VERENIGING van BELGISCHE STEDEN en GEMEENTEN
JAARVERSLAG
2002
Verantwoordelijke uitgever: Jef GABRIELS, Aarlenstraat 53 bus 4, 1040 Brussel
2
Voorwoord
Het jaar 2002 zal wellicht de geschiedenis ingaan als het eerste jaar nà het Lambermontakkoord. Alle gevolgen hiervan zijn nog niet in te schatten, maar duidelijk is dat vanaf nù de gewesten hun eigen gemeentewet ontwikkelen, waardoor op termijn mogelijk een totaal verschillende gemeentelijke politieke, organisatorische en burgerbenadering ontstaat in de drie gewesten. Ook de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten zal zich daaraan moeten aanpassen. Zij zal ongetwijfeld nog enige tijd een belangrijk bindteken zijn tussen de drie regionale verenigingen inzake een aantal federale materies zoals de politiehervorming en een aantal facetten van de gemeentefinanciën. Alhoewel er het voorbije jaar er hieromtrent een bijzonder goede samenwerking was tussen de verenigingen, zal echter naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst het belang van deze gezamenlijke benadering geleidelijk afnemen. Een belangrijke opdracht van de VBSG, met name die van de Europese en internationale materies zal echter nog geruime tijd veel aandacht krijgen. Het achtste congres van de Europese gejumeleerde steden, georganiseerd door de stad Antwerpen en de REGR, samen met de VVSG en VBSG gooide alleszins hoge ogen binnen de Raad der Europese Gemeenten en Regio’s.
3
Vanuit onze betrokkenheid in IULA (International Union of Local Authorities) volgen wij van nabij de voorbereidingen van de samensmelting en omvorming van IULA en UTO (United Towns Organisation) tot een nieuwe organisatie onder de naam “United Cities and Local Government”. De internationale samenwerking tussen Belgische gemeenten en gemeenten uit het Zuiden vormt ook een belangrijk deel van de activiteiten van de VBSG. Uitdagingen genoeg dus voor de Vereniging. Tot slot wil ik mijn waardering uitspreken voor de kleine, maar toegewijde groep medewerkers die er tevens voor zorgen dat de dagelijkse dingen in de vereniging tot in de puntjes verzorgd zijn.
Jef Gabriels Voorzitter
4
I.
Werking van de Vereniging: samenstelling van de organen
! Raad van bestuur Voorzitter: Jef GABRIELS, Burgemeester van Genk, Voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Ondervoorzitters: Eric ANDRE, Gemeenteraadslid te Ukkel, Voorzitter van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Willy TAMINIAUX, Burgemeester van La Louvière, Voorzitter van de Union des Villes et Communes de Wallonie Effectieve leden: André BOUCHAT, Burgemeester van Marche-enFamenne Karin BROUWERS, Schepen te Leuven Herman DE LOOR, Burgemeester van Zottegem Luc DENYS, Schepen te Schaarbeek Claude DESMEDT, Burgemeester van Ukkel Claude EMONTS, Voorzitter van het OCMW van Luik Marcel NEVEN, Burgemeester van Visé Lydia PEETERS, Burgemeester van Dilsen-Stokkem Marieken VAN MOERE, Gemeenteraadslid te Herent Etienne VAN VAERENBERGH, Schepen te Lennik
5
! Beheerscomité Thérèse RENIER, Federaal Secretaris Louise-Marie BATAILLE, Directrice van de Union des Villes et Communes de Wallonie Mark SUYKENS, Directeur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Marc THOULEN, Directeur van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
6
II. De federale materies ! De politiehervorming De politiehervorming heeft de Vereniging van Steden en Gemeenten dit jaar nog fel gemobiliseerd. Nadat in 2001, de federale politie officieel in werking trad, was 2002 het jaar van de in plaatsstelling van de 196 lokale politiezones in het land. De financiering en de organisatie van de lokale politie baren veel onrust. In het najaar van 2001, voerde de federale regering, onder druk van de verenigingen en talrijke plaatselijke besturen, een evaluatie in 13 pilootzones, om de reële meerkost te berekenen van het nieuwe statuut van de politieagenten in die zones. De evaluatie was te beperkt en verschafte dus geen bruikbare inlichtingen voor alle lokale politiezones. Toch stelde ze de redenering met betrekking tot de financiële verdeling uit het regeerakkoord van 9 maart 2001 in vraag. Op 20 november 2001 werden vervolgens verscheidene aanpassingen aan dit akkoord goedgekeurd. Op die manier werd met name de financiële situatie van de politiezones met een hoog percentage ex-rijkswachters iets verzacht. De voorziene federale dotatie werd in drie keer, bij wijze van provisie, aan de politiezones gestort, zodat intussen om een nauwkeurige evaluatie kon uitgevoerd worden in elk van de 196 zones. De federale dotatie aan de zones bestaat nu uit drie delen :
7
-
-
-
de basisdotatie, die voortkomt uit de verdeling van het federaal budget voor de lokale politie eventueel rekening houdend met het bedrag dat uit interzonale solidariteit wordt gestort aan de verlieslatende zones die daar recht op hebben; de sociale dotatie, die dient om de sociale zekerheidsbijdrage van de naar de zones overgedragen ex-rijkswachters te financieren. Voor het jaar 2002, worden die bijdragen betaald voor elke ex-rijkswachter in de zone waar hij zich daadwerkelijk bevindt; de bijkomende dotatie die de meerkost moet opvangen die, na evaluatie, door de regering zal worden aanvaard als “aanvaardbare meerkost”, met andere woorden, die door de federale overheid op zich moeten worden genomen, als noodzakelijk gevolg van de hervorming van de politiediensten.
De verenigingen hebben hard onderhandeld met de federale regering over die meerkost van de hervorming. Na het akkoord van november 2001, nam de Vereniging van steden en gemeenten deel aan verscheidene werkgroepen die werden opgericht op initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Op die manier werd de vereniging betrokken bij de moeilijke taak de criteria te bepalen voor die “aanvaardbare meerkost” voor alle zones. Op 16 april 2002 vergaderde een delegatie van burgemeesters van de drie verenigingen van steden en gemeenten met de regering. Terwijl de Eerste Minister zich officieel verheugd toonde over de positieve resultaten van de hervorming, verontrustte de fundamentele financiële onzekerheid waarin de 196 8
politiezones van het land zich bevonden de Vereniging nog steeds, in het bijzonder wat betreft de meerkost van het personeel. De Vereniging legde de nadruk op het beloofde budgettaire evenwicht en eiste van het federale niveau een duidelijk engagement over het bedrag van de meerkost voor de bijkomende uren, nacht- en weekendprestaties maar ook over de beperkingen van de werkorganisatie ingevolge het “mammoet” besluit. Op 11 juni 2002 : vond een nieuwe ontmoeting plaats tussen de politieke delegaties van de Verenigingen van Steden en Gemeenten en de Regering. Na moeilijke onderhandelingen en nadat de Regering zich angageerde om een aantal voorwaarden te vervullen, gaven de Verenigingen hun akkoord over de door de Regering vastgelegde parameters voor de berekening van de aanvaardbare meerkost. Eind augustus 2002, nadat verscheidene brieven van de verenigingen onbeantwoord bleven, antwoordde de Eerste Minister op een gezamenlijke brief van de Vlaamse en Waalse vereniging waarin gesteld werd dat meerdere voorwaarden die op 11 juni waren overeengekomen tussen de Regering en de Verenigingen niet leken nageleefd te worden door de Regering, zoals -
-
de omzendbrief die de afhandeling van de « ecofin» materies door de federale politie moest regelen, laat in feite de parketten de macht daarover te beslissen; het wetsontwerp betreffende het verkeersboetefonds is zeker geen belangrijke bron van 9
-
inkomsten voor de zonale politie. Het wetsontwerp beperkt de financieringsmiddelen van lokale projecten rond verkeersveiligheid immers tot de meerontvangsten van het verkeersboetefonds. Alhoewel afgesproken was dat de inzet van de lokale politiediensten in de AIK/CIC/Astrid slechts zou vastgelegd worden na een evaluatie van de huidige werking van het Astrid- netwerk en na bespreking in de begeleidingscommissie voor de hervorming van de politiediensten, legt het koninklijk besluit van 26 juni 2002 vanaf het begin, en tot 1 januari 2005, de capaciteit van AIK/Astrid vast op 50 % voor de lokale politie.
De verenigingen volgen uiterst waakzaam of de Regering de afgesproken voorwaarden nakomt en aan de alarmbel trekken in geval van ernstige problemen in 'n aantal zones. ! De gemeentefinanciën In ons jaarverslag van 2001 legden we al de nadruk op de toenemende financiële moeilijkheden van de gemeenten. We herhaalden de concrete voorstellen van de regionale verenigingen om het principe “de beslisser betaalt” toe te passen. Talrijke federale, regionale en communautaire dossiers bezwaren de gemeenten. Op federaal niveau is er natuurlijk het voorbeeld van de hervorming van de politiediensten. Die mobiliseert de verenigingen nog steeds in hun zoektocht naar een aanvaardbare oplossing voor de gemeenten (Cf. hierboven).
10
Nadat de Minister van Financiën, in 2001, de bijkomende achterstand inzake de aanvullende personenbelasting (veroorzaakt gebrekkige manuele inkohiering ervan) volledig had terugbetaald aan de gemeenten, heeft hij, in februari en maart 2002, twee voorschotten voor de gemeenten gestort. De verenigingen eisen al sinds lange tijd de systematische storting van voorschotten aan de gemeenten of van voorlopige twaalfden om de steeds terugkerende vertragingen in de inkohiering van de belasting te compenseren. Een andere eis van de verenigingen was de afschaffing van de administratieve afhouding van 3 % op de aanvullende personenbelasting. De Wet tot wijziging van artikel 470 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde de situatie van de gemeentefinanciën te verbeteren werd op 10 december 2001 goedgekeurd. Het voorstel om de afhouding van 3 % niet af te schaffen maar wel te verminderen werd ingediend door Volksvertegenwoordiger D. Bacquelaine. Deze afhouding blijft beperkt tot 2 % in 2002 en tot 1 % in 2003. Op deze manier groeten de jaarlijkse belastingsinkomsten van de gemeenten. Ook in de fiscale voordelen die Belgacom momenteel geniet komt er verandering. Sinds geruime tijd eisen de verenigingen de afschaffing van artikel 25 van de wet van 19 juli 1930 die de RTT – en dus ook Belgacom dat haar fiscale regime heeft geërfd – vrijstelt van alle belastingen (en taksen) ten gunste van de gemeenten. Artikel 79 van de programmawet van 30 december 2001 beoogt uitdrukkelijk deze afschaffing en treedt, 11
voor wat de belastingen en taksen ten gunste van de provincies en gemeente betreft, in werking vanaf het aanslagjaar 2003. ! Auteursrechten Het dossier over de naburige rechten was nauwelijks afgesloten, of een ander dossier met betrekking tot intellectuele rechten was het voorwerp van talrijke vergaderingen in 2002. Ter herinnering, de naburige rechten behelst de rechten van de vertolkers van artistieke werken (vooral muzikale) en de auteursrechten zijn de rechten die aan de auteurs van die werken worden toegekend. Welnu, de nieuwe richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement over de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet worden omgezet in Belgisch recht voor 31 december 2002. Deze richtlijn beoogt een doeltreffende bescherming van de auteursrechten en voorziet tegelijkertijd, in het belang van het publiek, uitzonderingen of beperkingen wanneer het gaat om auteursrecht in de context van onderzoek, onderwijs en cultuur. Worden vermeld in de Europese richtlijn: het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek, openbare instellingen zoals bibliotheken en archieven, gehandicapten. Concreet bedoelt de richtlijn in het bijzonder de reproductie in de scholen, maar vooral het leenrecht in de bibliotheken. Het dossier was het voorwerp van talrijke discussies en vergaderingen, als gevolg van enerzijds intens 12
lobbywerk van de uitgevers en anderzijds de steun aan het voorstel van senator Monfils en het ontwerp van minister Verwilghen. De Eerste minister heeft het dossier zelf behandeld van maart tot september, waarna het hele dossier werd overgeheveld naar het Ministerie van Economische zaken. De discussies moeten dus opnieuw vanaf het begin worden opgestart. ! Dexia De Verenigingen en Dexia hebben hun samenwerking voortgezet in het kader van de conventie over drie jaar die ondertekend werd in 2000. De steun van Dexia, partner van de lokale overheden, is bestemd voor projecten die jaarlijks voorgesteld worden door de gewestelijke verenigingen tijdens overlegvergaderingen met Dexia. Overigens blijft Dexia partner van de Belgische Vereniging voor Steden en Gemeenten in inforum, de juridische en administratieve gegevensbank van de Belgische lokale overheden (zie het hoofdstuk over inforum). ! OMOB OMOB is een bevoorrechte partner van de Vereniging en steunt de Vereniging. Gewoontegetrouw worden vergaderingen georganiseerd om verzekeringsdossiers te behandelen.
13
! Gemeentelijke Holding De gemeentelijke Holding besliste de diensten te ondersteunen die de Verenigingen voor Steden en Gemeenten zullen ontwikkelen voor de nieuwe lokale politiezones. De financiële tussenkomst van de gemeentelijke Holding zal aangewend worden om op haalbare wijze diensten aan te bieden aan de aandeelhouders. Concreet zullen de Verenigingen aan de nieuwe lokale politiezones advies geven op technisch, juridisch en beheersvlak ; ze zullen de gemeenten en de zones gedetailleerde informatie aanbieden over de politiewerking (wettelijke bepalingen en omzendbrieven, financieringen, Europese programma's, uitwisseling van good practices, statistische hulpmiddelen, enz.) ; ze zullen gespecialiseerde opleidingsdagen organiseren voor mandatarissen en ambtenaren.
14
III. Europese en internationale materies ! De Raad der Europese Gemeenten en Regio's (REGR) Dankzij de deelname van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten aan de vergaderingen van de REGR kan ze de activiteiten van de verenigingen bekend maken bij haar Europese collega's. Verder biedt het de kans om van gedachten te wisselen over onderwerpen die de gemeenten in de verschillende Europese landen aanbelangen en kan een bijdrage worden geleverd aan de gezamenlijke acties om de belangen van de lokale overheden te verdedigen bij de Europese instanties. In 2002 konden de verenigingen van steden en gemeenten, via de REGR, de stem van de lokale besturen laten horen in het kader van de Conventie over de toekomst van Europa. Ze vroegen de rol van de lokale overheid te versterken de principes van lokale democratie in het toekomstige Europees grondwettelijk verdrag te integreren. De REGR is eveneens van mening dat de lokale en regionale regeringen moeten worden opgenomen in de nieuwe definitie van subsidiariteit : het mag niet enkel gaan over de samenwerking tussen de Europese Unie en de nationale regeringen. Onze Europese organisatie richtte zich tot de heer Valéry Giscard d’Estaing – de voorzitter van de Conventie en voorzitter van REGR. Ze onderstreepte de noodzakelijke inbreng van bijkomende middelen voor de gemeenten die steeds meer nieuwe verantwoordelijkheden op zich moeten nemen, opgelegd door de Europese wetgeving. 15
De stad Antwerpen ontving in de maand mei het 8ste Congres van de Europese gejumeleerde steden. Het evenement werd georganiseerd door de Vereniging van VVSG in samenwerking met de VBSG. Deelnemers uit heel Europa werden samengebracht om van gedachten te wisselen en te debatteren over de toekomst van de jumelages. Het gekozen thema luidde: “jumelages – van uitwisseling naar samenwerking”. Dankzij het vernieuwende programma groeide dit congres uit tot een belangrijk succes. De slotverklaring onderstreepte het belang van de traditionele rol van jumelages, maar ook de plaats van actuele thema’s die kunnen toelaten een nieuw werkkader te ontwikkelen. Zoals elk jaar deden de verenigingen die lid zijn van de REGR aan belangenbehartiging bij de Commissie en het Europese Parlement opdat de Europese dotatie van 12 miljoen euro aan het Jumelageprogramma behouden zou blijven. De inspanningen van de verenigingen hebben vruchten afgeworpen. Het behoud van dat bedrag was des te meer nodig omdat het jumelageprogramma, geeft op de uitbreiding van de Europese Unie, ongetwijfeld opnieuw veel belangstelling zal genieten. Elanet is het Europees netwerk van lokale en regionale overheden op het vlak van nieuwe technologieën. Het is een commissie van de REGR. Elanet organiseert enerzijds geregeld een Conferentie (EISCO) en zorgt anderzijds voor de opvolging van een deelname aan Europese programma’s met betrekking tot e-society. Dit jaar vond EISCO plaats in 16
mei. België was er zwak vertegenwoordigd, maar de Belgische deelnemers zijn teruggekeerd met het gevoel dat we lang niet de slechtste leerlingen van de klas zijn. In Mouvement communal van augustusseptember 2002 V.84,(770),343-344 van de UVCW en in de Nieuwsbrief van de VSGB van 09.07.2002,(5),4-6 verscheen een samenvatting van deze Conferentie. In het kader van deelname aan Europese programma’s werd met veel aandacht het VIe programma met betrekking tot ICT gevolgd gezien de grote impact die dit programma de volgende jaren zal hebben. Tenslotte zijn Elanet en de REGR intens betrokken geweest in het project KEeLAN benchmarking van internetsites op Europees niveau. De doelstelling van dit project is de het definiëren van “gebruiksaanwijzingen” van toepassingen die de betrokken gemeenten in staat moeten stellen om van de ervaringen van andere gemeenten gebruik te maken. De leden van de commissie van de plaatselijke en regionale vrouwelijke verkozenen kwamen in april 2002 samen in Hoei ter gelegenheid van de conferentie van de Verenigde Naties over het thema “vrouwen en armoede”. Ze voerden een debat over de methode en de inhoud van het werk dat de commissie in de toekomst zal leveren. De oprichting van een netwerk voor plaatselijke vrouwelijke verkozenen in de verschillende Europese landen – zoals het netwerk van plaatselijke vrouwelijke verkozenen van de VBSG, cf, hierboven – de bijdrage van deskundigen aan het 17
denken van de vrouwelijke verkozenen, de publicatie van kwantitatieve gegevens over de deelname van vrouwen aan het plaatselijke politieke leven, toonden het belang en de waarde aan van de werkzaamheden die deze commissie sinds twintig jaar verricht ten gunste van de deelname van vrouwen aan de Europese opbouw en aan het politieke leven. De commissie bereidt een project voor rond de gelijkheid in de Europese steden in het kader van het 5de communautaire actieprogramma voor de gelijkheid. De REGR was aanwezig op de Wereldtop in Johannesburg over duurzame ontwikkeling. In samenwerking met onze internationale vereniging, IULA (cf. hieronder) werden de werkzaamheden actief voorbereid, en werd de nadruk gelegd op de bijdrage van de lokale besturen aan de effectieve uitwerking van Agenda 21 en de Millennium ontwikkelingsdoelstellingen. De REGR heeft dit jaar ernstig nagedacht – en doet dat nog steeds - over de structuur van de verschillende werkgroepen. De idee is de inhoud van die groepen beter te laten overeenstemmen met de behoeften van de verenigingen en de vragen die het vaakst opduiken op gemeentelijk niveau: duurzame ontwikkeling; het cohesiebeleid en het territoriaal beleid; werkgelegenheid, sociale zaken en de kennismaatschappij. Een politiek forum zou eens per jaar over elk thema samenkomen en er zouden technische werkgroepen worden samengesteld om de opvolging van de door het forum gestelde prioriteiten te verzekeren.
18
De bestaande commissies zullen behouden worden : de commissie van de plaatselijke verkozenen, Elanet (informatiemaatschappij), het jumelagenetwerk. Aan het begin van 2003 zal een nieuw netwerk opgestart worden : dat van de verantwoordelijken voor ontwikkelingssamenwerking. Over het algemeen beschouwd, wil het REGR haar toekomstig werkprogramma uitstippelen rond de volgende thema’s : -
de toekomst van Europa uittekenen de rol en de waarden van de lokale en regionale democratie bevorderen de wetgeving en het beleid meer gestalte geven de uitwisseling van ervaringen, ideeën en knowhow vergemakkelijken Europa in de wereld –de bijdrage van de lokale en regionale overheden ontwikkelen De REGR als organisatie versterken.
! International Union of Local Authorities (IULA) De Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten heeft dit jaar deelgenomen aan de twee vergaderingen van het Uitvoerend comité op wereldniveau (WEXCOM) van de IULA. Tijdens deze twee vergaderingen werd voornamelijk aandacht besteed aan de voorbereidingen van de samensmelting van de IULA en de United Towns 19
Organisation (UTO). Die moet in januari 2004 afgerond worden met de oprichting van een volledig nieuwe organisatie van de lokale besturen. Er waren verschillende steden kandidaat om de zetel van de nieuwe organisatie te huisvesten, waaronder Barcelona en Genève/Divonne-les-Bains. Deze werden weerhouden omwille van hun onthaalmogelijkheden en hun internationale dimensie. De leden van de IULA en de UTO kozen uiteindelijk voor de stad Barcelona. Op een gezamenlijke vergadering in Tunis, begin november 2002, werden de statuten van de nieuwe organisatie aangenomen. Na lange discussie werd ook een naam gekozen: “United Cities and Local Government". Er rest de IULA nog slechts een jaar om alle stappen met het oog op de ontbinding goed af te werken. De IULA is een internationale vereniging, onderworpen aan het Belgische recht. Zij werd opgericht in 1913, tegelijkertijd met de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, en de formaliteiten voor de ontbinding moeten dus aangepast zijn aan de Belgische wetgeving. Naast deze belangrijke stappen met het oog op het ontstaan van de nieuwe vereniging, waren de werkzaamheden van de IULA in 2002 gericht op drie grote actiedomeinen: -
Duurzame ontwikkeling. IULA heeft de bijdrage van de lokale besturen op de top van Johannesburg 20
gecoördineerd en heeft haar Verklaring van de lokale besturen voorgelegd aan de regeringsvertegenwoordigers. Uiteindelijk heeft de Top in zijn geheel niet voor een betekenisvolle vooruitgang gezorgd op het vlak van duurzame ontwikkeling. Toch kunnen we met voldoening opmerken dat de vertegenwoordigers in Johannesburg in hun slotverklaring uitdrukkelijk hebben verwezen naar de acties die op “alle niveaus” moeten worden gevoerd. In de slotdocumenten vinden we ook een belangrijk engagement om de rol en de capaciteiten van de lokale besturen te versterken. -
Vrouwen in de lokale besturen. De doelstelling van het programma van de IULA in dit domein is het bevorderen van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek op lokaal niveau.
-
Het samenwerkingsprogramma tussen de verenigingen van steden en gemeenten, “Local Government Associations Development Programme” genaamd, mede gefinancierd door de Wereldbank. Naast dit werk tussen verenigingen onderling, volgt de IULA eveneens de gemeentelijke internationale samenwerkingsprogramma’s op de voet. Die werden door verscheidene verenigingen overal ter wereld opgericht. De Vereniging van de Belgische Steden en Gemeenten neemt deel aan het platform “CIB” van de IULA, waarbinnen ervaringen en goede werkwijzen in verband met samenwerking tussen steden worden uitgewisseld. 21
Voor we dit hoofdstuk afronden, benadrukken we nog het gezamenlijke initiatief van de vertegenwoordigers van Israëlische en Palestijnse verenigingen van lokale besturen. Dit initiatief werd in juni door de gezamenlijke uitvoerende vergadering van de IULA en de UTO goedgekeurd. Het wil op lokaal niveau wederzijds de opbouw, de dialoog en de vrede bevorderen. De Israëlische en Palestijnse verenigingen zijn het eens geworden om samen een dubbele conferentie over deze onderwerpen te organiseren. De conferentie zou in de lente van 2003 moeten plaatsvinden, achtereenvolgens in Palestina en Israël. Ze zal van technische aard zijn. De doelstelling is het aantonen van de noodzaak van dialoog. Verder wil men bekijken welke acties passen in het kader van ieders bevoegdheden. In Palestina zal de nadruk liggen op het thema heropbouw, in Israël zal het centrale thema uitwisseling en dialoog zijn. ! Het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten van Europa (CLRAE) Het Congres van de Lokale en Regionale Autoriteiten van Europa (CLRAE) is het forum van de vertegenwoordigers van de lokale en regionale besturen van de lidstaten van de Raad van Europa. Het Congres is samengesteld uit een lokale kamer en uit een regioanle kamer. Alle leden zijn verkozenen die de lokale en regionale entiteiten vertegenwoordigen
22
van de vierenveertig lidstaten van de Raad van Europa. Het Congres komt één maal per jaar in plenaire zitting samen. Daarnaast is er een permanente Commissie, samengesteld uit de vertegenwoordigers van alle nationale delegaties. Tenslotte behandelen de vier statutaire Commissies afzonderlijke onderwerpen. Het gaat om de institutionele Commissie, de Commissie voor cultuur en onderwijs, de Commissie voor een duurzame ontwikkeling en de Commissie voor sociale cohesie. Het Congres is bevoegd voor de rapporten over de situatie van de lokale en de regionale democratie in de lidstaten en voor de toepassing van de principes van het Europees Handvest voor lokale autonomie. De institutionele Commissie bereidt nu een rapport voor over de lokale democratie in België. Dat rapport zou goedgekeurd moeten worden door het Congres tijdens de volgende plenaire zitting in juni 2003. ! De vrouwelijke verkozenen Het Netwerk van de lokale vrouwelijke verkozenen van de VBSG was in april aanwezig op het Forum van Steden tegen armoede, georganiseerd door de UNDP (United Nations Development Programme). Het thema van dit jaar van het Forum was “vrouwen en armoede”. De Belgische vrouwelijke verkozenen verduidelijkten welke inspanningen er in hun gemeenten worden geleverd in de strijd tegen bestaansonzekerheid. Nog steeds in het kader van dit Forum kreeg, op initiatief 23
van de VBSG, de Commissie van de lokale en regionale verkozenen van de Raad der Europese Gemeenten en Regio’s de kans samen te komen. Na afloop van deze vergadering hebben de aanwezige Belgische en Europese vrouwelijke verkozenen twee persberichten opgesteld: één over de conventie over de toekomst van Europa en een ander over ontwikkelingssamenwerking. Het voorzitterschap van het Netwerk van lokale vrouwelijke verkozenen van de VBSG is dit jaar gewijzigd. Mevrouw Antoinette Pecher, eregemeenteraadslid van Antwerpen en initiatiefneemster van het Netwerk, stond jarenlang aan het roer. Nu wordt het netwerk voorgezeten door drie vrouwelijke verkozenen die de drie gewesten van het land vertegenwoordigen: Mevrouw Lampaert, gemeenteraadslid in Kampenhout, Mevrouw Lizin, burgemeester van Hoei en Mevrouw Vyghen, schepen in Brussel-stad. In plaats van om de beurt het voorzitterschap waar te nemen, hebben zij besloten samen te werken met respect voor de eigenheid van de verschillende gewesten. De deelnemers aan de vergadering hebben dit jaar gewerkt rond de voorgestelde doelstellingen en rond de manier waarop het Netwerk en zijn activiteiten meer bekendheid kunnen krijgen, opdat het Netwerk, zoals de naam aangeeft, een echte plek voor uitwisseling kan worden, alsook een plek waar lokale vrouwelijke verkozenen uit heel België standpunten kunnen innemen over gemeentelijke problemen die hen aanbelangen.
24
! Het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking Aan het einde van 2000 werd op initiatief van Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Eddy Boutmans, het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking gelanceerd. In 2002 werd dat programma dankzij het intensieve werk van de verenigingen voor steden en gemeenten verder uitgewerkt. Wij herinneren eraan dat de Staatssecretaris het beheer van het programma toevertrouwde aan de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, die, in nauwe samenwerking met de drie regionale verenigingen, zorgt voor de opvolging van het programma. De regionale verenigingen zijn belast met de uitwerking van het programma op het terrein samen met de gemeenten die projecten willen indienen. De twee grote doelstellingen van het programma zijn de volgende: een bijdrage leveren tot de versterking van de lokale besturen in ontwikkelingslanden en de Belgische gemeenten aanmoedigen om een actieve rol te spelen in de internationale samenwerking met hun partnergemeenten uit het Zuiden. Welke evoluties kunnen we in 2002 vaststellen? Eerst en vooral spreekt het programma meer gemeenten aan: in 2001 waren er 16 gemeenten die een project steunden, in 2002 al 29 (13 Waalse, 9 Vlaamse en 7 Brusselse). Tevens worden de deelnemende gemeenten vanaf de start goed begeleid, dit via een 25
degelijke en beter aangepaste vormingssessies. Zij beheersen daardoor beter de beheermethodes van de projecten en de concepten van de gedecentraliseerde samenwerking. Dit heeft duidelijke gevolgen voor de kwaliteit van de projecten. De Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten belegt geregeld vergaderingen met de programmaverantwoordelijken op het niveau van het Kabinet van de Staatssecretaris en van de Algemene Directie Internationale Samenwerking (DGIS). Deze stuurgroep spreekt zich uit over de selectie van projecten, de vordering van het programma, de evaluatie ervan en de toekomstige koers die men wil varen. Op die manier zou het programma, na twee proefjaren, een meerjarenprogramma kunnen worden. De Vereniging werd uitgenodigd om op 7 oktober deel te nemen aan de Wereld Habitat Dag, dit jaar door de Verenigde Naties georganiseerd in Brussel. In het kader van deze dag en van de talrijke manifestaties die in de marge van 7 oktober plaatsvonden, werd een de balans opgemaakt van de bijdrage van de samenwerking tussen steden « City-to-City Cooperation » - tot een duurzame menselijke woonomgeving. Verscheidene Belgische gemeenten kregen de kans hun realisaties binnen dit domein voor te stellen aan de vele deelnemers.
26
IV. De vertegenwoordigers commissies buitenshuis
in
de
organen
en
! op federaal niveau De Vereniging vertegenwoordigt de steden en gemeenten in verschillende organen en commissies buitenshuis. Ziehier de lijst: -
-
Raadgevend comité NMBS Beheerscomité RSZ-PPO Technisch comité pensioenen bij de RSZ-PPO Technisch comité gemeenschappelijke sociale dienst bij de RSZ-PPO Commissie voor de overheidsopdrachten (Eerste Minister) Federale commissie voor het wegverkeer (Ministerie van Verkeerswezen) Vaste commissie voor de burgerlijke stand (Ministerie van Justitie) Bijzondere commissie voor pensioenen van het gemeentepersoneel (Ministerie van Pensioenen) Comité van de gebruikers van het Rijksregister van de natuurlijke personen Hoge raad voor de voorkoming van de misdadigheid (Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie) Hoge raad voor de beveiliging tegen brand en ontploffing (Ministerie van Binnenlandse Zaken) Werkgroep herziening wetgeving betreffende begraafplaatsen en lijkbezorging (Ministerie van Binnenlandse Zaken) 27
-
Hoger instituut voor de noodplanning (Ministerie van Binnenlandse Zaken) Bijzondere commissie voor grensoverschrijdende samenwerking Adviescommissie ingesteld bij het Instituut voor Veterinaire Keuring Commissie voor de veiligheid bij sportwedstrijden of sportcompetities voor motorvoertuigen Werkgroep volkstelling (NIS) Algemene werkgroep statistieken Commissie voor naburige rechten Gemengde Commissie met betrekking tot de hinderpalen voor de informatiemaatschappij Raadgevende Raad van burgemeesters (Politie)
Anderzijds zijn ook de regionale verenigingen vertegenwoordigd in verschillende federale commissies, zo onder meer: -
-
werkgroep voor de ratificatie van het Handvest voor lokale autonomie (Ministerie van Binnenlandse Zaken) gemengde werkgroep Staat-Gewesten werkgroep politie (Ministerie van Binnenlandse Zaken) werkgroep privacy (Ministerie van Justitie)
Tot slot is de Vereniging lid van de Algemene ledenvergadering van inforum.
28
! op Europees en internationaal niveau 1) Kamer van de lokale overheden van het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten van Europa (CLRAE – Raad van Europa) Effectieve leden: Eric ANDRE, Voorzitter van de VSGB Jef GABRIELS, Voorzitter van de VBSG en van de VVSG Willy TAMINIAUX, Voorzitter van de UVCW Plaatsvervangende leden: Willy BORSUS, Burgemeester van Somme-Leuze Guy MILCAMPS, Voorzitter van de Vereniging van de Waalse Provincies Etienne VAN VAERENBERGH, Schepen te Lennik Francis VERMEIREN, Burgemeester van Zaventem Permanente Commissie Jef GABRIELS Statutaire Commissies Effectieve leden : Institutionele Commissie Eric ANDRE Commissie voor de duurzame ontwikkeling Willy BORSUS Commissie voor sociale cohesie Willy TAMINIAUX
29
Secretaris van de Belgische delegatie Thérèse RENIER, Federaal Secretaris van de VBSG 2) Raad der Europese Gemeenten en Regio's (REGR) Bureau Jef GABRIELS Directiecomité Eric ANDRE, Voorzitter van de VSGB Herman DE LOOR, Burgemeester van Zottegem Jef GABRIELS, Voorzitter van de VBSG en van de VVSG Willy TAMINIAUX, Voorzitter van de UVCW Secretarissen-generaal en Directeurs Thérèse RENIER, Federaal Secretaris van de VBSG Commissies: De Vereniging is ook in de volgende commissies van de REGR vertegenwoordigd: Bestuur en institutioneel debat met 't oog op 2004 Cohesiepolitiek Werkgelegenheid en sociale politiek Duurzame ontwikkeling Platform Employers Vervoer Overheidsopdrachten Lokale vrouwelijke verkozenen Informatiemaatschappij -Elanet Logon - uitbreiding Jumelage 30
3) International Union of Local Authorities (IULA): World Executive Committee (WEXCOM): Jef GABRIELS 4) Internationale werkgroepen van de Vereniging Belgisch netwerk van de lokale vrouwelijke verkozenen van de REGR Europacel Stuurgroep Gemeentelijke Internationale Samenwerking
31
32
V. Inforum
Inforum heeft dit jaar een nieuwe dienst opgestart : per e-mail worden thematische lijsten van maandelijks uitgekozen documenten verzonden. Wanneer een gebruiker zich inschrijft voor deze dienst, krijgt hij elke maand de nieuwigheden die de juridische kant van zijn beroep of zijn mandaat beïnvloeden in zijn elektronische postbus bezorgd. Ook de keuze die inforum elke dag maakt uit het Staatsblad wordt via e-mail verstuurd. Op die manier kan men elke middag het Staatsblad geanalyseerd, samengevat en in perspectief geplaatst consulteren. De nieuwe onthaalpagina van inforum biedt eveneens een meer informatieve toegang. Ook tal van wijzigingen in 'n aantal reglementeringen die dagelijks toegepast worden in de lokale besturen vergoten grote inspanningen. Alleen al voor de overgang van het bestaansminimum naar het leefloon werden 3000 documenten opnieuw behandeld. De gegevensbank bevat de volledig geüpdate versie van de nieuwe reglementering. Op deze manier blijven we van dichtbij de evolutie volgen van wat de lokale besturen meemaken.
33
34
VI. De diensten De VBSG is het overlegplatform tussen de drie regionale verenigingen – VVSG, UVCW en VBSG over federale en internationale kwesties. Zij vertegenwoordigt eveneens de lokale Belgische besturen bij de Europese en internationale instanties. Naast deze missies, speelt de VBSG een belangrijke ‘bemiddelaars’rol tussen de regionale verenigingen en inforum, hoofdzakelijk met betrekking tot het beheer van de gebouwen in de ruime zin van het woord en de organisatie van de vergaderzalen. Het federale secretariaat verzorgt eveneens het federale en internationale secretariaat van de VBSG, het personeelsbeleid van de VBSG en van de Brusselse vereniging en de eigen boekhouding en die van zowel de Brusselse vereniging als van inforum. De VBSG werkt al bijna twee jaar met een sterk verkleinde ploeg: de federale secretaris, twee secretaressen, een deeltijdse boekhoudster en een administratieve verantwoordelijke die 2/5 werkt.
35
Het federaal personeel Thérèse RENIER, Federaal Secretaris André GODELAINE, Diensthoofd administratie Marie-Rose MERTENS, Secretaresse Isabelle MOINE, Secretaresse Noëlle VOETS, Boekhoudster
36