Notitie kostenbesparingen warenmarkten Amsterdam Zuidoost drs. W.V.M. van Rijt-Veltman en drs. J. Snoei Zoetermeer, 5 november 2012
A c h t e rg ro n d Stadsdeel Zuidoost heeft ten aanzien van haar warenmarkten twee doelstellingen geformuleerd: Streven naar een diverser en aantrekkelijker aanbod van warenmarkten, waardoor de warenmarkten meer klanten van binnen en buiten Amsterdam Zuidoost aan (gaan) trekken. Sturen op verbetering van de kostendekkendheid van de warenmarkten, waarbij de ruimtelijke spreiding van de warenmarkten over het stadsdeel grote aandacht zal blijven hebben. Panteia/EIM heeft in het najaar van 2011 onderzoek gedaan naar de Warenmarkten in Amsterdam Zuidoost1. Daarbij zijn de kwaliteit, locaties en kosten van de warenmarkten uitgebreid onderzocht. In 2012 is in aanvulling hierop een verbeterplan voor de warenmarkten opgesteld2, welke in november besproken zal worden met de direct betrokkenen. Op maandag 22 oktober 2012 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met marktondernemers, winkeliersverenigingen, eigenaren van de winkelcentra Amsterdamse Poort en Ganzenpoort en medewerkers van Stadsdeel Zuidoost. De avond stond in het teken van kostenbesparingen die rondom de warenmarkten gerealiseerd kunnen worden om daarmee de kostendekkendheid van de warenmarkten te verhogen.
K o st en b esp a rin g en De kostendekkendheid van de warenmarkten komt voor 2010 uit op 49%. In 2012 is besloten om de warenmarkt op de locatie Kraaiennest te verplaatsen naar het Anton de Komplein. In de raming van Panteia/EIM voor 2012 komt de kostendekkendheid in dit geval uit op 67%. De stijging van de kostendekkendheid in de uitgangssituatie wordt verklaard door een aantal posten: hogere inkomsten door een tariefstijging; bij gelijke bezetting als in 2010 komt dit neer op circa € 100.000 in 2014. Panteia/EIM heeft hierbij wel aangegeven dat deze extra inkomsten lager uit kunnen vallen wanneer als gevolg van de hogere tarieven de leegstand op de markten toeneemt. Op langere termijn kan de tariefsverhoging echter weer positief uitpakken, omdat dit kan leiden tot een sanering van de zwakkere kooplieden en daarmee een verbeterde kwaliteit van de markt. Besparing van uitgaven met één marktlocatie minder; het gaat dan om bijna € 15.000. De kosten van derden (verkeersmaatregelen Kraaiennest) en de kosten voor onderhoud van elektriciteitsvoorzieningen. Er is nu één marktlocatie minder waar deze onderhoudswerkzaamheden plaats hoeven te vinden.
1
W.V.M. van Rijt-Veltman en J. Snoei, Warenmarkten Amsterdam Zuidoost. Op weg naar duurzame, betaalbare en economisch sterke warenmarkten, Panteia/EIM, Zoetermeer, december 2011
2
W.V.M. van Rijt-Veltman en J. Snoei, Verbeterplan Warenmarkten Amsterdam Zuidoost, Panteia/EIM, Zoetermeer, 2012
In totaal worden in de financiële administratie 6 terreinen onderscheiden in de uitgaven voor de markten. Op drie terreinen zijn geen directe kostenbesparingen (meer) te realiseren. Het gaat dan om uitgaven aan energie (wordt doorbelast aan de marktkooplieden), kapitaallasten (doorbelaste rente en afschrijving) en onderhoud (besparing is al bereikt). Er zijn drie terreinen waarop wel directe kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden: reinigingskosten, apparaatskosten en kosten aan derden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om één marktdag minder te houden en daarmee kosten op deze drie terreinen te besparen. Op deze vier mogelijkheden is op de bijeenkomst nader ingegaan en is door Panteia/EIM een nadere uitwerking uitgevoerd. R e in ig in g sk o st en Het eerste terrein waarop kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden betreft de reinigingskosten. Ten aanzien van de reiniging van de markten is een aantal opties mogelijk. De reinigingskosten zijn opgebouwd uit vier verschillende kostencomponenten (zie tabel 1). De reinigingskosten voor 2010 bedroegen € 431.517, in 2011 is dit gedaald naar € 345.145. De raming voor 2012 komt uit op € 382.004. Tabel 1 Overzicht opbouw reinigingskosten Omschrijving
Uitgaven 2011
Begroting 2012
Besparing mogelijk?
€ 160.308
€ 170.677
Ja
Inzet materieel en vegen
€ 57.795
€ 79.232
Ja
Vuilverwerking
€ 78.018
€ 78.018
Ja
Overhead
€ 49.022
€ 54.077
Nee
€ 345.145
€ 382.004
Inzet personeel veegdienst
Totaal Bron: Panteia/EIM, 2012
Er bestaan mogelijkheden voor kostenbesparingen op de reiniging. De eerste optie is het uitbesteden van de reiniging van de markten aan Pantar. Hiermee is volgens een opgave van Pantar en de financiële afdeling van Stadsdeel Zuidoost een lagere belasting van de markten mogelijk van ongeveer € 72.000. Tabel 2 geeft een overzicht van de geraamde uitgaven aan reiniging in 2012 voor zowel het Milieu Technisch Bedrijf (MTB) als Pantar. De laatste kolom geeft per kostencomponent de mogelijke besparing weer. Tabel 2 Overzicht besparing reinigingskosten optie 1; reiniging naar Pantar Geraamde uitgaven
Geraamde uitgaven
Geraamde lagere be-
2012 Uitvoering
2012 Pantar
lasting
€ 170.677
€ 122.850
€ 47.827
€ 79.232
€ 54.000
€ 25.232
Vuilverwerking
€ 78.018
3
- € 52.582
Overhead
€ 54.077
€ 0
€ 54.077
Omschrijving Inzet personeel veegdienst Inzet materieel en vegen
Overige kosten Totaal
€ 130.600
€ 2.475 € 382.004
€ 309.925
Bron: Panteia/EIM, 2012
3
De post vuilverwerking bij Pantar is inclusief de kosten voor de inzet van een dagprikker
€ 72.079
Er is een aantal belangrijke kanttekeningen bij de geraamde besparingen: De werkzaamheden uitbesteden aan Pantar leidt tot een nieuwe situatie, waarbij de kwaliteit van het werk onbekend is. Pantar heeft een reinigingsplan aan het Stadsdeel voorgelegd dat de hele dag een schone markt biedt, de afgifte van afval controleert en na afloop van de markt het marktterrein schoonmaakt. Omdat Pantar lagere loonkosten kent, omdat het werkt vanuit een sociale werkvoorziening, is het bedrijf in staat tegen lagere kosten de reiniging op zich te nemen. Ook zal na een jaar onderzocht worden of een pasjessysteem de huidige stortkosten kan drukken. Onderzocht zal moeten worden wat de mogelijkheden zijn om de weggevallen financiële dekking voor de achterblijvende organisatie van de afdeling uitvoering op te lossen. Gedacht wordt aan de inzet in het Bijlmerpark. Dit leidt echter tot een aantal knelpunten. De kosten voor het reinigen van het Bijlmerpark worden € 65.000 hoger dan begroot. De kosten met betrekking tot de afvalstoffenheffing zullen stijgen met € 50.000. Al eerder is door Panteia/EIM het signaal ontvangen van de afdeling Projecten en verkeersmanagement dat de andere manier van vuilinzameling door Pantar (met perscontainers) niet op alle markten te realiseren is. Naast de mogelijke uitbesteding van de reiniging aan Pantar bestaat ook de optie om een zelfreinigende markt in te stellen. Daarbij worden de marktkooplieden zelf verantwoordelijk voor de afvoer van hun afval. Naast de besparing op de vuilverwerking kunnen de veegkosten lager gaan uitvallen, omdat het marktterrein schoner wordt achtergelaten. Panteia/EIM raamt de besparing op de inzet van het personeel van de veegdienst op 25%. Tabel 3 Overzicht besparing reinigingskosten optie 2; zelfreinigende markt Geraamde uitgaven
Geraamde uitgaven
2012
2012 Zelfreinigend
Geraamde besparing
€ 170.677
€ 128.008
€ 42.669 4
Inzet materieel en vegen
€ 79.232
€ 79.232
€ 0
Vuilverwerking
€ 78.018
€ 0
€ 78.018
€ 54.077
5
p.m.
€ 207.240
€ 120.687
Omschrijving Inzet personeel veegdienst
Overhead
Totaal
€ 382.004
€ 0
Bron: Panteia/EIM, 2012
Ook bij deze optie een aantal kanttekeningen: Naast de kostenbesparing van de reinigingskosten zal ook rekening gehouden moeten worden met een verlaging van de markttarieven. De hoogte hiervan dient door de stadsdeelraad te worden bepaald en is daarmee op dit moment niet te ramen. De uiteindelijke kostenbesparing zal hiermee netto lager uitvallen. Met name in de eerste periode na het invoeren van een zelfreinigende markt, moet rekening gehouden worden met extra kosten voor toezicht en handhaving aan het einde van de marktdagen. Op dit moment wordt 0,7 fte ingezet voor toezicht op het vegen, waarschijnlijk is tijdelijk een verdubbeling van het toezicht nodig. Indien gekozen wordt voor een zelfreinigende markt, dan bestaat voor de marktkooplieden ook de mogelijkheid om zelf de organisatie rondom de vuilverwerking ter hand te nemen. Zo kan in navolging van andere markten gekozen worden om met een aantal
4
Tot de geraamde besparing is gekomen door te veronderstellen dat de uren van het personeel van de veegdienst per week met 25% kunnen afnemen. Dit betekent lagere kosten ter omvang van 25% van € 170.677 = € 42.669
5
De doorbelaste overhead van MTB naar de markten zal dalen, maar de omvang hiervan is op dit moment niet bekend.
kooplieden (bijvoorbeeld degene die actief zijn in de verkoop van voedselproducten) een vuilniswagen in te huren en de kosten onderling te verdelen. Het draagvlak onder de marktkooplieden om de reiniging zelf te organiseren is op dit moment beperkt aanwezig. Voordat aan de slag kan worden gegaan met een zelfreinigende markt dient een overkomst te worden opgesteld waarin afspraken worden vastgelegd over de inrichting en uitvoering van de schoonmaak. Naast de uitgewerkte opties zijn er ook nog andere varianten mogelijk: Er kan gekozen worden voor een pasjessysteem bij het inzamelen van het afval. Het principe waarbij de vervuiler betaalt, kan tot gevolg hebben dat in totaliteit minder afval zal worden aangeboden en dat daarmee de kosten voor vuilverwerking op langere termijn zullen afnemen. Er kan een andere verdeling van kosten voor reiniging worden doorgevoerd, waarmee ook de openbare ruimte of de winkelcentra (een deel van de) kosten krijgen doorberekend. Hiermee wordt op de kosten voor de markt bespaard.
A p p a r a at sk o st en Het tweede terrein waarop kosten bespaard kunnen worden betreft de apparaatskosten. Tabel 4 geeft inzicht in de opbouw van deze kosten in de begroting van 2012 en daarnaast een raming van de omvang van de mogelijke besparingen die op korte termijn te realiseren zijn. Tabel 4 Overzicht opbouw apparaatskosten
Omschrijving
Besparing
Raming omvang
Begroting 2012
mogelijk?
besparing
€ 152.633
Ja
€ 10.133
€ 26.888
Ja
€ 10.511
€ 181.459
Nee
€ 0
Kosten formatie marktmeesters/marktbeheerder Kosten opleiding, leaseauto’s, dienstkleding en overige goederen en diensten Doorbelastingen financiën, overhead en stafbureau Totaal
€ 360.980
€ 20.644
Bron: Panteia/EIM, 2012
Er is een aantal posten in de apparaatskosten waarop bespaard kan worden: Door efficiëntere uitvoering van taken kunnen de kosten van overwerk beperkt worden. Voorwaarde is dan wel dat geïnvesteerd wordt in ICT-systemen en samenwerking. Hiermee worden de kosten voor overwerk teruggebracht met maximaal € 10.000, de omvang van de huidige begrote post voor overwerk. Door de marktmeesters te verhuizen van de locatie aan de Meerkerkdreef naar het Stadsdeelkantoor, kunnen de kosten die gemaakt worden voor de leaseauto’s verminderd worden. Het betreft hier eveneens een besparing van maximaal € 10.000. Bij maximaal 1 auto is de besparing € 6.000. Met de verplaatsing van de markt van Kraaiennest naar het Anton de Komplein is op dit moment al één herindeling minder nodig. Dit geeft eens in de drie jaar een vermindering van het takenpakket van de marktmeesters. Dit levert mogelijkheden op om andere taken bij de marktmeesters neer te leggen (zie later bij vermindering kosten aan derden).
V e rm in d er in g k o s t en a a n d e rd en Het derde terrein waarop kosten bespaard kunnen worden betreft de kosten aan derden. Tabel 5 geeft inzicht in begroting van de opbouw van deze kosten. Tabel 5 Overzicht opbouw kosten aan derden Omschrijving
Begroting 2011
Begroting 2012
Besparing mogelijk?
Automatisering
€ 10.670
€ 7.551
Nee
Huur toiletwagen
€ 21.500
€ 21.500
Ja
Verkeersmaatregelen Reigersbos
€ 1.700
€ 1.700
Nee
Verkeersmaatregelen Kraaiennest
€ 9.400
€ 9.400
Al gerealiseerd
Overeenkomst kramenzetter
€ 18.500
€ 18.500
Ja
Promotiebudget
€ 15.000
€ 0
Al gerealiseerd
€ 76.770
€ 58.651
Totaal Bron: Panteia/EIM, 2012
Met het besluit om de warenmarkt van de locatie Kraaiennest te verplaatsen naar het Anton de Komplein is een besparing gerealiseerd van € 9.400 voor de verkeersmaatregelen die op de oude locatie moesten worden getroffen. Ten aanzien van de uitgaven van het promotiebudget dient te worden opgemerkt dat de inning van promotiegelden ook in 2011 is stopgezet. Het betreft hier dus geen netto besparing, omdat tegenover de (begrote) uitgaven ook promotie-inkomsten van de marktkooplieden stonden. Enkele besparingen die (nog) gerealiseerd zouden kunnen worden, zijn: De toiletwagen voor kooplieden en bezoekers: rondom de markt op het Anton de Komplein zijn ook het stadsdeelkantoor en een openbaar toilet in het winkelcentrum op korte afstand aanwezig. Er zou gekeken kunnen worden of hiermee een goedkopere oplossing wordt gerealiseerd waarbij ook de samenwerking met een horecagelegenheid gezocht zou kunnen worden. Wel dient te worden aangetekend dat de marktkooplieden deze voorziening graag willen behouden en dat rondom het marktterrein Ganzenhoef de mogelijkheden rondom openbare toiletten beperkter zijn. Overeenkomst voor de diensten van de kramenzetter: het gaat hier om het plaatsen van bewegwijzering rondom het marktterrein en het uitdelen van afvalzakken aan de marktkooplieden. Wanneer deze taken door de marktmeesters zouden worden uitgevoerd, is hierop een besparing te realiseren. De exacte omvang van de besparing is op dit moment onduidelijk. Naast de besparing van de kosten aan de kramenzetter moeten immers ook de kosten voor de aanschaf van de afvalzakken, de (bewegwijzerings)borden en een opslagruimte worden meegenomen in de berekening. De besparing zal hiermee netto lager uitvallen en mogelijk zelfs nihil blijken te zijn.
E én ma rk td ag m in d e r Naast de drie terreinen waarop kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden, bestaat de mogelijkheid om een marktdag minder te houden en daarmee kosten te besparen. Daartegenover staat echter een daling van de tariefinkomsten en inkomsten voor het energiegebruik. Tabel 6 geeft een overzicht van de geraamde effecten wanneer besloten wordt om de markt op maandag of op de dinsdag niet langer te houden. Tabel 6 Overzicht geraamde effecten bij een marktdag minder Omschrijving
Raming 2012
Maandag
Totaal in huidige situatie
Huidig
Dinsdag
Totaal effect
Totaal effect
marktdag min-
marktdag min-
der
Huidig
der
Inkomsten Tarieven Energie
€ 512.983
€ 77.730
- € 77.730
€ 91.506
- € 91.506
€ 70.000
€ 10.802
- € 10.802
€ 11.084
- € 11.084
- € 88.532
- € 102.590
Uitgaven € 333.487
€ 53.952
- € 23.000 6
€ 53.952
- € 23.000
€ 53.450
€ 8.908
- € 8.908
€ 8.908
- € 8.908
Kapitaallasten
€ 7.231
€ 603
-
€ 603
-
Kosten derden
€ 69.924
€ 11.371
- € 6.667 7
€ 11.371
- € 6.667
Reiniging MTB
€ 386.354
€ 62.676
- € 62.676
€ 62.676
- € 62.676
€ 16.570
€ 1.381
-
-
-
Apparaatskosten Energie
Onderhoud
Totaal
- € 101.251
- € 101.251
€ 12.719
- € 1.339
Bron: Panteia/EIM, 2012
Uit de geraamde effecten blijkt het volgende: Een marktdag minder betekent alleen een netto besparing wanneer gekozen wordt voor de maandag. Als gevolg van de lagere bezetting vallen op deze dag de inkomsten aan tarieven en energie lager uit dan de kostenbesparing die gerealiseerd kan worden. De belangrijkste kostenbesparingen worden gerealiseerd op het vlak van reiniging en apparaatskosten. Ook de kosten voor energiegebruik en kosten aan derden nemen naar verwachting af. Ten aanzien van de kapitaallasten en het onderhoud wordt geen besparing gerealiseerd, omdat hier sprake is van vaste kostenposten die verdeeld worden over het aantal marktdagen dat gehouden wordt. Er vindt hier dus enkel een herverdeling van de kosten plaats. Onder de marktkooplieden bestaat alleen draagvlak voor een marktdag minder indien deze dag gecompenseerd wordt door een marktdag elders in het Stadsdeel. Hierbij wordt gedacht aan de ‘oude’ locatie Kraaiennest of een versmarkt op Ganzenhoef. Dit zou voor het Stadsdeel betekenen dat er extra kosten gemaakt zullen moeten worden om dit te faciliteren.
6
Vanuit de begroting voor 2012 blijkt dat 42% van de apparaatskosten voor rekening komt van de formatiekosten van de marktmeesters en beheerder. Daarmee komen de apparaatskosten per marktdag op zo’n 23.000. Deze kosten zouden bij een marktdag minder bespaard kunnen worden.
7
Verondersteld is dat de kosten voor de huur van de toiletwagen en de diensten van de kramenzetter met een zesde zullen dalen. Dit betekent een totale afname van 17% van de € 21.500 + € 18.500 = € 6.667
A an b ev e lin g P an t ei a/E I M Om een kostendekkendheid van 80% te realiseren, is een kostenbesparing van circa € 150.000 nodig. Panteia/EIM beveelt de volgende kostenbesparingen aan om dit doel te bereiken: Reinigingskosten: inzetten op overheveling van MTB naar Panter en op de lange termijn de mogelijkheid onderzoeken voor het instellen van een zelfreinigende markt. Apparaatskosten: beperken van het overwerk en verhuizen van het marktkantoor van de locatie Meerkerkdreef naar het Stadsdeelkantoor Kosten aan derden: beperk het gebruik van leaseauto’s tot één auto. Voor de ingrijpende maatregel om een marktdag minder te houden, lijkt op dit moment te weinig draagvlak te bestaan. Panteia/EIM raadt dan ook af om deze maatregel door te voeren, mede gezien de beperkte (geraamde) kostenbesparing die gerealiseerd zou kunnen worden.
K o st en d ek k en d h eid In tabel 6 staat een overzicht van de ontwikkeling van de kostendekkendheid indien voorgestelde kostenbesparende maatregelen worden doorgevoerd. In de uitgangssituatie met de markt vier dagen op het Anton de Komplein, woensdag op Reigersbos en zaterdag op Ganzenhoef is sprake van een kostendekkendheid van 67%. Wanneer de aanbevolen maatregelen worden doorgevoerd, kan de kostendekkendheid verbeterd worden naar 75% Tabel 6 Raming kostendekkendheid bij doorvoeren van kostenbesparende maatregelen Begrote in-
Kosten-
komsten
dekkend-
2012 Omschrijving
Uitgangssituatie
8
€ 582.983
Begrote uit-
Verlaging uitga-
Raming uitga-
gaven
ven
ven
€ 867.016
67%
Reiniging naar Pantar
€ 72.079
Beperken overwerk
€ 10.133
Beperkt gebruik leaseauto
Nieuwe situatie
heid
Begrote uitgaven 2012
€ 6.000
€ 582.983
€ 867.016
€ 88.212
€ 778.804
75%
Bron: Panteia/EIM, 2012
8
Voor de uitgangssituatie is uitgegaan van de raming van de uitgaven bij de uitvoering van de tussenvariant (zie paragraaf 5.2.3. van het rapport). In deze situatie zijn de kosten voor de verkeersmaatregelen Kraaiennest en de lagere kosten voor onderhoud van de elektriciteitsvoorziening (bij elkaar circa € 15.000) al bespaard.