Veiligheidsmonitor 2014
O&S april 2014
Samenvatting ’s-Hertogenbosch wordt steeds veiliger. De doelstelling van de coalitie voor het jaar 2014, geformuleerd in 2010, wordt in bijna alle wijken al gehaald. Dat blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2014 van de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente ’s-Hertogenbosch. In 2010 werd bepaald dat alle wijken in 2014 een veiligheidsindex van minimaal 18,4 moeten behalen, op een schaal van 1 (‘zeer onveilig’) tot 25 (‘zeer veilig’). Dat is in 2013 in tien van de twaalf wijken al gelukt. Wijken veiliger In alle wijken, met uitzondering van de Groote Wielen, is de afgelopen vijf jaar de veiligheidsindex gestegen. Overigens behoort de Groote Wielen met een indexcijfer van 22,3 nog steeds tot de drie meest veilige wijken van ’s-Hertogenbosch. De grootste sprongen zijn gemaakt in wijken waar de resultaten in 2008 het slechtst waren. Alleen Noord (18,0) en Binnenstad (17,0) voldoen nog niet aan de coalitiedoelstelling. Ook hier zijn echter grote verbeteringen ten opzichte van 2008 gemeten. Afbeelding 1: Veiligheidsindex wijken (2008-2013)
Veiligheidsindex 2013
Ontwikkeling index 2008 - 2013
Doel
Engelen
22,9
+1,3
Empel
22,8
+0,6
22,3
De Groote Wielen
- 1,0
21,9
Rosmalen Noord
+0,1
21,5
Rosmalen Zuid
+0,2
20,2
Maaspoort
+0,1
19,7
’s-Hertogenbosch Muntel/Vliert Zuidoost
+1,3
19,3
+2,0
19,3
+1,6
19,1
Graafsepoort
+1,3
18,4
West
+1,9
18,0
Noord
+1,7
17,0
Binnenstad 0
5
10
15
+2,6 20
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
3
25
In de Binnenstad werd zelfs een sprong gemaakt van 2,6 punten. Wel is de Binnenstad nog steeds de minst veilige wijk van de gemeente. Dit heeft te maken met de centrumfunctie van de Binnenstad. De concentratie van veel mensen in een relatief klein gebied met uiteenlopende functies, zoals veel winkels en horeca, zorgt voor extra overlast en criminaliteit. Zo is er in de Binnenstad relatief veel alcohol- en drugsoverlast, (uitgaans)geweld, auto-inbraken, fietsendiefstal, winkel- en bedrijfsdiefstal, vernieling en vervuiling. Ook de wijk Noord voldoet nog niet aan de coalitiedoelstelling. De veiligheidsindex van Noord wordt beïnvloed door het aandachtsgebied De Hambaken. Wel is de veiligheidsindex van de Hambaken de afgelopen jaren sterk verbeterd, tussen 2010 en 2013 van een 11,1 naar een 15,8. De sprong voorwaarts is te danken aan extra inspanningen van gemeente, politie en andere partners op het gebied van veiligheid. Ondanks die verbeteringen heeft de Hambaken het laagste cijfer van alle onderzochte wijken en buurten. In de andere buurten van Noord gaat het qua veiligheid (relatief) goed. Integraal Veiligheidsplan In het ‘Integraal Veiligheidsplan 2010-2014’ (IVP) zijn doelstellingen geformuleerd met betrekking tot een groot aantal thema’s. Die doelstellingen moeten gerealiseerd zijn in 2014. De afgelopen jaren is er vooruitgang geboekt op de onderwerpen vermogensdelicten (woninginbraak, auto-inbraak, fietsendiefstal, winkeldiefstal en bedrijfsdiefstal), vernieling en vervuiling. Hierbij is verbetering zichtbaar bij zowel de objectieve politiecijfers als de subjectieve belevingscijfers. Ook de overlast door groepen jongeren is afgenomen, er zijn minder criminele jeugdgroepen en het alcoholgebruik onder de jeugd is afgenomen. Er zijn echter ook nog thema’s die extra aandacht behoeven. Op het gebied van beleving van sociale overlast (overlast van omwonenden), alcohol- en drugsoverlast en (huiselijk) geweld is de afgelopen vijf jaar nauwelijks tot geen vooruitgang geboekt. Ook het algemene veiligheidsgevoel is niet verbeterd. IVP-doelstellingen Op de volgende pagina staat een overzicht met de IVP-doelstellingen. Hierinis in één oogopslag te zien: 1. De IVP-doelstelling voor 2014; 1 2. De waarde van 2008 ; 3. De waarde van 2013; 4. De IVP-doelstelling al gehaald?: met vinkjes () en kruisjes () wordt aangegeven of op dit momentwel of niet wordt voldaan aan de IVP-doelstellingen.
1
De doelstellingen van de coalitie en het Integraal Veiligheidsplan (IVP) zijn geformuleerd voor de periode 2010-2014. De doelstellingen zijn destijds gebaseerd op de resultaten van 2008 (veiligheidsmonitor 2009). Deze waarden gelden als nulmeting. Om de ontwikkelingen voor de gehele beleidsperiode inzichtelijk te maken worden daarom ontwikkelingen ten opzichte van 2008 gepresenteerd.
4
Tabel 1: IVP-doelstellingen gemeente ’s-Hertogenbosch IVP-doelstelling 2014
2008
2013
IVP-doelstelling al gehaald?
Schaalscore sociale overlast
Max. 1,8
2,2
2,1
% overlast van omwonenden komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 5%
7%
7%
Rapportcijfer woonomgeving
Min. 7,0
7,2
7,4
Schaalscore fysieke verloedering
Max. 3,6
4,7
3,8
VEILIGE WOON- & LEEFOMGEVING Overlast tussen bewoners
Verloedering/kwaliteit woonomgeving
Incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners
Max. 12
13,1
9,2
Incidenten van vernieling per 1.000 inwoners
Max. 20
20,9
10,1
Max. 2%
2%
3%
Onveiligheidsgevoelens % voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt (Huiselijk) geweld % geconfronteerd met huiselijk geweld
Max. 8%
9%
9%
Incidenten van geweld per 1.000 inwoners
Max. 15
15,4
13,3
% geweld komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 2%
2%
3%
% bedreiging komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 2%
3%
3%
Vermogensdelicten Incidenten van woninginbraak per 1.000 adressen
Max. 12
15,8
11,9
% woninginbraak komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 8%
11%
9%
Incidenten van fietsendiefstal per 1.000 inwoners
Max. 7
14,9
8,8
Incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners
Max. 15
23,8
11,7
% auto-inbraak komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 10%
19%
9%
Incidenten van veelplegersdelicten per 1.000 inwoners
Max. 70
97,3
71,5
Alcohol- en drugsoverlast % drugsoverlast komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 5%
8%
7%
% openbare dronkenschap komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 4%
6%
7%
BEDRIJVIGHEID & VEILIGHEID Incidenten van winkeldiefstal per 1.000 inwoners
Max. 4
4,7
4,0
Incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners
Max. 4
4,6
2,9
% voelt zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt
Max. 3%
3%
2%
% voelt zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden
Max. 2%
3%
3%
% overlast van groepen jongeren komt vaak voor in de eigen buurt
Max. 15%
17%
14%
Incidenten van overlast door jongeren per 1.000 inwoners
Max. 10
11,0
8,5
Aantal hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen
Max. 11
13
15
Aantal criminele jeugdgroepen
Max. 3
5
3
% jongeren (12-17) dat wel eens alcohol drinkt
Max. 40%
43%
30%
Gemiddelde leeftijd jongeren (12-17) bij eerste drankje
Min. 13,4
13,4
14,8
JEUGD & VEILIGHEID
Aantal dagen per week waarop jongeren (12-17) drinken
Max. 4
3,8
3,4
Aantal harde kern jongeren per 10.000 jongeren (12-24)
Max. 30
46
21
% leerlingen voelt zich niet zo veilig of onveilig in de klas
Max. 4%
5%
9%
13%
% leerlingen voelt zich niet zo veilig of onveilig rond de school
Max. 14%
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
5
15%
Woninginbraken Opmerkelijk is de afname van het aantal woninginbraken. In de jaren 2010 en 2011 was het aantal woninginbraken plotseling erg hoog. Onder andere dankzij gerichte aandacht van gemeente en politie, voorlichting over preventie en de invoering van het Buurt Informatie Netwerk (BIN) is er sinds 2012 sprake van een afname van de woninginbraken. Een afname van zelfs meer dan 30 procent. Zo kwam het aantal inbraken in 2013 uit op 12 incidenten per duizend woningen. Dankzij het relatief beperkt aantal inbraken komt ’s-Hertogenbosch niet meer voor in de lijst van honderd gemeenten met relatief de meeste woningbraken. Afbeelding 1: a) Aantal woninginbraken per 1.000 woningen
b) Beleving woninginbraken (% komt vaak voor in de buurt)
25
25%
20
20%
15
15% Doel 11,9
10
9%
10%
Doel
5%
5
0%
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2008
2014
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweldsincidenten In 2013 waren er dertien incidenten van geweld per duizend inwoners. Dit is ongeveer hetzelfde als in de afgelopen jaren. Hiermee wordt aan de IVP-doelstelling van 2014 voldaan. Het aantal geweldsincidenten is het hoogst in de Binnenstad. Bijna zestig procent van alle geweldsincidenten in het centrum van ’s-Hertogenbosch (Binnenstad Centrum en Binnenstad Oost) vond plaats tijdens de uitgaansuren. Dit heeft te maken met de concentratie mensen waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. Wel nam tussen 2012 en 2013 het aantal geweldsincidenten tijdens de uitgaansuren met 18 procent af. Het voelt anders Opvallend is dat de verbeteringen nog niet in dezelfde stijgende lijn worden waargenomen door inwoners van de gemeente. De beleving van de veiligheid is zeker niet slecht, maar wel iets minder positief dan in 2008. Zo voelt drie procent van de geënquêteerde inwoners zich vaak onveilig in de eigen buurt. De veiligheid in de buurt wordt beoordeeld met het rapportcijfer 6,7. Burgerparticipatie, zoals het Buurt Informatie Netwerk, heeft invloed op de veiligheidsbeleving. Burgerparticipatie draagt bij aan een verbetering van de objectieve veiligheid. Het zorgt echter niet voor een beter veiligheidsgevoel. Positiever dan in andere grote gemeenten Overigens zijn inwoners van ’s-Hertogenbosch gemiddeld positiever over zaken als leefbaarheid en overlast in de buurt dan landelijk. Dertien procent van de inwoners in de gemeente voelt zich wel eens onveilig en dat percentage is lager dan gemiddeld in grote gemeenten. Tegelijkertijd geven inwoners van ’s-Hertogenbosch minder vaak aan slachtoffer te zijn van criminaliteit dan landelijk. Ook volgens de AD-misdaadmeter is de positie van ’s-Hertogenbosch verbeterd. In de ranglijst van onveilige gemeenten daalde ’s-Hertogenbosch tussen 2012 en 2013 van plek 15 naar 22.
6
Inhoudsopgave
1.
Inleiding....................................................................................................................................9
2.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen ....................................................................................13
2.1
Inleiding..................................................................................................................................13
2.2
Algemene veiligheidssituatie .................................................................................................13
2.3
Positie ’s-Hertogenbosch landelijk.........................................................................................16
2.4
Veiligheidsoordeel bewoners landelijk...................................................................................17
3.
Veilige woon- en leefomgeving..............................................................................................19
3.1
Overlast tussen bewoners .....................................................................................................19
3.2
Verloedering / Kwaliteit woonomgeving.................................................................................20
3.3
Veiligheid in de buurt .............................................................................................................23
3.3.1
Onveiligheidsgevoelens.........................................................................................................23
3.3.2
Veiligheid in de buurt .............................................................................................................24
3.3.3
Burgerparticipatie...................................................................................................................24
3.4
Huiselijk geweld .....................................................................................................................25
3.5
Geweld op straat....................................................................................................................26
3.6
Woninginbraak .......................................................................................................................28
3.7
Voertuigcriminaliteit ...............................................................................................................30
3.8
Overige (veel voorkomende) criminaliteit ..............................................................................33
3.8.1
Veelplegers ............................................................................................................................33
3.8.2
Zakkenrollen ..........................................................................................................................34
3.8.3
Straatroven ............................................................................................................................35
3.8.4
Overvallen..............................................................................................................................35
3.8.5
Georganiseerde criminaliteit ..................................................................................................36
3.9
Alcohol- en drugsoverlast ......................................................................................................37
4.
Bedrijvigheid en veiligheid .....................................................................................................39
4.1
Winkelcentra ..........................................................................................................................39
4.2
Bedrijventerreinen..................................................................................................................40
4.3
Uitgaan / horeca ....................................................................................................................41
4.4
Grootschalige evenementen..................................................................................................43
7
5.
Jeugd en veiligheid ................................................................................................................45
5.1
Overlastgevende jeugdgroepen (incl. 12-minners)................................................................45
5.2
Criminele jeugdgroepen.........................................................................................................48
5.3
Alcohol en drugs ....................................................................................................................49
5.4
Individuele jongeren...............................................................................................................51
5.4.1
Marokkaans-Nederlandse risicojongeren ..............................................................................51
5.4.2
Jonge veelplegers..................................................................................................................52
5.4.3
Harde kern jongeren ..............................................................................................................52
5.5
Onveiligheidsgevoelens.........................................................................................................54
5.5.1
Onveiligheidsgevoelens in de woonomgeving.......................................................................54
5.5.2
Onveiligheidsgevoelens in en rond de school .......................................................................54
6.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen per wijk .......................................................................59
6.1
Binnenstad .............................................................................................................................60
6.1.1
Binnenstad centrum...............................................................................................................62
6.1.2
Binnenstad oost .....................................................................................................................64
6.1.3
De Hofstad .............................................................................................................................66
6.2
Zuidoost .................................................................................................................................68
6.2.1
Gestelse Buurt .......................................................................................................................70
6.3
Graafsepoort ..........................................................................................................................72
6.3.1
Hinthamerpoort zuid ..............................................................................................................74
6.4
Muntel/Vliert ...........................................................................................................................76
6.5
Rosmalen Zuid.......................................................................................................................78
6.6
Rosmalen Noord ....................................................................................................................80
6.7
De Groote Wielen ..................................................................................................................82
6.8
Empel.....................................................................................................................................84
6.9
Noord .....................................................................................................................................86
6.9.1
De Hambaken ........................................................................................................................88
6.10
Maaspoort ..............................................................................................................................90
6.11
West.......................................................................................................................................92
6.11.1
Boschveld ..............................................................................................................................94
6.11.2
De Schutskamp......................................................................................................................96
6.11.3
De Kruiskamp ........................................................................................................................98
6.12
Engelen................................................................................................................................100
Bijlage 1: Bronnen ...............................................................................................................................105 Bijlage 2: Wijken en buurten in ’s-Hertogenbosch...............................................................................109
8
1.
Inleiding
De tweejaarlijkse veiligheidsmonitor biedt inzicht in de huidige veiligheidssituatie en de ontwikkelingen hierin. De leidraad voor de veiligheidsmonitor is het ‘Integraal Veiligheidsplan 2010-2014’ . In het Integraal Veiligheidsplan (IVP) staan de hoofdlijnen van het gemeentelijk veiligheidsbeleid beschreven. In de periode 2010-2014 zijn er drie belangrijke thema’s genoemd: (jeugd-)overlast, geweld en vermogensdelicten. Daarnaast is er een focus op enkele wijken. 2
Met de opzet van deze rapportage is zoveel mogelijk bij het IVP aangesloten. Per IVP doelstelling wordt de huidige situatie beschreven. De veiligheidsmonitor is gebaseerd op twee basisbronnen: de vragenlijst ‘Veiligheidsmonitor’ en het politieregistratiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH). Afhankelijk van het onderwerp zijn er ook nog andere bronnen gebruikt, zoals de KLPD dienst IPOL, Onderzoek Jongeren, Leerlingthermometer en het Meldpunt Schoon, Heel en Veilig. De meest recente cijfers hebben betrekking op het jaar 2013. Waar dit niet het geval is, wordt dit vermeld. Om de resultaten te verklaren, zijn er bijeenkomsten met de wijknetwerken georganiseerd. In de wijknetwerken zitten vertegenwoordigers van de gemeente, politie, Juvans, Divers en woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz. Het doel van de wijkbijeenkomsten was “het verhaal achter de cijfers” boven water te krijgen. De resultaten zijn met de wijkprofessionals besproken en er is gezocht naar verklaringen en achtergronden voor de resultaten. Deze input is verwerkt in deze veiligheidsmonitor.
2
De doelstellingen van de coalitie en het Integraal Veiligheidsplan (IVP) zijn geformuleerd voor de periode 2010-2014. De doelstellingen zijn destijds gebaseerd op de resultaten van 2008 (veiligheidsmonitor 2009). Deze waarden gelden als nulmeting. Om de ontwikkelingen voor de gehele beleidsperiode inzichtelijk te maken worden daarom ontwikkelingen sinds/ten opzichte van 2008 gepresenteerd.
9
Leeswijzer De veiligheidsmonitor bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de veiligheidssituatie op stedelijk niveau gepresenteerd. In het tweede deel wordt ingezoomd op de veiligheidssituatie van de verschillende wijken. In deel 1 wordt de veiligheidssituatie van de totale gemeente ’s-Hertogenbosch gepresenteerd. Hierbij wordt eerst een algemeen beeld geschetst van de veiligheidssituatie in ’s-Hertogenbosch. Dit wordt gedaan aan de hand van de veiligheidsindex. In de volgende hoofdstukken wordt ingezoomd op de ontwikkelingen van de drie veiligheidsthema’s: ‘veilige woon- en leefomgeving’, ‘bedrijvigheid en veiligheid’ en ‘jeugd en veiligheid’. De resultaten worden gekoppeld aan de IVP-doelstellingen. Met vinkjes () en kruisjes () wordt aangegeven of op dit moment wel of niet wordt voldaan aan de IVPdoelstellingen. In deel 2 wordt ingegaan op de veiligheidssituatie van de verschillende wijken. Ook komt de veiligheidssituatie van een aantal buurten aan bod, die relatief veel aandacht vragen op het thema veiligheid. Dit zijn enkele buurten in de Binnenstad (Binnenstad centrum, Binnenstad oost en de 3 4 Hofstad), aandachtsbuurten (Hinthamerpoort zuid, de Hambaken en Boschveld) en 5 preventiebuurten (Gestelse Buurt, de Schutskamp en de Kruiskamp). De buurten worden besproken bij de wijk waartoe zij behoren. Per wijk/buurt wordt ingezoomd op de veiligheidssituatie aan de hand van de veiligheidsindex. Gekeken wordt naar de belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten voor een wijk of buurt. Ook verklaringen van wijkprofessionals worden meegenomen in de wijkbeschrijvingen. In het rapport zijn twee bijlagen opgenomen. In bijlage 1 staat een beschrijving van de gebruikte bronnen. In bijlage 2 is een overzichtskaart opgenomen van alle wijken en buurten van ’s-Hertogenbosch.
3
Aandachtsbuurten zijn buurten met een zware problematiek op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Het aandachtsgebied de Hambaken bestaat uit vier buurten: Hambaken, Sprookjesbuurt, Muziekinstrumentenbuurt en Edelstenenbuurt. Wanneer het in het rapport (deel 1) gaat over de buurt Hambaken, dan betreft het de vier buurten tezamen. 5 Preventiebuurten zijn buurten waar extra inzet noodzakelijk is om te voorkomen dat de leefbaarheidsproblematiek toeneemt en deze buurten afglijden naar het niveau van aandachtsbuurten. 4
10
Deel 1: Veiligheidssituatie Gemeente ’s-Hertogenbosch
2.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld geschetst van de huidige veiligheidssituatie in de gemeente ’s-Hertogenbosch. Dit wordt gedaan aan de hand van de gemeentelijke veiligheidsindex. Deze geeft een samenvattend beeld van de ontwikkelingen van de veiligheidssituatie. Hierbij worden ook de verschillende wijken en de onderzochte buurten met elkaar vergeleken. Dit hoofdstuk gaat verder in op de positie van ’s-Hertogenbosch landelijk. Welke positie neemt ’s-Hertogenbosch in qua geregistreerde criminaliteit en subjectieve veiligheid? Dit wordt gedaan aan de hand van de AD-misdaadmeter en de landelijke veiligheidsmonitor. 2.2
Algemene veiligheidssituatie
Doelstelling coalitieakkoord: In 2014 bedraagt de veiligheidsindex in alle wijken minimaal 18,4. De gemeentelijke veiligheidsindex is een soort veiligheidsthermometer. Het geeft volgens een vaste methodiek van objectieve en subjectieve gegevens weer hoe het met de veiligheidssituatie in de gemeente gesteld is. De objectieve indicatoren zijn afkomstig van de incidentenregistraties van de politie. De subjectieve indicatoren zijn de resultaten van de vragenlijst ‘Veiligheidsmonitor’. Een score van 25 is het maximum en betekent ‘zeer veilig’, een score van 1 is het minimum en betekent ‘zeer onveilig’. Veiligheidsindex verder gestegen Het gaat de laatste jaren steeds beter met de veiligheid. Tussen 2011 en 2013 steeg de veiligheidsindex van een 19,3 naar een 19,7. Om de doelstelling van het Coalitieakkoord te halen, dient in alle wijken de veiligheidsindex minimaal 18,4 (gemiddelde indexcijfer van 2008) te zijn. Op de volgende pagina worden de verschillende wijken met elkaar vergeleken en wordt duidelijk welke wijken de coalitiedoelstelling nu al halen. Afbeelding 3: Veiligheidsindex totale stad (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7
Doel
15
10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
13
2014
In onderstaande tabel worden de 16 achterliggende indicatoren van de veiligheidsindex gepresenteerd. Het gaat om: 1. De waarde voor 2013; 2. De waarde voor 2008; 3. De IVP doelstelling voor 2014; 4. De IVP-doelstelling al gehaald?: met vinkjes () en kruisjes () wordt aangegeven of op dit moment wel of niet wordt voldaan aan de IVP-doelstellingen. Vijf indicatoren uit de veiligheidsindex zijn niet in het IVP opgenomen. Tussen 2008 en 2013 is de veiligheidsindex toegenomen van 18,4 naar 19,7. Volgens onderstaande tabel is de veiligheidsindex tussen 2008 en 2013 verbeterd doordat het aantal incidenten van jongerenoverlast, geweld, woninginbraak, auto-inbraak en vernieling is afgenomen. Ook ervaren minder inwoners vaak jongerenoverlast, woninginbraak, auto-inbraak, rommel op straat en vernielingen van straatmeubilair in de buurt. Ten opzichte van 2008 voelen minder inwoners zich wel eens onveilig in de eigen buurt, maar ze geven wel een lager rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt. Van elf indicatoren die voorkomen in de veiligheidsindex zijn in het IVP doelstellingen geformuleerd. Zeven van deze doelstellingen zijn nu al gehaald. Vier doelstellingen worden op dit moment nog niet gehaald. Tabel 7: 2: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – ’s-Hertogenbosch (2008-2013)
rapportcijfer veiligheid
soms/vaak onveilig voelen
vernielingen
rommel op straat
drugsoverlast
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
bedreiging
Beleving bewoners (% komt vaak voor) jongerenoverlast
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
’s-Hertogenbosch
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
2013
8,5
13,3
11,9
11,7
10,1
1,6
14%
3%
3%
9%
9%
7%
27%
9%
20%
6,7
2008
11,0
15,4
15,8
23,8
20,9
1,5
17%
3%
2%
11%
19%
8%
34%
25%
27%
7,0
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
15
12
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling al gehaald?
Legenda:
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De wijken Tussen 2008 en 2013 is in bijna alle wijken de veiligheidssituatie verbeterd. De afgelopen vijf jaar is de grootste vooruitgang geboekt in de Binnenstad, Muntel/Vliert, West, Noord en Zuidoost. Dit waren de wijken met de laagste veiligheidsindex in 2008; in deze wijken is dus de grootste vooruitgang gerealiseerd. Door deze inhaalslag zijn de verschillen tussen de wijken kleiner geworden. In De Groote Wielen is de veiligheidssituatie de afgelopen vijf jaar achteruit gegaan. De Groote Wielen scoort echter nog steeds bovengemiddeld. De meest veilige wijk is Engelen. In het coalitieakkoord wordt er naar gestreefd dat alle wijken in 2014 een veiligheidsindex hebben van 18,4 (gemiddelde indexcijfer van 2008). Twee van de twaalf wijken voldoen hier op dit moment nog niet aan. Dit zijn de wijken Binnenstad en Noord. De Binnenstad is de minst veilige wijk van de gemeente. Dit heeft te maken met de centrumfunctie van de Binnenstad. De concentratie van veel mensen in een relatief klein gebied met uiteenlopende functies, zoals winkels en horeca, zorgt voor een hoger incidentenpatroon als het gaat om overlast en criminaliteit. Zo zijn er in de Binnenstad relatief veel incidenten van alcohol- en drugsoverlast, geweld, auto-inbraken, fietsendiefstal, winkel- en bedrijfsdiefstal, vernieling en vervuiling.
14
Afbeelding 4: Veiligheidsindex wijken (2008-2013)
Veiligheidsindex 2013
Ontwikkeling index 2008 - 2013
Doel
Engelen
22,9
+1,3
Empel
22,8
+0,6
22,3
De Groote Wielen
- 1,0
21,9
Rosmalen Noord
+0,1
21,5
Rosmalen Zuid
+0,2
20,2
Maaspoort
+0,1
19,7
’s-Hertogenbosch
+1,3
Muntel/Vliert
19,3
+2,0
Zuidoost
19,3
+1,6
19,1
Graafsepoort
+1,3
18,4
West
+1,9
18,0
Noord
+1,7
17,0
Binnenstad 0
5
10
+2,6
15
20
25
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afbeelding 5: Veiligheidsindex buurten (2008-2013)
Ontwikkeling index 2008 - 2013
Veiligheidsindex 2013 19,7
’s-Hertogenbosch
+1,3
19,0
Kruiskamp Boschveld
18,6
Hofstad
18,6 17,4
Hinthamerpoort zuid Gestelse Buurt
16,6
Schutskamp
16,6
-0,7
16,3
Binnenstad centrum
16,1
Binnenstad oost
15,8
De Hambaken 0
5
10
15
+3,5 20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De veiligheidsindex van Noord wordt beïnvloed door het in deze wijk gelegen aandachtsgebied de Hambaken. De Hambaken heeft het laagste indexcijfer van alle wijken en onderzochte buurten. Wel is de veiligheidssituatie van de Hambaken de afgelopen jaren behoorlijk verbeterd. Hier steeg de veiligheidsindex tussen 2010 en 2013 van 11,1 naar 15,8. De extra inspanningen van de afgelopen jaren van de gemeente, politie en andere veiligheidspartners leiden langzaam tot een verbetering van de veiligheidssituatie. Voor de Hambaken is een gerichte veiligheidsaanpak ontwikkeld. In de andere buurten van Noord gaat het qua veiligheid (relatief) goed.
15
De buurten Van een aantal buurten die relatief veel aandacht vragen op het thema veiligheid is ook de veiligheidssituatie onderzocht. Dit zijn enkele buurten in de Binnenstad (Binnenstad centrum, Binnenstad oost en de Hofstad), aandachtsbuurten (Hinthamerpoort zuid, de Hambaken en Boschveld) en preventiebuurten (Gestelse Buurt, de Schutskamp en de Kruiskamp). In de 6 onderzochte buurten is de veiligheidssituatie minder goed dan gemiddeld in de gemeente . In deel 2 van deze veiligheidsmonitor wordt dieper ingegaan op de veiligheidssituatie van de wijken en onderzochte buurten. Hierbij wordt ook ingezoomd op de achterliggende indicatoren die bepalend zijn voor de score op de veiligheidsindex. Hierdoor wordt duidelijk op welke veiligheidsthema’s winst valt te behalen om de veiligheidsindex te verbeteren. 2.3
Positie ’s-Hertogenbosch landelijk
Het Algemeen Dagblad brengt jaarlijks de AD-misdaadmeter uit. In de misdaadmeter worden elk jaar de Nederlandse gemeenten gerangschikt naar de mate waarin bepaalde vormen van criminaliteit 7 voorkomen . Op nummer 1 staat (volgens de AD-misdaadmeter) de minst veilige gemeente van Nederland. De scores zijn gebaseerd op de meest recente publicatie van de AD-misdaadmeter (april ste 2014). Het gaat hier om de cijfers van 2013. In 2013 neemt ’s-Hertogenbosch landelijk een 22 de positie in van (on)veilige gemeenten. In 2012 nam ’s-Hertogenbosch nog een 15 positie in. Van de grote Brabantse gemeenten staan Eindhoven, Breda en Tilburg hoger in de ranglijst van (on)veilige gemeenten. De positie op de ranglijst van Breda, Tilburg en Helmond is net als ’s-Hertogenbosch het afgelopen jaar verbeterd. De positie op de ranglijst is hetzelfde gebleven voor 8 de gemeente Eindhoven. Buiten de B5-gemeenten staan er geen andere Brabantse gemeenten in de top 50 van (on)veilige gemeenten. Tabel 3: Positie ’s-Hertogenbosch in de AD-misdaadmeter ten opzichte van andere Noord-Brabantse gemeenten ’s-Hertogenbosch
Breda
Eindhoven
Helmond
Tilburg
2013
22
14
3
28
19
2012
15
10
3
21
14
2011
15
18
6
20
14
2010
11
15
6
17
7
2009
17
11
1
32
3
12
10
2
27
4
2008 Bron: AD-misdaadmeter 2013 (april 2014)
6
Een deel van de onderzochten buurten is in 2013 voor het eerst (afzonderlijk) onderzocht. Voor deze buurten kunnen we niet de ontwikkeling ten opzichte van 2008 laten zien. Voor de ranglijst van (on)veilige gemeenten wordt gekeken naar de aangiftes van tien delicten die van grote impact zijn op het veiligheidsgevoel. Deze delicten zijn: woninginbraak, diefstal van een auto/motor, bedreiging, mishandeling, straatroof, overval, vernieling, diefstal uit garage/schuur, diefstal uit een auto en zakkenrollen. Het samenstellen van de ranglijst vond in 2014 plaats op een verbeterde en aangepaste methode. Het aantal delicten wordt afgezet naar inwoneraantal van een gemeente en er is gekeken naar de impact van de delicten op de slachtoffers - via onderzoek van de politie en het Sociaal Cultureel Planbureau. Hoe groter de impact, hoe zwaarder een delict meetelt in de score. Zodoende telt woninginbraak zwaarder mee dan inbraak in een auto; en een mishandeling telt zwaarder dan vernieling. 8 B5-gemeenten zijn de 5 grootste gemeenten in Noord-Brabant: ’s-Hertogenbosch, Breda, Eindhoven, Helmond en Tilburg. 7
16
2.4
Veiligheidsoordeel bewoners landelijk
In 2013 is ook de landelijke veiligheidsmonitor uitgevoerd. Dit is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De landelijke veiligheidsmonitor gaat niet alleen in op de landelijke situatie; de analyses gaan onder andere ook in op de veiligheidssituatie van alle Nederlandse gemeenten met meer dan 70.000 inwoners, waaronder ’s-Hertogenbosch. Inwoners van ’s-Hertogenbosch zijn gemiddeld positiever over zaken als de leefbaarheid en overlast in de buurt en veiligheidsbeleving. Ook wat betreft de mate van slachtofferschap van criminaliteit doet ’s-Hertogenbosch het beter dan gemiddeld. Landelijk beoordeelt men de veiligheid in de buurt met een rapportcijfer van 7,1. In de gemeente ’s-Hertogenbosch wordt de veiligheid in de buurt hetzelfde beoordeeld. Landelijk geeft ongeveer twaalf procent van de mensen aan zich soms of vaak onveilig te voelen in de eigen buurt. In ’s-Hertogenbosch is dit dertien procent. In de andere grote Noord-Brabantse gemeenten Breda (18%), Eindhoven (18%) en Tilburg (21%) voelen gemiddeld meer mensen zich wel eens onveilig in de eigen 9 buurt .
9
Er bestaan kleine verschillen in de uitkomsten voor ’s-Hertogenbosch voor de lokale en landelijke Veiligheidsmonitor. Dit komt doordat het twee verschillende onderzoeken zijn, die verschillen betreft steekproef, methoden en vraagstelling.
17
Afbeelding 6: Onveiligheidsgevoelens in de buurt – naar 70.000+ gemeenten (2013) t.o.v. gemiddelde 70 000+ Lager dan gemiddeld Gemiddeld Hoger dan gemiddeld
19 27
42
16 26
1
26
50
30
48 20
3
7
2
21 6
12 25
28
47
4
29 49
38
11
5
44
14
18
9
37 3646 41
32 33
13 39
10
43
35 15
23 45
40
Legenda 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Amersfoort Amstelveen Amsterdam Apeldoorn Arnhem Breda Delft Deventer Dordrecht Ede Eindhoven Emmen Enschede Gouda Groningen Haarlem Haarlemmermeer Heerlen
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
Helmond Hengelo Hilversum Hoorn Leeuwarden Leiden Leidschendam-Voorburg Lelystad Maastricht Nijmegen Oss Purmerend Roosendaal Rotterdam Schiedam ’s Gravenhage ‘s Hertogenbosch Sittard-Geleen Spijkenisse Súdwest Fryslân Tilburg Utrecht
45 46 47 48 49 50
Venlo Vlaardingen Westland Zaanstad Zoetermeer Zwolle
22 31
Bron: Veiligheidsmonitor 2013 – Landelijke rapportage CBS
18
24 17
8
3.
Veilige woon- en leefomgeving
Het thema ‘veilige woon- en leefomgeving’ bundelt veiligheidsthema’s die met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in wijken en buurten te maken hebben. Het gaat bijvoorbeeld om overlast van bewoners, verloedering, onveiligheidsgevoelens, (huiselijk) geweld, woninginbraak, voertuigcriminaliteit en alcohol- en drugsoverlast. 3.1
Overlast tussen bewoners
Doelstelling IVP: In 2014 bedraagt de schaalscore sociale overlast maximaal 1,8 Overlast heeft een negatief effect op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Om de sociale overlast in de buurt in beeld te krijgen, is er een score samengesteld aan de hand van onderwerpen die overlast meten. Deze schaalscore is samengesteld uit de onderwerpen: dronken mensen op straat mensen die op straat worden lastig gevallen drugsoverlast overlast van groepen jongeren De schaalscore sociale overlast bedraagt nu 2,1. Dit cijfer is de afgelopen jaren ongeveer hetzelfde gebleven. De schaalscore sociale overlast moet afnemen naar maximaal 1,8 in 2014 om de IVPdoelstelling te halen. Inwoners van de Binnenstad ervaren de meeste sociale overlast. Dit ligt ook voor de hand gelet op de functies van de Binnenstad. Vervolgens wordt de meeste sociale overlast ervaren in de Hambaken. In Engelen, Rosmalen, De Groote Wielen, Empel en Maaspoort ervaart men de minste sociale overlast. Afbeelding 7: Schaalscore sociale overlast (samengesteld cijfer: 0=laag, 10=hoog) 10
8
6
4 2,1 2
Doel
0 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 1,8 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
19
2012
2013
2014
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 5 procent van de inwoners dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in de eigen buurt. Al enkele jaren ervaart 7 procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch vaak overlast van omwonenden in de buurt. Om de IVP-doelstelling in 2014 te behalen moet dit percentage dalen tot maximaal 5 procent. In de wijken Zuidoost en Graafsepoort en in de buurten Gestelse Buurt, de Hofstad, Hinthamerpoort zuid, Boschveld en de Kruiskamp ervaren meer inwoners vaak overlast door omwonenden. In deze wijken/buurten ervaart minimaal 10 procent van de inwoners hier vaak overlast van. Afbeelding 8: Percentage bewoners dat vindt dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in de eigen buurt 10% 8%
7%
6% Doel
4% 2% 0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 5% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
In het wijknetwerk bespreken wijkprofessionals overlastsituaties die zich voordoen. Er worden afspraken gemaakt over een gerichte aanpak van deze huishoudens. Hierbij spelen het koppelproject en buurtbemiddeling een belangrijke rol. In de Hambaken en de Kruiskamp-Schutskamp zijn sociale wijkteams. In de sociale wijkteams worden personen besproken met een meervoudige of multiproblematiek. Er zijn dan problemen op meerdere leefgebieden en/of er zijn meerdere leden van een huishouden betrokken. De sociale wijkteams sturen de personen aan op de inzet van eigen kracht en sociale netwerken. Wanneer er professionele hulp nodig is, bieden zij basishulp. Indien noodzakelijk wordt gespecialiseerde hulp verleend. 3.2
Verloedering / Kwaliteit woonomgeving
Doelstelling IVP: In 2014 bedraagt het rapportcijfer voor de woonomgeving minimaal 7,0. Gemiddeld geeft de inwoner van ’s-Hertogenbosch een 7,4 voor de woonomgeving. Deze waardering is al jaren redelijk stabiel. Volgens de IVP-doelstelling dient het rapportcijfer voor de woonomgeving minimaal een 7,0 te zijn. Aan deze doelstelling wordt nu al voldaan. Inwoners van Engelen en Empel beoordelen de woonomgeving het best. Alleen de inwoners van de buurten Gestelse Buurt, Hinthamerpoort zuid, de Hambaken en de Kruiskamp beoordelen de woonomgeving lager dan de streefwaarde van 7,0.
20
Afbeelding 9: Rapportcijfer woonomgeving (1=laag, 10=hoog) 10 7,4
8
Doel
6
4
2
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: min. 7,0 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Doelstelling IVP: In 2014 bedraagt de schaalscore voor fysieke verloedering maximaal 3,6. Verloedering heeft een negatief effect op de leefbaarheid van de buurt. Om de verloedering in de buurt in beeld te krijgen, is er een score samengesteld aan de hand van onderwerpen die verloedering meten. Deze schaalscore is samengesteld uit de onderwerpen: hondenpoep op straat rommel op straat bekladding van muren en/of gebouwen vernieling van bijvoorbeeld telefooncellen en bushokjes De schaalscore voor fysieke verloedering bedraagt 3,8. Volgens de IVP-doelstelling mag de schaalscore voor fysieke verloedering in 2014 maximaal 3,6 bedragen. Inwoners van de wijken Graafsepoort, Noord en West ervaren de meeste fysieke verloedering. De schaalscore fysieke verloedering is al een aantal jaar ongeveer hetzelfde. Wel zijn er voor een aantal wijken veranderingen zichtbaar. Inwoners van de Graafsepoort ervaren nu meer fysieke verloedering dan in 2011. Ook in Rosmalen, De Groote Wielen en Empel ervaart men iets meer fysieke verloedering. In de andere wijken ervaart men juist (iets) minder fysieke verloedering. Afbeelding 10: Schaalscore fysieke verloedering (samengesteld cijfer: 0=laag, 10=hoog) 10
8
6 3,8
4
Doel
2
0 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 3,6 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
21
2012
2013
2014
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 12 incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners. Bij het Meldpunt Schoon, Heel en Veilig (voorheen Meldpunt Openbare Ruimte) van de gemeente ’s-Hertogenbosch kunnen bewoners melding maken van alle zaken die te maken hebben met de leefbaarheid op straat en in de buurt. Zo kan men melding doen van bijvoorbeeld zwerfvuil, illegale stort en kapotte straatverlichting. Het aantal meldingen van vervuiling is het afgelopen jaar ongeveer hetzelfde gebleven. In 2013 waren er 9 meldingen van vervuiling per 1.000 inwoners. Hiermee is de IVP-doelstelling gehaald. Het aantal meldingen van vervuiling is het hoogst in de Binnenstad. Het aantal meldingen van illegale stort neemt gestaag af. In 2008 waren er nog 49 meldingen van illegale stort per 1.000 inwoners. In 2012 nam dit af tot 24 meldingen per 1.000 inwoners. Het afgelopen jaar (2013) nam het aantal meldingen van illegale stort verder af tot 21 meldingen per 1.000 inwoners. De gemeente (Stadstoezicht/Afvalstoffendienst) zet wekelijks actieve handhaving in op het terugdringen van verkeerd aanbieden van huisvuil op en rondom (semi) ondergrondse containers. Afbeelding 11: Aantal incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners 25
20
15 Doel 10
9,2
5
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 12 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Meldpunt Schoon, Heel en Veilig en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 20 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. In 2013 waren er 10 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. Het aantal vernielingen neemt al jarenlang af. Volgens de IVP-doelstelling zijn er in 2014 maximaal 20 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. Aan de IVP-doelstelling is nu al voldaan. In bijna alle wijken en aandachtsgebieden is sinds 2008 het aantal vernielingen afgenomen. Het afgelopen jaar hebben vooral de wijken Binnenstad, Graafsepoort en Engelen vooruitgang geboekt. Ook het aantal mensen dat aangeeft dat vernieling vaak voorkomt in hun buurt neemt af. Tussen 2008 en 2013 daalde dit aandeel van 25 procent naar 9 procent. De gemeente heeft het aantal vernielingen de afgelopen jaren teruggebracht onder andere door het gebruik van ‘hufterproof’ materiaal.
22
Afbeelding 12: Aantal incidenten van vernieling per 1.000 inwoners 50
40
30
20
Doel
10
10,1
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 20 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
3.3
Veiligheid in de buurt
3.3.1
Onveiligheidsgevoelens
Doelstelling IVP: In 2014 voelt maximaal 2 procent van de inwoners zich vaak onveilig in de eigen buurt. Aan de inwoners van ’s-Hertogenbosch is gevraagd naar gevoelens van onveiligheid. Drie procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Dit aandeel is al jaren stabiel. Om de IVPdoelstelling te halen dient dit aandeel af te nemen tot maximaal 2 procent. In de wijken Noord en West en in de buurten de Hambaken en Gestelse Buurt voelen relatief veel mensen zich vaak onveilig. Opvallend is de toename van de onveiligheidsgevoelens in de Hambaken. Tussen 2011 en 2013 is het aandeel inwoners dat zich daar vaak onveilig voelt in de eigen buurt toegenomen van 5 procent naar 11 procent (zie § 6.9). Ten opzichte van 2008 voelen meer mensen zich vaak onveilig in de eigen buurt. Een positieve ontwikkeling is dat minder mensen zich wel eens onveilig voelen in de eigen buurt. In 2008 voelde 27 procent zich soms of vaak onveilig in de eigen buurt. In 2013 was dit twintig procent. Afbeelding 13: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt 10%
8%
6% 3%
4%
2%
Doel
0% 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
23
2012
2013
2014
De onveiligheidsgevoelens in de buurt verschillen naar achtergrondkenmerk. Vrouwen voelen zich onveiliger dan mannen. Jongeren voelen zich onveiliger dan ouderen. Niet-westerse allochtonen voelen zich onveiliger dan westerse allochtonen en autochtonen. Biseksuelen en homoseksuelen voelen zich onveiliger dan heteroseksuelen. Dit beeld komt zowel naar voren uit de veiligheidsmonitor 10 ’s-Hertogenbosch, als uit de landelijke veiligheidsmonitor . Waarom mensen zich onveilig voelen in hun buurt heeft verschillende oorzaken. Aan de mensen die zich vaak onveilig voelen is gevraagd waarom men zich onveilig voelt in de eigen buurt. De belangrijkste oorzaken zijn jeugd- en sociale overlast. Ruim de helft van de mensen die zich vaak onveilig voelen in de eigen buurt, voelt zich onveilig door groepen (allochtone) jongeren en omwonenden. Mensen voelen zich hierdoor geïntimideerd. Een groep mensen voelt zich hierdoor met name ’s avonds / ’s nachts onveilig. Daarnaast voelen mensen zich onveilig door (angst voor) vermogensdelicten (met name woninginbraken), drugshandel/-overlast en gevaarlijke situaties/ gedragingen in het verkeer. 3.3.2
Veiligheid in de buurt
De bevolking van ’s-Hertogenbosch beoordeelt de veiligheid in de buurt ongeveer hetzelfde als twee jaar geleden. Ze geven hiervoor het rapportcijfer 6,7. De veiligheid in de buurt wordt het best beoordeeld in Rosmalen, De Groote Wielen, Empel en Engelen. De Hambaken en Gestelse Buurt hebben de laagste rapportcijfers voor de veiligheid in de buurt. Afbeelding 14: Rapportcijfer veiligheid in de buurt 10
8
6,7
6
4
2
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
3.3.3
Burgerparticipatie
Burgers hebben steeds meer de wens om betrokken te worden bij het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van hun buurt. Het is een trend om burgers hier steeds meer bij te betrekken. Op dit gebied zijn al meerdere initiatieven. Eén van deze initiatieven is het Buurt Informatie Netwerk (BIN). Het BIN is een samenwerkingsverband tussen bewoners, politie en gemeente met als doelstelling de veiligheid en leefbaarheid in een buurt te verbeteren. Via het informatiesysteem van het BIN wordt een mail gestuurd naar BIN-leden met informatie van gemeente en politie over veiligheidsaspecten die zich in een bepaalde buurt afspelen, zoals delicten die hebben plaatsgevonden en preventieadviezen. Op deze manier willen de gemeente, politie en BIN-leden de veiligheid en leefbaarheid in de buurt verbeteren. Uit de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor blijkt dat 23 procent wel eens heeft gehoord van het BIN. Vijf procent van de respondenten geeft aan lid te zijn van het BIN.
10
Bron: Veiligheidsmonitor 2013, CBS.
24
Burgerparticipatie draagt waarschijnlijk bij aan een verbetering van de objectieve veiligheid. Echter, mensen die lid zijn van het BIN beoordelen de veiligheid in de buurt over het algemeen minder goed dan niet-leden. Van de BIN-leden voelt dertig procent zich soms of vaak onveilig in de eigen buurt, tegen twintig procent van de niet-leden. Ook geven BIN-leden een lager rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt. BIN-leden geven hiervoor een 6,4, terwijl niet-leden dit met een 6,7 beoordelen. We kunnen hieruit echter niet afleiden of men zich onveiliger is gaan voelen door lid te zijn van het BIN. Het kan ook zijn dat mensen die zich onveiliger voelen juist lid worden van het BIN. In de loop van 2014 volgen meer analyses naar veiligheidsbeleving en burgerparticipatie. 3.4
Huiselijk geweld
Doelstelling IVP: In 2014 wordt maximaal 8 procent van de inwoners geconfronteerd met huiselijk geweld. In 2012 is aan de inwoners van ’s-Hertogenbosch gevraagd of zij de afgelopen twee jaar zijn 11/12 geconfronteerd met en/of slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld of kindermishandeling . Dit kan betekenen dat zijzelf slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld, of dat zij zijn geconfronteerd met huiselijk geweld van iemand anders in de directe omgeving. Zoals van andere gezinsleden, familieleden, buren of kennissen. Negen procent van de inwoners geeft aan te zijn geconfronteerd met huiselijk geweld. Volgens de IVP-doelstelling wordt maximaal 8 procent van de inwoners geconfronteerd met huiselijk geweld. Eén procent van de bevolking geeft aan zelf slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Inwoners van de wijk Noord worden relatief vaak geconfronteerd met huiselijk geweld; 16 procent is geconfronteerd met huiselijk geweld en vier procent zegt zelf slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Van de mensen die geconfronteerd zijn met huiselijk geweld, heeft 42 procent dit ook gemeld bij een instantie, zoals de politie, steunpunt Huiselijk Geweld of Bureau Jeugdzorg. Afbeelding 15: Percentage bewoners dat geconfronteerd is met huiselijk geweld 25%
20%
15% 9%
10%
Doel
5%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 8% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V
Het aantal incidenten van huiselijk geweld is sinds 2011 licht gestegen. In 2013 waren er acht incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van huiselijk geweld is relatief hoog in de wijken Noord en West (en de daarin onderzochte buurten), en in de buurten de Hofstad en Hinthamerpoort. In deze wijken/buurten ligt het aantal incidenten van huiselijk geweld op meer dan 10 incidenten per 1.000 inwoners. 11 12
De meest recente resultaten zijn van 2012. We spreken nu verder over huiselijk geweld. Dit kan echter ook andere vormen van huiselijk geweld inhouden, zoals kindermishandeling, eergerelateerd geweld of ouderenmishandeling.
25
Afbeelding 16: Aantal incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners 25
20
15
10 8,1 5
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Gids-Kubus Politie (gesommeerd door alle politiecategorieën) en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Huiselijk geweld is en blijft een belangrijk speerpunt. In 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod ingevoerd. Het tijdelijk huisverbod geeft de burgemeester op aangeven van de politie, een instrument in handen om bij zeer ernstige huiselijk geweld problematiek de dader voor een periode van minimaal 10 dagen de toegang tot de woning te ontzeggen. Het doel is om die periode te gebruiken om hulpverlening voor de dader en het slachtoffer op gang te brengen. Gekoppeld aan het tijdelijk huisverbod is de inzet van het regionaal interventieteam huiselijk geweld. Dit team start binnen 4 uur met begeleiding van het gezin en coördinatie van het hulpverleningstraject. In 2013 werden er 18 tijdelijk huisverboden in de gemeente ’s-Hertogenbosch door de burgemeester opgelegd; in de regio Brabant-Noord (20 gemeenten) ging het om in totaal 68 tijdelijk huisverboden. Andere gezinnen ontvangen het aanbod ‘snelle interventie’, waarbij het interventieteam huiselijk geweld binnen 48 uur start met de begeleiding van het gezin. In de gemeente ’s-Hertogenbosch ging het om 259 snelle interventies in 2013. In 2012 werden er meer tijdelijke huisverboden (32) en snelle interventies (281) opgelegd. 3.5
Geweld op straat
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 15 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. In 2013 waren er 13 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. Dit is ongeveer hetzelfde als in de afgelopen jaren. Hiermee wordt aan de IVP-doelstelling van 2014 voldaan. Het aantal geweldsincidenten is het hoogst in de Binnenstad. Dit heeft alles te maken met de concentratie mensen, vooral tijdens de uitgaansuren waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. Politie, OM, gemeente en Koninklijke Horeca Nederland afdelingen ’s-Hertogenbosch en Rosmalen hebben afspraken gemaakt over de verbetering van de veiligheid tijdens het uitgaan (zie § 4.3). Het aantal geweldsincidenten is verder relatief hoog in de Gestelse Buurt.
26
Afbeelding 17: Aantal incidenten van geweld per 1.000 inwoners 25
20
15
Doel
13,3 10
5
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 15 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 2 procent van de inwoners dat geweld vaak voorkomt in de eigen buurt. Ongeveer 3 procent van de inwoners vindt dat geweldsdelicten vaak voorkomen in hun buurt. Dit is al een aantal jaar ongeveer hetzelfde. Het aandeel dient echter af te nemen tot maximaal 2 procent in 2014 om de IVP-doelstelling te halen. In de buurten Gestelse Buurt en de Hambaken vinden relatief veel mensen dat geweldsincidenten vaak voorkomen in hun buurt. Hier vindt respectievelijk 10 procent en 13 procent van de inwoners dit. Drie procent van de inwoners schat de kans (heel) groot om komend jaar slachtoffer te worden van mishandeling. Vooral in de Gestelse Buurt schat men deze kans hoog in (14%). Afbeelding 18: Percentage bewoners dat vindt dat geweldsdelicten vaak voorkomen in de eigen buurt 10%
8%
6%
4%
3%
2%
Doel
0% 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
27
2012
2013
2014
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 2 procent van de inwoners dat bedreiging vaak voorkomt in de eigen buurt. Ongeveer 3 procent van de inwoners vindt dat bedreiging vaak voorkomt in hun buurt. Dit is al een aantal jaar ongeveer hetzelfde. Het aandeel dient echter af te nemen tot maximaal 2 procent in 2014 om de IVP-doelstelling te halen. In de buurten Gestelse Buurt en de Hambaken vinden relatief veel inwoners dat bedreiging vaak voorkomt in hun buurt. Hier vindt respectievelijk 12 procent en 13 procent van de inwoners dit. Afbeelding 19: Percentage bewoners dat vindt dat bedreiging vaak voorkomt in de eigen buurt 10%
8%
6%
4%
3%
2%
Doel
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Ongeveer 4 procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch ervaren vaak overlast van intimiderende omwonenden in hun buurt. Met name in de wijk Zuidoost (10%) en de in deze wijk gelegen buurt Gestelse Buurt (27%) ervaren veel inwoners vaak overlast van intimiderende omwonenden. Andere buurten waar relatief veel mensen overlast ervaren van intimiderende omwonenden zijn Hinthamerpoort zuid (10%) en de Hambaken (8%). 3.6
Woninginbraak
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 12 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen. Tussen 2005 en 2009 nam het aantal woninginbraken geleidelijk af. Maar in 2010 was er ineens een stijging van de woninginbraken. Toen steeg het aantal woninginbraken in één jaar tijd met 22 procent. Sinds 2011 neemt het aantal woninginbraken weer af. Tussen 2011 en 2013 nam het aantal woninginbraken af van 18 naar 12 incidenten per 1.000 woningen. Dit is een afname van 35 procent. Hiermee wordt aan de IVP-doelstelling van 2014 voldaan. Het aantal woninginbraken is het afgelopen jaar het sterkst afgenomen in de wijken Graafsepoort en Muntel/Vliert en de buurten Gestelse Buurt en Hinthamerpoort. In deze wijken en buurten nam het aantal inbraken af met minimaal 8 incidenten per 1.000 woningen. Een stijging van de woninginbraken zien we in de Schutskamp. Hier steeg het aantal woninginbraken met 8 incidenten per 1.000 woningen. Ook is het aantal woninginbraken relatief hoog in deze buurt. In ’s-Hertogenbosch nam het aantal woninginbraken sterker af dan gemiddeld in Nederland. Hierdoor komt ’s-Hertogenbosch niet meer voor in de lijst van honderd gemeenten met relatief de meeste woninginbraken.
28
Afbeelding 20: Aantal incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen 25
20
15 Doel
11,9
10
5
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 12 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De Taskforce Woninginbraken, waarin sinds 2011 gemeente, politie, woningcorporaties en OM intensief samenwerken, heeft de afgelopen jaren veel maatregelen getroffen om het aantal woninginbraken in de stad en in de hotspots terug te dringen. Deze gezamenlijke aanpak werpt zijn vruchten af. Het afgelopen jaar is de huidige aanpak voortgezet: de stedelijke aanpak (preventieadviezen en subsidies aan slachtoffers van een inbraak en hun buren), de hotshot aanpak (aandacht voor notoire inbrekers) en de hotspot aanpak (gebiedsgerichte aanpak). Daarnaast wisselen partners zoals Stadstoezicht, gemeente (afdeling Openbare Orde en Veiligheid) en politie steeds meer informatie met elkaar uit, zoals zogenoemde voorspelkaarten die maandelijks door politie worden gemaakt. Op basis daarvan kan gericht worden ingezet in de hotspots. Ook wordt actief ingezet op burgerparticipatie, onder andere door het Buurt Informatie Netwerk (BIN) (zie § 3.3.3). Via dit netwerk worden burgers onder andere geïnformeerd over woninginbraken. Hierbij wordt gevraagd verdachte situaties te melden. Een belangrijk onderdeel van de totale aanpak is het ‘Donkere Dagen Offensief’. Hierbij wordt samen met burgers en ketenpartners volop ingezet om woninginbraken, maar ook straatroven en overvallen, tegen te gaan. Deze aanpak krijgt het hele jaar door aandacht, maar wordt vooral in de ‘donkere’ wintermaanden (oktober t/m februari) extra geïntensiveerd. Tevens draait er in samenwerking tussen gemeente en politie een lokmiddelenproject met de naam ‘Track & Trace’, waar in 2012/2013 ruim 30 aanhoudingen mee zijn verricht. Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 8 procent van de inwoners dat woninginbraak vaak voorkomt in de eigen buurt. Dat het aantal woninginbraken is afgenomen zien we ook terug in de belevingscijfers. Ongeveer 9 procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt. In 2011 was dit nog 13 procent. Volgens de IVP-doelstelling dient dit aandeel af te nemen tot maximaal 8 procent in 2014. In de buurten Gestelse Buurt en de Schutskamp is het percentage inwoners dat aangeeft dat woninginbraak in hun buurt vaak voorkomt het hoogst. In deze buurten geeft bijna een kwart van de inwoners dit aan. Inwoners van de Maaspoort, de Hambaken en de Kruiskamp ervaren ten opzichte van 2011 minder vaak woninginbraken in hun buurt.
29
Afbeelding 21: Percentage bewoners dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in de eigen buurt 25%
20%
15% 9%
10%
Doel
5%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 8% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
3.7
Voertuigcriminaliteit
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 7 incidenten van fietsendiefstal per 1.000 inwoners. Het aantal fietsendiefstallen is tussen 2009 en 2013 afgenomen van 15 naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is een afname van 42 procent. Om de IVP-doelstelling te halen, dient het aantal fietsendiefstallen af te nemen tot maximaal 7 fietsendiefstallen per 1.000 inwoners in 2014. Het aantal fietsendiefstallen is het hoogst in de Binnenstad. De verklaring hiervoor ligt in het aantal gestalde fietsen in het centrumgebied en rondom het treinstation. Het aantal fietsendiefstallen is verder relatief hoog in de Muntel/Vliert. In de Binnenstad zijn vier gratis bewaakte fietsenstallingen. Men kan de fiets gratis stallen onder het voormalige postkantoor in de Kerkstraat en in de parkeergarages in de Wolvenhoek, Burgemeester Loeffplein en Stationsplein. De huidige stallingen kennen doorgaans een goede bezetting en worden met name goed gebruikt tijdens evenementen. De gratis fietsenstalling aan het Stationsplein zal naar verwachting uiterlijk eind 2014 in capaciteit zijn verdubbeld. Afbeelding 22: Aantal incidenten van fietsendiefstal per 1.000 inwoners 25
20
15 8,8
10
Doel
5
0 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 7 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
30
2012
2013
2014
Het fietsdiefstalpreventieteam speelt onder andere actief in op de hotspots die in beeld zijn vanuit aangifteoverzichten. Daarnaast zijn zij actief op de plekken waar veel fietsen worden gestald. Naast het actief zoeken naar gestolen fietsen houden zij ook toezicht. Jaarlijks vindt het preventieteam ongeveer 100 gestolen fietsen terug. Hiervan gaat ruim zeventig procent uiteindelijk terug naar de oorspronkelijke eigenaar. Dat het aantal fietsendiefstallen is afgenomen zien we ook terug in de belevingscijfers. Acht procent van de inwoners vindt dat fietsendiefstal in hun buurt vaak voorkomt. In 2011 was dit nog elf procent. Inwoners van de wijken Binnenstad en Muntel/Vliert en van de buurt de Hambaken geven het vaakst aan dat fietsendiefstal in hun buurt vaak voorkomt. De laatstgenoemde is opvallend, aangezien het aantal (geregistreerde) incidenten van fietsendiefstal in de Hambaken relatief laag is. Afbeelding 23: Percentage bewoners dat vindt dat fietsendiefstal vaak voorkomt in de eigen buurt 25%
20%
15%
10% 8% 5%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 15 incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners. In het verleden waren er relatief veel auto-inbraken in de gemeente. Zo waren er 10 jaar geleden nog 42 incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners (2004). Dit aantal nam jaarlijks af tot 11 autoinbraken per 1.000 inwoners in 2012. In 2013 steeg het aantal inbraken echter weer licht, naar 12 incidenten per 1.000 inwoners (+6%). Momenteel wordt al voldaan aan de IVP-doelstelling van 2014. Het aantal auto-inbraken is het hoogst in de Binnenstad met 35 incidenten per 1.000 inwoners, en is de afgelopen twee jaar met 52 procent gestegen (zie § 6.1). Het aantal auto-inbraken is verder relatief hoog in de Schutskamp. In De Groote Wielen is sprake van een stijging van de auto-inbraken. Het aantal auto-inbraken is hier in één jaar tijd meer dan verdubbeld. In het verleden lag het aantal auto-inbraken in de gemeente een stuk hoger. Dat het aantal autoinbraken sindsdien is afgenomen, is mede te danken aan de inzet van de politie en gemeente. Er is onder andere focus op hotshots, toezicht op hotspots, parkeerapparatuur met gesproken waarschuwingstekst, actieve foldering gericht op bewustwording en er is gezorgd voor goede verlichting op plaatsen waar veel auto’s werden opengebroken. Ook de inzet van de lokauto door de politie heeft zijn vruchten afgeworpen. Dit heeft de afgelopen jaren geresulteerd in diverse aanhoudingen.
31
Afbeelding 24: Aantal incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners 50
40
30
20 Doel
11,7
10
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 15 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 10 procent van de inwoners dat auto-inbraak vaak voorkomt in de eigen buurt. Steeds minder inwoners ervaren vaak auto-inbraken in hun buurt. In 2013 vindt 9 procent van de inwoners dat in hun buurt auto-inbraken vaak voorkomen. In 2011 was dit nog 14 procent. Hiermee voldoet de gemeente nu al aan de IVP-doelstelling. Inwoners van de wijk De Groote Wielen en van de buurten de Schutskamp en de Hambaken geven het meest aan dat auto-inbraken in hun buurt vaak voorkomen. In Rosmalen is het aandeel inwoners dat dit aangeeft het laagst. Afbeelding 25: Percentage bewoners dat vindt dat auto-inbraak vaak voorkomt in de eigen buurt 25%
20%
15%
10%
Doel
9% 5%
0% 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 10% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
32
2012
2013
2014
3.8
Overige (veel voorkomende) criminaliteit
In het IVP is over de ‘overige veel voorkomende criminaliteit’ alleen een doelstelling opgenomen over 13 de veelplegersdelicten . Sinds het verschijnen van het IVP zijn ook andere prioriteiten benoemd door gemeente, politie en/of OM. In Noord-Brabant is de aanpak van de georganiseerde criminaliteit een belangrijk thema geworden. Landelijke prioriteiten van de politie zijn het terugbrengen van het aantal straatroven en overvallen. De prioriteiten die niet aan bod komen in het IVP, worden in deze paragraaf besproken. 3.8.1
Veelplegers
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 70 incidenten van veelvuldig door veelplegers gepleegde delicten per 1.000 inwoners. Met veelvuldig gepleegde delicten worden de delicten bedoeld die worden gepleegd door veelplegers. Veelplegers maken zich in het bijzonder schuldig aan vermogensdelicten en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de misdrijven. In 2008 waren er bijna 100 incidenten per 1.000 inwoners bekend, die vaak aan veelplegers worden toegeschreven. Dit is afgenomen tot 72 incidenten per 1.000 inwoners in 2013. Dit betekent een afname van 27 procent. Om de IVP doelstelling te halen dient dit aantal verder af te nemen tot maximaal 70 incidenten per 1.000 inwoners. De veelplegersaanpak gebeurt onder regie van het OM en op aangeven van de politie. Afbeelding 26: Aantal incidenten van veelvuldig door veelplegers gepleegde delicten per 1.000 inwoners 120 100 71,5
80
Doel
60 40 20 0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 70 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ‘s-Hertogenbosch
13
Een veelpleger is iemand die meer dan tien keer met de politie in aanraking is geweest voor een misdrijf. Veelplegers maken zich in het bijzonder schuldig aan vermogensdelicten.
33
14
De meest recente cijfers van veelplegers van het KLPD hebben betrekking op 2012 . Het aantal veelplegers is tussen 2011 en 2012 ongeveer gelijk gebleven. In totaal wonen er 227 veelplegers in de gemeente, waarvan 7 minderjarig. Afbeelding 27: Aantal veelplegers in ’s-Hertogenbosch 250
200
25> jaar
150
100
50 18-24 jaar 12-17 jaar
0 2008
2009
2010
2011
2012*
2013
2014
*Cijfers 2012 zijn voorlopige cijfers Bron: HKS-gegevens politie, bewerkt door KLPD – Dienst IPOL, juli 2013
3.8.2
Zakkenrollen
Sinds 2011 neemt het aantal incidenten van zakkenrollen toe in ’s-Hertogenbosch. In twee jaar tijd steeg het aantal incidenten met 31 procent. Het grootste gedeelte van de incidenten vindt plaats in de Binnenstad, en dan met name in de buurt Binnenstad centrum, maar ook in de buurten Binnenstad oost en Het Zand (Centraal Station). In 2013 vond 70 procent van alle incidenten in ’s-Hertogenbosch plaats in de Binnenstad. Volgens de politie zijn er in de weekenden en in de zomermaanden groeperingen actief in het centrum die mensen bestelen. Met name op marktdagen zijn er veel incidenten. Het betreft vaak diefstal van telefoons. De politie besteedt hier extra aandacht aan. Afbeelding 28: Aantal incidenten van zakkenrollen in ’s-Hertogenbosch en Binnenstad 1.000
750 's-Hertogenbosch 500
Binnenstad
250
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
14
Het KLPD (Korps landelijke politiediensten) heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld.
34
3.8.3
Straatroven
In 2011 was er een piek van het aantal straatroven in ’s-Hertogenbosch (111 incidenten). Vervolgens nam het aantal incidenten af naar 90 incidenten in 2012 en 61 incidenten in 2013. Volgens 1 procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch komt straatroof in hun buurt vaak voor. Vijf procent schat de kans (heel) groot om de komende 12 maanden slachtoffer te worden van zakkenrollerij (zonder geweld), en drie procent schat de kans (heel) groot om slachtoffer te worden van beroving op straat (met geweld). Door de politie is een onderzoek gedaan naar de kenmerken van verdachten van straatroven in de 15 gemeente ’s-Hertogenbosch (periode 1 november 2008 – 1 november 2012) . Het blijkt voornamelijk te gaan om in Nederland geboren mannen, jonger dan 25 jaar. Meer dan de helft van de straatrovers bezit alleen de Nederlandse nationaliteit. Ze plegen de straatroof meestal in de gemeente waarin zijzelf wonen. Veel verdachten hebben geen werk of zinvolle dagbesteding. Maar een klein deel van de verdachten heeft een opleiding afgerond. Vrienden van de verdachten bevinden zich voornamelijk is het criminele circuit. Iets meer dan de helft van de verdachten heeft een hoog of hoog-gemiddeld risico op recidive (in herhaling vallen). Bij ruim twee derde van de gevallen wordt de straatroof gepleegd door twee of meer personen. In het gros van de gevallen zijn zij te voet. Veel gehanteerde werkwijzen tijdens de straatroof zijn aanroepen van het slachtoffer, eisen, ontrukken of wegnemen van het goed waarbij voornamelijk mobiele telefoons worden buit gemaakt. Ook geld, tassen, portemonnees en sleutels worden gestolen. Bij 40 procent van de straatroven is gedreigd met een wapen en in twee derde van de gevallen is geweld gebruikt. 3.8.4
Overvallen
In ’s-Hertogenbosch zijn er jaarlijks ongeveer 20 overvallen (inclusief woningovervallen). In 2013 waren er iets minder overvallen; in totaal 16. Het terugbrengen van het aantal overvallen is een landelijke prioriteit van de politie (landelijk maximaal 1.900 overvallen). In het kader van het ‘Donkere Dagen Offensief’ wordt samen met burgers en ketenpartners ingezet om straatroven, overvallen en woninginbraken tegen te gaan. Deze aanpak krijgt het hele jaar door aandacht, maar wordt vooral in de ‘donkere’ maanden van het jaar extra geïntensiveerd. De gemeente organiseert in samenwerking met partners voorlichting over het voorkomen van straatroven en overvallen. Afbeelding 29: Aantal incidenten van straatroof en overval 150 125 100 75 Straatroof 50 25 Overval 0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
15
Bron: De straatrover in het spotlicht – Een profiel van straatrovers in gemeente ’s-Hertogenbosch (2013).
35
2014
3.8.5
Georganiseerde criminaliteit
De Brabantse Taskforce bestrijding georganiseerde criminaliteit krijgt een vervolg van drie jaar. Het integrale overheidsoptreden van de vijf grootste gemeenten in Noord-Brabant (B5), het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie (OM), de politie, de Belastingdienst en de Koninklijke Marechaussee (Kmar) heeft het zicht op het fenomeen ondermijnende criminaliteit verder vergroot. De georganiseerde criminaliteit zit stevig en diepgeworteld verankerd in de maatschappij en het raakt niet alleen de grote Brabantse gemeenten. De Taskforce B5 verbreedt daarom haar activiteiten als een deltaplan naar alle gemeenten in de provincies Noord-Brabant en Zeeland, en de naam wordt per 1 januari 2014 Taskforce Brabant Zeeland (BZ). De bestrijding van de georganiseerde criminaliteit is een topprioriteit voor minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. In 2013 heeft de Taskforce B5 – in het derde jaar dat zij actief is – wederom meer criminele netwerken aangepakt en crimineel vermogen in beslag genomen. In 2013 (van 1 januari tot 1 december) is het totaal aan opgelegde aanslagen en in beslag genomen crimineel vermogen in Noord-Brabant gestegen tot 96 miljoen euro. In dezelfde periode in 2012 ging het om 32 miljoen euro. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan een grote Tilburgse actie in mei 2013, waarbij de Belastingdienst ruim 60 miljoen euro aan aanslagen opgelegde. Daarnaast heeft het Integraal Afpakteam Brabant het in beslag genomen vermogen verdubbeld van 6 miljoen in 2012 tot 12 miljoen in 2013. Tot slot steeg het aantal aangepakte criminele netwerken van 11 in 2012 naar 21 in 2013. De afgelopen drie jaar hebben de vijf grote Brabantse gemeenten hun weerbaarheid op een aantal thema’s gezamenlijk versterkt in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Zodoende kunnen deze gemeenten vanaf begin 2014 een uniform handhavingsbeleid hanteren als het gaat om het sluiten van drugspanden. Ook wordt bijvoorbeeld het toepassingsbeleid van de Wet Bibob als belangrijk instrument tegen witwassen verder verruimd. Nadat in 2013 de toepassing van de Bibob-toets is uitgebreid naar de omgevingsvergunning bouw, wordt deze toets ook noodzakelijk bij het verkrijgen van een omgevingsvergunning milieu. De rol van de Taskforce BZ is om de komende drie jaar de geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit in heel Noord-Brabant en Zeeland uit te rollen. Alle overheidsorganisaties – gemeenten, OM, politie, Belastingdienst en Kmar – moeten gezamenlijk optrekken om het voor criminele groeperingen zo moeilijk mogelijk te maken in Noord-Brabant en Zeeland te opereren. Outlawbikers Het risico van verwevenheid van onder- en bovenwereld moet worden tegengegaan. Er moet worden 16 voorkomen dat outlaw bikers (1% motorclubs ) zich een ondermijnende machtsbasis in de samenleving verwerven. Leden van deze motorclubs komen verhoudingsgewijs vaak in beeld bij politie en Openbaar Ministerie in verband met criminele feiten. In diverse zaken is sprake van zware en/of georganiseerde misdaad. De banden strekken zich soms ook uit buiten de motorclub. Het laatste half jaar hebben meerdere strafrechtelijke onderzoeken plaatsgevonden, waarbij diverse aanhoudingen en doorzoekingen zijn verricht. Het Openbaar Ministerie en de politie geven prioriteit aan strafrechtelijke onderzoeken naar individuele leden van deze motorclubs, al dan niet in georganiseerd verband. Het gaat hierbij met name om strafzaken tegen leden van de outlaw bikerclubs die worden verdacht van bedreiging, afpersing, wederrechtelijke vrijheidsberoving, gewelds- en levensdelicten en handel in verdovende middelen en (verboden) wapens. Veel van deze strafzaken kennen een lange looptijd.
16
De term 1% motorclub houdt in dat 99% van de motorclubs niet als crimineel is aan te duiden, en dat de aandacht van de overheid zich richt op de 1% die wel verweven is met criminaliteit (“outlaw”).
36
De gemeente zorgt samen met partners zoals politie, Belastingdienst en Koninklijke Horeca Nederland voor een gedegen informatiepositie die vervolgens kan leiden tot intrekken of weigeren van bijvoorbeeld horecavergunningen. In samenspraak vindt boekenonderzoek door de Belastingdienst plaats. Verantwoordelijke partners gaan over tot opsporing en vervolging van vermoedelijk gepleegde strafbare feiten. In het kader van horecavergunningen wordt hierbij gekeken naar schijnbeheer en het inzetten van stromannen. Door de politie wordt daarnaast gewerkt aan interventiestrategieën op de intimiderende aanwezigheid van (leden van) motorclubs in uitgaansgebieden. Samen met de politie en Koninklijke Horeca Nederland afdeling ’s-Hertogenbosch worden de horecaondernemers actief voorgelicht over wat te doen als zij geconfronteerd worden met afpersingspraktijken. Daarnaast ligt de focus op: Clubhuizen en/of het starten van clubhuizen; Evenementen; Beveiligingsbedrijven; Links outlawbikers met voetbalhooligans; Outlawbikers als zogenaamde windhappers; Outlawbikers in overheidsdienst. 3.9
Alcohol- en drugsoverlast
Het aantal incidenten van drugshandel is de afgelopen jaren ongeveer hetzelfde gebleven met 2 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van alcohol- en drugsoverlast is de afgelopen twee jaar toegenomen van 1,0 naar 1,6 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van drugsoverlast is relatief hoog in de wijken Binnenstad, Muntel/Vliert en de buurt Gestelse Buurt. Volgens de politie is 70-80 procent van de overlastincidenten toe te schrijven aan overlast door alcohol. De stijging van het aantal incidenten van alcohol- en drugsoverlast is volgens de politie te wijten aan: Toename van alcohol gerelateerde overlast (grotere aantallen drinkers op minder locaties); Toename van de qat-gerelateerde handel en overlast in de buurt Boschveld in 2012. Dit is 2013 gestopt (zie § 6.11.1); Verscherpt toezicht in het horecagebied op alcohol en jeugd en de daarbij nieuw ingevoerde Halt-afdoening van alcohol gerelateerde strafbare feiten. Afbeelding 30: Aantal incidenten van drugshandel en alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners 5
4
3
2
Drugshandel Alcohol- en drugsoverlast
1
0 2008
2009
2010
2011
Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
37
2012
2013
2014
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 5 procent van de inwoners dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt. Ongeveer 7 procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch vindt dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt. Om aan de IVP-doelstelling te voldoen dient het percentage af te nemen naar maximaal 5 procent in 2014. In de buurten de Hambaken en Binnenstad oost wordt de meeste drugsoverlast ervaren. In deze buurten vindt bijna een kwart van de inwoners dat drugsoverlast vaak voorkomt in hun buurt. Afbeelding 31: Percentage bewoners dat vindt dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt 10% 7%
8%
6% Doel
4%
2%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 5% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 4 procent van de inwoners dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt. Zeven procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch geeft aan dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt. Dit is al een aantal jaar ongeveer hetzelfde. Om de IVP-doelstelling in 2014 te halen, dient het percentage af te nemen tot maximaal vier procent. In de Binnenstad vindt een derde van de inwoners dat er vaak dronken mensen op straat zijn. Dat de Binnenstad hoog scoort is niet opvallend gelet op de uitgaansfunctie van de Binnenstad. Afbeelding 32: Percentage bewoners dat vindt dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt 10%
8%
7%
6%
4%
Doel
2%
0% 2008
2009
2010
2011
Streefwaarde 2014: max. 4% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
38
2012
2013
2014
4.
Bedrijvigheid en veiligheid
Bij het veiligheidsthema ‘bedrijvigheid en veiligheid’ gaat het onder andere om de sociale veiligheid rond winkelcentra, bedrijven, uitgaansgelegenheden en grootschalige evenementen. Maatregelen in dit veld hebben vaak een gemengd publiek-privaat karakter. 4.1
Winkelcentra
Doelstelling IVP: In 2014 voelt maximaal 3 procent van de bevolking zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt. In ’s-Hertogenbosch voelt 2 procent van de inwoners zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt. In 2011 was dit nog 4 procent. Hiermee voldoet de gemeente nu al aan de IVPdoelstelling. Er zijn slechts kleine verschillen tussen de wijken qua onveiligheidsgevoelens in het winkelgebied in de eigen buurt. Inwoners van de wijk Muntel/Vliert en de buurt de Schutskamp voelen zich gemiddeld iets vaker onveilig in het winkelgebied. Hier voelt 5 procent van de inwoners zich vaak onveilig in het winkelgebied in hun buurt. Afbeelding 33: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied in de eigen buurt 10%
8%
6%
4% Doel
2%
2%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 3% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 4 incidenten van winkeldiefstal per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van winkeldiefstal is de afgelopen jaren ongeveer hetzelfde gebleven. In 2013 waren er vier incidenten van winkeldiefstal per 1.000 inwoners. Hiermee wordt aan de IVP-doelstelling van 2014 voldaan. Ruim de helft van alle winkeldiefstallen vindt plaats in de Binnenstad. Er zijn de afgelopen jaren diverse maatregelen ingezet om het aantal winkeldiefstallen terug te dringen. Zo is de ‘Collectieve Winkel Ontzegging’ ingevoerd om personen te kunnen weren die strafbare feiten hebben gepleegd of zich niet houden aan de huisregels. In februari 2011 is een civiele schadevergoeding ingevoerd, om de kosten te achterhalen op de dader. Elke betrapte dief dient een extra boete van €190 te betalen aan de winkelier. Naast deze landelijke maatregelen is in ’s-Hertogenbosch via een Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de zogenaamde rooftas verboden. Een rooftas is een geprepareerde tas die is bekleed met folie. Hiermee kan men spullen met een beveiligingslabel langs detectiepoortjes krijgen zonder dat het alarm afgaat.
39
Afbeelding 34: Aantal incidenten van winkeldiefstal per 1.000 inwoners 10
8
6
4
Doel 4,0
2
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Sinds mei 2009 had de Binnenstad van ’s-Hertogenbosch het ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’ (KVO). In het kader van het KVO maakten politie, brandweer, gemeente en ondernemersvereniging Hartje ’s-Hertogenbosch afspraken om de veiligheid te verbeteren voor zowel ondernemers, personeel als bezoekers. In 2011 hebben de partijen besloten het project te beëindigen. Zij kwamen tot de conclusie dat de veiligheidssituatie was verbeterd, het aantal winkeldiefstallen was afgenomen en er te weinig draagvlak was bij de ondernemers om het traject voort te zetten. Ook winkelcentrum Helftheuvel heeft het Keurmerk Veilig Ondernemen. Het traject in de Helftheuvel loopt goed en er worden positieve resultaten geboekt. Vanwege het succes van het keurmerk in de Helftheuvelpassage wordt getracht soortgelijke trajecten te initiëren bij andere winkelcentra. 4.2
Bedrijventerreinen
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 4 incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners. Sinds 2010 zijn er jaarlijks gemiddeld drie incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners. Het aantal bedrijfsdiefstallen is het hoogst in de buurt Binnenstad centrum. Hier steeg het aantal bedrijfsdiefstallen tussen 2012 en 2013 van 50 naar 109 incidenten. Verder steeg in dezelfde periode het aantal bedrijfsdiefstallen in het Paleiskwartier van 4 naar 33 incidenten. In 2010 hebben ondernemers, politie en gemeente het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) behaald voor de bedrijventerreinen De Rietvelden-De Vutter en Kruisstraat. Zowel in de Kruisstraat als in De Rietvelden-De Vutter is vervolgens een werkgroep KVO actief aan de slag gegaan om het verbeterplan uit te voeren, continu bij te stellen en te bewaken. Zo’n verbeterplan wordt opgesteld bij de certificering en het behalen van het Keurmerk. Periodiek vindt er in het kader van de gemaakte afspraken een schouw plaats. Het certificaat is twee jaar geldig. De werkgroep voor de Kruisstraat is inmiddels gestopt. De Rietvelden-De Vutter is in 2013 opnieuw gecertificeerd en blijft actief. Voor bedrijventerrein De Herven is in het voorjaar van 2012 een KVO traject opgestart. Aanvankelijk liep dit traject stroef, maar na een hernieuwde start in de tweede helft van 2013, wordt certificering in het voorjaar van 2014 verwacht.
40
Afbeelding 35: Aantal incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners 10
8
6
4
Doel
2,9 2
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
4.3
Uitgaan / horeca
Doelstelling IVP: In 2014 voelt maximaal 2 procent van de inwoners zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden. Het aandeel bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden is de afgelopen twee jaar iets afgenomen. Een kleine drie procent van de bevolking voelt zich nog onveilig rond uitgaansgelegenheden. Om de IVP-doelstelling te halen dient dit percentage af te nemen tot maximaal twee procent in 2014. Inwoners van de wijken Binnenstad en Muntel/Vliert en de buurt de Hambaken voelen zich relatief vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden. Vijf procent van de inwoners uit deze gebieden voelt zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden. In 2009 is in ’s-Hertogenbosch en Rosmalen gestart met het project Veilig Uitgaan. Om er voor te zorgen dat uitgaan in ’s-Hertogenbosch veilig is en veilig blijft hebben partners gekozen voor samenwerking om problemen als geweld en overlast tijdens het uitgaan aan te pakken. Het project Veilig Uitgaan wordt vormgegeven door de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU). De KVU voorziet in de behoefte om door middel van een samenwerkingsstructuur te komen tot een gestructureerde aanpak. Koninklijke Horeca Nederland (KHN), politie, gemeente en Openbaar Ministerie hebben afspraken gemaakt die veilig uitgaan moeten borgen. 17
Begin 2014 is het project Veilig Uitgaan geëvalueerd . De belangrijkste conclusies zijn: Sinds de start van het KVU neemt de veiligheidsbeleving tijdens het uitgaan van het uitgaanspubliek in het centrum van ’s-Hertogenbosch toe. Minder uitgaanders voelen zich wel eens onveilig tijdens het uitgaan. Ook geven zij een hoger rapportcijfer voor de veiligheid op straat. De centrumbewoners beoordelen de veiligheid op straat tijdens de uitgaansavonden daarentegen ongeveer hetzelfde als twee jaar geleden. In het centrum van Rosmalen is de veiligheidsbeleving van het uitgaanspubliek tijdens het uitgaan iets afgenomen; meer uitgaanders voelen zich wel eens onveilig tijdens het uitgaan. Echter, ten opzichte van 2011 geeft het uitgaanspubliek wel een hoger rapportcijfer voor de veiligheid op straat tijdens de uitgaansavonden. De inwoners van Rosmalen centrum zijn de veiligheid tijdens de uitgaansavonden slechter gaan beoordelen. 17
Bron: Veiligheidsanalyse Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan ’s-Hertogenbosch (O&S, april 2014)
41
Afbeelding 36: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden 10%
8%
6%
4%
3%
2%
Doel
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Het aantal geweldsincidenten tijdens de uitgaansavonden was de afgelopen jaren hoog. Bijna zestig procent van alle geweldsincidenten in het centrum van ’s-Hertogenbosch (Binnenstad centrum en Binnenstad oost) vond plaats tijdens de uitgaansuren. Het aantal geweldsincidenten in het centrum van ’s-Hertogenbosch was sinds 2010 redelijk stabiel. Maar in 2013 nam het aantal incidenten af. Ten opzichte van 2012 met 18 procent. Dit komt volgens politie en KHN onder andere door een afname van (jong) uitgaanspubliek (met name op de vrijdagavond). De politie geeft aan dat zij geweldsincidenten sinds 2009 vroegtijdig en daadkrachtig aanpakken. Bij de start van een ruzie grijpen zij al in. Dit voorkomt dat incidenten escaleren. Dit intensieve optreden heeft invloed op het hoge aantal geregistreerde geweldsincidenten de afgelopen jaren. Door het tijdig ingrijpen worden waarschijnlijk meer ‘eenvoudige’ incidenten geregistreerd, die voorheen misschien niet werden geregistreerd. Ook neemt volgens de politie de meldingsbereidheid toe. De politie schat in dat onder andere het vasthouden aan deze aanpak mede resulteert in een daling van de incidenten. De gemeente wil het aantal glasincidenten terugdringen, waaronder incidenten waarbij glas als een steekwapen wordt gebruikt. Begin 2012 is daarom ingevoerd dat op evenemententerreinen en tijdens de ‘hete uren’ op de horecaterrassen geen gewoon glas meer mag worden gebruikt. Gewoon glas is glas dat in scherven uiteen valt. Hetzelfde geldt ook voor horecazaken in bepaalde gebieden en/of bij bepaalde (volks)feesten zoals carnaval en oudejaarsnacht. Het aantal incidenten van geluidsoverlast neemt sinds 2010 toe. Volgens gemeente, politie en KHN kan de geluidsoverlast deels verklaard worden door de invoering van het landelijke rookverbod in juli 2008. Hierdoor is er meer geluidsoverlast van mensen op straat, deuren van horecagelegenheden die open blijven staan, of deuren van horecagelegenheden die telkens open en dicht gaan. Volgens de KHN en de politie handhaven steeds meer horecabedrijven het rookverbod. Hierdoor groeit het aantal rokende mensen op straat, en de daarmee gepaard gaande geluidsoverlast.
42
4.4
Grootschalige evenementen
Bij grootschalige evenementen worden aan de organisatie van evenementen eisen gesteld om de veiligheid van personen en goederen te garanderen. Deze eisen betreffen onder andere het creëren van vluchtwegen, het reguleren van bezoekersstromen, de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de aanwezigheid van EHBO en beveiliging. Ervaringen in Nederland, maar ook in het buitenland, hebben de aandacht voor crowd management in ’s-Hertogenbosch en in andere gemeenten sterk doen toenemen. Sinds 2011 besteedt de gemeente extra aandacht aan crowd management bij evenementen zoals Koninginnedag, Bevrijdingsfestival, City Moves en Maritiem. Ook worden er extra maatregelen getroffen bij de intocht en optocht van carnaval. Waarschijnlijk zal in 2014 een groot TV-scherm op de Parade worden geplaatst als Nederland de finale van het WK-voetbal bereikt. Het is de bedoeling dezelfde veiligheidsmaatregelen te treffen als in 2010. Crowd management vormt een vast punt van bespreking in de evenementencommissie, waar alle grote evenementen worden besproken. In het kader van de vaststelling van de jaarlijkse evenementenkalender worden alle grote evenementen besproken in een werkgroep van deskundigen, zoals politie, Stadstoezicht, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), brandweer en gemeente afdeling openbare orde en veiligheid (OOV). Er wordt een risicoanalyse gemaakt, maatregelen worden besproken en de benodigde politiecapaciteit wordt ingepland. Een en ander resulteert in extra voorwaarden die op dit vlak aan de organisatie worden gesteld. Na de troonswisseling op 30 april 2013 bezocht het koninklijk paar in mei en juni van dat jaar alle provincies van Nederland. In het kader hiervan bezocht het koninklijk paar op 12 juni 2013 ’s-Hertogenbosch. Het evenement was gedefinieerd als high-impact evenement met een groot (afbreuk) risico voor de stad. De doelstelling was een gezellig, veilig en ongestoord verloop van het bezoek van het koninklijk paar. In de voorbereidingen zijn maatregelen getroffen om het publiek op een plezierige en veilige manier te ontvangen. De maatregelen waren er op gericht om – binnen de beperkingen van het bezoek – de stad zoveel mogelijk normaal te laten functioneren. De bezoekers kwamen voornamelijk te voet of per fiets naar de Markt. Voor een veilig en ordentelijk verloop van dit grootschalig publieksevenement was een gedegen en gestructureerde organisatie opgezet. Met betrekking tot de veiligheid van bezoekers waren uitgebreide (veiligheids)maatregelen getroffen, waarbij sprake was van volledige instemming van de politie, brandweer, GHOR en in het verlengde daarvan, overige overheidsinstanties. In november 2013 is de Nota Uitvoeringsregels Evenementen vastgesteld door het college. Het doel van deze uitvoeringsregels is het tot stand brengen van een evenwicht tussen het belang van de stad bij kwalitatief goede (buiten) evenementen en een gedifferentieerd evenementaanbod enerzijds (gastheerschap) en anderzijds het waarborgen van de veiligheid van personen en goederen en het beperken van de overlast (voor bewoners en bedrijven) tot een aanvaardbaar niveau. Met de Nota Uitvoeringsregels zijn tevens de locatielijsten vastgesteld, waarin de algemene regels die gelden voor de specifieke evenementenlocaties worden vastgelegd. De locatielijsten worden jaarlijks samen met de evenementenkalender vastgesteld.
43
5.
Jeugd en veiligheid
In dit hoofdstuk gaat het om veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Hierbij wordt ingegaan op: overlastgevende en criminele jeugdgroepen, alcohol en drugs, en de mate waarin jongeren zich veilig voelen. 5.1
Overlastgevende jeugdgroepen
Doelstelling IVP: In 2014 vindt maximaal 15 procent van de inwoners dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in de eigen buurt. Het aandeel inwoners dat vaak jongerenoverlast ervaart, is de afgelopen jaren redelijk hetzelfde gebleven. Gemiddeld vindt 14 procent van de inwoners dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in hun buurt. Hiermee wordt op dit moment al aan de IVP-doelstelling voldaan. De meeste overlast wordt ervaren in de buurten Binnenstad centrum, de Hofstad en de Hambaken. Ruim een kwart van de inwoners van deze buurten ervaart vaak overlast van groepen jongeren in hun buurt. Een deel van de inwoners van ’s-Hertogenbosch voelt zich onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen. Elf procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de buurt van groepen jongeren. In 2011 was dit nog 14 procent. In de buurten de Hofstad, Gestelse Buurt en de Hambaken voelt ongeveer 20 procent zich vaak onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen. Afbeelding 37: Percentage bewoners dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in de eigen buurt 25%
20%
15%
Doel
14%
10%
5%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 15% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Veiligheidsmonitor en L&V
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 10 incidenten van overlast door jongeren per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van jongerenoverlast is al enkele jaren stabiel. In 2013 waren er 9 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Hiermee voldoet de gemeente nu al aan de IVP-doelstelling. Het aantal incidenten van jongerenoverlast is het hoogst in de Maaspoort en de buurten Gestelse Buurt, Binnenstad oost en de Schutskamp.
45
Afbeelding 38: Aantal incidenten van overlast door jongeren per 1.000 inwoners 25
20
15
10
Doel
8,5 5
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 10 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Sinds maart 2010 zijn in het kader van het terugdringen van jongerenoverlast straatcoaches werkzaam in ’s-Hertogenbosch. De straatcoach houdt toezicht en is speciaal bedoeld om jongeren aan te spreken op hun (ontoelaatbare) gedrag. Straatcoaches hebben geen speciale bevoegdheden, maar opereren op basis van hun uitstraling, natuurlijk gezag en sociale vaardigheden. De straatcoaches kennen de jongerencultuur, spreken straattaal en durven (groepen) jongeren die zich intimiderend gedragen aan te spreken en aan te pakken. De straatcoaches zijn bijna allemaal van allochtone afkomst en wonen zelf ook in de buurten waar zij werken. Ze werken in koppels en werken ook in de avonduren. De straatcoaches vullen het zogenaamde ‘handhavingsgat’ tussen jongerenwerk en politie. De straatcoaches zijn actief in drie wijken: Noord (Hambaken), West (met name Kruiskamp, Schutskamp en Boschveld) en Zuidoost (omgeving Rivierenplein). Straatcoaches signaleren naast de ‘oudere’ jeugd ook kinderen van 12 jaar of jonger die op straat rondzwerven. Zij brengen deze kinderen naar huis en maken contact met de ouders. Sinds januari 2011 is de gemeente ’s-Hertogenbosch gestart met het project jeugdregisseur. Het project is ontstaan omdat bij de aanpak van overlastgevende en criminele jeugd in de Hambaken bleek dat de reguliere hulpverlening deze groep jongeren niet bereikten en de reguliere repressieve methoden (oppakken, trajecten, jeugdreclassering) te weinig effect hadden. De meeste jongeren die door de jeugdregisseur worden begeleid, zijn licht verstandelijk beperkt, gebruiken drugs, hebben een stoornis zoals ADHD of zijn agressief. Vanuit huis krijgen deze jongeren weinig ondersteuning. De jeugdregisseur legt ook contact met de ouders, andere begeleiders en school en stemt de aanpak met hen af. Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 11 hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen. Het Overleg Risicojeugd (ORJ) is een casusoverleg, waarin gemeente, politie, Jeugdreclassering, Juvans, Divers en andere ketenpartners de jeugdoverlast van hinderlijke en overlastgevende groepen aanpakken. Bij het vaststellen van de problematische jeugdgroepen wordt de zogenaamde shortlist volgens de methode Beke als uitgangspunt genomen. Hierop staan alle hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen. Aspecten die aan de orde komen zijn: typering van de groep, de locatie, leeftijd van de groepsleden en de impact van de groep op een wijk. De shortlist wordt twee keer per jaar door de politie opgesteld. De laatste update is van oktober 2013.
46
18
19
Om de IVP-doelstelling te halen dient het totaal aantal hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen af te nemen naar maximaal 11. In september 2013 waren er in de gemeente ’s-Hertogenbosch 12 hinderlijke en 3 overlastgevende jeugdgroepen. Hoewel er volgens de shortlist meer problematische jeugdgroepen zijn, is het aantal individuen in de groepen nagenoeg gelijk gebleven. Dit aantal is al jaren redelijk stabiel rond de 300 jongeren. Het OM voerde de afgelopen jaren regie op de criminele jeugdgroepen en de gemeente op de hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen. Door nieuwe inzichten is echter gebleken dat het beter is om de overall regie bij de gemeente te beleggen. Het OM heeft de regie op de strafrechtelijke aanpak van individuen.
September 2013
12
1
2
2
2
April 2013
18
1
2
3
3
2
2
September 2012
14
1
3
1
2
1
1
1
2
1
2
2010
12
2009
6
3
1 1
1
1
1 2
1
2
Engelen
West 3
1 1
1
3
1
4
1
4
1
4
1 1
2
1
3
2
1
1
Maaspoort
13 11
2
Noord
April 2012 2011
Maaspoort
Noord
Empel
De Groote Wielen
Rosmalen Noord
Rosmalen Zuid
Muntel/Vliert
Graafsepoort
Zuidoost
Binnenstad
’s-Hertogenbosch
Tabel 4: Aantal hinderlijke jeugdgroepen per wijk
Bron: Update jeugdgroepen oktober 2012 (Politie Oost Brabant)
September 2013
3
1
1
April 2013
4
1
1
September 2012
5
1
1
1 2 1
2
April 2012
3
1
2
2011
2
1
1
2010
1
2009
4
Engelen
West
Empel
De Groote Wielen
Rosmalen Noord
Rosmalen Zuid
Muntel/Vliert
Graafsepoort
Zuidoost
Binnenstad
’s-Hertogenbosch
Tabel 5: Aantal overlastgevende jeugdgroepen per wijk
1 1
1
1
1
Bron: Update jeugdgroepen oktober 2012 (Politie Oost Brabant)
18
19
De hinderlijke jeugdgroepen hangen wat rond in de buurt en trekken zich niet zoveel aan van de omgeving. De jongeren maken zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ is en aangesproken kan worden op zijn gedrag. De overlastgevende jeugdgroepen zijn wat nadrukkelijker aanwezig, intimideren omstanders en vernielen regelmatig allerlei zaken. Geweld wordt niet geschuwd en de groepsleden zijn minder goed te corrigeren.
47
Het ORJ kent een tactisch en een operationeel niveau. Het tactisch niveau (midden management) adviseert de lokale driehoek over de te prioriteren jeugdgroepen. Het operationeel niveau (uitvoering) stelt op basis van een analyse van de geprioriteerde groep een plan van aanpak op, en voert het plan in de praktijk uit. Het plan van aanpak bestaat altijd uit een combinatie van maatregelen op het niveau van het individu, de groep en het domein (omgeving). In oktober 2013 heeft de driehoek besloten om in de slibstream van het ORJ ook de jeugdgroepen in de Gestelse Buurt aan te pakken. Dit is een opmaat om de stedelijke aanpak jeugdgroepen te vertalen naar de wijken. 5.2
Criminele jeugdgroepen
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 3 criminele jeugdgroepen. 20
In september 2013 waren er drie criminele jeugdgroepen in ’s-Hertogenbosch . Deze houden zich op in de wijken Noord, Maaspoort en West. De gemeente voldoet vooralsnog aan de IVP-doelstelling voor 2014. Volgens vijf procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch komt jeugdcriminaliteit in hun buurt vaak voor. In 2011 vond zeven procent van de inwoners dit nog. In de wijk Muntel/Vliert en de buurten Gestelse Buurt, de Hambaken en de Schutskamp vinden relatief veel mensen dat jeugdcriminaliteit vaak voorkomt in hun buurt; ruim tien procent van de inwoners van deze wijken/buurten geeft dit aan.
West
1
1
1
2
1
September 2012
1
1
April 2012
1
1
2011
2
2010
3
2009
3
1
1
1
1
1
1
2
Engelen
Maaspoort
3
April 2013
Empel
September 2013
Zuidoost
Noord
De Groote Wielen
Rosmalen Noord
Rosmalen Zuid
Muntel/Vliert
Graafsepoort
Binnenstad
’s-Hertogenbosch
Tabel 6: Aantal criminele jeugdgroepen per wijk
1
Bron: Update jeugdgroepen oktober 2012 (Politie Oost Brabant)
20
De criminele jeugdgroep bestaat uit jongeren die op het criminele pad zijn geraakt. Ze zijn al vaak met de politie in aanraking gekomen. De leden van de criminele jeugdgroep plegen verschillende soorten ernstige delicten en schrikken niet terug voor het gebruik van geweld.
48
5.3
Alcohol en drugs
Voor jongeren is (te veel) alcohol extra schadelijk. De overheid wijst daarom jongeren en hun ouders op de risico’s van alcohol. Onder andere door campagnes en voorlichting. Alcohol is, vooral bij jongeren, schadelijk voor de gezondheid: Alcohol drinken is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen en andere organen die in de groei zijn. Alcohol drinken op jonge leeftijd kan leiden tot problemen met alcoholgebruik op latere leeftijd (verslaving). Jongeren lopen sneller het risico een alcoholvergiftiging te krijgen. Daarom is het voor jongeren 21 onder de 18 jaar beter om helemaal geen alcohol te drinken . 22 Daarnaast speelt alcohol een grote rol bij agressie, geweld en ongelukken in het verkeer . Doelstelling IVP: In 2014 drinkt maximaal 40 procent van de jongeren (12-17 jaar) wel eens alcohol. Het aandeel jongeren dat wel eens alcohol drinkt is afgelopen jaren afgenomen. Tussen 2010 en 2013 daalde het aantal drinkende jongeren (12-17 jaar) van 40 naar 30 procent. De IVP-doelstelling is hiermee gehaald. Afbeelding 39: Percentage jongeren (12-17 jaar) dat wel eens alcohol drinkt 100%
80%
60% Doel
40%
30% 20%
0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: max. 40 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Onderzoek Jongeren, O&S
21 22
Op 1 januari 2014 is de Drank- en Horecawet aangepast. De leeftijdsgrens voor alcohol verschuift van 16 naar 18 jaar. Bron: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/alcohol/jongeren-en-alcohol
49
Doelstelling IVP: In 2014 is van de jongeren (12-17 jaar) die wel eens alcohol drinken, de gemiddelde leeftijd bij het eerste drankje niet gedaald t.o.v. 2008 (13,4 jaar). Jongeren (12-17 jaar) beginnen steeds later met drinken. In 2008 dronken de jongeren hun eerste drankje op een leeftijd van 13,4 jaar. In 2010 steeg dit naar 14,1 jaar. In 2013 is de gemiddelde leeftijd waarop men voor het eerst alcohol drinkt gestegen naar 14,8 jaar. Hiermee is nu al aan de IVPdoelstelling voldaan. Afbeelding 40: Gemiddelde leeftijd van jongeren bij het eerste drankje (van de jongeren die wel eens drinken) 20 14,8
15
Doel 10
5
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: min. 13,4 jaar (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Onderzoek Jongeren, O&S
Doelstelling IVP: In 2014 drinken jongeren (12-17 jaar) die wel eens alcohol drinken, niet meer dan 4 dagen per 4 weken. De jongeren die wel eens alcohol drinken (12-17 jaar), drinken gemiddeld op 3,4 dagen per 4 weken. Dit is evenveel als in 2010. Hiermee wordt nu al voldaan aan de IVP-doelstelling. Afbeelding 41: Aantal dagen per 4 weken waarop jongeren drinken (van de jongeren die wel eens drinken) 10
8
6 Doel
4
3,4 2
0 2008
2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2014: max. 4 dagen per 4 weken (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Onderzoek Jongeren, O&S
50
2013
2014
5.4
Individuele jongeren
5.4.1
Marokkaans-Nederlandse risicojongeren
In 2009 heeft het college de intentieovereenkomst Marokkaans-Nederlandse risicojongeren ondertekend met het Rijk, 22 gemeenten en de VNG. Doel is om intensiever te gaan samenwerken om de problemen met Marokkaans-Nederlandse risicojongeren op het gebied van overlast, criminaliteit, schooluitval en werkloosheid te verminderen. In het kader van dit samenwerkingsproject is in opdracht van het Rijk een monitor ontwikkeld om de problemen in kaart te brengen. De monitor ‘Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch 2013’ geeft inzicht in de resultaten, de ontwikkelingen en de verschillen qua aard en omvang van de problematiek tussen gemeenten. Uit de monitor is gebleken dat van de etnische groepen in ’s-Hertogenbosch het aandeel verdachten het hoogst is onder de Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders. In 2012 nam het totaal aantal verdachten licht af. Wel waren er iets meer MarokkaansNederlandse verdachten (zie afbeelding 42). Het aandeel verdachten is onder jongeren (12-24 jaar) gemiddeld hoger dan onder volwassenen. In ’s-Hertogenbosch werd drie procent van de jongeren in 2012 verdacht van een misdrijf of delict. Dit is ongeveer hetzelfde als voorgaande jaren. Van de Marokkaans-Nederlandse jongeren werd tien procent hiervan verdacht. In 2010 was dit nog dertien procent (zie afbeelding 43). Afbeelding 42: Percentage verdachten (12 jaar en ouder) in ’s-Hertogenbosch uitgesplitst naar etniciteit 10%
8%
6%
Marokkaans Antiliaans
4% Turks Surinaams
2%
Totaal Nederlands
0% 2009
2010
2011
2012
Bron: Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch 2013 Afbeelding 43: Percentage verdachten (12-24 jaar) in ’s-Hertogenbosch uitgesplitst naar etniciteit 20%
15%
10%
Marokkaans Antiliaans
5%
Surinaams Turks Totaal Nederlands
0% 2009
2010
2011
Bron: Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch 2013
51
2012
Vanuit het Rijk waren tot 1-1-2013 extra middelen beschikbaar gesteld om de problemen met Marokkaans-Nederlandse risicojongeren aan te pakken. Deze middelen zijn onder andere aangewend voor de financiering van straatcoaches. 5.4.2
Jonge veelplegers 23
De meest recente veelplegercijfers hebben betrekking op 2012 . Veelplegers houden zich voornamelijk bezig met het plegen van vermogensdelicten en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de misdrijven. Het aantal minderjarige veelplegers (12-17 jaar) daalt al een aantal jaar op rij, en is ook tussen 2011 en 2012 weer iets afgenomen van 12 naar 7 veelplegers. Het aantal jongvolwassen veelplegers (18-24 jaar) is tussen 2011 en 2012 hetzelfde gebleven met 27 veelplegers. Hierbij gaat 24 het om 7 zeer actieve veelplegers (zie afbeelding 44a). 5.4.3
Harde kern jongeren
Doelstelling IVP: In 2014 zijn er maximaal 30 harde kern jongeren per 10.000 jongeren (12-24 jaar). 25
Harde kern jongeren zijn jongeren die niet alleen veelvuldig misdrijven plegen, maar vooral ook zware misdrijven, zoals woninginbraak, zware mishandeling of handel in harddrugs. Het aantal harde kern jongeren (12-24 jarigen) is tussen 2011 en 2012 afgenomen van 29 naar 21 per 10.000 jongeren (zie afbeelding 45). Hiermee wordt op dit moment voldaan aan de IVP-doelstelling. Het aantal minderjarige harde kern jongeren daalt al sinds 2010. Dit is tussen 2010 en 2012 afgenomen van 30 naar 5 minderjarige harde kern jongeren. Tussen 2011 en 2012 daalde ook het aantal meerderjarige harde kern jongeren van 48 naar 38 (zie afbeelding 44b). Afbeelding 44: a) Aantal veelplegers (12-24 jaar)
b) Aantal harde kern jongeren (12-24 jaar)
100
100
80
80
60
60
40
40
18-24 jaar
18-24 jaar
20
20 12-17 jaar
12-17 jaar
0
0 2008
2009
2010
2011
2008
2012*
2009
2010
2011
2012*
*Cijfers 2012 zijn voorlopige cijfers Bron: HKS-gegevens politie, bewerkt door KLPD – Dienst IPOL, juli 2013
23 24
25
Het KLPD (Korps landelijke politiediensten) heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld. Zeer actieve veelplegers: een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaar (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt) meer dan tien proces-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste één in het peiljaar. Harde kern jongeren zijn jongeren in de leeftijd van 12-24 jaar die in het ‘peiljaar’ drie of meer zware delicten hebben gepleegd, of jongeren die in het ‘peiljaar’ twee zware delicten hebben gepleegd en waarbij de jaren daarvoor minimaal drie keer proces-verbaal is opgemaakt wegens het plegen van een of meer misdrijven.
52
Afbeelding 45: Aantal harde kern jongeren (12-24 jaar) per 10.000 jongeren (in dezelfde leeftijdsgroep) 100
80
60
40 Doel
21
20
0 2008
2009
2010
2011
2012*
2013
2014
*Cijfers 2012 zijn voorlopige cijfers Streefwaarde 2014: max. 30 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: HKS-gegevens politie, bewerkt door KLPD – Dienst IPOL, juli 2013
Net als in ’s-Hertogenbosch daalde het aantal harde kern jongeren ook in veel andere grote Brabantse gemeenten. Alleen in Helmond steeg het aantal harde kern jongeren. Van de grote Brabantse gemeenten heeft ’s-Hertogenbosch na Helmond relatief de meeste harde kern jongeren (zie afbeelding 46). Afbeelding 46: Aantal harde kern jongeren (12-24 jaar) per 10.000 jongeren (12-24 jaar) 50
40
30 Helmond G31 's-Hertogenbosch
20
Eindhoven Tilburg
10 Breda
0 2008
2009
2010
2011
*Cijfers 2012 zijn voorlopige cijfers Bron: HKS-gegevens politie, bewerkt door KLPD – Dienst IPOL, juli 2013
53
2012*
5.5
Onveiligheidsgevoelens
5.5.1
Onveiligheidsgevoelens in de woonomgeving
In het jongerenonderzoek is aan jongeren gevraagd wat men vindt van de veiligheid in de buurt. Het merendeel van de jongeren vindt hun buurt redelijk veilig tot heel veilig. Van de jongeren tussen 18-24 jaar vindt één op de tien hun buurt echter (heel) onveilig. Onder jongeren tussen 12-17 jaar is dit aandeel iets lager en is dit afgenomen. In 2008 vond tien procent van de 12-17 jarigen de buurt (heel) onveilig, in 2013 was dit nog maar zes procent. Onder 18-24 jarigen is dit percentage nauwelijks veranderd. In de wijken Rosmalen Zuid, Rosmalen Noord, Maaspoort en Empel vinden relatief weinig jongeren 1 hun buurt (heel) onveilig. In West en Noord is de onveiligheidsbeleving van jongeren juist groter . 5.5.2
Onveiligheidsgevoelens in en rond de school
Doelstelling IVP: In 2014 voelt maximaal 4 procent van de leerlingen zich niet zo veilig of onveilig in de klas. Het laatste onderwerp dat binnen het thema ‘Jeugd en veiligheid’ een plaats heeft, is veiligheid in en om de school. Deze cijfers zijn afkomstig uit de ‘Leerlingthermometer’. Dit is een onderzoek naar onder andere de veiligheidsbeleving in en om de school. Uit de resultaten van de Leerlingthermometer blijkt dat het aantal leerlingen dat zich veilig voelt in de klas iets is afgenomen. Negen procent van de leerlingen voelt zich sinds het begin van het schooljaar niet zo veilig tot (erg) onveilig in de klas. Twee jaar geleden gaf zeven procent van de leerlingen dit aan. Om de IVP-doelstelling te halen zal het aandeel leerlingen dat zich niet zo veilig of onveilig voelt in de klas moeten afnemen tot maximaal vier procent. De politie heeft ter uitvoering van het convenant 'de veilige school' een scholencontactpersoon aangesteld. Daarnaast organiseert de politie in samenwerking met middelbare scholen zogenaamde kluisjescontroles. Afbeelding 47: Percentage leerlingen dat zich niet zo veilig of (erg) onveilig voelt in de klas 10%
9%
8%
6%
4%
Doel
2%
0% 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Streefwaarde 2014: max. 4% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Leerlingthermometer - Project school en veiligheid, afdeling Jeugd en Onderwijs
26
Bron: Onderzoek Jongeren, afdeling Onderzoek & Statistiek, gemeente ’s-Hertogenbosch (2013).
54
2014
Doelstelling IVP: In 2014 voelt maximaal 14 procent van de leerlingen zich niet zo veilig of onveilig rond de school. Uit de ‘Leerlingthermometer’ blijkt dat 13 procent van de leerlingen zich niet zo veilig of (erg) onveilig voelt rond de school. Hiermee wordt nu al aan de IVP-doelstelling voldaan. Afbeelding 48: Percentage leerlingen dat zich niet zo veilig of (erg) onveilig voelt rond de school 25%
20%
15%
Doel 13%
10%
5%
0% 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Streefwaarde 2014: max. 14% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Leerlingthermometer - Project school en veiligheid, afdeling Jeugd en Onderwijs
55
2013
2014
Deel 2: Veiligheidssituatie Wijken en aandachtsgebieden
6.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen per wijk
In dit deel van de veiligheidsmonitor worden de belangrijkste en opvallendste kenmerken en ontwikkelingen van 2013 per wijk beschreven. Per wijk wordt eerst de algemene veiligheidssituatie beschreven aan de hand van de veiligheidsindex. Vervolgens wordt ingegaan op de belangrijkste veiligheidsthema’s die in de wijk spelen. Ook komt de veiligheidssituatie van een aantal buurten aan bod, die relatief veel aandacht vragen op het thema veiligheid. Dit zijn enkele buurten in de Binnenstad (Binnenstad centrum, Binnenstad oost en de Hofstad), aandachtsbuurten (Hinthamerpoort zuid, de Hambaken en Boschveld) en preventiebuurten (Gestelse Buurt, de Schutskamp en de Kruiskamp). De onderzochte buurten worden besproken bij de wijk waartoe zij behoren. Om de resultaten te verklaren, zijn er bijeenkomsten met de wijknetwerken georganiseerd. In de wijknetwerken zitten vertegenwoordigers van de gemeente, politie, Juvans, Divers en woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz. Het doel van de wijkbijeenkomsten was “het verhaal achter de cijfers” boven water te krijgen. De resultaten zijn met de wijkprofessionals besproken en er is gezocht naar verklaringen en achtergronden voor de resultaten. Hierdoor kunnen we de cijfers beter duiden. Leeswijzer Bij elke wijk wordt in een figuur de veiligheidsindex gepresenteerd. Daarbij wordt de index van de wijk afgezet tegen de index van het stedelijk gemiddelde. Zoals al vermeld in hoofdstuk 2 loopt de veiligheidsindex van 1 tot 25, waarbij geldt: hoe hoger het indexcijfer, hoe beter de veiligheidssituatie. In de figuren wordt ook de coalitiedoelstelling van 18,4 aangegeven, die alle wijken in 2014 moeten halen. Bij elke wijk wordt een tabel gepresenteerd met daarin de 16 achterliggende indicatoren van de veiligheidsindex. In de tabel wordt gepresenteerd: 1. De waarde voor 2013; 2. De waarde voor 2008; 3. De IVP doelstelling voor 2014: De IVP-doelstellingen zijn geformuleerd voor de totale stad. Vijf indicatoren uit de veiligheidsindex zijn niet in het IVP opgenomen; 4. De IVP-doelstelling al gehaald?: met vinkjes () en kruisjes () wordt aangegeven of een wijk op dit moment wel of niet voldoet aan de IVP-doelstelling van 2014. De IVP-doelstellingen zijn geformuleerd voor de totale stad. Met deze informatie kan gekeken worden op welke thema’s in welke wijken ingezet moet worden om de IVP-doelstellingen in 2014 te halen. Tabel 7: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – ’s-Hertogenbosch (2008-2013)
rapportcijfer veiligheid
soms/vaak onveilig voelen
vernielingen
rommel op straat
drugsoverlast
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
bedreiging
Beleving bewoners (% komt vaak voor) jongerenoverlast
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
’s-Hertogenbosch
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
2013
8,5
13,3
11,9
11,7
10,1
1,6
14%
3%
3%
9%
9%
7%
27%
9%
20%
6,7
2008
11,0
15,4
15,8
23,8
20,9
1,5
17%
3%
2%
11%
19%
8%
34%
25%
27%
7,0
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
15
12
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling al gehaald?
Legenda:
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
59
6.1
Binnenstad
De Binnenstad is de minst veilige wijk van ’s-Hertogenbosch. Dit heeft te maken met de centrumfunctie van de Binnenstad. De veiligheidssituatie van de Binnenstad is de afgelopen twee jaar ongeveer hetzelfde gebleven. De wijk voldoet nog niet aan de coalitiedoelstelling. Volgens deze doelstelling hebben alle wijken in 2014 een veiligheidsindex van minimaal 18,4. Afbeelding 49: Veiligheidsindex Binnenstad (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7
Doel 17,0
15
Totale stad Binnenstad 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
In de twee ‘centrumbuurten’ Binnenstad centrum en Binnenstad oost is de veiligheidsindex lager dan gemiddeld in de Binnenstad. De concentratie van veel mensen in een relatief klein gebied met uiteenlopende functies zorgt voor een hoger incidentpatroon als het gaat om overlast en criminaliteit. Zo zijn er in de Binnenstad de meeste incidenten van alcohol- en drugsoverlast, geweld, autoinbraken, fietsendiefstal, winkeldiefstal, bedrijfsdiefstal, vernieling en vervuiling. Afbeelding 50: Veiligheidsindex Binnenstad (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
Binnenstad centrum
16,3
Binnenstad oost
16,1 18,6
De Hofstad 17,0
Binnenstad
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
60
20
25
Tabel 8: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Binnenstad
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jongerenoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
2013
9,1
41,9
9,6
35,3
18,9
7,3
22%
5%
4%
3%
12%
15%
33%
4%
25%
6,6
2008
17,2
55,9
9,0
59,5
41,0
6,6
27%
3%
3%
3%
34%
13%
45%
8%
34%
6,8
10
15
12
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
Binnenstad
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Voertuigcriminaliteit Jarenlang nam het aantal auto-inbraken in de Binnenstad gestaag af. Vanaf 2012 steeg het aantal inbraken weer. In 2013 waren er 35 auto-inbraken per 1.000 inwoners in de Binnenstad. De stijging doet zich voor in de buurten Binnenstad centrum, Binnenstad oost, de Hofstad en Binnenstad Noord. Volgens de politie waren er relatief veel auto-inbraken in de parkeergarages. Daarbij vonden meerdere auto-inbraken in een keer plaats. Dit was vermoedelijk het werk van landelijk actieve groeperingen. Hier is door politie, de eigenaar van de parkeergarage en gemeente op ingezet. Er zijn onder andere waarschuwingsborden geplaatst bij de ingang van parkeergarages en andere interventies gericht op bewustwording. Daarnaast is ook extra bewaking ingezet. Na deze inzet in de parkeergarages waren er weer meer auto-inbraken op straat. Naast het aantal auto-inbraken nam het afgelopen jaar ook het aantal fietsendiefstallen toe van 40 naar 45 incidenten per 1.000 inwoners. Deze toename deed zich voor in de buurten Binnenstad centrum, het Zand en de Hofstad. Hotspots van fietsendiefstal zijn de fietsenstalling op het station en de buiten gestalde fietsen voor de bibliotheek en op het Burgemeester Loeffplein. De politie zet actief de lokfiets in om daders van fietsendiefstal op te sporen. Volgens de politie zijn de diefstallen zowel het werk van veelplegers als van gelegenheidsdieven. Sinds april 2011 zijn er drie gratis bewaakte fietsenstallingen in de Binnenstad. Men kan de fiets gratis stallen onder het voormalige postkantoor in de Kerkstraat en in de parkeergarages in de Wolvenhoek en Burgemeester Loeffplein. In 2012 is de fietsenstalling aan het Stationsplein verplaatst naar de parkeergarage, waardoor ook daar een gratis bewaakte stalling beschikbaar is gekomen. Vernielingen Tussen 2011 en 2013 daalde het aantal vernielingen in de Binnenstad van 30 naar 19 incidenten per 1.000 inwoners. Door deze daling voldoen nu alle wijken aan de IVP-doelstelling dat er in 2014 maximaal 20 incidenten van vernieling zijn per 1.000 inwoners. Relatief de meeste vernielingen vinden plaats in Binnenstad centrum en Binnenstad oost.
61
6.1.1
Binnenstad centrum
De buurt Binnenstad centrum is het oudste deel van de stad. Er zijn betrekkelijk veel voorzieningen aanwezig in de buurt. In de buurt zijn de meeste winkels en uitgaansgelegenheden van de gemeente gevestigd. Deze buurt is een belangrijke trekker voor bezoekers van buiten de stad. De concentratie van veel mensen in een relatief klein gebied met uiteenlopende functies zorgt voor een hoger incidentpatroon als het gaat om overlast en criminaliteit. In Binnenstad centrum is de veiligheidsindex lager dan gemiddeld in de Binnenstad. In de periode 2012-2013 was er een daling van het aantal incidenten van woninginbraak, geweld en vernieling. Wel was er een stijging van de voertuigcriminaliteit, bedrijfsdiefstal en alcohol- en drugsoverlast. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,9. Afbeelding 51: Veiligheidsindex Binnenstad centrum (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
16,3
Binnenstad centrum
17,0
Binnenstad
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Winkeldiefstal Het winkelgebied van ’s-Hertogenbosch ligt in de buurt Binnenstad centrum. Ruim de helft van alle winkeldiefstallen in de gemeente vindt in deze buurt plaats. In 2013 waren er ruim 300 incidenten van winkeldiefstal in het centrum. Om de winkeldiefstallen terug te dringen is sinds februari 2011 een civiele schadevergoeding ingevoerd, om de kosten te achterhalen op de dader. Elke betrapte dief dient een extra boete van €190 te betalen aan de winkelier. Bedrijfsdiefstal Het aantal incidenten van diefstal af/uit bedrijven in Binnenstad centrum is het afgelopen jaar meer dan verdubbeld, tussen 2012 en 2013 van 50 naar 109 incidenten. Dit komt onder andere door een toename van diefstal van telefoons en jassen van particulieren in horeca en winkels. Ook waren er meerdere inbraken bij een opvangvoorziening. Zakkenrollen Het aantal incidenten van zakkenrollen in Binnenstad centrum is in de periode 2011-2013 met 34 procent toegenomen. In 2013 waren er in het centrum 371 incidenten van zakkenrollerij. Volgens de politie zijn er in de weekenden en in de zomermaanden groeperingen actief in het centrum die mensen bestelen. Met name op marktdagen zijn er veel incidenten. Het betreft vaak diefstal van telefoons. De politie besteedt hier extra aandacht aan. Fysieke verloedering De schaalscore fysieke verloedering is in Binnenstad centrum (3,3) lager dan gemiddeld in de gemeente (3,8). De inwoners van Binnenstad centrum ervaren gemiddeld minder vernieling van straatmeubilair en hondenpoep op straat. De inwoners ervaren meer dan gemiddeld bekladding van muren en gebouwen. De inwoners ervaren ongeveer even vaak rommel op straat als gemiddeld in de gemeente. Door de centrumfunctie is er wel meer dan gemiddeld vervuiling op straat, maar de straten worden in het gebied dagelijks geveegd. De wijkprofessionals geven aan dat het gebied rondom de Bloemenkamp en het voormalige Jeroen Boschziekenhuis snel verpaupert. Op het Carolushof worden in 2014 extra sensorlampen opgehangen. Ook worden aan de woningen rondom het Carolushof nog verbeteringen getroffen.
62
Tabel 9: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Binnenstad centrum
jongerenoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
7,5
25%
8%
6%
2%
12%
7%
29%
4%
22%
6,9
8%
10%
5%
2013
9,8
56,2
8,1
45,6
23,6
2008
24,3
82,7
6,6
67,3
54,0
2,2
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
Binnenstad centrum
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
15
20
15%
2%
2%
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweld In de Binnenstad zijn relatief veel geweldsincidenten. Er zijn jaarlijks gemiddeld 50 geweldsincidenten per 1.000 inwoners. In 2013 nam het aantal geweldsincidenten af tot 42 incidenten per 1.000 27 inwoners. Het grootste gedeelte van de incidenten vindt plaats in het centrumgebied . Uit de analyse van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan blijkt dat 57 procent van de geweldsincidenten plaats vindt tijdens de uitgaansuren (donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond/-nacht). Wel is het aantal geweldsincidenten tijdens de uitgaansuren het afgelopen jaar met 18 procent afgenomen. De politie geeft aan dat zij geweldsincidenten sinds 2009 vroegtijdig en daadkrachtig aanpakken. Dit intensieve optreden van de politie heeft invloed op het hoge aantal geweldsincidenten de afgelopen jaren. Door het tijdig ingrijpen zijn waarschijnlijk meer ‘eenvoudige’ incidenten geregistreerd, die voorheen niet werden geregistreerd. Ook nam volgens de politie de meldingsbereidheid toe. De politie geeft aan dat onder andere het vasthouden aan deze aanpak nu resulteert in een daling van de incidenten. Ook neemt het aantal geweldsincidenten op de Parade sinds 2011 af. Volgens de politie is de afname op de Parade te verklaren door een afnemend bezoekersaantal (op de vrijdagavond), het 28 verdwijnen van groepen jongeren en het vroegtijdig interveniëren door de politie . Geluidsoverlast Het aantal (geregistreerde) incidenten van geluidsoverlast neemt toe. In het centrumgebied is in de periode 2010-2013 het aantal incidenten van geluidsoverlast op uitgaansavonden met ongeveer een kwart toegenomen. Het aantal incidenten is hoger tijdens de zomermaanden (mei-september) en in december. Volgens gemeente, politie en KHN kan de geluidsoverlast verklaard worden door de invoering van het landelijke rookverbod in juli 2008. Hierdoor is er meer geluidsoverlast van mensen op straat, deuren van horecagelegenheden die open blijven staan, of deuren van horecagelegenheden die telkens open en dicht gaan. Volgens de KHN en de politie handhaven steeds meer horecabedrijven het rookverbod. Hierdoor groeit het aantal rokende mensen op straat, en de daarmee gepaarde geluidsoverlast. Volgens de politie is er daarnaast ook geluidsoverlast van afvalverwerking; het deponeren van lege flessen in containers. De woningcorporatie krijgt ook veel meldingen van geluidsoverlast van de zogenaamde zusterflat achter de Mathildestraat. Bewoners veroorzaken hier in in het weekend ’s nachts geluidsoverlast. Jongerenoverlast In 2013 waren er in Binnenstad centrum 10 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Een kwart van de inwoners geeft aan dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in de buurt. Mensen geven wel meer dan gemiddeld aan dat er vaak overlast is van groepen jongeren in de buurt, men voelt zich niet meer dan gemiddeld onveilig in de buurt waar groepen jongeren rondhangen. Veel meldingen betreffen softdrugsgebruik en rondhangende groepen jongeren voor en na het stappen. Hotspots van jongerenoverlast zijn de Barbaraplaats, Herman Moerkerkpleintje, Bloemenkamp en Buitenhaven/Brede Haven. 27 28
Het centrumgebied omvat de buurten Binnenstad centrum en Binnenstad oost. Bron: Veiligheidsanalyse Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (2014).
63
6.1.2
Binnenstad oost
Binnenstad oost ligt ten oosten van Binnenstad centrum. Vlak bij het centrum van de Binnenstad, maar met meer rust en ruimte. In deze buurt ligt de Sint-Janskathedraal met de aangrenzende Parade en het theater. In Binnenstad oost is de veiligheidsindex lager dan gemiddeld in de Binnenstad. In de periode 2012-2013 was er een daling van het aantal incidenten van (huiselijk) geweld en fietsendiefstal. Wel was er een stijging van de auto-inbraken en alcohol- en drugsoverlast. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,6. Afbeelding 52: Veiligheidsindex Binnenstad oost (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
16,1
Binnenstad oost
17,0
Binnenstad
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Alcohol- en drugsoverlast Het aantal incidenten van alcohol- en drugsoverlast in de Binnenstad is tussen 2011 en 2013 gestegen van 2 naar 7 incidenten per 1.000 inwoners. Dit komt deels door een veranderde registratie bij de politie. Er is ook een toename van het registreren van alcoholoverlast. Een aantal jaar geleden registreerde de politie dit nog nauwelijks; een beschonken persoon werd naar huis gebracht en dit werd verder niet geregistreerd. Tegenwoordig wordt meer gevraagd en geregistreerd. Dit ook in het kader van alcoholgebruik door minderjarigen en een leer-werktraject bij Halt. Alcoholgebruik is bij de politie nu meer een issue dan vijf jaar geleden. De politie schat in dat tijdens de uitgaansavonden ongeveer 80 procent van de incidenten van alcohol- en drugsoverlast te relateren zijn aan het thema alcoholoverlast. Het aantal incidenten van alcohol- en drugsoverlast is het hoogst in Binnenstad oost (13 incidenten per 1.000 inwoners) en Binnenstad centrum (8 incidenten per 1.000 inwoners). Een kwart van de inwoners van Binnenstad oost geeft aan dat drugsoverlast vaak voorkomt in de buurt. Daarnaast geeft één op de vijf inwoners aan dat er vaak overlast is van zwervers en daklozen in de buurt. De beleving wordt mogelijk beïnvloed door de tijdelijke komst van de drugsopvang op de Hinthamerstraat in verband met de verbouwing op de reguliere locatie aan de Oranje Nassaulaan. Deze tijdelijke opvang is juli 2013 op deze locatie geopend. De omwonenden zijn hierover geïnformeerd door een brief van verslavingszorginstelling Novadic Kentron en de gemeente. De onbekendheid met de voorziening en de communicatie over de opening van de opvang vlak voor het uitzetten van de vragenlijsten (september 2013), kan de beleving van de overlast hebben beïnvloed. De politie ontvangt regelmatig meldingen van drugsoverlast in de Jeroen Bostuin. Op deze plek wordt regelmatig softdrugs gebruikt. Dit is echter alleen overdag, ’s avonds wordt de tuin afgesloten. Stadstoezicht heeft hier actie op ondernomen. Er is een grote meldingsbereidheid onder bewoners.
64
Tabel 10: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Binnenstad oost
jongerenoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
2%
3%
9%
25%
31%
4%
24%
6,6
15%
2%
2%
8%
10%
5%
33,7
15,7
22,3
24,4
6,8
32,5
11,3
33,0
25,7
8,4
auto-inbraak
18,7
2008
woninginbraak
vernielingen
3%
geweld
21%
jongerenoverlast
13,0
2013
Binnenstad oost
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
15
12
15
20
IVP-doelstelling al gehaald?
Legenda:
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
drugsoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Jongerenoverlast In Binnenstad oost waren in 2012 en 2013 relatief veel incidenten van jongerenoverlast. In 2013 waren er 19 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Ook geeft één op de vijf inwoners aan dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in de buurt. Mensen geven wel meer dan gemiddeld aan dat er vaak overlast is van groepen jongeren in de buurt, men voelt zich niet meer dan gemiddeld onveilig in de buurt waar groepen jongeren rondhangen. Veel meldingen betreffen softdrugsgebruik en rondhangende groepen jongeren voor en na het stappen. Hotspots van jongerenoverlast zijn de Jeroen Bostuin en het Schilderspleintje. Fysieke verloedering De schaalscore fysieke verloedering is in Binnenstad oost (4,0) iets hoger dan gemiddeld in de gemeente (3,8). De inwoners van Binnenstad oost ervaren gemiddeld minder vernieling van straatmeubilair. Wel ervaren ze gemiddeld meer bekladding van muren en gebouwen en hondenpoep op straat. De inwoners ervaren ongeveer even vaak rommel op straat als gemiddeld in de gemeente. De wijkprofessionals geven aan dat er veel vervuiling is rondom de coffeeshops.
65
6.1.3
De Hofstad
De Hofstad vormt het noordoostelijke deel van de wijk Binnenstad. De Hofstad is een dichtbevolkte en bebouwde buurt. De Hofstad is één van de drie buurten van het voormalige aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. In 2013 is voor het eerst de veiligheidssituatie voor de Hofstad onderzocht. De Hofstad heeft een veiligheidsindex van 18,6. Dit is hoger dan gemiddeld in de wijk Binnenstad (17,0). In de periode 2012-2013 was er een daling van het aantal incidenten van jongerenoverlast en vernieling. Wel was er een stijging van de voertuigcriminaliteit. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,3. Er kan voor de Hofstad geen vergelijking gemaakt worden over de tijd. In 2011 is wel de veiligheidssituatie van het voormalige aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad onderzocht. De veiligheidsindex van het gebied steeg tussen 2008 en 2011 van een 15,0 naar een 18,3. In 2011 beoordeelden de inwoners de veiligheid van de buurt met het rapportcijfer 6,5. Afbeelding 53: Veiligheidsindex De Hofstad (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
18,6
De Hofstad 17,0
Binnenstad
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het afgelopen jaar waren er in totaal 7 woninginbraken in de Hofstad. Volgens wijkprofessionals zijn er weinig woninginbraken in de buurt. Volgens de politie is er soms sprake van een valse aangifte van woninginbraak om zo geld van de verzekering terug te krijgen. Het is echter moeilijk te bewijzen dat het om een nep-inbraak gaat. Volgens de wijkprofessionals is de Hofstad verder een gesloten buurt, met veel sociale controle, waardoor het moeilijker wordt om een woninginbraak te plegen. Dit beeld kan de lage beleving van woninginbraken in de buurt verklaren; twee procent van de inwoners geeft aan dat woninginbraken vaak voorkomen in hun buurt. Stedelijk gaat dit om negen procent van de inwoners. Auto-inbraken Het aantal auto-inbraken in de Hofstad is toegenomen. Tussen 2011 en 2013 steeg het aantal autoinbraken van 5 naar 12 incidenten per 1.000 inwoners. Volgens de politie is een hotspot de parkeerplaatsen naast het kanaal aan de Zuid-Willemsvaart. In de buurt zit een opkoopwinkel, waar mogelijk spullen snel worden doorverkocht. Fysieke verloedering De schaalscore fysieke verloedering is in de Hofstad (4,2) hoger dan gemiddeld in de gemeente (3,8). Volgens 16 procent van de inwoners worden vaak muren of gebouwen in de omgeving beklad. Volgens 36 procent ligt er vaak rommel op staat. Dit is een probleem waar de mensen in de buurt ‘bovenop zitten’. Er is een actieve schoonmaakploeg in de buurt georganiseerd door bewoners.
66
Tabel 11: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – De Hofstad
Legenda:
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
10%
5%
bedreiging
20
8%
jongerenoverlast
15
6,3
2%
1,0
12
33%
44,3
3%
2%
14,0
41,4
15
36%
12,1
10,4
15%
15%
11,7
25,1
10
15%
6%
14,9
11,6
2%
25%
4,7
2008 IVP-doelstelling al gehaald?
4%
2,8
2013 IVP-doelstelling 2014(max.)
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
De Hofstad
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweld In 2013 waren er in de Hofstad 15 geweldsincidenten per 1.000 inwoners. Dit betreft voor het grootste gedeelte huiselijk geweld. Van de inwoners geeft vier procent aan dat geweld vaak voorkomt in hun buurt en volgens zes procent komt bedreiging vaak voor. Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is in de Hofstad (4,9) lager dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). In de Hofstad wonen verschillende culturen; 29 procent van de inwoners is van niet-Nederlandse komaf en 19 procent behoort tot de niet-westerse allochtonen. Wijkprofessionals hebben zorgen over het gedrag tussen autochtonen en allochtonen. Er is volgens de wijkprofessionals veel verbaal geweld en intimidatie. Fysieke delicten zijn bij wijkprofessionals niet bekend. Dit beeld komt redelijk overeen met het beeld dat bewoners schetsen. Volgens inwoners is er in de buurt relatief vaak sprake van overlast door omwonenden (18 procent), vrouwen en meisjes die op straat worden lastiggevallen (11 procent) en intimiderende omwonenden (7 procent). Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast is het afgelopen jaar afgenomen, van 11 naar 5 incidenten per 1.000 inwoners. Wel geeft een kwart van de mensen aan dat overlast van groepen jongeren in hun buurt vaak voorkomt. Hierbij kan sprake zijn van een na-ijleffect. Volgens wijkprofessionals is er momenteel nauwelijks jongerenoverlast. De jeugdgroep die zich ophield in de Hofstad is uit elkaar gevallen. Alcohol- en drugsoverlast In 2013 waren er in de Hofstad 2,8 incidenten van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. Vijftien procent van de inwoners van de Hofstad geeft aan dat er vaak drugsoverlast is in hun buurt. Volgens de wijkprofessionals is de Hinthamereinde van oudsher een hotspot van drugsoverlast. Hier wordt extra op ingezet.
67
6.2
Zuidoost
Het indexcijfer ligt in Zuidoost iets lager dan gemiddeld in de gemeente. De veiligheidssituatie in Zuidoost is de afgelopen jaren verbeterd. Dit komt door een afname van het aantal incidenten van woninginbraak, jongerenoverlast en vernieling. Er zijn echter ook negatieve ontwikkelingen in de wijk; het aantal incidenten van auto-inbraak en (huiselijk) geweld nam iets toe. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,6. Afbeelding 54: Veiligheidsindex Zuidoost (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7 19,3
Doel
15
Totale stad Zuidoost 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in Zuidoost was het aantal inbraken hoog, met 25 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2011. Vervolgens nam het aantal woninginbraken jaarlijks af tot 15 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in twee jaar tijd een afname van 37 procent. In de meeste buurten in Zuidoost nam het aantal woninginbraken af. In de buurt Grevelingen nam het aantal woninginbraken echter toe. De beleving van woninginbraken onder inwoners van Zuidoost nam iets toe; het aantal mensen dat aangeeft dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt steeg tussen 2011 en 2013 van 7 naar 11 procent. Hierbij is mogelijk sprake van een na-ijleffect van het hoge aantal inbraken in 2011. Auto-inbraken Sinds 2011 is het aantal auto-inbraken redelijk stabiel in ’s-Hertogenbosch. In Zuidoost nam het aantal auto-inbraken echter licht toe; tussen 2011 en 2013 van 12 naar 15 incidenten per 1.000 inwoners. De toename doet zich voor in de buurten Zuid, Bazeldonk, de Bossche Pad, Grevelingen en Gestelse Buurt. De politie monitort wekelijks wat de hotspots zijn van auto-inbraken, en op deze plekken wordt de lokauto ingezet. Alcohol- en drugsoverlast In 2013 waren er in Zuidoost 1,3 incidenten van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. Volgens zeven procent van de inwoners is er vaak drugsoverlast in de buurt. Volgens wijkprofessionals heeft men in de Bossche Pad lange tijd last gehad van een huisdealer. Dit zorgde voor onveiligheidsgevoelens bij ouderen in Grevelingen.
68
Tabel 12: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Zuidoost
geweld
woninginbraak
10,8
1,7
16%
3%
3%
11%
10%
7%
30%
7%
21%
6,6
40,8
18,6
1,8
21%
4%
3%
8%
27%
12%
38%
24%
31%
6,8
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
IVP-doelstelling al gehaald?
Legenda:
15
12
15
20
rapportcijfer veiligheid
bedreiging
15,4
10,3
soms/vaak onveilig voelen
jongerenoverlast
15,4
10,9
vernielingen
drugsoverlast
12,5
15,3
drugsoverlast
vernielingen
10,6
2008
auto-inbraak
auto-inbraak
2013
Zuidoost
woninginbraak
geweld
rommel op straat
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast was in 2010 en 2011 relatief het hoogst in de wijk Zuidoost. Tussen 2011 en 2012 nam het aantal incidenten af van 13 naar 7 incidenten per 1.000 inwoners. In 2013 nam het aantal incidenten weer toe tot 11 incidenten per 1.000 inwoners. Zestien procent van de inwoners van Zuidoost geeft aan dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in hun buurt. Relatief de meeste incidenten vinden plaats in Bazeldonk en Aawijk Zuid. Een hotspot van jongerenoverlast was het Rivierenplein. De overlast is hier volgens de wijkprofessionals afgenomen. Er zijn geen ‘vaste’ hotspots meer; de jongeren verplaatsen zich telkens. Terugkerende hotspots zijn het Arcadisgebouw, Lingeplein en de Lambooijbrug. Volgens de professionals voelen de omwonenden zich vaak geïntimideerd door de groepen jongeren. Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is in Zuidoost (5,7) lager dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). Van alle onderzochte wijken en buurten is de schaalscore het laagst in de Gestelse Buurt (4,8). Volgens wijkprofessionals zijn er veel nieuwe mensen in de wijk komen wonen, met name in de Gestelse Buurt. Zij hebben een andere tolerantiegrens dan de vaste bewoners van de wijk. In Zuidoost zijn ook relatief veel mensen zelfstandig gaan wonen, die voorheen begeleid woonden. Zij zijn in de goedkope sociale corporatiewoningen terecht gekomen. Over het algemeen zijn dit mensen die ambulant begeleid worden en weinig draagkracht hebben. (On)veiligheidsgevoelens De gevoelens van (on)veiligheid zijn vergelijkbaar met gemiddeld in de gemeente. Vier procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. De inwoners van Zuidoost beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,6. Volgens wijkprofessionals leven er veel angstgevoelens onder ouderen in de wijk. Zij zijn bijvoorbeeld bang om slachtoffer te worden van babbeltrucs.
69
6.2.1
Gestelse Buurt
De Gestelse Buurt behoort tot de preventiebuurten. Ondanks de daling van het aantal incidenten van woninginbraak, jongerenoverlast en vernieling is de veiligheidssituatie in de Gestelse Buurt verslechterd ten opzichte van 2010. Dit komt door een toename van het aantal incidenten van geweld, auto-inbraak en drugsoverlast. Daarnaast namen de onveiligheidsgevoelens bij bewoners van de Gestelse Buurt toe. Afbeelding 55: Veiligheidsindex Gestelse Buurt (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7
16,6 15
Totale stad Gestelse Buurt 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in de Gestelse Buurt was het aantal inbraken hoog, met 45 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2011. Vervolgens nam het aantal woninginbraken jaarlijks gestaag af tot 17 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in twee jaar tijd een afname van 62 procent. Echter, de beleving van woninginbraken onder inwoners van de Gestelse Buurt nam sterk toe; het aantal mensen dat aangeeft dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt steeg tussen 2010-2013 van 5 naar 22 procent. Hierbij is mogelijk sprake van een na-ijleffect van het hoge aantal inbraken in 2011. In de buurt zijn veel corporatiewoningen, waar relatief veel inbraken plaatsvinden. De woningen zijn zes jaar geleden gerenoveerd. Echter, er zijn nog verbeteringen mogelijk en de woningcorporatie pakt dit op. Volgens wijkprofessionals woont het merendeel van de daders van de inbraken in de buurt. In 2012 had de politie een focus op een groep jeugdigen; vervolgens nam het aantal inbraken af. Om het aantal woninginbraken terug te dringen heeft het project Samen tegen inbrekers gedraaid. Verder bezoekt de wijkagent binnen twee weken slachtoffers van woninginbraak. Deze bezoeken leveren vaak extra informatie over de inbraak op. Ook loopt de wijkagent samen met de wijkwerker door de buurt (koppelproject). Jongerenoverlast Bijna een op de vijf inwoners van de Gestelse Buurt geeft aan dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in hun buurt. Het aantal incidenten van jongerenoverlast is het afgelopen jaar afgenomen, van 15 naar 8 incidenten per 1.000 inwoners. Volgens wijkprofessionals is een deel van de jongerenoverlast te relateren aan de kinderen van bepaalde overlastgevende families in de buurt. Het aantal incidenten is deels afgenomen omdat een groep jeugd ouder is geworden. Een andere groep jongeren is gewaarschuwd door de gemeente en gedragen zich inmiddels beter. De jongerenoverlast is groter in de zomermaanden en is deels te relateren aan culturele gebruiken (bijvoorbeeld ramadan). Veel jongeren (en ouders) ontmoeten elkaar dan op straat. In navolging van de stedelijke aanpak jeugdgroepen, zullen ook de jeugdgroepen van de Gestelse Buurt – en daarmee de overlast die zij veroorzaken – aangepakt worden in 2014.
70
Tabel 13: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Gestelse Buurt
10%
22%
8%
10%
40%
3%
32%
5,7
8%
6%
12%
27%
19%
58%
20%
46%
6,2
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
rapportcijfer veiligheid
12%
17%
soms/vaak onveilig voelen
18%
1,7
vernielingen
3,4
20,2
drugsoverlast
geweld
14,3
31,9
auto-inbraak
bedreiging
8,4
5,6
woninginbraak
jongerenoverlast
16,8
10,1
drugsoverlast
28,6
2,5
vernielingen
7,6
2008
auto-inbraak
2013
Gestelse buurt
woninginbraak
geweld
rommel op straat
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweld Het aantal geweldsincidenten is hoog in de Gestelse Buurt. Ook nam het aantal geweldsincidenten toe tussen 2011 en 2013 van 15 naar 29 incidenten per 1.000 inwoners. In 2013 waren er 9 incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners. Volgens wijkprofessionals is een deel van de incidenten toe te schrijven aan mensen die in de buurt zijn komen wonen, afkomstig uit een ‘slechte’ relatie. Op deze adressen vonden meerdere incidenten plaats. Relatief veel mensen ervaren vaak geweld (10%) en bedreigingen (12%) in hun buurt. Intimidatieklimaat Ruim een kwart van de inwoners geeft aan vaak overlast te ervaren van intimiderende omwonenden in de buurt. De Gestelse Buurt is een buurt met veel familieverbanden en kent een gesloten karakter. Bepaalde families worden als intimiderend ervaren. Verder heerst er een wij/zij cultuur tussen autochtonen en allochtonen. Veel inwoners van de buurt hebben een afwijkend normen en waardenpatroon. Hierdoor hebben sommige gezinnen moeite om zich staande te houden. Sommige alleenstaande allochtone vrouwen voelen zich geïntimideerd door buurtgenoten die er meer traditionele opvattingen op na houden. Professionals geven verder aan dat de sociale vaardigheden van veel bewoners tekort schieten om anderen aan te spreken op hun gedrag of om conflicten op te lossen. Hierdoor is de kans op escalatie groter. De verbale omgangsvormen zijn ‘harder’ in de buurt. Volgens de wijkprofessionals hebben bewoners veel informatie over criminele activiteiten/personen, maar delen die niet met overheidsinstanties. Mensen durven niet te praten vanwege eventuele consequenties voor het lekken van informatie. De politie probeert het melden van informatie via Meld Misdaad Anoniem te promoten. Het melden van informatie via deze weg komt niet van de grond, omdat mensen niet geloven dat deze informatie anoniem blijft. De wijk typeert zich door wantrouwen in de overheid. Fysieke verloedering Inwoners van de Gestelse Buurt (4,0) ervaren niet veel meer fysieke verloedering dan gemiddeld in de gemeente (3,8). Wel ervaren relatief veel inwoners rommel in de buurt; volgens 40 procent van de inwoners komt rommel op straat vaak voor. Volgens de wijkprofessionals is er veel zwerfafval en illegale stort. De mensen klagen hier veel over, maar zetten zich niet tot nauwelijks in om zelf het probleem te verhelpen. Er zijn diverse schoonmaakacties in de buurt georganiseerd, maar er is nauwelijks bereidheid om hieraan mee te doen. Er wordt in de buurt meer geveegd door de gemeente dan in vergelijkbare buurten. Onveiligheidsgevoelens Relatief veel mensen voelen zich onveilig in de Gestelse Buurt. Tien procent van de mensen voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Mensen beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 5,7. Doordat men zich onveilig voelt, doen meer mensen dan gemiddeld ’s avonds niet open en gaan ’s avonds niet alleen over straat. Ook voelen gemiddeld meer mensen zich onveilig als ze ’s avonds alleen thuis zijn.
71
6.3
Graafsepoort
De veiligheidssituatie is de afgelopen twee jaar verslechterd in de Graafsepoort. Tussen 2011 en 2013 daalde de veiligheidsindex van een 20,0 naar een 19,1. Dit komt door een toename van het aantal incidenten van jongerenoverlast en een negatievere beleving van overlast en criminaliteit. Positieve ontwikkelingen zijn een afname van het aantal incidenten van woninginbraak en vernieling. Gemiddeld beoordelen de inwoners de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,5. Volgens wijkprofessionals zijn de verschillen in de wijk erg groot, omdat de wijk uit een aantal zeer verschillende buurten bestaat. Afbeelding 56: Veiligheidsindex Graafsepoort (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7 19,1
Doel
15
Totale stad Graafsepoort 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het afgelopen jaar daalde het aantal woninginbraken in de wijk Graafsepoort van 19 naar 11 incidenten per 1.000 woningen. In alle buurten is het aantal inbraken (iets) lager dan een jaar eerder. In 2013 vonden relatief de meeste inbraken plaats in de Graafsebuurt (Noord en Zuid) en de Hinthamerpoort. Volgens zeven procent van de inwoners van de wijk komt woninginbraak vaak voor in hun buurt. De politie probeert het aantal woninginbraken terug te dringen door de hotspots en hotshots in beeld te brengen, en hier op in te zetten. Brabant Wonen heeft in Aawijk Noord het hangen sluitwerk van de corporatiewoningen verbeterd. In deze buurt daalde in de periode 2011-2013 het aantal inbraken van 27 naar 7 incidenten per 1.000 woningen. Auto-inbraken Het aantal auto-inbraken in de Graafsepoort daalde tussen 2009 en 2012 gestaag, van 19 naar 6 incidenten per 1.000 inwoners. In 2013 steeg het aantal inbraken weer naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Deze stijging deed zich voor in de buurten Graafsebuurt Noord en Hintham Zuid. Ook waren in deze twee buurten in 2013 relatief veel auto-inbraken. Volgens de wijkprofessionals wordt de toename deels veroorzaakt door de terugkeer van een notoire veelpleger in de wijk. Dat er sprake was van een jarenlange daling van de auto-inbraken zien we ook terug in de belevingscijfers. Het aantal mensen dat aangeeft dat auto-inbraak vaak voorkomt in de buurt nam tussen 2011 en 2013 af van 15 naar 5 procent. Geweld In 2013 waren er in de Graafsepoort 13 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. Het aantal geweldsincidenten is relatief hoog in de Graafsebuurt (noord en zuid) en Hinthamerpoort. In de wijk zijn 9 incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners. Dit is relatief hoog in de buurten Hinthamerpoort, Graafsebuurt Zuid en Aawijk Noord. Volgens wijkprofessionals zijn er enkele families waaraan verschillende incidenten kunnen worden toegeschreven.
72
Tabel 14: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Graafsepoort
geweld
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
8,5
1,1
17%
5%
4%
7%
5%
9%
43%
7%
23%
6,5
36,0
23,8
1,1
21%
5%
2%
14%
29%
12%
39%
28%
30%
6,8
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
rapportcijfer veiligheid
bedreiging
8,5
19,1
drugsoverlast
jongerenoverlast
11,2
13,7
auto-inbraak
drugsoverlast
13,1
7,4
woninginbraak
vernielingen
10,0
2008
auto-inbraak
2013
Graafsepoort
woninginbraak
geweld
rommel op straat
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Fysieke verloedering De schaalscore voor fysieke verloedering is in de Graafsepoort (4,5) hoger dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (3,8). Ook steeg de schaalscore voor fysieke verloedering in twee jaar tijd met één punt. Dit komt doordat mensen meer rommel op straat, hondenpoep op straat en bekladding van muren of gebouwen (graffiti) ervaren. Volgens de wijkprofessionals verloederen sommige straten snel. Het groen verdwijnt uit de voortuinen en deze worden bestraat; dit geeft een ander straatbeeld. In Aawijk Noord zijn een aantal brandgangen vervuild. Volgens de professionals valt de verloedering hier verder mee. Wel klagen veel bewoners over loslopende honden en hondenpoep. Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is voor de Graafsepoort hetzelfde als gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). De schaalscore sociale overlast is in de Graafsepoort (2,4) iets hoger dan gemiddeld in de gemeente (2,1). Ook ervaren steeds meer mensen overlast van omwonenden in de buurt. Dit percentage steeg tussen 2011 en 2013 van zes naar elf procent. Wijkprofessionals geven aan dat er in een deel van de wijk (Hinthamerpoort, Aawijk en Graafsebuurt) veel ‘ontevreden’ mensen wonen. Het zijn gezinnen en families die al lang in de wijk wonen. Zij wonen in relatief grote woningen, hebben hoge lasten, maar lage inkomsten. Mensen zien veel problemen en denken weinig in oplossingen. Ook kunnen mensen weinig van elkaar hebben. Er is weinig vertrouwen in de overheid en politie. Volgens wijkprofessionals zijn er een aantal intimiderende families. In Aawijk Noord zijn relatief veel adressen waar buren overlast van ondervinden. Alcohol- en drugsoverlast In de Graafsepoort is er jaarlijks ongeveer één incident van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. Echter, het aantal mensen dat aangeeft dat drugsoverlast vaak voorkomt in hun buurt steeg tussen 2011 en 2013 van vijf naar negen procent. Volgens wijkprofessionals wordt er weinig drugsoverlast gemeld. De overlast die wordt gemeld gaat vaak over groepen jongeren op straat, dat door mensen wordt gelabeld als drugsoverlast. Wat verder mogelijk een rol speelt in de beleving is de komst van een hostel in de wijk. Hostel Van Broeckhovenlaan Om ervoor te zorgen dat verslaafde dak- en thuislozen in ’s-Hertogenbosch een rustiger en gezonder bestaan kunnen leiden wordt in mei 2014 aan de Van Broeckhovenlaan in ’s-Hertogenbosch een hostel geopend voor chronisch aan alcohol en/of drugs verslaafden met een psychiatrische ziekte. De komst van het hostel leeft erg in de wijk. Omdat het hostel de leefbaarheid en veiligheid in de buurt niet negatief mag schaden, worden verschillende leefbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. De eerste meting heeft in mei/juni 2013 plaatsgevonden. De inwoners in de omgeving van het hostel beoordelen de leefbaarheid in de buurt met het rapportcijfer 7,1 en de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 7,3. Vier procent van de omwonenden denkt dat de buurt er de komende jaren op vooruit zal gaan; 40 29 procent verwacht een achteruitgang van de buurt. De meest genoemde reden is het hostel . 29
Bron: Nulmeting Leefbaarheid en Veiligheid 2013, Beheergebied Van Broekhovenlaan. 73
6.3.1
Hinthamerpoort zuid 30
Binnen de Hinthamerpoort worden twee subbuurten onderscheiden: Hinthamerpoort noord en Hinthamerpoort zuid. Hinthamerpoort noord is na een rigoureuze sloop volledig nieuw opgebouwd. Daarbij zijn er ook woningen in het duurdere segment gebouwd. Hinthamerpoort was één van de buurten van het voormalige GSB aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. Hinthamerpoort zuid is op dit moment een aandachtsbuurt. In 2013 is voor het eerst de veiligheidssituatie voor de subbuurt Hinthamerpoort zuid onderzocht. Hinthamerpoort zuid heeft een veiligheidsindex van 17,4. Dit is lager dan gemiddeld in de wijk Graafsepoort (19,1). Uit de politiecijfers kan worden afgeleid dat de buurt er op vooruit gaat. In de periode 2012-2013 was er een daling van het aantal vermogensdelicten (woninginbraak, auto-inbraak, fietsendiefstal) en jongerenoverlast. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,4. Er kan voor Hinthamerpoort zuid geen vergelijking gemaakt worden over de tijd. In 2011 is wel de veiligheidssituatie van het voormalige aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad onderzocht. De veiligheidsindex van het gebied steeg tussen 2008 en 2011 van een 15,0 naar een 18,3. In 2011 beoordeelden de inwoners de veiligheid van de buurt met het rapportcijfer 6,5. Afbeelding 57: Veiligheidsindex Hinthamerpoort zuid (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
17,4
Hinthamerpoort zuid
19,1
Graafsepoort
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken In Hinthamerpoort zuid zijn meer woninginbraken dan gemiddeld in de gemeente. In 2013 waren er 17 incidenten van woninginbraak. Wel is het aantal woninginbraken in Hinthamerpoort zuid in de periode 2012-2013 gehalveerd. Volgens wijkprofessionals zijn er echter zelden woninginbraken in de buurt. Het aantal incidenten zegt meer iets over het aantal registraties van woninginbraak in plaats van het aantal incidenten van woninginbraken. Bij wijkprofessionals bestaat het vermoeden dat er door inwoners uit de buurt vaak valse aangifte van woninginbraak gedaan wordt om zo geld van de verzekering terug te krijgen. Het is echter niet te bewijzen. Dit beeld kan de lage beleving van woninginbraken in de buurt verklaren; vier procent van de inwoners geeft aan dat woninginbraken vaak voorkomen in hun buurt. Stedelijk gaat dit om negen procent van de inwoners. Fysieke verloedering De schaalscore fysieke verloedering is in Hinthamerpoort zuid (5,6) hoger dan gemiddeld in de gemeente (3,8). Er wordt met name erg veel rommel op straat ervaren; volgens 69 procent van de inwoners is er vaak rommel op straat. Volgens de wijkprofessionals is er in de buurt bij de vuilcontainers en in de brandgangen veel afval. Er zijn ook mensen die hun afval over de muur gooien in de tuin bij leegstaande woningen. Door de wind is er veel zwerfafval. Volgens de wijkprofessionals is het probleem niet toegenomen. Er wordt in de buurt twee keer zoveel geveegd door de gemeente dan in vergelijkbare buurten. Deze extra aandacht hieraan speelt mogelijk in op de beleving van bewoners. De hondenpoep is ook een groot probleem in de buurt; 63 procent van de inwoners geeft aan dat er vaak hondenpoep op straat ligt. Inwoners laten hun hond los uit voor op straat. 30
De buurt Hinthamerpoort staat ook bekend onder de naam Barten (Barten noord en Barten zuid).
74
Tabel 15: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Hinthamerpoort zuid31
10
15
12
Legenda:
15
20
15%
2%
2%
5%
4%
3%
7%
8%
10%
5%
rapportcijfer veiligheid
5%
soms/vaak onveilig voelen
18%
vernielingen
3,7
1,5
rommel op straat
38,0
drugsoverlast
22,3
35,1
auto-inbraak
5,4
19,7
woninginbraak
vernielingen
17,0
27,1
geweld
auto-inbraak
23,9
1,5
IVP-doelstelling al gehaald?
bedreiging
woninginbraak
13,9
2008 IVP-doelstelling 2014(max.)
jongerenoverlast
geweld
2013
Hinthamerpoort zuid
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
drugsoverlast
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
69%
5%
26%
6,4
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweld In Hinthamerpoort zuid zijn relatief veel geweldsincidenten. In 2013 waren er 24 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is al een aantal jaar stabiel. Een groot gedeelte hiervan betreft incidenten van huiselijk geweld. Er is een tweetal adressen in de buurt waar het afgelopen jaar meerdere incidenten hebben plaatsgevonden. Volgens de politie is er verder sprake van weinig incidenten en wordt het steeds rustiger in de buurt. Sociale overlast De schaalscore van sociale overlast is in de Hinthamerpoort zuid (2,8) hoger dan gemiddeld in de stad (2,1). Dertien procent van de inwoners geeft aan dat er vaak overlast is door omwonenden. Volgens tien procent zijn er vaak intimiderende omwonenden in de buurt, en volgens vijf procent zijn er vaak bedreigingen in de buurt. Volgens de wijkprofessionals hebben de inwoners van de buurt een hoog incasseringsvermogen. Wel worden mensen steeds minder tolerant; er wordt minder rekening gehouden met elkaar. Jongerenoverlast In de Hinthamerpoort zijn relatief veel incidenten van jongerenoverlast. In 2013 waren er in de Hinthamerpoort zuid 14 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Bijna een op de vijf inwoners ervaart vaak overlast van groepen jongeren in de buurt. Het aantal incidenten van jongerenoverlast ligt een stuk hoger in Hinthamerpoort noord; in 2013 waren hier 38 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten in Hinthamerpoort noord is het afgelopen jaar toegenomen. Volgens wijkprofessionals houden veel jongeren zich op onder het afdak van Brede Bossche School (BBS) de Graaf. Dat de jongeren zich hier ophouden ervaren veel mensen als overlast. De wijkprofessionals geven aan dat zij verder geen problemen ervaren van de groep jongeren. Ook op het Schakelplein is sprake van jongerenoverlast en neemt het soms de vorm van treiteren aan gericht op specifieke bewoner(s). Relatief veel meldingen zijn hieraan te relateren. Ook is er sprake van vernielingen. Mensen voelen zich onveilig door het gedrag van de groep jongeren. Alcohol- en drugsoverlast In 2013 waren er in Hinthamerpoort zuid 1,5 incidenten van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. Zeven procent van de inwoners van Hinthamerpoort zuid geeft aan dat er vaak drugsoverlast is in hun buurt. Volgens wijkprofessionals zijn er in de buurt van de Acaciasingel enkele panden van waaruit wordt gedeald. Hier is echter weinig overlast van en hierover wordt weinig gemeld door bewoners. Dit zijn niet de adressen waar verslaafden naar toe gaan, maar de weekendgebruiker. Deze zorgen in de regel voor weinig overlast. 31
Hinthamerpoort zuid is geen officiële CBS-buurt. De buurt Hinthamerpoort bestaat uit de subbuurten Hinthamerpoort zuid en Hinthamerpoort noord. De politie kan alleen volgens de officiële buurtindeling politiecijfers aanleveren. Voor Hinthamerpoort zuid is daarom aan de hand van postcodes gekeken hoeveel incidenten hier hebben plaatsgevonden en hoeveel inwoners/adressen er zijn. De cijfers geven een goede indicatie van de veiligheidssituatie in de buurt. 75
6.4
Muntel/Vliert
De veiligheidssituatie in Muntel/Vliert verbetert sinds 2010. In de periode 2010-2013 steeg de veiligheidsindex van 17,5 naar 19,3. De verbetering van de afgelopen twee jaar wordt bereikt door een afname van het aantal incidenten van woninginbraak en vernielingen. Ook is de beleving van overlast en criminaliteit verbeterd. Een negatieve ontwikkeling is een toename van het aantal geweldsincidenten. De veiligheid in de buurt wordt beoordeeld met het rapportcijfer 6,5. De Muntel/Vliert bestaat uit de buurten de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. Volgens wijkprofessionals is in de Orthenpoort de veiligheidssituatie het slechtst. De Orthenpoort heeft het karakter van een aandachtsbuurt. In de buurt zijn een aantal probleemgezinnen die de buurt intimideren. Afbeelding 58: Veiligheidsindex Muntel/Vliert (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7 19,3
Doel
15
Totale stad Muntel/Vliert 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in de Muntel/Vliert was het aantal inbraken hoog, met 20 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2011. Vervolgens nam het aantal woninginbraken af tot 10 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in twee jaar tijd een afname van 49 procent. De afname was het grootst in de Muntel. Ook in de Vliert nam het aantal inbraken af, maar het aantal inbraken is hier nog steeds relatief hoog. Tien procent van de inwoners van Muntel/Vliert geeft aan dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt. Voertuigcriminaliteit Het aantal auto-inbraken daalt al jarenlang in de Muntel/Vliert. In 2013 waren er acht incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners. Dat er sprake was van een jarenlange daling van de auto-inbraken zien we ook terug in de belevingscijfers. Het aantal mensen dat aangeeft dat auto-inbraak vaak voorkomt in de buurt nam tussen 2011 en 2013 af van 21 naar 13 procent. In vergelijking met andere wijken zijn er in de Muntel/Vliert relatief veel fietsendiefstallen. In de wijk stallen veel bewoners hun fiets op straat. Dit vergoot de gelegenheid tot fietsendiefstal.
76
Tabel 16: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Muntel/Vliert
13%
9%
29%
3%
25%
6,5
15%
36%
7%
42%
15%
36%
6,8
15
20
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15%
rapportcijfer veiligheid
8%
2%
soms/vaak onveilig voelen
5%
3%
vernielingen
0%
26%
drugsoverlast
19%
1,3
auto-inbraak
3,0
22,9
woninginbraak
12,5
37,0
geweld
jongerenoverlast
8,4
18,9
bedreiging
drugsoverlast
10,3
14,5
auto-inbraak
18,3
12,6
woninginbraak
5,4
2008
geweld
vernielingen
rommel op straat
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
2013
Muntel/Vliert
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweld In Muntel/Vliert zijn relatief veel geweldsincidenten. Ook nam het aantal geweldsincidenten toe, tussen 2011 en 2013 van 15 naar 18 incidenten per 1.000 inwoners. In de Orthenpoort is het aantal incidenten relatief hoog. Volgens vijf procent van de inwoners van Muntel/Vliert komen geweldsincidenten vaak voor in de buurt. Ook het aantal incidenten van huiselijk geweld nam het afgelopen jaar toe, van 8 naar 10 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten is relatief hoog in de Muntel en Orthenpoort. Sociale overlast De schaalscore sociale overlast is in de Muntel/Vliert (3,0) hoger dan gemiddeld in de gemeente (2,1). Inwoners van Muntel/Vliert ervaren meer dan gemiddeld alcohol- en drugsoverlast en overlast van groepen jongeren. Ook ervaren de inwoners meer dan gemiddeld overlast van zwervers en daklozen. Volgens wijkprofessionals concentreert de sociale overlast zich rond een aantal gezinnen/personen, met name in de Orthenpoort. Hierop is de afgelopen jaren een integrale aanpak ingezet die nu in de afrondende fase is. Zayaz geeft aan dat er daarnaast sprake is van sociale overlast op het Gheert van Calcarplein. Zayaz zet hier wel eens buurtbemiddeling in, of zij bemiddelen zelf in bepaalde situaties. Andere hotspots van sociale overlast zijn het Busschietersplein en het Taxandriaplein. Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast is het afgelopen jaar afgenomen van acht naar vijf incidenten per 1.000 inwoners. Met name in de Muntel nam het aantal incidenten af. Wel geeft een op de vijf inwoners aan dat zij vaak overlast ervaren van groepen jongeren op straat; 16 procent voelt zich vaak onveilig in de buurt van groepen jongeren. De hotspot voor de jongerenoverlast is het Taxandriaplein. Hier zijn daarom straatcoaches ingezet. Ook spraken bewoners de jongeren aan op gedrag. De overlast is nu redelijk onder controle. Volgens 13 procent komt jeugdcriminaliteit vaak voor in de buurt. Alcohol- en drugsoverlast In 2013 waren in de Muntel/Vliert drie incidenten van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. Het aantal is relatief hoog in de Orthenpoort. Ook zijn in deze buurt relatief veel incidenten van drugshandel. Volgens negen procent van de inwoners van Muntel/Vliert komt drugsoverlast vaak voor in de buurt. Minder inwoners ervaren alcoholoverlast in de buurt; het aandeel mensen dat aangeeft dat er vaak dronken mensen op straat zijn, daalde tussen 2011 en 2013 van 22 naar 12 procent.
77
6.5
Rosmalen Zuid
Rosmalen Zuid neemt een vijfde positie in van veiligste wijken van de gemeente. De veiligheidsindex van Rosmalen Zuid is de afgelopen twee jaar iets teruggelopen. Dit komt door een toename van het aantal incidente woninginbraak en jongerenoverlast. Op de meeste veiligheidsthema’s doet Rosmalen Zuid het beter dan gemiddeld in de gemeente. Er zijn bijvoorbeeld relatief minder incidenten van auto-inbraak, drugsoverlast, (huiselijk) geweld, sociale overlast en vernieling. Ook leven er weinig gevoelens van onveiligheid in de wijk; slechts één procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Gemiddeld beoordelen de inwoners de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 7,3. Afbeelding 59: Veiligheidsindex Rosmalen Zuid (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
21,5 20
19,7
Doel
15
Totale stad Rosmalen Zuid 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken is in Rosmalen Zuid de afgelopen twee jaar toegenomen van 16 naar 19 incidenten per 1.000 woningen. Met name in de buurt Molenhoek nam het aantal inbraken behoorlijk toe; het aantal inbraken steeg hier van 12 naar 30 inbraken per 1.000 woningen. Volgens acht procent van de inwoners van Rosmalen Zuid komt woninginbraak vaak voor in de buurt. Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast is tussen 2011 en 2013 toegenomen van 6 naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten is relatief hoog in de buurten Sparrenburg en Molenhoek. Vijf procent van de inwoners geeft aan dat er vaak overlast is van groepen jongeren in de buurt. Vernielingen Tussen 2011 en 2013 daalde het aantal vernielingen van elf naar acht incidenten per 1.000 inwoners. Echter, meer inwoners geven aan dat dit vaak voorkomt in hun buurt; tussen 2011 en 2013 steeg het aandeel mensen dat aangeeft dat vernieling vaak voorkomt in hun buurt van vijf naar vijftien procent. Dit is relatief hoog in vergelijking met andere wijken.
78
Tabel 17: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex –Rosmalen Zuid
rapportcijfer veiligheid
soms/vaak onveilig voelen
vernielingen
rommel op straat
drugsoverlast
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
bedreiging
Beleving bewoners (% komt vaak voor) jongerenoverlast
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
Rosmalen zuid
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
2013
8,9
5,7
18,6
5,7
7,9
0,2
5%
1%
0%
8%
2%
1%
14%
15%
9%
7,3
2008
4,9
5,2
18,1
4,9
16,1
0,2
9%
1%
1%
6%
6%
1%
18%
17%
20%
7,5
10
15
12
15%
2%
8%
10%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
15
20
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
79
2%
5%
6.6
Rosmalen Noord
Rosmalen Noord staat in de top 5 van meest veilige wijken van ’s-Hertogenbosch. De veiligheidssituatie in Rosmalen Noord is de afgelopen twee jaar iets verbeterd. Dit komt door een afname van het aantal incidenten van woninginbraak, auto-inbraak en jongerenoverlast. Op de meeste veiligheidsthema’s doet Rosmalen Noord het beter dan gemiddeld in de gemeente. Er zijn bijvoorbeeld relatief minder incidenten van auto-inbraak, drugsoverlast, (huiselijk) geweld, jongerenoverlast en sociale overlast. Gemiddeld beoordelen de inwoners van Rosmalen Noord de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 7,1. Afbeelding 60: Veiligheidsindex Rosmalen Noord (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
21,9 20
19,7
Doel
15
Totale stad Rosmalen Noord 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Tussen 2010 en 2012 daalde het aantal woninginbraken in Rosmalen Noord van 17 naar 11 incidenten per 1.000 woningen. In 2013 stabiliseerde het aantal woninginbraken. Wel zijn er verschillen tussen de buurten. In 2013 daalde het aantal inbraken in Rosmalen centrum, maar steeg het aantal woninginbraken in de buurten ’t Ven, Overlaet oost, Kruisstraat en Hondsberg. Het aantal mensen dat aangeeft dat woninginbraak vaak voorkomt in de buurt nam tussen 2011 en 2013 af van 12 naar 4 procent. Voertuigcriminaliteit In Rosmalen Noord zijn relatief weinig auto-inbraken. Tussen 2011 en 2013 daalde het aantal inbraken van zeven naar vier incidenten per 1.000 inwoners. In Rosmalen centrum is het aantal inbraken relatief het hoogst. Volgens één procent van de inwoners zijn er vaak auto-inbraken in de buurt. In vergelijking met andere wijken zijn er in Rosmalen Noord relatief veel fietsendiefstallen. Wel nam het aantal fietsendiefstallen het afgelopen jaar af van 12 naar 7 incidenten per 1.000 inwoners. De fietsen worden voornamelijk gestolen in het centrum van Rosmalen en bij Station Rosmalen. Het aantal mensen dat aangeeft dat fietsendiefstal vaak voorkomt in de buurt nam tussen 2011 en 2013 af van 10 naar 2 procent. Jongerenoverlast Tussen 2011 en 2012 is het aantal incidenten van jongerenoverlast afgenomen van 8 naar 6 incidenten per 1.000 inwoners. In 2013 stabiliseerde het aantal incidenten van jongerenoverlast. Wel zijn er verschillen tussen buurten; vorig jaar nam het aantal incidenten van jongerenoverlast toe in Rosmalen centrum en de Kruisstraat, en af in de buurten Overlaet Oost en Hondsberg. Volgens zes procent van de inwoners komt overlast van groepen jongeren in hun buurt vaak voor. Vier procent voelt zich vaak onveilig in de buurt van groepen jongeren.
80
Tabel 18: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Rosmalen Noord
rommel op straat
1%
14%
5%
11%
7,1
5%
1%
22%
9%
13%
7,6
15%
2%
8%
10%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
81
2%
5%
rapportcijfer veiligheid
1%
4%
soms/vaak onveilig voelen
4%
1%
vernielingen
0%
1%
drugsoverlast
0%
8%
auto-inbraak
6%
0,2
woninginbraak
0,9
13,9
geweld
9,0
6,6
bedreiging
4,0
10,0
drugsoverlast
11,3
5,3
vernielingen
5,4
4,7
auto-inbraak
5,9
2008
woninginbraak
geweld
2013
Rosmalen noord
jongerenoverlast
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
6.7
De Groote Wielen
De Groote Wielen behoort tot de top 3 van veiligste wijken van ’s-Hertogenbosch. Op bijna alle veiligheidsthema’s doet de wijk het beter dan gemiddeld. De afgelopen twee jaar nam het aantal woninginbraken en vernielingen verder af. Er was echter wel een toename van het aantal autoinbraken. Slechts weinig inwoners voelen zich wel eens onveilig in hun buurt. De veiligheid in de buurt wordt beoordeeld met het rapportcijfer 7,3. Afbeelding 61: Veiligheidsindex De Groote Wielen (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25 22,3 20
19,7
Doel
15 Totale stad De Groote Wielen
10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken in De Groote Wielen is tussen 2011 en 2013 met 70 procent afgenomen, van 10 naar 3 woninginbraken per 1.000 woningen. Het aantal woninginbraken nam met name af in Broekland en in De Hoven. Tien procent van de inwoners geeft aan dat woninginbraak in hun buurt vaak voorkomt. Omdat het aantal woninginbraken in 2011 was gestegen, heeft het project ‘Samen tegen inbrekers’ gelopen in de wijk. Met het project ging de politie samen met bewoners de wijk in. Wanneer de politie inbraakgevoelige situaties zag, belden ze aan bij de betreffende woning en waarschuwden de bewoners. Behalve een rondgang door de wijken, hield de politie acties waarbij auto’s werden aangehouden en gecontroleerd. Hierbij werden bestuurders ook geïnformeerd over inbraakpreventie. De bedoeling was dat het project zich als een olievlek door de wijk verspreid. Auto-inbraken Het aantal auto-inbraken in De Groote Wielen is het afgelopen jaar toegenomen van 4 naar 9 autoinbraken per 1.000 inwoners. Het aantal inbraken steeg met name in de buurten Broekland en de Hoven. Van alle wijken geven inwoners van De Groote Wielen het meest aan dat auto-inbraak in hun buurt vaak voorkomt. Tussen 2011 en 2013 steeg dit aandeel van 9 naar 18 procent. Volgens de politie vonden veel auto-inbraken plaats in auto’s van Duitse makelij. Ter preventie heeft de politie daarom brieven bezorgd bij zoveel mogelijk bezitters van dergelijke auto’s, met het verzoek extra alert te zijn.
82
Tabel 19: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – De Groote Wielen
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jongerenoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
2013
3,6
5,0
3,1
9,1
3,5
0,3
5%
0%
0%
10%
18%
2%
16%
1%
13%
7,3
2008
2,1
5,1
8,1
4,8
6,3
0,3
0%
0%
0%
2%
0%
0%
14%
2%
4%
8,0
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
15
12
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
De Groote Wielen
IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
83
drugsoverlast
geweld
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
6.8
Empel
Empel behoort tot de top drie van veiligste wijken van ’s-Hertogenbosch. De afgelopen twee jaar steeg de veiligheidsindex verder van een 22,1 naar een 22,8. Empel kan getypeerd worden als een relatief veilige en prettige wijk om in te wonen. De sociale controle is er vrij groot en de inwoners voelen zich verantwoordelijk voor het veilig en schoon houden van de eigen wijk. De wijk doet het op alle veiligheidsthema’s erg goed. De veiligheid in de buurt wordt met het rapportcijfer 7,4 beoordeeld. Afbeelding 62: Veiligheidsindex Empel (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25 22,8 20
19,7
Doel
15
Totale stad Empel 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in Empel was het aantal inbraken hoog, met 24 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2011. Vervolgens nam het aantal woninginbraken weer af tot 6 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in twee jaar tijd een afname van 76 procent. De afname deed zich voor in de buurten Kom Empel en Maasakker. In Empel oost nam het aantal inbraken echter iets toe. In 2013 vonden de meeste inbraken plaats in Kom Engelen. Acht procent van de inwoners van Empel geeft aan dat woninginbraken vaak voorkomen in hun buurt. Auto-inbraken Tussen 2010 en 2011 steeg het aantal auto-inbraken in Empel van 5 naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Vervolgens nam het aantal inbraken weer af tot 3 incidenten per 1.000 inwoners, en nam in 2013 weer toe tot 5 incidenten per 1.000 inwoners. In 2013 vonden de meeste auto-inbraken plaats in Maasakker en Empel Oost. Volgens de politie vonden veel auto-inbraken plaats in auto’s van Duitse makelij. In een deel van Empel heeft de politie brieven bezorgd bij zoveel mogelijk bezitters van dergelijke auto’s, met het verzoek extra alert te zijn. Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast is het afgelopen jaar afgenomen van 7 naar 4 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten nam af in de buurten Kom Empel en Maasakker. De jongerenoverlast nam echter toe in de buurt Empel Oost. Weinig inwoners van Empel geven aan vaak overlast te ervaren van groepen jongeren op straat. Stichting EYE (Empel Youth Events) organiseert activiteiten voor jongeren van Empel. De jongeren hebben een eigen ruimte in cultureel centrum D’n As. Volgens wijkprofessionals heeft dit bijgedragen aan de afname van de jongerenoverlast.
84
Tabel 20: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Empel
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jongerenoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
2013
4,3
4,6
5,9
5,2
3,8
0,0
3%
0%
0%
8%
4%
0%
7%
2%
4%
7,4
2008
7,5
5,3
9,1
5,7
11,3
0,4
7%
0%
1%
4%
4%
1%
5%
2%
10%
7,9
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
15
12
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
Empel
IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
85
6.9
Noord
De veiligheidssituatie van Noord is de afgelopen twee jaar verbeterd. In de periode 2011-2013 steeg de veiligheidsindex van een 17,3 naar een 18,0. Hierbij voldoet Noord echter nog niet aan de coalitiedoelstelling (alle wijken hebben een veiligheidsindex van minimaal 18,4). De wijk neemt een tweede positie in van onveilige wijken in ’s-Hertogenbosch. De cijfers van de Hambaken beïnvloeden de cijfers van de totale wijk Noord in negatieve zin. In de andere buurten van Noord gaat het qua veiligheid wel (relatief) goed. Wel is de veiligheidssituatie in de Hambaken verbeterd (zie § 6.9.1). In Noord zijn er relatief veel incidenten zijn van woninginbraak en (huiselijk) geweld. Ook ervaren in Noord meer bewoners dan gemiddeld incidenten van criminaliteit en overlast. Afbeelding 63: Veiligheidsindex Noord (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7
Doel 18,0 15
Totale stad Noord 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in Noord was het aantal inbraken hoog, met 32 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2010. Vervolgens nam het aantal woninginbraken af tot 15 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in drie jaar tijd een afname van 53 procent. In 2013 was het aantal inbraken relatief hoog in de buurten de Haren, de Rompert en Orthen. Vijftien procent van de inwoners van Noord geeft aan dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt. Auto-inbraken Het aantal auto-inbraken neemt al jarenlang af in Noord. In de periode 2011-2013 daalde het aantal auto-inbraken van 15 naar 10 incidenten per 1.000 inwoners. Wel steeg in 2013 het aantal autoinbraken in de buurten de Buitenpepers, de Rompert en de Edelstenenbuurt. Volgens wijkprofessionals helpt het extra surveilleren in de wijk het aantal auto-inbraken terug te dringen. Ook bezoekt de politie enkele notoire daders. De politie geeft aan dat er de afgelopen periode wel relatief veel auto-inbraken waren in bedrijfsvoertuigen in de wijken Noord, Hambaken en Maaspoort. Hierbij zijn vaak gereedschappen gestolen. Daarnaast is er een enkele keer sprake van zogenaamd mobiel banditisme, waarbij landelijk actieve groeperingen met een soort hit and run acties in een relatief kort tijdbestek een aantal auto-inbraken plegen.
86
Tabel 21: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Noord
rapportcijfer veiligheid
soms/vaak onveilig voelen
vernielingen
rommel op straat
drugsoverlast
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
bedreiging
Beleving bewoners (% komt vaak voor) jongerenoverlast
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
Noord
geweld
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
2013
8,9
14,7
15,2
10,1
11,7
0,9
18%
8%
7%
15%
13%
13%
32%
16%
27%
6,3
2008
18,4
17,1
19,9
17,5
22,8
1,7
22%
5%
5%
16%
15%
13%
46%
43%
33%
6,6
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Geweld Het aantal geweldsincidenten is relatief hoog in Noord. In 2013 waren er 15 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. Dit aantal is relatief hoog in de Edelstenenbuurt, de Muziekinstrumentenbuurt en de Slagen. Ook het aantal incidenten van huiselijk geweld is relatief hoog in Noord, met 12 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van huiselijk geweld is met name hoog in de Muziekinstrumentenbuurt, de Haren en de Slagen. Volgens wijkprofessionals is een deel van de incidenten toe te schrijven aan enkele gezinnen in de buurt. Veel incidenten vinden plaats achter de voordeur. Waarschijnlijk nemen door de recessie spanningen, en als gevolg daardoor (huiselijk) geweld toe. Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast is in Noord vergelijkbaar met gemiddeld in de gemeente. In 2013 waren er 9 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Tussen 2012-2013 was er een afname van de jongerenoverlast in de buurten de Buitenpepers, de Reit en de Edelstenenbuurt. In laatstgenoemde buurt is het aantal incidenten de afgelopen vijf jaar sterk afgenomen. In 2013 waren er relatief veel incidenten van jongerenoverlast in de buurten de Rompert, de Haren, de Reit en de Edelstenenbuurt. Relatief veel mensen ervaren jongerenoverlast; volgens 18 procent van de inwoners is er in hun buurt vaak overlast van groepen jongeren. Onveiligheidsgevoelens Ten opzichte van twee jaar terug voelen meer mensen zich onveilig in de wijk. In de periode 20112013 steeg het aantal mensen dat zich vaak onveilig voelt in de buurt van drie naar zeven procent in Noord en in de Hambaken van vijf naar elf procent. Dat meer mensen zich onveilig voelen in de buurt komt volgens wijkprofessionals door enkele incidenten die de afgelopen twee jaar hebben plaatsgevonden in de wijk. In de periode 2011-2013 waren er enkele (zelf)moorden in de Hambaken. Ook waren er incidenten van mishandeling en beroving bij de fietstunnel aan de Klokkenlaan. Hier zijn in juli 2013 twee camera’s geplaatst om meer incidenten te voorkomen. Het rapportcijfer dat men geeft voor de veiligheid in de buurt is echter niet afgenomen. De veiligheid in de buurt wordt in Noord beoordeeld met het rapportcijfer 6,3 en in de Hambaken met een 5,6.
87
6.9.1
De Hambaken
Het aandachtsgebied de Hambaken bestaat uit de buurten de Hambaken, de Muziekinstrumentenbuurt, de Edelstenenbuurt en de Sprookjesbuurt. Het aandachtsgebied de Hambaken heeft het laagste indexcijfer van alle wijken en onderzochte buurten. Wel is de veiligheidssituatie in de Hambaken de afgelopen jaren behoorlijk verbeterd. Tussen 2010 en 2013 steeg de veiligheidsindex van 11,1 naar een 15,8. De extra inspanningen van de afgelopen jaren van de gemeente, politie en andere veiligheidspartners leiden langzaam tot een verbetering van de veiligheidssituatie. De lage veiligheidsindex in de Hambaken wordt met name veroorzaakt doordat inwoners van de Hambaken meer dan gemiddeld incidenten van criminaliteit en overlast ervaren. Ook zijn er relatief veel incidenten van (huiselijk) geweld. Afbeelding 64: Veiligheidsindex De Hambaken (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7
15,8
15
Totale stad De Hambaken 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in de Hambaken was het aantal inbraken hoog, met 46 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2010. Vervolgens nam het aantal woninginbraken jaarlijks af tot 12 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in drie jaar tijd een afname van 73 procent. Ook de beleving van woninginbraken is verbeterd; het aantal mensen dat aangeeft dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt is in de periode 2011-2013 afgenomen van 30 procent naar 15 procent. Om de woninginbraken terug te dringen heeft de politie in de avonden extra mensen ingezet om te surveilleren. Er wordt in de gaten gehouden op welke tijden en op welke plaatsen wordt ingebroken. Hier wordt vervolgens gericht surveillance op ingezet. Vermoedelijke verdachten ontvangen een huisbezoek van de wijkagent. In de Hambaken zijn op donkere plekken verlichtingsmaatregelen getroffen. De woningcorporatie heeft het hang- en sluitwerk van de woningen aangepast. Ook is een aantal brandgangen in het midden afgesloten, zodat deze niet meer als vluchtwegen kunnen dienen. In het kader van de aanpak woninginbraken zijn bewoners voorgelicht over de risico’s van inbraken. Geweld Het aantal geweldsincidenten is relatief hoog in de Hambaken. In 2013 waren er 20 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. Ook het aantal incidenten van huiselijk geweld is relatief hoog, met 16 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van (huiselijk) geweld is met name hoog in de Edelstenenbuurt en de Muziekinstrumentenbuurt. Volgens wijkprofessionals is een deel van de incidenten toe te schrijven aan enkele gezinnen in de buurt. Veel incidenten vinden plaats achter de voordeur. Waarschijnlijk nemen door de recessie spanningen, en als gevolg daardoor (huiselijk) geweld toe. De politie denkt dat ze de gezinnen waar geweld plaatsvindt goed in beeld heeft.
88
Tabel 22: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – De Hambaken
21%
39%
24%
38%
5,6
24%
22%
59%
62%
47%
5,9
15
20
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
rapportcijfer veiligheid
18%
23%
soms/vaak onveilig voelen
15%
12%
vernielingen
13%
8%
drugsoverlast
13%
42%
auto-inbraak
28%
3,8
woninginbraak
1,1
30,7
geweld
13,0
12,7
drugsoverlast
7,9
25,8
vernielingen
12,3
23,2
auto-inbraak
20,3
28,4
woninginbraak
8,8
2008
geweld
2013
De Hambaken
jongerenoverlast
bedreiging
rommel op straat
Beleving bewoners (% komt vaak voor) jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is in de Hambaken (5,3) lager dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). Het aantal mensen dat vaak overlast ervaart van omwonenden is tussen 2010 en 2013 afgenomen van 18 naar 8 procent. Volgens wijkprofessionals heeft de selectieve woningtoewijzing hier aan bijgedragen. Ook worden steeds meer conflicten tussen buurtbewoners (succesvol) doorgeleid naar buurtbemiddeling. Volgens professionals is de kern van het probleem in de Hambaken de omgang met elkaar. Wel ervaren de professionals een positieve verandering met betrekking tot hoe zij bejegend worden door de inwoners. Er wonen veel kwetsbare mensen in de wijk, met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, verslavingsproblemen of GGZ-problematiek. Ook is er relatief veel armoede en werkeloosheid in de buurt. Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast is in de Hambaken vergelijkbaar met gemiddeld in de gemeente. In 2013 waren er 9 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Wel ervaren relatief veel mensen jongerenoverlast; volgens 28 procent van de inwoners is er in hun buurt vaak overlast van groepen jongeren. Wel is de jongerenoverlast (zowel objectief als subjectief) de afgelopen vijf jaar gedaald. Met name in de Edelstenenbuurt is het aantal incidenten van jongerenoverlast sterk gedaald. Volgens wijkprofessionals is dit bereikt door een goed gecoördineerde integrale aanpak. Jeugdgroepen zijn aangepakt en hierbij zijn ook gebiedsverboden uitgedeeld. In de buurt werken straatcoaches en een jeugdregisseur (zie § 5.1). Ook wordt de openbare ruimte aangepakt op plekken waar groepen jongeren rondhangen (snoeien van bomen e.d.). Volgens de wijkprofessionals is er momenteel weinig overlast van groepen jongeren. Alcohol- en drugsoverlast Het aantal incidenten van alcohol- en drugsoverlast is het afgelopen jaar afgenomen in de Hambaken, van 3 naar 1 incident per 1.000 inwoners. Wel geeft één op de vijf inwoners aan dat er in de buurt vaak drugsoverlast is. Volgens wijkprofessionals krijgen de jongeren hier de ‘schuld’ van; zij ontmoeten elkaar op straat en dit wordt gelabeld als drugsoverlast/-handel. Ook wordt softdrugsgebruik ervaren als drugsoverlast. Een hotspot van drugsoverlast was voorheen ’t Wielsem. Vanaf 2011 is er sterk ingezet om de omgeving van ’t Wielsem te verbeteren. Hierdoor is onder andere de drugsproblematiek hier nagenoeg verdwenen. Fysieke verloedering De schaalscore fysieke verloedering is in de Hambaken (5,3) hoger dan gemiddeld in de gemeente (3,8). Wel is de schaalscore de afgelopen jaren verbeterd. De wijkprofessionals geven aan dat er momenteel veel gebeurt met de woonomgeving. Bijvoorbeeld in het Wielsem is een voortuintjesproject; in samenwerking met Zayaz kunnen de bewoners van de Mondriaanwoningen hun voortuin opknappen. Een ander project zijn de buurtwatchers; jongeren uit de Hambaken gaan samen met een volwassen begeleider de buurt in om rotzooi en vervuiling op te sporen. Het project zet niet alleen in op een schonere omgeving, maar ook op bewustwording van het probleem.
89
6.10
Maaspoort
De veiligheidssituatie van de Maaspoort is de afgelopen twee jaar ongeveer hetzelfde gebleven. De afgelopen twee jaar daalde het aantal incidenten van woninginbraak en auto-inbraak. Wel nam het aantal incidenten van jongerenoverlast toe. Sinds 2008 nemen de onveiligheidsgevoelens onder bewoners van de wijk gestaag toe. Het aantal mensen dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt steeg van één naar vier procent. Ook daalde het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt van een 7,3 naar een 6,9. Afbeelding 65: Veiligheidsindex Maaspoort (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20,2 19,7
20
Doel
15
Totale stad Maaspoort 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in Maaspoort was het aantal inbraken hoog, met 28 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2010. Vervolgens nam het aantal woninginbraken jaarlijks gestaag af tot 6 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in drie jaar tijd een afname van 78 procent. Ook de beleving van woninginbraken is verbeterd; het aantal mensen dat aangeeft dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt is in de periode 2011-2013 afgenomen van 23 procent naar 8 procent. Er is een heel pakket van maatregelen genomen om het aantal woninginbraken terug te dringen, zoals de Taskforce woninginbraken en het Donkere Dagen Offensief. Hotspots en hotshots worden in beeld gebracht. De politie brengt in kaart welke groepen ze verantwoordelijk achtten voor de inbraken; deze worden strafrechtelijk aangepakt. Vermoedelijke verdachten ontvangen een huisbezoek van de wijkagent. Ook was er een lokwoning in de Maaspoort en zijn lokmiddelen track en trace ingezet. Daarnaast wordt er preventief gesurveilleerd en is er voorlichting gegeven aan inwoners en woningcorporatie. Zayaz heeft het hang- en sluitwerk van corporatiewoningen verbeterd. Ook het Buurt Informatie Netwerk heeft veel mensen geactiveerd om alert te zijn, wat ten goede komt aan de heterdaadkracht en het zelf nemen van preventieve maatregelen. Auto-inbraken Het aantal auto-inbraken in de Maaspoort nam tussen 2010 en 2012 af van 14 naar 8 incidenten per 1.000 inwoners. In 2013 stabiliseerde het aantal auto-inbraken. Door Stadstoezicht is op bepaalde locaties, zoals op grote parkeerplaatsen, folders uitgedeeld gericht op bewustwording. Ook zet de politie lokauto’s in op hotspots. Van de auto-inbraken wordt bericht op het Buurt Informatie Netwerk, waarbij ook de modus operandi (werkwijze) wordt vermeldt, dit ter bewustwording bij de inwoners. Bij diefstal van airbags en navigatie is vermoedelijk vaak sprake van zogenaamd mobiel banditisme, waarbij landelijk actieve groeperingen met een soort hit and run acties in een relatief kort tijdbestek een aantal auto-inbraken plegen in wijken die dicht bij de snelweg liggen.
90
Tabel 23: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Maaspoort
rommel op straat
10%
5%
16%
11%
17%
6,9
18%
11%
2%
16%
26%
20%
7,3
12
15
15%
2%
8%
10%
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
IVP-doelstelling al gehaald?
Legenda:
15
20
2%
rapportcijfer veiligheid
8%
1%
soms/vaak onveilig voelen
2%
1%
vernielingen
3%
10%
drugsoverlast
12%
0,3
auto-inbraak
0,8
12,4
woninginbraak
7,0
13,4
geweld
7,6
17,8
bedreiging
6,2
7,5
drugsoverlast
7,1
11,6
vernielingen
13,2
2008
auto-inbraak
2013
Maaspoort
woninginbraak
geweld
jongerenoverlast
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
5%
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast in de Maaspoort is in de periode 2011-2013 gestegen van 9 naar 13 incidenten per 1.000 inwoners. Het aantal incidenten van jongerenoverlast is in Maaspoort relatief het hoogst van alle wijken. Het aantal mensen dat aangeeft dat jongerenoverlast vaak voorkomt in de buurt is echter vergelijkbaar met gemiddeld in de gemeente. Het aandeel jongeren is in de Maaspoort hoger dan gemiddeld in de gemeente. In de Maaspoort zijn veel jongerenfaciliteiten, zoals JOP’s en jongerencentrum De Poort. Hierdoor heeft de wijk ook een grote aantrekkingskracht op jongeren, ook vanuit andere wijken. De politie stimuleert bewoners overlast te melden. Hierdoor trekken mensen eerder aan de bel. Ook zijn er een aantal notoire melders, die wekelijks jongerenoverlast melden. Door het stimuleren van meldingen, kan de jongerenoverlast beter in kaart worden gebracht en aangepakt. Maar hierdoor is er ook een hoger aantal geregistreerde incidenten. Er zijn geen specifieke hotspots in de wijk. Op locaties waar veelvuldig overlast ontstaat, wordt een beheergroep ingezet die met de jongerenoverlast aan de slag gaat. Hierdoor ontstaat er een waterbedeffect; de jongeren verplaatsen zich telkens. Om het waterbedeffect te voorkomen worden er ook gesprekken gevoerd met de jongeren. Op sommige locaties zijn fysieke maatregelen genomen om de (jongeren)overlast tegen te gaan. Bijvoorbeeld bij de Lokerenpassage is de parkeergarage afgesloten en de bebording en verlichting aangepast. Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is voor de wijk Maaspoort (6,1) vergelijkbaar met gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). De schaalscore sociale overlast is in de Maaspoort (1,2) lager dan gemiddeld in de gemeente (2,1). Wijkprofessionals geven aan dat de verschillen in de wijk echter groot zijn, en dat er stukken in de wijk vergelijkbaar zijn met die van de aandachtsgebieden. Professionals maken zich hier zorgen over. Het gaat dat met name om de buurten waar de corporatiewoningen staan, zoals de Hengmeng, omgeving Lokeren, de Kwartierenbuurt, Landstrekenlaan, Buurtstrekenlaan en het Bollenveld. In de corporatiewoningen van Zayaz komen steeds meer mensen met een rugzakje wonen. Afgelopen jaren zijn er in de kwetsbare buurten van ’s-Hertogenbosch corporatiewoningen gesloopt. Veel mensen uit deze kwetsbare buurten verhuizen (met sloopurgenten) naar Maaspoort Oost. Geweld In de Maaspoort zijn minder geweldsincidenten dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch. Wel is het aantal geweldsincidenten de afgelopen twee jaar licht gestegen, van 5 naar 7 incidenten per 1.000 inwoners. Er zijn ongeveer 6 incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners. Volgens professionals neemt het aantal incidenten van huiselijk geweld toe. Deels door nieuwe bewoners van corporatiewoningen met een rugzakje (Hengmeng). Maar er zijn ook meer incidenten van huiselijk geweld bij bewoners van de koopwoningen. Waarschijnlijk zijn door de crisis (verlies van baan, geldproblemen) stellen gedwongen om samen in een huis te blijven wonen. Incidenten bij dergelijke gezinnen worden nauwelijks gemeld, waardoor het probleem lang doorspeelt. Mensen zijn te trots om hulpverlening in te schakelen en zijn hier vaak ook onbekend mee. 91
6.11
West
De veiligheidssituatie van West is de afgelopen twee jaar verbeterd. In de periode 2011-2013 steeg de veiligheidsindex van een 17,5 naar een 18,4. Hierbij voldoet West nu aan de coalitiedoelstelling (alle wijken hebben een veiligheidsindex van minimaal 18,4). Wel blijft West een derde positie innemen van onveilige wijken in ’s-Hertogenbosch. Dit komt doordat er in West relatief veel incidenten zijn van woninginbraak, auto-inbraak, (huiselijk) geweld, drugsoverlast en vernieling. Ook ervaren in West meer bewoners dan gemiddeld incidenten van criminaliteit en overlast. Gemiddeld beoordelen de inwoners de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,3. Afbeelding 66: Veiligheidsindex West (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7 18,4
Doel
15
Totale stad West 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De veiligheidssituatie is ook voor de buurten Boschveld, de Schutskamp en de Kruiskamp onderzocht. De buurten Boschveld en de Kruiskamp hebben een hogere veiligheidsindex dan de wijk West gemiddeld. De Schutskamp heeft een lagere veiligheidsindex. In de volgende paragrafen wordt per buurt ingegaan op de veiligheidssituatie. Afbeelding 67: Veiligheidsindex West (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
18,6
Boschveld 16,6
Schutskamp
19,0
Kruiskamp
18,4
West
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
92
20
25
Tabel 24: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – West
rommel op straat
4%
3%
13%
14%
9%
40%
15%
28%
6,3
20%
7%
3%
15%
28%
11%
52%
42%
37%
6,5
15%
2%
2%
8%
10%
5%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
rapportcijfer veiligheid
20%
2,1
soms/vaak onveilig voelen
1,6
28,1
vernielingen
13,5
28,8
drugsoverlast
16,4
21,9
auto-inbraak
16,2
19,5
woninginbraak
drugsoverlast
15,4
9,3
geweld
vernielingen
8,8
2008
bedreiging
auto-inbraak
2013
West
woninginbraak
geweld
jongerenoverlast
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken In 2011 was er een piek van het aantal woninginbraken in West. Vervolgens nam het aantal woninginbraken weer af, tussen 2011 en 2012 van 24 naar 16 incidenten per 1.000 woningen. In 2013 is het aantal inbraken ongeveer hetzelfde gebleven. Ook het aantal mensen dat aangeeft dat er in hun buurt veel woninginbraken zijn is in de periode 2011-2013 afgenomen, van 20 naar 13 procent. De verschillen binnen de wijk zijn groot. In de Kruiskamp en Deuteren is het aantal inbraken de afgelopen twee jaar sterk afgenomen. In deze twee buurten zijn nieuwe woningen gebouwd en corporatiewoningen gerenoveerd. In Boschveld en de Schutskamp is het aantal inbraken relatief hoog. Ook nam het aantal woninginbraken in de Schutskamp het afgelopen jaar toe. Volgens de wijkprofessionals vonden de woninginbraken vooral plaats in de oudere corporatiewoningen en anti-kraakwoningen. Deze woningen zijn vaak onvoldoende beveiligd tegen inbraak. Auto-inbraken Tot 2011 daalde het aantal auto-inbraken in West. Vervolgens is het aantal auto-inbraken weer iets toegenomen, tussen 2011 en 2013 van 14 naar 16 incidenten per 1.000 inwoners. Deze stijging komt door een toenemend aantal incidenten in de buurten Paleiskwartier en Deuteren. In het Paleiskwartier vinden de inbraken vooral plaats in de parkeergarages bij de woningen. Meestal vinden dan enkele inbraken op één avond plaats. Er worden dan vooral navigatiesystemen, airbags en neonverlichting gestolen. Deze auto-inbraken zijn waarschijnlijk het werk van landelijk actieve groeperingen. Een hotspot van auto-inbraken in Deuteren is de Dertien Loten. Bedrijfsdiefstal In West zijn relatief veel incidenten van diefstal af/uit bedrijf. Een groot deel van de incidenten vindt plaats in de Rietvelden en het Veemarktkwartier. Er was in 2013 echter ook een forse toename van de incidenten in het Paleiskwartier. In de periode 2012-2013 steeg het aantal incidenten hier van 4 naar 33 incidenten. Geweld In West zijn relatief veel geweldsincidenten. In 2013 waren er 15 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. Er waren relatief veel incidenten in Boschveld, de Schutskamp en Paleiskwartier. In het Paleiskwartier steeg het aantal geweldsincidenten het afgelopen jaar van 13 naar 17 incidenten per 1.000 inwoners. In het Paleiskwartier waren het afgelopen jaar enkele straatroven (deze worden geregistreerd bij de geweldsincidenten) en incidenten met studenten tussen het station en de Onderwijsboulevard. Volgens wijkprofessionals blijft huiselijk geweld verborgen in het Paleiskwartier. In deze buurt zijn 3 (geregistreerde) incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners. Gemiddeld in West betreft het 12 incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners.
93
6.11.1 Boschveld Boschveld is een aandachtsbuurt. Het is een zeer gemeleerde buurt met veel verschillende nationaliteiten. De veiligheidssituatie in Boschveld is beter dan gemiddeld in de wijk West. Aandachtspunten voor Boschveld zijn de woninginbraken, auto-inbraken en (huiselijk) geweld. Gemiddeld beoordelen de inwoners de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,3. Afbeelding 68: Veiligheidsindex Boschveld (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
18,6
Boschveld
18,4
West
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Sinds 2011 daalt het aantal woninginbraken gemiddeld in ’s-Hertogenbosch. In Boschveld is het aantal woninginbraken in dezelfde periode ongeveer gelijk gebleven. In 2013 waren er 21 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen. Volgens wijkprofessionals is er geen vast patroon van woninginbraken in Boschveld en betreft het voornamelijk gelegenheidsinbraken; bijvoorbeeld insluipen (via balkon), babbeltrucs, openbreken achterraampjes of het gebruik van een verloren huissleutel. Omdat het om verschillende typen inbraken gaat, is het moeilijker om het aantal incidenten terug te dringen. Wel is er één verdachte opgepakt die verantwoordelijk wordt gehouden voor een aantal inbraken in de buurt. In Boschveld zijn enkele brandgangen afgesloten. De brandgangen worden echter niet altijd door de bewoners dicht gehouden. Auto-inbraken Sinds 2011 zijn er in Boschveld ongeveer 16 incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners. Wel was het aantal inbraken hoger in 2012. In dat jaar waren er veel auto-inbraken in auto’s van forenzen op de Parallelweg (nabij het Centraal Station). Dat het aantal auto-inbraken in de wijk hoger is dan gemiddeld in de stad zien we niet terug in de beleving. Dit komt waarschijnlijk doordat de meeste auto-inbraken plaats vinden bij forenzen in plaats van bij buurtgenoten. Twaalf procent geeft aan dat auto-inbraak vaak voorkomt in hun buurt. Geweld In Boschveld zijn relatief veel geweldsincidenten. Ook nam het aantal geweldsincidenten het afgelopen jaar toe, van 11 naar 19 incidenten per 1.000 inwoners. Ook het aantal incidenten van huiselijk geweld nam het afgelopen jaar toe, van 12 naar 21 incidenten per 1.000 inwoners. Echter, inwoners ervaren niet meer geweld in hun buurt dan elders in de stad. Drie procent van de inwoners vindt dat geweldsincidenten in hun buurt vaak voorkomen.
94
Tabel 25: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Boschveld
jongerenoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
1,6
20%
3%
3%
10%
12%
13%
49%
3%
29%
6,3
15%
2%
2%
8%
10%
5%
2013
6,4
19,5
21,2
16,3
15,6
2008
7,8
15,5
23,7
38,5
22,6
6,5
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
drugsoverlast
vernielingen
auto-inbraak
woninginbraak
geweld
Boschveld
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Jongerenoverlast Eén op de vijf inwoners van Boschveld geeft aan dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in hun buurt. In vergelijking daarmee is het aantal geregistreerde incidenten van jongerenoverlast laag in de buurt. In 2013 waren er 6 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Dit aantal is volgens de wijkprofessionals laag, omdat de inwoners jongerenoverlast vaak niet melden; mensen voelen zich geïntimideerd door de groepen jongeren, en uit angst melden ze de overlast niet. Het vergroten van de meldingsbereidheid van de inwoners helpt om de problematiek goed aan te kunnen pakken. Hotspots van jongerenoverlast zijn de voetbalkooi op de Copernicuslaan en het Van Coehoornplein. Alcohol- en drugsoverlast De afgelopen jaren zijn er jaarlijks ongeveer één á twee incidenten van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. In 2012 steeg het aantal ineens tot 4 incidenten van alcohol- en drugsoverlast per 1.000 inwoners. In 2012 was er een probleem met qatgebruik en –handel in Boschveld. Professionals hebben hierover gesproken met de Somalische gemeenschap. Vervolgens nam het aantal incidenten af. Wel geven relatief veel inwoners van Boschveld aan dat drugsoverlast vaak voorkomt in hun buurt. Deze beleving wordt mogelijk beïnvloed doordat zich een jeugdgroep ophoudt in de buurt, en mensen dit relateren aan drugsgebruik en –handel. Fysieke verloedering Ongeveer de helft van de inwoners van Boschveld geeft aan dat rommel op straat vaak voorkomt in hun buurt. Dit is hoger dan gemiddeld in de wijk West. Na het centrum van de Binnenstad is het aantal meldingen van vervuiling in ’s-Hertogenbosch het hoogst in Boschveld. Verder heeft Boschveld veruit de meeste meldingen van illegale stort. Wel is het aantal meldingen de afgelopen jaren afgenomen. Volgens de wijkprofessionals zetten de bewoners hun afval naast de vuilcontainers. Ook wordt oud meubilair en witgoed voor op straat gezet. Volgens de professionals is het moeilijk een mentaliteitsverandering bij de bewoners te weeg te brengen over hoe je omgaat met je woonomgeving. In Boschveld zijn vier keer per jaar schoonmaakacties (Boschveld Boent!), waar veel kinderen aan deelnemen. Tijdens deze dagen wordt zwerfafval opgeruimd, en hebben bewoners gratis stortmogelijkheden.
95
6.11.2 De Schutskamp De Schutskamp is een preventiebuurt. De veiligheidssituatie in de Schutskamp is slechter dan gemiddeld in de wijk West. De veiligheidsindex van West is een 18,4, terwijl die van de Schutskamp lager is met een 16,6. Dit komt doordat er in de Schutskamp relatief veel incidenten zijn van jongerenoverlast, woninginbraak en auto-inbraak. Ook ervaren meer inwoners vaak vermogensdelicten in hun buurt, en voelen meer mensen zich wel eens onveilig in de eigen buurt. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,3. Afbeelding 69: Veiligheidsindex Schutskamp (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig)
16,6
Schutskamp
18,4
West
2013 2008
19,7
's-Hertogenbosch 0
5
10
15
20
25
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken In de gemeente nam het aantal woninginbraken het afgelopen jaar af. In de Schutskamp steeg het aantal woninginbraken echter tussen 2012 en 2013 van 23 naar 31 incidenten per 1.000 woningen. Hiermee is de Schutskamp een van de hotspots van ’s-Hertogenbosch. Ongeveer een kwart van de inwoners van Schutskamp geeft aan dat woninginbraken in hun buurt vaak voorkomen. Volgens de wijkprofessionals zijn er twee oorzaken voor het hoge aantal inbraken in de Schutskamp: de kwaliteit van de woningen en het hoge aandeel ouderen in de buurt. Veel woningen in de Schutskamp zijn toe aan renovatie. Volgens de politie vinden veel inbraken plaats doordat de enkelglasruiten van de voordeur worden ingeslagen. De inbraken vinden plaats op uiteenlopende tijdstippen, van begin van de avond tot laat in de nacht. De politie vermoedt dat enkele leden van een familie verantwoordelijk zijn voor de inbraken. In de Schutskamp wonen relatief veel ouderen; twintig procent van de bevolking is 65 jaar of ouder. Er hebben relatief veel inbraken plaatsgevonden bij de seniorenwoningen aan de Boschmeersingel. Volgens de wijkprofessionals is het belangrijk om juist bij de ouderen in te zetten op het bewustwordingsproces om het aantal woninginbraken terug te dringen. Volgens de wijkprofessionals willen de bewoners graag dat de brandgangen worden afgesloten. Auto-inbraken In de Schutskamp zijn er relatief veel auto-inbraken. Ook nam het aantal auto-inbraken toe. In de periode 2011-2013 steeg het aantal inbraken van 16 naar 24 incidenten per 1.000 inwoners. Er zijn twee hotspots van auto-inbraken: de Helftheuvelpassage en de Eendenkooi. Bij de Helftheuvelpassage vinden veel inbraken plaats tussen 17.00 en 20.00 uur. Mensen doen op de terugweg van werk naar huis snel een boodschap bij het winkelcentrum, en laten spullen zichtbaar achter in de auto. Bij de Eendenkooi komen de inbraken regelmatig in series voor (enkele tegelijk). Het parkeerterrein nabij de sportvelden wordt veel gebruikt en staat regelmatig vol. Hier vinden de inbraken ook overdag plaats, met name in het weekend. Vanuit het parkeerterrein zijn verscheidene vluchtroutes aanwezig. Winkeldiefstal Na het centrum van ’s-Hertogenbosch zijn er in de Schutskamp de meeste winkeldiefstallen. Jaarlijks zijn er ruim 40 incidenten van winkeldiefstal. Het merendeel vindt plaats in de winkels gevestigd in de Helftheuvelpassage.
96
Tabel 26: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – De Schutskamp
IVP-doelstelling 2014(max.)
10
15
12
15
IVP-doelstelling al gehaald?
Legenda:
20
6%
24%
20%
8%
15%
2%
2%
8%
10%
5%
36%
rapportcijfer veiligheid
4%
drugsoverlast
21%
soms/vaak onveilig voelen
1,6
1,6
vernielingen
28,4
rommel op straat
16,3
27,5
auto-inbraak
23,9
16,3
woninginbraak
vernielingen
31,1
21,8
geweld
auto-inbraak
16,9
13,5
bedreiging
woninginbraak
14,2
2008
jongerenoverlast
geweld
2013
De Schutskamp
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
drugsoverlast
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
30%
34%
6,3
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Jongerenoverlast In de Schutskamp zijn relatief veel incidenten van jongerenoverlast. In 2013 waren er 14 incidenten van jongerenoverlast per 1.000 inwoners. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Eén op de vijf inwoners van de Schutskamp geeft aan dat overlast van groepen jongeren in hun buurt vaak voorkomt, en volgens 15 procent is er vaak sprake van jeugdcriminaliteit. Echter, volgens wijkprofessionals zijn er de laatste maanden weinig incidenten van jongerenoverlast. Wel ervaren volgens hen een aantal inwoners overlast van de jongeren bij het Cruyff Court aan de Kooikersweg. Veel huizen in de Schutskamp zijn gehorig, waardoor mensen eerder overlast ervaren. Ook zitten er in de buurt relatief veel mensen thuis, waardoor er ook meer mogelijkheden zijn om overlast te ervaren. Volgens wijkprofessionals zijn inwoners steeds minder tolerant, met name naar de jeugd. Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is in de Schutskamp (5,2) lager dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). In de Schutskamp wonen verschillende culturen; 37 procent van de inwoners is van niet-Nederlandse komaf en 27 procent behoort tot de niet-westerse allochtonen. Volgens de wijkprofessionals is er weinig vermenging tussen de verschillende groepen: Nederlanders gaan om met Nederlanders, Marokkanen met Marokkanen, Turken met Turken, etc. Op basisscholen wordt vermenging gestimuleerd. Geweld In de Schutskamp zijn relatief veel geweldsincidenten. In 2013 waren er 17 incidenten van geweld per 1.000 inwoners. In 2012 waren het nog 19 geweldsincidenten per 1.000 inwoners. Echter, het aantal incidenten van huiselijk geweld steeg het afgelopen jaar iets, van 10 naar 12 incidenten per 1.000 inwoners. Zes procent van de inwoners vindt dat geweldsincidenten in hun buurt vaak voorkomen. Volgens de wijkprofessionals wonen er enkele intimiderende gezinnen in de buurt. Deze gezinnen behoren tot dezelfde familie. Ook is er regelmatig sprake van burenruzies. Mensen krijgen ruzie om kleine dingen. De cultuur ‘laat niet met je sollen’ wordt van oud op jong doorgegeven, en is moeilijk te doorbreken. Fysieke verloedering De schaalscore fysieke verloedering is in de Schutskamp (5,1) hoger dan gemiddeld in de gemeente (3,8). Deze score is hoger dan gemiddeld doordat relatief veel mensen rommel op straat en vernieling van straatmeubilair ervaren. Volgens 30 procent van de inwoners is er vaak vernieling van straatmeubilair. Daarnaast ervaart 36 procent vaak rommel op straat. (On)veiligheidsgevoelens In de Schutskamp voelen iets meer mensen zich onveilig dan gemiddeld in de gemeente. Vijf procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Een op de vijf inwoners (18 procent) voelt zich ’s avonds vaak onveilig als ze alleen over straat lopen. Een op de tien inwoners geeft aan dat zij vaak in de eigen buurt omlopen/omrijden, om onveilige plekken te vermijden. Ook doet ongeveer een kwart ’s avonds / ’s nachts niet open, omdat ze dat niet veilig vinden.
97
6.11.3 De Kruiskamp De Kruiskamp is een preventiebuurt. De veiligheidssituatie in de Kruiskamp verbetert sinds 2010. Dit komt met name door een daling van de vermogensdelicten; zowel in de politieregistraties als in de beleving van bewoners. De inwoners beoordelen de veiligheid in de buurt met het rapportcijfer 6,3. Afbeelding 70: Veiligheidsindex Kruiskamp (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25
20
19,7 19,0
15
Totale stad Kruiskamp 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken In 2011 was er een piek van het aantal woninginbraken in de Kruiskamp. Vervolgens nam het aantal woninginbraken weer af, tussen 2011 en 2013 van 38 naar 11 incidenten per 1.000 woningen. Dit is een afname van 71 procent. Ook het aantal mensen dat aangeeft dat er in hun buurt veel woninginbraken zijn is in deze periode afgenomen van 29 naar 12 procent. Volgens de wijkprofessionals vonden de woninginbraken vooral plaats in de oudere corporatiewoningen. In de Nederlandse Buurt zijn deze de afgelopen jaren gerenoveerd en ook zijn de brandgangen hier afgesloten. De vermoedelijke daders zijn met name criminele jongeren uit de eigen buurt. Fysieke verloedering Inwoners van de Kruiskamp ervaren relatief veel fysieke verloedering in hun buurt. Wel is de schaalscore van fysieke verloedering tussen 2011 en 2013 afgenomen van een 5,5 naar een 4,6. Minder mensen ervaren in hun buurt rommel op straat, bekladding van muren of gebouwen en vernieling van straatmeubilair. Ook bij de politie zijn er minder incidenten van vernieling geregistreerd. Het aantal incidenten van vernieling nam tussen 2011 en 2013 af van 15 naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Wijkprofessionals geven aan dat er in de Kruiskamp een aantal basisscholen en winkelstrips leeg staan. Dit roept een negatieve sfeer op en zorgt voor een omgeving die gemakkelijk verloedert.
98
Tabel 27: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – De Kruiskamp
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
13%
5%
2%
8%
10%
36%
rapportcijfer veiligheid
12%
soms/vaak onveilig voelen
1%
vernielingen
7%
rommel op straat
drugsoverlast
1,0
auto-inbraak
9,4 20,2
vernielingen
11,4 22,7
auto-inbraak
11,0
11,5 28,2
woninginbraak
8,3
8,5
geweld
jongerenoverlast
2%
8,3
2008
bedreiging
drugsoverlast
15%
woninginbraak
22%
2013
Kruiskamp
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
1,1
geweld
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
19%
29%
6,2
5%
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling /geen meting
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast in de Kruiskamp is het afgelopen jaar afgenomen van 11 naar 8 incidenten per 1.000 inwoners. Ook volgens de wijkprofessionals zijn er de laatste maanden weinig incidenten van jongerenoverlast. Echter, nog relatief veel inwoners ervaren jongerenoverlast; 22 procent van de inwoners geeft aan dat er vaak overlast is van groepen jongeren in hun buurt. Sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie (omgang met elkaar) is in de Kruiskamp (5,5) lager dan gemiddeld in ’s-Hertogenbosch (6,0). Tien procent van de inwoners van de Kruiskamp geeft aan dat overlast door omwonenden vaak voorkomt bij hen in de buurt. In de Kruiskamp wonen verschillende culturen; 38 procent van de inwoners is van niet-Nederlandse komaf en 28 procent behoort tot de niet-westerse allochtonen. Volgens de wijkprofessionals is er weinig vermenging tussen de verschillende groepen: Nederlanders gaan om met Nederlanders, Marokkanen met Marokkanen, Turken met Turken, etc. Op basisscholen wordt vermenging gestimuleerd. (On)veiligheidsgevoelens In de Kruiskamp voelen iets meer mensen zich onveilig dan gemiddeld in de gemeente. Zes procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Acht procent van de inwoners geeft aan dat zij vaak in de eigen buurt omlopen/omrijden, om onveilige plekken te vermijden. Ook doet een vijfde ’s avonds / ’s nachts vaak niet open, omdat ze dat niet veilig vinden. Het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt stijgt al enkele jaren. In de periode 2010-2013 steeg het rapportcijfer van een 5,7 naar een 6,2.
99
6.12
Engelen
Engelen is de meest veilige wijk van de gemeente. De veiligheidssituatie is er de afgelopen twee jaar verbeterd. In de periode 2011-2013 steeg de veiligheidsindex van een 21,7 naar een 22,9. De verbetering komt door een afname van het aantal incidenten van woninginbraak, auto-inbraak, jongerenoverlast en vernieling. Ook beoordelen de inwoners de veiligheid in de buurt beter. Het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt steeg tussen 2011 en 2013 van een 7,4 naar een 7,7. Afbeelding 71: Veiligheidsindex Engelen (1=zeer onveilig, 25=zeer veilig) 25 22,9 20
19,7
Doel
15
Totale stad Engelen 10 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Woninginbraken Het aantal woninginbraken was hoog in ’s-Hertogenbosch, en piekte in 2010/2011. Ook in Engelen was het aantal inbraken hoog, met 19 incidenten van woninginbraak per 1.000 woningen in 2011. Vervolgens nam het aantal woninginbraken jaarlijks gestaag af tot 7 incidenten per 1.000 woningen in 2013. Dit is in twee jaar tijd een afname van 65 procent. In 2013 vonden de meeste inbraken plaats in Kom Engelen. Zeven procent van de inwoners geeft aan dat woninginbraken vaak voorkomen in hun buurt. Auto-inbraken Tussen 2009 en 2011 steeg het aantal auto-inbraken in Engelen van 4 naar 12 incidenten per 1.000 inwoners. Vervolgens neemt het aantal auto-inbraken weer af tot 4 incidenten per 1.000 inwoners in 2013. De afname is het grootst in Kom Engelen. Ook inwoners ervaren minder auto-inbraken; het aantal inwoners dat aangeeft dat auto-inbraken vaak voorkomt in hun buurt nam tussen 2011 en 2013 af van twaalf naar vijf procent. Jongerenoverlast Het aantal incidenten van jongerenoverlast nam tussen 2010 en 2011 toe, van 4 naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Deze toename werd veroorzaakt door relatief veel incidenten in Kom Engelen. Hier hield zich een groep jongeren op bij de supermarkt aan de Dien van Hemertstraat. De groep maakte zich met enige regelmaat schuldig aan hinderlijk gedrag en lichte geweldsdelicten. De overlast voor de buurt uitte zich in lawaai, rotzooi en intimiderend gedrag. Door intensieve samenwerking tussen gemeente, jongeren, Divers en politie is de groep bewogen richting geschiktere locaties. De groep jongeren houdt zich nu op bij dierenpark de Vlacie en de JOP Engelerpark. Hierdoor is het aantal incidenten van jongerenoverlast teruggelopen tot 3 incidenten per 1.000 inwoners in 2013.
100
Tabel 28: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex –Engelen
rommel op straat
5%
0%
10%
5%
8%
7,7
6%
2%
3%
14%
28%
11%
7,9
8%
10%
IVP-doelstelling 2014(max.) IVP-doelstelling al gehaald? Legenda:
10
15
12
15
20
15%
2%
IVP doelstelling gehaald; IVP-doelstelling niet gehaald; geen IVP-doelstelling
Bron: Veiligheidsmonitor, L&V, BPS & BVH Politie en GBA, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
101
2%
5%
rapportcijfer veiligheid
7%
1%
soms/vaak onveilig voelen
0%
1%
vernielingen
0%
9%
drugsoverlast
1%
0,0
auto-inbraak
0,7
10,3
woninginbraak
3,3
4,1
geweld
3,6
10,0
bedreiging
6,5
5,8
drugsoverlast
4,3
7,8
vernielingen
2,6
2008
auto-inbraak
2013
Engelen
woninginbraak
geweld
jongerenoverlast
Beleving bewoners (% komt vaak voor)
jongerenoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adressen
Bijlagen
Bijlage 1: Bronnen De veiligheidsmonitor is gebaseerd op twee basisbronnen: de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor en het politieregistratiesysteem (BVH). Afhankelijk van het onderwerp zijn er ook nog andere bronnen gebruikt, zoals de KLPD dienst IPOL, onderzoek jongeren, Leerlingthermometer en het Meldpunt Schoon, Heel en Veilig. De meest recente cijfers hebben betrekking op het jaar 2013. Waar dit niet het geval is, wordt dit in het rapport vermeld. Hieronder worden de verschillende bronnen kort besproken. 1. Vragenlijst veiligheidsmonitor In de oneven jaren wordt de vragenlijst veiligheidsmonitor uitgezet. Dit is een vragenlijst waarin bewoners wordt gevraagd naar hun mening over de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt. Via een steekproeftrekking uit de gemeentelijke basis administratie (GBA) is een bepaald aantal personen geselecteerd. Dit aantal is groot genoeg om per wijk/buurt betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Naar deze mensen is een brief gestuurd met daarin het verzoek om de enquête via internet in te vullen. Wanneer zij de vragenlijst niet via internet konden of wilden invullen, konden zij een schriftelijke vragenlijst opvragen. Personen van 60 jaar en ouder kregen bij voorbaat een papieren vragenlijst meegestuurd. Om de respons te verhogen is er na verloop van tijd een herinnering gestuurd aan de mensen die de enquête nog niet hadden ingevuld. In ’s-Hertogenbosch hebben bijna 3.700 mensen de enquête ingevuld. Dit komt neer op een respons van 30 procent. Van de respondenten zijn enkele achtergrondgegevens bekend, zoals geslacht, leeftijd en de woonbuurt. De verdeling van de respondenten naar deze achtergrondkenmerken is niet hetzelfde als de werkelijke verdeling binnen de gemeente. Om er zeker van te zijn dat de respons wel een goede benadering van de werkelijkheid is, zijn de resultaten gewogen. Wegen betekent dat de groepen die oververtegenwoordigd zijn, minder zwaar worden meegeteld. De groepen die ondervertegenwoordigd zijn, worden juist zwaarder meegeteld. Hierdoor zijn de resultaten representatief voor de hele bevolking. In het rapport worden de (gewogen) resultaten gepresenteerd. De resultaten gaan over de groep respondenten die de betreffende vraag hebben beantwoord. Respondenten die een vraag niet hebben beantwoord worden buiten beschouwing gelaten. De resultaten van de even jaren zijn afkomstig van de enquête Leefbaarheid & Veiligheid (L&V) van de gemeente ’s-Hertogenbosch. 2. Landelijke veiligheidsmonitor In 2013 is ook de landelijke veiligheidsmonitor uitgevoerd. Dit is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De landelijke veiligheidsmonitor gaat niet alleen in op de landelijke situatie; de analyses gaan onder andere ook in op de veiligheidssituatie van alle Nederlandse gemeenten met meer dan 70.000 inwoners, waaronder ’s-Hertogenbosch.
105
3. Politiegegevens 3.1. Basisvoorziening Handhaving (BVH) De politie houdt het aantal incidenten in een gemeente bij in het registratiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH). Incidenten zijn alle voorvallen die bij de politie zijn gemeld, of voorvallen die de politie zelf waarneemt. Dat zijn niet alleen strafbare feiten, maar bijvoorbeeld ook meldingen van overlast. De politiecijfers worden uitgedrukt in het aantal incidenten per 1.000 inwoners. Uitzondering hierop zijn de woninginbraken; deze worden uitgedrukt in het aantal incidenten per 1.000 woningen. Het politiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) is in 2009 ingevoerd. De gegevens van vòòr 2009 zijn afkomstig van het Bedrijfsprocessensysteem (BPS). 3.2. Geïntegreerde Interactieve Database voor Strategische bedrijfsinformatie (Gids-Kubus) Sinds 2004 is binnen de politieregistratie de verplichte projectcode huiselijk geweld ingevoerd, zodat een incident achteraf als zodanig in de politiesystemen te herkennen is. Daarnaast is de zogenaamde GIDS-Kubus huiselijk geweld ontwikkeld, zodat het mogelijk is om ook inzicht te krijgen in de aard en een aantal achtergronden van huiselijk geweld, zoals kenmerken van daders en slachtoffers. Op de GIDS-Kubus zijn 23 politieregio’s aangesloten. 3.3. KLPD Dienst IPOL De Dienst IPOL van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. Het gaat dan onder meer om gegevens over geregistreerde criminaliteit (aangiftes) en over daders. De cijfers betreffen alleen informatie over daders. Feitelijk zijn dit nog verdachten. Voor deze personen is proces verbaal van opsporing gemaakt en verstuurd naar het OM. De rechter moet zich er nog over uitspreken. Het is de overtuiging van de politie dat het personen betreft die zich schuldig gemaakt hebben aan enig misdrijf. In de veiligheidsmonitor worden cijfers gepresenteerd over (zeer actieve) veelplegers en harde kern jongeren. 4. Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) De gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) bevat persoonsgegevens van iedereen die in Nederland woont of gewoond heeft. Uit het GBA zijn cijfers gehaald over het aantal personen en woningen op buurt-, wijk- en gemeenteniveau. 5. Meldpunt Schoon, Heel en Veilig Bij het Meldpunt Schoon, Heel en Veilig (voorheen Meldpunt Openbare Ruimte) van de gemeente ’s-Hertogenbosch kunnen inwoners en instanties melding maken van alle zaken die te maken hebben met de leefbaarheid op straat en in de buurt. Zo kan men bijvoorbeeld melding maken van zwerfvuil, illegale stort en kapotte straatverlichting. In de veiligheidsmonitor zijn het aantal meldingen van vervuiling en illegale stort opgenomen. Dit wordt uitgedrukt in het aantal incidenten per 1.000 inwoners. 6. Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch Het Rijk en de 22 gemeenten van het samenwerkingsverband 'Aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren' werken samen met als doel een trendbreuk te realiseren in de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse risicojongeren in de schooluitval, de werkeloosheid, de criminaliteit en de overlast. Daarom is besloten om de positie van Marokkaans-Nederlandse jongeren op de terreinen van onderwijs, arbeid en uitkering en criminaliteit, jaarlijks in kaart te brengen. Het Risbo brengt jaarlijks een evaluatie op deze thema’s uit in het rapport ‘Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch’. Om de resultaten in perspectief te kunnen plaatsen wordt er daarnaast ook gerapporteerd over andere grote bevolkingsgroepen.
106
7. Problematische jeugdgroepen in ’s-Hertogenbosch Op basis van de landelijke methode shortlist groepscriminaliteit worden jaarlijks de problematische jeugdgroepen in de politieregio Oost Brabant in kaart gebracht. Dit gebeurt via de methodiek van Beke. Dit is een instrument waarmee problematische jeugdgroepen binnen de regio periodiek in beeld worden gebracht. De betreffende lijst wordt ieder jaar binnen het casusoverleg ‘Overlastgevende Risico Jeugd’ (ORJ) gevalideerd naar aanleiding van de inzichten van de veiligheidspartners binnen dit casusoverleg. De meest actuele cijfers zijn van eind 2013. De jeugdgroepen worden geclassificeerd naar hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen. 8. Veiligheidsanalyse Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Juni 2009 is in ’s-Hertogenbosch en Rosmalen gestart met het project Veilig Uitgaan. Om er voor te zorgen dat uitgaan in ’s-Hertogenbosch veilig is en veilig blijft hebben partners gekozen voor samenwerking om problemen als geweld en overlast tijdens het uitgaan aan te pakken. Het project Veilig Uitgaan wordt vormgegeven door de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU). De KVU voorziet in de behoefte om door middel van een samenwerkingsstructuur te komen tot een gestructureerde aanpak. Koninklijke Horeca Nederland (KHN), politie, gemeente en Openbaar Ministerie hebben afspraken gemaakt die veilig uitgaan moeten waarborgen. Om de voortgang van de KVU te monitoren, wordt de KVU tweejaarlijks geëvalueerd. Het achterliggende doel is verbetering: wat gaat er goed en wat is voor verbetering vatbaar. 9. Nulmeting Leefbaarheid en Veiligheid Hostel Om ervoor te zorgen dat verslaafde dak- en thuislozen in ’s-Hertogenbosch een rustiger en gezonder bestaan kunnen leiden en dat de overlast die deze groep veroorzaakt in de stad wordt teruggebracht, wordt in 2014 aan de Broeckhovenlaan in ’s-Hertogenbosch een hostel geopend voor chronisch aan alcohol en/of drugs verslaafden met een psychiatrische ziekte. Omdat het hostel de leefbaarheid en veiligheid in de buurt niet negatief mag schaden, worden verschillende leefbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. De eerste meting heeft in mei/juni 2013 plaatsgevonden. 10. Onderzoek Jongeren Het onderzoek jongeren vindt tweejaarlijks plaats. Aan jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar oud worden vragen voorgelegd over onder andere onderwijs, vrije tijd, gezondheid, leefstijl, hulp en ondersteuning, vrijwilligerswerk, mantelzorg en veiligheid. In 2013 hebben ongeveer 2.300 jongeren uit de gemeente ’s-Hertogenbosch deelgenomen aan het onderzoek jongeren. 11. Leerlingthermometer De Leerlingthermometer is een onderzoek naar onder andere de veiligheidsbeleving in en om de school. Dit onderzoek wordt in de oneven jaren uitgevoerd. De vragenlijst wordt voorgelegd aan leerlingen van alle middelbare scholen in ’s-Hertogenbosch. 12. Kwalitatieve informatie Om de resultaten te verklaren, zijn er bijeenkomsten met de wijknetwerken georganiseerd. In de wijknetwerken zitten vertegenwoordigers van de gemeente, politie, Juvans, Divers en woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz. Het doel van de wijkbijeenkomsten was “het verhaal achter de cijfers” boven water te krijgen. De resultaten zijn met de wijkprofessionals besproken en er is gezocht naar verklaringen en achtergronden voor de resultaten. Deze input is verwerkt in deze veiligheidsmonitor. Naast deze informatie uit de wijk is ook (beleids)informatie opgenomen over maatregelen die in de gemeente genomen worden om overlast en criminaliteit terug te dringen. Dit wordt telkens bij het betreffende onderwerp besproken.
107
13. AD-misdaadmeter Het Algemeen Dagblad brengt jaarlijks de AD-misdaadmeter uit. In de AD-misdaadmeter worden elk jaar de Nederlandse gemeenten gerangschikt naar de mate waarin bepaalde vormen van criminaliteit voorkomen. De misdaadscore per gemeente wordt bepaald door de positie van die gemeente op de landelijke ranglijsten van tien delicten. Deze delicten zijn: woninginbraak, diefstal van een motorvoertuig, bedreiging, mishandeling, straatroof, overval, vernieling, diefstal uit garage/schuur, diefstal uit een auto en zakkenrollen. De eerste zes genoemde tellen dubbel zo zwaar mee. De scores zijn relatief: het aantal delicten is afgezet tegen het inwoneraantal. Zo ontstaat de kans op het plaatsvinden van een delict.
108
Bijlage 2: Wijken en buurten in ‘s-Hertogenbosch 0609 0804
0799 1205
0705
1011
1009
0802
1006 1005 1007 1203
1204
1008
1206
0910 0909
1109
0914
0913
0403 1101
1106 1105
1104 1102
0603 0504 0602
0505
0502
0304
0503
0501
0305 0303
0302 0301
0401
0105
0605
0506 0306
0402
0104
0604
0606
0902
0507
1108
0704
0608 0903
0901
1110 1107
0601
0905
0904
0912
1111
0906
0908
0911
0703
0607
0701
0907
0915 1202
0702
1003
1002
1001
1010
1201
0706
0803
0801
1004
0103 0102
0101
0210 0209
0211
1103
0205 0106
0212
0203 0204
0202 0201
0207
0206 0208
Wijk Wijk-/Buurtnaam Buurt code
Wijk Wijk-/Buurtnaam Buurt code
Wijk Wijk-/Buurtnaam Buurt code
01 01 01 01 01 01 01
05 05 Sparrenburg 05 06 Molenhoek 05 07 A2 zone Rosmalen Z
09 09 09 09 09 09
10 11 12 13 14 15
Sprookjesbuurt Muziekinstrumentenbuurt Edelstenenbuurt Orthen Orthen west Bedrijventerrein Noord
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Maaspoort Italiaanse buurt Maasdal Abdijenbuurt Lokeren Maasstroom Staatsliedenbuurt Het Zilverpark Maasvallei Maasoever Bedrijven Maaspoort Oud Empel
11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
West Boschveld Paleiskwartier Willemspoort Deuteren De Moerputten De Schutskamp De Kruiskamp De Rietvelden oost De Rietvelden west Veemarktkwartier Ertveld
12 12 12 12 12 12 12
01 02 03 04 05 06
Engelen Kom Engelen De Vutter Henriëttewaard De Haverleij Bokhoven Engelermeer
02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 03 03 03 03 03 03 03
01 02 03 04 05 06
Binnenstad Binnenstad centrum Binnenstad oost De Hofstad Binnenstad noord Het Zand Vughterpoort
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Zuidoost Het Bossche Broek Zuid Bazeldonk Bedrijven Zuid Gestelse Buurt Pettelaarpark De Meerendonk Kloosterstraat De Bossche Pad Grevelingen Aawijk zuid Bedrijvenpark De Brand
01 02 03 04 05 06
Graafsepoort Hinthamerpoort Graafsebuurt zuid Aawijk noord Graafsebuurt noord Hintham zuid Hintham noord
04 Muntel/Vliert 04 01 De Muntel 04 02 De Vliert 04 03 Orthenpoort 05 05 05 05 05
01 02 03 04
Rosmalen zuid Maliskamp west Maliskamp oost Het Vinkel Binckhorst
06 06 06 06 06 06 06 06 06 06
01 02 03 04 05 06 07 08 09
Rosmalen noord 't Ven Rosmalen centrum Hondsberg Kruisstraat Bedrijven Kruisstraat De Overlaet oost De Overlaet west A2 zone Rosmalen N Rosmalense Polder
07 07 07 07 07 07 07 07
01 02 03 04 05 06 99
De Groote Wielen Brabantpoort De Groote Vliet Vlietdijk Broekland De Watertuinen De Hoven De Groote Wielen
08 08 08 08 08
01 02 03 04
Empel Kom Empel Maasakker Empel oost De Koornwaard
09 09 09 09 09 09 09 09 09 09
01 02 03 04 05 06 07 08 09
Noord De Buitenpepers De Herven Bedrijven De Herven De Slagen De Haren De Reit De Donk De Rompert De Hambaken
109