INHOUDSOPGAVE VOORWOORD VOORZITTER ALGEMENE POLITIEK SOCIALE ZAKEN NAUTIEK EN TECHNIEK MILIEU JURIDISCHE ZAKEN LEDENGROEPEN EN OVERLEGGROEPEN STICHTING PROJECTEN BINNENVAART DE VERENIGING HET BUREAU LEDENBESTAND
1
VOORWOORD VOORZITTER Het jaar 2008 is voor het CBRB een bijzonder en spannend jaar geweest. Een aantal gebeurtenissen is bepalend geweest. Allereerst heeft de voorzitter zijn functie als voorzitter overgedragen na zich dertien jaar te hebben ingezet voor het CBRB. Het resultaat van zijn inspanningen mag er zijn. Het CBRB wordt nationaal en internationaal erkend en gebruikt als kwaliteitsbrancheorganisatie op vele gebieden. Een woord van dank is hier op zijn plaats en de erkenning door de buitenwereld door de toekenning van de van der Veekenpenning is een welverdiende bevestiging en erkenning van al zijn inspanningen. In zijn afscheidsrede gaf hij ook aan dit niet alleen te hebben kunnen doen doch dat de ondersteuning door de directeur en zijn team essentieel zijn geweest in het proces. Het tweede bepalende feit in 2008 is geweest het door ziekte tijdelijke uitvallen van de directeur. Met waardering voor de adjunct-directeur, de secretarissen en het gehele personeel dat gezorgd heeft dat het CBRB op niveau is gebleven. Bij de verslaglegging van de ledengroepen en overleggroepen treft u in dit verslag een impressie aan van de nieuw ontwikkelde informatiebrochure van het CBRB. Wij hopen met deze nieuwe brochure ons verhaal naar de buitenwereld over wat het CBRB kan betekenen te vergroten en uiteraard ook meer bedrijven te overtuigen van het belang van lidmaatschap van het CBRB. Voor onze leden heeft met name in het laatste kwartaal van het verslagjaar de economische crisis veel aandacht gekregen. De binnenvaart werd na jaren voorspoed in een spiraal omlaag gebracht. Gelukkig overigens niet in alle vervoersstromen. Creativiteit was geboden om de operationele resultaten aanvaardbaar te houden. Maar daar waar geen lading is kan ook niet vervoerd worden. De crisis zet helaas door. Het CBRB zal zich inzetten om, tezamen met overheden, autoriteiten, banken en leden crisisregelingen te bedenken en te realiseren die het mogelijk maken dat de binnenvaart als kwaliteitslogistiek product overleeft. In 2009 zullen de resultaten duidelijk worden. Rest mij de leden te bedanken voor het vertrouwen dat zij in mij hebben gesteld om als voorzitter mee te mogen werken aan de CBRB doelstellingen en in het belang van de leden. Wij danken alle leden voor hun inzet in besturen en commissies.
Voorzitter CBRB, ir. P. (Pieter) Struijs. Bron:Havenbedrijf Rotterdam.
2
ALGEMENE POLITIEK Het jaar 2008 is voor het CBRB een bewogen jaar geweest. Binnen de organisatie zijn we geconfronteerd met de ziekte van de directeur, het afscheid van de voorzitter en de benoeming van de nieuwe voorzitter, ir. P. (Pieter) Struijs. Dit alles heeft een wissel getrokken op alle personeelsleden. Dankzij de inzet en de betrokkenheid van het personeel zijn wij er in geslaagd het CBRB op nivo overeind te houden en ook verder uit te bouwen. Dat mensen vertrouwen in het CBRB hebben blijkt ook wel uit het aantal nieuwe leden dat er in 2008 is bijgekomen. We zijn zeer verheugd met deze achtentwintig nieuwe leden! De vraagstelling, die ook het motto van onze jaarvergadering is geweest ‘omgaan met groei’ heeft aan het eind van het jaar wat scherpe kanten gekregen door de hoge vraaguitval waar een groot deel van onze leden mee te maken heeft gekregen. Dat motto, dat in het begin van het jaar was gekozen, zou nu ‘omgaan met krimp’ moeten luiden. Als we kijken naar de structurele mogelijkheden van de binnenvaart, dan blijft de milieuvriendelijkheid en het veilige vervoer van grote hoeveelheden lading over de binnenwateren overeind staan. Voor het CBRB is alles wat daarmee samenhangt, zoals de organisatie van het vervoer, het personeelsbeleid voor de sector, de innovatie in de bedrijfstak, nationale en internationale contacten met de overheid en niet te vergeten de contacten met andere organisaties die in de binnenvaart werkzaam zijn, ons dagelijks werk. In dit verslag kunt u in het kort meer daarover lezen. De inspanningen om meer coherentie en samenwerking tot stand te brengen zijn geslaagd. Binnen het Branche Overleg Binnenvaart (BOB) wordt samengewerkt met het Kantoor Binnenvaart en de Koninklijke Schuttevaer (KSV). Geprobeerd wordt om effectiever en efficiënter te werken met de beschikbare middelen en mensen. Van hoogconjunctuur, waarbij de bomen tot in de hemel groeien tot laagconjunctuur waar nieuwe schepen worden opgelegd omdat er geen werk meer is, blijft het CBRB de organisatie die probeert verder de toekomst in te kijken en het voor haar leden mogelijk te maken om op een financieel gezonde en verantwoorde wijze te opereren. Door de maatschappelijke eisen gedreven is ook in het afgelopen jaar weer veel tijd en aandacht besteed aan de veiligheid en het milieu. Duurzaamheid staat de laatste tijd bovenaan de lijst met onderwerpen waarmee wij ons bezighouden. De reden daarvoor is de vraag van de maatschappij om aan te tonen dat wij als sector verantwoord bezig zijn. Van het project ‘Cleanest Ship’ via roetfilters, vlamkerende inrichtingen, security maatregelen, ontgassen, zwavelvrije brandstof en emissie-eisen tot de brandveiligheid van passagiersschepen, is de link naar veiligheid vaak aanwezig en derhalve niet te negeren. Soms is het lastig maar wij zien het vooralsnog als een kans om aan te tonen dat we dit beter dan iedere andere modaliteit kunnen. Daarmee is voor de binnenvaart de mogelijkheid meer lading in het schip te krijgen reëel. Het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) heeft eindelijk volledig goedkeuring gekregen van de overheid. De overheid heeft hierover lang onduidelijkheid laten bestaan. Dit heeft de daadwerkelijke exposure van het EICB belemmerd. Het valt te betreuren dat er door personeelswisselingen op de ministeries veel opgebouwde kennis over de bedrijfstak verloren gaat; kennis die hun opvolgers voorlopig nog ontberen. Deze snelle personeelswisselingen hebben vergaande consequenties voor onze sector. Inmiddels zijn er plannen om het ‘frontoffice’ voor de binnenvaart verder vorm te geven en zijn er ideeën ontvouwd over doelvoorschriften in plaats van gedetailleerde eisen die zijn opgenomen in de regelgeving. Problematisch hierbij is het steeds weer toevoegen van nieuwe regelgeving zonder het hele systeem en de wenselijkheid daarvan goed te doordenken. Dit heeft op velerlei gebieden tot gevolg gehad dat
3
er steeds maar weer ‘iets werd aangebreid’ zonder oude regelgeving goed aan te passen of op te heffen. Reageren op incidenten werd een gewoonte, mede door de onmogelijkheid op internationaal niveau iets voor elkaar te krijgen. De vele veranderingen bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) zijn hiervan een sprekend voorbeeld, omdat de binnenvaartondernemingen, onder andere voor het tijdig afgeven van certificaten en dergelijke, hiervan afhankelijk zijn. De wens voor onze sector is effectief en coherent overheidsoptreden. Over de IVW kunt u meer lezen op bladzijde…. BITFACTORY: paginanummer / Staat op pag bij NAUTIEK EN TECHNIEK /Inspectie Verkeer & Waterstaat (IVW)
Energieverbruik modaliteiten
Bron: CBS, Lehmann. Bron grafiek: Waardevol Transport.
Op het gebied van energieverbruik is de binnenvaart veruit de zuinigste modaliteit. Per tonkilometer ligt het energieverbruik zelfs tot 3,5 maal lager dan bij het wegvervoer.
4
SOCIALE ZAKEN Arbeidsmarkt De voortdurende uitbreiding van de vloot leidde, evenals in de voorgaande jaren, tot een sterke vraag naar gekwalificeerd binnenvaartpersoneel en daarmee tot een enigszins gespannen arbeidsmarkt. In de loop van het verslagjaar werd deze spanning evenwel getemperd door de zich steeds heftiger manifesterende conjunctuuromslag. Niettemin stond het thema arbeidsmarkt, vooral internationaal, in het middelpunt van de belangstelling. Op 19 juni 2008 organiseerde de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) een ronde tafel conferentie over arbeidsmarkt en opleiding. Vanzelfsprekend namen de Europese organisaties van sociale partners, de Europese Binnenvaart Unie (EBU), de Europese Schippers Organisatie (ESO) en de Europese Stichting voor Opleiding (ETF), hieraan deel; nieuw was de vertegenwoordiging van Education in Inland Navigation (EDINNA) de kersverse koepelorganisatie van Europese binnenvaartscholen. Tijdens de conferentie stelden de scholen dat de toegankelijkheid van de bedrijfstak voor zogenoemde zij-instromers zou kunnen worden verbeterd door de vereiste beroepcompetenties op Europees niveau vast te stellen. Besloten werd daartoe een internationale werkgroep te vormen van sociale partners, CCR en EDINNA in het kader van het projectenplatform ‘PLATINA’. EBU, ESO en ETF kregen toestemming van de Europese Commissie om onderhandelingen te beginnen over een binnenvaartspecifieke regeling betreffende de arbeidstijd. In voorgaande jaren waren hierover reeds voorbereidende afspraken gemaakt in het sectorale Comité voor de Sociale Dialoog. Het is de bedoeling een Europese overeenkomst tot stand te brengen die, na bekrachtiging door de Europese Ministerraad, voor werkgevers en werknemers in de binnenvaart de plaats van de Europese arbeidstijdrichtlijn inneemt. Gedurende het verslagjaar vonden diverse onderhandelingsbijeenkomsten plaats in Brussel. Arbeidsvoorwaardenoverleg Het onderhandelingsproces om te komen tot een nieuwe, gemoderniseerde en beter begrijpelijke bedrijfstak-CAO heeft in 2008 veel tijd in beslag genomen. In de zomermaanden is een nagenoeg geheel nieuwe CAO-tekst ontworpen. Na een aanzienlijk aantal onderhandelingsbijeenkomsten bereikten partijen hierover een principeakkoord dat ter goedkeuring aan de leden werd voorgelegd.
Pensioenen In september 2006 hadden CAO-partijen een pensioenakkoord gesloten waarin ondermeer een zogenoemde overgangsregeling met betrekking tot vervroegde pensionering was vastgelegd. Het bestuur van het Bedrijfspensioenfonds (Bpf) voor de Rijn- en Binnenvaart concludeerde evenwel dat deze regeling niet in overeenstemming met de door partijen beoogde doeleinden kon worden uitgevoerd. De werknemersorganisaties spraken zich vervolgens uit voor een inhoudelijke wijziging van de regeling. Aangezien de toepasselijke wetgeving onvoldoende duidelijk was werd hierover overleg gevoerd met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; een kleine werkgroep, ondersteund door de actuaris van het Bpf, verkreeg uiteindelijk het groene licht voor de beoogde wijziging. Met het verscherpen van de crisis op de financiële markten nam de bezorgdheid van het Bpf-bestuur over de financiële positie van het fonds toe. Enerzijds daalde de waarde van de beleggingen van het fonds, anderzijds steeg de vereiste voorziening voor de verplichtingen van het fonds onder invloed van de dalende marktrente. Het gevolg hiervan was dat de dekkingsgraad ver onder het wettelijk vereiste niveau belandde en dat het Bpf door toezichthouder De Nederlandsche Bank werd verplicht om, zowel voor de korte als voor de lange termijn, een herstelplan in te dienen.
5
Fiscale zaken Overleg tussen de Belastingdienst en de brancheorganisaties van de binnenvaart resulteerde in het najaar van 2008 in een ontwerptekst voor een convenant met betrekking tot horizontaal toezicht. Binnen het CBRB bleek echter dat er niet voldoende draagvlak aanwezig was om een dergelijk convenant te kunnen aangaan. Niet alleen vinden veel leden dat ondernemers op fiscaal gebied zelf verantwoordelijk dienen te zijn en dat er geen behoefte is aan tussenkomst van het CBRB, maar ook wordt de wenselijkheid van horizontaal toezicht in brede kring betwijfeld. Besloten is dan ook om niet tot ondertekening van het convenant over te gaan.
6
NAUTIEK EN TECHNIEK Inspectie Verkeer & Waterstaat (IVW) Ook in 2008 heeft het functioneren van de IVW het CBRB beziggehouden. De kwaliteit van de dienstverlening van de IVW is al jaren niet wat de sector verwachten kan en mag. De problemen bestaan vooral uit een slechte bereikbaarheid, lange wachttijden voor een keuring en de afgifte van een certificaat of meetbrief en miscommunicatie tussen diverse afdelingen wat zorgt voor vertraging en fouten. Ook is er grote zorg over de aanwezigheid van kennis over de bedrijfstak in het algemeen en voor zover deze wel aanwezig is, ligt deze slechts bij een te klein en te selectief deel van het personeel. In mei 2008 heeft de Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat met het visiedocument ‘Toezicht Binnenvaart, taakoverdracht certificering en meting’ ingestemd. Dit document is na jaren van overleg, ondermeer in het Deelorgaan Binnenvaart, opgesteld en omvat elementen die van belang zijn bij deze taakoverdracht. De taakoverdracht zal gefaseerd plaatsvinden. Veiligheidskeuringen worden al door particuliere instellingen verricht. Om de taken goed uit te kunnen voeren, is de vaststelling van eenduidige bepalingen, richtlijnen en educatie noodzakelijk. De taakoverdracht moet uiterlijk 1 juli 2010 afgerond zijn. In januari 2008 zijn we geïnformeerd door de IVW dat diverse vergunningverlenende taken aan de markt worden overgedragen. Voor de binnenvaart gaat het om de afgifte van de Rijnvaartverklaringen en de ontheffingen betreffende de ‘Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart’. Er werd gekozen voor een tenderprocedure, hiervoor heeft de IVW de taken verdeeld in percelen, waarbij de binnenvaart niet werd ingedeeld bij ‘Koopvaardij en Visserij’ maar bij ‘Land’. Het CBRB heeft bezwaar gemaakt tegen deze perceelindeling. Er is gevraagd om uitvoering door de Stichting Afvalstoffen & Vaardocumenten Binnenvaart (SAB). De SAB verricht al diverse uitvoeringstaken voor de IVW en heeft kennis van de binnenvaartregelgeving. Het is van groot belang voor de binnenvaart dat alle uitvoerende taken die betrekking hebben op bemanning, schepen, onderneming, kennis, veiligheid en toelating tot de markt, op één centrale plaats zijn ondergebracht. Inmiddels is besloten dat Kiwa de vergunningverlenende taken zal gaan uitvoeren. Het CBRB betreurt dit ten zeerste. Er vindt een versnippering van expertise plaats en de publieke belangen, in dit geval ten aanzien van de binnenvaart, zijn naar het oordeel van het CBRB onvoldoende meegewogen in de besluitvorming. In 2008 werden we door de IVW onaangenaam verrast met een kostenstijging van de tarieven tot 28%. Er is meerdere malen bezwaar gemaakt tegen de tariefontwikkeling. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de IVW de kostendekkendheid nog steeds niet inzichtelijk kan maken en dat de kwaliteit van de dienstverlening ondanks de eerder gedane toezeggingen onvoldoende is verbeterd. De huidige inspectiedienst werkt op dit moment niet kostendekkend, bij de taakoverdracht aan marktpartijen kan de prijsstelling problemen opleveren. Overgangsbepalingen technische regelgeving binnenvaart Hoewel het CBRB de afgelopen jaren de leden diverse malen over dit onderwerp geïnformeerd heeft bleek er nog steeds veel onduidelijk te zijn. Daarom heeft het CBRB eind 2008 op de website informatie over dit onderwerp geplaatst met links naar de regelgeving. Hierbij is uitgegaan van de geschiedenis en de bedoeling van de overgangsbepalingen in de regelgeving. Er is uitgelegd dat het een eenvoudige en logische benadering is om te kijken naar de bestaande situatie van het vaartuig en de bedoeling van de regelgeving. Diverse overgangsbepalingen lopen af in 2010 en 2015. Nu deze data naderen, komen vanuit de sector signalen van ondernemers, met name van kleinere schepen, die wijzen op terughoudendheid om in de aanpassingen te investeren en daarmee in feite afkoersen op sloop. Dat heeft alles te
7
maken met de mogelijk hoge kosten, de marktwaarde van het schip en waar het oudere ondernemers betreft, het nabijgelegen einde van de eigen onderneming. Voor een categorie schepen waarvan nieuwbouw op de korte en wellicht middellange termijn niet te verwachten is, vindt het CBRB dit een ongewenste ontwikkeling. Tegelijkertijd is aanpassing van deze schepen aan de huidige stand der techniek en milieu-eisen gewenst. Daarom hebben binnenvaartbrancheorganisaties een document met knelpunten opgesteld en aan de CCR aangeboden. In dit document wordt vooral voorgesteld om alternatieven toe te staan die hetzelfde doel dienen. Het principe van overgangsbepalingen is dat op termijn aan de regels wordt voldaan. De brancheorganisaties hebben er bij het vaststellen van de einddata voor gezorgd dat er een artikel opgenomen is waarin staat dat, wanneer er sprake is van moeilijk uitvoerbare eisen of onevenredig hoge kosten, de Commissie van Deskundigen afwijkingen kan toestaan. Dit betekent dat de individuele ondernemer aan moet tonen dat er sprake is van onevenredig hoge kosten en, indien mogelijk, alternatieven aandraagt waarmee hetzelfde doel bereikt kan worden. Harmonisatie technische regelgeving De afgelopen jaren is er in Europa en de CCR veel gesproken over en gewerkt aan de harmonisatie van de technische voorschriften voor binnenschepen in Europa. In december 2006 is de technische Richtlijn ‘2006/87/EG’ (RiLi) aangenomen. In deze richtlijn zijn de technische voorschriften voor binnenschepen op de EU-vaarwegen in overeenstemming gebracht met de voorschriften op de Rijn. De EU-lidstaten hadden tot 30 december 2008 de tijd om Richtlijn ‘2006/87/EG’ in hun nationale wetgeving te implementeren, waarna de nieuwe voorschriften daadwerkelijk van kracht zouden worden. In Nederland wordt deze richtlijn geïmplementeerd in de Binnenvaartwet. De invoering van de wet, aanvankelijk gepland voor 30 december 2008, is uitgesteld tot 30 juni 2009. Met de harmonisatie van de technische voorschriften voor binnenschepen in heel Europa is een belangrijke stap gezet. In heel Europa zullen grotendeels dezelfde technische eisen aan binnenschepen van toepassing zijn. Een ander belangrijk voordeel is dat binnen het Europese systeem de rechtsbescherming van de individuele ondernemer transparant is geregeld. Overleg met Havenbedrijf Rotterdam (HbR) De werkgroep ‘Binnenvaartbelangen Rotterdam’ (WBR) en het HbR hebben een aantal malen per jaar overleg. Enkele in 2008 besproken punten zijn: Stand van zaken walstroom Het HbR doet veel om de binnenvaart walstroom laagdrempelig aan te bieden: aantrekkelijke kosten, gewenningfase (pilot ‘Maashaven’), promotiepakketten en communicatie. Geconstateerd wordt dat er nog onvoldoende gebruik gemaakt wordt van de voorziening. Naar verwachting zal medio 2009 een generatorverbod van kracht worden op plaatsen waar een walstroomvoorziening operationeel is. De Havenverordening zal hiervoor aangepast worden. Betaling binnenhavengeld Met ingang van 1 januari 2008 heft en int het HbR zelf het binnenhavengeld. Rapportage dimensionering van havenbekkens en vaarwegen De ontwerprichtlijnen voor wacht- en ligplaatsen binnenvaart in de haven van Rotterdam zijn besproken met een klankbordgroep waar het CBRB ook deel van uitmaakt. Drinkwater tappunt in het Westelijk havengebied Ondermeer door het CBRB is gevraagd om een drinkwatertappunt in het Westelijk havengebied te plaatsen. Dit is in 2008 gerealiseerd aan de Pionierkade, havennummer 6100-6104. Wacht- en ligplaatsen in Rotterdam
8
In overleg met het HbR en partijen is de atlas stedelijke havens, die is goedgekeurd door het College van B&W, opgesteld. In deze atlas worden de beleidsmatige randvoorwaarden van het huidige en toekomstige gebruik van de havens en kades in de stad weergegeven. Het ponton van de Rijnhaven zal in gedeeltes worden verwijderd en verplaatst worden naar de Maashaven. Een gedeelte van 180m krijgt een aansluiting op de wal ter plaatse van steiger 0. De openbare binnenvaartligplaatsen aan de kade in de Maashaven noordzijde zijn en blijven functioneel bruikbaar volgens de in 2004 afgesproken randvoorwaarden. Er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen, stroomkasten en vuilcontainers. Het schipperspad is en blijft voor kortdurend noodzakelijk gebruik voor de schippers toegankelijk (auto-afzet, boodschappen, leverancier). De reparatie van de buiten gebruik gestelde steigers in de Frishohaven is in gang gezet. De coasterwachtplaats achter in de centrale geul Eemhaven kan indien er geen zeevaart afgemeerd ligt ook gebruikt worden voor de binnenvaart. Hiervoor is wel toestemming benodigd van de havenmeester. De steigers in de Heysehaven zouden in eerste instantie schuin geplaatst worden. In verband met de overige ontwikkelingen in de Heysehaven blijven zij echter evenwijdig aan de wal. De geplande auto- afzetplaats zal te zijner tijd worden gerealiseerd. De vernieuwde steigers 21, 22 en 23 in de Botlek zijn officieel opengesteld. De palen aan de oostzijde van het Calandkanaal zijn inmiddels bruikbaar. In de Yangtzehaven wordt een kade met een lengte van twee kilometer gebouwd. In het eerste kwartaal van 2009 komt de eerste 300 meter beschikbaar. De tweede 300 meter wordt begin tweede kwartaal 2009 opgeleverd. De verdeling zal zijn: 75 meter voor sleepboten en driemaal een ligplaatslengte van 135 meter 5 schepen breed waaronder kegelplaatsen. Wanneer de doorsteek naar de MVII gereed is, zal de kade in principe geschikt zijn voor één binnenvaartschip breed. Er zijn bij het CBRB diverse bijeenkomsten geweest over de ligplaatsen duwvaart in de Mississippi- en Hartelhaven met ondermeer leden uit de groep Duwvaart, het Europees Massagoed Overslag bedrijf (EMO) en het HbR. Er is gesproken over de algemene ligplaatsenproblematiek, ontwikkelingen op (middel)lange termijn, logistieke processen en de rol van het HbR, waarbij is ingezoomd op de Hartelen de Mississippihaven. Er is van gedachten gewisseld over de hoeveelheid palen en de stand van de palen van de ligplaatsen. Er zijn vier locaties aangewezen voor het afmeren op spudpalen: Amazonehaven zz Hartelkanaal / nabij KPE steigers (havennummers 6060-6070) Calandkanaal nz (havennummers 5361-5369) Seinehaven zz. Bij deze locaties zullen borden met de functionele mogelijkheden worden geplaatst. Zodra dit is uitgevoerd kunnen de plaatsen in gebruik worden genomen. Het afmeren op spudpalen wordt beschouwd als ankeren. De van toepassing zijnde wet- en regelgeving wordt hierop aangepast. Verder zijn de volgende onderwerpen besproken: keuringstermijnen, stabiliteit, samenbouwen van scheepsdelen, sluizen Bovenrijn, eisen zone 2-wateren, plaats afsluitinrichting brandstoftoevoer. Invoering elektronische meldplicht voor containerschepen Op 1 april 2008 is de elektronische meldplicht voor containerschepen volgens artikel 12.01 van het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) van kracht geworden. Deze elektronische meldplicht, conform de standaard ‘ERINOT 1.2’, geldt voor containerschepen / samenstellen die meer dan twintig containers vervoeren, en voor schepen/samenstellen met ADNR-containers (onafhankelijk van het aantal). Al heel snel na deze datum bleek, dat zowel de systemen van de vaarwegbeheerders (IVS90 en MIB) als de software aan boord nog niet waren aangepast aan de eisen van de ‘ERINOT 1.2’-standaard. De conclusie was dan ook, dat het voor de meldplichtige containerschepen feitelijk onmogelijk was om per 1 april 2008 te voldoen aan de elektronische meldplicht conform artikel ‘12.01’
9
Rijnvaartpolitiereglement (RPR), om redenen die overigens buiten de invloedssfeer van de binnenvaartsector liggen. Daarom heeft de CCR besloten om de elektronische meldplicht op te schorten tot walsystemen en software aan boord (Binnenvaart Informatie en Communicatie Systeem (BICS) versie ‘3.07’) voldoen aan de eisen van ‘ERINOT 1.2’ en bovendien betrouwbaar functioneren. CBRB Gasolieprijzen 90 85 80 75 70 65
Gasolie 2008
60
Gasolie 2007
55
Gasolie 2006
50 45 40 35 30
ec em be r D
ov em be r N
kt ob er O
Se pt em be r
Au gu st us
Ju li
Ju ni
M ei
Ap ri l
M aa rt
Fe br ua ri
Ja nu ar i
25
Bron: CBRB.
10
MILIEU Milieusubsidies voor de binnenvaart Eerder voorbereidend werk heeft in 2008 ertoe geleid dat diverse milieusubsidies in de Staatscourant gepubliceerd werden. In veel gevallen sluit het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aan bij ontwikkelingen van een milieukeurmerk voor de binnenvaart en de regeling ‘Groen beleggen’. Het ‘Milieukeurmerk’ heeft als doel de milieuprestaties van de binnenvaart verder te verbeteren mits er serieuze compenserende middelen tegenover staan. Deze zijn ook in 2008 vooralsnog niet gevonden. Het is dus nog maar de vraag of dit door de overheid geïnitieerde project kans van slagen heeft. Milieu- investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (MIA/VAMIL) Het ministerie van VROM stimuleert voor het eerst de bouw van milieuvriendelijke binnenvaartschepen. Voorheen kwamen alleen losse milieuvoorzieningen op een binnenvaartschip in aanmerking voor MIA/VAMIL. Sinds 2008 komen niet alleen investeringen in losse voorzieningen, maar ook investeringen in een volledig duurzaam binnenvaartschip in aanmerking. Ondernemers kunnen tot 40% van de investeringskosten afschrijven van de fiscale winst. Bovendien mag de investering in één keer worden afgeschreven. Dit levert een aanzienlijk belastingvoordeel op. Het duurzame binnenvaartschip moet echter voorzien zijn van een aantal hoogdrempelige voorzieningen waarmee emissies naar water en lucht tot een minimum worden beperkt. Energie- investeringsaftrek (EIA) Ondernemers die investeren in energiebesparing en duurzame energie kwamen ook in 2008 in aanmerking voor deze energie- investeringsaftrek. Halverwege 2007 werd de mogelijkheid tot aanmelden vanwege de grote hoeveelheid aanvragen gesloten. Door de EIA leveren investeringen ondernemers dubbel voordeel op. Er wordt niet alleen bespaart op energiekosten, ook op inkomsten- en vennootschapsbelasting. Uiteindelijk is er duidelijkheid gekomen over de typen motoren die voor de EIA in aanmerking komen. VERS – subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen Via deze regeling is in 2008 één miljoen euro beschikbaar gesteld voor het milieuvriendelijker maken van motoren. Het was nog maar de vraag of deze regeling dit jaar van kracht zou zijn gezien het ontbreken van emissienormen van fase III motoren en het feit dat de regeling niet voor fase II motoren geldt. Na overleg in 2007 met de verschillende brancheorganisaties en afgevaardigden van het ministerie is er toch voor gekozen om deze regeling te continueren. Regionale milieu-eisen Het CBRB heeft de commissie van de Nationale Havenraad (NHR) gevraagd te komen tot een geharmoniseerde milieustandaard en af te zien van regionale afwijkingen. Hierdoor zou Rotterdam moeten afzien van een eerder voorstel, om een toeslag door te voeren op de havenliggelden in 2010 van 10% voor die schepen die niet kunnen aantonen een emissie-eis van fase II te kunnen realiseren. In 2025 zal zelfs een algemeen verbod gaan gelden voor deze schepen in de regio. Het HbR zal de opbrengsten van deze verhoging gebruiken om de VERS-regeling van het ministerie van VROM een financiële impuls te geven. Het is zeer aannemelijk dat andere havens, zoals Delfzijl, Zeeland Seaports en Amsterdam vooralsnog hebben besloten het Rotterdamse voorstel te volgen. Het CBRB had liever gezien dat een milieukeurmerk door de commissie was goedgekeurd, echter de maatregelen voor het keurmerk kenden geen fase II motor verplichting waardoor er wellicht twee verschillende milieuregimes van toepassing zouden zijn geweest. Het CBRB en KSV hebben de overheid gevraagd een substantieel bedrag vrij te maken voor een motorvervangingsprogramma.
11
EBU-congres: ‘Together against CO2’ Samen met politici en binnenvaartvertegenwoordigers heeft de EBU begin 2008 besproken hoe de rol van de binnenvaart in het Europese goederenvervoer kan worden versterkt. Een betere integratie van de binnenvaart in de logistieke keten resulteert ook in een schoner klimaat. EBU voorzitter de heer M. W. (Rinus) de Korte toonde zich blij met de groeiende Europese belangstelling voor de binnenvaartsector. Hij wees op de kansen en krachten van de binnenvaart, welke liggen op het gebied van capaciteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. De capaciteitsproblemen in de zeehavens werden besproken. De heer ir. drs. H.N.J. (Hans) Smits, president-directeur van het HbR, gaf aan dat er verbetering komt door de aanleg van Maasvlakte II welke zal voorzien in overslagcapaciteit voor de binnenvaart. Europarlementariër mevrouw drs. C.M. (Corien) Wortmann-Kool benadrukte het belang van de ontwikkeling van havens als multimodale transferia. Veel binnenhavens komen terecht in het spanningsveld van het belang van de aanwezigheid van havens en de vraag naar grond voor de oprukkende bebouwing. Zij wees op de verantwoordelijkheid van regionale en nationale overheden, maar ook de Europese overheid. De Europese coördinator voor de vaarwegen, mevrouw drs. K.M.H. (Karla) Peijs, geeft aandacht aan een aantal grote infrastructuurprojecten zoals het project ‘SeineNord’ en de verruiming van de Donau.
Mw. drs. C.M. (Corien) Wortmann-Kool en de heer M.W. (Rinus) de Korte tijdens het EBU-congres ‘Together against Co2’. Bron: EBU.
12
Programma ‘VoortVarend Besparen’ Diverse deelnemers, waaronder ThyssenKrupp Veerhaven, Danser Containerline B.V., Wijnhoff & van Gulpen & Larsen B.V., Chemgas Shipping en Interstream Barging B.V. zijn er voorstander van om nog efficiënter met brandstof om te gaan. Voorafgaand aan deze CO2 competitie vond er een demonstratie plaats bij het MARIN in Wageningen. De aanwezige kapiteins van de deelnemende platformpartners van het programma ‘VoortVarend Besparen’ konden hun ‘kunsten’ op de simulator vertonen om een vooraf geprogrammeerd traject met zo min mogelijk brandstof af te leggen. Het beleidsdoel van de overheid is om een 5% brandstofbesparing voor de Nederlandse binnenvaartvloot te realiseren. SenterNovem moet aantonen dat deze doelstelling zal worden bereikt. Concreet betekent dit een reductie van 73.000 ton CO2. Dit zal in een financieel voordeel van 10 miljoen euro brandstofbesparing moeten resulteren. De deelnemers hebben een half miljoen euro aan brandstof weten te besparen gedurende acht weken.
De heer drs. M.E.P. (Mark) Dierikx feliciteert de heer A.J.A. (Ad) Schroot (Danser Containerline B.V.) met de branstofbesparing van 54,2%. Bron: EBU. Onder de vlag van het programma ‘VoortVarend Besparen’ werd in 2008 ook de subsidieregeling ‘VoortVarend Besparen’ gepubliceerd. Voor de subsidie kwamen in aanmerking een brandstofverbruiksmeter of een geautomatiseerd routeplanningssysteem. De subsidie bedroeg, voor een technisch hulpmiddel als hiervoor genoemd, maximaal 25% van de subsidiabele kosten met een maximum, variërend van € 1.250,- tot € 3.000,-. Het subsidieplafond bedraagt € 250.000,-. Gevaarlijke stoffen 2008 het jaar van het ADN Verdrag Na veel speculaties over de vraag welk land als zevende land het ADN- verdrag zou ondertekenen, heeft het secretariaat van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) op 31 januari bekendgemaakt dat dit Duitsland is geworden. Eerder hadden: Oostenrijk, Bulgarije, Hongarije, Nederland, de Russische Federatie en Luxemburg het verdrag al ondertekend . Het ‘Accord européen relatief au transport international des marchandises Dangereuses par voies de Navigation intérieures’, oftewel het Europese verdrag betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren is per 1 maart 2008 van kracht geworden. Het bedrijfsleven heeft vorig jaar, toen de Nederlandse en Duitse delegaties een zogenaamde ‘roadmap’
13
presenteerden waarin de benodigde juridische stappen werden toegelicht, bezorgdheid geuit over een aantal zaken waarover destijds wellicht te licht is heengekeken. Zaken zoals bijvoorbeeld de geldigheid van ADNR certificaten, de erkenning van twee nieuwe Russische klassebureaus en de voorgeschreven examens die in het ADNR zijn vastgelegd, vooralsnog echter niet in het ADN. Interpretatieverschillen aan de terminalzijde van ADN(R) ‘9.3.X.21.5 Scheepslospomp’ Met de inwerkingtreding van het ADNR 2007 is voorschrift ‘9.3.X.21.5’ van kracht geworden. In dit voorschrift wordt geregeld dat de walinstallatie bij een onvoorziene situatie de lospomp aan boord op een verantwoorde manier kan stop zetten. De terminals hebben in 2008 aangegeven grote problemen te hebben met de interpretatie van de IVW met betrekking tot dit voorschrift. Deze interpretatie maakt vergaande maatregelen noodzakelijk voor de diverse elektrische inrichtingen van de terminals. Het elektrische normeringsysteem ‘UN 101’ is reeds veertig jaar op de landzijde geïmplementeerd. Het ADN(R) voorziet in de voorschriften voor een schip, terwijl de EU-norm ‘IEC61511’ de instrumentale beveiliging van een petrochemische installatie beschrijft. De systemen die deze regelgeving verplicht kunnen veelal niet eenvoudig aan elkaar gekoppeld worden. Volgens de European Barge Inspection Scheme (EBIS) databank heeft van de 1207 tankers 60% geen mogelijkheid om apparatuur erop aan te sluiten. Voor de schepen is een overgangsmaatregel in het ADN(R) opgenomen welke niet van toepassing is voor de walinstallatie. Aandacht voor knelpunten interpretaties ADNR ‘Ik heb goede hoop dat we er met elkaar uitkomen’ benadrukte de heer R. (René) Overveld, voorzitter van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG) en de CBRB werkgroep ‘ADN(R)’ tijdens de themabijeenkomst ‘Handhaving in de binnenvaart - Toezicht een last?’. Voor een groep van circa honderdvijfentwintig aanwezigen werd op 6 mei 2008 op de beurs in Gorinchem een discussiestuk overhandigd waarin het bedrijfsleven aangeeft dat officiële interpretaties van het ADN(R) de duidelijkheid zouden kunnen bevorderen. Op het gebied van gevaarlijke stoffen zijn in de binnenvaart diverse initiatieven gestart, waaronder gesprekken over een mogelijk convenant voor het transport van containers tussen Rotterdam en Antwerpen en het zogenaamde ‘Politiekeurmerk’. Verder gaat de overheid onderzoeken of een aanscherping van de gevaarlijke stoffen opleidingen wenselijk is. Het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) legde de nadruk op de kunst van het handhaven. Wijzigingen ADN 2009 afgerond Working Party (WP) ‘15 AC.2’ is de opvolger van de gevaarlijke stoffen werkgroep ‘MD/g’ van de CCR. Tijdens de vergaderingen zijn in 2008 diverse onderwerpen behandeld waaronder de acceptatie dat het transport van ‘UN 3077’ in bulk mag plaatsvinden. Verder zijn er veranderingen doorgevoerd op het gebied van de schriftelijke instructies. Het aanvaarde voorstel komt overeen met de door de EBU gekozen variant en zal betekenen dat een vier pagina’s tellend document in het ADN 2009 opgenomen zal worden, dat zal fungeren als een schriftelijke instructie dat voor alle UN-nummers gebruikt kan worden. Hierdoor is de vervoerder niet langer afhankelijk van het feit of de afzender deze schriftelijke instructies meegeleverd heeft. De overige voorschriften ten aanzien van de schriftelijke instructies blijven wel van kracht zoals de locatie van deze instructies. Het ADN(R) 2009 zal een model kennen van een incidenten- en ongevallenregistratieformulier. In het ADN(R) zijn criteria opgenomen ten aanzien van de ernst van een incident. Als er aan deze criteria wordt voldaan moet het incident worden gemeld. ‘ADN 1.8.5.1’: ‘Indien zich tijdens het laden, vullen, vervoer of lossen van gevaarlijke goederen op het grondgebied van een verdragstaat een zwaar ongeval of gebeurtenis voordoet dan moet de belader, de vuller, de vervoerder of de geadresseerde zeker stellen dat aan de bevoegde autoriteit van de betreffende staat een rapport wordt overlegd.’
14
Code of Best Practice voor het transport van ‘UN 1179’ en ’UN 2398 ‘(ETBE/MTBE) per binnentankvaart Er worden in de afgelopen jaren regelmatig korte termijn concentratiepieken van brandstof-ethers MTBE (Methyl-tert-Butyl ether) en ETBE (Ethyl-tert-Butyl ether) in de Rijn geconstateerd. De pieken liggen onder de risicogrens, maar het is wel een hoeveelheid die een mogelijk risico vormt voor de smaak en de geur van het drinkwater dat uit het Rijnwater wordt geproduceerd. Ondanks dat het CBRB en anderen van mening zijn dat de oorsprong van de pieken in het water niet direct zijn toe te schrijven aan de binnenvaartschepen is het CBRB het wel met de European Fuel Oxygenates Association (EFOA) eens dat dit probleem kan worden verkleind door de betrokken bedrijven bewust te maken van de eigenschappen van brandstof ethers en dat het van belang is dat een juiste hantering van het product en behandeling van de restanten plaatsvindt. Gasdetectie aan boord van containerschepen In 2008 hebben er wederom controles plaatsgevonden op art. ‘7.1.6.12’ van het ADN(R). Het CBRB heeft diverse discussies gevoerd in de werkgroep voor gevaarlijke stoffen van de CCR. In deze discussies bleek dat de interpretatie van het CBRB, namelijk dat alleen gemeten moet worden bij het vermoeden van beschadiging van colli, niet werd gesteund door de overige landen. Een wijzigingsvoorstel van het bedrijfsleven zou dan ook vooralsnog niet op voldoende internationale steun kunnen rekenen. Harmonisatie van de internationale interpretaties is dringend gewenst. Onvoldoende steun van een aantal landen komt onder andere door het feit dat de laatste tijd zeer veel media aandacht is uitgegaan naar gegaste containers. Op nationaal niveau is dit onderwerp ook verschillende malen ter tafel gekomen bij besprekingen met de toezichthoudende diensten om te komen tot een werkbare situatie zonder dat een onnodige hoeveelheid gasdetectiebuisjes aan boord dienen te zijn. Het CBRB heeft de nationale toezichthoudende diensten verzocht dit onderwerp wederom met de buitenlandse diensten op te nemen om een veilige en werkbare situatie te houden nu men vooralsnog een wetswijziging voor niet wenselijk beschouwd. Inmiddels is er een onderzoek gestart naar de gasdetectievoorschriften welke wellicht kunnen resulteren in een wijzigingsvoorstel. Rectificatie rapportage ‘Modal shift LPG’ Naar aanleiding van bezwaren van de CBRB-werkgroep ‘Gevaarlijke Goederen en Veiligheid’ wil het kabinet het vervoer van LPG van Vlissingen naar Duitsland zoveel mogelijk van het spoor halen ten gunste van het binnenvaartvervoer. Naar verwachting nemen hiermee de veiligheidsrisico’s langs de Brabantroute (spoor) af. Deze intentie is vastgelegd in het kabinetsstandpunt ‘Ketenstudies’ en werd gesteund door de Tweede Kamer. Eerder zijn er door het ministerie van VROM en andere instanties verkenningen uitgevoerd naar de (on)mogelijkheden van een modal shift van LPG van spoor naar water. Dit heeft voldoende aanleiding gegeven voor een vervolgstudie die is uitgevoerd door het ingenieursbureau Arcadis. Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van de ministeries van VROM, van V&W en de marktpartijen Shell en BP. Op basis van de studie kan worden geconcludeerd dat de externe veiligheidsproblematiek op de Brabantroute kan worden weggenomen door een modal shift van spoor naar water. De omvang van de import van in en via Duitsland bestaat op dit moment uit circa 300.000 tot 400.000 ton. Hiervan wordt 35% via de binnenvaart naar industriële bestemmingen getransporteerd. Conclusies van het rapport ‘Modal shift LPG’ De kosten voor het vervoer over water vallen volgens het rapport aanzienlijk hoger uit dan de kosten van het huidige vervoer over het spoor. Zelfs in het geval van het goedkoopste binnenvaartalternatief (het bulkvervoer) zou er nog sprake zijn van 25 tot 28% hogere transportkosten voor de locaties waar de meeste klanten van Shell en BP zitten. Aangezien de kosten van het vervoer (uitgaande van een voldoende veiligheidsniveau van de verschillende modaliteiten) zeer bepalend zijn in de LPG-markt, kan worden geconcludeerd dat vervoer over water voor deze
15
specifieke LPG-stromen niet haalbaar is vanuit marktoptiek. De totale kosten van LPG-vervoer in containers liggen minimaal tussen de 107% tot 109% hoger. EBIS bijeenkomst in Antwerpen in het teken van kunststof in de ladingzone Het European Barge Inspection Scheme (EBIS) is opgericht door de olie- en chemische industrie als onderdeel van de zelfverplichting, de veiligheid bij het gebruik van binnenvaarttankers op een nog hoger niveau te brengen. Het doel van EBIS is dat iedere tanker jaarlijks geïnspecteerd wordt. Ieder EBIS lid verklaart zich akkoord een vastgelegd aantal EBIS inspecties door een EBIS geaccrediteerd inspecteur te laten uitvoeren. Het CBRB is in diverse overleggen van EBIS vertegenwoordigd. Het CBRB maakt zich zorgen over het feit dat EBIS leden een vragenlijst gebruiken waarin steeds meer afwijkingen van de wettelijke eisen zoals vastgelegd in de internationale vervoerswetgeving staan. Er is benadrukt dat de wet- en regelgeving als leidraad moet dienen en primair normstellend is om schepen in te delen ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het CBRB kan inzien dat, gezien de huidige technologie en voortschrijdend inzicht, er gegronde redenen kunnen zijn om regelgeving aan te passen. Aanpassingen dienen echter wel opgenomen te worden in de internationale wet- en regelgeving. Eén van de zaken betrof het gebruik van kunststof in de ladingzone. Op dit moment hanteren steeds meer olieproductenten en chemische bedrijven de maatstaf dat kunststof lekbakken niet zijn toegestaan in de ladingzone. Hierdoor wijkt men in zekere mate af van artikel ‘9.3.X.0.3’ van het ADN(R).
Ladingtonkilometerprestatie in Nederland door Nederlandse ondernemingen/voertuigen
Bron: CBS. Bron grafiek: Waardevol Transport.
16
JURIDISCHE ZAKEN In het verslagjaar zijn diverse juridische onderwerpen aan de orde gekomen. Zo is er bezwaar gemaakt tegen de manier waarop de Vereniging Onafhankelijke Tankopslag Bedrijven (VOTOB) de voorwaarden hanteert. Formeel juridisch geredeneerd hoeft men deze voorwaarden niet te accepteren maar als dit de enige manier is om als bedrijf in een markt te opereren, is er weinig keus. Op deze wijze wordt een simpele juridische vraag een commercieel probleem waar we nog niet uit zijn. Op ons verzoek aan de VOTOB om de voorwaarden aan te passen hebben we nog geen reactie ontvangen. Door het helikopterongeluk in de Bommelerwaard op 13 december 2007 en de daaruit voortvloeiende gevolgen, heeft ook de binnenvaart economische schade geleden. Dit is voor het CBRB aanleiding geweest om namens leden, die daarom verzocht hebben, schadeclaims in te dienen. De overheid is bezig de schade te inventariseren. De in het vorige jaarverslag al opgegeven hoop om het ‘Besluit laad- en Lostijden en Overliggeld in de binnenvaart’ te (laten) herzien is weer herleefd. Het CBRB is door de EVO gevraagd te bezien of er een mogelijkheid zou zijn om gezamenlijk criteria voor een nieuw besluit vast te stellen en dit aan de overheid mede te delen. Aan het einde van de verslagperiode was er een aanzienlijke hoeveelheid tekst geproduceerd waarover partijen het eens waren. Dit is bij de overheid gedeponeerd en er is hoop dat het besluit, inmiddels gesteund door de politiek, overeenkomstig gewijzigd kan worden. De Binnenvaartwet en de daarmee samenhangende uitvoeringsbesluiten, die de Binnenschepenwet, de Wet vervoer binnenvaart (Wvb) en de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart moeten gaan vervangen, is ver gevorderd. Alhoewel we niet overal positief over zijn, kan het als een grote verbetering gezien worden. De aanpassing van het CLNI- verdrag dat de beperking van de aansprakelijkheid voor de binnenvaart regelt heeft voortgang geboekt. In EBU verband is commentaar geleverd en er zijn wijzigingsmogelijkheden aangedragen. Er is vooruitgang geboekt maar het blijft onzeker of alles wel zal gaan zoals het CBRB het wenselijk acht. Het Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI- verdrag) wordt stap voor stap belangrijker. Inmiddels is het in een groot deel van het vaargebied van kracht. De eerste procedures zijn ingeleid en als daar een uitspraak over wordt gedaan dan zal het snel relevanter worden. Het uniforme vervoerdocument dat ter beschikking van de vervoerders zou komen is er nog niet. Getracht wordt het alsnog gezamenlijk internationaal vorm te geven. Als dit niet mogelijk zal blijken te zijn dan zal het CBRB het doen. De wijzigingen die in de Internationale Verlade- und Transportbedingungen (IVTB) aangebracht zouden moeten worden om acceptabel te zijn voor Nederlandse bedrijven, worden voortvarend aangepakt. Met behulp van een werkgroep, gevormd uit de juridische commissie van de IVR wordt grote vooruitgang geboekt. Het is reëel te veronderstellen dat de IVTB in 2009 daadwerkelijk gebruikt kunnen gaan worden.
17
LEDENGROEPEN EN OVERLEGGROEPEN
Bron: CBRB.
LEDENGROEPEN LEDENGROEP VARENDE ONDERNEMERS De groep Varende ondernemers vergaderde in 2008 driemaal. Zoals gebruikelijk vond de eerste vergadering plaats op de eerste zaterdag van het jaar. Deze vergadering werd gecombineerd met de jaarlijkse algemene ledenvergadering van de Vereniging Zand- en Grindschippers (VZ&G). Het NEA presenteerde de cijfers over de kostenontwikkeling in de binnenvaart in 2007. Een geactualiseerde opzet maakte een sterke kostenstijging zichtbaar, ondermeer door krapte op de arbeidsmarkt en sterke stijging van kosten voor reparatie en onderhoud. In mei was er voor de start van de beurs ‘Construction & Shipping Industry’ te Gorinchem, een themabijeenkomst georganiseerd met de titel: ‘Handhaving in de binnenvaart, toezicht een last?’ Tijdens de vergadering in juni gaf het HbR een presentatie over de luchtkwaliteit in de haven van Rotterdam en de rol van en gevolgen voor de binnenvaart in deze. Actuele ontwikkelingen zoals de brandstofkwaliteit en het programma ‘VoortVarend Besparen’ werden besproken alsmede het te ontwikkelen ‘Milieukeurmerk’, een initiatief van Rijkswaterstaat, waaraan het CBRB deelneemt. De IVW gaf een presentatie over de stand van zaken van de taakoverdracht van certificering en meting. Tijdens de vergadering in september werd een aantal convenanten met de overheid besproken. Door het verdwijnen van de kennis bij de overheid is er een groeiende behoefte bij de overheid om afspraken met het bedrijfsleven te maken in convenanten, onder de noemer van een winwinsituatie. Wanneer de branche niet meewerkt, kan dit voor nieuwe regelgeving zorgen. Wel meewerken biedt voordelen van minder controle wanneer voldaan wordt aan de regelgeving. De stand van zaken rond het nieuwe ‘Besluit laad- en Lostijden en Overliggeld in de binnenvaart’ is besproken. De bemanningsregelgeving was een thema dat bij iedere bijeenkomst op de agenda stond.
18
Het Europese actieprogramma ‘Naiades’ is aan de leden toegelicht. De doelstelling is om het vervoer over water te stimuleren. Het bevat maatregelen in vijf voor de binnenvaart strategische domeinen. Dit is verdeeld in vijf werkpakketten: markt, vloot, werkgelegenheid & vaardigheden, imago en infrastructuur. Het CBRB is in alle werkpakketten vertegenwoordigd en moet in vier jaar vijftien manmaanden investeren. Zowel in het bestuur van de Varende ondernemers als in het dagelijks bestuur van het CBRB nam de heer A.B. (Anton) de Velde de rol over van de heer M.W. (Rinus) de Korte.
19
LEDENGROEP PERSONENVERVOER Inzameling vuilwater passagiersschepen In 2008 is veel aandacht besteed aan de aanstaande inwerkingtreding van het Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV). Het SAV voorziet onder meer in een verbod op de lozing van huishoudelijk afvalwater door de passagiersvaart (met meer dan vijftig passagiers). In het voorjaar van 2008 heeft het CBRB een enquête gehouden onder de leden. Daaruit bleek dat het grootste deel van de passagiersvaart reeds voorzien is van vuilwatertanks dan wel een zuiveringsinstallatie en daarmee klaar is voor het lozingsverbod. Een aantal rederijen bleek echter nog geen voorzieningen te hebben; zij zullen op korte termijn alsnog vuilwatertanks of een zuiveringsinstallatie moeten installeren. De grootste bottleneck zit echter in het gebrek aan infrastructuur aan de wal: er zijn nog nauwelijks ontvangstinstallaties aan de wal. De verplichting om dit te (laten) realiseren ligt bij de ‘verdragsluitende staten’. Helaas stelt het ministerie van V&W zich uiterst terughoudend op. Onderhandelingen hierover met overheden op lokaal, nationaal en internationaal (CCR) niveau worden in 2009 dan ook gecontinueerd. Onderzoek brandveiligheid passagiersvaart Naar aanleiding van een aantal branden op passagiersschepen in de periode van 1999 - 2004 heeft de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (voorheen: Raad voor de Transportveiligheid) een themastudie uitgevoerd naar de brandveiligheid van passagiersschepen. Het onderzoek heeft enkele jaren stil gelegen in verband met andere prioriteiten bij de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, maar rond de zomer van 2008 is het onderzoeksrapport uiteindelijk toch opgeleverd. Het bleek een nogal tendentieus en ongenuanceerd rapport te zijn, waarin de sector zich niet herkent. Niettemin bevat het rapport ook een aantal relevante punten, waarmee de passagiersvaartsector serieus aan de slag zal gaan. Bemanningsproblematiek passagiersschepen Ook in 2008 is gestaag doorgewerkt aan het opstarten van de opleiding ‘Schipper Rondvaartboot Beperkt Vaargebied’. In januari 2009 is de eerste opleiding van start gegaan. De vrijstellingsregeling zal vooralsnog echter alléén gelden voor rondvaartboten van het Amsterdamse grachtentype, op zone 4-wateren en, daar waar de vaarwegbeheerder het toestaat, op zone 3. Reden hiervoor is, dat ‘rondvaartboten van het Amsterdamse grachtentype’ een in de Nederlandse wetgeving reeds bestaand begrip is, waar aldus gemakkelijk bij aangehaakt kan worden. Voor de overige ‘kleine dagpassagiersvaart’ zal in 2009 separaat een verzoek tot vrijstelling ingediend worden bij het ministerie van V&W. Daarbij zal gezocht moeten worden naar een duidelijke en goed afgebakende definitie, die zoveel mogelijk aansluit bij andere, in de wetgeving reeds bekende categorieën kleine passagiersschepen. Met het realiseren van de eerste opleiding in januari 2009 is een belangrijke stap gezet naar de verbetering van de instroom van adequaat opgeleid en goed gemotiveerd personeel, speciaal voor de passagiersvaartsector. Beunhazen in de passagiersvaart Het is bonafide passagiersrederijen al vele jaren een doorn in het oog: beunhazen die, zonder aan de geldende voorschriften te voldoen, bedrijfsmatig vaartochten maken met passagiers. Op verzoek van het CBRB heeft het KLPD in de voorzomer van 2008 een speciaal loket ingericht voor beunhaasmeldingen, en gedurende de zomer van 2008 heeft een succesvol verlopen, landelijke controle actie plaatsgevonden.
20
Het uitbannen van beunhazen zal echter een kwestie van lange adem zijn. Daarom zullen de controles ook in 2009 voortgezet worden. LEDENGROEP DROGE LADING Het aantal leden van de ledengroep Droge lading is in het verslagjaar weer gegroeid. De wijzigingen in de manier waarop de ledengroep de contacten met de organisatie onderhoudt en de manier waarop men gebruik maakt van de organisatie en het daarbij behorende netwerk is positief te noemen. Zakelijk gezien is het jaar 2008 extreem geweest. In het eerste halfjaar was het lastig schepen te vinden en waren de vrachtprijzen zeer hoog. In de tweede helft van het jaar was het lastig lading te vinden en waren de vrachtprijzen zeer laag. De vraaguitval zelf en de snelheid waarmee deze plaats heeft gevonden bleek bijzonder groot. Waar de voorzitter van de groep in zijn jaarrede nog waarschuwde voor de concurrentiepositie in verband met de hoge vrachtprijzen en het geringe klantbewustzijn in de binnenvaart zijn de ontwikkelingen in de tweede helft zodanig dat dit niet meer aan de orde is. Dit neemt niet weg dat lading die om welke reden dan ook verloren gaat slechts met veel inspanning weer terug verworven kan worden. Als het eenmaal via een andere modaliteit gaat, die dit veelal op lange termijn basis contracteert, is in ieder geval de contractstermijn voor de binnenvaart verloren. De slechte voorspelbaarheid van lading- en scheepsaanbod en de mismatch wordt voor een stabiele ontwikkeling als problematisch gezien. Het is de groep er dan ook veel aan gelegen om instrumenten te ontwikkelen die deze scherpe wijzigingen in vraag en aanbod zouden kunnen dempen. Voor het ontwikkelen van deze instrumenten is meer inzicht in de markt nodig. LEDENGROEP SLEEP- EN BIJZONDERE TRANSPORTEN De groep Sleep- en bijzondere transporten kwam in 2008 éénmaal bijeen; de tweede in het verslagjaar geplande vergadering werd uitgesteld. Tijdens de op 17 juni 2008 belegde ledenvergadering is uitvoerig gediscussieerd over de werving van gekwalificeerd personeel in de krappe arbeidsmarkt. Ook over de opleiding van gekwalificeerde mensen en de binnen- en buitengaats geldende bemanningseisen is uitvoerig van gedachten gewisseld. De vertegenwoordiging van werknemers in de binnenscheepvaart is medio 2007 door FNV Bondgenoten overgedragen aan Nautilus NL, onder voorbehoud van enkele 'tijdelijke' uitzonderingen betreffende 'havensleepbedrijven'. Ondanks veelvuldig aandringen is de gewenste opheldering over deze uitzonderingen gedurende het verslagjaar uitgebleven. De coördinatie van de arbeidsvoorwaardenvorming met de onderhandelingen over de nieuwe bedrijfstak-CAO werd hierdoor ernstig bemoeilijkt. Ook aan dit thema is vanzelfsprekend de nodige aandacht geschonken. Verder is in de ledenvergadering gerapporteerd over de activiteiten van diverse werkgroepen en over het lobbywerk in Brussel. LEDENGROEP TANKVAART De ledengroep Tankvaart heeft zich beziggehouden met het enigszins verwarrende beleid van een groot olieproducerend bedrijf dat tot de onnodige onrust heeft geleid. Verder wordt geconstateerd dat de balans tussen de vervoerder en de verlader in onbalans aan het geraken is. Dit blijkt uit diverse zaken die op ad-hoc basis de nodige aandacht vroegen. De groep hield zich eveneens bezig met een mogelijk voorstel om het Reservefonds aan te spreken om overcapaciteit te voorkomen. Ook de VOTOB steigercondities zijn ter sprake gekomen. In deze condities wordt een deel van de aansprakelijkheid, ook voor eventuele eigen schuld van het opslagbedrijf of zijn werknemers, zo veel als mogelijk bij de scheepseigenaar gelegd. In 2008 is er contact gelegd met de overkoepelende
21
organisaties van verzekeraars om de gevolgen van een eventuele calamiteit ook op dat vlak te bezien en te bespreken waar de sector aan toe is.
LEDENGROEP DUWVAART De invoering van het Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) dat steeds naderbij komt is voor de ledengroep Duwvaart reden geweest om er op aan te dringen de kosten scherp in de gaten te houden. Zowel absoluut als relatief is de groep van mening dat deze kosten op basis van de werkelijke vervuiling toegerekend moeten worden. Het adagium ‘de vervuiler betaalt’ is alleszins acceptabel, maar het huidige SAV voldoet daar niet aan. Verder zijn er nautische onderwerpen besproken zoals de eisen die aan ligplaatsen voor duwbakken moeten worden gesteld, het gebrek aan die ligplaatsen, de bemanningsregelingen voor duwboten, wijzigingen aan eisen bij het gebruik van koppellieren en de ‘vrij zicht bepalingen’ die voor de duwvaart een andere component hebben dan bij gewone binnenvaartschepen. Besloten is de vergaderfrequentie op twee keer per jaar vast te stellen en meer aan te dringen op thematische bijeenkomsten.
LEDENGROEP CONTAINEROPERATORS Gang van zaken in de zeehavens Zoals altijd was ook in 2008 de afhandeling in de zeehavens voor de barge operators één van de belangrijkste aandachtspunten. Na jaren van groei van het aantal containers, met alle afhandelingsproblemen van dien, deed zich in 2008 echter een kentering voor: al voor de zomer van 2008 vlakte de groei duidelijk af en na de zomer sloeg de kredietcrisis toe en daalde het aantal vervoerde containers aanzienlijk. Het dalende aantal containers betekent echter niet, dat daarmee de afhandelingsproblemen in de zeehavens zijn opgelost. Ook in 2009 zal daarom, samen met deepseaterminals en andere relevante partijen, naar oplossingen en verbetermaatregelen gezocht moeten worden. Havenverblijfindex De eind 2007 ontwikkelde Havenverblijfindex bleek te voorzien in een grote behoefte en heeft zich in 2008 ontwikkeld tot een standaard in de markt. De Havenverblijfindex geeft een verblijfstijd van een containerbinnenschip per move weer, en is aldus een maat voor de performance van de zeehavens in hun geheel, derhalve niet gerelateerd aan een bepaalde terminal. De Havenverblijfindex zal opgenomen worden in de ontwikkeling van ‘MIS-Cobiva’ (zie hieronder). ‘MIS-Cobiva’ Eind 2007 heeft de zogenoemde ‘ABCDR-combinatie’, bestaande uit Alcotrans Container Line, Bulcontrans, Contargo, Danser en Rhinecontainer, het initiatief genomen om een management informatie systeem voor de containerbinnenvaart te gaan ontwikkelen, onder de naam ‘MIS-Cobiva’. In 2008 is voortvarend verdergegaan met de uitwerking van het ‘MIS-Cobiva’. De doelstelling van ‘MIS-Cobiva’ is de ontwikkeling van digitale infrastructuur voor de containerbinnenvaart, gebaseerd op een tracking & tracingsysteem met behulp van GPS. Door het koppelen van reeds bestaande maar solitaire systemen, zoals Bargeplanning van Port Infolink, River Information Services (RIS), het Binnenvaart Informatie en Communicatie Systeem (BICS), de diverse inhuis-systemen van operators, terminals, overheden en andere partijen, ontstaat een integraal informatiesysteem voor de gehele keten, ten behoeve van het logistieke proces maar ook in het belang van de veiligheid en vlotheid van het binnenvaartverkeer en de handhavingsdiensten.
22
In de eerste helft van 2008 zijn de eerste tien testschepen uitgerust met GPS-apparatuur, en eind 2008 is begonnen het aantal met GPS uitgeruste schepen uit te breiden naar meer dan vijftig. Ook is de groep van initiatiefnemers eind 2008 uitgebreid met Haeger & Schmidt en Imperial de Grave, waaruit het toenemende draagvlak voor dit initiatief blijkt. In november 2008 is ‘MIS-Cobiva’ officieel aan alle stakeholders (waaronder havenbedrijven, deepsea- en inland terminals, verladers, deepseacarriers, expediteurs, overheden, handhavingsdiensten, communitysystemen) gepresenteerd en unaniem positief ontvangen. In 2009 zal ‘MIS-Cobiva’ verder ontwikkeld worden.
OVERLEGGROEPEN
Bron: CBRB.
OVERLEGGROEP PARTICULIERE TANKVAARTONDERNEMERS (OPTO) In 2008 kwam de overleggroep Particuliere tankvaartondernemers (OPTO) tweemaal bijeen. Tijdens de vergaderingen stonden de controle acties van de toezichthoudende diensten, het ‘Havenreglement Rotterdam’ en de subsiestromen voor de tankvaart centraal. De voorzitter van de OPTO, de heer H.C. (Bert) Visser, gaf aan dat de binnenvaart niet zit te wachten op extra controles en dat men efficiënter moet controleren om een kleine groep schepen die structureel niet aan wet- en regelgeving voldoet te ontmaskeren. Deze groep schaadt het imago van de gehele sector. De OPTO vindt het twijfelachtig of wellicht een mogelijk in de toekomst verplicht ADNR-herhalingsexamen de oplossing is. Bij een bezoek van de heer C. (Cees) Boon van het HbR zijn diverse verbeterpunten aangekaart welke in een nieuwe versie van het ‘Havenreglement’ opgenomen zouden kunnen worden. De OPTO hield verder een incident rond een terminal in Amsterdam nauwlettend in de gaten. Het incident bereikte zelfs de landelijke politiek en in de milieuvergunning van de terminal staat dat het om een 0-emissie terminal gaat. De emissies worden echter terug naar de schepen gevoerd door middel van een ringgasretourleiding waardoor het mogelijk is dat gassen van een ander product dat wordt gelost in de ladingtanks komen. Tijdens een presentatie van SenterNovem bleek dat subsidieaanvragen nog immer als hoogdrempelig worden ervaren. De OPTO heeft tijdens de vergaderingen gepleit voor een overzichtelijke lijst van motoren welke in aanmerking komen voor de EIA subsidieregeling. OVERLEGGROEP VERENIGDE ZAND- EN GRINDSCHIPPERS De 40e algemene ledenvergadering van de Vereniging Zand- en Grindschippers (VZ&G) vond plaats, zoals gebruikelijk, op de eerste zaterdag van het jaar en werd gecombineerd met de vergadering van
23
de ledengroep Varende ondernemers van het CBRB. Ter ere van het 40-jarig bestaan van de vereniging is er in 2008 jubileumbriefpapier gedrukt en de leden ontvingen een jubileumvlag. In 2008 zijn diverse artikelen in de nieuwsbrief van het CBRB gepubliceerd, waarbij een goed beeld is geschetst van de geschiedenis en de toekomst van de VZ&G door diverse schrijvers. Het NEA presenteerde de cijfers over de kostenontwikkeling in de binnenvaart in 2007. Het CBRB heeft deze overleggroep ondersteund bij het opstellen van vervoersvoorwaarden voor het zand- en grindvervoer, waaraan de reeds bestaande CBRB vervoervoorwaarden gehangen kunnen worden. Voor de zand- en grindvaart is het onderzoeksrapport ‘Een goede toekomst voor het kleine schip’, dat aan de staatssecretaris is overhandigd, van belang. Het kleine binnenvaartschip vervult een belangrijke functie in de logistiek van bedrijven die gelegen zijn aan de haarvaten van ons vaarwegstelsel. Ondanks deze belangrijke functie is het aandeel van het kleine schip in de binnenvaartvloot afgenomen. Het behoud van een gevarieerde vloot is van belang. Werken aan de in het rapport opgesomde eenentwintig actiepunten moeten hieraan een bijdrage leveren. Er is een brochure ontwikkeld voor de overleggroep Verenigde zand- en grindschippers.
OVERLEGGROEP HAVENSLEEPDIENSTEN Binnenvaart-CAO De overleggroep Havensleepdiensten hecht zeer veel belang aan de Binnenvaart-CAO. Vertegenwoordigers van de havensleepdiensten waren in 2008 dan ook intensief betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe, gemoderniseerde Binnenvaart-CAO. Deze nieuwe Binnenvaart-CAO moet, veel meer dan eerdere CAO’s, een basaal raamwerk vormen waarbij meer zaken op bedrijfsniveau geregeld kunnen worden. De terugkeer van de zogenoemde pakketvergelijking in de nieuwe Binnenvaart-CAO was voor de havensleepdiensten essentieel. Deze is dan ook nadrukkelijk meegenomen in de CAOonderhandelingen. Bemanningsproblematiek Het gaat bij de zogenoemde ‘binnen-buiten-problematiek’ om het feit dat de als zeeboot geregistreerd staande sleepboten, conform de Zeevaartbemanningswet (ZBW), tijdens het uitvoeren van havenassistenties op binnenwateren niet bemand mogen worden met binnenvaartbemanning. Men is het er unaniem over eens, dat de onderhavige bepaling in de ZBW onzinnig, onnodig en ongewenst is. Een oplossing realiseren is echter een andere kwestie: Al jarenlang wordt met het ministerie van V&W onderhandeld en overlegd over een oplossing voor dit probleem. In de loop van 2007 was al gebleken dat de bestaande wetgeving niet de gewenste souplesse biedt om de ‘binnen-buiten-problematiek’ middels een beleidsregel op te lossen. In 2008 is daarom besloten om in te zetten op een wijziging van de ZBW. Die zal hopelijk in de loop van 2010 eindelijk gerealiseerd zijn. Een ander aspect van de bemanningsproblematiek heeft betrekking op de vermogensgrenzen, en het feit dat er voor mensen met een SMBW-diploma een beperking tot 3000 kW van toepassing is. Eind 2007 was er, door de Zeevaartschool te Vlissingen, een laagdrempelige, korte monodisciplinaire kopcursus bovenop SMBW ontwikkeld. Na een wetswijziging, in de slipstream van de hierboven genoemde wetswijziging van de ZBW, verkrijgt men na het volgen van deze cursus de vaarbevoegdheid voor ‘Kapitein 500 GT, 30 mijl’ en is de vermogensgrens tot 3000 kW niet meer van toepassing.
24
In de loop van 2008 hebben diverse cursussen plaatsgevonden, waaraan is deelgenomen door deelnemers van alle havensleepdiensten. Daarmee is dit probleem, afgezien van de formaliteit van de benodigde wijziging van de ZBW, opgelost. OVERLEGGROEP VEERDIENSTEN/ LANDELIJK VEREN PLATFORM (LVP) Het CBRB voert sinds de oprichting van het Landelijk Veren Platform (LVP) in 2006 het secretariaat van het LVP. In 2008 was het LVP zeer actief. Het bestuur kwam zevenmaal bijeen. Er zijn twee fraaie edities van het nieuwsbulletin verschenen. Er is contact met provincies geweest. De Subsidieregeling Innovatie Binnenvaart (SIB) van 2008 waarin binnenvaartondernemingen subsidie kunnen aanvragen voor haalbaarheid-, onderzoek- en ontwikkelingsprojecten die voor vernieuwing in de binnenvaartsector zorgen, bleek beperkt tot het vervoer van goederen. Zowel het CBRB als het LVP hebben in een brief aan het ministerie van V&W gepleit voor het opnemen van het personenvervoer in de regeling. Immers de motivatie en redenen voor het SIB gelden voor zowel het goederen- als het personenvervoer. Het LVP heeft ideeën voor projecten voor niet vrij varende veren en de inzet van veerdiensten bij calamiteitenbestrijding.
Bron: LVP.
25
STICHTING PROJECTEN BINNENVAART (SPB) (BitFactory - rode achtergrond!!) Stichting Projecten Binnenvaart (SPB) De Stichting Projecten Binnenvaart (SPB) is de projectorganisatie van het CBRB, die projecten uitvoert voor het CBRB en voor de markt. Er is in 2008 een aantal projecten in uitvoering gegaan zoals ‘Kanshebber in de Keten’ (KIK), ‘EWITA’, ‘Platina’ en ‘buitenhaven Middelharnis’. De SPB en het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) zijn eind 2008 verhuisd naar een andere ruimte in het Binnenvaarthuis en zij beschikken nu over een ruimer en moderner kantoor. Tevens zijn er twee nieuwe medewerkers aangetrokken, die ook voor het EICB werkzaam zijn, te weten de heer ir. R.J. (Raymond) Voogt, als manager en de heer ing. K. (Khalid) Tachi als projectmanager/innovatieadviseur techniek. Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) Het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) is als programma ondergebracht bij de SPB. Het EICB geeft als programmabureau uitvoering aan het in gang zetten, begeleiden en deels uitvoeren van innovatie-, educatie- en expertiseprojecten die de binnenvaartsector verder helpen. In het najaar van 2008 is de eerste tender voor het innovatieprogramma opengegaan en het project ‘MIS-Cobiva’ is voor subsidie in aanmerking gekomen. Ook is een aantal educatieprojecten in voorbereiding gekomen, zoals een HBO minor binnenvaart, ‘nieuwe content voor het VMBO’ en een integrale onderwijsvisie. Deze en andere educatieprojecten zullen in 2009 verder worden voortgezet. Wat betreft expertise is er ook een aantal projecten in gang gezet, zoals het nieuwe ‘Besluit laad- en lostijden en overliggeld in de binnenvaart’, ‘geluidsinventarisatie op binnenvaartschepen’, ‘geluidsreductie door antigeluid op binnenvaartschepen’ en de voorbereiding van een groot project ter bevordering van het kleine schip. Het EICB wordt in 2009 verder in de markt gezet onder een brede doelgroep van binnenvaartondernemers, verladers, overheden, onderwijs- en kennisinstellingen en logistieke dienstverleners.
26
DE VERENIGING Helpdesk De toegevoegde waarde van het directe contact van binnenvaartondernemers met de helpdesk is ook in 2008 gebleken. Zowel leden als niet-leden wisten de weg te vinden. Nieuwe communicatiemogelijkheden werden meer en meer benut, zowel voor het onderzoeken van vragen en behoeften van de CBRB- leden, als voor het ontvangen en verstrekken van informatie. De vraagstukken waren divers, waarbij vragen over regelgeving op het gebied van bemanning en technische regelgeving, het meeste werden gesteld. Nieuwsbrief Eén van de belangrijke aspecten van een organisatie als het CBRB om het contact met de leden zo optimaal mogelijk te houden betreft de communicatie. Ook in het verslagjaar 2008 is hier ruim aandacht aan besteed. Gebleken is dat de leden in de Nieuwsbrief een belangrijke bron van nuttige en noodzakelijke informatie zien. Voor zowel de secretarissen, die aandacht moeten besteden aan hun vakgebied, en het ondersteunend secretariaat kost het verzorgen van de Nieuwsbrief veel ‘tijd en aandacht’. De in 2007 ontstane plannen om de Nieuwsbrief in een nieuw ‘jasje’ te steken, zijn in 2008 gerealiseerd. De nieuwsbrief heeft nu een uitstraling gekregen die past bij het beeld en het karakter van het CBRB; een organisatie die laat zien wat er in de wereld van de binnenvaart en daaromheen te koop is. Omdat ten aanzien van het uitgeven van de nieuwe versie van de nieuwsbrief meer dan voorheen in eigen beheer kan worden gedaan kan er financieel gezien worden bespaard, maar anderzijds betekent het verschijnen in kleur een kostenverhoging. Omdat meer en meer voor het geven van informatie gebruik kan worden gemaakt van de digitale weg is nader bezien of hierdoor de frequentie van het verschijnen van de nieuwsbrief kan worden aangepast. Jaarvergadering ‘Omgaan met groei’ Dit was de titel van de 79e jaarvergadering die plaatsvond op 14 november in het Hulstkamp Gebouw te Rotterdam. Een drietal sprekers heeft gesproken over de toekomstige mogelijkheden van de binnenvaart, bekeken vanuit hun specifiek havenbelang. De heer ing. A.G.F. Toet, directeur HbR, sprak over het belang van de binnenvaart voor de Rotterdamse haven, de heer Dipl.-Kfm. E. Staake, bestuursvoorzitter Duisburger Hafen AG, sprak vanuit de optiek van de grootste binnenvaarthaven in Europa, Duisburg. De heer drs. J.H. Gerson, directeur Havenbedrijf Amsterdam, ging in op het belang van de passagiersvaart. Centraal stond het afscheid van de voorzitter, jhr. H.J.M. (Hubert Jan) van der Wyck. Hubert Jan van er Wyck is voorzitter van het CBRB geweest sinds 1995. Aan hem werd door de burgemeester van Rotterdam, de heer mr. I.W. (Ivo) Opstelten, de Johan van der Veekenpenning uitgereikt. De heer M.W. (Wim) van Sluis RA, heeft aan hem, in de hoedanigheid van voorzitter van de Rotterdam Port Promotion Council (RPPC), namens de RPPC de gouden Caland Penning uitgereikt. Als opvolger van Hubert Jan is tijdens de vergadering de heer ir. P. (Pieter) Struijs gekozen.
27
Hubert Jan van der Wyck ontvangt de Johan van der Veekenpenning. Bron: Paul Hoekman.
Tijdens de besloten vergadering is afscheid genomen van de heer M.W. (Rinus) de Korte als bestuurslid van het CBRB. Met een opkomst van ruim tweehonderd personen en een inhoudelijk goed programma kunnen we, mede dankzij de bijdrage van de sprekers, terugkijken op een geslaagde jaarvergadering.
28
Website In het jaar 2008 heeft de CBRB website wederom voorzien in een informatiebehoefte. Veel aandacht van bezoekers is er geweest voor de onderdelen ‘Nieuws’, ‘Nieuwsbrief’ en ‘Agenda’. Daarnaast zijn de ‘Havenverblijfindex’, ‘Helpdesk’ en ‘Overgangsbepalingen technische regelgeving’ belangrijke bestemmingspagina's geweest. De grafieken geven een beeld van het gemiddeld aantal bezoekers en het gemiddeld aantal pagina’s dat is geraadpleegd.
Bron: Google analytics/ bewerking CBRB.
29
Een overzicht van onze nieuwsthema’s op de CBRB site
8-1-2008 14-1-2008 17-1-2008 21-1-2008 22-1-2008 28-1-2008
CBRB publiceert Havenverblijfindex ten behoeve van containerbinnenvaart Havenverblijfindex week 01-2008 Binnenvaartbedrijfsleven tegen stijging tarieven IVW in 2008 Havenverblijfindex week 02-2008 Bundesverband der Deutschen Binnenschifffahrt Havenverblijfindex week 03-2008
4-2-2008 Havenverblijfindex week 04-2008 28-3-2008 Storing e-mail opgelost 1-4-2008 Themabijeenkomst "Handhaving in de binnenvaart - toezicht, een last ?" 14-4-2008 Nog schoner varen: informatiecampagne zwavelarme brandstof (EN 590) 25-4-2008 Bereikbaarheid bedrijven over water krijgt forse steun van EZ Nationale Distributiedag 2008 – Beyond Reverse Logistics; Marktkansen door 28-4-2008 keteninnovatie 15-5-2008 NEA ziet sterke kostenstijgingen in de binnenvaart 3-6-2008 CBRB en Kantoor Binnenvaart blij met opschorting elektronische meldplicht 1-7-2008 2-7-2008 7-7-2008 11-7-2008
Nieuwe bedrijfstak – CAO komt in zicht CBRB bekritiseert rapport Onderzoeksraad: Passagiersvaart is een veilige sector Voordracht nieuwe voorzitter CBRB Het CBRB feliciteert haar toekomstige voorzitter met zijn koninklijke onderscheiding
1-8-2008 Projectmanagers / Innovatieadviseurs (m/v) 15-9-2008 Tijdelijke Subsidieregeling “VoortVarend Besparen” gepubliceerd 16-9-2008 CBRB commentaar op begroting Verkeer & Waterstaat 2008 18-9-2008 Overgangsbepalingen op website CBRB 4-11-2008 Akkoord over nieuwe CAO voor de Binnenscheepvaart Persuitnodiging: Openbare Ledenvergadering Centraal Bureau voor de Rijn- en 11-11-2008 Binnenvaart: ‘Omgaan met groei’ 17-11-2008 CBRB neemt afscheid van voorzitter jhr. H.J.M. van der Wyck 24-11-2008 Binnenvaart bovenaan in Duits Planco onderzoek 12-12-2008 Valse facturen Kamer van Koophandel in omloop 23-12-2008 CBRB accepteert geringe stijging haventarieven Rotterdam
30
HET BUREAU BESTUUR Ir. P. Struijs, voorzitter Ir. T.G. Muller Rederij T. Muller B.V., vice-voorzitter C. van den Berg Scheepvaartonderneming C. v.d. Berg V.o.f. Mr. C.H. de Graaff Zwaans v.d. Heuvel Tankvaart B.V. H.C. Visser Visser Holding B.V. D.A. van der Plas DAP Barging B.V. K.R. Kamphuisen Kamphuisen Shipping B.V. Dip.-Ing. H.H. Steinhoff Thyssenkrupp Veerhaven B.V. Drs. R.J. Kasteel VOPAK Barging Europe B.V. A.B. de Velde Bolero II B.V. Mr. Ing. J.J. Lameijer Smit Transport Heavy Lift Europe B.V. H. Buytendijk Alcotrans Container Line B.V. Mr. A.N. Roos, directeur
Dagelijks Bestuur Ir. P. Struijs, voorzitter Ir. T.G. Muller, vice-voorzitter Drs. R.J. Kasteel Mr. C.H. de Graaff K.R. Kamphuisen
31
A.B. de Velde Mr. A.N. Roos, directeur Stand per 31 december 2008 GROEPSBESTUREN Droge Lading D.A. van der Plas, voorzitter Mr. J. Vogelaar, secretaris R. Nouwen J.I.M. Slokkers Duwvaart J. Davidse, voorzitter G. Hötte, vice-voorzitter Mr. J. Vogelaar, secretaris Tankvaart Mr. C.H. de Graaff, voorzitter Drs. R.J. Kasteel, vice-voorziter Ing. R. Tieman DGSA, secretaris Varende Ondernemers C. v.d. Berg, voorzitter H. Wolthuis, vice-voorzitter Mw. L.M.E. de Groot, secretaris A.B. de Velde H. Bruinsma H.G.A. Jongepier J. Oudakker jr. R.P. de Korte H.C. Middelkoop H.C. Visser Overleggroep Havensleepdiensten Mw. J. Nuijten-Muller, voorzitter Mw. ing. M.C.J.P. van Helvoirt MSc, secretaris Overleggroep Veren J.G. Hania, voorzitter Mw. L.M.E. de Groot, secretaris A. de Bie M. van der Méche A. Veenma A.P.J. van den Akker W. Eerland Overleggroep Particuliere Tankvaartondernemers H.C. Visser, voorzitter Ing. R. Tieman DGSA, secretaris Mw. J. Brands-van Gemert
32
G.C.M. Deen J. Oudakker jr. R.J.J. Versloot D.G. van Gent Personenvervoer C.B.C.A van Stiphout, voorzitter Mw. ing. M.C.J.P. van Helvoirt MSc, secretaris N.M. Arnts K.R. Kamphuisen R. Doorn H. Teerlink J.G. Hania Overleggroep Verenigde zand- en grindschippers H.G.A. Jongepier, voorzitter J. Visser, vice-voorzitter C. Broere jr., secretaris N. Kranenburg G.J. Grandia H. Meints P.C. van Zwol BELEIDSCOMMISSIES Juridische commissie Mr. C.H. de Graaff Mr. J. Vogelaar, secretaris Sociale Commissie Drs. R.J. Kasteel, voorzitter Mr. M.J.M. Koning, secretaris J. Naaborgh RA A.B. de Velde Mw. M.J. de Jonge - Kolkman H. van Sonderen R.P. de Korte H. van der Hoeven Mr. ing. J.J. Lameijer H.C. Visser Th. Aarten Fiscale Commissie Mr. M.J.M. Koning, secretaris K.R. Kamphuisen Drs. A.M. Kroon M.W. de Korte Mr. B.C.M.A. van Breugel H.C. Visser
33
Het bureau Mr. A.N. (Ton) Roos, directeur Algemeen beleid Externe communicatie
Mr. J. (Jan) Vogelaar, adjunct-directeur Juridische zaken Interne zaken secretaris van de ledengroepen: Duwvaart Droge lading
Ing. R. (Robert) Tieman DGSA, Veiligheid en Milieu secretaris van: ledengroep Tankvaart overleggroep Particuliere tankvaartondernermers overleggroep Bunkerbedrijven
34
Mw. Ing. M.C.J.P. (Maira) van Helvoirt MSc, Logistiek en Containers secretaris van: ledengroep Personenvervoer ledengroep Containeroperators overleggroep Havensleepdiensten
Mr. M.J.M. (Michiel) Koning, Sociale en Fiscale zaken secretaris van de ledengroep Sleep- en bijzondere transporten
Mw. L.M.E. (Lijdia) de Groot, Nautiek en Techniek Helpdesk secretaris van: ledengroep Varende ondernemers Landelijk Verenplatform/overleggroep Veerdiensten
G.C.F. (Guus) Poppelaars,
35
Helpdesk adviseur
Ing. T. (Thomas) Wermer MA, Automatisering & Multimedia
Mw. I. (Ilonka) Westdijk-van der Starre, administratief medewerker
Mw. E.W. (Els) de Haan, hoofd algemeen secretariaat
36
Mw. C.C.H. (Christel) Moelker-Romijn, directiesecretaresse
Mw. J.C.W. (Wendela) Andreae-Bijl de Vroe, directiesecretaresse
Mw. F.E. (Fawziah) Pelealu-Plasschaert, secretaresse
Mw. M. (Mariska) Warnaar,
37
administratief medewerker
Mw. H. (Heleen) Sluimer, telefoniste/receptioniste
Stand per 31 december 2008
38
Stichting Projecten Binnenvaart Mr. A.N. (Ton) Roos, directeur
Ing. H. (Hans) Brombacher, kwartiermaker EICB
Ir. (Raymond) Voogt, manager EICB
Dhr. M. (Mike) Blansjaar projectmanager/ innovatieadviseur Stichting Projecten Binnenvaart
39
Mw. M. (Mylène) de Hooge, Projectassistente
P. (Paul) Hoekman, informatiebeheer
Stand per 31 december 2008
40
LEDENBESTAND
A. de Groot Olietransport B.V. A. Kosten Tankvaart A.J. Tigelaar V.o.f. Alcotrans Container Line B.V. Amistade B.V. Amstel & Vecht Charters / PBM BV Anmares V.o.f. Aqua Navis B.V. Argos Logistics B.V. Ariës V.o.f. Avelgem Container Terminal N.V. B.V. Veerdienst Bergstoep B.V. Watertransport SWT Benja V.o.f. Bevrachtingscombinatie v/h H. Stoffers B.V. Blue Boat Company Bolero II B.V. Bonaventura Cruises Contracting en Management B.V. Bonn & Mees Drijvende Bokken B.V. Bosman Koppelaars V.o.f. Brandaris B.V. Branghetti Holding B.V. Broekman Special Products Bruinsma Scheepvaartonderneming B.V. BTS B.V. Bulcontrans b.v. Bunkeronderneming Bakker C. Roth Canal Rondvaart BV Caruton Shipping B.V. CEM Container Barging NV Chemgas Shipping B.V. Cindu Chemicals B.V. Commando Holding B.V. Compromis Tankvaart B.V. ConneXXion Water Contargo B.V. Corjo V.o.f. Cortis B.V. Cotrano B.V. D. Goudriaan D.C.P. Dutch Cargo Purchase B.V. Dagevos - Progress B.V. Danser Benelux B.V. DAP Barging BV Devo Bouwstoffen B.V. DP World Germersheim B.V. ESO V.o.f. Estate Shipping B.V. Euro Shipping Exploitation B.V.
41
Eurobulk Transportmaatschappij B.V. Eurokor Barging B.V. Evens Scheepvaartbedrijf V.o.f. Fa. Visser de Bruyn Feenstra Rijn Lijn B.V. Feronia BVBA Fiwado B.V. Fluvia Holding Frankenbach Container Service GmbH G.C.M. Deen Shipping Holding B.V. Gebr. Werkman Tanktransport B.V. Gedo B.V. Gerardus Binnenvaart Gigantia B.V. Gommers Intern. Bevrachtings en Scheepvaartkantoor Groene Hart Cruises B.V. Groenendaal Shipping BV GVB Veren B.V. H & S Container Line GmbH H. Boersma Rhenen B.V. H.G.A. Jongepier H.T.S. Intermodaal B.V. Handelsonderneming Revenu Henri B.V. Het Nederlandse Rode Kruis Holcim Grondstoffen BV Holland River Line B.V. HTAG Häfen und Transport A.G. Imperial - De Grave B.V. Imperial Reederei GmbH Imperial Scheepvaart B.V. IMT (Internationaal Motor Transportbedrijf B.V.) Innland Tankers Intermezzo B.V. Intern. Bevrachtingskantoor Van der Veen B.V. Interrijn B.V. Interstream Barging B.V. J. Booij Tankscheepvaart v.o.f. J. de Beijer J. Speksnijder Watertransport B.V. J.F. Wijgand - Fueltransport J.G. Smeding J.T. Schipper V.o.f. Jaegers Combitank B.V. Jan van Cuijk Scheepvaartbedrijf V.o.f. Jenero B.V. Kamphuisen Holding B.V. Koopmans van Oeveren V.o.f. Korte de Gebr. Handel- en Transportmij. B.V. KOTUG International B.V. Ko-Wu V.o.f. L.M.A. Schipper V.o.f.
42
Lehnkering Rederij GmbH Leijten Scheepvaart v.o.f. Lekstroom Transport B.V. Liguria B.V. M.J.P. van der Wal V.o.f. Maatschap Barco Maatschap VIDI Marian V.o.f. Mejana B.V. Mercurius Scheepvaart Group Mercurius Scheepvaart/ Scheepvaartond T. Künze Mercurius Scheepvaart/Attema Scheepvaartondern. Mercurius Scheepvaart/HTSN B.V. Mercurius Scheepvaart/Inspiration-VDO Ned BV Mercurius Scheepvaart/K.A.L. Barto Mercurius Scheepvaart/L.C.M. Savelkouls Mercurius Scheepvaart/Mervo,V.o.f. Mercurius Scheepvaart/Nautilus Tanktransport B.V. Mercurius Scheepvaart/Scheepvaartond. Boogerman Mercurius Scheepvaart/Scheepvaartond. Valiente Mercurius Scheepvaart/Scheepvaartonderneming Otto Mercurius Scheepvaart/svo Aqua Variante Mercurius Scheepvaart/V.o.f. Hubers Mercurius Scheepvaart/VDO Maritiem AG Mercurius/Scheepvaartond.B. Scheurwater Mooij / Veldman B.V. Motordienst Fix B.V. mps De Zonnebloem B.V. ms Alpha Ms Marinus Sr. ms Silmay msTriangle B.V. Multraship Towage & Salvage N.P.C.L. (New Penta Container Line) NAP Evenementenschepen Nautica Binnenscheepvaart B.V. Noord-Brabant Rotterdam B.V. Noordtrans B.V. Nuij-Jansen Beheer B.V. Obduro V.o.f. OceanDiva B.V. Olesia B.V. Otra Schiffahrt AG Oudcomb B.V. Partizaan C.V. Party Cruise Cel Jo Deventer V.o.f. Peterson Agricare & Bulk Logistics B.V. Piton V.o.f.
43
Provaart Logistics B.V. Provider Scheepvaartbedrijf B.V. Quinto Scheepvaart B.V. Radersalonboot Kapitein Kok Rederij Cascade CV Rederij de Jong B.V. Rederij Den Breejen B.V. Rederij Denick Rederij Eureka B.V. Rederij Fortuna BV Rederij Gebhard Rederij H.A. van Hulst Rederij Het Veerhuis B.V. Rederij Hooijmans V.o.f. Rederij Jan Timmerman Rederij K.J. Key B.V. Rederij Keur B.V. Rederij P. Kooy B.V. Rederij Plas B.V. Rederij Randmeer Rederij Schuttevaer V.o.f. Rederij Stiphout B.V. Rederij T. Muller BV Rederij Tonissen B.V. Rederij Triton Rederij V&O B.V. Rederij Van Wijk B.V. Rederij Veerman en Co. Rederij Weststellingwerf B.V. REINPLUS VANWOERDEN Bunker B.V. Rexalda Shipping Company V.o.f. Rhenus Logistics B.V. Rhenus PartnerShip GmbH & Co. KG Rhine Ro-Ro Services B.V. Rhinecontainer B.V. Rhinetrade AG Rijfers River Cruises B.V. Rijn Trailer Transport Rotterdam B.V. Rijnaarde Global Trading & Logistics B.V. Rondvaartbedrijf Kool V.o.f. Rondvaartbedrijf Zilvermeeuw B.V. RSS Rhine Shuttle Service AG Scheep- en Duwvaartbedrijf Kiruna B.V. Scheepvaart J. van Laar B.V. Scheepvaart maatschappij "Dahlia" B.V. Scheepvaartbedrijf “Fixut Maris” V.o.f. Scheepvaartbedrijf A. Hammer B.V. Scheepvaartbedrijf Ant. Kooren B.V. Scheepvaartbedrijf 'Brigitte' Scheepvaartbedrijf C. de Jong Scheepvaartbedrijf Caron V.o.f. Scheepvaartbedrijf Drovadeno V.o.f. Scheepvaartbedrijf F. Peters V.o.f. Scheepvaartbedrijf Forens B.V.
44
Scheepvaartbedrijf H.W. van Lang Scheepvaartbedrijf Honkoop V.o.f. Scheepvaartbedrijf Initia V.o.f. Scheepvaartbedrijf L.C. Jiskoot V.o.f. Scheepvaartbedrijf Mi Anna Scheepvaartbedrijf Pols B.V. Scheepvaartbedrijf Vranken B.V. Scheepvaartond. Carpe Diem V.o.f. Scheepvaartondern. Graaf van Bylant B.V. Scheepvaartondern. Singa V.o.f. Scheepvaartondern. Verdonk-Oostdijk V.o.f. Scheepvaartonderneming "Delta" B.V. Scheepvaartonderneming Esperanto V.o.f. Scheepvaartonderneming F. Elbert B.V. Scheepvrt.bedr. D.J. Theunisse B.V. Schutter Rotterdam B.V. Senbri de Korte B.V. Shipping Trade Sirius Sierra B.V. Sijbrands-Faassen B.V. Sleepdienst B. Iskes & Zoon Smit Harbour Towage Rotterdam B.V. SMIT Transport Heavy Lift Europe B.V. Spaansen Grondstoffen & Logistiek B.V. Spido B.V. Sprotrans C.V. Stichting De Maasveren Stichting Het Utrechts Landschap Stichting Varende Recreatie Stolt-Nielsen Inland Tanker Service B.V. Storm Scheepvaart Svitzer Amsterdam Sytema V.o.f. T.J. en C.D. Feenstra Tamariva Tankmatch B.V. Telstar Shipping B.V. Teunisse Scheepvaart Thalassa B.V. ThyssenKrupp Veerhaven B.V. Timro B.V. Tokata B.V. Trans Boot B.V. Trans River Line B.V. Transito Bevrachting B.V. Unibarge B.V. URS Unie van Redding en Sleepdienst Nederland N.V. V.o.f. A. den Breejen V.o.f. A. Haaima/ ms Sympharosa V.o.f. A.C. van den Heuvel V.o.f. Alca V.o.f. Alida V.o.f. Amice V.o.f. Amore Vici
45
V.o.f. Antonius V.o.f. B. van Schijndel V.o.f. Barco V.o.f. Bienenmann V.o.f. Bjornoya V.o.f. Bosman - de Bot V.o.f. Bosman Vigila V.o.f. Commander V.o.f. Con Amor V.o.f. Cornelis sr V.o.f. De Beer Notté V.o.f. De Leeuw-Mourik V.o.f. DrieMaas Shipping V.o.f. Edelweiss Tankscheepvaartbedrijf V.o.f. Elisabeth V.o.f. Esperanza V.o.f. Frisia Rondvaarten V.o.f. Gemini V.o.f. Ger - Jan V.o.f. Grandia-Van den Eijnden V.o.f. Gratie V.o.f. Hof & de Jong V.o.f. Isola Bella V.o.f. J. van der Wal/ms Jagrie V.o.f. Jade V.o.f. Jan Senior V.o.f. Jozina V.o.f. Juntos V.O.F. K. Goudriaan Shipping V.o.f. Klerks - Goedhart V.o.f. Kosttrans V.o.f. Liejan V.o.f. Maatschap Wolkap-Slokkers B.V. V.o.f. Marsdiep V.o.f. Mutsaers V.o.f. N.C. Stam V.o.f. Navicula v.o.f. Novamente V.o.f. Nove - Fides V.o.f. P.L.A. Janssens V.o.f. Petrina V.o.f. Pierre en Ine Peters van Schijndel V.o.f. Poolster V.o.f. Rheinstein V.o.f. Scheepvaartbedrijf Akkres V.o.f. Scheepvaartbedrijf Krammer V.o.f. Seal V.o.f. Servus V.o.f. Shalom V.o.f. Strientank V.o.f. SVB Bakker en Zn. V.o.f. Van Leeuwen & Zonen V.o.f. Van Oosterhout V.o.f. Van Zwol
46
V.o.f. Van Zwol & Zn. V.o.f. Versluis - Schoenmaker V.o.f. Vita Shipping V.o.f. W. de Waardt Zn. V.o.f. Wilms-Boeyen Vallesia C.V. Van den Berg Scheepvaart B.V. Van der Sluiszen Van der Vlies Shipping B.V. Van der Wees Watertransporten B.V. van Gent - Maritiem B.V. van Komen - Houben V.o.f. Van Loon Shipping Van Uden Container Barging B.V. Van Vliet Scheepvaart Vancouver B.V. Varen op vleugels B.V. Veerdienst Gemeente Gorinchem Veerdienst Schoonhoven B.V. Verenigde Zand- en Grindschippers Verschure Shipping B.V. Vintage CSL Visser Holding B.V. Vrachtunie Wagenborg Sleepdienst B.V. Waterbus B.V. Weidz Transport B.V. Wijnhoff & Van Gulpen & Larsen B.V. Zand- en Grindhandel P. de Waardt Zwaans v.d. Heuvel Tankvaart B.V.
Geassocieerde leden
ABN-AMRO Bank N.V. Administratie- en Advieskantoor Wave Agis Zorgverzekeringen AKD Prinsen Van Wijmen N.V. Anker Verzekeringen Aon Groep Nederland B.V. Arbo Unie BP Shipping Ltd. Breko Nieuwbouw B.V. Coach Informatisering De Gerlien-van Tiem B.V. ECT Delta Terminal B.V. Efm Onderlinge Schepenverzekering u.a. Europees Massagoed-Overslagbedrijf (EMO) B.V. Exxon Mobil / International Marine Transportation Falck - Nutec Rotterdam B.V. Fortis Bank GDS Cross Media Group Gebr. Sluyter B.V. ING-Bank N.V.
47
Kanters BHV Bedrijfshulpverlening b.v. Kehrbach Opleidingen Koedood Dieselservice B.V. KSCC Lloyd's Register EMEA Mazars Paardekooper Hoffman N.V. Nautiek Trainingen Nefkens Advies V.o.f. Oranje Verzekeringen Overslagbedrijf Amsterdam B.V. PonPower B.V. Post & Co. (P&I) B.V. R.G. Loonadviseurs Rabobank Shipping Rabobank Siedrecht-Graafstroom REAAL Schadeverzekeringen N.V. RICAS Heerenveen SAA Overvliet Assurantiemakelaars B.V. Scheepswerf 'De Hoop' Scheepswerf Grave B.V. Scheepvaartbedrijf Rensen B.V. SGS Nederland B.V. Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V. Soltron Europe B.V. Stichting ABRI Stichting STC-Group Swets Nautische Personeelsdiensten Techno Fysica B.V. Touw B&B Holding B.V. Transafe Transport & Offshore Services B.V. (TOS) Unisafe Marine Firefighting & Safety Equipment Van Dam & Kruidenier Advocaten Van Mens en Wisselink Veka B.V. Vereniging Noord Nederland u.a.
Nieuwe leden
Amistade B.V. Anmares V.o.f. B.V. Watertransport SWT D.C.P. Dutch Cargo Purchase B.V. Devo Bouwstoffen B.V. Feronia BVBA Fortis Bank Intermezzo B.V. Jenero B.V. Mazars Paardekooper Hoffman N.V. Overslagbedrijf Amsterdam B.V. Peterson Agricare & Bulk Logistics B.V. Scheepvaartbedrijf C. de Jong Scheepvaartonderneming Esperanto V.o.f. Soltron Europe B.V.
48
Spaansen Grondstoffen & Logistiek B.V. Sytema V.o.f. Tamariva Tankmatch B.V. Unibarge B.V. Unisafe Marine Firefighting & Safety Equipment V.o.f. Esperanza V.o.f. Pierre en Ine Peters van Schijndel V.o.f. Scheepvaartbedrijf Krammer V.o.f. Seal V.o.f. Van Zwol Vrachtunie
Opzeggingen/bedrijfsbeëindigingen: 24
49