Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie
Met naam bekende levende kinderen op een postzegel
In dit Bulletin:
Met naam bekende levende kinderen op een postzegel 1/9 Kinderpostzegels 2002 10/11 Nieuwtjesdienst maximumkaarten 12-14 Overpeinzingen 14 De Filakortrijk 15/18 2002, wat een jaar.... van de secretaris 18 van de penningmeester 18 Niewujaars wens bestuur 19 Industrieel erfgoed en zijn meerdere jubilea 20/22 PoszegelNieuws 22 Internet 23 De wind in de zeilen 23 Voor u geknipt 24 Secretariaat: Mgr. P.J. Willekenslaan 65 2283 CM RIJSWIJK 72e Editie december 2002 ISSN 1380-0000
Met de uitgifte van de 21ste aflevering van het Handboek Postwaarden Nederland (HbPwNed) in juli 2002 zijn er weer een aantal kinderen die een plaatsje op een postzegel hebben gekregen, uit de anonimiteit gehaald. Vooral het hoofdstuk Ontwerp en vormgeving, waarin veel gegevens uit archieven zijn verwerkt, geeft informatief en inzichtelijk feitenmateriaal over afgebeelde personen. Deze opsomming van namen komt meer met de werkelijkheid overeen dan de voorgaande inventarisatie. Op tal van punten is de lijst gecorrigeerd en aangevuld. Mochten er onder de lezers nog andere, met naam bekende kinderen bekend zijn, dan zou ik dat graag met opgave van de bron van u willen weten. Telefoon 0512 382138. Kinderpostzegels 1924 (nvph 141/43) Maria, de oudste dochter van schilder/zegelontwerper Georg Rueter, heeft voor het kinderkopje tussen twee beschermende engelenfiguren model gestaan. Hiermee wordt de bescherming van het kind op een symbolische manier in overdrachtelijke zin verbeeld. (Bron: Georg Rueter 1875 1966, C. Greven). Kinderpostzegel 1931 (nvph 240) Het 14-jarige dove kind Hendrik Martinus H. van de Kerkhof is leerling van spraakleraar Petrus Dor (kloosternaam broeder Cesarius) en bewoner van het Instituut voor Doven in St.-Michielsgestel. Deze serie zegels brengt onverbloemd vier belangrijke categorieën van het misdeelde kind in beeld. Deze fotografische openheid oogstte destijds veel kritiek. Kiljan verwachtte hiermee (ondanks weerstand) dat deze kunst (in een nieuwe gedaante) en het leven bij elkaar zouden komen. (Bron: HbPwNed C14). -->
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
1
Kinderpostzegels 1934 (nvph 270/73) Het meisje met de pop is het dochtertje (voornaam onbekend) van ontwerper Aart van Dobbenburgh. Dit zelfde meisje (met vlecht en strik) staat ook op de propagandaaffiche (= lithografie) van de Stichting Kinderzegels Nederland van 1941 en 1947. (Bron: Dat kleine beetje extra). Kinderpostzegels 1938 (nvph 313/17) Het tengere jongetje dat op de grond zit en als een kleine Orpheus met zijn fluitspel de dieren betovert en bloemen laat bewegen, is het 4-jarige zoontje Peter van ontwerper Pam Georg Rueter en kleinkind van Georg Rueter, ontwerper van de kinderzegels 1924. (Bron: Werk van Pam G. Rueter, C. Bosters).
Kinderpostzegels 1939 (nvph 327/31) Liesbeth en Rosemarie, twee dochtertjes van ontwerper Sierk Schröder, hebben model (= dubbelmodel) gestaan voor Kind met hoorn des overvloeds, waaruit bloemen en vruchten vallen zonder dat het kind zich daar van bewust is. Het reliëfrijke kind is met dwars daarover de hoorn des overvloeds in een overzichtelijke kruisvorm opgezet. De lieftalligheid van het kind tracht de gedachte op te roepen goede gaven aan kinderen te geven. (Bron: HbPwNed C33). Kinderpostzegels 1945 (nvph 444/48) Schilder en zegelontwerper Edgar Fernhout schilderde/ ontwierp een kinderkopje voor de kinderpostzegel 1945, dat gebaseerd is op twee schilderijen van Fernhout: een portret van de 2-jarige Lousje Droogleever Fortuyn uit 1942 en een portret van de 3-jarige Anton Mijnssen, het jongste kind op een schilderij uit 1940/ 41 met moeder, broer en zus. (Bron: HbPwNed C42). 2
Prinsessenzegels 1946 (nvph 454/59) De koninklijke familie genoot bij de bevolking na de oorlog een grote populariteit. De prinsesjes deelden volop in die belangstelling. Beatrix, Irene en Margriet kregen ieder op een zegel voor binnen- en voor buitenlands tarief een plaatsje. De opgewekte levensechte zegels bezitten niet die grootse en afstandscheppende uitstraling van de portretten van de zomerzegels. (Bron: HbPwNed C44). Kinderpostzegels 1947 (nvph 496/98) De Amsterdamse fotografe Eva Besnyö (getrouwd met Wim Brusse, die de typografie verzorgde) fotografeerde in 1944 (de bijna een jaar oude baby en nichtje) Arine Brusse, dochtertje van haar zwager Maarten Brusse en schoonzuster Hans Brusse-IJzerman. Centraal staat het kind zelf, dat een vorm van hulpeloosheid uitstraalt. Dus zonder attributen en milieu-aanduiding weet Besnyö door plaatsing in het vlak er de juiste beeldwaarde aan te geven. (Bron: HbPwNed C47 en C57). Kinderpostzegels 1950 (nvph 566 en 567) De twee kinderen van ontwerpster Lotte Ruting hebben model gestaan voor de kinderzegels Lotte of Lotje met vlinder en kikvors staat op de 20
cent zegel en Peter met vissen op de 10 cent zegel. De andere modellen zijn onbekend. (Bron: HbPwNed C57).
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
--->
Kinderpostzegels 1951 (nvph 573/77) Op de kinderzegels van 1951 (ontworpen door fotograaf Cas Oorthuys) zijn kinderen uit vijf verschillende milieus terechtgekomen. Behalve de 6 cent zegel zijn alle kinderen gefotografeerd op de 4 de Openbare Lagere Montessorischool in de 2e Boerhaavestraat in Amsterdam. Reden? Zijn dochter zat op deze school. Oorthuys monteerde op de achtergrond van de fotografeerde kinderen fotografische afbeeldingen, die de naoorlogse wederopbouw in beeld moesten brengen. Er bestaat een relatie tussen kind en maatschappelijk(e) omgeving/ milieu.Op de 2 cent zegel staat de vrolijk lachende 10-jarige dochter van de ontwerper Hansje Oorthuys als vertegenwoordiger van het plattelandskind met grasland watermolen (afkomstig van Braassemermeer; de wieken van de molen staan volgens de molentaal in rouwstand). Op de 5 cent zegel staat 12-jarige Jan van den Heuvel, jongen met op de achtergrond in aanbouw zijnde na-oorlogse rijtjes-huizen-onder-een-kap en kraan. Op de 6 cent zegel staat de 9jarige Andries Zwart. Hij was een buurjongen van de familie Oorthuys op het vakantieadres in Egmond aan Zee. In de gesloten gemeenschap van de vissersplaats van destijds noemde men de vissersjongen (met drogende visnetten,
cent zegel staat de 11-jarige Erna Wolters, stadskind met op de achtergrond een (toen een modern eigentijds) flatgebouw. (Bron: HbPwNed C57). Kinderpostzegels 1952 (nvph 599 en 600) Op de 10 cent zegel (kind met poes) is Misja Janzen als zesjarige peuter en op de 20 cent zegel (kind met konijn) is dezelfde zoon van ontwerpster Jenny Janzen-Dalenoord (ontleend aan een ruwe schets van oudere datum) als 0-jarig baby geplaatst De ontwerpster heeft haar zoontje Michael (die pas in 1949 is geboren!) op de 10 cent zegel dus een niet bij zijn leeftijd passende kinderrol weten laten te vervullen! De opzet van Jenny Dalenoord was kinderen van respectievelijk 0, 2, 4, 6 en 10 jaar oud met dieren weer te geven. (Bron: HbPwNed C60).
Kinderpostzegels 1953 (nvph 612/16) De vijf modellen zijn alle geïnspireerd op de vijf (niet met voornaam genoemde) kinderen van tekenaar/ontwerper Theo Kurpershoek uit Amsterdam. Critici omschreven de statisch-symbolische monumentale afbeeldingen van
de drie meisjes- en twee jongenskopjes als toekomstig onverbeterlijke misdadigers!
scheepsmast en gebouw op de achtergrond) naderhand Driesie Postzegel. Op de 10 cent zegel staat de 12-jarige Jacob Blom als fabrieksjongen in de omgeving van rokende fabrieksschoorstenen en ijzeren constructiewerk. Op de 20
(Bron: PTT-introductiefolder Kinderpostzegels 1953). --->
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
3
Kinderpostzegels 1954 (nvph 649/ 532) Sierk Schröder, bekend om de vele kinderportretten, gebruikte voor de 2 cent zegel zijn 7-jarige dochter Maria
met haar buurmeisje/vriendinnetje Ina (achternaam ontbreekt) bezig met plakwerk. Verbeelding van handvaardigheid. Ook op de 5 cent zegel staat dochter Maria tanden-
poetsend voor een wastafel (zonder kraan!). Verbeelding van hygiene. Op de 7 cent zegel staat zoon Maarten met een scheepje. Verbeelding van openluchtspel. Het dienstmeisje van de familie Schröder, Jifke van Akker, droogt als kinderverzorgster op de 10 cent zegel een kleuter (de naam van het model wordt niet vermeld) met badlaken af. Verbeelding van algemene verzorging. Uitgangspunt van deze kinderzegels was het leven van een kind in gesubsidiëerde instellingen (o.a. van kinderzegelgelden) als kindertehuizen, kleuterdagverblijven en vakantie- en herstellingsoorden. (Bron: HbPwNed C67). Kinderpostzegel 1957 (nvph 704) Van de vele geschilderde kinderportretten op kinderzegels is dat van Jan Sluyters het enige waarop een levende persoon staat, alle andere zijn historische portretten. Het twee jarige dochtertje Liesje (= Elisa; detail van een groter schilderij) van de schilder is in 1926 (en face en met levendig krullend haar) door hem geschilderd.
4
Kinderzegels 1966 (nvph 870, 871 en 873) De fotograaf en ontwerper Carel Blaser vindt de foto het meest geëigende middel om de verschillende levensstadia van een kind (= baby, kleuter, schoolkind, puber en adolescent) weer te geven. Op de 10 cent zegel staat de drie maanden oude baby Maria Cortes afgebeeld. Het dochtertje van de werkende Spaanse ouders was op dat moment het jongste kind in een Amsterdamse creche. Mijn moeder bracht me altijd naar een opvangplaats voor zuigelingen niet ver van haar werk. Blazer heeft een prachtige foto van me gemaakt en die hebben we natuurlijk altijd bewaard. De postzegels trouwens ook. Iedereen in de familie heeft er wel een exemplaar van, aldus Maria. Op de 12 cent zegel staat een kleuter; dochtertje (voornaam wordt niet vermeld) van kunstschilder S.C.Lixenberg, een goede kennis van ontwerper Blaser. Op de achtergrond is een gedeelte van een schilderij van Lixenberg te herkennen. Op de 25 cent zegel poseert de 16-jarige dochter Dominga van Blaser als puber met haar bromfiets in het Amsterdamse Vondelpark. (Bron: PTTintroductiefolder kinderpostzegels 1966 en Libelle van 14 november 1986). Kinderzegels 1972 (nvph 1020/23) Deze kinderzegels tonen de drie kinderen van koningin Beatrix en prins Claus in 1972. De prinsjes zijn in hun gewone dagelijkse doen en laten op een ongedwongen en natuurlijke manier door de vader gefotografeerd. Op de 25 cent zegel schrijft prins Willem-Alexander. Op de 30 cent zegel speelt prins Johan Friso met lego-blokjes. Op de 35 cent zegel staat prins
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
Constantijn, een spelende handeling is niet zichtbaar. Op de 50 cent zegel staan de prinsen (op een trampoline; niet herkenbaar: te fragmentarisch afgebeeld). (Bron: Jaarboek Nederlandse postzegels 1972).
Kinderpostzegels 1974 (nvph 1059/62) De destijds 18-jarige Antoinette van Oeffel wilde in 1971 aan een kinderzegelontwerpwedstrijd voor studenten van grafische scholen meedoen. Ze kreeg van haar leraar Wim Smits van de Academie voor Beeldende Kunsten Sint Joost in Breda daarvoor een oud foto-album van rond 1900 in handen. Op de vergeelde fotos staat het rijke familie-leven van het echtpaar Gerardus van Bruggen en Cornelia van Nes met hun tien kinderen (op een boerderij in Haarlemmerliede). De in zondagse kleren poserende kinderenvan-toen zien er uit als kleine volwassenen, enkele met speeltjes die toen in zwang waren. Op de 30 cent zegel staat Gerrit van Bruggen met een hoepel. Deze foto is aanvankelijk als een soort afscheids- en/of herinneringsfoto bedoeld geweest. Bij de geboorte bezat Gerrit een schuine nek, die een Zuidafrikaanse specialist niet geheel zonder risico durfde te opereren. Enkele weken voor de grote ingreep is deze foto gemaakt. 35 cent: Dora van Bruggen houdt haar broertje Jo van Bruggen op een stoel vast. 45 cent: Sjaan van Bruggen (6 jaar) en Ans van Bruggen (5 jaar) staan naast een stoel. 60 cent: Cornelia van Nes (een nichtje van de moeder) zit naast een met snijwerk versierde kist. Het uitgangspunt van deze kinderzegelserie was het feit dat 50 jaar geleden de eerste kinderzegels zijn uitgegeven. Een historische terugblik maakte dat deze (eerder ontworpen) jubileumzegels met een statisch,
sterk documentair karakter enig relief daaraan zouden kunnen geven. De toenmalige fotografie komt treffend te voorschijn op deze romantische zegels o.a. door de kleurkeuze en de toontinten daarvan. (Bron: Bulletin Vereniging Voor het Kind en Maximafilie 1998/3 en jaarboek Nederlandse postzegels 1974). Bevrijdingszegel 1975 (nvph 1072) Het recht over het prikkeldraad naar voren kijkende (rechter) oog is afkomstig van Fenna Oorthuys, dochter van fotograaf/ontwerper Cas Oorthuys en zuster van Hansje Oorthuys van de kinderpostzegel 1951. Het gebruik van make up op het ooglid maakt de zegel eigentijds. Als symbool voor politiek vervolgden koos Oorthuys het oog als het kwetsbaarste deel van het lichaam en als de spiegel van de ziel. (Bron: HbPwNed B94 en jaarboek Nederlandse postzegels 1975). Kinderpostzegel 1979 (nvph 1188) Op de 55 cent zegel staat het 5-jarige jongetje Ahasane uit de buurt van het gehucht Revane, dat in het noord-oosten van het kurkdroge Westafri-kaanse land Senegal ligt. Senegal ligt met nog enkele andere landen in het droogste gebied van Afrika (= Sahel-landen): het regent er zelden de woestijnwind geselt mens en dier. De levensomstandigheden op het platteland en in de krottenwijken van Dakar zijn buitengewoon slecht. De ondervoede Ahasane verbeeldt het recht op voeding. Zijn eenzijdig menu bestaat uit gierst en nog eens gierst en heel af en toe een stukje kip. De 55 cent zegel sluit aan bij de kinderzegelgeldenhulp onder het motto Voor elk kind een boom. De kinderzegels 1979 accentueren een aantal fundamentele rechten van het kind., zoals deze zijn vastgelegd in de Verklaring van de Rechten van het Kind in 1959. In 1979 kwam het kind in het middelpunt van de wereldbelangstelling te staan door dat jaar tot het Internationaal Jaar van het Kind te verklaren.
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
--> 5
Kinderpostzegels 1981 (nvph 1232, 1233 en 1235) Ontwerper Swip Stolk heeft zijn dochter (voornaam wordt niet opgevoerd) op drie postzegels afgebeeld. Op de 45 cent kinderzegel (nvph 1232) neemt de dochter een steeds meer beeld bepalende plaats in door de steeds minder gesloten deur (= integratie van het gehandicapte kind in de maatschappij, waarvan de deur steeds meer open gaat: de mensenmassa rondom). Op de 55 en de 65 cent zegel (nvph 1233 en 1235) krijgt de bijna uitgewiste dochter (op een zwartwit foto) op de onderste rij een duidelijk gekleurd gezicht te midden van het gezin (= integratie van het gehandicapte kind in het gezin) en vrienden (= integratie van het gehandicapte kind onder vrienden). Tot de vriendenschaar behoren een donkerharige oomzegger van de ontwerper (links, zijn naam wordt niet vermeld) en een zoon van de ontwerper (voornaam wordt niet vermeld, hij is met tekenmateriaal bijgewerkt).
Het (geestelijk en/of lichamelijk) gehandicapte kind treedt uit het uitgeveegd bestaan, waar het de mist in ging, helder (= in kleur: Het komt uit de verf!) op de voorgrond naar voren. (Bron: Swip Stolk, overzicht van een grafisch kunstenaar, uitgave Groninger Museum en Bulletin Vereniging Voor het Kind en Maximafilie 1998/3 ). Kinderpostzegels 1985 (nvph 1340 en 1342) De 50 centzegel toont een dashboardkastje met contact en contactsleutel, waaronder een kitserig ingelijste foto van een kind (= de 9-jarige Anne Vleeshouwer) met de tekst Denk aan mij. Hiermee wordt bedoeld, aldus ontwerper Rob Schröder, rij voorzichtig voor mijn kind, en wat de overige 6
kinderen betreft: boeuf! Een verschrikt kijkend meisje (= 4-jarige Sanne Bink) op de 65 cent zegel houdt een gevarendriehoek voor haar gezicht. Ontwerpster Lies Ros: De gevarendriehoek is het kader waardoor kinderen de wereld inkijken. Op deze zegels staat de veiligheid van het kind centraal evenals dat het geval is in het verkeersonderwijs, dat vanaf 1986 een verplicht onderdeel is geworden op de basisschool. Vandaar dat de kinderzegels van 1985 ook wel als propagandazegels voor Kind en verkeer zijn te beschouwen. (Bron: Trouw 13 november 1985 en Brabants Dagblad 14 november 1985). Zomerpostzegel 1990 (nvph 1444) Het dochtertje Karlijn (achternaam is niet bekend gemaakt) van de zuster van ontwerper Karel Kruijsen staat als mooiweer-vrouwtje (uit het mooi-weer-huisje) op een zomerzegel. Karlijn is naar Karel vernoemd en is daarmee/daardoor ook het lievelingskind van de ontwerper geworden. Ze draagt een door haar moeder gemaakte, feestelijke en opgewekt ogende rode jurk met witte rondjes. Het overlijden van de grondlegger van het KNMI (= Buys Ballot) honderd jaar geleden is de aanleiding geweest het thema weer postaal op de zomerzegels onder de aandacht van de Nederlanders te brengen. (Bron: Mijn Stokpaardje april/mei 2002 en PTT Post Persbericht 15). Kinderpostzegel 1991 (nvph 1483) De blonde kleuter (in blitse kleding) op de 60 cent zegel met (eigentijds speelgoed als) barbiepop en robot is het dochtertje van een bevriend echtpaar van de postzegelontwerper Gerard Hadders. Het meisje toont met een ernstig gezicht vol overgave haar speelattributen aan een ander speelkameraadje (links). Voor kinderen in die leeftijd zijn poppen speelvriendjes; ze communiceren met elkaar via de poppen. Deze zegel is een van de drie kinderzegels, die het spelenderwijs en leeftijdsgebonden ontmoeten van en het kennismaken met de wereld buitenshuis verbeeldt. (Bron: Bulletin Ver. Voor het Kind en Maximafilie 1992/1).
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
Wereld Jamboree 1995 (nvph 1647) Tijdens de Europese Jamboree 1994 in Dronten fotografeerde Paul Andriesse uit Bussum de Franse padvinder en boerenzoon Jean-Marc Prevot uit het plaatsje Burelles in het noorden van Frankrijk. Het was toen dertig graden en de scout stond juist op het punt een duik te nemen in het Veluwemeer. Vandaar het ontblote bovenlijf. Overigens dient een scout altijd een overhemd te dragen waarop zijn insignes prijken! Dit ongewone fotoportret is op de Nederlandse Padvinder-postzegel 1995 terecht gekomen. Na een omvangrijke zoektocht via buitenlandse scouting-organisaties en jeugdjournaals van de Franse, Belgische en Nederlandse televisie is Jean Marc uiteindelijk gevonden. (Bron: Telegraaf 6 juni 1995 en Algemeen Dagblad 16 juni 1995). Kinderpostzegels 1996 (nvph 1698/ 1700) Het thema van de kinderzegels 1996 Bouwen aan de toekomst van een kind is voor veel ouders (en uiteraard ook het kind) een hoofdzaak en geeft hen tegelijkertijd ook een kopzorg. De staande uitdrukkingen hoofdzaak en kopzorg zijn letterlijk afgebeeld, lichamelijk juist gesitueerd en tegelijkertijd ook ingevuld, respectievelijk met attributen als boeken, dieren en gereedschap. De ongeveer een half jaar oude Mees (= Barthelomeus) op de 70 cent zegel is de zoon van de Amsterdamse fotograaf/ontwerper M. Jongema. Op de 80 cent zegel staat het Zoe, het zeven-jarige Surinaamse stiefkind van de familie Jongema. De 100 cent waarde geeft een foto van de negen-jarige dochter Sara van de familie Jongema.
100 jaar hockey 1998 (nvph 1762) In 1978 is na afloop van het hockeyseizoen tijdens een familietoernooi deze foto gemaakt van de familie Kuipers en Eikelboom uit Hattem. Het echtpaar Jan Kuipers (1) en Joukje Eikelboom (2) hebben drie kinderen: Harmjan [a], Ellen [b] en Gerti [c]. Het echtpaar Ger Eikelboom (3) en Jikke Meyst (4) hebben ook drie kinderen: Bas [d], Hidde [e] en Marten [f]. Hockey-internationals waren/zijn (in 1998) Ellen-Dubbeldam-Kuipers [b], Marten Eikelboom [f], Harmjan Kuipers [a] en Ger Eikelboom [3].
Deze hockey-zegel geeft geen actief spelelement zoals dat wel is afgebeeld op de zegels nvph 679, 1032 en 1517d. Het statische groepsportret uit 1978 van twee hockey-families accentueert een deelfacet van de hockeysport: het sociale randgebeuren. De familiestructuur als draagvlak van de hockeysport is uiterst belangrijk: broer en zus hockeyen, vader leerde moeder kennen op het hockeyveld, opa en oma komen nog regelmatig kijken naar de verrichtingen van hun nazaten. De hele familie komt en is er vooraf en achteraf in het clubhuis. Ook met de tegenstander drink je een biertje. (Bron: Postzegel Revue februari 1999). Tussen twee culturen 2001 (nvph 1964) Op de tab rechts van de postzegel worden de beide meisjes uit de anonimiteit gehaald door de vermelding van hun voornaam en woonplaats: Figen, Zaandam / Chima, Amsterdam, 1998. Een nieuwigheid op Nederlandse postzegels! De fotografe Celine van Balen fotografeerde (helder verlicht) het tienermeisje Figen (van Turkse afkomst) met hoofddoekje en lichtblauwe ogen en face met een strak, ovaal
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
7
gezicht zonder oren of een plukje haar in Zaandam met maar een restje achtergrond. In het gebloemde hoofddoekje is enige schaduw te ontdekken. Deze foto, die een uitstraling van een statieportret heeft, behoort tot de reeks Islamitische moslimmeisjes: acht portretten van meisjes met hoofddoeken, gefotografeerd in de periode 1996 1998. Het beeld wordt begrensd door een zwart kader, alsof het meisje gevangen zit, of is het dat de blik van de toeschouwer gevangen moet worden? De hoofddoekjes zijn een teken van zedigheid, maar ze vormen ook een schild tegen de buitenwereld. De foto (rechts) met daarop het tien- of zevenjarige meisje Chima (van Afrikaanse afkomst) uit de Amsterdamse Bijlmer behoort tot de fotoreeks Kinderen van zeven die in opdracht van het Rijksmuseum en NRC Handelsblad werd gemaakt. Chima met donkere huidskleur staat (bladvullend, en face) met neergeslagen ogen ook voor een neutrale, niet van de hoofdzaak afleidende, eenkleurige en contrasterende achtergrond. Van Balen veraanschouwelijkt met haar fotoreeksen dat afwijkende kleding in het geheel niet bedreigend geïnterpreteerd dient te worden: In tegendeel. Iedere persoon straalt iets moois en aantrekkelijks uit. Ik heb een fascinatie voor mensen die niet doorsnee zijn. Ik ben zelf ook niet doorsnee! Haar fotos illustreren een sociale betrokkenheid. (Bron: Tussen twee culturen, uitgave Davo, Volkskrant 21 febr. 2002 en Mijn Stokpaardje april 2001). Partijenpostzegels 2001 (nvph 7) De tienjarige zoon David van ontwerper Mart Warmerdam, een van een drieling (zie foto in Profil 13/97), is de persoon die een euro op een in-hetoog-vallende-plaats toont. Het spreekwoord is op de zegel letterlijk afgebeeld. Deze taalkundige beeldspraak (met daarin een vergelijking) wijst ons er in overdrachtelijke zin op dat de euro voortaan een opvallende plaats in ons leven zal innemen. Het overeenkomstige van deze postzegels Het overeenkomstige van al deze postzegelkinderen (en dan met name die op bijslagzegels) is dat ze (door de ontwerper) zijn verheven tot het ideaalbeeld van een gezond kind in gevarieerde spel- en leefsituaties, met diverse speelattributen en/of op verschillende leeftijden. Hopelijk voelt het publiek zich door de verheven voorbeeldfunctie van het kind geroepen en/of aangespoord bijslagzegels te kopen. Met de opbrengst van deze bijslaggelden kan een kind in/uit zijn/haar lichamelijke, geestelijke en/of sociale achterstandsituatie geholpen/gehaald worden. • Het overgrote deel van de in dit artikel opgevoerde kinderen (getekend, gegraveerd, geschilderd of gefotografeerd) behoort tot de familie- en/of kenniskring van de ontwerper. Enkelen motiveren hun keus. Swip Stolk (kinderzegels 1981) stelt: Om discussie over de rech8
•
•
ten van de geportretteerden te voorkomen heb ik een beroep gedaan op mijn familiepot. Kurpershoek (kinderzegels 1953) verwoordt de noodzaak kinderen uit de naaste omgeving te gebruiken zeer treffend met: Het zijn de dichtst bij de hand zijnde modellen. Hij voegt daar overigens nog trots aan toe: Ik vind het wat fijn dat mijn kinderen kinderpostzegels sieren! De kinderzegels 1972 met daarop fotos van de prinsen Willem-Alexander, Johan Friso en Constantijn (allen door de vader, prins Claus, gefotografeerd) zijn de bekendste kinderen op de kinderzegels geweest. De prinsen hebben dat kinderzegeljaar de jaarlijkse zegelactie meer kleur en leven gegeven. Deze levende symbolen hebbenen het meest klemmend en overtuigend met hun naam en gezonde uitstraling het begrip van een hulpvragend-kind )* geïllustreerd. Als identificatie-object hebben ze de verkoop van de kinderpostzegels toen sterk bevorderd. Enkele modellen voeren jaren later met anekdotische reacties het woord in de pers. Arine Brusse in de Libelle van 14 november 1986 zegt over haar zegelafbeeldingen (nvph 496/98): Niemand herkende mij als babytje op die postzegel. Enige aandacht kwam pas toen ik op de lagere school zat. De zegel heb ik nooit als mijn postzegel beschouwd, maar veel meer als die van mijn tante (= Eva Bresnyo). Zij heeft me gefotografeerd, zij heeft de ontwerpen gemaakt en zij heeft toevallig daarbij een babyfoto van mij gebruikt. Er waren vroeger veel kinderen die postzegels verzamelden en dan vroeg ik wel eens of ze de zegel ook hadden waar ik op stond. Als kind probeerde ik mezelf zo interessant mogelijk voor te doen tegenover de vriendjes. Ik moet zeggen dat me dat met die postzegel meestal aardig lukte! Hansje Oorthuys van de kinderzegel 1951 (nvph 573) vertelt in dezelfde Libelle: Ik was net tien jaar toen de zegels werden uitgebracht. Ik vond het erg leuk, vooral dat we onze zegels mochten verkopen in een speciaal kantoortje dat daarvoor in school was ingericht. Ik weet nog dat ik te klein was om bij het loket te kunnen en op een stapel telefoonboeken moest zitten.Mijn moeder heeft gelukkig nog een album met allerlei krantenknipsels uit die tijd. Ik heb in een impuls een grote map met alle kinderpostzegels weggegeven. Ik heb daar nog steeds spijt van. Tot slot vertelt in dezelfde Libelle ook de 20-jarige Maria Cortes van de kinderpostzegel 1966 (nvph 870) haar verhaal: Mijn vader en moeder werkten allebei in die tijd. Mijn moeder bracht me naar een creche niet ver van haar werk. Ik was daar de jongste van alle kinderen. Blazer heeft daar toen een prachtige babyfoto van me gemaakt en die hebben we natuurlijk altijd bewaard. De postzegels trouwens ook. Ieder in de familie heeft er wel een exemplaar van. Vroeger, toen ik zelf met kinderpostzegels langs de deur ging, had ik er vaak voordeel van. Als iemand opendeed, liet ik mijn postzegel zien en dat was blijkbaar een goede reclame, want ik verkocht er steeds heel veel.
)* Hulp-vragende-kinderen op Nederlandse bijslagzegels zijn niet alleen levende, met naam en toenaam bekende en (nog ) onbekende, naamloze kinderen, maar ook historische kinderen afkomstig van schilderijen uit voorgaande eeuwen. Van velen zijn gegevens ongetwijfeld nog wel te achterhalen. Rechts ziet u op de affiche de dochter van de ontwerper Aart van Dobbenbergh.
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
De dochter van ontwerper Aart van Dobbenbergh van de kinderzegels 1934 (nvph 270/73) heeft geposeerd voor een propaganda-affiche van de Stichting Kinderpostzegels Nederland (met vlecht en strik) voor de kinderzegelactie 1941. Voor de kinderzegelactie 1947 is van deze affiche een aangepaste herdruk in gebruik geweest.
Geweldig gebaar
Aan het einde van de presentatie van de nieuwe Kinderpostzegels in het Stedelijk Museum te Amsterdam kregen de genodigden als herinnering een kartonnen palet mee. Aan de voorzijde prijken vier dikke kleurendotten verf. De binnenzijde toont een tekst met o.a. het thema van de actie: Kind en Kleur. Tevens is een Kinderpostzegels aangebracht die voorzien is van een poststempel met de eerste dag van uitgifte 5 november 2002. Op kunstzinnige wijze worden de twee binnenzijden van het palet als het ware gelardeerd met een penseel. De oplage is slecht 400 stuks die afzonderlijk zijn genummerd. Als steun voor onze verenigingskas stond de Stichting Kinderpostzegels twee palets aan ons af die op de volgende verenigingsbijeenkomst in het voorjaar van 2003 geveild zullen worden. Daar gaat om gevochten worden! <Wim Roffelsen> Meer informatie over de Kinderpostzegels 2002 vindt u op de volgende twee paginas (10 en 11) van dit bulletin
De Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie is met twee webpaginas op internet te vinden: http://maximafilie.zipzap.to http://kinderpostzegels.zipzap.to
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
9
Kinderpostzegels 2002:
vrolijk en speels in vorm, kleur en beweging! Op een verbluffend knappe, wel overwogen en rake wijze is het de 84-jarige ontwerper en grafisch vormgever Jan Bons bij de vormgeving van de nieuwe kinderpostzegels nog gelukt in de huid van een schilderend jong kind te kruipen. Een uiting van ongekende vitaliteit op die leeftijd! Bons heeft daarbij o.a. dankbaar gebruik kunnen maken van de speelse en spontane invallen over kleur en wisseling van kleuren van door kinderen geschreven gedichten uit de bundel Alles mag zijn, de Gouden Flits, kinder- en jeugdpoezieprijs in Nederland en Belgie 2001 van uitgeverij DiVers. Een gedichtje van leerlingen van groep 4 van de basisschool Acaciahof uit Middelburg heeft Bons in sterke mate geïnspireerd bij het maken van de zes kinderpostzegels. Dit gedicht heeft een plaatsje gekregen op de velrand. Een volwassene, die zich meer laat leiden door zijn verstand (= opvoeding, milieu en opleiding) dan door zijn gevoel en emoties, zou de tekst vanwege de aangeleerde overzichtelijkheid ongetwijfeld van de nodige hoofdletters en interpunctie hebben voorzien. Het gedicht zou er dan als volgt uit hebben kunnen zien. Mijn poes is geel, mijn vader blauw. Wat gek, denk ik, hoe kan dat nou? Mijn poes is rood, mijn vader groen. Wat leuk, denk ik, dat kan ik doen met verf! Deze gestructureerde overzichtelijkheid maakt dat vier van de zes postzegels gemakkelijker in het gedichtje terug zijn te vinden. De laatste twee woorden met verf geven het gedicht een verrassend aantrekkelijke climax en wending. De kinderzegels nader bekeken De in felle, frisse en vrolijk kleuren uitgevoerde figuurtjes huppelen speels, dartel en opgewekt over de zes postzegels. Bons heeft het gevarieerde en wisselende kleurgebruik ontleend aan het gedichtje. Hij vatte het voor mij in een telefoongesprek kort en bondig samen: Het gedichtje verduidelijkt de kleur. Er zit (geheel passend bij een kind) geen logische volgorde in de afbeeldingen. De zegels kunnen dus door elkaar geplaatst en bekeken worden. Vandaar dat met de nodige fantasie het volgende stripverhaal uit het postzegelvelletje kan worden gehaald. Zegel 1 start met de aanvangszin: Mijn poes is rood, mijn vader groen. Zegel 6 ondersteunt de ikfiguur met de handen-hopeloos-inde-lucht: Wat gek, hoe kan dat nou? Zegel 5 geeft de initiatiefrijke ik-persoon weer, die bij 10
het invallende idee luidop denkt: Wat leuk, dat kan ik doen met verf! Zegel 4 tenslotte verbeeldt het geschilderde eindresultaat van de ik-fuur: een fris gekleurde, vrolijk en blij gebarende vader. De zegels 2 en 3 geven (geheel passend bij een jong kind) een niet ter zake doende spontane inval, associatie: het actief (en passief) deelnemen van drie kinderen aan een balspel. De zegels 2 en 5 vormen een beelddoorlopend postzegelpaar. Oorspronkelijke creatieve kenmerken van een jong kind op dit velletje Een jong kind kent in zijn creatieve uitingen nog geen remmingen, hem door opvoeding, kennis en milieu opgelegd. Hij staat nog dicht bij de oorsprong van het leven, het menselijk bestaan en het collectief onbewuste. Hij beschikt nog over een pure, onbeinvloede zienswijze en een oorspronkelijke en expressionistische verbeeldingstechniek. Zie daarvoor o.a. de elementaire en originele vormen en bewegingen van grottekeningen. 1) Vanwege de spierontwikkeling en een nog zich ontwikkelend analytisch vermogen is een jong kind nog niet in staat gedetailleerd een persoon en een dier weer te geven. Met grote overzichtelijke vlakken schildert hij globaal de meest opvallende en kenmerkende onderdelen. Vandaar dat Brons bij de weergave gebruik maakt van geometrische varianten van een cirkel en een rechthoek. Daarin zijn in het geheel geen details aanwezig. 2) Van oorsprong geeft een jong kind de voorkeur aan opgewekte en vrolijke kleuren. Brons gebruikt alle kleuren van regenboog van knalgroen tot felgeel. De primaire (ongemengde) kleuren rood, geel en blauw hebben de overhand met enkele secundaire (gemengde) warme kleurvarianten als oranje en groen. In de groenen en blauwen komt het meer of minder dekkende van de verf naar voren. 3) Een jong kind ondersteunt met gebaren zijn spreken. Brons verbeeldt de gesticulerende personen met elementaire, globale bewegingen van armen en benen, die het luidop-denken ondersteunen. 4) Silhouet-figuren (en profil) van mens en dier zijn voor het jonge kind het meest kenmerkend en voor de handliggend in zijn creatieve uitingen. Bons heeft deze zienswijze en methode ook toegepast. 5) Een jong kind laat zich in aanvang meer leiden door zijn gevoel dan door zijn verstand (= kennis). In zijn fantasieschilderingen is alles mogelijk en bestaanbaar. Er bestaat voor een kind nog geen duidelijk omschreven tijdsvolgorde en
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
ruimtelijkheid in en rondom de personen. Aansluitend hierop heeft Bons alle actief bewegende personen tegen een eenkleurig witte achtergrond geplaatst. De zegels kunnen in iedere willekeurige volgorde, aldus Brons (zie boven), geplaatst worden. 6) De ongebreidelde versieringsdrift van jongeren komt niet alleen tot uiting in de uitbeelding van de verschillende personen (= iedere figuur is in gekleurde delen verknipt), maar ook op de onderste velrand in de tekst Kind en kleur. De meeste letters bestaan uit twee kleuren. 7) In de letter- en cijferuitvoering van de teksten komt het onregelmatige van het kinderlijk handschrift duidelijk op de voorgrond. 8) Dit jaar geeft TPG Post in samenwerking met Stichting Kinderpostzegels Nederland voor de 75e keer kinderpostzegels uit. In voorgaande jaren hebben volwassenen ook kinderzegels ontworpen, waarin jeugdige teken- en schildercreativiteiten van een meer en minder jong kind centraal hebben gestaan. In de kinderzegels 1971, ontworpen door Babs van Wely, zijn ook grote globale vormen aanwezig met enkele nauwgezette (getekende) detailleringen. De kinderzegels 1987 deed Charlotte Mutsaers hetzelfde. Op de tekeningen (in contouren en lijnen opgezet) met de nodige detailleringen (passend bij een ouder kind) zijn de vlakken naderhand met verf ingekleurd.
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
11
Nieuwtjesdienst maximumkaarten
Regelmatig ontvangen de vaste abonnementhouders een zending van onze nieuwtjesdienst. Speciaal voor de leden die nog geen gebruik maken van deze service bijgaand een overzicht van de laatste zending van maar liefst 56 kaarten .
Boven een van de acht kaarten van onze Koningin met de zegels in de nieuwe uitvoering.. Rechts een van de twee bijplakzegels en u ziet zelfs van zon saaie zegel is nog een fraaie kaart te maken. Onder de kaart van een van de twee zakenzegels, de pijlen vormen hier de verbindende factor.
Onder ziet u de kaart van de rouwzegel in de nieuwe waarde (1 stuk). Let vooral op de fraaie beeldovereenkomst. Voor de zegels met de afbeeldingen van de Midden Beemster en het Java-eiland zijn ook weer twee zeer goed passende kaarten gevonden (de twee onderste kaarten links).
Hieronder ziet u de kaart die gemaakt is met de 0,54 Eurocentzegel met de afbeelding van Zandvoort. Schitterende overeenstemming van golven wolken en strand!
12
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
Van de drie zegels voor bijzondere doeleinden tonen wij u links de geboorte-zegel Ook de kaarten met de verhuiszegel en de huwelijks-zegel zijn goed gekozen! Onder ziet u de maximumkaart met de Nederland-zegel van 0,39 Eurocent. De horizon op de zegel is op de kaart visueel en op het ANWB-bord duidelijk aanwezig.
Op de twee zegels van Willem-Alexander en Maxima zijn op de ene zegel de letters en op de andere zegel de afbeelding het belangrijkste item. Hieronder ziet u de kaart waarop de afbeelding de aandacht krijgt. De Rode-Kruis-zegel wordt gecombineerd met de bloesemkaart en afgestempeld in Geldermalsen.
Onderstaand de waterlelie uit de serie van zes zomerzegels. Op de kaart rechts ziet u elfje Droomvlucht. Een van de vijf zegels die i.v.m. de Efteling zijn uitgegeven. Alle kaarten zijn speciale uitgave van de Efteling en natuurlijk ook in Kaatsheuvel afgestempeld. Voor alle tien de felicitatie-zegels is een bijpassende kaart gevonden! veel geluk, proficiat, van harte, succes, proficiat gefeliciteerd, veel geluk, van harte, gefeliciteerd en succes. Op de volgende bladzijde een grote afbeelding van de proficiatkaart, om Ronald te feliciteren met deze prachtige reeks Voor de beruchte 12 provincie-zegels zijn oude kaarten gebruikt die indertijd door het levensmiddelenbedrijf de Gruyter zijn uitgegeven in het kader van de aktie Snoepje van de week. De provincie Flevoland bestond in die tijd nog niet, dus die hebben we moeten reconstrueren. Ook hiervan ziet u op de volgende pagina.een afbeelding . Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
13
Overpeinzingen
Op de Zomerzegel van 12+8 cent uit 1967 staan wulkeieren afgebeeld Een wulk is een kinkhoorn met name de soort ´Buccinum un Datum´die algemeen langs onze stranden te vinden zou moeten zijn. De golflijnen op de zegel geven het rimpelende zeewater weer.
Onze gevoelige vervaardiger van deze maximumkaart vond destijds een toepasselijke prentbriefkaart waarop de golfslag in de ondergaande zon schitterend gevat is. De vraag ligt ter beantwoording of er zich in het mandje verse wulkeieren zouden kunnen bevinden.
Natuurlijk zijn alle provincie-maximumkaarten in de betreffende hoofdsteden afgestempeld. Deze complete zending van onze nieuwtjesdienst kost Euro 91,25 d.w.z. per kaart (56 stuks) Euro 1,63. Wilt u meer informatie over een abonnement op de nieuwtjesdienst, neem dan even contact op met: Ronald van der Leeden Laan van Meerdervoort 870 2564 AS Den Haag. Telefoon: 070-3680506 e-mail: [email protected] Uw telefoontje graag na 19.00 uur in verband met de drukte in de bloemenwinkel. Informeer ook eens naar de oude-nieuwtjes die, alhoewel schaars, nog steeds beschikbaar zijn voor de leden! 14
De 25+10 cent vertoont een kwal die zich, zoals gebruikelijk, op de vloedlijn vertoont. Die vloedlijn is door de ontwerper Auke de Vries treffend op de postzegel in beeld gebracht. Hetzelfde lijnenspel is op de prentbriefkaart terug te zien. Iemand die geheel alleen aan het strand bij de vallende avond de stemming van de ondergaande zon over zich heen laat komen kan getroffen worden door vele gevoelens. Niet zelden zal hij door de dalende zon de eindigheid van de dag en het leven bewust worden. Al mijmerende kunnen eenzaamheid en heimwee een plaats krijgen. Weemoedigheid alom. De positief ingestelde mens weet dat er morgen een volgende dag komt, een nieuwe uitdaging als het ware. De beleving van een mensenleven door maximumkaarten in beeld gebracht. Wie wil er nu niet door de maximafilie ontroerd worden?
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
<Wim Roffelsen>
De Filakortrijk
Door het uitgebreide artikel over de Amphilex was er in het vorig Bulletin geen plaats meer voor een verslag over de Filakortrijk, de Belgische Nationale die van 11 t/m 14 juli in Kortrijk plaatsvond. Hier alsnog het verslag over o.m. de zes thematische inzendingen maximafilie. Om in de juiste sfeer te komen, starten we met een maximumkaart (rechts) van de historische Halletoren op de markt van Kortrijk, oorspronkelijk uit 1307, die in 1899 gerestaureerd is naar het 16e eeuwse beeld. De tentoonstelling werd gehouden in de Xpo-hallen, die makkelijk bereikbaar waren per auto naast de snelweg of met bussen, die apart vanaf het station reden. De hal was ruim van opzet en bij de ingang kon men een zeer goed gedocumenteerde catalogus kopen, met daarin een ongetande druk van het tentoonstellingsvelletje, maar deze was vooraf wel afgestempeld. De thematische filatelie was de grootste inzendcategorie met 42 inzendingen, hiermee Postgeschiedenis met 27 inzendingen als goede tweede nu eens verslaand. De Open klasse was met 20 inzendingen ook groot en kwalitatief goed. De tentoonstelling viel samen met de herdenking van de Guldensporenslag waarin 700 jaar geleden het leger van Gwijde van Dampierre, de Graaf van Vlaanderen het Franse ridderleger versloeg, dat onder leiding van Robert van Atrecht stond. Sinds de Vlaamse emancipatie wordt de 11e juli als Vlaamse Nationale feestdag gevierd, hetgeen niet overal in goede aarde valt. Postaal was de slag in 1977 al met een zegel herdacht naar een van de taferelen op de zgn. Koffer van Oxford. Dit is een zeer oude reiskist met daarop meerdere gebeeldhouwde voorstellingen van deze slag. De toegevoegde waarde van de maximafilie blijkt weer eens duidelijk uit de kaarten links en onder met het bewuste tafereel en de reiskist. Op deze manier wordt de postzegel direct duidelijk aan iedereen. Deze kist is waarschijnlijk een van de weinige authentieke beelden van de slag. Dendrochronologisch is vastgesteld dat het eikenhout van de koffer van vóór 1243 is, terwijl iconografisch de beelden overeenkomen met documenten en voorstellingen uit de 14e eeuw. Alle andere documenten zijn van veel latere datum en veelal geïdealiseerd met als hoogtepunt natuurlijk het beroemde boek van Henri Conscience De Leeuw van Vlaanderen. Hierin werd de mythe geboren van de eenvoudige Vlaamse handwerklieden en boeren, die de arrogante Franse ridders verpletterend versloegen onder leiding van twee Brugse volkshelden, hierbij de rol van de Zeeuw Jan van Renesse, het tactische brein achter de overwinning, veronachtzamend. Op kaart onder kijken Pieter De Coninck en Jan Breydel trots van hun sokkel over de Brugse markt en zijn daarbij met dit standbeeld ook fysiek vereeuwigd. Op de kaart (zie volgende bladzijde linksboven) zien wij ook waar zij zo fier naar staan te kijken. Het is het bovenproportionele Belfort van 83 meter hoog, die uit de lakenhallen van Brugge rijst. Gedurende de tentoonstelling verschenen er elke dag nieuwe series met fraaie bijbehorende stempels. In het decembernummer van de Filatelie worden er enkele in kleurenafbeelding getoond. Hier slechts in zwart/wit maar niet minder fraai: de Broeltorens van Kortrijk op de kaart (volgende bladz. rechts) en de molens van de gemeenschappelijke uitgifte met Portugal op de kaarten (volgende bladz. boven in het midden en links) Merk bij deze kaarten de fraaie gelegenheidsstempels op, zoals in het figuur op de volgende bladzijde. Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
15
In België en ook in Portugal wordt veel meer aandacht besteed aan aparte stempels dan bij ons door de post, waardoor het in die landen leuker is om maximumkaarten te maken. Niet voor niets zijn er in Portugal relatief de meeste maximumkaarten verzamelaars. Op de tentoonstelling ging het er gelukkig rustiger aan toe dan in de Gulden-sporenslag. De jurering Maximafilie was in zeer deskundige handen van de heren André Sanders en André Piquer, de voorzitter resp. vice-voorzitter van onze voormalige zustervereniging de Belgische maximafielen. De 1. 2. 3. 4. 5. 6.
officiële jury uitslag van de inzendingen luidde als volgt: A. Dewolf Beroemde personen 84% Verguld Zilver G. Durinck Het Belgische Koningshuis 78% Groot Zilver J. Lasselin Oude Belgische Gebouwen 70% Zilver A. Closset Franse Literatur 70% Zilver G. Devos De Olympische Spelen 60% Brons H. Caillet Er was eens
..sport 60% Brons De collectie van André Dewolf was werkelijk het fraaist met veel beroemde personen door de oude maximumkaarten van vóór 1940. Het plan zag er als volgt uit: I Staatshoofden als Keizers, Koningen & presidenten; II Beroemde personen als de hoge adel, staatshoofden, kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders & hoge militairen; III Artistieke personen (schrijvers en dichters, componisten & schilders) en tenslotte IV Gerenommeerde personen als beroemde wetenschappers en pioniers. Van mooie Nederlandse kaarten zijn foto´s gemaakt. Zie foto linksonder met links Hendrik de Zeevaarder uit Portugal en rechts tweemaal Willem van Oranje.
Op de foto rechtsonder maximumkaarten met Koningin Wilhelmina uit 1934 en 1938, met rechts de Roemeense koning Karel I. Op foto onder tenslotte links Rembrandt en rechts Anton Mauve, zomerzegels uit 1938 en 1939. De inzending van Guido Durinck over het Belgische Koningshuis was gemengd met veel oude, maar ook recente kaarten. Het plan was chronologisch opgebouwd: Leopold I, 16
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
Leopold II, Albert I, Leopold III, Boudewijn, Albert II en de naaste leden van het Koninklijk huis. Vervolgens de Koning, de Koningin en hun kinderen en tenslotte de Stamboom. Zie als voorbeeld de maximumkaart links van de entree in 1831 van Koning Leopold I in België nadat men zich afgescheiden heeft van Nederland in 1830 en onze Koning Willem I vervangen moest worden door een eigen Koningshuis. Deze haalde men toen ook uit Duitsland van het adellijke geslacht SaksenCoburg. De verzameling van Jean Claude Lasseling over de oude Belgische gebouwen was ook gemengd, maar dan enkele oude en veel nieuwe kaarten. Indeling: Religieuze gebouwen ( abdijen, kerken, basilieken, begijnhoven en kathedralen); Kastelen en Donjons; Burgerlijke monumenten (stadhuizen, gemeenschapshuizen en torens). Zie als voorbeeld een schitterend beeld van het Begijnhof in Brugge op de maximum-
kaart rechts. Arlette Closet had als onderwerp de Franse literatuur met als indeling: De middeleeuwen, de 16e, 17e en 18e eeuw, de 19e eeuw (verdeeld tot 1920, de periode 1920/50 en na 1950) en de 20e eeuw verdeeld naar schrijvers, romans, poëzie, theater, journalistiek en essays. Het betroffen uitsluitend Franse kaarten, veel recente en weinig oud. Hier wel een oude kaart links met La Fontaine, wie kent zijn fabels niet? De collectie van Gerard Devos met de Olympische spelen was veel leuker om te zien door de afwisselende kleurrijke kaarten over meerdere sporten en landen. Bijzonder waren de oude Belgische Olympiade zegels uit 1920, maar gestempeld in 1931. Hier op onderstaande kaart Voetbal van de Olympische Spelen op een Ruandese kaart, een voormalig Belgische kolonie. Het plan was op zich eenvoudig van opzet: de klassieke spelen met de eerste stadions en atleten, de olympische beweging en de moderne spelen, onderverdeeld naar de zomer en de winterspelen. Henri Caillet behandelde de sport op een dergelijke manier. De kaarten waren alle vrij nieuw, het plan beter uitgewerkt: Atletiek, balsporten in de open lucht en in de zaal, watersporten, vechtsporten en wintersporten. Verder mechanische sporten (op fiets en motor), de hippische sporten en tenslotte gymnastiek en de gehandicaptensport. Hier als laatste handboogschieten, normaal staand en vanuit een rolstoel op de kaart links. Grote verrassing was een inzending in de categorie Filatelistische literatuur. Guido Durinck deed hierin mee met een paper met als titel Wat is maximafilie? Guido Durinck is zelf Provinciaal commissaris voor Oost-Vlaanderen voor Maximafilie en treedt vaak op als jurylid. Zijn boekwerk is opgebouwd als een soort geprogrammeerde instructie met daarin de maximafilie uitgelegd aan Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
17
de hand van voorbeelden wat wel en wat niet te doen. De voorbeeldkaarten zijn met name uit België, maar iedereen kan aan de hand van dit boekwerk ideeën opdoen om ook te gaan exposeren. Volg de instructie en men zal fouten vermijden als men de sprong gewaagd heeft naar tentoonstellingen. Ik heb bij hem direct vijf boeken besteld en deze gedistribueerd onder een aantal actieve leden. Mocht er meer belangstelling bestaan dan wende men zich tot de redactie en wellicht wil dhr. Durinck bij grote belangstelling er extra laat maken, want zijn voorraad is nu al helaas uitverkocht. Een nog belangrijker nieuwtje van hem was dat na het verscheiden van Vereniging de Belgische Maximafielen er een nieuwe vereniging is opgestaan, die verder wil met het maken van maximumkaarten. Ik hoop dat van harte wegens de hoge kwaliteit van de kaarten in het verleden van hun voorganger. Ik heb mijn naam als contactpersoon opgegeven en recent kreeg ik nadere informatie. Men wil onder de vleugels van WPC Waterloo Philatelic Club de activiteiten voortzetten onder de naam WPCThe Belgian Maximaphiles. Doel is het maken van maximumkaarten, die aan de Internationale voorschriften beantwoorden. Dat men mooie maximumkaarten kan maken bewijst de kaart (op pagina 16 bovenaan rechts) van de molen, die door hen is gemaakt. Bij mijn aanmelding kreeg ik als aanmoediging bovenstaande kaart van de wielrensport. Ik zal hen aanschrijven om eventueel kaarten uit te wisselen. Tot zover het verslag van deze tentoonstelling en de ontwikkelingen in de maximafilie in België. <Edward Froon>
2002, wat een jaar
.. Bericht van de secretaris Tijdelijk uitgetreden uit de N.B.F.V., omschakeling naar de Euro, de leden-enquête, Amphilex 2002 te Amsterdam, veel zaken met een grote invloed op verzamelaars en op filatelistenverenigingen. Ook in onze vereniging zijn deze invloeden meetbaar te merken. Het aantal leden is vrijwel gelijk aan vorig jaar, maar het zijn veelal jongeren die de plaats innemen van een aantal overleden leden. Het is een erg positief resultaat indien de vergrijzing gestopt kan worden. Ondanks het ontbreken van menskracht in het bestuur zijn alle verenigings- en bestuurstaken naar behoren verricht. Het werk van ondergetekende, uw secretaris, zal de maand maart 2003 eindigen en een vereniging zonder voorzitter en zonder secretaris wordt toch wel erg moeilijk! In de najaarsvergadering zijn er vier leden bereid gevonden serieus te gaan werken aan de nieuwe catalogus Kind. Ons p.r.bestuurslid, Frans Rummens, zal deze kar mede helpen trekken en de verbinding vormen tussen deze nieuwe commissie en het bestuur. Zoals u heeft gemerkt is het formaat van ons verenigingsblad gewijzigd; de grote wens van Henk Salet als de samensteller van ons verenigingsblad. Meer veranderingen zullen u in de komende uitgaven opvallen, dit naar aanleiding van de ledenenquête van het afgelopen jaar. Het zal u reeds zijn opgevallen dat de verdeling van de redactionele aandacht tussen Kind- en Maximafilie-onderwerpen in het afgelopen jaar erg zorgvuldig is geschied. Als lezer van het maandblad Filatelie heeft u zeker op pagina 887 (nr. 11 van 2002) alweer voor de vierde keer een hele pagina over maximumkaarten kunnen bewonderen. Edward Froon heeft de fraaie keuze van de maximumkaarten met een goed gesneden pen omschreven. Indien u de Amphilex heeft gemist heeft u, aan de hand van dit artikel, toch een goed inzicht aan de tentoongestelde maximumkaarten. Edward levert hiermee een zeer goede bijdrage voor onze vereniging en bij uw secretaris zijn al meerdere positieve reacties binnen gekomen.Rest mij u een gezellige hobbywinter 2002-03 te wensen. Gezondheid voor u en de uwen. Tot ziens bij onze voorjaarsbijeenkomst medio maart 2003. Datum en plaats vindt u in ons volgend bulletin. w.g. Aad Hofmeester, secretaris. Bericht van de penningmeester Uw penningmeester is een tevreden mens: op 15 november hebben 105 leden hun contributie voor 2003 al betaald. Dat is best een compliment waard. Het feit dat we dit jaar - na twee jaar onderbreking - weer acceptgiros konden zenden, zal daaraan hebben bijgedragen. Het is nu eenmaal gemakkelijker (en minder werk!) zon ontvangen geeltje te ondertekenen dan zelf een overschrijvingsformulier te pakken en in te vullen. Dat neemt niet weg dat de schatbewaarder u, trouwe leden die dat meteen hebben gedaan, dankbaar is. Maar zijn tevredenheid heeft haar grenzen: het betekent ook dat 35 leden, dat is dus één op elke vier, dat geeltje in een la hebben gelegd. Als die la in de komende weken nog een keer opengaat om dat papiertje eruit te halen, alla - maar als u dat nog niet heeft gedaan als u dit leest, dan is het de hoogste tijd uw la eens snel uit te mesten. Maak uw penningmeester écht gelukkig en zorg ervoor dat hij 2003 kan ingaan zonder sores over het najagen van wanbetalers. Dat kost hem tijd, en daar heeft hij toch al tekort aan. Misschien denkt u dat hij het leuk vindt uw naam opnieuw tegen te komen als hij de lijst van wanbetalers opstelt, maar dat is echt een misvatting. En het kost onze vereniging nog extra geld ook. Dus: bezorg uw penningmeester een gelukkige jaarwisseling! w.g. Henk van den Brink, penningmeester 18
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
De beste wensen Bij de jaarwisseling is het een goede gewoonte even stil te staan bij wat er, wat onze vereniging betreft, in het voorbije jaar is geschied en wat ons te wachten staat in het komende jaar. In het afgelopen jaar zijn een aantal belangrijke beslissingen genomen en nieuwe initiatieven ontwikkeld. De enquête heeft uw bestuur meer inzicht gegeven en de gegevens zullen zonder twijfel worden gebruikt om de benodigde menskracht te rekruteren om de vereniging draaiende te houden. Een mijlpaal in he bestaan van onze vereniging is de proef die het maandblad Filatelie ons heeft toegestaan om de maximafilie uit te dragen als zijnde een filatelistische hobby die werkelijk iets toevoegt aan de verschenen postzegels. De ruimte die de ontwerper van de postzegels ter beschikking heeft is zo klein dat het een wonder mag heten als hij duidelijk kan weergeven wat de essentie is van het uit te beelden onderwerp. Een van de redactieleden heeft het maandblad kunnen overtuigen dat wij menen een belangrijke rol te kunnen spelen bij het meer inzichtelijk maken van de uitgegeven zegels. Om het extreem te zeggen: velen verzamelen postzegels om ze vervolgens onder te brengen in een stockboek of album en dat is dan min of meer het einde van het verhaal. Een verzamelaar van maximumkaarten geniet van zijn collectie omdat er wat te beleven valt. Maximafilie is accent-verleggend en geeft diepgang aan het ontwerp. Wij zijn verheugd dat het maandblad ons de mogelijkheid biedt verzamelend Nederland de ogen te openen. Een van de nieuwe initiatieven is het veranderde formaat van ons verenigingsblad. Het bestuur en de redactie hopen dat ook u het een verbetering vindt. Ook internationaal zijn er in het afgelopen jaar veel goede contacten ontstaan. Er is een plan dat we met andere maximafilie-verenigingen zo gaan samenwerken dat de leden van de betreffende verenigingen onderling gebruik kunnen maken van de verschillende maximumkaarten nieuwtjesdiensten. Meer hierover op de voorjaarsvergadering en in het volgende bulletin. In het komende jaar bestaat onze vereniging 25 jaar. Het glas heffen, zoals op deze pagina nog met een plaatje, hopen we dan met ons allen in werkelijkheid te kunnen doen. Maar nu toch alvast een heel gezond en gelukkig nieuwjaar! Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
19
Industrieel Erfgoed en zijn meerdere jubilea
Als voorproefje wat de Nieuwtjesdienst voor ons in petto heeft, worden al een beperkt aantal maximumkaarten getoond, die gemaakt zijn van het velletje Industrieel Erfgoed, dat op 24 september verscheen. Hier deel I, in het volgende Bulletin deel II. Oude industriegebieden riepen jarenlang een negatieve klank op wegens het grauwe en grijze gezicht, om nog maar te zwijgen over de deplorabele toestand waarin de gebouwen veelal verkeerden. Dat is ook de sfeer van de postzegels met zijn grijstinten, waarbij slechts de rand kleur brengt. Hoe anders zien de afgebeelde industriële monumenten er werkelijk uit. Thans krijgt menigeen nostalgische gevoelens, hoewel deze bewondering hier net zijn 25-jarig jubileum kan vieren. In 1977 verscheen er voor het eerst in Nederland een uitgebreid themanummer over dit onderwerp in het Tijdschrift voor Stedebouw en Volkshuisvesting. Deze artikelen vormen de basis van het eerste boek Monumenten van Bedrijf en Techniek dat het jaar daarop verscheen van de hand van de toen 28-jarige Peter Nijhof, die thans hoofd bij VROM is over Industrieel Erfgoed. Hij had hiervoor een aantal vakdeskundigen gestrikt, zoals bijvoorbeeld de toen 72-jarige Ir. Van der Pols, een ex-lid van de Raad van Bestuur van Rijn Schelde NV, die een uitgebreid artikel schreef over de introductie van stoommachine in Nederland. Uiteraard was de start geen succes, getuige de eerste vuurmachine in Rotterdam in 1777, die per week slechts 1½ uur kon draaien en daarbij slechts 8 PK nuttige arbeid verrichtte. Het probleem zat minder in de stoommachine, de randapparatuur vormde een groter probleem. Maar zoals elke technologische vernieuwing kost dit tijd om voldoende ervaring op te doen en de kinderziektes te overwinnen. Na vallen en opstaan, de opdracht van Koning Willem I in 1837 en met behulp van Engelse kennis en materiaal was Nederland in de volgende eeuw er klaar voor. Met de grootste gemalen zou men de Haarlemmermeer aanpakken, die steeds meer steden als Leiden, Haarlem en Amsterdam bedreigde bij slecht weer. Na drie jaar pompen valt de meer droog in 1852 en vieren we nu het 150-jarige jubileum. Op kaart 1 het stoomgemaal De Cruquius, die in het boek over Industriële Archeologie al vermeld staat als een der oudste behouden monumenten in situ met thans een museale functie. Dit is zo gelukt, dankzij de zeer vroeg plaatsing in 1933 al op de monumentenlijst. De Cruquius kon het overigens niet alleen af, maar wel tezamen met twee andere gemalen, De Leeghwater en de Lynden. Dit feit wordt uitgebreid gevierd met een tentoonstelling in het Historisch Museum Haarlemmermeer te Hoofddorp, die nog tot 7 januari duurt. Bezoekadres: Kruisweg 1403 in het Haarlemmermeerse Bos, internetadres: www.haarlemmermeer2002.nl) De zomerzegels van 1987 waren de eerste postzegels, die speciaal gewijd werd aan het onderwerp Industrieel Erfgoed. Dat is dus een 15-jarig jubileum. Op kaarten rechts en onder staat een ander eind 19e eeuws gemaal, de Hertog Reijnout uit Nijkerk. Dit is een gewoner poldergemaal, die algemener ingevoerd werd om de polders droog te houden en minder afhankelijk te zijn van de wind bij bemaling m.b.v. molens. Op 14 juni 2002 vond in dit gemaal voor het eerst een huwelijk plaats. De medewerkers waren zo verguld met deze keuze, dat besloten werd het monument onder stoom te brengen, zodat het trouwlustige paar al van verre verwelkomd werd met een rookpluim uit de schoorsteen.
Dat is vaak het probleem bij behoud van deze oude monumenten, is er nog een goede nieuwe functie aan te geven? De botterwerf in Bunschoten (op de kaart op pagina 21 linksboven) ligt midden in het dorp en hierop is er al weer bedrijvigheid, maar een afgelegen stoomgemaal is lastiger om er een alternatieve functie voor te bedenken. Met name als het pand groot is, wordt het steeds moeilijker. Een goed voorbeeld vormt ons bekendste Industriële monumenten, de Van Nelle fabriek, te Rotterdam (op de kaart op pagina 21 rechtsboven). Deze verscheen reeds in 1951 op postzegel in de serie zomerzegels over moderne architectuur. Toen had uiteraard nog niemand gehoord van Industrieel erfgoed en er werd gewoon in gewerkt. Na het vertrek van Van Nelle uit de 20
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
fabriek is deze gerenoveerd en wordt gepoogd deze vol te krijgen met kleinschaliger functies met vele kleine bedrijfjes in de ontwerpsfeer. De kantoren zouden betrokken worden door het supermarktconcern Laurus, maar deze is helaas in financiële problemen geraakt en heeft afgehaakt. Een volgend jubileum is het 75-jarig bestaan van de Unie van Waterschappen. De getoonde waterzuivering te Tilburg op het velletje is de representant hiervan. In de nieuwtjesdienst zult u op de maximumkaart rechts met een totaaloverzicht over het terrein ontvangen. Deze is gemaakt van een overzichtsfoto, die verkregen werd van het Waterschap De Dommel. Waarom Tilburg zult u zich afvragen. De verklaring hiervoor kan gezocht worden in de vroege industrialisatie medio 19e eeuw met de snel expanderende wolindustrie. Al in een vroeg stadium werd er geëxperimenteerd met biologische reiniging van het afvalwater. Van de oorspronkelijke installatie is alleen het pomphuis nog in gebruik.
Van de Historische Vereniging Dedemsvaart ontvingen we de fraaie nostalgische kaart links van de Kalkovens, compleet met leshuis. Deze kalkovens dateren uit 1850 en zijn in 1995 gerestaureerd. Kalkovens leverden uit schelpen kalk, als bindmiddel belangrijk voor de metsel- en pleistermortels. Alle branderijen zijn thans geheel verdrongen door de professionele cementindustrie zoals bijvoorbeeld de ENCI te Maastricht. Bij bier en bierbrouwerijen denkt men aan vrolijkheid ende jolijt. De maximumkaart op pagina 22 linksboven van de bierbrouwerij in Breda toont de prachtige afwerking van het brouwlokaal met fraaie blauwe tegels. Het biertje dat echter gebrouwen werd, kreeg meteen een bittere nasmaak toen eigenaar Interbrew -nagenoeg op de verschijningsdatum van de zegel- aankondigde dat de productie overgeheveld werd en de fabriek zal gaan sluiten in 2004. Wat een kater geeft dit gouden gerstenat dan ineens. Uit een ander vaatje wordt er getapt in het Noorden van Nederland. Met de Ja-knikker (op de kaart op pagina 22 rechtsboven) wordt, of liever werd het zwarte goud opgepompt uit de Drentse bodem. Wordt vervolgd. <Edward Froon> Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
21
PostzegelNieuws
Postzegel Op 26 november 2002 geeft TPG Post opnieuw een velletje Decemberzegels uit. Het is een velletje met 20 postzegels met het bijzondere tarief van Euro 0,29 voor decemberwensen. Ontwerp Het ontwerp van de Decemberzegels 2002 is gebaseerd op het thema decembergedachten. In de maand december gaan onze gedachten vaak uit naar bijzondere gebeurtenissen van het afgelopen jaar. En naar de mensen met wie we een persoonlijke band voelen: familie, vrienden, collegas. In deze tijd van hetjaar sturen we hen een kaartje, om de betrokkenheid te bevestigen, om goede wensen te sturen. Immers, schrijven zegt meer. Op de Decemberzegels zijn de gedachten aan anderen verbeeld met een spoor van sneeuwkristallen. Ze verbinden mensen onderling. Ontwerper De Decemberzegels 2002 zijn ontworpen door het bureau Experimental Jetset te Amsterdam. Eerder tekenden zij voor het ontwerp van de hologramzegels uit 1999 en voor de felicitatiezegels uit 2001, die in 2002 opnieuw zijn uitgegeven. Verkoop/Geldigheid De postzegels zijn, zolang de voorraad strekt, verkrijgbaar bij de Collect Club via www.collectclub.nl en bij de bekende verkooppunten. De geldigheid van de postzegels voor de frankering is onbepaald. Na 6 januari 2003 dient u wel te frankeren volgens het normale tarief. Waarde De frankeerwaarde van de postzegel is Euro 0,29. Technische gegevens Zegelformaat 25,5x34,2 mm Drukkleuren geel, magenta, cyaan, zwart en goud Tanding slitvorm Papier normaal met fosforopdruk Gomming zelfklevend Soort product velletjes à 20 zegels, schapverpakkingen à 20, zegels en rolletjes à 100 zegels Artikelnr. velletjes à 20: 221061, schapverpakkingen à 20: 221062, doosjes à 100: 221065 Druktechniek diepdruk Oplage velletjes à 20: 7.780.000, schapverpakkingen à 20: 4.500.000, doosjes à 100: 100.000 Drukkerij Joh. Enschedé Security Printers BV, Haarlem 2002 Koninklijke TPG Post B.V. Toevoeging van de redactie; voor de maximumkaarten is de winterse afstempeling Winterswijk wellicht mogelijk. 22
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
Internet voor moderne filatelist onmisbaar
Wat een prachtige uitvinding is internet. Je kunt de gehele wereld in je huiskamer laten komen of omgekeerd een kijkje nemen waar op aarde je maar wilt. Miljoenen computers zijn via het wereldwijde web (www.) aan elkaar gekoppeld en toveren met de snelheid van het licht de gevraagde website op het computerscherm. En weet je het juiste adres van de website niet, geen nood, vele zoekmachines helpen op trefwoorden. Het moet wel heel raar lopen als je er dan niet achterkomt. Voor de moderne filatelist is internet onmisbaar. Je vindt er het laatste postzegelnieuws, de meest recente zegeluitgiften of andere interessante nieuwtjes. Elke postadministratie heeft één of meer ingangen op het internet. Ook organisaties op het gebied van filatelie hebben eigen websites, in binnen- en buitenland. Om in eigen land te blijven; de site van de Nederlandse Bond van Filatelisten-verenigingen (NBFV) is kleurrijk, actueel en overzichtelijk, compleet met allerhande links, verwijzingen naar andere adressen waar het centrale onderwerp postzegelverzamelen is. het geldt natuurlijk ook voor PTT Post en haar Collect Club in Groningen, het postorderbedrijf van onze nationale postdistributeur. De postzegelhandel heeft eveneens zijn websites, de georganiseerde handel verenigd in de NVPH, maar ook individuele postzegelzaken. Veel van die adressen staan in het maandblad Filatelie, hét Nederlandse blad voor postzegelverzamelaars. Uiteraard heeft dit tijdschrift een eigen website met tal van doorverwijzingen (links). Buitenlandse postzegelbladen doen natuurlijk ook mee aan internet. Twee voorbeelden van gerenommeerde bladen zijn de Deutsche Briefmarken Zeitung (Duitsland) en Linns Stomp News (VS). Geen tientallen, maar vele honderden websites op filateliegebied zijn op internet te vinden.. Hieronder een lijstje met internetadressen op filateliegebied die in dit artikel zijn genoemd; www.nbfv.nl www.collectclub.nl www.ptt-post.nl www.philatelie-demon.nl www.d-b-z-de www.lins.com Wilt u reageren? Dat kan via het e-mailadres: [email protected] Bron: Nieuwsblad van het Noorden. Toevoeging van de redactie: De Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie is met twee webpaginas op internet te vinden: http://maximafilie.zipzap.to http://kinderpostzegels.zipzap.to
De wind in de zeilen
De voorspoed die achter deze maritieme uitdrukking schuilgaat wordt iedere lezer toegewenst. Uit een rondzending werd deze maximumkaart recentelijk opgediept. De Noorse postzegel stamt uit 1981 en werd door de Noorse PTT "ingezet" bij de Internationale postzegeltentoonstelling Philex France in 1982. Het stempel verraadt een kompas om het schip op koers te houden. Zoals het hoort staan postzegel, prentbriefkaart en stempel met elkaar in relatie, 'oprecht' genieten dus. De maximafilie staat tegenwoordig aardig in de belangstelling en niet ten onrechte. Eindelijk is men tot de conclusie gekomen dat deze vorm van verzamelen veel toevoegt aan de uitgegeven postzegel. Tegenwoordig laat ook het maandblad Filatelie zien dat er enthousiasme is voor de maximafilie. Sinds augustus 2002 staat er maandelijks een interessante volle pagina in over maximafilie.
De getoonde maximumkaart laat de "Christian Radich" zien, een Noors marineopleidingsschip. Geruime tijd geleden mocht schrijver dezes deelnemen aan een kleine cruise met een heuse driemaster die de strijd aanging met het woelige sop veroorzaakt door een stevige bries. Het ging er feestelijk aan toe in het vooronder. De alcoholische versnaperingen verhoogden de toch al uitbundige sfeer. Maar er was iets aanwezig, dat nóg aantrekkelijker was. Er lag een uitdaging op de achterplecht. Daar bevond zich in weer en wind het uit de kluiten gewassen stuurrad met het fantastische uitzicht op de masten en de woelige zee. Voetje voor voetje werd naar het uiteinde van het schip geschuifeld, alle moed werd bijeengegaard; toen kwam het onvermijdelijke: "ik durf het bijna niet te vragen, maar zou het mogelijk zijn om dit grandioze schip zelf eens te mogen besturen?" Letterlijk en figuurlijk werd Aurora gemonsterd. Wat later stond daar dan een stoere bink die zich ineens verantwoordelijk voelde voor schip en bemanning. De opbollende zeilen aan drie machtige masten verschaften een natuurlijk volkomen misplaatst superioriteitsgevoel. Vooraf was er geen enkel besef hoeveel tijd het vergt voor het kolossale schip op de woelige baren gehoorzaamt aan de opgedragen koers. Een ware sensatie! De dorstige lezer denkt wellicht wat jammer van die gemiste borrels in het vooronder! Ter geruststelling: er heeft een inhaalslag plaatsgevonden. Maximafilie: je beleeft nog eens wat! Met toestemming overgenomen uit Brepost.
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003
23
Colofon Bestuursleden Voorzitter: functie vacant
Secretaris:
Aad Hofmeester Mgr. P.J. Willekenslaan 65 2283 CM RIJSWIJK tel.: 070-3930259
Nieuwtjesdienst:
Ronald van der Leeden Laan van Meerdervoort 870 2564 AS DEN HAAG tel.: 070-3680506 Postbank 665305 o.v.v. Nieuwtjesdienst
Pers & Publiciteit: Frans Rummens Boutensstraat 14 3771 GR BARNEVELD tel.: 0342-400689
Veilingmeester: Theo van den Dool IJselkade 67 7412 BN Deventer tel.: 0570-617867
Penningmeester:
H.L.J. van den Brink Beethovenstraat 186-2 1077 JX AMSTERDAM tel.: 020-6764098 Bank: Postbank 387512 t.n.v. Kontaktgroep voor het Kind en Maximafilie Email: [email protected]
Redactie Bulletin: Bate Hylkema; Aad Hofmeester; Ronald v.d Leeden; Edward Froon; Wim Roffelsen;
0512-382138 070-3930259 070-3680506 030-2315346 076-5219410
Lay out/advertenties:
Henk Salet Zuster Spinhovenlaan 25 3981 CR BUNNIK 030-6561965 Email; [email protected] Fax. 030-6565846
24
Voor U ge
kni
pt
Ruilcontact gezocht met verzamelaars van maximumkaarten. Ben geïnteresseerd in de onderwerpen: Heraldiek; Kastelen; Burchten en Oude verdedigingswerken. Correspondentie graag in het duits of frans. Günter Formery Am Ziegelhof 9 D-66127 Saarbrücken B.R.D. Tel. 0049-6898-37918 E-mail: [email protected]
Te koop gevraagd Nederlandse en buitenlandse maximumkaarten die betrekking hebben op het onderwerp: Kunst van Nederlandse schilders. H.C. Salet, Zr. Spinhovenlaan 25 3981 CR Bunnik tel. 030-6561965 E-mail: [email protected]
Voor U geknipt is een pagina voor korte berichten en gratis advertenties Leden van onze vereniging kunnen gratis gebruik maken van deze service. Opgave aan: H.C. Salet Zr. Spinhovenlaan 25 3981 CR Bunnik tel.030-6561965
Te koop gevraagd Oude en nieuwe prentbriefkaarten met afbeeldingen van: Annie M.G. Schmidt; en Wim Sonneveld. Ronald van der Leeden Laan van Meerdervoort 870 2564 AS DEN HAAG tel. 070-3680506
Het artikeltje over de tuinen van Mien Ruys trok de aandacht van haar familie. De redactie ontving van hen een leuk kompliment!
De Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie is met twee webpaginas op internet te vinden: http://maximafilie.zipzap.to http://kinderpostzegels.zipzap.to
Veilingopbrengsten
the International Bulletin for Netherlands Philately, is een engelstalig tijdschrift die (zoals de naam aangeeft) bericht over de filatlie in ons land. Ons bestuurslid, Frans Rummens is de uitgever en publicist van dit tijdschrift. Onze vereniging heeft (mits met bron vermelding) het recht artikelen uit dit tijdschrift over te nemen. Doordat Frans Rummens bij onze vereniging de onderwerpen Pers en Publiciteit uitvoert is het wellicht denkbaar dat in de volgende uitgave van ons bulletin ook iets uit dit blad (in het Nederlands) overgenomen kan worden! Give everyone his due.
De veiling van zaterdag 19 oktober in Gldermalsen heeft een goed resultaat gehad. Van de 85 kavels bleven er slechts 16 onverkocht. De inzetprijs werd met 20% overschreden. De schriftelijke bieders (10 stuks) boden totaal voor Euro 237,50 en de zaal-bieders voor Euro 119,25 Wilt u materiaal aanbieden voor de volgende veiling? Neem contact op met: Theo van den Dool in Deventer. tel.0570-617867
De Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nr. 40479721 Sluitingsdatum voor het inzenden van kopij of gratis advertenties voor het volgende bulletin: 15 februari 2003. De contributie voor de leden bedraagt 12,50 voor nieuwe leden komt hierbij nog 1,20 inschrijfgeld
Vereniging voor Kinderpostzegels en Maximafilie, jaarwisseling 2002/2003