Nieuwsbrief proeftuinproject “de Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” - uitgave dinsdag 24 mei 2011 -
BERICHTEN VANUIT DE PROEFTUIN-STUURGROEP! Leerervaringen stromen binnen! Onze proeftuin is bijna afgelopen. Wat rest is een inventarisatie van de opbrengsten. Vergis je niet, daarbij meten we de resultaten niet alleen aan het bereiken van de doelen die voor de proeftuin waren gedefinieerd. Minstens zo belangrijk is het bepalen van de succesfactoren en de knelpunten. Kortom; de leerervaringen vormen de werkelijke oogst van de proeftuin! Tijdens het congres van Sport & Co, waarover elders in deze nieuwsbrief meer informatie, hoopt de stuurgroep van de proeftuin een uitgebreid magazine uit te kunnen delen. Daarin zet de stuurgroep met input uit de verenigingen - op een rijtje wat doel en opzet van de proeftuin was, wie erbij betrokken waren en wat de belangrijkste leerervaringen waren. Die leerervaringen worden bovendien uitgebreid beschreven in de ‘innovatiegroothandel’ op de website van NOC*NSF. Proeftuinverenigingen, maar ook andere sportverenigingen kunnen hier straks in grasduinen om inspiratie op te doen voor eigen projecten. De afgelopen weken hebben diverse proeftuinverenigingen hun leerervaringen al aan de stuurgroep gestuurd. Het beeld dat daaruit naar voren komt, strookt met de ervaringen van de stuurgroep tijdens de stedentrip: er is heel veel bereikt, maar er zijn ook nogal wat knelpunten geconstateerd. Format Veel proeftuinverenigingen hebben hun ervaringen verwoord volgens het format dat door NOC*NSF is opgesteld. Daarnaast hebben een aantal verenigingen op hun eigen wijze hun ervaringen op papier gezet. Een voorbeeld daarvan is volleybalvereniging Lycurgus uit Groningen. Het bestuur van die vereniging stuurde een puntsgewijs overzicht van de ervaringen. Een belangrijke conclusie van de vereniging is dat de proeftuin voor Lycurgus een aanzet was om na te denken over de sterke en zwakke kanten van de vereniging. Dat heeft onder meer geleid tot een honderd puntenplan, waarbij ieder lid verplicht is een bijdrage te leveren aan de vereniging en zo de vereniging te versterken. Positief is dat Lycurgus concludeert dat het ingezette proces nog niet af is. Anders gezegd: wat met de proeftuin is begonnen, gaat Lycurgus in de loop van de tijd nog verder versterken. Positief Belangrijke winst voor Lycurgus is de aanwas van jeugdleden. De vereniging ziet echter ook een gevaar. Studentenverenigingen in de stad blijken een aantrekkelijk alternatief voor talentvolle jeugd. De
Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
1
club vreest daardoor een opleidingsclub te worden voor andere verenigingen. Gelukkig staat daar tegenover dat het aantal recreanten ook sterk gegroeid is. Positief is ook dat Lycurgus erin is geslaagd om een leerbedrijf te worden voor leerlingen van het Alfa College. Daarin staat de vereniging gelukkig niet alleen. Veel proeftuinverenigingen zijn erin geslaagd de banden met opleidingen belangrijk te versterken. Dat is gunstig voor die verenigingen, maar ook voor de studenten aan die opleidingen. Lastig Voor veel zaalsportverenigingen, ook voor Lycurgus, is het gebrek aan geschikte accommodaties een probleem. De club speelt in verschillende locaties, wat het ‘wij’-gevoel niet ten goede komt. Plannen voor een nieuwe sporthal, samen met andere Groningse zaalsportverenigingen, zijn voorlopig gestrand op gebrek aan financiën. Aan de negatieve kant van de balans staat ook bij Lycurgus dat het terugverdienmodel niet van de grond is gekomen. Het bestuur van Lycurgus wijt dat onder meer aan de economische recessie, maar stelt ook dat de verwachtingen van de stuurgroep wellicht te ambitieus waren. Een gestructureerd overzicht van de leerervaringen uit deze proeftuin verschijnt te zijner tijd op de website van NOC*NSF.
Onderschat, maar erg aantrekkelijk! De zaalsportbonden hebben de afgelopen jaren nieuwe producten ontwikkeld die heel goed ingezet kunnen worden door proeftuinverenigingen. Echter, veel proeftuinverenigingen gebruiken deze nieuwe producten nog niet. Daar zijn wellicht goede redenen voor, maar misschien ook onderschatten zij de mogelijkheden van de nieuwe producten. Daarom belichten wij er hier vier, van elke sport één.. Tchoukbal Ga eens naar Google.com en zoek naar Tchoukball (met dubbel l!). Als tweede hit krijg je dan een youtubefilmpje van vier minuten van een wedstrijd van het Canadese Tchoukball-team. Vergaap je, verbaas je en geniet van het spektakel, het atletische vermogen van de spelers en de snelheid van het spel. Dit is Tchoukbal (in het Nederlands met één l), een variant op handbal die al in de jaren zeventig in Zwitserland werd ontwikkeld door de arts Hermann Brandt. Hij maakte zich zorgen over het grote aantal blessures in contactsporten (zoals handbal). Jonge jeugd maakt kennis met de alternatieve handbalvorm Tchoukbal Daarom ontwikkelde hij een spel dat net zo snel en zwaar was, maar zonder fysiek contact. Tchoukbal sloeg in een aantal landen, waaronder Brazilië, Canada, China, Tsjechoslowakije, Engeland, Zwitserland, Taiwan en de VS, snel aan. In Nederland heeft de sport nog niet echt voet aan de grond gekregen. Dat is jammer, want het spel ken veel mogelijkheden en voordelen. Tchoukbal is aantrekkelijk als speelse introductie voor het ‘echte’ handbal. Een Tchoukbal-team bestaat uit minder spelers dan handbal en er is geen keeper. Daardoor worden alle spelers intensief bij het spel betrokken. Het spel is daarmee erg aantrekkelijk voor jonge spelers die lekker actief willen zijn. Doordat lichamelijk contact verboden is, is de sport voor jonge kinderen minder ‘eng’ dan handbal. Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
2
Ook voor oudere spelers is Tchoukbal aantrekkelijk, als zelfstandige sportvariant, maar ook als trainingsvorm voor het klassieke handbal. Een aantal handbalverenigingen in binnen- en buitenland gebruiken Tchoukbal als trainingsvorm. Het spel is daar ideaal voor. Veel bewegingen lijken op handbalacties, maar door de andere context vraagt het van doorgewinterde handballers creativiteit om een optimaal resultaat te behalen. Bovendien doorbreekt het op een aantrekkelijke manier de normale trainingsroutine. Het Nederlands Handbal Verbond (NHV) heeft een jaar of vijf geleden een lesmap ontwikkeld met standaardlessen voor het basisonderwijs. Later zijn daar ook lesbladen aan toegevoegd voor Tchoukbal. Neem voor meer informatie contact op met het Handbalverbond.
Yonex Kids Games De ervaring leert dat het belangrijk is dat kinderen op jonge leeftijd met sporten in aanraking komen. Vaak blijkt dat de keuze om langere tijd in een bepaalde sport actief te zijn al op jonge leeftijd wordt gemaakt. Dat betekent dat sportbonden moeite moeten doen om jonge kinderen met hun sport in contact te brengen. Wat dat lastig maakt, is dat veel sporten technisch lastig zijn voor jonge kinderen, bijvoorbeeld omdat hun oog-handcoördinatie of kracht nog niet voldoende ontwikkeld. Veel sportbonden hebben dan ook sport- en spelvormen ontwikkeld die zijn afgeleid van hun traditionele sport.
Een impressie van de Yonex Kids Games van Badminton Nederland
Een mooi voorbeeld daarvan zijn de Yonex Kids Games die Badminton Nederland (de badmintonbond) aanbiedt en door (proeftuin)verenigingen ingezet kunnen worden om jonge kinderen aan zich te binden. Het fraaie van de Yonex Kids Games is dat de badmintonbond daarmee ook andere doelen nastreeft, namelijk de samenwerking tussen verenigingen. De Yonex Kids Games is ontwikkeld voor kinderen van 8 tot 12 jaar en bestaat uit een toernooivorm gecombineerd met badmintonspellen. Het bijzondere aan de organisatie is dat niet één, maar meerdere badmintonverenigingen erbij betrokken zijn. Door bij toerbeurt een Yonex Kids Games-activiteit te organiseren ontstaat er een circuit, waaraan de kinderen van de deelnemende verenigingen mee kunnen doen. Het kenmerkende aan de Yonex Kids Games is dat de activiteit maximaal drie uur duurt en dus makkelijk op een middag of een vooravond georganiseerd kan worden.Verenigingen die de Yonex Kids Games willen gebruiken, kunnen bij de badmintonbond terecht voor draaiboeken, spelmaterialen en certificaten. Voor meer informatie: www.badminton.nl/voor_verenigingen/vereniging_en_jeugd/yonex_kids_games
Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
3
Be a Basketball STAR Sportiviteit, Teamwork, Acceptatie en Respect (STAR) zijn belangrijke waarden in de sport. Zij vormen dan ook leerdoelen van ‘Be a Basketball STAR’; een lessenserie die de Nederlandse Basketballbond Bond (NBB) heeft ontwikkeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar. De lessen kunnen gebruikt worden door verenigingen, maar ook BSO’s en scholen hebben hiermee de beschikking over laagdrempelig sportaanbod. Bij ‘Be a Basketball STAR’ staat plezier voorop. Door middel van leuke oefeningen leren de kinderen de basistechnieken van het (peanut)basketball. Die technieken worden vervolgens spelenderwijs getest tijdens de Basketball Race4Fun. De lessen zijn zodanig opgebouwd dat de verschillende vaardigheden meerdere keren in verschillende varianten en met een opbouw in moeilijkheidsgraad aan bod komen. Wat de lessen aantrekkelijk maakt voor kinderen, is dat zij een Basketballpaspoort krijgen waarin zij stickers kunnen verzamelen die zij met oefeningen kunnen verdienen. Daarnaast is er een zogenaamde STARbal, een vrolijk gekleurde basketball, die gebruikt mag worden door de deelnemer die zich het best volgens de STAR-principes gedraagt. Lesboekjes, paspoorten, stickers en overige materialen zijn verkrijgbaar bij Maartje Theunissen van de basketballbond; 030-7513507 of
[email protected]. Cool Moves Volley Ook de Nederlandse Volleybalbond (NeVoBo) realiseerde zich dat het ‘echte’ volleybal technisch moeilijk is voor jonge kinderen. Toch is het belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd met de sport in aanraking komen. Al jaren kende de NeVoBo het zogenaamde minivolleybal. Deze volleybalvariant was voor jonge kinderen echter niet snel en dynamisch genoeg. Daarom ontwikkelde de bond een nieuwe variant waarvan de basis werd gelegd door volleybaltrainer Adrie Noy. Aanvankelijk werd deze variant Circulatie-minivolleybal genoemd, maar sinds 2009 heeft het de hippe naam Cool Moves Volley (CMV). De essentie van CMV is dat kinderen in zes stappen de belangrijkste volleybaltechnieken leren. Elk van de zes niveaus komt in principe overeen met de leeftijdscategorieën van 6 tot 12 jaar. De spelregels zijn voor elk van die niveaus anders. Op het laagste niveau gooien en vangen de kinderen de bal nog. Op de hogere niveaus gaat het spel geleidelijk steeds meer op het echte volleybal lijken. Verenigingen en scholen die met CMV zijn begonnen, tonen zich enthousiast over de opbouw. Een aantal verenigingen timmert echt goed aan de weg en ziet dankzij CMV het ledental onder de jeugd sterk groeien. Reden te meer voor verenigingen die CMV nog niet inzetten, om zich over het spel te informeren. Voor meer informatie: www.coolmovesvolley.nl
INTERVIEWS! INTERVIEWS! INTERVIEWS! INTERVIEWS! INTERVIEWS! Gemengde gevoelens na stedentrip! Met de rondreis eind april en begin mei van de stuurgroep langs vier proeftuinsteden begint het einde van de proeftuin echt in zicht te komen. Tijd om de oogst te bekijken en daar lastige vragen over te stellen. We kiezen Danny de Ruiter van het Nederlands Handbal Verbond (NHV), één van de vier bonden die de proeftuin hebben geïnitieerd, als “slachtoffer”. Omdat hij drie van de vier steden bezocht. En omdat hij vanaf het begin bij deze proeftuin betrokken was. Jullie zijn destijds ongetwijfeld met hoge verwachtingen aan deze proeftuin begonnen. Inmiddels loopt het project ten einde. Hoe kijk je terug op het hele project? Danny: “Met gemengde gevoelens. Van de stuurgroep ben ik de enige die vanaf het prille begin - de subsidieaanvraag in 2006 - bij de proeftuin is betrokken. We hadden destijds inderdaad verwachtingen die in de praktijk niet zijn uitgekomen. Een voorbeeld? Nou, we dachten dat de samenwerking tussen verenigingen binnen een stad makkelijker tot stand zou komen. We gingen ervan uit dat wij dat wel Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
4
even zouden moeten aanzwengelen, maar dat we daarna als een adviesraad op de achtergrond zouden kunnen blijven. In de praktijk ging het allemaal veel moeizamer. Bedrijfsleiders van verschillende verenigingen vonden elkaar vaak nog wel, maar op bestuurlijk niveau bleek samenwerking een stuk moeizaam te zijn of slechts tijdelijk te werken.” Welke knelpunten stonden samenwerking op bestuurlijk niveau in de weg? Danny: “Om tot samenwerking te komen moeten besturen niet alleen willen, maar ook kunnen. Vaak wilden ze wel, maar konden ze niet. Domweg omdat zij er geen tijd voor hadden. De zaalsportverenigingen in deze proeftuin zijn klein en hebben vaak weinig vrijwilligers. Dat legt veel druk op bestuurders om de vereniging draaiende te houden. Maar die bestuurders zijn ook maar vrijwilligers met beperkte tijd. Dus ook al zouden die besturen willen innoveren en samenwerking willen vorm geven, dan ontbrak vaak de tijd. Lastig was bovendien dat we nogal wat bestuurswisselingen hebben gehad bij onze proeftuinverenigingen. Dat was ook niet bevorderlijk voor het proces van samenwerking. In de praktijk kwam onderlinge samenwerking dus vooral op de bedrijfsleiders neer.” Maar ook die slaagden er niet altijd in om samenwerking te structureren. Danny de Ruiter van de proeftuin-stuurgroep Danny: “Klopt. Dat heeft weer te maken met het profiel van die bedrijfsleiders. In Groningen waren alle bedrijfsleiders echte ‘doeners’. Die stelden minder belang in formele afspraken. In Eindhoven bleken de drie bedrijfsleiders totaal verschillende profielen te hebben en elkaar juist daarom enorm goed aan te vullen. Dat heeft daar op bedrijfsleidersniveau in ieder geval tot zeer intensieve en constructieve samenwerking geleid.” Had het achteraf anders gekund? Danny: “Achteraf hadden we als stuurgroep wellicht een fulltime-projectleider moeten aanstellen, in plaats van vier stuurgroepleden die ook nog veel andere klussen hebben te doen. Een fulltimeprojectleider had wellicht voor betere bewaking en meer stimulans hebben kunnen zorgen.” Een lastig onderwerp is ook het terugverdienmodel. Eigenlijk is geen enkele stad dat gelukt, met uitzondering van Eindhoven. Daar richten drie bedrijfsleiders een stichting op die wellicht het hoofd boven water kan houden. Was dat terugverdienmodel achteraf niet al te ambitieus? Danny: “Dat terugverdienmodel is een vast onderdeel van alle proeftuinen van NOC*NSF, en dus niet exclusief voor deze proeftuin. Voor zover ik weet, is dat terugverdienmodel voor de meeste proeftuinen erg lastig geweest. Ik denk inderdaad dat NOC*NSF zich daarop verkeken heeft. Maar goed, het zijn niet voor niets proeftuinen; die zijn bedoeld om dingen te proberen. Het grootste probleem bij het terugverdienmodel is volgens mij de cultuur en structuur van onze sportverenigingen. Dat zijn nog steeds vrijwel honderd procent vrijwilligers, die niet zijn ingesteld op commercieel denken, op marketing, op samenwerking en op terugverdienen van investeringen.” Wat staat er wat jou betreft aan de positieve kant van de balans? Danny: “De samenwerking tussen de bedrijfsleiders in Eindhoven en kinderopvangorganisatie Korein is het meest opvallende succes van deze proeftuin. Positief is ook het enorme aantal vernieuwende activiteiten die de proeftuinverenigingen hebben georganiseerd. Daarbij hebben vooral veel verenigingen zich door middel van schoolprojecten gericht op het basisonderwijs. Voor de oudere jeugd zijn veel beach-evenementen georganiseerd, zowel door individuele verenigingen als door clusters van
Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
5
verenigingen. Tenslotte zijn in een aantal steden mooie nieuwe evenementen ontstaan, zoals de Omni Sport Experience in Groningen en het beach-event in Den Haag.”
Hoe gaat het met ... SOS-Kwieksport? Voor onze nieuwsbrief kiezen we iedere keer een andere vereniging en vragen wat zij doen aan Proeftuinactiviteiten. Deze keer handbalvereniging SOS-Kwieksport in Den Haag. Bedrijfsleider Miranda Offers vertelt over haar ervaringen. Miranda is 26 jaar. Zij studeerde Vrijetijdswetenschappen in Tilburg en vervolgens International Master of Sports Management aan het Johan Cruijff Institute for Sport Studies. Miranda speelde twintig jaar handbal en bereikte daarmee hoofdklasse-niveau bij PSV in Eindhoven. “Ik ben er een maand geleden mee gestopt omdat het niet meer te combineren viel met mijn werk en mijn privéleven”, vertelt zij. Sinds 1 februari 2010 is Miranda voor twaalf uur in de week bedrijfsleider bij handbalvereniging SOSKwieksport in Den Haag. De datum van haar indiensttreding - halverwege het proeftuinproject - doet bijzondere omstandigheden vermoeden. “Het boterde niet meer tussen mijn voorganger en het bestuur”, is het enige dat Miranda daar over kwijt wil. Zij vertelde later dat zij daardoor aanvankelijk door de vereniging met de nodige argwaan werd bekeken. “Mijn eerste opdracht was dan ook het vertrouwen winnen van het bestuur en de rest van de vereniging”, vertelt Miranda. “Ik heb daartoe voortdurend tegen iedereen gezegd dat ik er voor de vereniging ben, en niet voor mezelf. De club is er voor de leden en niet voor mij. En verder heb ik voor de grootst mogelijke openheid gezorgd.” Delegeren Wat het verleden met de vorige bedrijfsleider tot een extra grote last maakte, was de dubbelrol die Miranda’s voorganger speelde. Behalve bedrijfsleider was hij door een aanstelling van de gemeente Den Haag ook nog jeugdsportcoordinator bij SOS-Kwieksport. “Door zijn vertrek waren er dus belangrijke taken blijven liggen, zoals het ondersteunen van de sponsorcommissie, het introduceren van Tchoukbal en het opzetten van minihandbal”, vertelt Miranda. “Aanvankelijk pakte ik die taken op. Ook al omdat het bestuur na hun slechte ervaringen niet stond te trappelen om nog een externe functionaris bij de club te betrekken. Gelukkig wist ik snel genoeg vertrouwen te winnen zodat het bestuur alsnog voor een nieuwe jeugdsportcoördinator koos. Afspraak was wel dat ik hem zou aansturen.” Door deze opzet kon Miranda zich richten op de managementkant van haar opdracht; meer praktische aspecten kon zij aan de jeugdsportcoördinator delegeren. Successen Gezien de achterstand waarmee Miranda met opdracht begon - zowel in tijd als in sfeer bij de vereniging, waar zij eerst nog vertrouwen moest winnen - heeft zij bij SOSKwieksport veel bereikt. “We hebben Tchoukbal op scholen geïntroduceerd. Daarnaast heb ik het contact met de HALO, de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding, nieuw leven ingeblazen.” Het resultaat daarvan is half mei maar liefst twee projectteams en twee ‘losse’ meiden bij SOS-Kwieksport actief waren. Het onderdeel Leerbedrijf van de proeftuin kreeg daardoor snel inhoud. De relatie tussen vereniging en HALO lijkt nu in ieder geval goed genoeg om continuering daarvan te verwachten. Een tweede pijler van de proeftuin - het benaderen van nieuwe doelgroepen - is binnen SOS-Kwieksport ook van de grond gekomen. “Maar ik moet erkennen dat ik daar weinig aan gedaan heb. De Jeugdcommissie was erg
Bedrijfsleider van SOS-Kwieksport Miranda Offers (hier samen met Johan Cruijf!)
Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
6
actief bezig om een E-pupillenafdeling op te zetten. Bewust ben ik daarbij op afstand gebleven. Het liep gewoon goed en ik wilde voorkomen dat betrokkenen zouden denken dat ik hun succes zou willen claimen.” Een succes dat wel op Miranda’s conto kan worden bijgeschreven is de verbeterde samenwerking met andere proeftuinverenigingen in Den Haag. “Er was nauwelijks contact meer toen ik hier begon. Ik heb contact gezocht met andere verenigingen met de vraag wat we voor elkaar kunnen betekenen en waar we van elkaar kunnen leren.” Die open vraag leidde ertoe dat de bedrijfsleiders van drie verenigingen regelmatig even bij elkaar kwamen. Het resultaat daarvan is een beach event voor scholen waarvan de pilot-editie in juni van dit jaar plaats vindt. “De gemeente gaat daar een aantal scholen voor uitnodigen. We willen in juni onze opzet uitproberen en gaan deelnemende scholen om feedback vragen. Die ervaringen verwerken we, zodat we in september scholen in Den Haag kunnen uitnodigen voor de eerste officiële editie van ons beach event.” Toekomst De proeftuin Winkel- en Leerbedrijf nadert zo langzamerhand het einde. Het contract van Miranda loopt echter nog tot eind 2011. Wat dan? “Voor een kleine club als SOS-Kwieksport is het niet mogelijk om een betaalde kracht in dienst te houden. Er zit dan ook niets anders op dan alles zo goed mogelijk over te dragen aan commissies en vrijwilligers binnen de club.” Gevraagd naar haar persoonlijke toekomst, heeft Miranda nog geen duidelijk beeld. “Ik wil graag in de sport blijven werken, dus bonden of verenigingen mogen me bellen.” Zij kan in ieder geval een goede referentie overleggen, want ondanks de valse start heeft Miranda bij SOS-Kwieksport toch veel bereikt.
AGENDA! AGENDA! AGENDA! AGENDA! AGENDA! AGENDA! AGENDA! Kom naar het congres van Sport & Co!! Op vrijdag 24 en zaterdag 25 juni organiseert de stichting in oprichting Sport & Co een congres in Eindhoven. Voor de proeftuinverenigingen betekent het congres de afsluiting van de proeftuin Winkel- en Leerbedrijf. Iedere proeftuinvereniging mag kosteloos drie vertegenwoordigers naar het congres afvaardigen. Kortom, meld je aan! Het congres “Meer dan alleen winnen” betekent voor de proeftuin Winkel- en Leerbedrijf een einde, maar ook een begin. Formeel loopt de proeftuin deze zomer ten einde. Reden genoeg voor proeftuinverenigingen om nog een keer bij elkaar te komen, ervaringen uit te wisselen en zich te bezinnen op de gezamenlijke toekomst. Voor de proeftuinverenigingen is er op zaterdag tijdens het congres een besloten slotbijeenkomst.
Ewald van Kouwen ‘predikt’ Positief Coachen
Tijdens het congres zullen de proeftuinverenigingen uit Eindhoven bovendien een presentatie geven over hun ervaringen, successen en leerervaringen. Het congres is tegelijkertijd ook een nieuw begin, althans voor de drie Eindhovense proeftuinverenigingen. De bedrijfsleiders van deze verenigingen zijn hard bezig een stichting op te richten. Sport & Co, zoals de stichting gaat heten, laat meteen stevig van zich horen, want dit congres is hun initiatief.
Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
7
Programma Het programma van “Meer dan alleen winnen” is veelbelovend. Op vrijdag kunnen congresbezoekers genieten van de theatershow “Wel winnen hè”. Deze show is een product van de Stichting Positief Coachen. Communicatiespecialist en sportfanaat Ewald van Kouwen (zie foto) biedt de toeschouwers in deze show een andere kijk op winnen en op de omgang met vrijwilligers en leden van sportverenigingen. Ongetwijfeld biedt zijn show veel stof tot nadenken. Zaterdag vervolgt het programma met een lezing van Toon Gerbrands, voormalig coach van het Nederlands Volleybalteam, voormalig manager/directeur van de DSB-schaatsploeg en tegenwoordig directeur van betaald voetbalorganisatie AZ. Gezien zijn veelzijdige sportachtergrond belooft dit een gloedvolle lezing te worden. Voor en na de lunch kunnen congresgangers kiezen uit respectievelijk een en twee workshops uit de lijst van elf workshops. Onderwerpen lopen uiteen van de voordelen van een combinatiefunctionaris, het vergroten van het aantal vrijwilligers, sportpsychologie en het verband tussen voeding, gedrag en sportprestaties. Het congres wordt afgesloten met demonstraties op technisch/tactisch gebied door handbal-, basketball- en volleybalteams. Is dat niets voor je, dan kun je altijd nog meedoen aan een golfclinic en je swing laten analyseren met behulp van een videobewegingsanalysesysteem (een woord van 28 letters!) Kosteloos voor drie proeftuinvertegenwoordigers Het proeftuinondersteuningsbudget heeft ruimte om de kosten voor de deelname aan het congres voor maximaal drie bestuurders en/of bedrijfsleiders per proeftuinvereniging voor haar rekening te nemen. De inschrijfkosten voor dit congres kunnen door de proeftuin-verenigingen (tot uiterlijk 10 juni) worden gedeclareerd bij de NeVoBo. Locatie Het congres vindt op 24 juni plaats in het auditorium TU/e adres: Den Dolech 2, 5612 AZ Eindhoven. Zaterdag 25 juni is de locatie het Studenten Sport Centrum TU/e, Onze Lieve Vrouwestraat 1, 5612 AW Eindhoven. Meer informatie Voor meer informatie over Sport & Co en inschrijving voor het congres, zie www.sportenco.nl.
Wil je meer informatie over het proeftuinproject “de Sportvereniging als Winkel en Leerbedrijf” of heb je zelf een interessant nieuwsbericht? Kijk op www.winkelenleerbedrijf.nl of mail naar
[email protected]!
Nieuwsbrief “De Sportvereniging als Winkel & Leerbedrijf” editie 24 mei 2011
8