Veluws College Vestiging Walterbosch

EXAMENREGLEMENT

Voor de tweede fase HAVO/VWO Van het

Veluws College Vestiging Walterbosch

September 2015

EXAMENREGLEMENT schooljaar 2015/2016 BEGRIPSBEPALINGEN In dit reglement wordt verstaan onder: a. bevoegd gezag:

het College van Bestuur van de Stichting KVOAO;

b. school

Veluws College, katholieke scholengemeenschap voor VMBO, HAVO, ATHENEUM en GYMNASIUM. Onderdeel van de Veluwse Scholengroep.

c. vestiging:

de school heeft vier vestigingen te weten: VC Walterbosch, VC Cortenbosch, VC Mheenpark, VC Twello

d. eindexamenbesluit:

het Besluit dagscholen VWO-HAVO-MAVO-VBO (Stb 327 van 11 augustus 1989) en zoals sindsdien gewijzigd;

e. beslissing:

een beslissing krachtens artikel 5, lid 2 van het eindexamenbesluit n.a.v. enige onregelmatigheid t.a.v. enig deel van het eindexamen;

f. kandidaat:

degene die als leerling is ingeschreven bij de administratie van de school en deelneemt aan het examen.

g. rector:

de schoolleider in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs.

h. vestigingsdirecteur:

lid van de schoolleiding belast met de leiding van een vestiging.

i. examinator:

de betrokkene die de leerling het eindexamen afneemt;

j. onregelmatigheden:

k. CvTE:

onder onregelmatigheid wordt verstaan het onrechtmatig verwerven, voorhanden hebben en verstrekken van informatie die tijdens het schoolonderzoek of examen wordt gebruikt of kan worden gebruikt alsmede de voorbereiding voor en poging tot het gebruik van dergelijke informatie. Daarnaast wordt onder onregelmatigheden nadrukkelijk verstaan: het letterlijk overnemen van informatie uit een informatiebron (bv. boeken, internet) zonder correcte bronvermelding. Ook wordt als onregelmatigheid verstaan: het gebruiken van ander bronmateriaal dan de bij sommige vakken vooraf toegestane grafische rekenmachine College voor toetsen en examens.

l. P.T.A.:

Programma van toetsing en afsluiting.

Examenreglement tweede fase HAVO/VWO 2015-2016 Veluws College.

2

A. INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Vaststellen reglement 1.1 Het bevoegd gezag stelt conform art. 31 van het Eindexamenbesluit een examenreglement vast. Dit reglement bevat in elk geval informatie over de maatregelen, bedoeld in artikel 5 (onregelmatigheden) van het Examenbesluit en de toepassing daarvan, alsmede regels m.b.t. de organisatie van het eindexamen, de gang van zaken tijdens het examen, de herkansing van het schoolexamen en de samenstelling en het adres van de in artikel 5 bedoelde commissie van beroep. 1.2 Het bevoegd gezag stelt jaarlijks vóór 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In dit programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen, de herkansing daaronder mede begrepen, de wijze van herkansing van het schoolexamen, alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 1.3 Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de vestigingsdirecteur vóór 1 oktober via de centrale administratie toegezonden aan de inspectie en uitgedeeld aan de kandidaten. 2 Afnemen van het examen. 2.1 De rector en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2.2 De vestigingsdirecteur is gemandateerd alle handelingen, zoals genoemd in het eindexamenbesluit, namens de rector te verrichten. 2.3 De vestigingsdirecteur wijst één van de personeelsleden van de vestiging aan tot secretaris van het eindexamen. 3 Indeling eindexamen. 3.1 Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen en, voor zover dat in het examenprogramma is bepaald, tevens uit een centraal examen. 3.2 Het examen omvat: a De vakken van het gemeenschappelijk deel. (Bij de talen maakt Literatuur een onderdeel uit van het schoolexamen) b De vakken van het profieldeel van één van de profielen c Het profielwerkstuk dat betrekking heeft op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor v.w.o. en 320 uur of meer voor h.a.v.o.. d Tenminste één vak met tenminste een normatieve studielast van 400 uur (v.w.o.) dan wel 320 uur (h.a.v.o) van het vrije deel van het profiel. 3.3 In afwijking van het tweede lid is de kandidaat die het eindexamen atheneum aflegt aan een school voor v.w.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste tot en met vierde lid, van het inrichtingsbesluit W.V.O. Bij ontheffing op grond van artikel 26e, vierde lid, van het inrichtingsbesluit W.V.O. wordt de taal vervangen door een ander vak als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel. 3.4 In afwijking van het tweede lid is de kandidaat die het eindexamen havo aflegt aan een school voor havo, bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste lid, van het inrichtingsbesluit W.V.O. 3.5 In afwijking van het tweede lid is de kandidaat die het eindexamen gymnasium aflegt aan een school voor v.w.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor


3

vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste tot en met derde lid, van het inrichtingsbesluit W.V.O. 4 Deelname aan centraal examen 4.1 Een leerling wordt alleen tot het centraal examen toegelaten, wanneer aan alle eisen van het PTA voldaan is, uitgezonderd hiervan zijn het deelvak LO en het deelvak CKV. De leerling kan in het laatste geval echter niet meer slagen. Ook dient het profielwerkstuk uiterlijk 22 april 2016 met minimaal een afgeronde 4 te zijn becijferd. 4.2 Een leerling die het deelvak LO of het deelvak CKV niet voor 22 april 2016 met een ‘voldoende’ of ‘goed’ heeft afgesloten krijgt dat schooljaar geen gelegenheid meer dit alsnog te doen. 4.3 Bij die vakken waar het examendossier ook een handelingsdeel omvat, kan een leerling pas deelnemen aan het laatste onderdeel van het schoolexamen wanneer alle werkzaamheden behorende tot het handelingsdeel zijn afgerond. 4.4 Wanneer bij het schoolexamen de verschillende vaardigheden van een vak op afzonderlijke momenten getoetst worden (bijv. Moderne vreemde taal), dient het handelingsdeel behorende bij de betreffende vaardigheid vóór de toetsdatum van die vaardigheid te zijn afgesloten en goedgekeurd. 5 Periode examen 5.1 Het Centraal Examen De data van het centraal examen worden door de overheid vastgesteld en vóór 1 oktober van het examenjaar aan de leerlingen bekend gemaakt. 5.2

Het Schoolexamen Het tijdstip van de dossiertoetsen voor de verschillende onderdelen van het schoolexamen kan -in samenhang met de vakprogramma's- in ieder leerjaar van het curriculum worden vastgesteld. (zie P.T.A.) 5.3 De uiterste inleverdata en/of uiterste afrondingsdata voor het toekomstdossier en de overige handelingsdelen staan vermeld in het PTA. 6 Regelingen betreffende de overgang (niet-examenklassen) 6.1 De normen voor de overgang naar het vijfde(HAVO) dan wel het vijfde en het zesde leerjaar (VWO) staan vermeld op It’s Learning en in de Studie-info. 6.2 Behalve voor vakken die andere data hebben afgesproken (zie PTA) is de uiterste

6.3

6.4 6.5 6.6

inleverdatum van de handelingsdelen voor de niet-examenklassen 1 juli 2016. De kandidaten worden gewezen op de mogelijke consequentie van het niet afhebben van de handelingsdelen voor de overgang. Als een vastgestelde inleverdatum wordt overschreden, is een leerling verplicht dagelijks na afloop van de lessen tot 16.30 uur aan de afronding van het handelingsdeel verder te werken. Zonodig worden daarvoor ook lesvrije dagen (van 08.30 tot 16.30 uur) gebruikt. Op 1 juli 2016 dienen alle handelingsdelen voor de niet –examenklassen afgerond te zijn. Is dit niet het geval dan kan een leerling niet bevorderd worden. Voldoet een kandidaat niet aan de normen van de overgangsregeling naar het volgende leerjaar, dan geldt bij terugkomst in datzelfde leerjaar de regeling ‘Doubleren in de Tweede Fase’, zoals die vermeld staat in de Studie-info. Voldoet een kandidaat in het laatste jaar niet aan de slagingsnorm dan geldt bij terugkomst in datzelfde leerjaar voor de examenklassen de regeling ‘Doubleren in de


4

Tweede Fase’, zoals die vermeld staat in de Studie-info. 6.7 Bij een overstap van de ene afdeling naar de andere kunnen vrijstellingen worden verkregen volgens de regeling zoals beschreven in de regeling ‘Doubleren in de Tweede Fase’, zoals die vermeld staat in de Studie-info. 7

Onregelmatigheden.

7.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt worden door de vestigingsdirecteur maatregelen genomen. 7.2 De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de onregelmatigheid al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen. b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen. c) het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen. d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen. e) het buiten de lestijden op school laten afmaken van het werk voor een vastgestelde tijd in combinatie met het opleggen van een door de vestigingsdirecteur vast te stellen straf. 7.3 Na het horen van en na overleg met de secretaris van de examencommissie binnen de vestiging over de geconstateerde onregelmatigheid neemt de vestigingsdirecteur een besluit. Het besluit wordt de kandidaat en bij een minderjarige kandidaat de ouders schriftelijk medegedeeld binnen vijf werkdagen. Een afschrift van het besluit wordt tegelijkertijd aan de inspectie toegezonden. 7.4 De kandidaat kan vervolgens tegen het besluit van de vestigingsdirecteur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Die commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de vestigingsdirecteur en aan de inspectie. De beslissing van de commissie is bindend. Voor adres, reglement en samenstelling van de commissie van beroep: zie klachtenregeling van het Veluws College. Deze regeling is opvraagbaar bij de vestigingdirectie en gepubliceerd op de site van het Veluws College. 7.5 Bij gegrond vermoeden of aanwijzingen van fraude binnen een bepaalde groep kan besloten worden het werk collectief opnieuw te laten maken, waarbij het laatste cijfer telt. 8 Geheimhouding. 8.1 Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.


5

9 Eindexamenvakken. 9.1 De eindexamenvakken zijn opgenomen in het P.T.A. B. HET SCHOOLEXAMEN 1 Algemeen 1.1 Het schoolexamen heeft voor alle vakken waarin de kandidaat examen aflegt de vorm van een examendossier. 1.2 Het examendossier omvat -afhankelijk van de gekozen vakken en het profiel- drie of vier van de volgende onderdelen: a dossiertoetsen, mondeling of schriftelijk, kijk- en luistertoetsen, open of gesloten b praktische opdrachten, individueel of in groepsverband c een handelingsdeel d een profielwerkstuk, in het laatste of voorlaatste jaar (af) te maken; regels en werkwijze m.b.t. het profielwerkstuk worden laatstelijk 1 oktober van het examenjaar vastgesteld en bekend gemaakt. 1.3 De kandidaat wordt door de examinator zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van het behaalde resultaat voor elk onderdeel van het schoolexamen. 1.4 Wanneer een kandidaat niet in staat is aan een bepaald onderdeel van het schoolexamen deel te nemen:  zijn de ouders/verzorgers verplicht hiervan aan de vestigingsdirecteur bericht te sturen onder opgave van redenen voor de aanvang van dat onderdeel van het schoolexamen; meerderjarige kandidaten kunnen dit zelf doen;  kan een door een arts getekende verklaring gevraagd worden;  gelden voor inhalen de regels zoals vastgesteld in samenhang met de regels voor herkansing (zie B, artikel 2). 1.5 Wanneer een kandidaat deelneemt aan het schoolexamen en achteraf, vanwege een tegenvallend resultaat, op grond van bijzondere omstandigheden een beroep doet op een herkansingsmogelijkheid kan hier geen gehoor aan worden gegeven. Eenmaal gemaakt werk behoudt zijn geldigheid. 1.6 De uiterste inleverdatum voor praktische opdrachten en handelingsdelen ligt vast. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals bij langdurige ziekte, kan na overleg met de adjunct-directeur hier van worden afgeweken. 1.7 Voor het inleveren van praktische opdrachten geldt de volgende regeling:  De kandidaat is verantwoordelijk voor het tijdig inleveren van de praktische opdracht.  Het niet tijdig inleveren van een praktische opdracht wordt beschouwd als het inleveren van een “leeg werkblad”. Er zal dan het cijfer: 1 (één) worden toegekend. 1.8 Ongeoorloofde afwezigheid wordt als onregelmatigheid beschouwd en als zodanig behandeld. 1.9 Een leerling die te laat verschijnt bij een toets heeft geen recht op verlenging van tijd. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de adjunct-directeur besluiten van de bovenstaande regel af te wijken. 1.10 Het schoolexamen wordt tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen afgesloten. 2 Herkansing Regelingen rondom de rechten en plichten en de organisatie van toetsen, inhaaltoetsen en herkansingen die deel uit maken van het schoolexamen zijn opgenomen in: “Toetsregeling Veluws College Walterbosch” vastgesteld in september 2014 en zoals sindsdien gewijzigd.


6

3

Praktische opdracht (Niet-examen en examenklassen)

Praktische opdrachten blijven buiten de herkansingsregeling. Zij kunnen immers tijdens het verrichten van de werkzaamheden worden bijgestuurd. Ziekte is - in principe - geen aanleiding voor herkansing van een praktische opdracht. De regeling: “inleveren praktische opdrachten” staat vermeld in de schoolgids van het Veluws College en is te vinden onder de onderstaande link: http://schoolgidswalterbosch.veluwscollege.nl/Afspraken/Regelingen/Inleveren_opdrachten

4 Herexamen SE 4.1

4.2

4.3 4.4

Een kandidaat mag elk schooljaar voor één vak, dat in dat schooljaar is afgesloten met een schoolexamen, een onderdeel van het schoolexamen opnieuw afleggen. Alleen de onderdelen die in periode vier worden getoetst zijn niet herkansbaar. Voor het overige bepaalt de school welke onderdelen van het examenprogramma van het betreffende vak tot het herexamen behoren. Het behaalde cijfer komt in de plaats van het cijfer dat behaald is voor het desbetreffende onderdeel. Het herexamen voor de voor-examenklassen wordt afgenomen op 29 JUNI 2016. (afhankelijk van schoolsoort en vak) Voor de examenklassen wordt het herexamen afgerond uiterlijk op: 6 APRIL 2016. De kandidaat maakt vooraf afspraken met de betreffende docenten van de vakken Spaans en informatica. Tijdens die afspraken wordt bepaald welk onderdeel de kandidaat herkanst. De afspraken moeten zo worden gemaakt dat de afronding uiterlijk 6 april 2016 kan plaatsvinden. Bij de vaststelling van het nieuwe eindcijfer worden ook de oorspronkelijke cijfers van de niet herkanste onderdelen meegerekend. Het hoogste van de beide eindcijfers behaald op basis van het herexamen en het eerder afgelegde schoolexamen in dat vak vervangt het eindcijfer van het eerder afgelegde schoolexamen.

5 Registratie dossiercijfers 5.1 5.2 5.3

5.4

Cijfers die voor de verschillende onderdelen van het examendossier worden behaald en dus meetellen bij de bepaling van het eindcijfer schoolexamen, worden in een registratiesysteem vastgelegd en beheerd. Gedurende het gehele schooljaar kan de kandidaat c.q. zijn ouder(s)/wettelijke vertegenwoordiger een overzicht met de daarop de behaalde resultaten inzien via SOM-today. De kandidaat in de examenklas of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger heeft na de exameninstructie op 19 april 2016, na het verstrekken van het cijferoverzicht, één werkdag de tijd om schriftelijk protest aan te tekenen tegen de op het overzicht vermelde resultaten voor zover de resultaten niet bij een eerdere rapportage vermeld staan. In de niet-examenklassen kan de kandidaat of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger na het bekend maken van de resultaten van de vierde toetsweek binnen één werkdag protest aantekenen tegen het behaalde resultaat. Wanneer er geen protest is ingediend ligt het aangegeven resultaat vast zoals het op de toets is aangegeven.


7

6 Beoordeling schoolexamen 6.1 Het cijfer van het schoolexamen wordt berekend volgens de gewichten of formules vermeld in het P.T.A. en uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. In deze schaal van cijfers komt aan de gehele cijfers van 1 tot en met 10 de volgende betekenis toe: 1 2 3 4 5

= = = = =

zeer slecht slecht zeer onvoldoende onvoldoende twijfelachtig

6 = voldoende 7 = ruim voldoende 8 = goed 9 = zeer goed 10 = uitmuntend

6.2 Afronding en volgorde Bij vaststelling cijfer schoolexamen wordt onderstaande werkwijze gehanteerd:  elk cijfer voor een dossiertoets en voor een praktische opdracht wordt afgerond op 1 decimaal  het totaalcijfer voor de categorie "dossiertoetsen" en de categorie "praktische opdrachten" wordt volgens vastgestelde weging bepaald en afgerond op 2 decimalen  het cijfer voor het schoolexamen wordt volgens de berekeningswijze die is vastgelegd in het P.T.A. met behulp van totaalcijfer dossiertoetsen en het totaalcijfer praktische opdrachten vastgesteld in 1 decimaal. 6.3 De vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel worden niet d.m.v. een cijfer maar door middel van de kwalificatie "onvoldoende", "voldoende" of "goed" gewaardeerd. 6.4 Het eindcijfer dat is vastgesteld voor 1 augustus 2014 van vakken met alleen een schoolexamen met de decimalen 45 t/m 49 wordt naar boven worden afgerond. (N.B. 5,45 = 6). Voor eindcijfers van de vakken met alleen een schoolexamen vastgesteld na 1 augustus 2014 geldt de wiskundig juiste afrondingen (het eindcijfer met de decimalen 45 t/m 49 wordt naar beneden afgerond. 5,45 = 5) 6.5 Wanneer een kandidaat zich, na overleg met de examinator, niet in de toegekende beoordeling van een dossiertoets, profielwerkstuk, praktische opdracht of handelingsdeel kan vinden, tekent hij/zij binnen 5 werkdagen schriftelijk bezwaar aan bij de secretaris van de examencommissie en geeft een afschrift van de brief aan de adjunct-directeur en aan de betrokken docent. Het bezwaar dient met redenen omkleed te zijn. De adjunct-directeur zoekt een tweede corrector binnen de sectie. De tweede corrector geeft een advies aan de voorzitter van de examencommissie. Dit advies kan ook betekenen dat het cijfer verlaagd moet worden. De voorzitter van de examencommissie neemt vervolgens een bindend besluit t.a.v. de beoordeling en deelt dit besluit schriftelijk aan alle betrokkenen mede. 7 7.1

Bewaren van het schoolexamenwerk Het gemaakte schoolexamenwerk mag door de examinator bewaard tot en met het einde van het betreffende schooljaar (voor het examenjaar geldt als einde van het schooljaar de dag van de uitslagvaststelling van het eerste tijdvak). Aan het einde van het schooljaar mag in dat geval de kandidaat het werk opvragen. Het schoolexamenwerk wordt dan aan de kandidaat ter hand gesteld. De examinator mag er ook voor kiezen om het werk na de bespreking aan de kandidaat mee te geven conform de “Toetsregeling Veluws College Walterbosch” vastgesteld in september 2014 en zoals sindsdien gewijzigd. Tegen het vastgestelde cijfer kan in alle gevallen geen beroep meer worden


8

aangetekend wanneer de termijn vermeld in artikel 6.5 wordt overschreden.

8

Mededeling eindcijfers schoolexamen.

8.1 Vóór de aanvang van het centraal examen deelt de vestigingsdirecteur de kandidaat schriftelijk mede, welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen en voor het profielwerkstuk, en de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld. C. CENTRAAL EXAMEN 1.1 Het centraal examen kent drie tijdvakken. 1.2 Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door de staatsexamencommissie. 1.3 De kandidaten ontvangen voor 1 oktober van het examenjaar de data van het centraal examen. Eventuele wijzigingen op een later tijdstip worden zo spoedig mogelijk aan de kandidaten meegedeeld. 1.4 De kandidaten worden uiterlijk in de week voor de aanvang van het examen op de hoogte gesteld van de regels. 1.5 Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook aangaande de opgaven gedaan. 1.6 Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor andere kandidaten geldt. 1.7 Kandidaten die meer dan een half uur na de aanvang van de toets aankomen, mogen niet meer deelnemen. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de vestigingsdirecteur, kunnen zij voor dit vak verwezen worden naar het volgende tijdvak. 1.8 Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding van een toezichthouder de examenzaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de vestigingsdirecteur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. Indien de kandidaat het werk hervat, kan de vestigingsdirecteur beslissen dat de gemiste tijd aan het eind van de zitting wordt ingehaald met een maximum van een half uur. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, kan de vestigingsdirecteur, zo mogelijk op grond van een medische verklaring na overleg met de inspecteur, beslissen dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. In dit laatste geval mag de kandidaat in het tweede tijdvak opnieuw aan de desbetreffende zitting deelnemen. 1.9 Er mogen geen andere dan door de CvTE toegestane hulpmiddelen worden gebruikt. Alleen door de school verstrekt papier mag worden gebruikt. 1.10 Eenmaal gemaakt werk behoudt zijn geldigheid. 2 Verhindering centraal examen 2.1 Indien een kandidaat - ter beoordeling van de vestigingsdirecteur - om een geldige reden is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven aan ten hoogste twee toetsen per dag deel te nemen, teneinde daarmee zijn centraal examen te voltooien. 2.2 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien.


9

3 Cijfer centraal examen 3.1 Het cijfer voor het centraal examen wordt afgerond op één decimaal. 4 Eindcijfer eindexamen. 4.1 Het eindcijfer wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 t/m 10. 4.2 Het eindcijfer van een vak is het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4.3 Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 5 Vaststelling uitslag. 5.1 De vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in art. 48 en 49 van het eindexamenbesluit. 6 Uitslag. 6.1 De kandidaat die eindexamen havo/vwo heeft afgelegd en het centraal examen voor alle vakken heeft afgelegd binnen een schooljaar, is geslaagd, A) indien hij: 1) voor alle vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of 2) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, of 3) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6.0 bedraagt dan wel of 4) voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, en B) indien geen van de eindcijfers van onderdelen, genoemd in 6.2 , lager is dan 4, en C) indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijke deel van elk profiel, zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’. en D) indien van alle vakken op het centraal examen (CE) gemiddeld een voldoende (minimaal 5,50) is gehaald. en


10

E)

F)

voor de kernvakken (Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en wiskunde) ten hoogste één onvoldoende heeft gehaald die niet lager is dan een 5. En de kandidaat heeft deelgenomen aan de rekentoets VO en daarvoor minimaal een 4,5 gehaald. (niveau 3F)

6.2 Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak: maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor het v.w.o. ook algemene natuurwetenschappen. 6.3 De kandidaat die niet voldoet aan de voorwaarden, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 51 van het Examenbesluit. 7 Herkansing. 7.1 Elke kandidaat mag bij het Centraal Examen één vak naar keuze herkansen. 7.2 Indien een kandidaat niet deelneemt aan het herexamen geldt de uitslag van de eerste periode als definitief. Bij een herexamen komt het behaalde cijfer van het herexamen alleen in plaats van het cijfer van de oorspronkelijke examen als het behaalde cijfer voor het herexamen hoger is 7.3 De kandidaat, die van het recht op herkansing gebruik wil maken, bepaalt aan de hand van de behaalde cijfers - bij voorkeur na overleg met de examinator en de ouders voor welk vak hij herkansing aanvraagt. 7.4 De kandidaat levert zijn voorlopige cijferlijst en een ondertekend verzoek tot herkansing in bij de vestigingsdirecteur voor een door deze aangegeven dag en tijdstip en vermeldt het vak waarin hij wil herkansen. 7.5 De bepaling van het cijfer van de herkansing vindt op dezelfde wijze als voor het eerste examen plaats. 7.6 Zodra de uitslag van de herkansing bekend is, wordt deze aan de kandidaat meegedeeld. 8 Diploma en cijferlijst. 8.1 De vestigingsdirecteur reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit, waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, en de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding , de eindcijfers voor de examenvakken, het cijfer behaald voor de rekentoets, alsmede de uitslag van het eindexamen. 8.2 De vestigingsdirecteur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet verstrekt. 8.3 Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. 8.4 Afgewezen kandidaten krijgen alleen een cijferlijst. 8.5 De vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten. 8.6 De vestigingsdirecteur waarmerkt kopieën van diploma's en cijferlijsten bestemd voor officieel gebruik.


11

9 Afwijking wijze van examineren. 9.1 De vestigingsdirecteur kan een gehandicapte kandidaat alleen een afwijkende wijze van examineren (aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat) toestaan als er een deskundigenverklaring is, die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld (bijv. dyslexie). De aanpassing kan bijv. bestaan uit verlenging van de duur van het examen met ten hoogste dertig minuten. Een dergelijke verklaring is niet nodig wanneer sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap (bijv. blindheid). 9.2 Ten aanzien van een kandidaat die ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie Nederlands niet de moedertaal is, mag van de voorschriften worden afgeweken. De toets van het examen mag met ten hoogste 30 minuten worden verlengd. 9.3 Een aparte regeling wordt op het proces-verbaal aangetekend. 10

Bewaren van het examenwerk

10.1 Het werk van de kandidaten wordt gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de vestigingsdirecteur, ter inzage voor belanghebbenden.

SLOTBEPALING. In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet of waarin het hierboven bepaalde tot kennelijke onbillijkheid leidt, heeft de vestigingsdirecteur het recht een aangepaste beslissing te nemen.


12

BIJLAGE I 1 De klachtenregeling Veluwse Scholengroep. 1.1 Wanneer in geval van onregelmatigheden bij schoolexamen of centraal examen de kandidaat c.q. zijn ouders of wettelijke vertegenwoordigers niet kan/kunnen instemmen met de maatregel(en) waartoe de vestigingsdirecteur heeft besloten, treedt de Klachtenregeling van de Veluwse Scholengroep, zie hieronder, in werking. 1.2 De Veluwse Scholengroep heeft een klachtenregeling waarin precies staat beschreven hoe u een klacht kunt indienen en welke procedure er vervolgens gevolgd wordt. De klachtenregeling is gepubliceerd in de schoolgids en is daarnaast op te vragen bij de vestigingsdirectie. 1.3 Naast het gebruik maken van de interne klachtenregeling kan/kunnen de kandidaat c.q. zijn ouders of wettelijke vertegenwoordigers gebruik maken van de externe klachtencommissie. Landelijke klachtencommissie Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3925508


13

Veluws College Vestiging Walterbosch

Recommend Documents