VERENIGING van BELGISCHE STEDEN en GEMEENTEN
JAARVERSLAG
2001
Verantwoordelijke uitgever: Jacques DE GRAVE, Aarlenstraat 53 bus 4, 1040 Brussel
2
Voorwoord 2001 was in meer dan één opzicht een ongewoon jaar voor de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten. In de eerste plaats omdat het – ook al gebeurt dat om de zes jaar – volgde op een verkiezingsjaar en het ogenblik dus gekomen was voor de vernieuwing van de politieke organen. De drie regionale verenigingen duiden binnen hun eigen Raad van Bestuur de vertegenwoordigers aan voor de Raad van Bestuur van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten. Het jaar werd ook gekenmerkt door het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. In die context heeft de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten de vergadering van het Directiecomité van de Raad van Europese Gemeenten en Regio's georganiseerd. Deze organisatie heeft veel werk gevraagd van het federaal secretariaat, maar we mogen trots stellen dat het een succes was: we hebben kunnen tonen dat we de lokale mandatarissen van heel Europa konden ontvangen. De afgevaardigden hebben er de statutaire organen van de REGR vernieuwd. Nicole Fontaine, Voorzitster van het Europees Parlement, en Romano Prodi, Voorzitter van de Commissie, hebben de vergadering met hun aanwezigheid vereerd en er werd een debat gevoerd rond de noodzaak om de lokale besturen nauwer te betrekken bij het beslissingsproces in Europese zaken. Het was ook een ongewoon jaar omdat een van de spilfiguren in de overname van de Belgische afdeling van de REGR de Vereniging verlaten heeft. Dominique 3
Laurent, sinds 1994 federaal Secretaris van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, is overgestapt naar de Gemeentelijke Holding, waarmee hij nogmaals aantoont dat hij vastbesloten is ten dienste van de lokale besturen te staan. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om hem van harte te bedanken voor al het werk dat hij in de Vereniging verricht heeft. Dit jaar is er ook veel gebeurd in het kader van de dossiers rond de politiehervorming en de gemeentefinanciën. Het intensieve werk dat in die materies verricht werd, heeft nogmaals aangetoond dat uitwisselingen tussen de regionale verenigingen meer dan ooit noodzakelijk blijven. In een federale Staat die constant evolueert, is het normaal dat de verenigingen die de lokale besturen vertegenwoordigen, hun werking kunnen aanpassen aan de nieuwe realiteit. Tot op heden heeft de Vereniging steeds de regionalisering van de Belgische Staat gevolgd. De oprichting van de regionale verenigingen heeft ons doen nadenken over de werking van ons federaal platform. De nieuwe Raad van Bestuur zal de contouren van de federale vereniging moeten hertekenen en zich uitspreken over de opdrachten die deze dient op zich te nemen. Ik hoop dat de nieuwe Raad de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten de nodige middelen zal toekennen om goed te kunnen blijven functioneren.
Jacques DE GRAVE Voorzitter
4
I. Werking van de Vereniging: samenstelling van de organen ü Raad van bestuur Voorzitter: Jacques DE GRAVE, Gemeenteraadslid te Elsene; Voorzitter van de VSGB Ondervoorzitters: Willy BURGEON, Gemeenteraadslid te Binche, uittredende Voorzitter van de UVCW Louis ROPPE, gewezen Gemeenteraadslid te Hasselt, uittredende Voorzitter van de VVSG Effectieve leden: Clément CROHAIN, Gemeenteraadslid te Enghien Michel DEBAUQUE, gewezen Burgemeester van La Louvière Herman DE LOOR, Burgemeester van Zottegem Claude DESMEDT, Burgemeester van Ukkel Frans DESTOOP, Schepen te Kortrijk1 Marcel NEVEN, Burgemeester van Visé Philippe OP DE BEECK, gewezen Gemeenteraadslid te Schaarbeek Leon PIERCO, Gemeenteraadslid te Leuven Etienne VAN VAERENBERGH, Schepen te Lennik
1
De Heer Destoop heeft zijn mandaat als beheerder in maart 2001 neergelegd 5
ü Beheerscomité Dominique LAURENT, Federaal Secretaris1 Louise-Marie BATAILLE, Directrice van de 'Union des Villes et Communes de Wallonie' Mark SUYKENS, Directeur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Marc THOULEN, Directeur van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1
Sinds zijn vertrek op 1 maart 2001 werden de taken van de heer Laurent overgenomen door Thérèse Renier, wnd Federaal Secretaris 6
II. De federale materies ü De politiehervorming De uitvoering van de politiehervorming werd van in het begin op de voet gevolgd door de verenigingen. Deze hebben veel inspanningen geleverd om de stem van de gemeenten in dit moeilijk dossier kracht bij te zetten en de vele knelpunten aan de kaak te stellen. Zo hebben de verenigingen de kwesties aangekaart van de financieringsproblematiek in het algemeen en de hoogte van de federale dotatie in het bijzonder, de nefaste consequenties van de invoering van het nieuwe statuut naar kostprijs en inzetbaarheid van het personeel, de definitie van de minimumnormen, de sociale zekerheid van de rijkswachters, de overdracht van de gebouwen en de gesubsidieerde contractuelen, de aanstelling van de bijzondere rekenplichtige, de financiering van de politiescholen, de uitvoering van de steun aan de lokale politie. Naast de verschillende moeilijkheden die de nieuwe politie van bij het begin ongetwijfeld zal kennen, is het de enorme kost van de hervorming die de gemeenten sterk blijft verontrusten en hun financiële situatie nog verergert. Met de federale dotatie die de regering tot nog toe heeft vrijgemaakt wijst niets erop dat de meerkost van het statuut integraal door de federale overheid zou worden betaald, laat staan dat de hervorming voor de gemeenten financieel een nuloperatie zou zijn, wat de Minister van Binnenlandse Zaken aanvankelijk beweerde. Vooral de situatie in 7
kleine en middelgrote gemeenten is zeer precair omdat zij met grotere tekorten aan financiële middelen kampen. Bovendien maakt de hervorming het ook niet mogelijk om tegemoet te komen aan de specifieke moeilijkheden van de steden. Het nieuwe statuut is daar voor een gedeelte debet aan omdat het nefast is voor de inzetbaarheid van het personeel. De verenigingen van steden en gemeenten hebben vanaf het begin de evolutie van de politiehervorming op de voet gevolgd. Het was erg moeilijk voor ze om betrokken te zijn bij het overleg, ze werden zelfs geweerd uit het debat over het statuut, het zogenaamde Mammoet-K.B. Toch hebben ze deelgenomen aan de werkgroep rond de budgettaire en financiële organisatie van de politiezones, aan de werkgroep Staat-Gewesten rond de voorbereiding van de samenwerkingsovereenkomst inzake toezicht, en samengewerkt met het kabinet van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de criteria voor de verdeling van de inspanning van de gemeenten in iedere zone. In de winter van 2000 en het voorjaar van 2001 had een delegatie van burgemeesters uit de drie gewesten bijgestaan door de verenigingen van steden en gemeenten diverse contacten met de regeringstop onder leiding van de premier. Dit resulteerde uiteindelijk in het akkoord van 6 maart 2001, waarvoor echter nog een preciese inschatting van de kosten verreist is en waarvoor de Regering zich verbonden heeft om na een jaar, dus eind 2002, een algemene evaluatie op te maken van de werking en de kosten van de lokale politie en deze meerkost uiteindelijk ook bij te passen in de federale dotatie.
8
Aanvankelijk gesteund door de Verenigingen van Steden en Gemeenten heeft de Regering nog in 2001 een voorafgaande evaluatie van de meerkost van het statuut laten doen. Deze evaluatie werd doorgevoerd in dertien zones en de resultaten zouden momenteel beschikbaar moeten zijn. De verenigingen wachten nog steeds op een uitnodiging voor de evaluatievergadering. Intussen werd er door de verenigingen in de maand juni al aangedrongen op een nieuw ondehoud met de Regering om al de onuitgeklaarde punten te bespreken. Om deze eis kracht bij te zetten werden er memoranda bezorgd aan de ministerieel verantwoordelijken en worden andere acties overwogen. ü De gemeentefinanciën De verenigingen zijn aan de alarmbel blijven trekken naar aanleiding van de toenemende financiële moeilijkheden van de gemeenten. Bij de algemene ongunstige factoren zoals de stijging van de petroleumprijzen en de intrestvoeten komen nog tal van federale, regionale en communautaire dossiers die de lasten die op de gemeenten wegen, nog verzwaren. Op federaal niveau is er de hervorming van de politiediensten, de herziening van de bezoldiging van de mandatarissen, het tekort van de ziekenhuizen, de brandweerdiensten, de pensioenen, de opvang van kandidaat vluchtelingen door het OCMW, de belastinghervorming, de problemen rond de inning van
9
de aanvullende personenbelasting en de gevolgen van de progressieve opening van de energiemarkt. Er moeten corrigerende maatregelen genomen worden, onder meer door de federale overheid, voor een algemene herfinanciering van de gemeenten, om hen in staat te stellen de financiële lasten te dragen van de nieuwe taken die hun worden toevertrouwd. De verenigingen hebben concrete voorstellen in die richting gedaan, opdat de beginselen van "de beslisser betaalt" en de verdeling van de vruchten van de groei onder alle overheidsniveaus zouden worden toegepast: •
• •
de aanpassing van de federale begrotingsenveloppe voor de installatie van de lokale politie opdat de ingreep voor alle zones volledig neutraal zou zijn (zie ook hoofdstuk politie), en de toepassing van het neutraliteitsbeginsel voor alle andere hervormingen (die van de brandweerdienst werd aangekondigd); een verlaging van de BTW voor alle werken aan gebouwen door de gemeenten; de afschaffing van de fiscale immuniteit van Belgacom ten aanzien van alle gemeentebelastingen, alsook de afschaffing van het gratis gebruiksrecht voor de operatoren van een openbaar telecommunicatie-netwerk om kabels, bovengrondse leidingen en verwante uitrustingen te plaatsen (met andere woorden, de toelating voor de gemeenten om een retributie op te leggen voor de bezetting van het openbaar domein, een toelating die de Europese richtlijnen hun overigens geven); 10
•
•
de toepassing op de gemeenten, als werkgevers, van verschillende kortingen op sociale bijdragen, naar het voorbeeld van wat de federale overheid de privé-sector toekent; de afschaffing van de 3 % voorheffing door de Staat op de aanvullende personenbelasting. Dit verzoek van de Vereniging werd deels ingewilligd met de goedkeuring door de Kamer van de korting op de voorheffing, die 2 % zal bedragen in 2002 en 1 % in 2003. Hoewel het onbetwistbaar een positieve maatregel is, zullen de verenigingen de regularisatie van de betaling van de aanvullende belastingen blijven vragen door de invoering van een systeem van voorschotten op de aanvullende personenbelasting.
ü Naburige rechten De wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten stipuleert dat er tarieven moeten worden vastgelegd voor de inning van de naburige rechten. De auteursrechten zijn voor de componisten en worden geï nd door SABAM, terwijl de naburige rechten alle actoren die bij de verwezenlijking van een muziekwerk betrokken zijn, toekomen en geï nd worden door daartoe opgerichte maatschappijen. De tarieven (en bepaalde toepassingsmodaliteiten) moeten besproken en goedgekeurd worden in het kader van een commissie voorzien bij artikel 42 van voornoemde wet. Deze commissie heeft haar werkzaamheden aangevat en er zijn reeds verschillende koninklijke besluiten genomen (o.a. betreffende de diensten, de horeca-sector, …). 11
De Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten werd bij de werkzaamheden van de commissie betrokken vanaf juni 2000, wanneer deze laatste zich toegelegd heeft op de kwestie van de polyvalente zalen. De bepalingen en tarieven die er besproken werden, hadden betrekking op de polyvalente zalen, de jeugdhuizen en de culturele centra. Na (zeer) veel vergaderingen en (zeer) hevige discussies is de commissie tot een compromis gekomen, zowel voor de tarieven als de berekeningswijze van de criteria die aan de basis liggen van de tarieven. Aangezien discriminatie met de andere activiteitensectoren vermeden moet worden, ging de discussie voornamelijk over de tarieven van permanente activiteiten (systeem van de forfaitaire aangifte) en die van tijdelijke activiteiten (afzonderlijke aangiften). Berekeningen op basis van een aantal vergaderingen die al dan niet onder het forfait vallen, werden opzijgeschoven. ü Auteursrechten – fotokopieën – Reprobel Reprobel staat in voor de inning van de auteursrechten op fotokopieën van beschermde werken. Reprobel had in 1998 contact opgenomen met de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten om een kaderovereenkomst af te sluiten voor de lokale besturen. Dat akkoord liep af op 31 december 2000 en werd opnieuw onderhandeld voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2003. De nieuwe
12
overeenkomst is even voordelig als de voorgaande. Hoe zien de krachtlijnen eruit? •
•
•
om het werk van de gemeenten te vergemakkelijken en om niet alle kopieën te moeten tellen, wordt het jaarlijks aantal kopieën van beschermde werken in de gemeenten forfaitair geschat op een kopie (0,60 BF) per werkdag (220 werkdagen per jaar) per voltijdse werknemer (zijnde 132 BF zonder BTW per VTE per jaar), op basis van het aantal personeelsleden op 30 juni van het jaar daarvoor; voor de berekening van het aantal personeelsleden neemt men alle personeelsleden in aanmerking, met uitzondering van de arbeiders, het onderwijzend personeel, het personeel van de bibliotheken, de brandweer en het personeel van de OCMW's; de Federatie van de OCMW's van de Vereniging heeft een specifiek akkoord afgesloten; de eventuele persoverzichten van de gemeenten moeten erbij gerekend worden.
De overeenkomst tussen de Vereniging en Reprobel verbindt de gemeenten die zich er niet willen bij aansluiten, geenszins. Het staat hen volledig vrij om een individuele overeenkomst met Reprobel af te sluiten. ü Dexia De verenigingen en Dexia blijven samenwerken in het kader van een nieuwe overeenkomst van drie jaar die in 2000 ondertekend werd. De steun van Dexia, 13
partner van de lokale besturen, is bestemd voor de projecten die de regionale verenigingen jaarlijks in het kader van onderhandelingsvergaderingen met Dexia voorstellen. Bovendien blijft Dexia naast de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten partner in inforum, de juridische en administratieve gegevensbank van de Belgische lokale besturen (zie hoofdstuk inforum). ü OMOB OMOB is een bevoorrechte partner van de Vereniging die ze steunt. Gewoonlijk worden er vergaderingen georganiseerd om de verzekeringsdossiers te bespreken. OMOB wordt ook vertegenwoordigd binnen de werkgroep "risicobeheer" van de Raad van Europese Gemeenten en Regio's.
14
ü Gemeentelijke Holding De Gemeentelijke Holding is ingegaan op de vraag van de Verenigingen van Steden en Gemeenten om een studie te maken over de financiële implicaties van de pensioenen in de lokale sector. De studie omvat een analyse van de pensioenkosten in gemeenten en OCMW’s, zowel voor het statutair als het contractueel personeel, en simulaties zullen een projectie maken van de toekomstige pensioenschulden. De verenigingen maken deel uit van de stuurgroep en leiden het onderzoek mee. Reeds in 1996 had de Vereniging tijdens haar algemene vergadering gewezen op de bijzonder grote schulden die de pensioenen voor de gemeenten zullen teweegbrengen. Het ontbreken van degelijk cijfermateriaal heeft er toen voor gezorgd dat het probleem werd uitgesteld. Als alles volgens plan verloopt, zullen de resultaten van het onderzoek eind 2002 kenbaar gemaakt worden. Wij vragen de gemeenten dan ook om actief aan dit onderzoek mee te werken en hun gegevens aan de werkgroep ‘Pensioenen’ over te maken. De gewesten, de federale administratie, de RSZ-PPO, de OMOB en Dexia zetelen ook in de werkgroep naast de Gemeentelijke Holding en de verenigingen.
15
16
III. Europese en internationale materies ü De Raad der Europese Gemeenten en Regio's (REGR) In 2001 hebben de REGR en zijn nationale verenigingen voorrang gegeven aan het denkwerk rond de nieuwe vormen van governance, in het kader van het institutioneel debat dat tot 2004 zal worden gevoerd. De REGR heeft uitgebreid bijgedragen tot de voorbereiding van het Witboek van de Europese Commissie. Deze bijdrage heeft vorm gekregen in de inname van een standpunt van de REGR waarmee de Commissie rekening heeft gehouden. In dat Witboek stelt de Commissie voor het beslissingsproces open te stellen zodat de lokale en regionale regeringen en de burgersamenleving er nauwer bij betrokken zouden worden dan nu het geval is. Daarnaast hebben het netwerk van overheidsopdrachten en de commissies transport en leefmilieu van de REGR dit jaar rond de liberalisering van de overheidsdiensten gewerkt. In de talrijke stappen die de REGR ten aanzien van het Europees Parlement en de Commissie heeft ondernomen, werd het feit verdedigd dat de lokale regering ten opzichte van de burgers verantwoordelijk is voor de kwaliteit van veel diensten. De REGR heeft zich ook gebogen over de nieuwe vereenvoudigde wetgeving aangaande de overheidsopdrachten en heeft een gedetailleerde lijst met amendementen terzake voorbereid. 17
Op het vlak van het leefmilieu heeft de REGR de opstarting gevolgd van het nieuwe kaderprogramma en de besprekingen rond de Campagne Duurzame Steden. De Raad heeft ook op wereldniveau meegewerkt aan de voorbereiding van de deelname van de Europese lokale besturen aan Rio+10. Het Zweedse en het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie was de gelegenheid voor de REGR om betrokken te worden bij de conferenties rond gedecentraliseerde samenwerking, tewerkstelling, duurzame ontwikkeling, regionale ontwikkeling en ordening, stedelijk beleid, nieuwe methode voor open samenwerking, de gewesten met wetgevende bevoegdheden en e-governance. ü 11-12 oktober 2001: vergadering Directiecomité van de REGR in Brussel
van
het
Op 11 en 12 oktober 2001 vond de vergadering van de afgevaardigden en het Directiecomité van de REGR in Brussel plaats. Gewoontegetrouw komt het Directiecomité eenmaal per semester samen in het land dat voorzitter is van de Europese Unie. Daarom heeft de REGR de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten gevraagd om de bijeenkomst van oktober te organiseren. Het is een succes geworden. De vergadering van het Directiecomité werd voorgezeten door Valéry Giscard d'Estaing en vereerd met de aanwezigheid van Nicole Fontaine, Voorzitster van het Europees Parlement, en Romano Prodi, 18
Voorzitter van de Europese Commissie. Er werd een debat gevoerd rond nieuwe Europese governance en de REGR heeft er zijn standpunt kunnen verdedigen omtrent de nood om de lokale en regionale overheden nauwer te betrekken bij het Europese beslissingsproces en de gemeenten te erkennen als een volwaardig beleidsniveau. De vergadering werd geopend door Jacques De Grave, Voorzitter van de VBSG. Daarop nam Guy Vanhengel, minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het woord en hij wees op de plaats van de regio's in de Europese Unie. Op de vooravond van het Directiecomité werden de vertegenwoordigers van de lokale en regionale besturen van het grote Europa ontvangen door burgemeester Freddy Thielemans in het Brusselse Stadhuis. Op 11 oktober vond een diner plaats op het kasteel van La Hulpe op uitnodiging van Jean-Claude Van Cauwenberghe, Minister-Voorzitter van het Waals Gewest. Voor deze grootschalige organisatie heeft de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten de steun gekregen van de OMOB, de Gemeentelijke Holding en Dexia Lokaal Krediet. Op deze vergadering heeft het Directiecomité tevens haar statutaire organen vernieuwd. Zo werd Valéry Giscard d'Estaing herkozen als Voorzitter van de REGR. Jeremy Smith, Directeur van de Britse afdeling van de REGR, wordt de volgende Secretaris-Generaal 19
wanneer het mandaat van mevrouw Elisabeth Gateau in mei 2002 afloopt. ü International Union of Local Authorities (IULA) De afgevaardigden van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten – die via de REGR lid is van de IULA – hebben in mei deelgenomen aan het Congres van het Uitvoerend Comité van de IULA. Het Congres had tot doel na te denken over de omzetting van de economische ontwikkeling in duurzame ontwikkeling met aandacht voor mens en milieu. Deze ontwikkeling moet beginnen bij de lokale besturen. Die lijken immers het best geplaatst om dit doel te verwezenlijken. De samenkomst was het congres van de eenheid tussen de twee grote verenigingen van de lokale besturen op wereldvlak: IULA en UTO (United Towns Organization). Ook al bieden IULA en UTO vergelijkbare diensten – verdediging van de lokale besturen op internationaal vlak, vorming en uitwisselingen van ervaringen onder mandatarissen, uitwerking van gezamenlijke projecten – toch functioneren ze helemaal niet op dezelfde manier. Deze verschillen in werking bemoeilijken de samensmelting van beide organisaties, die niet voor januari 2004 effectief zal zijn. Een knoop die nog doorgehakt moet worden, is de keuze van de zetel van de nieuwe organisatie. De UTO is in Parijs gevestigd, de IULA in Den Haag. Van deze twee hoofdsteden is de stap naar Brussel snel gezet en we kunnen ons 20
makkelijk de voordelen inbeelden die de aanwezigheid van de eengemaakte structuur in onze hoofdstad zou kunnen bieden. De Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten heeft overigens reeds stappen ondernomen ten aanzien van de overheden van het land om na te gaan wat er gedaan kan worden om deze vestiging te vergemakkelijken. √ Het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten van Europa (CLRAE) Het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten van Europa is het forum van de vertegenwoordigers van de lokale en regionale overheden van de lidstaten van de Raad van Europa. Het Congres bestaat nog steeds uit een Kamer van de Lokale Besturen en een Kamer van de Regio's. Alle leden zijn verkozenen die de lokale en regionale gemeenschappen van de 41 lidstaten van de Raad van Europa vertegenwoordigen. Het Congres komt eenmaal per jaar in plenaire vergadering samen. Een permanente commissie samengesteld uit vertegenwoordigers van alle nationale delegaties vergadert tussen de plenaire vergaderingen van het Congres. Daarnaast behandelen de vier statutaire Commissies specifieke onderwerpen: de institutionele Commissie, de commissie cultuur en opleiding, de commissie duurzame ontwikkeling en de commissie sociale cohesie.
21
Het Congres heeft een erkende bevoegdheid op het vlak van verslagen over de situatie van de lokale en regionale democratie in de lidstaten en over de toepassing van de beginselen uit het Europees Handvest van de Lokale Autonomie. Bovendien heeft het Congres zich dit jaar ook gebogen over de deelname van de burger aan het openbaar leven op lokaal niveau, de criminaliteit in steden, het ontwerp van wereldhandvest van de lokale autonomie, de budgettaire betrekkingen tussen de Staat, de gewesten en de gemeenten, ruimtelijke ordening, mobiele telefonie, enz. ü De vrouwelijke verkozenen De Europese lokale verkozen vrouwen zijn vertegenwoordigd in de Commissie Lokale en Regionale Vrouwelijke Verkozenen van de Raad van Europese Gemeenten en Regio's. De Belgische afdeling van deze Commissie is het Netwerk van Lokale Vrouwelijke Verkozenen van de Vereniging van Steden en Gemeenten. Het bestaat uit vrouwelijke burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden die er informatie uitwisselen en hun standpunten toetsen aangaande de rol van de vrouwelijke verkozenen in het lokaal bestuur en de versterking van hun politieke aanwezigheid. Het Netwerk heeft de Europese Vrouwenlobby in september 2001 uitgenodigd. Een samenkomst rond een diner was de gelegenheid om contact tussen beide 22
groepen te houden. In haar toespraak wees senator Sabine de Bethune op de vooruitgang die geboekt werd en wat er nog te doen staat op het vlak van gelijkheid. In de loop van dit eerste jaar na de verkiezingen heeft de Vereniging een brief geschreven naar de nieuwe verkozen vrouwen (via de vrouwelijke burgemeesters en schepenen, die gevraagd werden de informatie aan de vrouwelijke gemeenteraadsleden over te maken) om ze aan te moedigen deel te nemen aan de activiteiten van het Netwerk. De groep vergadert op 22 november 2001 om het programma voor 2002 uit te stippelen. ü Jumelages Goed nieuws voor de Europese gemeenten die in de loop van 2002 een jumelage willen opzetten: het Europees Parlement heeft beslist het jumelagebudget van de Europese Commissie op te trekken van 10 naar 12 miljoen euro. Deze beslissing is het resultaat van lobbying van de nationale verenigingen van lokale besturen en van de Raad van de Europese Gemeenten en Regio's bij de Europese parlementsleden. De Europese Commissie heeft een nieuwe procedure uitgewerkt voor de toekenning van de subsidies voor jumelages. De Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten heeft deelgenomen aan de raadpleging die de Commissie heeft georganiseerd om het advies van de nationale verenigingen van lokale besturen 23
aangaande de procedure in te winnen. Vanaf 2002 zullen de gemeenten dus met vereenvoudigde, duidelijkere en doorzichtigere bepalingen kunnen werken. Allereerst is er een forfaitair systeem uitgewerkt voor de subsidieaanvragen voor een bedrag lager dan of gelijk aan 20.000 EUR, wat de administratieve formaliteiten aanzienlijk inperkt. De tekst van de oproep 2002 is eenvoudiger en beter gestructureerd, en de selectiecriteria zijn soepeler. In 2002 hebben de gemeenten de keuze tussen vijf data om hun dossier in de dienen, tegenover drie data in 2001. De regionale verenigingen blijven het contactpunt van de Belgische gemeenten voor informatie rond jumelages of bijstand bij de samenstelling of de followup van hun dossiers. Het jaar 2001 stond ook in het teken van de voorbereiding van het achtste Europees Congres voor Gejumeleerde Gemeenten, dat in Antwerpen zal plaatsvinden van 22 tot 25 mei 2002. Het Congres "Twinning in Europe: beyond exchange" zal naast de opening en de sluiting voornamelijk in gelijklopende werksessies verlopen: de beste praktijkvoorbeelden in Europa zullen voorgesteld worden in workshops; debatten en lezingen zullen verschillende thema's belichten. De stad Antwerpen plant ook studiebezoeken om de deelnemers een idee te geven van de experimenten en initiatieven in het Antwerpse.
24
ü Het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking In juni 2000 gaf Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans tijdens een persconferentie het startschot van een nieuw programma voor internationale gemeentelijke samenwerking, waarvan hij het beheer toevertrouwde aan de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten. Dankzij hun knowhow in alle domeinen van het lokaal beleid zijn de steden en gemeenten erkend als actoren voor lokale ontwikkeling in de landen van het Zuiden. De Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten is verantwoordelijk voor het programma en de gesprekspartner van het Staatssecretariaat en de Directie-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS). De regionale verenigingen staan in voor het beheer van het programma ten aanzien van de gemeenten en staan hen bij in de uitwerking en de verwezenlijking van hun projecten. Het programma draait rond twee prioritaire doelstellingen: de lokale besturen van de landen van het Zuiden versterken en de betrokkenheid van Belgische gemeenten bij de ontwikkelingssamenwerking bevorderen. In de loop van 2001 werden verschillende gemeenten van de drie Gewesten geselecteerd om deel te nemen aan de proeffase van het programma en, in nauwe samenwerking met de lokale besturen van het Zuiden, knowhow uit te wisselen via projecten voor 25
institutionele steun in het kader van de gemeentelijke bevoegdheden. Tegelijk zijn de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, de regionale verenigingen, het kabinet van de Staatssecretaris en de DGIS regelmatig samengekomen om het verloop van het programma te volgen, te evalueren en fase 2002 voor te bereiden. De verenigingen hebben tevens vormingssessies georganiseerd voor de gemeenten die projecten willen indienen, en informatieen sensibiliseringsvergaderingen om de Belgische gemeenten aan te moedigen om aan het programma deel te nemen. In deze context heeft de VBSG in juni een twintigtal Chileense mandatarissen ontvangen voor een stage van een week. De Vereniging heeft twee dagen gewijd aan informatie en uitwisselingen rond het Belgisch federaal systeem, de werking van de verenigingen van steden en gemeenten en het programma voor internationale gemeentelijke samenwerking. De regionale verenigingen hebben een theoretische vorming gegeven over stadsbeheer, ruimtelijke ordening, afvalbeheer, cultuur, toerisme, vervoer, … onderwerpen die de delegatie bijzonder interesseerden. Deze vorming werd aangevuld met bezoeken op het terrein, in gemeenten, met als doel een concreet beeld te geven van de verwezenlijkingen van deze gemeenten in de aangehaalde domeinen.
26
IV. De vertegenwoordigers commissies buitenshuis
in
de
organen
en
ü op federaal niveau De Vereniging vertegenwoordigt de steden en gemeenten in verschillende organen en commissies buitenshuis. Ziehier de lijst: -
Raadgevend comité NMBS Beheerscomité RSZ-PPO Technisch comité pensioenen bij de RSZ-PPO Technisch comité gemeenschappelijke sociale dienst bij de RSZ-PPO Commissie voor de overheidsopdrachten (Eerste Minister) Federale commissie voor het wegverkeer (Ministerie van Verkeerswezen) Vaste commissie voor de burgerlijke stand (Ministerie van Justitie) Bijzondere commissie voor pensioenen van het gemeentepersoneel (Ministerie van Pensioenen) Comité van de gebruikers van het Rijksregister van de natuurlijke personen Hoge raad voor de voorkoming van de misdadigheid (Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie) Hoge raad voor de beveiliging tegen brand en ontploffing (Ministerie van Binnenlandse Zaken) Werkgroep herziening wetgeving betreffende begraafplaatsen en lijkbezorging (Ministerie van Binnenlandse Zaken)
27
-
Hoger instituut voor de noodplanning (Ministerie van Binnenlandse Zaken) Bijzondere commissie voor grensoverschrijdende samenwerking Werkgroep volkstelling (NIS) Algemene werkgroep statistieken Commissie voor naburige rechten Gemengde Commissie met betrekking tot de hinderpalen voor de informatiemaatschappij Anderzijds zijn ook de regionale verenigingen vertegenwoordigd in verschillende federale commissies, zo onder meer:
-
werkgroep voor de ratificatie van het Handvest voor lokale autonomie (Ministerie van Binnenlandse Zaken) gemengde werkgroep Staat-Gewesten werkgroep politie (Ministerie van Binnenlandse Zaken) werkgroep privacy (Ministerie van Justitie) Tot slot is de Vereniging lid van de Algemene ledenvergadering van inforum.
ü op Europees en internationaal niveau 1) Kamer van de lokale overheden van het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten van Europa (CLRAE – Raad van Europa) Effectieve leden: Willy BURGEON, uittredende Voorzitter van de UVCW Jacques DE GRAVE, Voorzitter van de VBSG en van de VSGB Louis ROPPE, uittredende Voorzitter van de VVSG 28
Plaatsvervangende leden: Clément CROHAIN, uittredende Vice-Voorzitter van de UVCW Herman DE LOOR, Vice-Voorzitter van de VVSG Guy MILCAMPS, Voorzitter van de 'Association des Provinces wallonnes' Francis VERMEIREN, Lid van het Vlaams Parlement Permanente Commissie Jacques DE GRAVE Statutaire Commissies Institutionele Commissie Louis ROPPE Commissie voor de duurzame ontwikkeling Willy BURGEON Secretaris van de Belgische delegatie Dominique LAURENT, Federaal Secretaris van de VBSG1 2) Raad der Europese Gemeenten en Regio's (REGR) Bureau Jacques DE GRAVE Directiecomité Willy TAMINIAUX, Burgemeester van La Louvière, Voorzitter van de UVCW2 Jacques DE GRAVE Louis ROPPE 1
Sinds het vertrek van de heer Laurent op 1 maart 2001 wordt die functie door Thérèse Renier, wnd Federaal Secretaris, overgenomen 2 Tot september 2001: Willy Burgeon 29
Secretarissen-generaal en Directeurs Dominique LAURENT, Federaal Secretaris van de VBSG1 Commissies: De Vereniging is ook in de volgende commissies van de REGR vertegenwoordigd: Leefmilieu Vervoer Platform Employers Lokaal verkozen vrouwen Informatiemaatschappij -Elanet Jumelages Sociale zaken Risicobeheer Ad hoc werkgelegenheid Overheidsopdrachten 3) International Union of Local Authorities (IULA): World Executive Committee (WEXCOM): Jacques DE GRAVE, Voorzitter van de VBSG Onderhandelingscomité IULA / UTO: Louis ROPPE, Vice-Voorzitter van de VBSG 4) Internationale werkgroepen van de Vereniging Belgisch netwerk van de verkozenen van de REGR Europacel 1
lokale
vrouwelijke
Sinds het vertrek van de heer Laurent op 1 maart 2001 wordt die functie door Thérèse Renier, wnd Federaal Secretaris, overgenomen 30
V. Inforum
Na de omzetting van inforum tot een economisch samenwerkingsverband, waarvan sprake in het vorige jaarverslag, hebben de werkzaamheden op technisch vlak verder de zelfstandigheid van inforum gebracht.
Van de "hosting" bij Dexia tot het eigen beheersen van de informatica Vóór de omzetting van inforum in een economisch samenwerkingsverband, bevond de gegevensbank zich bij Dexia en werd ze ook daar beheerd. Sinds februari 2001 werd de hele informatica-omgeving echter verhuizd naar de lokalen in de Vereniging in de Aarlenstraat en beheren wij alles zelf. Dit is een hele uitdaging, maar biedt ook verschillende voordelen: de omgeving is autonoom geworden en dus minder gevoelig aan verandering opgelegd door externe behoeften; het verbetert ook de testmogelijkheden en biedt dus een meer dynamisch onderzoek naar nieuwe oplossingen.
Van besturen tot mandatarissen Zoals reeds aangekondigd, is inforum nu beschikbaar op internet. Wij stellen trouwens een uitbreiding van het basiscontract voor zodat de mandatarissen rechtstreeks toegang tot inforum via internet kunnen hebben. Tijdens de vergaderingen die de VVSG eind 31
2000 en begin 2001 georganiseerd heeft, hebben wij de gelegenheid gehad om de gegevensbank aan de mandatarissen voor te stellen. Het aantal e-mails die wij na deze vergaderingen gekregen hebben alsook het aantal uitbreidingen aan het contract die binnen gekomen zijn, getuigen van het interesse dat die erleeft. Tot heden hebben meer dan 1000 mandatarissen persoonlijke aansluitingen via internet op inforum.
De projecten Nu dat iedereen gewend is aan versie 3.0, wensen wij onze doelstellingen verder te zetten wat betreft de gebruiksvriendelijkheid van inforum. De opzoekingsmethode van inforum zullen nog verfijnd worden. Dit diepgaande werk, dat transparant is voor de gebruiker, zal een nog meer doeltreffende aanpak aan de gebruiker bieden. Ten slotte, hebben wij een nieuwe service ontwikkeld: het doorsturen van de nieuwigheden per beleidsdomein via e-mail. Zo kan een gebruiker zich inschrijven om regelmatig de lijst van de nieuwe documenten die hem aanbelangen in zijn mailbox te krijgen. Dit werd uitgelegd tidens de vergaderingen van de gebruikersgroepen die in mei en juni hebben plaatsgevonden.
32
VI. De diensten De federale Vereniging is het overlegplatform tussen de regionale verenigingen voor de federale en internationale materies. Het vertrek van de federale Secretaris op 1 maart 2001 heeft de organisatie van de taken van het federaal secretariaat, dat uit zeer weinig personeel bestaat, gewijzigd. De Raad van Bestuur heeft beslist de federaal Secretaris niet te vervangen voordat de nieuwe raden van bestuur gevormd zijn. De taken van de federale Secretaris werden dus overgenomen door zijn assistente. De Voorzitter heeft een deel van zijn tijd steun verleend aan het federaal secretariaat. De Directeurs van de regionale verenigingen zijn zich op de federale dossiers blijven toeleggen en zijn de beslissingen omtrent deze dossiers in het beheerscomité blijven voorbereiden. Het secretariaat staat in voor het beheer van de gebouwen, het onderhoud van het informaticanetwerk, het beheer van de vergaderzalen en het onthaal voor alle verenigingen. Het houdt zich ook bezig met het beheer van het eigen personeel en het personeel van de Brusselse vereniging, het federaal en internationaal secretariaat en de boekhouding van de federale en de Brusselse Vereniging en inforum.
33
Het federaal personeel
Thérèse RENIER, wnd Federaal Secretaris André GODELAINE, Diensthoofd administratie en personeel Marie-Rose MERTENS, Secretaresse Isabelle MOINE, Secretaresse Noëlle VOETS, Boekhoudster
34