelfevaluatie uitzetten.”
“Al aan het eind van de week kregen we de eerste, voorlopige rapportage. Daaruit kwamen, zoals verwacht, weinig verrassingen naar voren; we weten waar we aan moeten werken. Voor een deel zijn Startbijeenkomst dat nieuwe punten en dat is goed: het betekent dat je werk gemaakt hebt van Voorbereiden externe audit aandachtspunten uit de vorige accredi“Het voorbereiden van de externe autatiecyclus en je verder kunt verbeteren. dit kostte minder tijd dan gedacht: we De opkomst bij de presentatie van het hoefden maar een paar interviews in te voorlopige rapport was heel hoog. Dat plannen. Wel hebben we veel aandacht bewijst voor mij dat de organisatie besteed aan de interne communizich betrokken voelt bij het tracatie over de audit. We wilden ject. Nu is het wachten op dat alle medewerkers behet conceptrapport, dat al grepen wat er zou gaan binnen enkele weken begebeuren. Ook hebben schikbaar is. We geven we nagedacht over het een reactie en gaan aan informeren van patiënten de slag met de actieen het verkrijgen van punten. Alles overziende hun medewerking aan denk ik dat de switch van de patienttracers. Elke Kwaliteitsnorm Zorginstelling auditor kreeg een buddy 2.4 naar NIAZ-Qmentum om praktische zaken te een goede is: de patiënt regelen. Dat bleek heel handig.” Josje van Inzen: “Patiënt en me- en de medewerkers zijn dewerker zijn veel meer betrokken veel meer betrokken dan vroeger”. n dan vroeger” Veel patiënten
bevraagd Josje van Inzen-van IJsseldijk, senior stafadviseur bij het EZ: “Een buddy is heel handig”
“Het auditteam bestond uit vijf auditoren en
Foto’s ETz
“Als je de eerste bent, dan is het pionieren geblazen. Dat hebben we geweten ook: het op maat maken en uitzetten van de vragenlijsten was enorm veel werk. Het heeft ons wel veel geleerd over de organisatie. De tijdsdruk was hoog: door de problemen met de vragenlijsten konden we in augustus 2014 pas echt van start gaan - slechts negen maanden voor de externe audit. Gelukkig begon het, na de aanvankelijke problemen, goed te lopen.”
De opkomst bij de slotbijeenkomst was hoog
11
NIAZ Jaarbericht 2014
Vertrouwen in de toekomst
De NIAZ-organisatie NIAZ in Top 10 ISQua
NIAZ managet risico’s
Wie anderen toetst, moet ook zelf aantoonbaar aan de hoogste eisen voldoen. In 2013 heeft de International Society for Quality in Healthcare (ISQua) besloten het NIAZ de vervolgaccreditatie toe te kennen voor het onderdeel ‘Organisatie’. In 2014 volgde de accreditatie voor de onderdelen ‘Normen’ en ‘Opleidingen’. Dit betekent dat het NIAZ opnieuw op alle drie de onderdelen geaccrediteerd is. Hierdoor behoort het NIAZ wereldwijd tot de Top 10 van organisaties die ‘Triple A’ geaccrediteerd zijn.
Het NIAZ wil een toekomstbestendige organisatie zijn: een aantrekkelijke accreditatiepartner met voldoende kritische massa, een solide begroting en een stevig team. Met NIAZ-Qmentum sluit het NIAZ aan bij de behoeften van de klanten. Het maakt het NIAZ aantrekkelijk als accreditatiepartner. De ISQuaaccreditatie zorgt ervoor dat het NIAZ ook in Vlaanderen accreditatieovereenkomsten kan afsluiten. Om de groei van het aantal aangesloten zorginstellingen op te kunnen vangen, heeft het NIAZ een capaciteitsplan op-
gesteld en een extra, ingewerkte senior adviseur aangetrokken. De financiële risico’s zijn verder beperkt: eind 2014 is de begroting van het NIAZ gebaseerd op structurele inkomsten uit jaarbijdragen en niet meer op incidentele inkomsten via startfees. Het risico op grote fluctuaties in de inkomsten is hierdoor afgenomen.n
12
Het NIAZ-bureau In 2014 verliet senior adviseur Ester Rood het NIAZ-bureau om te gaan werken bij een zorginstelling. Het team verwelkomde twee nieuwe senior adviseurs: Iny DeWymmer, die onder andere kennis en ervaring binnen de Vlaamse GGZ meebrengt, en Wim Pustjens, die weer terug is gekomen naar het NIAZ. Eind 2014 was de personele formatie 13.6 fte, verdeeld over negen senior adviseurs, een projectondersteuner NIAZ-Qmentum, drie secretariaatsmedewerkers en een directeur. Het ziekteverzuim in 2014 bedroeg 0.67%. n
College Kwaliteitsverklaringen Het College Kwaliteitsverklaringen (CKV) adviseert de Raad van Bestuur van het NIAZ over het toekennen of continueren van een accreditatiestatus aan een zorginstelling. Het CKV bestaat uit twaalf leden, waaronder een voorzitter en een vicevoorzitter. In 2014 is het CKV acht keer bijeengekomen. Dat leidde tot negentien adviezen: zeventien maal adviseerde het CKV de accreditatiestatus toe te kennen of te continueren en twee maal adviseerde het CKV om het besluit uit te stellen. n
College van Beroep Op 3 oktober 2014 is de voorzitter van het College van Beroep, de heer A. Scholten, overleden. Hij was al geruime tijd ernstig ziek. De directie en de Raad van Toezicht hebben stilgestaan bij zijn overlijden. Inmiddels is de procedure in gang gezet om een opvolger voor hem te vinden. In 2014 was het niet nodig om cases voor te leggen aan het College van Beroep. n
Participantenraad Het NIAZ kent een Participantenraad voor bestuurders van alle zorginstellingen die bij het NIAZ zijn aangesloten. Het platform, waaraan inmiddels 45 zorginstellingen deelnemen, faciliteert informatie-uitwisseling en bestuurlijke opiniëring. De raad kwam in 2014 driemaal bijeen. Onderwerpen die ter tafel kwamen, waren de wijze van invoering van NIAZ-Qmentum, de manier waarop het NIAZ zich kan verbinden met zijn omgeving (inclusief Orde en verzekeraars) en de manier waarop de zorginstellingen NIAZ-Qmentum kunnen uitdragen. De Participantenraad heeft het NIAZ geadviseerd om voorlopig niet te accrediteren op drie niveaus – goud, platina en diamant. Het NIAZ heeft dit advies overgenomen. n
Raad van Toezicht Per 1 januari 2014 hebben de heren dr. H. van Hulsteijn en dr. J. van Dalen de Raad van Toezicht verlaten. De heer drs. G. de Bey (per 1-12014), de heer P. Degadt (per 1-6-2014), en mw. drs. I. van Steijn (per 1-12-2014) zijn toegetreden tot de Raad van Toezicht. Samen met de heren drs. F. Jaspers (voorzitter) en drs. W. Bijl is de Raad van Toezicht eind 2014 weer compleet. n
13
Een blik op 2015 In 2014 bleek dat zorginstellingen de overstap naar NIAZ-Qmentum enthousiast ontvingen. Het NIAZ voorziet dat het aantal accreditatieovereenkomsten in Nederland in 2015 stabiel zal blijven, met mogelijk marginale aanpassingen. De vooruitzichten voor het aantal accreditaties in Vlaanderen zijn positief. Met name in de GGZ en in de revalidatie dienen zich goede kansen aan. Dit geldt ook voor de thuisverpleging in Vlaanderen en voor de radiotherapie in Nederland. De hoofdprioriteit, de invoering van NIAZ-Qmentum, zal in 2015 veel aandacht blijven vragen. In 2015 moet de
techniek bij de audits volledig op orde zijn, met name voor wat betreft de software en de tablets. Ook zal het NIAZ de externe auditoren goed opleiden. In 2015 nemen de inkomsten iets toe, door stijging van het aantal accreditatieovereenkomsten. Ook de uitgaven nemen toe, met name door de licentiekosten die het NIAZ aan Accreditation Canada International moet betalen. Daar staan besparingen tegenover omdat auditoren niet meer in duo’s maar apart hun werk gaan uitvoeren. Op termijn verdient het NIAZ zo de licentiekosten terug.
In de begroting 2015 is een positief exploitatieresultaat voorzien van € 45.000. Omdat het aantal audits in 2015 lager zal zijn dan gemiddeld, kan het NIAZ sparen. Dat moet ook, want voor 2016 en 2017 verwacht het NIAZ hoge auditkosten als gevolg van een groot aantal audits. Ir. C.M. van Dun MCM, Directeur NIAZ
NIAZ Jaarbericht 2014
Iny DeWymmer
“GGZ herkent zich in NIAZ-Qmentum” Vijf Vlaamse psychiatrische ziekenhuizen hebben gekozen voor NIAZ-Qmentum. Ze gebruiken het programma als kapstok voor het algemeen beleid en het kwaliteitsbeleid. Senior adviseur Iny DeWymmer: “NIAZ-Qmentum heeft een speciale normenset voor de GGZ. Bovendien zijn de toelichtingen toegesneden op de Vlaamse situatie. De zorginstellingen herkennen zich er in.”
14
Psychiatrische ziekenhuizen in Vlaanderen zijn blij met NIAZ-Qmentum. Iny DeWymmer: “In de sector wordt heel hard en goed gewerkt, maar het is lastig om dat aan te tonen. Er is geen keurmerk voor. NIAZ-Qmentum biedt deze ziekenhuizen de kans te laten zien dat hun kwaliteit aan dezelfde normen voldoet als die van andere ziekenhuizen. Het internationale programma NIAZ-Qmentum legt de lat voor iedereen even hoog. Het is een erkenning van hun professionaliteit.”
Toespitsen In mei 2014 heeft het NIAZ samen met bestuurders uit de GGZ de normenset en de toelichtingen uitvoerig doorgenomen en toegespitst op de Vlaamse en Nederlandse situatie. Het resultaat mag er zijn. “Zorginstellingen herkennen zich hierin”, onderstreept DeWymmer. “De situatie in Vlaanderen verschilt van de Nederlandse. Zo is Vlaanderen meer gericht op een institutionele setting, terwijl in Nederland meer ambulant wordt gewerkt en woonbegeleiding belangrijk is. Het is belangrijk die verschillen te onderkennen in het accreditatieprogramma.” Inmiddels hebben vijf Vlaamse psychiatrische ziekenhuizen gekozen voor NIAZ-Qmentum. Die keuze is spontaan gemaakt, zonder incentive vanuit de overheid.
Werkgroep zorgt voor verbinding De ziekenhuizen zijn hard aan de slag gegaan. “Er heerst bij alle ziekenhuizen een ongelofelijke drive, door heel het ziekenhuis heen en ongeacht de grootte van de instelling”, constateert DeWymmer. En het gaat goed, het tempo ligt hoog. Het NIAZ heeft een werkgroep geïnstalleerd om speciale thema’s uit te werken. “Denk bijvoorbeeld aan handhygiëne; in de GGZ moet je heel bewust omgaan met
handalcohol.” De zorginstellingen appreciëren deze bijeenkomsten. Ze komen met creatieve, praktische oplossingen en leren veel van elkaar. “De ziekenhuizen zijn gevestigd in vier provincies”, vertelt DeWymmer. “Ze zijn gewend alle uitdagingen zelf te adresseren en vinden het inspirerend te ontdekken dat ze niet alleen staan. De werkgroep zorgt voor verbinding.” De eerste externe audit vindt plaats in juni 2015. n
BIJLAGE 1
NIAZ Bureau en Organen NIAZ-bureau, samenstelling 2014: • Kees van Dun, directeur/bestuurder,
[email protected]; • Cathy Bressers, senior adviseur,
[email protected]; • Marièlle Claessens, secretariaat,
[email protected]; • Freek van der Heijden, senior adviseur,
[email protected]; • Paulien Kiezebrink, secretariaat,
[email protected]; • Ria van Mierlo, senior adviseur,
[email protected]; • Inge Nierop, NIAZ-Qmentum,
[email protected]; • Tilly Postelmans, senior adviseur,
[email protected]; • Wim Pustjens, senior adviseur,
[email protected]; • Shama Saltani, receptioniste,
[email protected]; • Jorien Soethout, senior adviseur,
[email protected]; • Geert Teerling, senior adviseur,
[email protected]; • Janny Tuijnder, senior adviseur,
[email protected]; • Iny DeWymmer, senior adviseur,
[email protected].
15 Het College Kwaliteitsverklaringen, samenstelling 2014: • Dr. J.F.B.M. Fiolet, voorzitter • Drs. A.A.M. Ruikes, vicevoorzitter • Mr. dr. R.J. de Folter • Dr. M.F.E. Geboers • Drs. J.W. van der Linden • L. Meyers • Drs. C.G.M. de Rooy • Dr. H.J. van der Steeg • Drs. E.A.P.M. Thewessen • Drs. J.A.P. Valkenburg • Drs. A.H.B.M. van den Wildenberg • Drs. F.L.A. Korver MBA
College van Beroep, samenstelling 2014: • Dr. P. Blok; • Mr. H.J. Lutgert, secretaris; • Mr. drs. G.A.M. Thiadens. (Er is één vacature)
Raad van Commissarissen, samenstelling 2014 • Drs. Fr.C.A. Jaspers, voorzitter; • Drs. W.S. Bijl, vicevoorzitter; • Drs. G. de Bey; • P. Degadt; • Mw. drs. I. van Stijn.
Kwaliteit groeit en bloeit door goede samenwerking, bijvoorbeeld tussen het NIAZ en de Sint Franciscus Vlietland Groep. De zorginstelling continueerde in 2015 de accreditatie. Om dat te vieren, plantten voorzitter Raad van Bestuur Roos van Erp-Bruinsma en NIAZ-directeur Kees van Dun een boom.
NIAZ Jaarbericht 2014
Bijlage 2
Aan NIAZ verbonden zorginstellingen
Per 31 december 2014
16
België • Alexianen Zorggroep Tienen • Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst • AZ Alma • AZ Heilige Familie • AZ Jan Palfijn • AZ Jan Portaels • AZ Lokeren • AZ Nikolaas • AZ Oudenaarde • AZ. St. Dimpna, • AZ Sint-Elisabeth Zottegem • AZ Sint-Jozef • AZ Sint-Lucas Brugge • AZ Sint-Maarten • AZ Sint-Maria vzw • AZ Sint-Lucas & Volkskliniek Gent • AZ Turnhout • AZ Vesalius • AZ Zeno • Gezondheidszorg H.Familie • H. Hartziekenhuis Mol, • Imeldaziekenhuis • Jessa Ziekenhuis • Mariaziekenhuis • Medisch Centrum St.-Jozef • OLV van Lourdes Ziekenhuis Waregem • PZ St. Alexius • PZ Sint-Camillus • Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Leuven • Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Tienen • Revalidatie & MS Centrum • Revalidatieziekenhuis Inkendaal • Revalidatieziekenhuis RevArte • Sint-Franciskusziekenhuis • Sint-Jozefkliniek • UZ Gent
• Wit-Gele Kruis van Antwerpen • Wit-Gele Kruis Limburg Nederland • Academisch ziekenhuis Maastricht • Admiraal De Ruyter Ziekenhuis • Albert Schweitzer Ziekenhuis • Alrijne Zorggroep - Alrijne Ziekenhuis Leiden • Alrijne Zorggroep – Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp • Antonius Zorggroep – Antonius Ziekenhuis Sneek • Antonius Zorggroep – Thuiszorg Zuidwest-Friesland • Atrium-Orbis - locatie Atrium Medisch Centrum Parkstad Heerlen • Atrium-Orbis - locatie Orbis Medisch Centrum • Bernhoven • BovenIJ Ziekenhuis • Bravis - locatie Lievensberg ziekenhuis Bergen op Zoom • Bravis - locatie Franciscus ziekenhuis Roosendaal • Buro 3o • Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis • Catharina Ziekenhuis • Deventer Ziekenhuis • Diakonessenhuis • Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis- locatie St. Elisabeth Ziekenhuis • Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis – locatie TweeSteden ziekenhuis • Elkerliek ziekenhuis • Erasmus MC • Flevoziekenhuis • Gelre ziekenhuizen
• Haga Ziekenhuis • Havenziekenhuis Rotterdam • Het Oogziekenhuis Rotterdam • Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis • IJsselland Ziekenhuis • Ikazia Ziekenhuis • Instituut Verbeeten • Kempenhaeghe • Kennemer Gasthuis • Laurentius Ziekenhuis • LUMC • Maasziekenhuis Pantein • Martini Ziekenhuis • Máxima Medisch Centrum • MCA Gemini Groep – locatie Gemini Ziekenhuis • MCA Gemini Groep – locatie Medisch Centrum Alkmaar • MC Groep • Meander Medisch Centrum • Medisch Centrum Haaglanden • Medisch Centrum Leeuwarden • Medisch Spectrum Twente • MET GGZ, locatie RiaggZuid • NKI-AVL, cluster Radiotherapie • Ommelander Ziekenhuis Groep • Onze Lieve Vrouwe Gasthuis • Radiotherapiegroep • Reinier de Graaf Groep • Rijnstate • Saxenburgh Groep • SEIN • Sint Franciscus Gasthuis • Sint Lucas Andreas Ziekenhuis • Slingeland Ziekenhuis • Slotervaartziekenhuis • Spaarne Ziekenhuis
• Spijkenisse Medisch Centrum • St. Anna Zorggroep – St. Anna Ziekenhuis • St. Antonius Ziekenhuis • St. Jans Gasthuis • Stichting Bronovo-Nebo • Stichting Windroos Foundation • Streekziekenhuis Koningin Beatrix • Tergooi • TilburgMentaal • Treant Zorggroep - Refaja Ziekenhuis • Treant Zorggroep – Scheper Ziekenhuis • Treant Zorggroep Ziekenhuis Bethesda • Vlietland Ziekenhuis • VUmc • Waterland Ziekenhuis • Westfriesgasthuis • Wilhelmina Ziekenhuis Assen • Zaans Medisch Centrum • Ziekenhuis Amstelland • Ziekenhuis Gelderse Vallei • Ziekenhuis Nij Smellinghe • Ziekenhuis Rivierenland • Ziekenhuis St. Jansdal • Ziekenhuis Tjongerschans • Ziekenhuisgroep Twente • Zorgcentra Pantein • Zorgcombinatie Noorderboog – Diaconessenhuis Meppel • ZorgSaam ZeeuwsVlaanderen • Zuidwest Radiotherapeutisch Instituut • Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Bijlage 3 - Financieel verslag over 2014
Toelichting op de exploitatie Het jaar 2014 heeft geleid tot een positief exploitatieresultaat van € 734.000. Aan dit resultaat heeft een eenmalige meevaller bijgedragen van € 282.000. Ook zijn de auditkosten eenmalig € 170.000 lager uitgevallen dan begroot, omdat het NIAZ in 2014 veel minder audits heeft uitgevoerd dan gemiddeld. Omdat deze audits alsnog gaan plaatsvinden in 2016 en 2017, wordt dit bedrag toegevoegd aan het egalisatiefonds voor de audits. De kosten voor samenwerking op het gebied van opleidingen dalen structureel met € 66.000. Het budget van € 65.000 voor eenmalige uitgaven voor NIAZ-Qmentum is nauwelijks aangesproken. Ook de franchise fee aan Canada is eenmalig € 53.000 lager uitgevallen, doordat deze fee pas vanaf augustus 2014 betaald hoeft te worden en niet over het hele jaar. Het totaal aan eenmalige meevallers komt daarmee uit op € 570.000.
17
BALANS PER 31 december ACTIEF
2014 €
2013 €
316.570 121.327
356.121 205.052
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
SOM DER VASTE ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA VORDERINGEN Debiteuren Nog te factureren accreditaties Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen en overlopende activa
437.897
21.471 8.259
180.200 10.918
9.399 73.879
12.882 73.807
113.008
561.173
277.807
LIQUIDE MIDDELEN 2.266.906 1.512.941 SOM DER VLOTTENDE ACTIVA 2.379.914 1.790.748 TOTAAL 2.817.811 2.351.921
NIAZ Jaarbericht 2014
Bijlage 3 - Financieel verslag over 2014
BALANS PER 31 december PASSIEF 2014 2013 € € EIGEN VERMOGEN Algemene reserve 834.959 BESTEMMINGSRESERVES Continuïteitsreserve Reserve innovatie en ontwikkeling Reserve auditkosten Reserve proefaudits
18
709.113 77.529 170.000 490.000
834.959
548.856 155.044 - -
1.446.642 703.900 2.281.601 1.538.859 SCHULDEN OP KORTE TERMIJN Crediteuren Vooruitgefactureerde onderhanden werken
143.116
79.559
-
220.017
Belastingen en premies sociale verzekeringen
79.630
52.990
Overige schulden en overlopende passiva
313.464
460.495
TOTAAL
536.210
813.061
2.817.811 2.351.920
Bijlage 3 - Financieel verslag over 2014
Staat van baten en lasten OPBRENGSTEN Contributies en accreditatiefees zorginstellingen Opleidingen
Werkelijk Begroting 2014 2014 € €
Werkelijk 2013 €
3.035.691 88.136
2.716.658 147.700
2.360.689 124.853
SOM DER OPBRENGSTEN
3.123.827
2.864.358
2.485.542
Directe kosten Personeelskosten Afschrijvingen Kosten kennisopbouw & ondersteuning zorginstelling NIAZ ontwikkeling Overige kosten
691.776 1.152.429 142.296
1.032.150 1.134.000 154.000
537.268 1.027.481 136.828
13.404 3.485 404.194
17.500 65.000 536.200
6.960 76.553 516.375
SOM DER EXPLOITATIEKOSTEN
2.407.584
2.938.850
2.301.465
Exploitatieresultaat Financiële baten en lasten
716.243 26.499
-74.492 10.000
184.077 49.214
RESULTAAT
742.742
-64.492
233.291
Voorstel resultaatbestemming Algemene reserve Continuïteitsreserve Reserve innovatie en ontwikkeling Egalisatiereserve auditkosten Reserve proefaudits
0 160.257 -77.515 170.000 490.000
3.008
310.815
-67.500
-77.523
Totaal
742.742
-64.492
233.292
19
NIAZ Jaarbericht 2014
NIAZ-accreditatie Alrijne Ziekenhuis Leiden
“Het NIAZ-traject was enorm praktisch” Angela de Graaff was nog maar net gestart als leidinggevende, toen het Alrijne Ziekenhuis in Leiden de instellingsbrede accreditatie aanvroeg. “Wat zou dit voor ons als teamleiders betekenen?”, vroeg ze zich af. In december 2014 vond het auditbezoek plaats, in april 2015 werd de accreditatiestatus toegekend. Angela: “Het gevoel dat we kwalitatief hoge zorg leveren, blijkt te kloppen met wat het NIAZ gemeten heeft.”
20
“Op 1 januari 2014 begon ik als waarnemend teamleider op de afdeling Interne Geneeskunde/Maag-, Darm- en Leverziekten van het – toen nog – Diaconessenhuis Leiden. Ik viel met mijn neus in de boter: de aanstaande NIAZ-accreditatie was een hot item onder de teamleiders. Er was onrust en onduidelijkheid. Wat zou dit voor ons betekenen? Hoeveel extra werk zou dit opleveren?”
Paraplu “De afdeling Kwaliteit gaf ons een format met alle normen die relevant waren voor de verpleegafdeling. Leidinggevenden maakten op het netwerk een map aan waarin alle NIAZnormen konden worden ondergebracht. Zo ontstond er uniformiteit in het hele ziekenhuis. Voor mij als beginnend teamleider was het NIAZ-traject eigenlijk enorm praktisch. Ik
gebruikte het als een paraplu waaronder ik al mijn werkzaamheden kon hangen. Daarnaast gaf het me een goed beeld van de onderwerpen waarmee ik aan de slag moest. Het accreditatietraject stimuleerde mij om kritisch naar de organisatie van mijn afdeling te kijken en gaf inzicht in alle processen.”
lemaal al was geregeld. Door alle processen door te spreken en in kaart te brengen, werden de resterende ‘witte vlekken’ zichtbaar: wat moest er nog geregeld worden en wat was al goed geregeld maar nog onvoldoende bekend bij de medewerkers?
Enorm trots Tot in de puntjes “Het NIAZ besloot onder andere een werkbezoek af te leggen op mijn afdeling om in te zoomen op de processen rond diabetes en coloncarcinoom. Spannend, want ik wilde alles tot in de puntjes geregeld hebben. Onder aanvoering van onze kwaliteitsmedewerkers zijn per project werkgroepen geformeerd. Het was een openbaring om te zien wat er rondom de diabeteszorg en het voortraject bij de verdenking op coloncarcinoom al-
Met de werkgroepen hebben we een aantal mooie protocollen gemaakt waar we nu verder mee kunnen. Het is de bedoeling om op basis van de protocollen een ‘zorgpad diabetes’ te ontwikkelen. Hiervoor zijn dankzij het NIAZ-traject al veel voorbereidingen gedaan. Ook hebben we een ‘zorgclusterschijf’ ontwikkeld, waar we alle informatie delen met de verpleegkundigen. Het accreditatietraject is voor mij heel waardevol gebleken: het heeft me geholpen mijn werkzaamheden in te delen en inzicht gegeven in wat er goed gaat en wat er nog beter kan. Het heeft me ook enorm trots gemaakt: het gevoel dat we kwalitatief hoge zorg leveren, blijkt te kloppen met wat het NIAZ heeft gemeten.” n
NIAZ-accreditatie: Wat heb je eraan? Zorginstellingen kiezen bewust voor NIAZ-accreditatie. Wat betekent de accreditatie voor hen? NIAZ vraagt alle geaccrediteerde zorginstellingen om kort en krachtig op te schrijven wat de accreditatie heeft opgeleverd. Angela en haar team, foto Alrijne Ziekenhuis Leiden