V e r b e t e r p l a n W a r e nm a r kt e n A m st e r d a m Z u i d o o s t Op weg naar duurzame, betaalbare en economisch sterke warenmarkten
drs. W.V.M. van Rijt-Veltman drs. J. Snoei Zoetermeer, 29 mei 2012
Dit onderzoek is gefinancierd door Stadsdeel Zuidoost.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Kwaliteit warenmarkten als collectief
7
2.1
Aanbod op de markt
2.2
Inrichting van de markt
11
2.3
Attractiviteit van de markt
14
2.4
Aandachtspunten organisatie en financiën
19
3
Kwaliteit individuele marktkooplieden
23
3.1
Bedrijfsvoering ‘aan de voorkant’
23
3.2
Bedrijfsvoering ‘aan de achterkant’
25
3.3
De strategie van ondernemers
26
3.4
Ondernemerschap
29
3.5
Aandachtspunten organisatie en financiën
32
4
Actieschema
33
7
3
1
Inleiding
Stadsdeel Zuidoost wil de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost weer sterk maken voor de toekomst. Tegelijkertijd staat het stadsdeel ook voor een financiële opgave om de kostendekkendheid van de warenmarkten te verhogen. Eind 2011 heeft Panteia/EIM een onderzoek uitgevoerd naar de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost, waarbij zowel de kwalitatieve als de financiële aspecten zijn onderzocht. De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport “Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame, betaalbare en economisch sterke warenmarkten”. Begin 2012 is in de Raad besloten om de markt in de toekomst meer dagen op het Anton de Komplein te gaan houden (centraliseren)1. Stadsdeel Zuidoost laat de voorwaarden voor een succesvolle centralisatie nu uitwerken in een verbeterplan voor de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost.
V e r be te r pl a n Het verbeterplan van Amsterdam Zuidoost bevat vier delen: 1 2
Verbetering van de kwaliteit van de marktkooplui en de warenmarkten; Verbetering van de fysieke contextuele inbedding van de markt op het Anton de Komplein;
3
Alternatieve invulling voor het Annie Romeinplein bij eventuele verplaatsing van de markt;
4
Versterking van het winkelcentrum Ganzenpoort.
Panteia/EIM heeft het eerste deel ingevuld door concrete acties uit te werken en vast te leggen in het onderhavige rapport. De andere delen zijn ingevuld door Bureau Stedelijke Planning en Urhahn Urban Design. Hiervan is separaat een rapport opgesteld.
A c tie s De acties die Panteia/EIM heeft uitgewerkt, betreffen enerzijds het verbeteren van de kwaliteit van de warenmarkten als collectief en anderzijds het verbeteren van de kwaliteit van de individuele marktkooplieden. Daarbij komen de volgende thema’s aan de orde: Het aanbod van producten en diensten op de markten; De opstelling en inrichting van de markten; De attractiviteit van de markten en de directe (winkel)omgeving; De bedrijfsvoering ‘aan de voorkant’; De bedrijfsvoering ‘aan de achterkant’; De strategie van ondernemers; De kwaliteit van het ondernemerschap; Organisatie en financiën.
1
Medio april 2012 is de markt Kraaiennest al verplaatst naar het Anton de Komplein. Eind 2012 zal een besluit genomen worden over het al of niet verplaatsen van de markt Ganzenhoef naar dit plein.
5
K o r te te r mi j n De acties zijn gericht op de korte termijn, dat wil zeggen bestemd voor de eerstkomende jaren. Sommige zijn van het kaliber ‘quick wins’, terwijl andere wat meer afstemmings- en voorbereidingstijd vergen. Panteia heeft zich nadrukkelijk beperkt tot acties voor de korte termijn. De overweging om dit te doen is het feit dat eventuele nieuwbouwprojecten en infrastructurele werken, die het gebied Anton de Komplein – Amsterdamse Poort – Arena Boulevard mede tot een regionaal koop- en leisurecentrum moeten maken, pas op lange termijn gerealiseerd kunnen worden. De warenmarkt en de kooplieden moeten bij dergelijke fysieke ingrepen een periode van ten minste 5 jaar overbruggen. Die tijd is te lang om nu al geen verbeteringen door te voeren.
A n t o n d e K o m plei n , G a nze n h o ef e n R ei ge r sb o s Het accent van de verbeteracties ligt op de markt Anton de Komplein. Dit is inherent aan de doelstelling van het verbeterplan, namelijk “de voorwaarden voor een centralisatie uitwerken in een verbeterplan”. Veel van de voorgestelde acties zijn echter ook van toepassing op (de kooplieden van) de markten Ganzenhoef en Reigersbos of raken deze markten. Wanneer een actie exclusief voor een warenmarkt bedoeld is of wanneer er sprake is van verschillen tussen markten, dan is dit in de tekst expliciet vermeld.
A d vie s g r oe p Panteia/EIM heeft bij het opstellen van de acties dankbaar gebruik gemaakt van de suggesties die aangereikt zijn vanuit de adviesgroep. De adviesgroep bestond uit ondernemers van de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost (leden van de marktcommissie) en medewerkers van het stadsdeel, en is begeleid door vertegenwoordigers van de CVAH en het HBD.
L ee swi jze r Het verbeterplan start met de acties om de kwaliteit van de warenmarkten als collectief (hoofdstuk 2) te verbeteren. Daarna wordt ingegaan op de acties ter bevordering van de kwaliteit van de marktkooplieden als individu (hoofdstuk3). Het rapport wordt afgesloten met een overzichtstabel waarin alle acties onder elkaar gezet zijn en met elkaar vergeleken kunnen worden op prioriteit (urgentie en tijdpad), betrokken partijen en type inspanningen (hoofdstuk 4).
6
2
Kwaliteit warenmarkten als collectief
Eén van de belangrijkste conclusies uit het rapport “Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame, betaalbare en economisch sterke warenmarkten” is, dat de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost de bestedingspotentie in het eigen verzorgingsgebied onvoldoende benutten. De opkomstindex, de bezoekfrequentie en het bonbedrag kunnen hoger, maar dan moeten de attractiviteit, diversiteit en kwaliteit van de markten flink verbeterd worden. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe dit laatste gerealiseerd kan worden. Dit is gedaan door een aantal acties te formuleren. Per actie is aangegeven: het doel en de inhoud, de initiatiefnemer en partners, de randvoorwaarden, de benodigde inspanningen, de te verwachten resultaten, de prioriteit en (bij een aantal acties) bijzonderheden. Het hoofdstuk sluit af met aandachtspunten met betrekking tot de organisatie en financiën.
2.1
Aanbod op de markt Enkele passages uit het rapport:
“… wordt gekenmerkt door een oververtegenwoordiging van textiel en aardappelen, groenten en fruit en het ontbreken van een aantal versbranches….” “… de nonfood kooplieden zetten gemiddeld per uur beduidend minder om dan collega’s in de food…”. “… een aantal versbranches is afwezig, terwijl er een groot aanbod van (goedkope) aardappelen, groenten en fruit is. “… Een verschraling van het aanbod brengt minder klanten en omzet mee…”. “… Het relatief lage bonbedrag illustreert de verschraling…” “… De bezetting bij de vaste kooplieden is relatief laag, die de kwaliteit van het aanbod en de markt als totaliteit niet ten goede komt…” “Het staat buiten kijf dat de warenmarkten een kwaliteitsslag moeten maken, die gericht is op het verbreden en verdiepen van het assortiment...”
A c tie 1 : A s so rti m e ntsve r b re di n g & pr o d uc t sti m ule ri n g Assortimentsverbreding is nodig om de markten weer veelzijdig en aantrekkelij-
Doel en inhoud
ker te maken voor een groter publiek. In eerste instantie moet het huidige aanbod aangevuld worden met de ontbrekende versbranches. Dit geldt vooral voor de markt op het Anton de Komplein. Voor deze markt is het belangrijk dat de productspecialisatie van Kraaiennest - de Surinaamse keuken - meeverhuist en behouden blijft. In tweede instantie moet het aanbod nonfood gevarieerder worden door invulling te geven aan het element ‘shoppen en beleven’, waardoor ook de doelgroep jongeren1 naar de markt getrokken kunnen worden. Verder kan het aanbod verrijkt worden met producten die ter plaatse worden genuttigd. In het onderstaande schema zijn producten of branches opgenomen, die toegevoegd moeten worden om het aanbod op de markt gevarieerder en aantrekkelijker te maken.
1
In Zuidoost zijn de leeftijdsgroepen ‘tot 18 jaar’ en ’18 tot 24 jaar’ sterker vertegenwoordigd dan gemiddeld in Amsterdam (34% t.o.v. 29%).
7
versproducten:
nonfood producten:
ter plaatse te nuttigen:
kaas en zuivel*
gifts en gadgets
patat*
brood en banket*
modeaccessoires
shoarma*
noten*
smartphone-accessoires
broodjes*
snoep en chocolade*
sportswear en -artikelen
smoothies, juices*
vlees- en vleeswaren*
stoffen*
seizoensfruit
olijven en zuidvruchten*
garens en fournituren*
bloemen en planten*
verlichtingsartikelen*
* = aangegeven door de adviesgroep
De assortimentverbreding kan door middel van productstimulering gerealiseerd worden. Dit houdt in dat sollicitant-kooplieden met nieuwe en ontbrekende branches voorrang krijgen bij een plaatstoewijzing op de markt. Initiatiefnemer en partners
Het initiatief voor productstimulering ligt bij de marktcommissie en Stadsdeel Zuidoost. Beide moeten zich buigen over een selectie van producten waarvoor de productstimulering gaat gelden. Productstimulering kan voor alle markten in Zuidoost ingevoerd worden. De productselectie kan echter verschillen, afhankelijk van het huidige aanbod en de kenmerken van het verzorgingsgebied. Op Reigersbos en Ganzenhoef is de noodzaak tot bijsturing op dit vlak kleiner dan op het Anton de Komplein.
Randvoorwaarden
Productstimulering moet zorgvuldig worden toegepast, omdat het de anciënniteit raakt. Inspraak van de kooplieden is daarom essentieel. Er moet rekening mee gehouden worden, dat niet iedere koopman/vrouw alle marktdagen op het Anton de Komplein kan staan. Vaak zal het om één of hooguit 2 dagen gaan. Dan zal besloten moeten worden of deze koopman/vrouw ook welkom is en of de regelgeving hierop aangepast gaat worden.
Benodigde inspanningen
De Marktcommissie en het Stadsdeel zullen tijd vrij moeten maken voor het selecteren en omschrijven van de productgroepen en de communicatie daarover richting kooplieden, sollicitanten en marktmeesters. De CVAH beschikt over werkbare spelregels met betrekking tot productstimulering en heeft daarmee in de praktijk goede ervaringen opgedaan. De bijsturing van het assortiment op de markten door productstimulering zal periodiek gemonitord moeten worden. Hierbij moet niet alleen gelet worden of er voldoende nieuwe instroom is (bijsturing, selectie), maar ook of de nieuwe producten blijvend zijn (handhaving).
Te verwachten resultaten
Het ligt niet in de verwachting dat het Anton de Komplein over een paar maanden al het gewenste aanbod zal hebben. De komst van nieuwe kooplieden is immers ook afhankelijk van de andere acties die de aantrekkelijkheid van de markten (omzetpotentie voor de kooplieden!) moeten vergroten en de beschikbaarheid van kooplieden in de gewenste branches. De assortimentsverbreding zal geleidelijk aan gaan plaatsvinden.
Prioriteit
Het invoeren en toepassen van productstimulering krijgt de hoogste prioriteit. Dit betekent dat het direct opgepakt moet worden.
8
Het dagelijkse bestuur van het stadsdeel is bevoegd om maximaal 12 product-
Opmerking
stimuleringsplekken in te stellen (gereserveerd voor de nu ontbrekende producten). Vanuit de adviesgroep ligt er een voorstel om dit met 8 versproducten en 4 bakproducten in te vullen. Dit betekent dat er via productstimulering niet ingespeeld lijkt te worden op de consumentengroep van jongeren. Panteia/EIM ziet dit als een gemiste kans - met name voor het Anton de Komplein - en pleit ervoor om ook enkele (nu nog ontbrekende) nonfoodproducten via productstimulering een plek op de markt te geven. De adviesgroep wijst op het belang van een herindeling als de instroom van nieuwe producten feitelijk wordt. Panteia/EIM wil een dergelijke herindeling tevens koppelen aan de herinrichting van de markt (zie acties 5 en 6). Wij willen daarbij nog een stapje verder gaan en erop wijzen dat de indeling van de markt vanuit bedrijfsmatige of commercieel oogpunt moet gebeuren. Dit zou wel eens haaks op de voorkeuren van enkele kooplieden kunnen staan.
A c tie 2 : A s so rti m e ntsve r di e pi n g Behalve assortimentsverbreding is assortimentsverdieping een middel om méér
Doel en inhoud
uit de markten van Amsterdam Zuidoost te halen. Doel van assortimentsverdieping is het terugwinnen van de koopkrachtafvloeiing naar andere Amsterdamse markten (waaronder Albert Cuyp, Dappermarkt) en naar markten buiten Amsterdam (waaronder Amstelveen, Abcoude). Doel is ook om het aantal marktbezoekers – nu 67% van de inwoners in Zuidoost - te verhogen. Op de markten zullen meer kooplieden meer variatie in prijs- en kwaliteitsniveau, genre, levensstijl, levensfase en smaak moeten bieden. Een hoger prijs-/ kwaliteitsniveau zal vooral de relatief koopkrachtiger en autochtone bezoekers van de markten buiten Amsterdam aanspreken. Een grotere differentiatie in stijlen en smaken zal ook de bezoekers van de Amsterdamse Poort aanspreken. Dit aanbod moet naast het huidige (eenzijdiger) aanbod van een relatief lager prijsen kwaliteitsniveau komen. Het huidige aanbod speelt immers goed in op het primaire verzorgingsgebied Amsterdam Zuidoost1. Productstimulering kan bijdragen tot een grotere differentiatie in het assortiment, in die zin dat de branchering aangevuld wordt. De verfijning binnen de branchering – naar genre, levensstijl, smaak en prijs-/kwaliteitsniveau - zal van de kwaliteit van het ondernemerschap op de markten afhangen. Voor de huidige kooplieden is hier dus een uitdagende taak weggelegd. De kwaliteit van het ondernemerschap kan met acties gestimuleerd worden (zie hoofdstuk 3). Ten aanzien van de initiatiefnemers en partners, randvoorwaarden, benodigde inspanningen, te verwachten resultaten en prioriteit geldt nagenoeg hetzelfde als hiervoor vermeld is bij actie 1 Assortimentverbreding. Wij verwijzen hier naar deze passage.
A c tie 3 : P ro d u c t st o p Doel is het tegengaan van teveel aanbod in bepaalde branches, waardoor de
Doel en inhoud
markten hun aantrekkingskracht op de consument verliezen en het voor de kooplieden steeds moeilijker wordt om een redelijke omzet te behalen. Doel van deze
1
Vergeleken met Amsterdam ligt in Zuidoost de gemiddelde werkloosheid hoger (8,6% t.o.v. 6,3%) en het gemiddelde koopkrachtinkomen lager (index: 83 t.o.v. 100). Daarnaast kent Zuidoost relatief veel inwoners van niet-westerse afkomst (64% t.o.v. 35%).
9
actie is het behoud van omzet voor de vaste kooplieden in de betreffende branches, vergroting van de omzet in alle branches en versterking van het imago van de markt. Hier gaat het om de invoering van een (tijdelijke) productstop. Dit betreft het voor bepaalde branches instellen van een maximum aantal kooplieden dat op de markt mag staan. In aanmerking komen de productgroepen textiel en agf. Veel sollicitanten zijn actief in deze twee branches. Doordat een steeds groter deel van de markten in Zuidoost opgevuld worden met sollicitanten is er ‘een teveel van hetzelfde’ ontstaan. De consument heeft het dan al gauw op de markt gezien en komt niet geregeld terug. Een alternatief voor het instellen van een productstop is het (tijdelijk) verkleinen van de omvang van de huidige markten. Op dit moment wordt op de markten in Zuidoost slechts de helft van het aantal plaatsen door vaste kooplieden bezet (m.u.v. Reigersbos waar dit aandeel 60% is). Opvulling van de lege plekken zoals dat nu gebeurt met ‘een teveel van hetzelfde’ voegt voor de consument nauwelijks wat toe. Sterker nog: het schaadt de markt in haar imago en trekkracht. Een kleinere en compacte opstelling van de markt kan dan beter werken, zo blijkt ook uit de praktijk in andere gemeenten die een dergelijke actie eerder hebben doorgevoerd. Op dit moment ligt marktverkleining in Zuidoost niet erg voor de hand. Voor het Anton de Komplein niet, vanwege de economische potentie van de marktlocatie en de beoogde centralisatie op termijn. Voor Ganzenhoef niet omdat dit een relatief drukke zaterdagmarkt betreft en mogelijk op termijn naar het Anton de Komplein verhuist. Voor Reigersbos niet, omdat deze markt relatief goed functioneert. Initiatiefnemer
Het initiatief voor deze actie ligt net zoals bij de productstimulering bij de markt-
en partners
commissie en het stadsdeel. Een aantal stadsdelen in Amsterdam heeft inmiddels ervaring met het invoeren van een (tijdelijke) productstop.
Randvoorwaarden
De invoering van een productstop moet zeer zorgvuldig gebeuren, omdat het de anciënniteit raakt. Inspraak van de kooplieden is daarom essentieel. De productgroepen moeten zorgvuldig geselecteerd en omschreven worden. Zorgvuldigheid is vereist, omdat de variatie binnen de productgroepen namelijk erg groot (en misschien dus gewenst) kan zijn. Met andere woorden een productstop moet zeker geen vernieuwingen tegen houden! Dit pleit ervoor om een productstop voor bepaalde tijd in te voeren en dit daarna te evalueren. Monitoring van de werking en eventueel tijdige bijsturing is gewenst. Een dergelijke werkwijze wordt nu ook gevolgd in Amsterdam West, waar sinds 1 oktober 2011 voor de Ten Katemarkt een productstop voor aardappelen, groenten en fruit is gevoerd.
Benodigde inspanningen
De marktcommissie zal een gedeelte van de tijd vrij moeten maken voor het uitwerken van de productstop. Het stadsdeel krijgt de uitvoering, handhaving en monitoring van de productstop voor haar rekening.
Te verwachten resultaten
Een (tijdelijke) productstop laat direct de opbrengsten zien in de vorm van een aantrekkelijker en gezelliger markt. De economische opbrengsten volgen wanneer het pakket van verbeterende acties zijn vruchten zal afwerpen.
Prioriteit
Deze actie heeft een lagere prioriteit dan productstimulering. Door productstimulering kan immers de eenzijdigheid op een positieve manier verholpen worden: nieuwe vaste kooplieden uit andere branches bezetten dan al een deel van de le-
10
ge plekken. Voor de kooplieden in de ‘problematische’ branches (textiel en agf) heeft het echter een hoge prioriteit.
A c tie 4 : W er vi n g k oo p lie d e n Doel van deze actie die een logisch en onlosmakelijk verband heeft met de voor-
Doel en inhoud
gaande acties is een volle markt. De lege marktplekken moeten weer opgevuld worden en de aantrekkingskracht van de markten vergroot door de consumenten meer keuze, gemak en genot te bieden. Uiteindelijk zal dit resulteren in hogere bezoekfrequenties, bonbedragen en omzetten voor de marktkooplieden. De actie zelf bestaat uit het uitzetten van wervingsadvertenties en het persoonlijk benaderen van potentiële kandidaten, die al of niet op de sollicitantenlijst staan. Dit kan door gebruik te maken van de persoonlijke netwerken van de kooplieden, via de CVAH (o.a. adverteren in De Koopman) en/of via het Stadsdeel (o.a. berichtgevingen op de websites). Ook sollicitantenlijsten van en ervaringen met sollicitanten op de andere markten in Amsterdam kunnen hierbij van dienst zijn. Alle betrokken partijen hebben een bijdrage te leveren aan de werving van nieu-
Initiatiefnemer
we kooplieden: de marktcommissie, de individuele kooplieden en het Stadsdeel
en partners
Zuidoost. Deze bijdrage staat los van de algemene acquisitie van kooplieden die door de overkoepelende organisaties in ons land (CVAH, HBD/MSR) gebeurt. Aan de toekomstige kooplieden moet enige zekerheid geboden worden omtrent
Randvoorwaarden
de kwalitatieve verbeteringen van de markten en de inspanningen die gedaan worden om weer aantrekkelijke en omzetgenererende markten tegen acceptabele kosten te creëren. De werving van kooplieden (actief in vooral de ontbrekende en vernieuwende
Benodigde
branches) vraagt om overleg en samenwerking met de direct betrokkenen. Van-
inspanningen
uit dit vertrekpunt zal een wervingscampagne en acquisitieplan opgezet moeten worden. Dit betreft een ‘going on concern’-actie. Met andere woorden er zijn geen extra investeringen nodig, behalve de out-of-pocketkosten van adverteren en/of het gebruik van andere mediakanalen. Het mag duidelijk zijn dat deze actie een hoge prioriteit heeft en zeer bepalend is
Prioriteit
voor de (toekomstige) kwaliteit van de markten in Zuidoost. Uiteraard worden nu ook al inspanningen op dit vlak gedaan, maar de intensiteit en gerichtheid van de werving kan nog verhoogd en aangescherpt worden. Dit kan vanaf nu gebeuren, maar dan zullen de resultaten waarschijnlijk tegenvallen, omdat de markten nog te weinig te bieden hebben (en rond Ganzenhoef onzekerheid blijft). Beter is om de inspanningen pas op te voeren, wanneer de eerste verbeteringen zijn doorgevoerd. Bij dit laatste wordt vooral gedacht aan het Anton de Komplein.
2.2
Inrichting van de markt Enkele passages uit het rapport:
11
“… Het feit dat het winkelgedeelte nabij de markt vooral gericht is op doelgerichte kopers (supermarkten) kan overigens een drempel zijn voor shoppende bezoekers - die vanaf de andere kant van de Amsterdamse Poort komen -, om de markt te bezoeken…” “…dat het marktplein wel grenst aan het winkelcentrum, maar dat de afstand van het metrostation tot de markt voor veel bezoekers te groot is...” “… Reigersbos als enige ten zuiden van de A9 en is midden in het goedlopende wijkwinkelcentrum gevestigd. Het relatief grote primaire verzorgingsgebied (Gaasperdam met ruim 33.000 inwoners) en de perfecte ligging maken dat de markt tegen de grenzen van haar eigen succes aanloopt. Fysieke uitbreiding is onmogelijk...” “… Ook de warenmarkt Ganzenpoort is te krap bemeten. Locatie Ganzenpoort is dichtgeslibd in de zin dat de bereikbaarheid problematisch is...”
A c tie 5 : C o m pa c te & aa n t re k keli j ke o p stel li n g Doel en inhoud
Doel van een compactere opstelling van de markten is het vergroten van de aantrekkelijkheid en sfeer op de markt. Het aantal lege plekken op de markten is vaak zo groot, dat van een fysieke aaneenschakeling van kramen en verkoopwagens geen sprake meer is. Het hoofdmotief voor de consument om warenmarkten te bezoeken (gezelligheid), verdwijnt dan naar de achtergrond. Een compactere opstelling is hiervoor een oplossing, zo is uit de praktijk elders gebleken. Ook de markt op het Anton de Komplein is inmiddels een ‘gatenkaas’ geworden. De kwaliteit van deze markt kan sterk verbeterd worden door een opstelling die een natuurlijke aansluiting heeft met het winkelgebied Amsterdamse Poort. Het plan om extra kramen te plaatsen richting winkels onderstrepen wij. Vanuit dat extra stuk markt zal ook een aantrekkelijke routing moeten komen, die de consument over de gehele markt leidt. Dit kan bijvoorbeeld door op de twee uiteinden van de huidige (eventueel in te korten) rijen een extra rij kramen te zetten, waardoor de consument een rondje kan lopen. De enkele kramen direct bij het Stadsdeelkantoor zouden dan verplaatst moeten worden. Het spreekt voor zich dat de auto’s van de kooplieden netjes geparkeerd en zoveel mogelijk uit het zicht moeten zijn. Om dit te realiseren zal een compleet inrichtingsplan opgesteld moeten worden. De hierna volgende actie 6 maakt onderdeel uit van dit plan.
Initiatiefnemer en partners
Het initiatief voor deze actie ligt bij het stadsdeel en de marktcommissie. Zij dienen een voorstel te maken, dat vervolgens aan de vaste kooplieden wordt voorgelegd. Het betrekken van de winkeliersvereniging bij dit plan is aan te bevelen. Gezamenlijk kan namelijk een zo groot mogelijke wisselwerking tussen warenmarkt en winkelcentrum bereikt worden.
Randvoorwaarden
Een deel van de kooplieden zal bereid moeten zijn om zijn/haar vertrouwde plek in te ruilen voor een nieuwe plek. Hiervoor is draagvlak voor het hele inrichtingsplan nodig. Daarnaast zal aan de hand van het nieuwe inrichtingsplan een herindeling van de markt Anton de Komplein moeten plaatsvinden.
Benodigde inspanningen
De inspanningen betreffen de inzet van het stadsdeel om te komen tot een compacte en aantrekkelijke opstelling. Daarbij kunnen de suggesties vanuit de adviedgroep in overweging worden meegenomen. Ook het uitvoeren van de verbeterplannen die voorgesteld zijn door Bureau Stedelijke Planning en Urhahn Urban Design moeten door het Stadsdeel ter hand worden genomen.
12
Te verwachten
Van de verbeterde en compactere marktopstelling mag veel verwacht worden,
resultaten
zeker als deze parallel loopt aan de komst van nieuwe producten op de markt. Dit wordt zichtbaar in het aantal bezoekers, aantal kopers, de verblijfsduur, de bestedingen en de omzet voor de kooplieden. De opstelling van de markt heeft een hoge prioriteit en zal gelijk moeten worden
Prioriteit
opgepakt met de productstimulering, werving van kooplieden en de organisatie van een themamarkt. Vanuit de adviesgroep is een voorstel gekomen om de productstimuleringsplaat-
Opmerking
sen op het Anton de Komplein te concentreren aan het einde van het plein waar nu veel plaatsen leeg staan of bezet worden door sollicitanten. Hiermee beoogt de adviesgroep een betere loop over de hele markt te bewerkstelligen. Panteia/EIM wil hierbij aanmerken dat het succes van deze opstelling in grote mate afhangt van de branchering van de nieuwe kooplieden en van het eventueel te ontwikkelen aanbod van horeca en andere publiekstrekkende functies langs het plein. Vanuit het anciënniteitprincipe is het voorstel heel begrijpelijk en praktisch goed uitvoerbaar, maar vanuit commercieel oogpunt zou een fysieke integratie van de nieuwe kooplieden1 met de bestaande vaste kooplieden in combinatie met hun productenaanbod wellicht een betere optie zijn. Hierbij moet bedacht worden dat de adviesgroep de productstimuleringsplaatsen hoofdzakelijk met food wil invullen. De vraag is of food de beoogde trekkracht zal hebben om voor de gewenste loop over de hele markt te zorgen. Bestaande vaste kooplieden zouden met behulp van hun vaste klantenkring aan de benodigde loop over de markt kunnen bijdragen.
A c tie 6 : ‘C o mf o r t of t h e k n o w n’ & ‘e xc it em e n t of t he ne w ’ Consumenten willen graag bekende en vertrouwde koopadresjes zien. Dit geldt
Doel en inhoud
voor winkelcentra waar de ‘eenheidsworst van winkelketens’ toch door een grote groep op prijs wordt gesteld, maar het geldt ook voor warenmarkten waar de vaste kooplieden op hun vaste plekken hun vaste klanten trekken. Deze kooplieden vormen als het ware het merk van de markt (constant leverbaar, constante kwaliteit). Consumenten willen tegelijkertijd verrast worden bij elk bezoek aan een winkelcentrum, warenmarkt, winkel of marktkraam. Die verrassing kan uiteenlopen van nieuwe kooplieden, nieuwe producten, seizoensproducten tot bijzondere service, acties en aankleding. Met andere woorden de markten in Zuidoost en het Anton de Komplein in het bijzonder moeten een mix zijn van ‘comfort of the known‘ en ‘excitement of the new’. Deels kan deze mix bereikt worden door de markt in te richten met een kerndeel waar de vaste kooplieden staan en een variabel deel waar de sollicitanten staan. Bij het Anton de Komplein zou verder door middel van wisselende themamarkten een extra verrassend element toegevoegd kunnen worden. Daarnaast kan een goede invulling van de productstimuleringsplaatsen voor de nodige verrassing zorgen, alsmede het plaatsen van standwerkers bij de in- en uitgangen van de markt.
1
m.u.v. de bakplaatsen die om veiligheidsoverwegingen aan de buitenkant bij het Bijlmersportcentrum geplaatst zijn
13
Ten aanzien van de initiatiefnemers en partners, randvoorwaarden, benodigde inspanningen, te verwachten resultaten en prioriteit geldt nagenoeg hetzelfde als hiervoor vermeld is bij actie 5 Compacte en aantrekkelijke opstelling. Wij verwijzen hier naar deze passages.
2.3
Attractiviteit van de markt Enkele passages uit het rapport: “… Anton de Komplein is door zijn ligging naast de Amsterdamse Poort de meest centrale en potentierijke marktlocatie in Zuidoost. De marktlocatie Kraaiennest is op dit moment de slechtste, vanwege het al jaren zwaar verpauperde winkelcentrum en het versnipperde ‘marktterrein’…”. “… De markt op Reigersbos ligt midden in het winkelcentrum en bij het metrostation. Hier is de wisselwerking met het winkelcentrum duidelijk aanwezig...” “… De markt Ganzenhoef ligt bij wijkwinkelcentrum Ganzenpoort en heeft hiermee een redelijke aansluiting…”
A c tie 7 : S a me n we r kin g ma r k t & wi n ke lcen t r u m Doel en inhoud
Op dit moment vindt er niet of weinig structureel overleg of samenwerking plaats tussen de warenmarkten in Zuidoost en de aangrenzende winkelcentra, terwijl zij toch vaak met dezelfde knelpunten te maken hebben. Denk aan bereikbaarheid, parkeren, wet- en regelgeving, omgevingsveranderingen, promotie van het gebied, et cetera. Het nut van samenwerking tussen de markten en de winkels neemt toe, gezien de ruimtelijke ontwikkelingen in het stadsdeel, de wijzigingen in de marktstructuur en het veranderende koopgedrag (onder invloed van de economie, internet en concurrentie). Door structureel met elkaar te overleggen, kunnen ontwikkelingen die de markten en de omliggende winkels aangaan, met elkaar besproken worden en gezamenlijke promotie-, lobby- of andere type acties opgezet worden. Winkels en markten moeten elkaar meer versterken. Het aanbod van de markt kan een goede aanvulling op het winkelgebied zijn en om het geheel nog meer te versterken, is een formele overlegstructuur - bijvoorbeeld één keer per kwartaal - van toegevoegde waarde. Vanuit de verschillende partijen zullen de juiste vertegenwoordigers in het gezamenlijke overleg zitting moeten nemen. Continuïteit in de frequentie van het overleg en terugkoppeling van de resultaten hieruit naar de marktkooplieden, winkeliers en het stadsdeel zijn belangrijk (draagvlak).
Initiatiefnemer en partners Randvoorwaarden
Het initiatief voor deze actie ligt bij de marktcommissie en ondernemersverenigingen. Samenwerking berust op gemeenschappelijk doelbereik, heldere afspraken, een duidelijke verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, een groot onderling vertrouwen en vooral …. de wil om het samen te doen. Om succesvol te zijn zal ook op de langere termijn samengewerkt moeten worden en de samenwerking niet te veel het karakter van vrijblijvendheid moeten hebben. Daarom is het van belang om de samenwerking te formaliseren via een intentieverklaring, convenant of een stichting. Dergelijke organisatievormen worden ook in het kader van centrummanagement gebruikt. Misschien dat een doorgroei naar centrummanagement voor het gebied Anton de Komplein - Amsterdamse poort - Arena Bouelvard een optie is om kwaliteitsverhoging en economische groei te bereiken.
14
Benodigde inspanningen
In principe gaat het bij deze actie om de inzet van menskracht (tijd) van de verschillende betrokken partijen. Wanneer besloten wordt om de samenwerking te formaliseren volgt het ontwikkelen van een financieringsvorm die door alle deelnemende partijen gedragen kan worden. Dit brengt organisatiekosten met zich mee. Die kosten staan overigens los van de kosten die gemaakt gaan worden, wanneer gezamenlijke acties op touw worden gezet en uitgevoerd. Echter, zo eenvoudig zal het in Zuidoost niet gaan. Tijdens het Panteiaonderzoek eind 2011 is immers gebleken dat de verschillende betrokken partijen (stadsdeel, kooplieden, winkeliers) zeker niet op één lijn zitten en van een onderlinge vertrouwensband geen sprake is. Zelfs binnen de partijen heerst verdeeldheid over allerlei zaken die de toekomst van de warenmarkten aangaan. Er zal dus eerst flink ‘gemasseerd’ moeten worden en hiervoor moet de inschakeling van een gespecialiseerd extern bureau niet uitgesloten worden. Ook dit brengt investeringen met zich mee.
Te verwachten opbrengsten
De resultaten die van deze actie verwacht mogen worden, kunnen in principe zowel positief als negatief zijn. Inzicht in het gezamenlijke belang van een florerende economie in Zuidoost en de stuurbaarheid ervan is bepalend voor de uitslag. Als dit inzicht aanwezig is - al of niet met behulp van extra inspanningen dan kunnen de opbrengsten groot zijn. Denk alleen al aan de gezamenlijke marketing en promotie die dan mogelijk is (zie actie 8) of aan de grotere wisselwerking tussen warenmarkten en winkelcentra die te realiseren is.
Prioriteit
Samenwerking tussen de warenmarkten en de omliggende winkelcentra heeft de hoogste prioriteit.
A c tie 8 : Ma r ke ti n g & p r o m oti e Doel en inhoud
De attractiviteit van een warenmarkt is niet alleen een kwestie van een aantrekkelijke buitenkant. Je kunt het mooiste marktplein hebben, de nieuwste producten, de prachtigste presentatie, gratis parkeren en nog veel meer, maar als niemand het weet blijven de bezoekersaantallen beperkt. Met andere woorden de ‘hardware’ (de fysieke markt) heeft ‘software’ nodig en die ‘software’ bestaat uit een gezamenlijk promotieprogramma, een herkenbare huisstijl en eigen producten en diensten. Dit geldt met name voor de markt op het Anton de Komplein die aan veranderingen onderhevig is en dit nog lange tijd zal zijn. Door een goed uitgedachte marketing en promotie kan de markt tot een merk verworden. De marketing en promotie zijn geslaagd, wanneer de markt op het Anton de Komplein een eigen profiel heeft en zich onderscheidt van de andere grotere markten in Amsterdam. De ‘branding’ van de markt op het Anton de Komplein kan op basis van de huidige bezoekers en omwonenden in de sfeer van de tropen liggen. Deze actie behelst invulling te geven aan het promotiebeleid van de markt als collectief en hangt logischerwijs nauw samen met de voorgaande actie om te komen tot een structurele samenwerking met het winkelcentrum. Afgezien van de procesmatige invulling van dit beleid kan de marketing en promotie inhoudelijk bestaan uit bijvoorbeeld: Het stimuleren van ‘cross selling’ of koppelverkoop, waarbij winkeliers en marktkooplieden gezamenlijke producten, diensten en speciale (prijs- of spaaracties aanbieden;
15
Het organiseren van bijzondere activiteiten zoals speelplezier voor kinderen, theater, livemuziek, optredens, taxatiebijeenkomsten, veilingen, prijsuitreikingen, huldigingen en rad van fortuin; Deelname aan ‘Proefjemarkt’ van BOAH (branchebureau en opleidingsfonds ambulante handel) in samenwerking met het HBD. Op tal van locaties verspreid over het land kunnen consumenten genieten van heerlijke proeverijen op warenmarken (aspergeproeverij, mosselenproeverij, versgebakken scholvisbeleving). Iets dergelijks kan natuurlijk ook zelf georganiseerd worden zoals bijvoorbeeld op de Siermarkt in Nieuw West, waar regelmatig koks hun kunsten vertonen met verse producten van de markt en bezoekers van een heerlijke soep of snack kunnen proeven. Informatie, promotie en reclame - in de herkenbare husistijl van de markt via website, app voor smartphones en tablets, social media, et cetera. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Initiatiefnemer en partners Randvoorwaarden
Het initiatief voor deze actie ligt bij de marktcommissie en ondernemersverenigingen. Voorwaarde voor een effectieve promotie is het bereiken van de doelgroepen waar het om gaat. Omdat voor Zuidoost eigenlijk alle inwoners doelgroep zijn, betekent dit dat alle media benut moeten worden: huis-aan-huisbladen, flyers, direct mail, lokale radio en tv, website, apps en social media. Daarnaast is het belangrijk dat de marktcommissie hier intensief mee bezig gaat en een trekker voor deze activiteit aanwijst. Hiervoor kan ook een promotiecommissie worden opgericht die proactief betrokken is, kennis heeft van de mogelijkheden van (nieuwe) media en een uitgebreid netwerk heeft onder de marktkooplieden. De promotiecommissie kan ook invulling geven aan de samenwerking tussen de markt en het winkelcentrum.
Benodigde inspanningen
Om de warenmarkten goed in de markt te zetten zijn veel inspanningen nodig (goede trekker vinden, promotiecommissie instellen, huisstijl ontwikkelen). Voorts vergt de samenwerking met het nabijgelegen winkelcentrum en het opstellen van een promotieprogramma veel tijd en energie. Bij de uitvoering van het programma komen out-of-pocket kosten kijken. Deels worden die kosten nu ook al gemaakt, maar in de toekomst zullen die kosten - zeker voor het Anton de Komplein - beduidend hoger zijn dan nu.
Te verwachten opbrengsten
Een intensievere en gerichtere marketing zal meer bekendheid geven aan de markten en hierdoor voor meer bezoekers zorgen. Ook de winkelcentra zullen daarvan profiteren. De wisselende acties op en rond de markten zullen de verblijfsduur van de bezoekers verlengen en de bestedingen per marktbezoeker verhogen. Daarnaast lokken zij impulsaankopen uit (ervan uitgaande dat de kooplieden met hun aanbod goed op de acties inspelen en meedoen cross selling, proeverijen, et cetera).
Prioriteit
Marketing en promotie horen erbij. De vraag of dit een hogere of lagere prioriteit heeft is dan ook niet aan de orde. De vraag is meer hoeveel investeringen gedaan kunnen worden. Zoals bij de randvoorwaarden is opgemerkt, is het opzetten dan wel verbeteren van de infrastructuur voor promotie een eerste vereiste. Dit heeft absoluut prioriteit.
16
A c tie 9 : Eve n e me nt en , t h em a m ar k te n Doel en inhoud
Doel van het werken met evenementen en themamarkten is het genereren van ‘traffic’ en het aantrekken van andere doelgroepen dan de gebruikelijke doelgroepen voor de markt. Het organiseren van evenementen kan vaak het beste in samenwerking met het nabijgelegen winkelcentrum, waardoor beide van de extra toestroom kunnen profiteren en de kosten en inspanningen gedeeld kunnen worden. Alle feestdagen, seizoenswisselingen en vakanties kunnen aangegrepen worden om een evenement of themamarkt te organiseren. Voor een themamarkt kan een gedeelte van de markt aangewezen worden, bijvoorbeeld het aan de markt grenzende uitbreidingsdeel in de Amsterdamse Poort (‘onder de dreef’). Ook kan gedacht worden aan de dreef zelf (dicht bij de trappen naar de markt), waardoor de themamarkt vanaf de weg een aanzuigende werking op de reguliere markt kan hebben. De reguliere markt vindt bij voorkeur gelijktijdig met de themamarkt(en) plaats, waardoor deze markt nieuwe bezoekers kan verwelkomen. De themamarkt kan een vaste markt zijn die bijvoorbeeld één dag per week met een min of meer hetzelfde aanbod plaatsvindt, of een wisselende markt die bijvoorbeeld één keer per maand met steeds weer een ander aanbod (roulerende thema’s) plaatsvindt. Voor Amsterdam Zuidoost is het van belang om het thema of de thema’s af te stemmen op inwoners die (nog) niet naar de markt gaan of naar de beter gesorteerde markten buiten Amsterdam gaan. We hebben het dan over de doelgroep van jongeren respectievelijk de meer koopkrachtige autochtone Nederlanders. Thema’s kunnen bijvoorbeeld zijn: home decoration, art & handycraft, garden fashion, body & health, media en gaming. Tegelijkertijd is het van belang om het thema of de thema’s af te stemmen op het multiculturele karakter van Amsterdam Zuidoost en ook inwoners te (blijven) trekken, die al naar de markt gaan. De thema’s moeten dus ook de inwoners van onder andere Afrikaanse en Surinaamse afkomst aanspreken. Voor deze actie hebben we vooral het Anton de Komplein op het oog.
Initiatiefnemer en partners
Het initiatief voor het organiseren van evenementen ligt bij de marktcommissie en winkeliersvereniging. Ook het Stadsdeel kan daartoe bijdragen (fysiek mogelijk maken). Het organiseren van themamarkten moet vanuit het stadsdeel komen, waarbij uiteraard de marktcommissie betrokken wordt.
Randvoorwaarden
Het evenement of themamarkt moet flink onder de aandacht gebracht worden van de beoogde doelgroepen. Hiervoor zal een promotieplan opgezet moeten worden. De dagen en openingstijden moeten ook op de beoogde doelgroepen afgestemd zijn. Als de reguliere marktkooplieden ook met verrassende aanbiedingen en acties komen, dan is de spin-off van het evenement of de themamarkt het grootst. Kortom, een goede en tijdige planning is hier een randvoorwaarde.
Benodigde
Uiteraard gaat er met het organiseren van evenementen en themamarkten de
inspanningen
nodige tijd gemoeid. Er kan bijvoorbeeld een werkgroep ingesteld worden met kooplieden die de kar gaan trekken. Die werkgroep zal zich moeten buigen over zaken als: vaste en/of wisselende themamarkten, locatie, marktplekken, themaselectie, dagen van de week, aanbieders, mogelijkheid tot het aanhaken op bestaande initiatieven, wel of niet inschakelen van gespecialiseerde organisator, samenwerking met en bijdragen van winkeliers en stadsdeel, het programma, tijdpad, promotieplan, acties van de reguliere markt en het financiële plaatje.
17
Er mogen direct resultaten van de evenementen en themamarkten verwacht
Te verwachten
worden: de kooplieden zullen op de dagen zelf direct meer omzetten, mits zij ac-
resultaten
tief op de gegenereerde ‘traffic’ inspelen. Daarna kunnen de bezoekersaantallen op de reguliere marktdagen toenemen. De omvang van dit laatste resultaat is echter afhankelijk van de assortimentverbreding en –verdieping en andere acties ter verbetering van de markten en het ondernemerschap. Deze actie kan per direct opgepakt worden. De zomer staat voor de deur en de
Prioriteit
recente verplaatsing van Kraaiennest naar het Anton de Komplein kan wel een ‘boost’ gebruiken, zodat vaste bezoekers van Kraaiennest ook de nieuwe locatie Anton de Komplein gaan omarmen. In Amsterdam Noord zijn goede ervaringen opgedaan met een constructie waar-
Opmerking
bij de themamarkt onderdeel uitmaakt van de reguliere markt. Iedere zaterdag vindt op Buikslotermeer de Boerenmarkt naast de reguliere warenmarkt plaats. Om dit mogelijk te maken heeft het stadsdeel de Boerenmarkt als bijzondere markt ingesteld. In Amsterdam West zijn in het najaar 2011 op de Ten Katemarkt een aantal aaneengesloten marktplaatsen aangewezen, waar op vrijdag en zaterdag een themamarkt gehouden mag worden. Het is daar aan de marktcommissie om er invulling aan te geven. De commissie denkt aan wisselende thema’s en aan zowel commerciële als niet commerciële aanbieders. Het doel van deze themamarkten is het genereren van traffic en het aanboren van nieuwe doelgroepen voor de reguliere markt. De adviesgroep pleit voor het Anton de Komplein ook voor de instelling van een bijzondere markt om de uitbreiding van de markt richting winkels te realiseren. Hierbij merken zij op dat het zicht op de winkelzijde dan niet belemmerd mag worden en de kramen bijzonder en complementair moeten zijn aan de reguliere markt op het plein.
A c tie 1 0 : O p e ni n g stij d e n Doel is het aantrekken van meer bezoekers uit de doelgroepen van werkende
Doel en inhoud
consumenten, die op doordeweekse dagen tussen 09.00 en 17.00 uur de markten in Zuidoost niet kunnen bezoeken. Doel is ook om de openingstijden van de markt af te stemmen op die van de winkels in de omgeving, zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van de passantenstromen.1 Daarnaast is - voor het Anton de Komplein - afstemming met de openingstijden van het stadsdeelkantoor na te streven. Hiermee kunnen de pauzerende en uitgewerkte stadsdeelmedewerkers tot klanten van de markt worden gemaakt. De actie betreft een pilot om de markt op het Anton de Komplein ook op de koopavond te houden. Bij gebleken succes kan de pilot misschien uitgebreid worden naar meer markten in Zuidoost, meer avonden en verlengde openingstijden. Bij dit laatste kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een markt die tot 19.00 uur ‘s avonds open is (en eventueel ’s morgens 2 uur later begint). Initiatiefnemer en partners
1
18
De winkeltijden zijn in de afgelopen jaren steeds meer naar de avonden verschoven om meer consumenten van dienst te kunnen zijn. Dit heeft tot positieve resultaten geleid (m.n. voor de supermarkten).
De marktcommissie en de kooplieden zullen zelf het voortouw moeten nemen om een dergelijke pilot aan te gaan. Hierbij zal ook het stadsdeel en het winkelcentrum als belanghebbende partijen betrokken moeten worden. De koopavond moet in te passen zijn bij de vaste kooplieden van de markt. Een
Randvoorwaarden
‘halve markt’ gaat namelijk niet werken. De voorgenomen pilot moet daarom een breed draagvlak krijgen onder de kooplieden. Een peiling vooraf is aan te bevelen. Een koopavond heeft verder organisatorische consequenties voor het marktbeheer. Ook dit zal de nodige aandacht moeten krijgen. De eerste koopavond moet ten slotte flink gepromoot en aangegrepen worden om acties op te zetten. Er zullen eerst een of meer bijeenkomsten met de kooplieden gehouden moeten
Benodigde
worden om hen te informeren over de meerwaarde van een verandering van
inspanningen
openingstijden. Ook moet het draagvlak voor die andere openingstijden en de koopavond-pilot worden gepolst. Bij voldoende draagvlak zullen communicatieen promotieacties uitgewerkt, het marktreglement aangepast en het marktbeheer op de nieuwe situatie afgesteld moeten worden. Het is vervolgens ook van groot belang dat de gemaakte afspraken over de nieuwe openingstijden gehandhaafd worden. De marktkooplieden zijn immers naar artikel 5.4 van het Marktreglement verplicht zich aan de vastgestelde openingstijden te houden. Na verloop van tijd zullen de resultaten zichtbaar worden in de portemonnee van
Te verwachten
de kooplieden en winkeliers. De openingstijden zullen bijdragen aan een verbre-
resultaten
ding van het marktpubliek en de wisselwerking met het winkelcentrum vergroten. Het optimaliseren van de openingstijden heeft niet de eerste prioriteit. Deze ac-
Prioriteit
tie kan in een later stadium plaatsvinden, wanneer het aanbod op de markt al enigszins verbeterd is.
2.4
Aandachtspunten organisatie en financiën Uit het onderzoek “Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame betaalbare en economische sterke warenmarkten” dat eind 2011 is uitgevoerd, kwam naar voren dat het marktbeheer bij het Stadsdeel door allerlei veranderingen binnen de organisatie al lange tijd niet tot het doorvoeren van vernieuwingen - waaronder herindelingen van de markten - is gekomen. Tot nu toe ontbrak een slagvaardige organisatie van de warenmarkten. Procedures rondom handhaving, het nieuwe marktreglement en de convergentie namen de beschikbare capaciteit in beslag ten koste van het kunnen detecteren van nieuwe kansen en het doorvoeren van vernieuwingen. Het voorliggende verbeterplan vraagt juist om extra inspanningen van het Stadsdeel, de marktkooplieden en andere betrokkenen. Het vraagt ook om een grote slagvaardigheid. Enerzijds omdat met de recente verplaatsing van de markt Kraaiennest naar het Anton de Komplein een nieuwe situatie (dagmarkt) is ontstaan in een omgeving die daar nog niet op voorbereid was. Anderzijds omdat de kwaliteit van de warenmarkten niet tegen de langdurige economische tegenwind kan opboksen en vernieuwingen achterwege kunnen blijven.
19
G eza m e nli jk e ui t da gi n g Voor een groot deel van de verbeteracties is een hechte samenwerking tussen de kooplieden, het stadsdeel en de winkeliers vereist. Hierin zit een grote uitdaging! De uitgangspunten voor een dergelijke samenwerking zijn immers niet optimaal: Met de winkeliers van Amsterdamse Poort is op dit moment geen samenwerking. Sterker nog, een deel van de winkeliers (waaronder een vertegenwoordiging van de Shoppinghal) ziet de markt op het Anton de Komplein als een bedreiging voor het winkelgebied en verzet zich tegen (de uitbreiding van) de dagmarkt op deze locatie. De marktkooplieden zijn onderling verdeeld over de juiste strategie ten aanzien van de toekomstige warenmarktstructuur in Amsterdam Zuidoost, zo bleek uit het onderzoek, hoewel de marktcommissie wel op één lijn zit. De vaste kern van kooplieden is in de loop der jaren flink geslonken, wat het gezamenlijk bouwen aan een toekomst en het maken en naleven van afspraken bemoeilijkt. Het vertrouwen van de marktkooplieden in het Stadsdeel laat nog te wensen over. De vele marktverplaatsingen in het verleden, de slechte marktomgeving bij Kraaiennest, de infrastructurele knelpunten bij Ganzenhoef en de bezuinigingen bij het stadsdeel (tariefverhoging) staat tussen hen in. Zoals op veel markten in Amsterdam wordt er vanuit de kooplieden in Zuidoost weinig openheid van zaken gegeven. Het delen van (bedrijfs-)informatie is belangrijk voor een goede samenwerking. Naar verluid zijn er nog grote betalingsachterstanden bij sommige kooplieden en zolang die er zijn is de basis voor samenwerking met het stadsdeel zeer broos. De noodzakelijke kwaliteitslag van de warenmarkten kan op deze manier moeilijk gemaakt worden. Op dit vlak is dus voor alle betrokkenen nog veel werk te verrichten. De uitvoering van het verbeterplan vraagt ook om personen of groepen die bepaalde taken op zich nemen. Die personen of groepen zijn onder andere de marktcommissie, een nog te vormen promotiecommissie en een bedrijfsmatige aanstuurder van de markten (marktmanager, centrummanager). Deze organisatorische zaken worden hieronder kort toegelicht.
M a rk tc o mm is s ie Benodigd: Een actieve en goed functionerende marktcommissie die een intensieve relatie onderhoudt met haar achterban. De huidige marktcommissie van Amsterdam Zuidoost is zeer betrokken en actief met het oog op de toekomst van de warenmarkten in het stadsdeel. De leden van de marktcommissie maakten samen met medewerkers van het stadsdeel deel uit van de adviesgroep - onder leiding van het HBD en de CVAH -, die ingesteld is om advies uit te brengen over het versterken van de markt op het Anton de Komplein. Zij hebben advies uitgebracht over onder andere de assortimentverbetering (productgroepen, productstimuleringsplaatsen), kwaliteitsverhoging van de uitstraling (eigen materieel, verhouding vaste kooplieden / sollicitanten), instelling van een bijzondere markt, de promotie (gelden) en de integratie van de markten (herindeling). Deze adviezen zijn door Panteia meegenomen bij het opstellen van dit verbeterplan. Voor de marktcommissie is een grote rol weggelegd. Veel van de voorgestelde acties vragen immers om kennis en ervaring vanuit de praktijk en om draagvlak bij de marktkooplieden.
20
P ro mo t i ec o m m is si e Benodigd: Een actieve en vernieuwende promotiecommissie die met kracht de marketing en promotie van de markten in Zuidoost op zich wil nemen en de samenwerking met de omliggende winkelcentra wil opzoeken. De ontwikkeling van het Anton de Komplein naar een florerende dagmarkt die weer meer bezoekers - ook van buiten het stadsdeel – aantrekt, voltrekt zich niet vanzelf. Dit zal gepaard moeten gaan met een intensieve marketing en promotieagenda. Bij veel warenmarkten in ons land beheren en bestemmen de marktkooplieden zelf de promotiegelden in plaats van de gemeente of het stadsdeel. Hiervoor wordt vaak een aparte stichting in het leven geroepen, waaraan de promotiegelden worden afgedragen. De inhoudelijke invulling van de marketing en promotie wordt ingestoken door een promotiecommissie. In Amsterdam Zuidoost lopen het beheer van de financiële middelen en de inhoudelijke invulling van het promotiebeleid nog via het stadsdeel met een accordering door de marktcommissie. Door dit te professionaliseren en de marktkooplieden zelf verantwoordelijk te maken voor hun promotiebeleid wordt niet alleen een effectiever promotiebeleid verwacht, maar ook een hechter collectief.
B ed rij fs m at ig e a an stu u rd e r Benodigd: Een bedrijfsmatige aansturing van de warenmarkten. Albert Cuyp en Mosveld hebben een marktmanager gekregen, de (bijzondere) Boerenmarkt op Buikslotermeer had er al één en ook de Siermarkt wordt gemanaged door een speciaal hiervoor ingehuurde professional. Steeds vaker worden taken die voorheen door de afdeling Marktbeheer van de gemeente of het stadsdeel werden gedaan, uitbesteed aan een marktmanager. Hiermee wordt een bedrijfsmatiger manier van aansturing beoogd. De marktmanager kan iemand van buiten zijn, maar dat hoeft niet altijd. De leidraad bij deze afweging is een afscheiding van de meer commerciële taken van de beheer- en handhavingstaken en de mogelijkheid om dit intern dan wel extern te regelen. Net zoals bij de promotiecommissie zal de aanstelling van een marktmanager voor een verdere professionalisering van de warenmarkten zorgen (grotere effectiviteit en efficiency). Een marktmanager heeft bovendien het voordeel dat de noodzakelijke samenwerkingsprocessen eerder op gang zullen komen. Een stapje verder dan het aantrekken van een marktmanager is het aantrekken van een centrummanager. Voor het gebied Anton de Komplein - Amsterdamse Poort - Arena Boulevard, dat zich tot een regionaal koop- en leisurecentrum moet ontwikkelen en waar de samenwerking tussen de betrokken partijen nagenoeg ontbreekt, is dat zeker een optie.
Fi n a n ciële c o n se q u en t ie s S ta d sde el Het onderzoeksrapport “Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame betaalbare en economische sterke warenmarkten” gaat uitgebreid in op de kosten- en opbrengstenstructuur van de warenmarkten en mogelijkheden om tot een grotere efficiency te komen. Door de warenmarkten ruimtelijk te centraliseren, de reiniging anders te organiseren en andere in het rapport genoemde maatregelen te nemen worden kosten bespaard. Ondanks de taakstelling voor het Stadsdeel biedt deze mogelijke kostenbesparing enige ruimte om verbeteringen in gang te zetten en door te voeren.
21
Een aantal acties heeft het karakter van ‘going on concern’ en behoort tot de gebruikelijke aansturing van de markt (het gaat dan alleen om een inhoudelijke accentverlegging). Een aantal andere acties vraagt om extra menscapaciteit bij het Stadsdeel. Hoeveel dat is, is afhankelijk van de te selecteren acties en de prioritering in tijd. Weer andere acties vragen om financiële investeringen, zoals bijvoorbeeld de inrichting van de directe omgeving van de markt op het Anton de Komplein. Tot slot mag duidelijk zijn, dat voor een complete kwaliteitsverbetering van de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost investeringen nodig zijn.
22
3
Kwaliteit individuele marktkooplieden
Een andere belangrijke conclusie uit het rapport “Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame, betaalbare en economisch sterke warenmarkten” is dat de kwaliteit van het ondernemerschap op de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost grosso modo te wensen overlaat. De marktkooplieden verschillen onderling sterk, wat deels te verklaren is vanuit hun uiteenlopende culturele achtergrond. Iedereen kan als ondernemer instromen op de warenmarkten en wordt niet ‘gehinderd’ door hoge investeringsdrempels en huur van vastgoed zoals in de gevestigde detailhandel vaak het geval is. Net zoals bij veel andere markten is in Amsterdam Zuidoost een tweedeling zichtbaar in enerzijds een kleine groep sterke ondernemers die vooral actief zijn in de versbranches, en anderzijds een grote groep minder sterke ondernemers die vooral actief zijn in de nonfoodbranches en de aardappelen, groenten en fruit-branche. De matige individuele kwaliteiten beïnvloeden het collectief in negatieve zin. Met andere woorden de warenmarkten zijn gebaat bij een verbetering van de kwaliteit van het ondernemerschap van individuele kooplieden. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe dit laatste gerealiseerd kan worden. Dit is gedaan door een aantal acties te formuleren. Deels is dit gedaan door het beschrijven van acties, aandachtspunten en aanbevelingen (§ 3.1, § 3.2) en deels is dit op dezelfde manier gedaan als bij de acties ter verbetereing van de kwaliteit van de warenmarkten als collectief (hoofdstuk 2: § 3.3 en § 3.4). Het hoofdstuk sluit af met aandachtspunten met betrekking tot de organisatie en financien.
3.1
Bedrijfsvoering ‘aan de voorkant’ Een passage uit het rapport: “… De presentatie en uitstraling van de marktkramen is in een aantal gevallen rommelig. Daarnaast zijn er weinig initiatieven voor (promotie)activiteiten. Hieruit is op te maken dat het ondernemerschap op de warenmarkten in het stadsdeel voor verbetering vatbaar is…”
A c tie 1 : P ro d u c tve r be te ri n g i n e n ge zi n Veel marktkooplieden bieden dezelfde producten aan. Dit zien we vooral in de groenten- en fruithandel en textiel. Bij een grote en groeiende vraag is dat geen probleem, maar als marktbezoekers minder lang blijven, steeds minder uitgeven, minder vaak komen en zelfs wegblijven is dat wel een probleem. Om de eenzijdigheid van het aanbod te doorbreken zijn ‘collectieve acties’ zoals productstimulering en de werving van kooplieden voor de ontbrekende branches niet voldoende. Iedere ondernemer op de markt zal continu met zijn productenaanbod en de vraag ernaar bezig moeten houden. Die vraag is aan veranderingen onderhevig. Het productenaanbod zal dan mee moeten veranderen. Dit laatste wordt nogal eens vergeten. In onderstaand schema zijn voor de belangrijkste factoren die bepalend zijn voor consumptieve vraag, voorbeelden of denkrichtingen aangegeven van de wijze waarop ingespeeld kan worden op die veranderende vraag.
23
veranderende vraag:
voorbeelden of denkrichtingen van productverbetering:
huishoudengrootte en
éénpersoons- en familieverpakkingen, gemaksproducten voor
–samenstelling
ouderen, smaakvoorkeuren van studenten, hypes bij scholieren
culturele achtergrond
buitenlandse keukens, kledingdracht, kleurvoorkeuren, smaakvoorkeuren in modeaccessoires
huishoudeninkomens
‘low budget’-hoek, altijd ‘value for money’, hogere prijs- en kwaliteit, van instapmodel tot exclusive edition
maatschappelijke trends
duurzaam vers, biologische producten, handycraft, fairtrade, producten op maat of gepersonifieerd
modetrends
schoenenslippers, armbanden, horloges, hot items (angry birds), smartphone accessoires, tassen, gadgets, ‘merken’
Het is aan de ondernemer zelf om bij te blijven en te anticiperen op de veranderende voorkeuren van de consumenten en marktbezoekers. Sommige ondernemers hebben uitstekende voelsprieten om op dit vlak te vernieuwen en anderen hebben hierbij een zetje in de rug nodig. Voor deze laatste hebben we de tip om: ‘te gluren bij de buren’: kijk naar wat er in de winkels en op andere markten (in binnen- en buitenland) gebeurt; regelmatig bezoek te brengen aan consumentenbeurzen; trends te signaleren vanuit de media; vakbladen, tijdschriften en dergelijke bij te houden.
A c tie 2 : P ro d u c tve r be te ri n g i n b re d e zi n In de ambulante handel speelt de voorkant van de bedrijfsvoering zich hoofdzakelijk af op de marktplek van 4 of 8 meter breed. In één oogopslag bepalen consumenten of er wel of niet iets voor hen bijzit. Dit oordeel wordt niet alleen gebaseerd op de fysieke producten die uitgestald zijn. De productpresentatie, de inrichting van de kraam, de ondernemer met zijn/haar personeel en de uitstraling als geheel bepalen ook de stopkracht van de passerende marktbezoekers. Het product van de marktkooplieden bestaat uit méér dan de zichtbare aspecten ervan. Denk aan de service, de aftersales, de betaalmogelijkheden, de communicatie, de reclame- en promotieacties, eventuele spaarsystemen, et cetera. Daarnaast speelt de persoon van de ondernemer een enorm grote rol. Zijn/haar aanwezigheid op de kraam is essentieel voor de klantenbinding, herhalingsaankopen en hoge bonbedragen. In de zojuist genoemde zaken zit de meerwaarde en het ‘unique selling point‘ (USP) van de individuele marktkooplieden, maar ook van de markt als geheel. Vroeger was de prijsstelling op de markt één van de concurrentievoordelen ten opzichte van de gevestigde detailhandel (naast sfeer en gezelligheid), nu is dat de persoonlijke draai die de ondernemer aan zijn product geeft. In onderstaand schema zijn voor enkele klantwaarden voorbeelden of denkrichtingen aangegeven, waarmee het product in brede zin verbeterd zou kunnen worden.
24
klantwaarden: presentatie
voorbeelden of denkrichtingen van productverbetering: - nette presentatie, ‘gezellig graaien’ of mix van beide - afstemming van displays en prijskaarten op het beoogde marktsegment - verschil in kwaliteit van producten laten zien (zichtbare budgethoek)
inrichting kraam
- afstemming op bediening en/of zelfbediening - eigen naam, telnr, URL op de kraam - gebruik van collectief materiaal - alles schoon, geen afval in het zicht
service, gemak
- inpakken (functioneel vs. cadeau), - ruilsysteem en bestelmogelijkheden (o.a. bij feestdagen, uitverkochte artikelen) - producten ‘achter laten hangen’ / tijdelijk reserveren - spaarsysteem met leuke aanbiedingen - pinapparaat
personeel
- gezellig, open en klantvriendelijk, net zoals de ondernemer zelf
A c tie 3 : Bi j dr a ge n aa n he t c ol lec ti ef Een paar goede marktkooplieden maken nog geen goede markt. Voor een goede markt is massa nodig, afhankelijk van de functie die de warenmarkt vervult. Die massa moet zodanig samenhangen, dat synergie wordt bereikt. De markt moet gezien worden als een supermarkt of warenhuis en de afzonderlijke kooplieden als de afdelingen of shop-in-the-shops. Voor een zo hoog mogelijke omzet is het volgende nodig: een routing die uitnodigt om alles te bezoeken en die logisch in elkaar steekt gezien de consumentenbehoeften; faciliteiten die het boodschappen doen en winkelen vergemakkelijken: een duidelijke signing, vrije doorloop, veilige uitstallingen, dichtbij parkeren en fiets neerzetten; vindbaarheid, dat wil zeggen een goede communicatie en promotie om bezoekers naar de markt te trekken. Om dit te bereiken zal er in Amsterdam Zuidoost meer samengewerkt moeten worden dan nu het geval is. Iedereen zal zich er van bewust moeten zijn, dat een goed draaiend collectief kan bijdragen aan de individuele prestaties en dat daarvoor iedereen een duit in het zakje moet doen en inspanningen moet leveren.
3.2
Bedrijfsvoering ‘aan de achterkant’ Een passage uit het rapport: “… In de ambulante handel is het lastiger om precies aan te geven hoe de ondernemers en de markt als collectief economisch functioneren dan in de gevestigde detailhandel. De ondernemingen zijn qua bedrijfsactiviteiten en locaties ‘versnipperd’, de bedrijfsprestaties worden niet altijd even goed geadministreerd en onder de kooplieden heerst geen open cultuur van monitoring en kennisdeling…”
25
A c tie 4 : Effi ci en cy i n i n k o o p e n l o gi sti ek Panteia/EIM heeft in het onderzoek “Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame, betaalbare en economisch sterke warenmarkten” gekeken naar mogelijkheden voor het Stadsdeel om de exploitatiekosten van de warenmarkten te verminderen. Ondanks het feit dat die mogelijkheden gevonden zijn, zullen de kooplieden in de toekomst niet verschoond blijven van een verhoging van de markttarieven. Deze en andere kostenverhogingen zorgen ervoor, dat de kooplieden in hun eigen bedrijf naar een grotere efficiency willen. Bij een niet groeiende marktvraag - en daarmee hebben de kooplieden momenteel te maken - betekent dit veelal een kostenreductie. Eén van de mogelijkheden om kosten te reduceren is het verlagen van de inkoopkosten door gezamenlijke inkoop, waardoor kwantumkortingen bedongen kunnen worden. Het delen van opslagruimte en een efficiënte fijndistributie naar de marktplekken toe liggen in het verlengde hiervan. Franchiseorganisaties zoals Bakkerij ’t Stoepje plukken de vruchten al langer van een dergelijke efficiënte backoffice, en in de gevestigde detailhandel is dit een wijd verspreid fenomeen. Op kleinere en informele schaal kunnen natuurlijk ook inkoopvoordelen behaald worden door samen te werken met enkele collega’s.
A c tie 5 : M o de r ne bed r i jf sa d mi ni st ra ti e en st ur i ng ‘Meten is weten’: iedereen erkend deze clichématige uitspraak, maar nog lang niet iedereen handelt er naar. Dit geldt ook voor de ondernemers op de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost. Met behulp van ICT kan de gerealiseerde verkoop in detail (naar item, merk, tijd, leverancier, medewerker en zelfs klant) gemonitord worden. Met behulp van deze informatie kan efficiënter en effectiever ingekocht worden en de omzet gemaximaliseerd worden. Tot nu toe wordt in de ambulante handel nog maar weinig gebruik gemaakt van dergelijke managementinformatie; Amsterdam Zuidoost is daar dus zeker niet de enige in. Een voorwaarde voor het gebruik van managementinformatie is natuurlijk het hebben van een moderne, volledig geautomatiseerde bedrijfsadministratie, inclusief een pinautomaat en eventueel een elektronische klantenkaart. In de gevestigde detailhandel wordt het consumentengedrag al jaren op de voet gevolgd, wordt er zeer gericht ingekocht en is een efficiënt voorraadbeheer mogelijk geworden. Het supermarktkanaal is op alle fronten koploper, in de modebranche zijn klantenpassen gemeengoed geworden en overal kan de consument pinnen. Op de warenmarkten zien we echter bij een minderheid van de kooplieden een pinapparaat. Dat de PIN hier niet omarmd wordt door ondernemers (en vooral niet door ondernemers in de nonfood, waar het doorgaans om grotere bonbedragen gaat), heeft een drukkend effect op de omzet. Een geldautomaat in de buurt compenseert dit effect niet.
3.3
De strategie van ondernemers Enkele passages uit het rapport:
26
“… De warenmarkten en hun kooplieden zagen en zien hun verzorgingsgebieden als het ware een metamorfose ondergaan. Koopkrachtiger omwonenden hebben vaak andere behoeften dan hun voorgangers en dat is wat de warenmarkten ‘vergeten’ lijken te zijn. Zij zijn niet tijdig ingesprongen op de veranderingen die zich om hen heen voltrokken, wat ook een onderdeel van de kwaliteit van ondernemerschap is…”. “… De afvloeiing van koopkracht richting andere markten is groot, ten gunste van met name Albert Cuyp en (vanuit Gaasperdam) warenmarkten in Amstelveen en Weesp. De kooplieden hebben dus met een sterke concurrentie te maken...”
A c tie 6 : Kiez e n v o or d oel g r oe p & p o sit i on e ri n g Doel en inhoud
‘Kiezen’ is één van de sleutels naar een succesvolle bedrijfsmatige toekomst. Om succesvol en onderscheidend te zijn ten opzichte van de concurrenten moeten de ondernemers eerst een product-markt-combinatie kiezen: ‘welke producten wil ik verkopen aan welke doelgroepen?’. Hierbij hoort ook een duidelijke positionering of segmentering, waarbij twee koersen tegenover elkaar staan: 1
Kiezen voor een hoge omzetsnelheid, lage prijs-kwaliteit, beperkt assorti-
2
Kiezen voor een hoge winstmarge, hoge prijs-kwaliteit, ruimer/dieper assor-
ment en beperkte service. timent en hoge service. Nu wordt op de warenmarkten vooral de eerste lijn gevolgd, hoewel de omzetsnelheid soms onvoldoende is om een goed rendement te halen. Voor deze positionering is een groei van het aantal marktbezoekers meer dan welkom. Ook is het van belang om de bedrijfskosten zo laag mogelijk te houden en een efficiënte logistiek te hebben. De tweede lijn zal vooral een optie zijn voor kooplieden op het Anton de Komplein, wanneer de algemene kwaliteitsverbetering van de markt doorgevoerd gaat worden en de markt een grotere uitstraling (en verzorgingsgebied) zal krijgen. In de huidige praktijk richten veel kooplieden zich op een zo breed mogelijke doelgroep, wat niet zo vreemd is gezien de terughoudende consument en de matige aantrekkingskracht van de markt (‘alle omzet is meegenomen’). Met het denken en handelen in product-markt-combinaties, segmentering en businessmodellen zijn deze ondernemers nog niet vertrouwd. Dit denken en handelen kan wel gestimuleerd worden. Deze actie heeft dan ook als doel om meer kooplieden bewuster te maken van van het feit dat een duidelijke keuze en positionering vaak beter is dan geen keuze maken en proberen alles te doen. Initiatiefnemer en partners
Het initiatief voor deze actie moet komen van de marktkooplieden zelf, maar een aantal partijen kan bijdragen aan het bewustwordingsproces. Allereerst dienen onderwijsinstellingen (ondernemerschapsonderwijs) aandacht te besteden aan deze onderwerpen. Voor de al bestaande ondernemers kunnen workshops georganiseerd worden, waarbij onderwerpen als doelgroepbenadering en positionering van producten behandeld worden. Hier zou ook gebruik gemaakt kunnen worden van het aanbod aan opleidingen van BOAH.
Randvoorwaarden
Een belangrijke randvoorwaarde is dat de ondernemer ervan overtuigd moet zijn, dat hij door na te denken over zijn bedrijfsvoering succesvol(ler) kan worden. Niet kiezen of kopieergedrag dragen bij aan een eenzijdig aanbod en een toenemende druk op de prijzen en winstmarges op producten, zodat er uiteindelijk voor geen enkele marktkoopman meer iets aan een product te verdienen is.
27
Benodigde
De marktcommissie en het stadsdeel kunnen een signalerende rol vervullen en
inspanningen
de marktkooplieden wijzen op de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen door middel van een opleiding of workshop. De marktkooplieden moeten zelf tijd maken voor marktontwikkeling, alert blijven op veranderingen in de omgeving en blijvne vernieuwen.
Te verwachten resultaten
Voor de marktkooplieden die actief aan de slag gaan met de verbetermogelijkheden die zij op dit terrein krijgen aangereikt, zal dit vrijwel direct een positief effect hebben op de omzet en winst.
Prioriteit
Deze actie heeft hoge prioriteit omdat is gebleken dat de warenmarkten in Zuidoost een groot potentieel onbenut laten. Er is dus nog een aanzienlijke winst te behalen en dit kan zonder hoge kosten op korte termijn gerealiseerd worden.
Bijzonderheden
Amsterdam Zuidoost is een multicultureel stadsdeel waar allerlei doelgroepen gehuisvest zijn. Naast autochtone Nederlanders zijn er relatief veel Surinamers en Afrikanen woonachtig. Het stadsdeel heeft relatief veel jongeren en in de komende jaren zullen er extra studentenwoningen in de D-buurt verrijzen. Qua doelgroepkeuze zijn dus verschillende invalshoeken mogelijk: koopkracht, cultuur, leeftijd en levensfase.
A c tie 7 : W er k e n a a n be re ik b a ar h ei d Doel en inhoud
Doel van deze actie is om de bereikbaarheid van de warenmarkten in brede zin te verbeteren. Daarbij kan aan een aantal zaken gedacht worden. Eén van de mogelijkheden is om naast de fysieke marktkraam ook een webshop of website te bouwen waar klanten hun bestelling kunnen plaatsen: ‘bricks & clicks’. Vervolgens kan deze bestelling op de markt opgehaald worden, wat voor de consument een tijdbesparing oplevert. Tevens bestaat de mogelijkheid om samen te werken met andere marktkooplieden om zo tegelijkertijd bij verschillende ‘kramen’ boodschappen te kunnen doen. Deze kunnen dan op één afhaalpunt opgehaald worden. Naast de individuele bedrijfsvoering van de marktkooplieden kan er ook gewerkt worden aan de bereikbaarheid van de markt op het Anton de Komplein voor bewoners uit de omgeving waar hun warenmarkt is komen te vervallen (of gaat vervallen als gevolg van verdergaande centralisatie). De actie is dan het verzorgen van vervoer - een opstapbus - tussen deze voormalige marktlocatie(s) en het Anton de Komplein.
Initiatiefnemer
Het initiatief voor deze acties ligt zowel bij de individuele ondernemer (‘bricks &
en partners
clicks’) als bij het Stadsdeel (opstapbus). De opstapbus kan ook door het collectief van de marktkooplieden gerealiseerd worden, waarbij het Stadsdeel een faciliterende rol vervult.
Randvoorwaarden
Bij de marktkooplieden moet de bereidheid bestaan om te investeren in de bereikbaarheid van de markt. Zij zullen de sterke groei van de online aankopen door de consument als een gegeven moeten accepteren en dit als een kans zien om hun eigen omzet te vergroten.
Benodigde inspanningen
De inspanningen betreffen investeringen in nieuwe infrastructuur, waarbij zowel gedacht moet worden aan de fysieke bereikbaarheid (busverbinding, opstapplaatsen en dergelijke) als aan de digitale bereikbaarheid via kabels en netwerken.
28
De opstapbus kan al op korte termijn betekenen dat doelgroepen (met name se-
Te verwachten
nioren) sneller besluiten om naar de markt op het Anton de Komplein te gaan.
resultaten
Hiermee kan ook de bezoekfrequentie van deze bewoners toenemen. De webshop of gezamenlijke website zal op langere termijn een hogere omzet genereren, omdat mensen (klanten) eerst bekend moeten zijn met de nieuwe mogelijkheden. Deze voorziening zal de warenmarkten vooral voor tweeverdieners en studenten aantrekkelijker maken, waarmee deze doelgroepen sneller en massaler naar de markt zullen komen en wellicht ook voor de ‘bricks’ zullen gaan. Op korte termijn moet al aan de bereikbaarheid van de markt gewerkt worden.
Prioriteit
Vernieuwing op dit vlak is van groot belang. Een eerste vereiste voor een marktbezoek is toch wel dat de markt eenvoudig en snel voor iedereen bereikbaar is, in welke vorm dan ook. Twee voorbeelden van ‘bricks & clicks’:
Bijzonderheden
Bakkerij ’t Stoepje heeft een webwinkel ontwikkeld waarbij de bezoeker een keuze kan maken uit de populairste artikelen. Doel is om de consumenten te bereiken die niet in staat zijn de warenmarkt te bezoeken. De consument kan nu thuis zijn bestelling doen en deze op de markt van haar keuze ophalen of thuis laten bezorgen. De Groninger Biologische Groentehandel staat elke dinsdag, vrijdag en zaterdag op de Vismarkt in Groningen. Op de website van deze onderneming kunnen consumenten verschillende groente- en fruitpakketten bestellen en thuis laten bezorgen. De consumenten krijgen daarbij ook nieuwsbrieven met recepten.
3.4
Ondernemerschap Een passage uit het rapport:
“... De warenmarkten en hun kooplieden zagen en zien hun verzorgingsgebieden als het ware een metamorfose ondergaan. Koopkrachtiger omwonenden hebben vaak andere behoeften dan hun voorgangers en dat is wat de warenmarkten ‘vergeten’ lijken te zijn. Zij zijn niet tijdig ingesprongen op de veranderingen die zich om hen heen voltrokken, wat ook een onderdeel van de kwaliteit van ondernemerschap is…”
A c tie 8 : Sel ec ti e a a n de p o o r t Doel en inhoud
Eén van de nadelen van het anciënniteitsysteem is dat iedereen kan instromen, ongeacht zijn kwaliteit. In de gevestigde detailhandel zijn mechanismen werkzaam die drempels opwerpen (huurprijzen, leveranciers, branchespecifieke regelgeving en samenwerkingsorganisaties), die alleen door kwalitatief goede ondernemers genomen kunnen worden en waardoor inferieure kwaliteit uitgefilterd wordt. In de ambulante handel is dit in de regel niet zo en laat de kwaliteit van het ondernemerschap nogal eens te wensen over. Ook de markten in Zuidoost zijn gebaat bij een instroom van goede ondernemers. ‘Goed‘ wil hier zeggen markt- en klantgericht, anticiperend, vernieuwend, coöperatief, ambitieus, strategisch én tactisch. Door een gerichte werving, het gebruik van de netwerken van ervaren kooplieden en een persoonlijk gesprek met de kandidaten vooraf, kan de instroom enigszins op kwaliteit bijgestuurd
29
worden. Een dergelijke screening en ‘sollicitatie’ kan tevens toegepast worden bij de herindelingen van de markten. In de gesprekken kan onder andere ingegaan worden op het perspectief voor de ondernemer én de markt, ambities, ervaringen, het artikelenaanbod, relatie met andere markten en kooplieden en bijdragen aan collectieve acties. Initiatiefnemer
De marktcommissie kan in samenwerking met het stadsdeel het initiatief nemen
en partners
om de instroom op kwaliteit te ‘toetsen’. Voor deze gelegenheid zouden ook een paar collega-kooplieden kunnen aanschuiven.
Randvoorwaarden
Door het anciënniteitsysteem is het niet mogelijk om kandidaten af te wijzen, maar beïnvloeding in de goede richting is zeker mogelijk. Bij de Dappermarkt in Oost-Watergraafsmeer worden bijvoorbeeld al langer dergelijke gesprekken gevoerd, naar tevredenheid van alle betrokkenen. Om deze actie te kunnen uitvoeren is een profielschets nodig met de criteria waaraan de potentiële marktkooplieden moeten voldoen.
Benodigde inspanningen
De leden van de Marktcommissie moeten tijd vrijmaken voor de persoonlijke gesprekken. Verder moet in de informatievoorziening over de markten in Amsterdam Zuidoost (en de wervingsadvertenties) deze procedure vermeld worden.
Te verwachten resultaten
Deze verbeterende maatregel is niet uit te drukken in harde munt. De effecten zullen als eerste zichtbaar worden in het productenaanbod, de presentatie en sfeer op de betreffende markt. Als ‘onderwatereffecten’ kunnen genoemd worden een intensivering van de samenwerking (onderling, met het stadsdeel en met de directe omgeving), een groei van de economische prestaties van de markt en voor het Anton de Komplein - een bijdrage aan het regionale koop- en leisurecentrum Amsterdam Zuidoost.
Prioriteit
Het belang van deze maatregel is groot, omdat het de kwaliteit van het collectief raakt. Het draagt bovendien bij aan een verbetering van de verhouding tussen vaste kooplieden en sollicitanten ten gunste van de eerstgenoemde.
A c tie 9 : Bi j s pi jk er e n o n de r ne me r sk w ali tei te n Doel en inhoud
De kwaliteit van een deel van de marktkooplieden schiet te kort. Hun kijk op de markt als totaliteit en inzicht in het belang van de presentatie aan de kraam, persoonlijke aanwezigheid en tal van andere bedrijfsaspecten zijn punten van zorg. Deels is dit toe te schrijven aan de laagdrempelige instroom en deels aan het grote aandeel van sollicitanten op de markten. Doel van deze ‘bijspijker’-actie is om de kwaliteit van het ondernemen op een hoog peil te houden of te brengen en ervoor te zorgen dat ondernemers aangehaakt blijven op actuele trends en ontwikkelingen. De CVAH en het HBD spelen op dit laatste al in door allerlei activiteiten te organiseren, waaronder werkboeken, handleidingen, congressen, pilots nieuwe markten, et cetera. Ook kunnen de ondernemers met elkaar kennis en ervaringen delen door netwerkborrels, starterscafé’s of andere bijeenkomsten te houden.
Initiatiefnemer en partners
Het initiatief voor deze actie ligt in eerste instantie bij de marktkooplieden zelf. Zij kunnen hierbij een steuntje in de rug krijgen door het stadsdeel en de marktcommissie.
30
Randvoorwaarden
Het aanbod van de initiatieven moet laagdrempelig zijn (qua tijd en geld) en praktisch gericht zijn om voor de kooplieden interessant te zijn. Het is zinvol om eerst te kijken of aansluiting bij het bestaande aanbod mogelijk is en om vervolgens eigen aanbod te ontwikkelen.
Benodigde inspanningen
Deze actie vraagt - afhankelijk van welke ‘bijspijker’-methode gekozen zal worden - om inzet van capaciteit bij de kooplieden, het stadsdeel en/of de marktcommissie. Verder moet er rekening gehouden worden met out-of-pocket kosten van eventueel te organiseren bijeenkomsten, voorlichtingsmateriaal, uitnodigingen en dergelijke.
Te verwachten resultaten
Net zoals bij actie 8 zijn de te verwachten resultaten niet direct merkbaar. Het geleerde moet immers nog in de praktijk gebracht worden. Ook hier geldt dat de kwaliteitsverbetering op het individuele niveau (de koopman/vrouw) een uitwerking gaat krijgen op het collectieve niveau (de markt).
Prioriteit
Deze actie kan net zoals de andere acties onder de noemer ‘Ondernemerschap’ in een iets later stadium opgepakt worden. De hoogste prioriteit ligt toch bij de acties die gericht zijn op het collectief van de markt.
A c tie 1 0 : S ta r te r s p ri k kel en Doel en inhoud
Deze actie heeft eigenlijk twee doelen, namelijk het zorgen voor een gezonde bedrijvendynamiek en tegelijkertijd het stimuleren van innovatief ondernemen op de warenmarkten in Amsterdam Zuidoost. Deze actie omvat het ontwikkelen van extra prikkels voor jonge ondernemers om op markt te gaan staan. Hierbij kan ondermeer gedacht worden aan: het invoeren van financiële instapvoordelen voor jonge ondernemers in de aanloopfase van hun bedrijf; samenwerken met ROC’s om stageplaatsen op de markt te creëren; het organiseren van coaching door ervaren kooplieden; het vervullen van een makelaarsfunctie tussen vraag en aanbod in geval van bedrijfsoverdrachten en het vereenvoudigen van bedrijfsoverdrachten.
Initiatiefnemer en partners
Het initiatief voor deze actie zal voornamelijk door het stadsdeel genomen moeten worden. Samenwerkingspartners zijn de marktcommissie, de kooplieden, het onderwijs, de CVAH en de Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel is onder andere zeer ervaren in het voorlichten en begeleiden van startende ondernemers. De CVAH kan een rol vervullen in de koppeling tussen vraag en aanbod.
Randvoorwaarde
De markten in Zuidoost moeten aan jonge ondernemers perspectief kunnen bieden. Hievoor is dus eerst een algemene kwaliteitsverbetering van de warenmarkten nodig. Daarnaast zijn - afhankelijk van de gekozen ingrediënten van het startersbeleid - partners nodig, die bereid zijn te coachen (kooplieden), hun reguliere programma of werkwijze aan te passen (ROC’s) en financiële middelen beschikbaar stellen om de makelaarsfunctie in te vullen of stimuli te geven (stadsdeel).
Benodigde
Omdat (startend) ondernemerschap op diverse manieren gestimuleerd kan wor-
inspanningen
den en ondernemers in de ambulante handel niet hetzelfde zijn als ondernemers die vanuit een bedrijfspand werken, is de instelling van een taskforce ‘Jong ondernemerschap’ te overwegen. Deze tijdelijke werkgroep kan voorwerk verrich-
31
ten door bestaande beleidsinstrumenten te screenen op de mogelijkheden om hierbij aan te sluiten. Belangrijk in deze fase is verder om ‘best practices’ op te sporen en te presenteren aan de doelgroep van aspirant-kooplieden, mentorkooplieden en collega-kooplieden. Deze actie kan vanwege de aangegeven randvoorwaarde pas in een later stadium
Prioriteit
ingezet worden. Aanvullend op de genoemde ingrediënten van het startersbeleid voor de waren-
Opmerking
markten in Amsterdam Zuidoost kunnen ondernemers gestimuleerd worden deel te nemen aan startersprogramma’s binnen de regio Amsterdam of bijvoorbeeld aan het project ‘Nieuw ondernemerschap’ van BOAH1. BOAH begeleidt ondernemers, bij gebleken geschiktheid, bij de start van hun bedrijf (ondernemingsplan, aanvraag krediet, administratieve verplichtingen) en in de eerste fase van ondernemen. Hiervoor werkt zij samen met de Stichting Ondernemersklankbord en de organisatie voor microkrediet Qredits. Het Ondernemershuis Zuidoost zou vanuit haar kennis, ervaring en infrastructuur op het gebied van ondernemerschap en de begeleiding ervan een belangrijke rol kunnen spelen in dit startersbeleid.
3.5
Aandachtspunten organisatie en financiën Een kwaliteitsverbetering op het individuele bedrijfsniveau is een zaak voor de ondernemer zelf. Toch kan het stadsdeel Zuidoost ook een steentje bijdragen door te faciliteren en te stimuleren. De marktorganisatie en het marktbeheer zijn namelijk mede bepalend voor het type ondernemers dat zich tot de markt aangetrokken voelt. De verhouding tussen vaste kooplieden en sollicitanten, het toelaten van eigen materieel, het toezien op de openingstijden, het wel of niet hebben van een promotiecommissie met eigen gelden: het zijn allemaal aspecten die de kwaliteit van de kooplieden beïnvloeden. De beschreven acties gaven al aan wat het stadsdeel kan doen om de ondernemerschapkwaliteiten te stimuleren. Op deze plaats willen we benadrukken dat er vooral gekeken moet worden naar de bestaande infrastructuur op dit vlak. Niemand wil het wiel nog eens uitvinden, zeker niet in deze tijd van beperkte financiële middelen. Daarom is het van belang om zoveel mogelijk: aan te haken op bestaande initiatieven van CVAH, HBD, BOAH en ROC, en op het economische beleidsinstrumentarium van Stadsdeel Zuidoost en Gemeente Amsterdam, wat betreft opleiding, training en eventueel stageplaatsen; gebruik te maken van de faciliteiten van het Ondernemershuis; slim zaken te doen met intermediairs (door collectieve contracten af te sluiten) waardoor producten en diensten zoals bijvoorbeeld automatiseringspakketten, betalingssystemen, websites en opslagruimte aantrekkelijker worden voor individuele marktkooplieden; te kijken naar wat er op het niveau van Amsterdam als geheel aangepakt kan worden.
1
32
BOAH is het branchebureau van de ambulante handel dat werkt in opdracht van de CVAH.
4
Actieschema
Amsterdam Zuidoost en haar ondernemers staan zoals gezegd voor een uitdagende opgave. We hebben het immers niet over een paar verbeteracties, maar over een heel pakket aan maatregelen die genomen moet worden om de warenmarkten toekomstbestendig te maken en de markt op het Anton de Komplein voor te bereiden op wellicht een grote fysieke metamorfose1. Natuurlijk zijn niet alle acties tegelijkertijd op te pakken en natuurlijk zijn ook niet alle acties door het stadsdeel op te pakken. Gelukkig hoeft dat ook niet. Er zijn meer partijen die de handen uit de mouwen kunnen steken. Sommige acties zijn urgenter dan andere. Sommige acties zijn voorwaardelijk voor andere. Sommige acties vergen meer capaciteit en andere weer meer financiële middelen. Bij sommige acties zijn ‘quick wins’ te behalen en bij andere duurt het wat langer voordat er resultaten zichtbaar zijn. Kortom, het stadsdeel heeft in samenwerking met de betrokken ondernemers nog een selectie te maken uit het pakket aan maatregelen. Als hulpmiddel hierbij heeft Panteia/EIM een actieschema opgesteld.
G e br ui k va n ac ti e sch e m a Het actieschema is een schematisch overzicht waarin alle acties onder elkaar zijn gezet. De acties zijn onderling gerelateerd op besluitvormingsaspecten zoals: urgentie (hoe meer sterren, hoe hoger de urgentie) tijdpad (hoe meer sterren, hoe hoger de prioriteit) betrokken partijen (bullit = accent ligt bij kooplieden, stadsdeel of beide) inzet van capaciteit (bullit = accent ligt op capaciteit) inzet van financiële middelen (bullit = accent ligt op financiën)
1
Bureau Stedelijke Planning en Urhahn Urban Design adviseren de bouw van een markthal op het Anton de Komplein om een regionale ‘tropische’ markt te creëren en het centrum van Arena Boulevard tot en met het Anton de Komplein tot één geheel te maken.
33
Acties Collectief
Urgentie
Tijdpad
actie 1: assortimentverbreding
*****
*****
actie 2: assortimentsverdieping
***
***
*
*
*****
*****
actie 5: compacte, attractieve opstelling
****
***
actie 6: comfort & exitement
****
***
***
***
*****
***
****
**
**
*
actie 3: productstop actie 4: werving kooplieden
actie 7: samenwerking markt & winkels actie 8: marketing & promotie actie 9: evenementen, themamarkten actie 10: openingstijden
Actie Individueel
Urgentie
Tijdpad
actie 1: productverbetering in enge zin
*****
*****
actie 2: productverbetering in brede zin
*****
****
***
*****
actie 4: efficiency in inkoop en logistiek
**
*
actie 5: bedrijfsadministratie en sturing
***
**
actie 6: keuze doelgroep & positionering
*****
*****
****
**
**
***
****
***
***
****
actie 3: bijdragen aan het collectief
actie 7: werken aan bereikbaarheid actie 8: selectie aan de poort actie 9: ondernemerskwaliteiten actie 10: starters prikkelen
34
Stadsdeel
Kooplieden
Capaciteit
Financiën
Stadsdeel
Kooplieden
Capaciteit
Financiën