Proeftuinen
Vereniging als Winkel en Leerbedrijf
DE S POR TVER WINK ENIG EL & ING LEER ALS BED RIJF
Inspiratie door innovatie Waarom innoveren? In 2006 introduceerden NOC*NSF en het Ministerie van VWS het programma Proeftuinen Nieuwe Sportmogelijkheden. De sportkoepel en het Ministerie wilden daarmee sportorganisaties stimuleren om hun sportaanbod te vernieuwen. De behoefte aan innovatie komt door de veranderende behoeften van Nederlanders. Ten eerste is flexibiliteit een maatschappelijke trend. Nederlanders willen niet meer alleen in de avonduren of in het weekend sporten, maar ook op andere momenten. Ten tweede bewegen veel Nederlanders nog steeds te weinig. Om meer Nederlanders blijvend in beweging te brengen moet de georganiseerde sport werken aan klantgericht, nieuw en verfrissend aanbod. NOC*NSF verspreidt succesvolle innovaties waarmee sportverenigingen hun sportaanbod kunnen vernieuwen Een derde trend die om innovatie van het sportaanbod vraagt, is het zap-gedrag van vooral jonge mensen. Dat vraagt om meer differentiatie in het sportaanbod en andere vormen van lidmaatschap. Door te vernieuwen kunnen sportverenigingen nieuwe doelgroepen bereiken, waaronder mensen waarvoor het sportaanbod (te) klein is. Denk aan sport voor ouderen, sport in achterstandswijken of sport voor mensen met een lichamelijke beperking. Wat zijn proeftuinen? Een proeftuin bestaat uit een sportvereniging of een cluster van sportverenigingen die zich - soms in samenwerking met hun bonden - richten op een of meer vormen van sportvernieuwing. Zo kan een bestaande sport - al dan niet in gewijzigde vorm worden aangeboden aan een nieuwe doelgroep. Andere proeftuinen richten zich op de toegankelijkheid van bestaande sportmogelijkheden. Dit kan bijvoorbeeld door de inzet van flexibele lidmaatschappen of sportverenigingen die sport op andere locaties aanbieden (bedrijven, BSO, scholen etc.). De Proeftuinen zijn bedoeld om te onderzoeken welke ideeën succesvol zijn en wat de ideale vorm daarvan moet zijn. De Proeftuinen leveren een schat aan ideeën en leerervaringen op. NOC*NSF verzamelt die met de bedoeling succesvolle ideeën te verspreiden, zodat ook elders in het land verenigingen zich vernieuwen.
2
Complex In totaal vijftien proeftuinen testen welk vernieuwend sportaanbod perspectief biedt. Een daarvan is de proeftuin Vereniging als Winkel- en Leerbedrijf. Organisatorisch is dit de meest complexe proeftuin, omdat er vier sportbonden bij waren betrokken die in vijf steden actief waren. In iedere stad deden twee, drie of vier verenigingen mee. Bovendien waren de doelstellingen ambitieus geformuleerd (zie: ‘De vier pijlers’ op pagina 5). De betrokken verenigingen in de vijf steden hadden weliswaar dezelfde doelen, maar vulden die op hun eigen manier in. Er lag een grote uitdaging voor de stuurgroep om grip op de ontwikkelingen te houden. Daarbij speelde mee dat de communicatielijnen pas in de loop van het project optimaal gingen functioneren. De stuurgroep ging de verenigingen in de vijf steden bezoeken, er werd een nieuwsbrief uitgegeven en workshops georganiseerd. In alle steden hebben de deelnemende verenigingen een groot aantal nieuwe activiteiten ontwikkeld. Vaak werden daarvoor nieuwe sportvormen gebruikt die door de vier bonden zijn ontwikkeld. Daarbij zochten de verenigingen samenwerking met (sport)opleidingen. Belangrijke winst van die activiteiten is dat veel daarvan tot stand kwamen door intensieve samenwerking door deelnemende proeftuin-verenigingen. Zowel met elkaar als met andere lokale partners. De meerwaarde van deze samenwerking is binnen deze proeftuin absoluut bewezen. In deze brochure wordt hier uitgebreid over verteld. NOC*NSF en de vier zaalsportbonden zijn inmiddels bezig met een nauwkeurige inventarisatie van de oogst van deze en andere proeftuinen. Met de meest kansrijke resultaten gaan sportkoepel en -bonden verenigingen in het land versterken. Opdat nog meer Nederlanders in de toekomst uit een nog groter aanbod kunnen kiezen. Maarten van Koolwijk Proeftuinbegeleider NOC*NSF
Subsidie Programma Stuurgroep Projectleider Projectleden
Ministerie van VWS NOC*NSF Zaalsportbonden Nevobo Nederlandse Basketball Bond Nederlands Handbal Verbond Badminton Nederland
Groningen Badmintonvereniging BC GO! Basketballvereniging Celeritas-Donar Handbalvereniging V&S
Per vereniging Bestuur Bedrijfsleider
Volleybalvereniging Lycurgus Leerbedrijf Alfa College Groningen
Den Haag
Zwolle
Badmintonvereniging DKC Basketballvereniging CobraNova
Basketballvereniging ZAC
Handbalvereniging SOS Kwieksport
Handbalvereniging SV Zwolle
Volleybalvereniging Kalinko
Volleybalvereniging VC Zwolle Leerbedrijf Sportservice Zwolle
Leerbedrijf Haagse Hogeschool
Dordrecht
Eindhoven
Basketballvereniging Almonte Handbalvereniging M.O.K. Volleybalvereniging VV Alfa/Next Volley Gemeente Dordrecht
Handbalvereniging Oktopus Proeftuinen Nederland Proeftuinsteden Vereniging als Winkel en Leerbedrijf
Volleybalvereniging VCE/PSV Gemeente Eindhoven
3
Proeftuin Vereniging als Winkel- en Leerbedrijf Het project “Vereniging als Winkel & Leerbedrijf” is een van de vijftien Proeftuinen die NOC*NSF is gestart om nieuw sportaanbod te creëren. Vier zaalsportbonden, het Nederlands Handbal Verbond, de Nederlandse Basketball Bond, Badminton Nederland en de NeVoBo, dienden eind 2006 een projectplan voor deze proeftuin in bij NOC*NSF. In 2007 selecteerde NOC*NSF het plan. Van 2008 tot medio 2011 kon het project Vereniging als Winkel & Leerbedrijf als een van de in totaal vijftien proeftuinen worden uitgevoerd. NOC*NSF bood voor die periode financiële ondersteuning om per vereniging een bedrijfsleider aan te stellen. Samenwerking zaalsporten De vier zaalsportbonden die het projectplan indienden, werken al sinds 2004 nauw samen, onder andere op het gebied van: • BOS-impuls (creëren van extra sportaanbod voor jeugd in diverse gemeenten) • Accommodatiebeleid (aanpakken problematiek met betrekking tot tekort aan zaalruimte) • School & Sport (onder andere in het project Sportaanbod voor het Onderwijs) • Clubkoers (marketing & sponsorwerving voor verenigingen) • Nieuwe sportvormen (ten behoeve van ledenwerving en -behoud) De samenwerking tussen de vier zaalsportbonden in deze proeftuin is een logisch vervolg op eerdere gezamenlijke projecten. Aanpak en doelen van deze proeftuin De proeftuin “Vereniging als Winkel & Leerbedrijf” is een van de meest complexe proeftuinen door het grote aantal organisaties dat erbij betrokken is, de geografische spreiding en de ambitieuze doelen. De proeftuin speelt zich af in vijf steden: Den Haag, Dordrecht, Eindhoven, Groningen en Zwolle. In iedere stad werken in principe vier zaalsportverenigingen samen (per stad een vereniging per sport). Dat lukte niet in iedere stad. Soms beperkte de deelname zich tot twee of drie verenigingen per stad. (zie voor overzicht pagina 3) In de stuurgroep van het project zaten vier vertegenwoordigers van de vier zaalsportbonden. Ieder van hen was aanjager en aanspreekpunt voor de deelnemende verenigingen uit een bepaalde stad. Uiteraard hadden deelnemende verenigingen daarnaast ook contact met hun eigen bond. Bijzonder aan deze proeftuin is dat het project draait
4
om zaalsportverenigingen die met vergelijkbare problemen te maken hebben en elkaar versterken. Proeftuinverenigingen streven naar continuïteit van het project na de projectperiode. Alle verenigingen kregen voor de duur van het project een vast bedrag, waarvoor zij voor een aantal uren een zogenaamde bedrijfsleider konden aanstellen. Op pagina 3 is de structuur van deze proeftuin schematisch weergegeven. Doelen Het doel van het project is om meer mensen aan het sporten te krijgen. Om dat doel te bereiken zullen verenigingen hun aanbod moeten vernieuwen en verbreden. Binnen deze proeftuin ligt de focus op twee componenten. Ten eerste streven deelnemende verenigingen ernaar zich om te vormen tot een ‘Winkel’. Op de schappen van die winkel vinden verschillende doelgroepen diverse, vernieuwende sportvormen. Verenigingen worden binnen deze proeftuin uitgedaagd om zelf nieuwe sportvormen te ontwikkelen, nieuwe sportvormen uit de koker van de bonden uit te proberen of voor bestaande sportvormen nieuwe doelgroepen te vinden. Daarnaast moeten de verenigingen zich ontwikkelen tot zogenaamd ‘Leerbedrijf’. Dat houdt in dat de vereniging stageplekken beschikbaar stelt aan een of meer onderwijsinstellingen. Stagiaires van relevante opleidingen krijgen daardoor de gelegenheid om binnen verenigingen mee te werken en praktijkervaring op te doen. Elke vereniging dient dan ook een erkend leerbedrijf te worden. Als kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport is Calibris verantwoordelijk voor erkenning van leerbedrijven en vaststelling van kwalificaties (www.calibris.nl).
De vier pijlers van de proeftuin Winkel- en Leerbedrijf De stuurgroep heeft de doelen van de proeftuin vertaald in de vier zogenaamde pijlers van deze proeftuin. In het ideale geval houden de deelnemende verenigingen binnen hun lokale project rekening met elk van deze vier pijlers: 1 Innovatief sportaanbod De verenigingen spannen zich in om voor de vereniging nieuw sportaanbod te creëren. Daarvoor bestaan verschillende opties. Zij kunnen zelf compleet nieuw aanbod ontwikkelen, maar zij kunnen ook gebruik maken van nieuwe sportvormen die door de bonden zijn ontwikkeld. Met dat nieuwe sportaanbod - dat als nieuwe sportvomen op de winkelplank van de vereniging ligt - proberen de verenigingen nieuwe doelgroepen te bereiken of het sportaanbod voor bestaande leden aantrekkelijker te maken. 2 Samenwerking Verenigingen binnen een proeftuinstad zoeken samenwerking om elkaar te versterken en te adviseren over mogelijkheden. Traditioneel vissen verenigingen voor nieuwe leden altijd in hetzelfde water en zijn het daarmee concurrenten. Binnen de proeftuin werken de deelnemende verenigingen samen om gezamenlijke problematiek aan te pakken en de belangstelling voor zaalsporten in hun stad te vergroten. Naast samenwerking met elkaar wordt ook de samenwerking met instanties in de omgeving gezocht. Denk hierbij aan scholen, gemeente en kinderopvangcentra. 3 Leerbedrijf Verenigingen streven naar duurzame contacten met regionale onderwijsinstellingen. Doel ervan is om die onderwijsinstellingen regelmatig stageplekken aan te bieden. Zowel verenigingen als studenten kunnen zich daardoor verder ontwikkelen. Voor de hand liggen stageplaatsen voor studenten van sportgerelateerde opleidingen, maar ook voor bijvoorbeeld studenten Communicatie of Management kan een sportvereniging een interessante stageplek zijn. 4 Terugverdienmodel Deelnemende verenigingen kunnen in het kader van deze proeftuin een zogenaamde bedrijfsleider aanstellen. Deze betaalde werknemer van de vereniging zorgt ervoor dat de vereniging de doelen van deze proeftuin bereikt.
Na de projectperiode die loopt tot medio 2011 wordt de financiering van de proeftuin beëindigd. Dat betekent dat ook de financiering voor de bedrijfsleider stopt. Binnen deze proeftuin streven de verenigingen echter naar zodanige continuïteit dat het project ook na de projectperiode kan worden voortgezet. Dat betekent dat betrokken bedrijfsleiders streven naar vermarkten van nieuwe producten en diensten zodat daarmee voor de vereniging het eigen salaris wordt verdiend. Dit principe wordt binnen de proeftuin het terugverdienmodel genoemd.
Handleiding voor deze brochure In deze brochure hebben we de ervaringen die met deze proeftuin zijn opgedaan thematisch uitgewerkt. Die thema’s komen overeen met de vier pijlers die op deze pagina zijn beschreven. De pijler Innovatief Sportaanbod hebben we voor deze brochure gesplitst in de thema’s Nieuwe Producten en Nieuwe Doelgroepen. Bovendien hebben we het thema Werkgeverschap toegevoegd, vanwege het belang daarvan voor deze proeftuin. Ieder thema begint met een of twee langere verhalen of interviews met bedrijfsleiders en/of bestuurders van proeftuinverenigingen. Daarna volgen een aantal leerervaringen rond dat thema die proeftuinverenigingen hebben bijgedragen. Bij iedere leerervaring vermelden we welke vereniging of bond de bron is van die leerervaring.
5
Inhoud 9
15
INTRODUCTIE Inspiratie door innovatie - Maarten van Koolwijk NOC-NSF 2 Overzicht structuur betrokken partijen proeftuin Vereniging als Winkel en Leerbedrijf 3 Proeftuin Vereniging als Winkel en Leerbedrijf 4 De vier pijlers van Proeftuin Vereniging als Winkel en Leerbedrijf 5 Handleiding brochure 5 WERKGEVERSCHAP De vereniging als werkgever: vallen en opstaan - Interview DKC en SOS-Kwieksport 8 Wat is eigenlijk goed werkgeverschap? - Rene van den Burg WOS 9 De bedrijfsleider werkt als vliegwiel - Leerervaring Kalinko 10 De spin in het web - Leerervaing Almonte 10 De bedrijfsleider als toegevoegde waarde - Leerervaring DKC 11 Bestuurswissel lastig voor continuïteit bedrijfsleider - Leerervaring Kalinko 11 Bestuurder als vrijwillige spil tussen professionals - Leerervaring NBB 11 TERUGVERDIENMODEL Synergie is de sleutel van succesvolle themabox - Interview Sport & Co 12 SAMENWERKING Groningse verenigingen organiseren Omni Sport Experience - Interview BC GO en V&S 14 Samenwerkende verenigingen starten stichting - Leerervaring Sport & Co 15 VC Zwolle combineert betrokkenheid bij twee proeftuinen - Leerervaring VC Zwolle 15 Gemeenschappelijke belangen zijn cruciaal - Leerervaring VC Zwolle 15 LEERBEDRIJF Gemeente Eindhoven fungeert als makelaar voor sportstages - Interview John Heijster 16 Een win-win situatie - Leerervaring Kalinko 17 Stagiaires van grote waarde - Leerervaring BC GO 17 Stagiaires organiseren 4+1 toernooi - Leerervaring Oktopus 17
6
17
19
22
NIEUWE DOELGROEPEN Cobra Nova: Spectaculaire aanwas bij de jeugd - Interview Jan Groenenberg 18 Flexibiliteit lokt recreanten - Leerervaring Lycurgus 19 Lessenserie voor het basisonderwijs - Leerervaring BC GO 19 Bad-ienie-mini-ton: voor de allerkleinste - Leerervaring DKC 19 Aandacht voor sporttechnisch kader - Leerervaring VC Zwolle 19 Themabox voor Buitenschoolse Opvang - Leerervaring Sport & Co 19 NIEUWE PRODUCTEN Volleybal Landstede volleybal/VCZ benadrukt funfactor - Interview Thijs Bouwman en Bart van den Bosch 20 Cool Moves Volley - Product Nevobo 20 Handbal SV Zwolle zet beachhandbal op het menu - Ervaring SV Zwolle 21 4+1 handbal nodigt uit tot nieuwe competitievorm - Ervaring Oktopus 21 Tchoukbal - Product Nederlands Handbal Verbond 21 Basketball ‘Be a Basketball STAR’ als basis voor doorstart - Interview Jesper Jobse 22 Peanutbasketball - Product Nederlandse Basketball Bond 22 Badminton 10-slagentraining als proeflidmaatschap - Ervaring DKC 23 Ongelukkige planning nekt Speedminton-evenement - Ervaring DKC 23 Wat zijn de Yonex Kids Games? - Product Badminton Nederland 23 AFSLUITING Nawoord - Stuurgroep 24 Colofon - Deelnemers proeftuin Vereniging als Winkel en Leerbedrijf 25
7
WERKGEVERSCHAP
Den Haag
De vereniging als werkgever: vallen en opstaan In de proeftuin ‘De Vereniging als WInkelen Leerbedrijf’ speelde werkgeverschap een belangrijke rol. Alle deelnemende verenigingen kregen immers een bedrijfsleider in dienst. Dat vraagt van bestuurders een bijzondere competentie: werkgeverschap. Dat bleek soms niet makkelijk. Toen Rien Caljouw op 1 oktober 2009 aantrad als voorzitter van badmintonvereniging DKC, had de vereniging in het kader van de proeftuin Vereniging als Winkel- en Leerbedrijf voor achttien uur in de week een bedrijfsleider in dienst. “Een heel creatieve man, met veel goede ideeën. Maar.... ook iemand die makkelijker iets nieuws begon dan iets afmaakte. Het echte probleem was echter dat de vereniging moest leren omgaan met een werknemer.” Vergaarbak Het lijkt zo aantrekkelijk voor een sportvereniging om een betaalde medewerker te hebben. “Bij ons leidde dat er toe dat die bedrijfsleider een soort vergaarbak van klusjes werd”, aldus Caljouw. “Voor een jonge, net afgestudeerde HBO’er is het al moeilijk om zijn eigen werk te structureren en te plannen. Dat wordt extra moeilijk als hij van iedereen klusjes krijgt toegeschoven.”
Werkgeverschap stelt bijzondere eisen aan bestuurders De heldere communicatie en de gerichte aanpak werkten. “De jeugdafdeling is met dertig procent gegroeid”, zegt Caljouw tevreden. “Bovendien hebben we hele concrete plannen om meer recreanten naar de club te trekken.” Mooie combinatie Ook bij de Haagse handbalvereniging SOS-Kwieksport verliep de kennismaking met het werkgeverschap moeizaam. “We waren enthousiast toen we de kans kregen aan deze proeftuin mee te doen”, vertelt voorzitter Piet van de Starren. Bovendien had de vereniging al een bedrijfsleider op het oog: een van de eigen leden die al jaren actief was als trainer, scheidsrechter en bestuurslid. “Hij was werkeloos geraakt. Wij konden hem ondersteunen en hadden daarmee een bedrijfsleider die de vereniging heel goed kende.”
‘Bestuur moet bedrijfsleider helpen om de taken af te bakenen’ Wat die situatie volgens Caljouw extra lastig maakte, is de ruime taak die bedrijfsleiders binnen deze proeftuin hebben. De Proeftuin Vereniging als Winkelen Leerbedrijf kent immers vier doelen. “Dat is te veel”, vindt Caljouw. “Daarom moet je als bestuur je bedrijfsleider helpen zo’n opdracht in te kaderen.” Inkaderen Structureren en inkaderen is wat Caljouw deed na het afscheid van de eerste bedrijfsleider. “Hij was voor ons op dat moment gewoon niet de juiste man”, verklaart hij. Met de nieuwe bedrijfsleider maakte Caljouw meteen heldere afspraken. “We hebben afgesproken dat ik namens de vereniging zijn ‘baas’ ben en regelmatig werkoverleg met hem heb. Van niemand anders hoeft hij klussen of opdrachten aan te nemen.” In overleg werden de taken ook strak afgebakend. De bedrijfsleider kreeg de opdracht zich te richten op de samenwerking met andere Haagse proeftuinverenigingen en op ledenwerving.
8
Ontspoord De bedrijfsleider/jeugdsportcoördinator begon enthousiast. “Maar hij overlegde nauwelijks”, vertelt Van de Starren. “We hebben hem op zeker moment gevraagd om een lijstje bij te houden van zijn activiteiten, maar dat kregen we nooit.” Na meer klachten over eigengereid gedrag stuurde de vereniging de bedrijfsleider weg. “We hebben ervan geleerd”, zegt Van de Starren. “Het is beter om voor zo’n functie een buitenstaander aan te stellen en heel goed vast te leggen wat de vereniging verwacht.” Bovendien is het niet onverstandig om een bedrijfsleider regelmatig te vragen om verantwoording af te leggen. Bij SOS-Kwieksport loopt het met een nieuwe bedrijfsleider inmiddels naar wens. “Zij komt trouw iedere maand naar de bestuursvergadering”, besluit Van de Starren tevreden.
WERKGEVERSCHAP
Wat is eigenlijk GOED werkgeverschap? Sportverenigingen waren altijd al werkgever. Dat zei René van den Burg, directeur van Werkgevers in de Sport (WOS), tijdens een presentatie voor proeftuinverenigingen. “Iedereen die werkt is werknemer; dat geldt dus ook voor vrijwilligers.” Omdat het werkgeverschap voor de proeftuinverenigingen zo’n belangrijke rol speelt, organiseerde de stuurgroep met medewerking van de WOS een workshop over dat onderwerp. In de ogen van René van den Burg, directeur van de WOS, is dat werkgeverschap helemaal niet nieuw. Veel verenigingen hebben immers betaalde trainers. Maar zelfs als zij die niet hadden, waren vrijwel alle verenigingen volgens Van den Burg al veel langer werkgever. “Het werkgeverschap ontstaat namelijk niet pas op het moment dat er vergoedingen of salaris wordt betaald”, betoogde hij. “Vrijwilligers werken immers ook voor een vereniging. Dat maakt die vereniging onmiddellijk tot werkgever.” Van den Burg zette de aanwezige bestuurders en bedrijfsleiders aan het denken met de vraag: “Wat is een Goede Werkgever?” Uit de zaal klonken begrippen als ‘duidelijk zijn’, ‘continuïteit’, ‘excelleren’, ‘betrouwbaarheid’, ‘ontwikkelen’ en ‘goede arbeidsvoorwaarden’. Allemaal relevant natuurlijk, ook in de ogen van Van den Burg. Hijzelf vond echter dat een goede werkgever zijn werknemers helpt om beter te worden, om zich te ontwikkelen. Stellingen Het ging Van den Burg met zijn vraag niet om de absolute waarheid over Goed Werkgeverschap. Hij wilde de deelnemers vooral aan het denken
Carlijn van Houselt geeft namens NOC*NSF uitleg over het ‘innovatieplatform’.
zetten. Dat deed hij later ook met stellingen uit de sportwerkgeversscan, zoals: ‘We hebben het werkgeverschap goed geregeld binnen onze vereniging’. De reacties daarop liepen sterk uiteen. Een bestuurder bekende dat er bij zijn vereniging eigenlijk helemaal niets op papier staat. Zijn excuus was dat de financiële kant van het werkgeverschap was uitbesteed. “Dat is geen excuus”, vond Van den Burg, “want de vereniging blijft formeel wel verantwoordelijk voor het functioneren van de werknemer.” Ook interessant was een intermezzo tussen Van den Burg en Bas Keijer, bedrijfsleider bij handbalvereniging Oktopus in Eindhoven. Bas had het idee dat alles goed geregeld was. “Omdat ik het gevoel heb dat we hetzelfde doel voor ogen hebben”, verklaarde hij. Toen Van den Burg doorvroeg, ontdekte hij dat Bas een zzp-overeenkomst heeft. “Daar is niets mis mee, maar hoe zit het bij ziekte? Of bij een ongeval tijdens het werk?” Bas wist het niet. Kortom, ondanks zijn positieve gevoel, had Bas nog wel wat te regelen. Competenties Een interessante discussie betrof de gewenste competenties van bedrijfsleiders en bestuurders. “Het is belangrijk dat verenigingen daarover nadenken.” Want hoewel verenigingsbestuurders ook vrijwilligers zijn, stelt het werkgeverschap eisen aan de kwaliteit van bestuurders, vooral bij een betaalde bedrijfsleider of verenigingsmanager. Besturen zijn dan immers verantwoordelijk voor de broodwinning van een werknemer. Meer informatie over werkgeverschap in de sport is te vinden op de site www.sportwerkgever.nl
De bestuurders van de proeftuinverenigingen met elkaar in gesprek over hun rol als werkgever.
9
Leerervaringen
WERKGEVERSCHAP
Den Haag
De bedrijfsleider werkt als vliegwiel Den Haag - volleybalvereniging Kalinko Als bedrijfsleider moet je soms accepteren dat dingen minder snel gaan dan in een bedrijfsmatige omgeving. Daarentegen wordt van vrijwilligers soms gevraagd om wat zakelijker te werken dan ze gewend waren. Een bedrijfsleider pakt projecten vaak effectiever aan. Daardoor kan hij als vliegwiel functioneren. Belangrijk is dat de bedrijfsleider zorgt voor structuur en taken delegeert aan vrijwilligers. Bij volleybalvereniging Kalinko uit Scheveningen heeft de bedrijfsleider het tekort aan vrijwilligers aangepakt. Door te weinig vrijwilligers, was de belasting op bestuurders veel te zwaar. De bedrijfsleider stelde een vrijwilligersdatabase samen. Daarin staan van bijna alle leden de competenties, de beschikbaarheid en de interesses.
Bedrijfsleider van SOS-Kwieksport
Bovendien blies de bedrijfsleider met nieuwe vrijwilligers de activiteitencommissie en de sponsorcommissie nieuw leven in. De vereniging heeft nu weer een aantal sponsors en een volle activiteitenkalender. Een reactie van een verenigingslid: “Ik volleybal al jaren bij Kalinko. Het was tot nu toe heel makkelijk om in de jaarlijkse enquete ‘nee’ te antwoorden op de vraag of ik iets voor de vereniging wilde doen. Sinds ik vorig jaar persoonlijk werd benaderd om een steentje bij te dragen, help ik zo nu en dan mee met de organisatie van een activiteit.”
BC Go bestuur en bedrijfsleider
Miranda Offers (met Johan Cruijf!)
De spin in het web Eindhoven - Almonte basketballvereniging Basketballvereniging Almonte wil een maatschappelijke rol spelen. Dat betekent veel contact onderhouden met partners als Sportbedrijf de Karpen, Sportformule Eindhoven, het voortgezet onderwijs en het basisonderwijs. Voor vrijwilligers (waaronder de bestuursleden) is de coördinatie van die contacten praktisch heel lastig te combineren met hun eigen betaalde werk. Een betaalde kracht (bedrijfsleider of verenigingsmanager) biedt dan uitkomst. De verenigingsmanager bij Almonte is het aanspreekpunt voor de diverse externe partners. Daarnaast begeleidt hij de communicatie binnen de vereniging tussen leden, het kader, diverse commissies en het bestuur. Dat wil niet zeggen dat hij het directe contactpersoon is, maar hij zorgt ervoor dat vragen en informatie bij de juiste mensen terecht komen. De verenigingsmanager heeft bij Almonte het vrijwilligersbeleid vernieuwd. Verder is hij de vraagbaak voor de vereniging. Hij coördineert projecten en
10
Bedrijfsleider moet accepteren dat dingen minder snel gaan dan in een bedrijfsmatige omgeving
Bedrijfsleider VCZ Thijs Bouwman
Eindhoven evenementen binnen en buiten de vereniging. Tenslotte begeleid en coördineert hij diverse stagiaires (maatschappelijke stages, sport & bewegen studenten, hogeschool studenten). Keerzijde Een betaalde kracht heeft ook een keerzijde, vanwege de financiële en administratieve rompslomp. Daarom werkt Almonte via Sportservice Noord-Brabant, die de verenigingsmanager op de payroll heeft en bij Almonte detacheert. Nadeel van deze constructie zijn de hogere kosten, waardoor de verenigingsmanager/ bedrijfsleider minder uren kan maken voor hetzelfde budget. Een betaalde kracht moet zich bewijzen ten opzichte van vrijwilligers, niet worden betaald en niet altijd begrip hebben voor een medewerker die wel betaald wordt. Bovendien moet duidelijk zijn dat de verenigingsmanager/bedrijfsleider niet alle taken op zijn schouders kan nemen. Heldere communicatie over zijn taakomschrijving is cruciaal om de situatie werkbaar te houden.
Leerervaringen
WERKGEVERSCHAP
Den Haag
De bedrijfsleider als toegevoegde waarde Den Haag - badmintonvereniging DKC Het gevaar van een betaalde bedrijfsleider is dat commissies als bestuur teveel achterover gaan leunen en de bedrijfsleider teveel zijn eigen gang gaat. Belangrijk is ook om te beseffen dat een bedrijfsleider geen vervanger is van vrijwilligers, maar toegevoegde waarde kan leveren als hij eigen concrete taken krijgt. Bij DKC werd de bedrijfsleider te lang als manusje-vanalles beschouwd. Als gevolg daarvan nam hij teveel
hooi op zijn vork. Zo verving hij al snel in zijn eentje een voltallige lustrumcommissie. Van alle mooie plannen kwam vervolgens niets terecht. De les is duidelijk; door slechte coördinatie door bestuur en onvoldoende sturing van de commissie werd de bedrijfsleider een speelbal tussen bestuur en commissie. Dat was een nuttige les; bij DKC zal dat niet meer gebeuren.
Den Haag
Bestuurswissel lastig voor continuïteit bedrijfsleider Den Haag - volleybalvereniging Kalinko Voor deze proeftuin had volleybalvereniging Kalinko voor 3,5 jaar een parttime-bedrijfsleider in dienst. Deze bedrijfsleider wordt aangestuurd en legt verantwoording af aan het bestuur. Lastig is echter dat bestuursleden bij Kalinko worden benoemd voor twee jaar. Gedurende zijn aanstellingsperiode heeft de bedrijfsleider dus verschillende bestuurswisselingen meegemaakt. Ieder jaar had iemand anders de leiding gehad over de bedrijfsleider. Dit leidde regelmatig tot aanpassingen van de taken. Bovendien moest de bedrijfsleider ieder
jaar zijn werkschema weer aanpassen aan het moment waarop bestuurders tijd hadden voor werkoverleg. Dergelijke veranderingen bevorderen de motivatie van een bedrijfsleider niet. Verenigingen met betaalde krachten zullen moeten nadenken over de optimale continuïteit van de werkzaamheden en de activiteiten die de bedrijfsleider ontwikkelt. Oude en nieuwe bestuurders zullen de werkzaamheden van een betaalde kracht helder moeten vastleggen en goed moeten overdragen bij bestuurswissels.
Bestuurder als vrijwillige spil tussen professionals Nieuwegein - Nederlandse Basketball Bond De proeftuin stond onder leiding van een stuurgroep met vertegenwoordigers van de vier zaalsportbonden. Zij begeleiden de besturen van de deelnemende verenigingen. Die besturen begeleiden op hun beurt de bedrijfsleiders. Veel bestuurders bleken hun functie als opdrachtgever van een betaalde bedrijfsleider te onderschatten of er domweg te weinig tijd voor te hebben. Het eerste belang van bestuurders is immers de club draaiende houden. Bij diverse proeftuinverenigingen bleken bedrijfsleiders daar echter een cruciale rol in te kunnen vervullen, mits zij van bestuurders duidelijke taken krijgen. Bij verschillende proeftuinverenigingen liep dat aanvankelijk stroef. Doordat de beoogde structuur niet altijd soepel werkte, gingen bonden rechtstreeks met bedrijfsleiders communiceren. Hierdoor konden verenigingsmanagers wel aan de slag, maar ontstaat niet meteen het noodzakelijke draagvlak binnen de vereniging. Dat maakte de positie van bedrijfsleiders soms erg lastig.
Een belangrijke leerervaring is, dat besturen van verenigingen die met betaalde krachten willen werken, voldoende tijd beschikbaar moeten hebben voor de aansturing van die betaalde kracht. Managementervaring is binnen het bestuur zeer wenselijk. Een bedrijfsleider is geen vervanger van vrijwilligers, maar levert toegevoegde waarde In de structuur van de proeftuin stonden bestuurders als vrijwilligers tussen professionals van de bonden aan de ene kant en de professionele bedrijfsleider aan de andere kant. Wellicht verdient het aanbeveling om de professionalisering van sportverenigingen juist bij een (gedeeltelijk) betaald bestuurslid te beginnen. Bij voorkeur een bestuurder met voldoende commercieel inzicht om nieuwe inkomstenbronnen aan te boren.
11
TERUGVERDIENMODEL
Synergie is de sleutel van
Het team van de proeftuin in Eindhoven, van links naar rechts: Michel Knubben (vertegenwoordiger handbalvereniging Oktopus), Maartje Theunissen (NBB, begeleider proeftuin Eindhoven), Bas Keijer (bedrijfsleider handbalvereniging Oktopus), Misha Latuhihin, (bedrijfsleider volleybalvereniging VCE/PSV), Iris Verbakel (bedrijfsleider basketballvereniging Almonte), Rosanne Jansen (gezamenlijke stagiaire, Sport & Co).
De drie Eindhovense proeftuinverenigingen vonden in kinderopvangorganisatie Korein een belangrijke klant waarvoor zij een concreet product ontwikkelden. Twee bedrijfsleiders van proeftuinverenigingen en twee vertegenwoordigers van kinderopvangorganisatie Korein vertellen over hun succesvolle samenwerking. De kiem voor die samenwerking werd twee jaar geleden gelegd door Maartje Theunissen, die namens de Nederlandse Basketball Bond (NBB) betrokken is bij de proeftuin. “Zij kwam bij ons voor een oriënterend gesprek over mogelijke samenwerking met Eindhovense zaalsportverenigingen”, vertelt Claudia Evers, projectleider productontwikkeling bij Korein, dat op 150 locaties in zuidoost-Brabant dagelijks in totaal 15 duizend kinderen en jongeren voor-, tussen- of naschools opvangt. Kinderopvangorganisatie had behoefte aan een laagdrempelig, sportief lessenpakket Maartje kwam op het juiste moment, want Korein wilde het activiteitenprogramma graag uitbreiden met sport- en beweegactiviteiten. Al snel besloten de drie proeftuinvereniging tot samenwerking. Zij
12
zagen mogelijkheden om Korein een goed product te ontwikkelen en daarmee vorm te geven aan de terugverdienmodule. Themabox Om pedagogisch medewerkers te ondersteunen bij het aanbieden van leuke activiteiten aan de kinderen op de Kinderpleinen van Korein, heeft de kinderopvangorganisatie in de loop van de tijd zogenaamde themaboxen ontwikkeld. “De pedagogisch medewerkers bij de Kinderpleinen kunnen iedere keer uit zo’n themabox een lesje kiezen en daarmee de kinderen uitdagen of stimuleren om actief bezig te zijn”, vertelt Saskia van de Rakt, programmamaker activiteiten bij Korein. “We hadden behoefte aan een themabox met een laagdrempelig lessenpakket waarmee ook pedagogisch medewerkers zonder sportieve achtergrond uit de voeten kunnen.” Ontwikkeling De ontwikkeling van die themabox was een proces van proberen, bijschaven en aanvullen waarbij de bedrijfsleiders van de verenigingen en vertegenwoordigers van Korein intensief samenwerkten. “De synergie tussen de verenigingen en Korein is vanaf het begin goed geweest”, vertelt Misha Latuhihin, bedrijfsleider bij volleybalvereniging VCE/PSV. Zijn
Eindhoven
n succesvolle themabox collega Bas Keijer, bedrijfsleider bij handbalvereniging ESZV Oktopus, voegt daaraan toe dat het ook tussen de drie verenigingsmanagers klikte. “We vulden elkaar goed aan. Misha is vooral de man van de concepten en het netwerken, Iris Verbakel (bedrijfsleider bij basketbalvereniging Almonte) is sterk op detailniveau en in accurate afwerking, en ik ben vooral op uitvoering en coördinatie gericht.” Hoeveel versies van de themabox het afgelopen jaar zijn ontwikkeld, is niet helemaal duidelijk. “Zes”, gokt Saskia. “Misschien wel zeven”, denkt Bas. Belangrijker is dat de gekozen interactieve werkwijze en de voortdurende voortgang vertrouwen inboezemde bij Korein. Zij konden steeds meekijken en bijsturen, met als gevolg dat zij uiteindelijk het product kregen waarmee pedagogisch medewerkers van de Kinderpleinen goed uit de voeten kunnen. Medio 2010 was de themabox klaar om in gebruik genomen te worden. Maar wat zit er eigenlijk in die box? Bas vertelt: “De themabox bevat een aantal eenvoudige sportmaterialen, zoals ballen, pionen en linten. Het belangrijkste zijn echter de 36 leskaarten die we hebben ontwikkeld, met warming up-spellen, algemene balvaardigheidsspellen en drie keer vier specifieke spelvormen waarmee we de drie sporten van onze verenigingen introduceren.” Kickoff Op 23 juni 2010 introduceerde Korein de nieuwe themabox binnen de eigen organisatie. Tekenend voor het belang ervan is dat de organisatie hiervoor een echte kickoff-dag organiseerde, met ‘s ochtends een informatief deel en ‘s middags de praktijk. Voor die kickoff verzamelden driehonderd ‘klantjes‘ van Korein zich op het studentensportcentrum, waar Misha en Bas een deel van hun tijd werken. Behalve vrijwilligers van de drie verenigingen waren stagiaires van de ROC Sport & Bewegen gevraagd om te assisteren. “Tijdens die kickoff wilden we onze pedagogisch medewerkers laten zien hoe kinderen met sportlessen bezig gehouden kunnen worden”, vertelt Claudia. Bovendien werkte die dag als voorbereiding op de volgende fase: de formele uitrol van de themabox. Die uitrol is inmiddels in volle gang. Bas en Iris bezoeken hiervoor de verschillende Kinderpleinen en geven daar de pedagogisch medewerkers ‘bijscholing’. Die houdt in dat zij begeleid worden bij het eerste sportlesje dat zij ‘hun’ kinderen geven. “Daarna kunnen zij zelf aan de gang met de themabox”, vertelt Bas. “Over het algemeen zijn onze pedagogisch medewerkers erg tevreden over de nieuwe themabox”, vertelt Saskia. “Zij zien natuurlijk ook hoe enthousiast de kinderen op de spellen reageren.”
Hoe nu verder? De drie Eindhovense verenigingsmanagers hebben veel tijd geïnvesteerd in de ontwikkeling van de themabox. Maar door het contract met Korein beginnen zij ook inkomsten te genereren. “De belangrijkste winst is echter onze relatie met Korein”, vindt Misha. Die heeft zich ontwikkeld tot een echt partnership, die zich niet beperkt tot de themabox. “Wij gaan in 2011 de jaarlijkse Olympiade voor Korein organiseren”, aldus Misha. “Daarbij gaan we veel stagiaires van het ROC inzetten.” Dat is wel nodig ook, want Korein verwacht in vier dagen ruim tweeduizend deelnemertjes. Maar ook het werk aan de themabox gaat door. “Niet alle Kinderpleinen hebben een geschikte indoor sportaccommodatie tot hun beschikking”, vertelt Claudia. “Daarom willen we ook graag een themabox met sport- en beweegactiviteiten die we op een plein of in een park kunnen gebruiken.” Bas, Misha en Iris weten wat hun te doen staat. De ontwikkeling staat niet stil. We brengen kinderen op jonge leeftijd in contact met zaalsporten Hoe kijken intussen de verenigingen - de werkgevers van Bas, Misha en Iris - tegen hun aanpak aan? “Naast ons werk voor de themabox organiseren we ook nog steeds clinics op scholen. Daarmee creëren we directe belangstelling voor onze sporten”, legt Misha uit. “De themabox voor Korein is meer een indirecte aanpak. Samen proberen we kinderen op jonge leeftijd in contact te brengen met zaalsporten. Dat levert natuurlijk niet meteen nieuwe leden op. Maar we denken wel dat we zo de koek wat groter maken. En dat het deel dat iedere zaalsportvereniging daarvan krijgt dus ook groter wordt.” De themabox is voor de verenigingen dus een diepte-investering. Bovendien mag niet onderschat worden dat zij daarmee ook goodwill kweken. In ieder geval bij Korein.
Kick-off dag studentensportcentrum
13
SAMENWERKING
Groningen
Omni Sport Experience Op 9 november 2010 organiseerde de vier proeftuinverenigingen in Groningen voor de tweede maal het Omni Sport Experience. Bedrijfsleiders Esther Kuilman (van badmintonvereniging BC GO!) en Jaap Jager (van handbalvereniging V&S) vertellen over het evenement en hun samenwerking. Wat is het Omni Sport Experience? Esther: “Het Omni Sport Experience is een bijzonder sportevenement voor leerlingen van groep 5 en 6 van verschillende scholen in Groningen. Tijdens één dagdeel maken zij kennis met vier verschillende zaalsporten: basketbal, handbal, volleybal en badminton. Dit jaar deden er maar liefst 270 kinderen mee van zes verschillende scholen in Groningen.” Jaap: “De vier verenigingen gaven ieder voor zich wel kennismakingslessen op scholen, maar we wilden ons aanbod vergroten door samen een evenement te organiseren.” Wat maakt het evenement zo bijzonder? Esther: “De meeste scholieren hebben in de periode hiervoor al met een of meer van de vier sporten kennisgemaakt. Maar hier komen de scholieren in contact met vier totaal verschillende sporten. Bovendien brengen we leerlingen van verschillende scholen samen, zodat dit een stadsbreed evenement is.” Wat is jullie doel met de Omni Sport Experience? Esther: “We willen de kinderen laten kennis maken met onze sport. Dat betekent dat de vier verenigingen tijdens dit evenement min of meer
14
concurrenten van elkaar zijn; we vissen in dezelfde vijver. Wat echter overheerst is het besef van de meerwaarde van deze samenwerking. “We wilden ons aanbod vergroten door samen een evenement te organiseren” Samen kunnen we die kinderen een interessante sportdag bezorgen en bieden we hen de kans om zich breed te oriënteren op uiteenlopende zaalsporten. Voor ons is de Omni Sport Experience geslaagd als de kinderen een leuke sportochtend of -middag hebben meegemaakt.” Welke andere organisaties zijn bij het evenement betrokken? Jaap: “Onze belangrijkste partner is het Alfa College, een MBO Sport & Bewegen in Groningen. In opdracht van de vier zaalsportverenigingen hebben stagiaires van die opleiding dit evenement georganiseerd. Zij hebben ook het draaiboek gemaakt, dat we na dit evenement kunnen hergebruiken.” Is het Omni Sport Experience een product dat ook elders in het land bruikbaar is? Esther: “Met ons draaiboek is dit evenement betrekkelijk eenvoudig ook in andere plaatsen te organiseren. Ik denk dat je bovendien kunt variëren en dit ook met een andere cluster van sporten zou kunnen doen. Eigenlijk is er maar één voorwaarde: je hebt een locatie nodig waar je verschillende sporten naast elkaar kunt doen. Wij doen dat in drie sportzalen van het Alfa College. Een andere voorwaarde is natuurlijk dat verenigingen moeten willen samenwerken, zoals wij in Groningen doen.”
Leerervaringen
SAMENWERKING
Eindhoven
Samenwerkende verenigingen starten stichting Eindhoven - de drie proeftuinverenigingen Toen de samenwerking tussen de Eindhovense verenigingen Almonte (basketbal), Oktopus (handbal) en VCE (volleybal) inkomsten begon te generen (zie pagina 12-13), ontstond de behoefte aan een formele vorm van samenwerking en transparantie ten aanzien van de financiën. Na verschillende overlegrondes tussen de voorzitters, de bedrijfsleiders, de leden en een fiscaal jurist werd besloten de stichting Sport & Co op te richten. In de stichtingsovereenkomst is de
inspraak van de sportverenigingen duidelijk vastgelegd. De stichting kent een eigen bestuur en heeft een aantal professionals in dienst die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de projecten. Een knelpunt in het oprichtingsproces bleek de beschikbaar van de druk bezette bestuurders van de drie verenigingen. Bovendien viel het tegen hoeveel papierwerk er nodig was om de stichting op te richten. Inmiddels is de stichting bijna een feit. Voor meer informatie: www.sportenco.nl
VC Zwolle combineert betrokkenheid bij twee proeftuinen
Zwolle
Zwolle - Volleybalvereniging Landstede Volleybal/VC Zwolle In het kader van hun eigen proeftuinproject werken vijf sportverenigingen op sportcomplex De Pelikaan in Zwolle aan een sterk en gevarieerd beachsportaanbod, met onder andere beachvolleybal, -tennis, -korfbal, -voetbal en -rugby. Met het brede sportaanbod richt De Pelikaan zich op verschillende doelgroepen zoals senioren, mensen met een beperking, studenten, werknemers van bedrijven en scholieren. De Stichting Samenwerkende Sportclubs ‘de Pelikaan’ staat ook open voor samenwerking met andere verenigingen. De Pelikaan reageerde dan ook positief op plannen van Volleybalvereniging Landstede Volleybal/VC Zwolle om in het kader van de proeftuin Winkel- en Leerbedrijf het sportaanbod van de vereniging te vergroten. Landstede/VC Zwolle overwoog eigen beachvolleybalafdeling/ school te starten, maar werd uitgenodigd om in samenwerking met De Pelikaan een onafhankelijke beachvolleybalschool te starten. De beachvolleybalschool geeft les op alle mogelijke niveaus. Verschillende volleybalverenigingen in Zwolle
leveren trainers. Participerende verenigingen krijgen de gelegenheid op het terrein hun eigen toernooien te organiseren.
Het beachseizoen valt na het competitieseizoen en in de zomermaanden. Spelers willen dan wel spelen, maar met de nodige flexibiliteit. Daarom zijn diverse abonnementsvormen mogelijk.
Gemeenschappelijke belangen zijn cruciaal
Zwolle
Zwolle - Volleybalvereniging Landstede Volleybal/VC Zwolle Voor samenwerking zijn twee of meer partijen nodig. Bovendien moeten de belangen van die partijen voldoende samenvallen. Landstede Volleybal streefde naar samenwerking met een volleybalvereniging in “Je hebt er twee nodig om te kunnen dansen.” de Zwolse wijk Stadshagen. De bedoeling was om daar een Cool Moves Volley-afdeling te beginnen voor kinderen in het primair onderwijs. Bovendien hadden de
verenigingen plannen voor gezamenlijke bijscholing van trainers. In de praktijk kwam de samenwerking moeizaam van de grond. Het probleem was dat de andere vereniging als een CMV-afdeling had en Landstede Volleybal dus al een ongewenste indringer zag. Hoewel de gezamenlijke kaderondersteuning wel van de grond kwam, liep de samenwerking toch binnen een jaar spaak. De wrevel over de vermeende concurrentie in de wijk konden de verenigingen niet overwinnen. Een van de betrokken bestuurders reageerde laconiek: “Je hebt er twee nodig om te kunnen dansen.”
15
LEERBEDRIJF
Eindhoven
Gemeente Eindhoven fungeert als makelaar voor sportstages De gemeente Eindhoven heeft met het Sportleerbedrijf een unieke gemeentelijke dienst ingericht. Sportopleidingen, gemeentelijke accommodaties, ondernemers en sportverenigingen in de stad profiteren daarvan. Coördinator John Heijster vertelt. “Negen jaar geleden begon het ROC Eindhoven met de school voor Toerisme, Sport en Veiligheid, met onder meer de opleidingen Sport- en bewegingsbegeider”, vertelt John Heijster, coördinator van het Sportleerbedrijf van de gemeente Eindhoven. “Drie jaar geleden is die opleiding verhuist naar het sportcomplex Eindhoven-Noord. De opleiding maakt intensief gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties daar.” Vanaf het schooljaar 2012/2013 krijgt Eindhoven nog een belangrijke sportopleiding, want dan verhuist de Sporthogeschool van Fontys. De twee vestigingen
in Sittard en Tilburg worden dan vervangen door een grote vestiging op het Eindhovense Sportpark Genneper Parken. “De gemeente wilde voor al die studenten meerwaarde bieden en tegelijkertijd de sportinfrastructuur van de stad versterken”, vertelt John. “Daarom heeft de gemeente met Fontys Sporthogeschool, ROC EIndhoven en de Eindhovense Sportraad begin 2011 het convenant Sport Leerbedrijf getekend.” Makelaar Het Sportleerbedrijf brengt vraag en aanbod van stageplaatsen in de sport samen. “Dat aanbod kan komen van de gemeente zelf, maar ook van commerciële sportaanbieders, combinatiefunctionarissen of sportverenigingen”, legt John uit. “De vraag komt nu nog van het ROC en deels van de Fontys, maar vanaf 2012 komen er veel meer aanvragen vanuit Fontys Sporthogeschool bij.” Het Sportleerbedrijf zet stagiaires onder meer in bij het beheer en gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties, maar ook bij ondernemers, het schoolzwemmen, bedrijvensportdagen en de organisatie van schoolsportdagen. Voor de stagiaires zijn dat leerzame ervaringen die optimaal op hun studie aansluiten. Voor het beheer van accommodaties en de organisatie van evenementen is de extra menskracht natuurlijk ook welkom. Combifunctionarissen Het Sportleerbedrijf zorgt ook voor stageplaatsen bij sportverenigingen en in wijken. “We maken daarbij gebruik van de 22 combinatiefunctionarissen bij Eindhoven Sportformule”, legt John uit. “Die zijn bijvoorbeeld actief met sporteducatie op scholen. Ook daar zijn stagiaires van sportopleidingen welkom.” Verschillende combinatiefunctionarissen zijn heel sportspecifiek bezig en gekoppeld aan bijvoorbeeld een voetbal- of atletiekvereniging. Anderen werken juist lokaal, in bepaalde wijken of scholen.” Dat betekent dat er voor studenten veel keus is uit verschillende soorten stages. John streeft naar duurzame afspraken met aanbieders van stageplaatsen. “Door voor continuïteit te zorgen, versterken we de sportinfrastructuur van de stad.” Daarmee ervaren niet alleen de sportopleidingen en studenten, maar ook verenigingen, accommodaties, ondernemers en bewoners de voordelen van het Sportleerbedrijf.
16
Leerervaringen
LEERBEDRIJF
Den Haag
Een win-win situatie Den Haag - volleybalvereniging Kalinko De bedrijfsleider van volleybalvereniging Kalinko uit Scheveningen liet drie studenten Sportmanagement van de Haagse Hogeschool een onderzoek uitvoeren naar de behoefte aan beachvolleybal binnen de vereniging. De studenten stuurden hiervoor een digitale enquete aan de leden. De uitkomsten daarvan gebruikten zij in hun onderzoeksrapport. Daarin beschreven zij hoe de leden tegenover beachvolleybal staan en wat zij van de vereniging verwachten qua organisatie van trainingen
Stagiaires van grote waarde
en toernooien. Op basis van dat rapport besloot het bestuur geen eigen beachafdeling te starten, maar samenwerking met andere verenigingen te zoeken. “Hoewel een vereniging geen echt bedrijf is, kunnen stagiaires er nuttige ervaringen op doen”, aldus een bestuurder. “De vereniging kan daardoor beschikking over extra menskracht om onderzoek of een project te laten uitvoeren. Dat is een win-win-situatie. Voorwaarde is wel dat de stagiaires goed begeleid worden.”
Groningen
Groningen - badmintonvereniging BC GO! Stagiaires kunnen voor een vereniging van grote waarde zijn. Sportverenigingen kunnen twee ‘typen’ stagiaires inzetten: studenten van een sportopleiding op MBO- of HBO-niveau of middelbare scholieren die sinds 2010 verplicht zijn om enkele uren per schooljaar een maatschappelijke stage te lopen. Verenigingen moeten uiteraard rekening houden met het niveau van hun stagiaires. Vaak hebben stagiaires wel een vorm van begeleiding nodig, waarvoor een bestuurder of commissielid tijd moet vrijmaken. Badmintonvereniging BC GO! vroeg twee studenten Sport&Management van het Instituut voor Sportstudies (hbo) naar een oplossing voor het vrijwilligerstekort. Zij zochten een half jaar binnen en buiten de vereniging en schreven een nuttig adviesrapport. Veel oudere jeugdspelers gebruikten hun maatschappelijke stage om bij jeugdtrainingen te assisteren. Bovendien hebben enkele spelers in het kader van de maatschappelijke stage samen met de jeugdcommissie met veel succes een familie- en vriendentoernooi georganiseerd.
Stagiaires organiseren 4+1-toernooi
Eindhoven
Eindhoven - handbalvereniging Oktopus Bij Handbalvereniging Oktopus liepen het afgelopen jaar tientallen scholieren en studenten van diverse opleidingen stage. De vereniging is wel zo eerlijk om te bekennen dat niet iedere stage een succes was. “Met stagiaires in zee gaan, is mislukkingen riskeren”, aldus een bestuurslid van de vereniging.
Een groot succes werd ‘Handbal 4 plus 1 Style’, een toernooi voor kinderen tot 12 jaar waarbij op een half veld met kleinere goals gespeeld wordt. Het toernooi werd in december 2010 georganiseerd door een 3e jaars student vrije tijdsmanagement en een 2e jaars student Sport en Leisure.
17
NIEUWE DOELGROEPEN
Den Haag
CobraNova: spectaculaire aanwas bij de jeugd “De uitnodiging om mee te doen aan deze proeftuin zagen we als een kans om de vereniging te professionaliseren”, vertelt Jan Groenenberg, voorzitter van basketballvereniging CobraNova in Voorburg. “Het is tegenwoordig bijna niet meer te doen om met alleen vrijwilligers een vereniging te runnen. De continuïteit van een sportvereniging vraagt om meer professionaliteit.” CobraNova had weinig moeite om een bedrijfsleider te vinden. “Rafael speelt in ons eerste herenteam en traint jeugdteams. Daarnaast organiseert hij met zijn bedrijf JR4Ball veel basketball-clinics op scholen.” De keus voor Rafael was dus logisch; hij kent de vereniging goed en werkte al samen met scholen.
Succesfactor “We zijn beide geen vergadertypes”, vertelt Jan, “maar sinds we in september 2008 deze samenwerking
begonnen, hebben we wekelijks contact. In combinatie met onze eigen continuïteit - ik ben al die tijd voorzitter gebleven, Rafael is bedrijfsleider gebleven - is dat een succesfactor. Bij andere verenigingen is die continuïteit door personele wisselingen soms problematisch gebleken.” Concrete opdrachten “Voor het eerste seizoen kreeg ik de opdracht om nieuw sportaanbod te creëren”, vertelt Rafael. “CobraNova had op dat moment nauwelijks leden in de basisschoolleeftijd.” Doel was om via clinics op scholen kinderen te interesseren voor Peanutbasketball, voor drie gratis trainingen bij de club en vervolgens een tijdelijk kennismakingslidmaatschap van een half jaar. Die aanpak was succesvol. Sinds het seizoen 2009/2010 kunnen kinderen in de basisschoolleeftijd op woensdagmiddag anderhalf uur trainen bij de club. Sindsdien is de groep tot 8 jaar gegroeid met dertig jeugdleden. De vereniging heeft bovendien een flinke selectie in de categorie tot 10 jaar, die tweemaal per week traint. De continuïteit van een sportvereniging vraagt om meer professionaliteit. Zo’n spectaculaire aanwas vraagt om voldoende technisch kader. Rafael kreeg dan ook de opdracht om ook die te verbreden. Dankzij zijn inspanningen organiseert CobraNova inmiddels ieder half jaar een cursus die voldoet aan de normen van de Nederlandse Basketball Bond. Rafael werft spelers en speelsters uit de hoogste teams om cursussen te volgen en daarna hun bijdragen te leveren aan de jeugd. “De hoogste teams hebben de beste faciliteiten. Je mag dus van onze topspelers wel iets terugvragen. Gelukkig is de bereidheid daartoe groot.” Streetball Na het succesvolle eerste jaar ging Rafael door op de ingeslagen weg. “We zijn op basisscholen actief gebleven met Peanutbasketball. Inmiddels organiseren we voor middelbare scholen een 3*3-competitie. Ook die heeft de nodige nieuwe leden opgeleverd.”
18
Leerervaringen
NIEUWE DOELGROEPEN
Groningen Flexibiliteit lokt recreanten Groningen - volleybalvereniging Lycurgus In 2009 is volleybalvereniging Lycurgus in Groningen op scholen in de wijken tijdens de lessen Lichamelijke Opvoeding gestart met Circulatie Mini Volleybal (dat ook wel Cool Moves Volley wordt genoemd). Deze cycli werden afgesloten met een toernooitje tussen de deelnemende scholen. In deze periode startte de vereniging ook met een recreantenteam, dat langzamerhand is uitgegroeid tot een team van zestien leden. Deze leden zijn binnengekomen door een advertentie in plaatselijke kranten en door mond-tot- mondreclame. Aspirantrecreantenleden willen graag trainen, maar ook weekenden vrij houden voor andere sociale verplichtingen. Als Lycrugus daar voldoende aandacht aan besteedt, kan de recreantenpoot verder groeien. Dat heeft een positief financieel effect.
Den Haag Bad-ienie-mini-ton: voor de allerkleinste
Groningen Lessenserie voor het basisonderwijs Groningen - badmintonvereniging BC GO! Bij badmintonvereniging BC GO! heeft een gediplomeerde trainer een lessenserie badminton voor het basisonderwijs ontwikkeld. De serie bestaat uit drie lessen. De laatste les wordt afgesloten met een klassentoernooi. Van de lessenserie bestaan twee varianten, gericht op respectievelijk de groepen 3-4 en de groepen 5 t/m 8. BC GO! gebruikte de serie op scholen in wijken waar de vereniging ook clubtrainingen verzorgd. Aan het einde van de serie kregen de leerlingen het aanbod om voor vijf euro vijf keer mee te trainen bij de vereniging. Het animo hiervoor bleek groot. De jeugdgroepen bij BC GO! zijn daardoor goed gevuld. De vereniging is zelfs met een nieuwe jeugdgroep gestart.
Zwolle Aandacht voor sporttechnisch kader
Den Haag - badmintonvereniging DKC
Zwolle - volleybalvereniging Landstede Volleybal/VC Zwolle
Jong geleerd is oud gedaan. Heel jong geleerd is nog beter. Maar voor de allerkleinste was er lange tijd geen mogelijkheid om badminton te spelen. DKC ontdekte echter Bad-ieniemini-ton. Dat komt oorspronkelijk uit Denemarken en is een programma dat kinderen spelenderwijs kennis laat maken met badminton. Bij bad-ienie-mini-ton ligt de nadruk op de ontwikkeling van de motoriek, techniek en het samenspel van jonge kinderen en niet zozeer op het wedstrijdelement. De training bestaat uit een speelse warming up, een leergedeelte en een speelse afsluiting. Kinderen van 3 t/m 5 jaar kunnen zich hiervoor bij DKC opgeven. Vooral voor wijken met veel jonge gezinnen kan dit aanbod veel nieuwe leden opleveren.
Aandacht voor sporttechnisch kader is belangrijk, vooral als verenigingen groeien en/of met nieuwe doelgroepen te maken krijgen. VC Zwolle organiseerde workshops voor jeugdtrainers. Daarin werd onder meer het technisch beleidsplan (geschreven door de bedrijfsleider) besproken. Toegankelijkheid van die workshops bleek belangrijk. VC Zwolle plande de workshops na een trainingsavond en maakte het tot gezellige bijeenkomsten om deelname te vergroten. Belangrijk bleek ook de keuze om de informatie kernachtig op papier samen te vatten. Een groot aantal trainers bleek bovendien behoefte aan één-op-één-gesprekken over de vertaling van de stof naar hun trainingsgroepen.
Eindhoven Themabox voor Buitenschoolse Opvang Eindhoven - Sport & Co De Eindhovense sportverenigingen Almonte (basketbal), Oktopus (handbal) en VCE (volleybal) hebben samen in nauwe samenwerking met de BSO Korein een vernieuwende lesmethode ontwikkeld. Deze methode bestaat uit een verzameling sportmateriaal, een map met uitgewerkte, geteste leskaarten en een opleiding voor pedagogisch medewerkers van de BSO. Het lesmateriaal is slechts in beperkte mate gericht op een van de betrokken sporten. De lessen richten zich vooral op het bewegen met een bal. De lessen zijn op zo´n manier opgezet, dat pedagogisch medewerkers - ook zonder sportaffiniteit - op laagdrempelige wijze aan de slag kunnen. De kinderen maken zo geleidelijk kennis met de verschillende sporten, die ze verder kunnen beoefenen bij de sportverenigingen zelf.
19
Volleybal
NIEUWE PRODUCTEN
Zwolle
Landstede Volleybal/VCZ benadrukt funfactor Voor proeftuinverenigingen was het een uitdaging om nieuwe producten voor nieuwe doelgroepen te introduceren. Volleybalvereniging Landstede Volleybal/ VCZ in Zwolle was daarmee op verschillende fronten actief. Bedrijfsleider Thijs Bouwman en bestuurslid Bart van den Bosch vertellen wat zij hebben bereikt. “Meedoen aan deze proeftuin betekende voor ons een versnelling van plannen die we al hadden”, vertelt bestuurslid Bart van den Bosch. Zo had de vereniging weliswaar een bloeiende jeugdafdeling, maar wilde het die versterken door jongere jeugd te werven met behulp van Cool Moves Volleybal.
competitie stilligt.” Beachvolleybal is uitgegroeid tot een serieuze, zelfs Olympische sport. Daarnaast heeft het een sexy uitstraling die bijdraagt aan de funfactor van de sport. Voor oudere jeugd en jonge volwassenen maakt dat de sport aantrekkelijk. Dat laatste is ook van toepassing op blacklight-volleybal; volleyballen in het donker, waarbij bal, net, lijnen en carnavalesk beschilderde spelers door speciale verf in het donker opgloeien. “Ons jaarlijkse blacklight-toernooi is een feestje voor onze leden, maar ook voor de bedrijven die we hiervoor uitnodigen.” Met het evenement vernieuwt en verbreedt VCZ haar aanbod. Bovendien brengt het daarmee nieuwe doelgroepen op een speelse manier in aanraking met de sport.
Voor oudere jeugd en jonge volwassenen heeft beachvolleybal een aantrekkelijke, sexy uitstraling De uitdaging was dat de jongste sporters voor sportactiviteiten aan hun wijk zijn verbonden. Fietsen door de stad om bij een vereniging te trainen is voor zes- tot tienjarige vaak te gevaarlijk. “Om laagdrempelige instroom mogelijk te maken, hebben we daarom in verschillende wijken trainingsgroepen opgezet”, vertelt bedrijfsleider Thijs Bouwman. Om kinderen voor de sport te interesseren organiseerde hij logischerwijs ook clinics en toernooien voor leerlingen van de scholen in die wijken. Doorgroei Met de CoolMoves-aanpak van de NeVoBo boekte VCZ succes in de wijken. Tot hun twaalfde jaar leren kinderen door die methode stap voor stap volleyballen. “Na die leeftijd is de overgang naar het echte volleybal ineens wel erg groot”, vertelt Thijs. “Het gevolg daarvan is relatief veel uitval. Daar wilden we iets tegen doen.” Wat VCZ bedacht is een vervolg op CMV. “Wij hebben ook voor junioren een leerplan gemaakt, waarbij we gefaseerd technieken aanleren.” Of de vereniging hiermee werkelijk de uitstroom van jonge junioren kan voorkomen, is nog niet zeker. Daarvoor is de aanpak nog niet lang genoeg beproefd. Fun Volley Een tweede aandachtspunt betrof beachvolleybal. De vereniging sloot zich daarvoor aan bij een andere proeftuin van NOC*NSF: De Pelikaan. Dit is een buitensportcomplex in Zwolle waar vijf sportverenigingen intensief samenwerken om tot vernieuwend sportaanbod te komen. “We kunnen bijdragen aan die proeftuin, ondermeer door trainers ter beschikking te stellen, terwijl we tegelijkertijd het aanbod voor ons leden vergroten. Zij kunnen voor een interessante prijs bij De Pelikaan beachvolleyballen”, vertelt Bart. “Dat is voor veel spelers aantrekkelijk in het zomerseizoen als onze reguliere
20
Cool Moves Volley Product NeVoBo Volleybal bestond voor de jongste volleyballertjes al jaren in diverse competitie- en spelvormen (Minivolleybal). In dit vereenvoudigde volleybalspel ontbrak echter, met name bij de echte beginners, de dynamiek en snelheid die juist zo kenmerkend is voor de sport. De in volleyballand welbekende Adri Noy bedacht een variant, die hij samen met de Nevobo uitwerkte tot een nieuw minivolleybalplan: Circulatieminivolleybal (CMV). In 2009 is de naam van het CMV veranderd in Cool Moves Volley met Mike en Nicky als ambassadeurs. Deze vorm kent zes verschillende spelniveaus, zodat ook de jongste volleyballers stapje voor stapje op een speelse, dynamische manier het spel onder de knie kunnen krijgen. Inmiddels is deze competitievorm in zeven van de acht Nevobo regio’s ingevoerd. Met succes, want het aantal minileden in deze delen van Nederland blijft stijgen. www.volleybal.nl
Handbal
NIEUWE PRODUCTEN
Zwolle
SV Zwolle zet beachhandbal op het menu Beachhandbal is voor veel Nederlanders nog een onbekende sport, maar binnen de handbalwereld groeit de populariteit ervan. Beachhandbal is een vernieuwende en uitdagende vorm van handbal. Uiteraard heeft het raakvlakken met zaalhandbal, maar omdat de bal op het zand niet stuitert, vraagt beachhandbal om meer samenwerking. Doordat de teams bovendien kleiner zijn dan bij het oorspronkelijke handbal, is de sport heel intensief en dus geweldig voor de conditie. Beachhandbal is voor verenigingen een mooie optie om het aanbod te verbreden en daardoor leden te behouden of nieuwe leden te werven.
In Zwolle trainden de handbalsters van SV Zwolle na het binnenseizoen normaal gesproken op een betonnen handbalveld op Sportpark Marslanden. Tegenwoordig kunnen zij echter terecht op de beachaccommodatie van Sportpark De Pelikaan. Daar liggen drie beachhandbalvelden. De vereniging organiseerde er in mei drie trainingen voor zowel junioren als senioren, waarvoor het samenwerkte met SV Tyfoon, een andere handbalvereniging in Zwolle. Iedere training werd afgesloten met een beachtoernooi. Een mooi initiatief: een nieuwe sportvorm + samenwerking met een concurrerende vereniging!
Eindhoven
4+1 handbal nodigt uit tot nieuwe competitievorm 4+1 handbal is een nieuwe handbalvorm gericht op kinderen tot 12 jaar. Het spel wordt gespeeld op een half veld met kleinere goals. Een team bestaat uit vier spelers plus een keeper, die onbeperkt van positie mogen wisselen. Daardoor leren kinderen om op verschillende posities te spelen. E.S.Z.V. OKTOPUS Presenteert: HANDBALTOERNOOI 4+1 STYLE
Maandag 27 December Studenten Sportcentrum TU/e EINDHOVEN
11.00-15.00 uur Geef je nu op! Stuur een mail naar:
[email protected]
In de mail moet komen: teamnaam + aantal deelnemers (max. 6 per team) + de namen en leeftijd van de deelnemende kinderen + begeleiding + school. Dit 4+1 handbaltoernooi wordt mede mogelijk gemaakt door:
Handbalvereniging Oktopus in Eindhoven heeft 4+1 ingezet als proef voor een nieuwe competitievorm. Ouders en kinderen hebben over het algemeen al een druk programma in het weekend. Wekelijks heen en weer rijden voor een enkele competitiewedstrijd kan dan een zware belasting zijn. Bovendien is de verhouding ten opzichte van de speeltijd vaak scheef. Oktopus koos daarom voor maandelijkse toernooien gedurende een dagdeel. Kinderen spelen in een beperkt aantal uren meerdere korte wedstrijden tegen andere teams. Trainers en coaches ervaren dat kinderen op deze manier snel leren en veel plezier beleven. Ook ouders zijn positief over deze vorm. Omdat Oktopus bovendien koos voor een centraal gelegen locatie, vlak aan een toegangsweg naar het centrum van Eindhoven, is zo’n toernooitje voor ouders handig te combineren met andere activiteiten.
Tchoukbal Product Nederlands Handbal Verbond “Tchoukbal” is een alternatieve handbalvorm, die zowel jong als oud erg aanspreekt! Het speelveld is kleiner, er is geen keeper nodig, er zijn minder spelers en er kan gemakkelijk gewisseld worden. Hierdoor is het een snelle en attractieve handbalvorm die zich goed leent voor: · het werven van nieuwe leden, vooral in de leeftijdscategorie 8- tot 14-jarigen · het behouden van leden, vooral in de leeftijdscategorie 12- tot 16-jarigen · het bieden van een flexibele en uitdagende handbalvorm voor de oudere handballers (>45 jaar) · het snel opzetten van een leuke trainingsvariant voor alle doelgroepen www.nhv.nl
Jonge jeugd maakt kennis met de alternatieve handbalvorm Tchoukbal
21
Basketball
NIEUWE PRODUCTEN
Zwolle
‘Be a Basketball STAR’ als basis voor doorstart Het terugverdienmodel is verreweg het moeilijkst te realiseren doel van de proeftuin. In Eindhoven lijkt het te lukken. Drie bedrijfsleiders hebben met hun drie verenigingen een stichting opgericht. Jesper Jobse, bedrijfsleider bij basketballvereniging Landstede ZAC in Zwolle, vond een andere manier: hij verzelfstandigde dit voorjaar. Bij basketballvereniging Landstede ZAC verving Jesper Jobse een jaar geleden de vertrokken bedrijfsleider. Zo’n jaartje lijkt erg kort om iets op te bouwen, maar Jesper werkte hard en had de wind mee. Wat in ieder geval in zijn voordeel speelde, was dat hij de vereniging al van haver tot gort kende. “Ik heb acht jaar in het eerste team op eredivisieniveau gespeeld. In december 2010 ben ik als speler gestopt”, vertelt hij. Ook gunstig voor zijn werk als bedrijfsleider was dat hij 2,5 dag in de week als leerkracht in het basisonderwijs werkt. Die achtergrond past optimaal bij de opdracht die hij van Landstede ZAC kreeg: basketball populairder maken onder de jeugd. Toernooi met spin off Het eerste succes waarop Jesper kon bogen, was de organisatie van een groot basketballtoernooi voor basisscholieren in Zwolle. “Dat was het op een na grootste sporttoernooi voor basisscholen in Zwolle”, vertelt Jesper. “Met 300 deelnemers waren we maar net iets kleiner dan het voetbaltoernooi voor basisscholen.” Jesper en Landstede ZAC kregen na afloop zoveel positieve reacties van scholen, kinderen, leerkrachten en ouders dat zij een vervolg wilde geven aan dat toernooi. “We zijn bij de bond gaan praten”, vertelt Jesper. “Die suggereerde om met een Basketball’sCool te beginnen. Dat hebben we vanaf begin 2011 gedaan.” De Basketball’sCool, iedere woensdagmiddag van half vier tot half vijf, stond onder leiding
van een speler van het eerste team van Landstede ZAC. “Dat maakte het extra aantrekkelijk voor de kinderen.” De belangstelling voor de Basketball’sCool is groot. Soms melden zich ruim 25 kinderen voor de training. Bovendien is een aantal kinderen al doorgestroomd naar de peanutteams van de club. “De proeftuin is inmiddels afgelopen, maar Landstede ZAC gaat zeker door met de Basketball’sCool.” Pilots Een ander product van de Basketballbond dat Jesper in Zwolle dit jaar gebruikte, was ‘Be a Basketball STAR’. Dat is een lessenreeks met bijbehorend materiaal om kinderen in de leeftijd 6 tot 12 jaar spelenderwijs kennis te laten maken met de basketballsport. Bijzonder van de lessenserie is dat het niet alleen om basketball gaat, maar ook om de waarden Sportiviteit, Teamwork, Acceptatie en Respect. “We hebben daarmee dit voorjaar met veel succes pilots gedraaid bij twee BSO’s in Zwolle”, vertelt Jesper. Continuïteit werd door die BSO’s gewenst, maar hoe? Immers, de proeftuin liep ten einde en daarmee ook het bedrijfsleiderschap van Jesper. Samen met Florian de Vries, ook een voormalig eredivisiespeler van Landstede ZAC, besloot Jesper zijn passie voor de sport om te zetten in een eigen bedrijf. “Met ‘Pass & Play Basketball’ zijn we in mei begonnen”, aldus Jesper. “We geven clinics op scholen, maar ook bij BSO’s, in het speciaal onderwijs of als bedrijfsuitje. Voor jonge kinderen gebruiken we ‘Be a Basketball Star’ als uitgangspunt. Maar op basis van onze ervaring en mijn onderwijsachtergrond kunnen we dat concept ook voor andere doelgroepen gebruiken.” De eerste reacties op ‘Pass & Play Basketball‘ zijn positief. Jesper en Florian gaven al clinics in Zwolle, Apeldoorn en Dronten. “Daarbij zoeken we steeds contact met plaatselijke basketballverenigingen, zodat we enthousiaste kinderen kunnen verwijzen naar een club in hun buurt.”
Peanutbasketball Product Nederlandse Basketball Bond Peanutbasketball is speciaal ontwikkeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Het is een spelvorm die wordt gespeeld op een half veld met twee baskets op minihoogte en met een kleine bal(voorkinderen onder 8 jaar zelfs maatje 4). De spelvorm is 3-tegen-3, zodat alle kinderen actief bij het spel betrokken zijn en ze op een laagdrempelige manier kennismaken met basketball. Bij Peanutbasketball draait het niet om het winnen maar juist om het plezier en het samenspelen met leeftijdsgenootjes (jongens en meisjes). In plaats van een eindrangschikking worden individuele en teamprijzen uitgereikt voor bijvoorbeeld inzet en sportiviteit. Maatschappelijke waarden zoals het samenspelen, sportief met elkaar omgaan, respect hebben voor elkaar, vormen een belangrijk onderdeel
22
van Peanutbasketball. Het STAR principe is een pijler van Peanutbasketball. Producten gebaseerd op Peanutbasketball zijn Basketball’sCool en Be a Basketball STAR. Zie voor meer informatie: www.basketball.nl/peanutbasketball
Badminton
NIEUWE PRODUCTEN
Den Haag
10-slagentraining als proeflidmaatschap Om te concurreren met commerciële sportaanbieders zoals fitnesscentra moeten verenigingen aanbod ontwikkelen met een aantrekkelijke prijs/kwaliteitverhouding. Beginnende badmintonners kunnen zich bij DKC voor €35,= inschrijven voor tien trainingen van een uur onder begeleiding van een gediplomeerde trainer. Wie daarna lid wordt, krijgt die €35,= terug in de vorm van korting op het contributiegeld. Via flyers en advertentie in de lokale media maakt de
vereniging reclame voor de 10-slagentraining. Die advertenties werken tegelijkertijd als promotie voor de vereniging. Belangrijk is dat die trainingen goed verzorgd zijn. Die vormen immers een belangrijk visitekaartje voor aspirantleden. Bij DKC zit dat wel goed. Tien van de twaalf beschikbare plaatsen waren bezet en leverde acht nieuwe leden op. De overige twee plekken werden bezet door leden die behoefte hadden aan extra training.
Ongelukkige planning nekt Speedminton-evenement Speedbadminton (soms ook Speedminton genoemd) is een nieuwe vorm van badminton. Maar waar je voor badminton een net nodig hebt en een binnenruimte (of windstil weer), kan je speedminton overal spelen. Er zijn zelfs speeders (de naam voor de shuttles bij speedminton) die stabiel blijven bij windkracht 4.
Een spectaculaire variant is Blackminton, met fluorescerende speeder en veldlijnen. Voeg er spelers met fluorescerende kleding of bodypaint aan toe en je hebt een cool evenement dat ongetwijfeld bij jong en oud zal aanslaan. Pas de muziek aan bij de doelgroep! Toen Badminton Nederland in 2008 de Speedbadminton Zomer Tour startte ter promotie van de nieuwe sport, besloot het Haagse DKC een toernooi van die tour te organiseren. De vereniging deed er werkelijk alles aan om dat toernooi te promoten: flyers, stukjes in huis-aan-huis-bladen, promotie bij andere verenigingen. Toch ging het mis. Het toernooi was midden in de vakantie gepland, veel eigen leden waren weg en bij anderen was de animo na een heel seizoen ook ver te zoeken. “Jammer, verkeerd gepland”, was het nuchtere commentaar van een DKC-bestuurder.
Wat zijn de Yonex Kids Games? Product Badminton Nederland De Yonex Kids Games is een activiteit die bestaat uit een toernooivorm gecombineerd met een vaardigheidscircuit met badmintonspellen. Het doel is jeugdspelers in de leeftijd 8 tot en met 12 jaar, die GEEN competitie spelen, sterker te binden aan het badminton en zo langer bij de vereniging te houden. Deelnemers zijn in de regel afkomstig van 4 verschillende verenigingen bij elkaar in de buurt. De organisatie van een Yonex Kids Games Circuit wordt door de deelnemende verenigingen in toerbeurt gedaan. Zo kunnen kinderen door het seizoen of het jaar heen aan vier Yonex Kids Games deelnemen. De duur van een Yonex Kids Games activiteit is maximaal 3 uur, zodat dit op een doordeweekse trainingsavond of in het weekend kan worden georganiseerd. Het toernooi en het vaardigheidscircuit horen bij elkaar en vormen samen een complete activiteit. De deelname aan zowel het toernooi als het vaardigheidscircuit maakt het voor de kinderen tot een leuke en uitdagende activiteit. www.badminton.nl
23
Met de publicatie van deze brochure sluiten we de
De samenwerking met opleidingen is in veel gevallen
proeftuin De Vereniging als Winkel- en Leerbedrijf
ook goed van de grond gekomen. Een aantal
af. Deze brochure biedt slechts een greep uit
verenigingen is inmiddels erkend als Leerbedrijf. Ook
de ervaringen die de vier bonden en de twintig
dat resultaat verdient verdere verspreiding.
verenigingen gedurende de afgelopen vier jaar hebben opgedaan. Duidelijk is dat in de deelnemende steden
Een lastig onderdeel van de proeftuin was de zorg voor
veel tot stand is gebracht, maar ook dat niet overal alle
continuïteit na de proeftuinperiode. Het zogenoemde
doelen bereikt zijn.
terugverdienmodel bleek moeilijk te realiseren. Dit betekent echter niet dat er geen continuïteit is. Vijftig
Maarten van Koolwijk constateerde in het voorwoord
procent van de deelnemende verenigingen gaat na de
al dat deze proeftuin om verschillende redenen zeer
proeftuinperiode door met een betaalde professional
complex was. Desondanks zijn wij tevreden over de
binnen de vereniging. In een aantal gevallen wordt
ervaringen die deze proeftuin heeft opgeleverd.
hiervoor een combinatiefunctionaris aangesteld.
Een aantal resultaten springen in het oog. Zo heeft
Een belangrijke succesfactor van deze proeftuin was
de lokale samenwerking tussen verschillende
de grote inzet van bestuurders en bedrijfsleiders. Veel
sportverenigingen uit verschillende sporten in diverse
besturen moesten wennen aan een betaalde kracht,
steden tot duurzame meerwaarde geleid. In Groningen
maar slaagden er in het algemeen goed in om samen
organiseren de vier verenigingen nu samen jaarlijks de
met hun bedrijfsleiders de hoge ambities van deze
Omni Sport Experience, waarbij zij kinderen in korte
proeftuin te realiseren. De projectgroep wil bestuurders
tijd met verschillende sporten in aanraking brengen.
en bedrijfsleiders dan ook hartelijk danken voor hun
Ook in Eindhoven heeft de samenwerking tot een
inzet.
bijzonder resultaat geleid: een concreet product waar kinderopvangorganisatie Korein met veel succes
Een woord van dank gaat ook uit naar het Ministerie
gebruik van maakt.
van VWS, dat financiële middelen beschikbaar stelde, en NOC*NSF, dat de kansen voor deze proeftuin
In alle steden is nieuw sportaanbod gecreëerd,
besefte en ons de kans gaf dit project uit te voeren.
waarmee het Winkelaspect van de proeftuin duidelijk
Ten slotte danken wij Maarten van Koolwijk hartelijk
vorm heeft gekregen. Bovendien zijn daarmee nieuwe
voor zijn begeleiding van de stuurgroep.
doelgroepen bereikt. Positief is dat veel deelnemende verenigingen gebruik hebben gemaakt van nieuwe concepten die door de bonden werden ontwikkeld.
Met sportieve groeten,
Cool Moves Volley, Be a Basketball STAR, tchoukbal, Yonex Kids Games en diverse beachsport-varianten
24
zijn op diverse plaatsen goed aangeslagen en zijn
De stuurgroep van De Vereniging als Winkel- en
kansrijk voor verdere verspreiding.
Leerbedrijf
Deze brochure is ontwikkeld en samengesteld door:
De proeftuin Vereniging als Winkel en Leerbedrijf
Leden van de stuurgroep Proeftuin De Sportvereniging
is mogelijk gemaakt door de inzet van de volgende
als Winkel- en Leerbedrijf:
partijen:
Maartje Theunissen
Danny de Ruiter
Het Ministerie van VWS NOC*NSF Nederlandse Volleybal Bond Nederlands Handbal Verbond Nederlandse Basketball Bond Badminton Nederland BC GO Lycurgus V&S Celeritas-Donar
Nanning van der Hoop
Rutger Nienhuis
VC Zwolle SV Zwolle ZAC CobraNova DKC Kalinko SOS Kwieksport Volleybal Combinatie Eindhoven ESVZ Oktopus Almonte Basketball Alfa Next Volley MOK
Roel Mazure (redactie, interviews en tekstproductie) Lucien de Groot (vormgeving en productie) Wihabo Geffen (drukwerk)
Alfa college Groningen Hanze Hogeschool Groningen Haagse Hogeschool Sportservice Zwolle
Meer informatie over proeftuinen is te vinden op:
Landstede ROC
www.nocnsf.nl/proeftuinen
Sportbedrijf Dordrecht
www.winkelenleerbedrijf.nl
Gemeente Eindhoven
25
Benieuwd naar alle ervaringen vanuit de proeftuinen in geheel Nederland? www.nocnsf.nl/innovatiegroothandel