Integrale Veiligheidsmonitor 2012
Integrale Veiligheidsmonitor 2012
Datum: oktober 2012
Colofon Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: (024) 329 98 89 e-mailadres:
[email protected] website: www2.nijmegen.nl/gemeente/onderzoekencijfers
Inhoudsopgave Samenvatting
1
1
Inleiding
7
2
Thematische analyses
9
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Vermogensdelicten Geweldsdelicten Jeugdoverlast Onveiligheidsbeleving Veilig Wijkteams Discriminatie Polarisatie
9 13 16 19 22 23 24
3
Wijkanalyses
27
3.1 3.2
hoofdbevindingen wijkanalyse Gebiedsgerichte aanpak
27 31
4
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor
33
4.1 4.2
Nijmegen vergeleken met andere grote steden Nijmegen vergeleken met de politieregio Gelderland-Zuid en Nederland
36 38
Bijlage: aandachtspunten per wijk
39
Wijken in Nijmegen-Centrum Wijken in Nijmegen-Oost Wijken in Nijmegen-Oud-West Wijken in Nijmegen-Nieuw-West Wijken in Nijmegen-Midden Wijken in Nijmegen-Zuid Wijken in Dukenburg Wijken in Lindenholt Wijken in Nijmegen-Noord
39 40 41 42 43 44 45 48 49
Samenvatting Objectieve gegevens over de veiligheid in de stad (cijfers uit politieregistraties en cijfers over slachtofferschap) laten enkele positieve ontwikkelingen en één negatieve ontwikkeling op het vlak van de veiligheid in Nijmegen zien. Desondanks is er sprake van een lichte verslechtering van de veiligheidsbeleving, die volgt op een lange periode van verbetering ervan. De uitkomsten van de landelijke Veiligheidsmonitor laten zien dat de veiligheidssituatie in enkele grote steden relatief gunstig is en in enkele andere grote steden relatief ongunstig; Nijmegen behoort tot een grotere groep van steden die meer in de buurt van het gemiddelde beeld scoren. Verdere afname auto-inbraak en fietsendiefstal, toename woninginbraak Twee jaar geleden constateerden we een afname van delicten, waarvan bekend is dat deze relatief veel door veelplegers worden gepleegd: auto-inbraak, bedrijfsinbraak, woninginbraak en fietsendiefstal. Deze keer zien we een verdere afname van auto-inbraak, fietsendiefstal en een afname van diefstal van motorvoertuigen, maar een stijging van woninginbraak. In vergelijking met het gemiddelde beeld voor de grote steden1 werden Nijmegenaren in 2011 relatief minder slachtoffer van auto-inbraak en meer slachtoffer van fietsendiefstal en woninginbraak. Dat laatste is in het verleden vaker voorgekomen. Wat hierbij een rol kan spelen is dat in Nijmegen relatief weinig huishoudens aan woninginbraakpreventie doen. In Nijmegen is het aandeel koopwoningen relatief laag en huishoudens in koopwoningen brengen vaker extra sloten, rolluiken, buitenverlichting en alarminstallaties aan. Afname straatroven, lichte afname overvallen Na de forse stijging van het aantal overvallen in 2009 en 2010, was er in 2011 sprake van een lichte afname. Het aantal straatroven in de stad is sterker afgenomen. Het aantal slachtoffers van bedreiging en mishandeling was in de afgelopen jaren vrij stabiel. Het slachtofferschap van geweldsdelicten in Nijmegen ligt in de buurt van het gemiddelde niveau voor de grote steden. Het aantal meldingen van huiselijk geweld in Nijmegen, dat bij de politie binnenkomt, vertoont geen duidelijke trend. Enkele gunstige signalen m.b.t. jeugdoverlast Het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast is afgenomen, evenals het aantal hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen. Het percentage Nijmegenaren met de indruk dat jeugdoverlast vaak in de buurt voorkomt is ongeveer gelijk gebleven. Wel hebben nu minder Nijmegenaren dan twee jaar geleden de indruk dat jeugdcriminaliteit vaak in de buurt voorkomt. Nog steeds staat jeugdoverlast hoog in de ranglijsten van stads- en buurtproblemen, die volgens de burgers met voorrang aangepakt moeten worden, maar wel minder hoog dan in 2009. Ook is jeugdoverlast nog steeds één van de belangrijkste redenen van onveiligheidsgevoelens bij burgers. In de wijken, waar er in de afgelopen jaren extra aandacht is besteed aan het terugdringen van jeugdoverlast – Meijhorst, Neerbosch-Oost, Hatert en Heseveld –, zien we een terugloop van het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast (vooral in Meijhorst, het minst in Neerbosch-
1
Het gemidddelde beeld voor de grote steden is gebaseerd op de uitkomsten van de 16 steden met tussen de 100.000 en 220.000 inwoners, die najaar 2011 aan de landelijke Veiligheidsmonitor hebben deelgenomen.
Samenvatting - 1
Oost) en/of vandalisme2 (vooral in Neerbosch-Oost). Volgens betrokkenen is de aanpak van jeugdoverlast vooral in Meijhorst succesvol geweest. In Hatert en Neerbosch-Oost is er nog steeds sprake van flinke overlast door één respectievelijk twee jeugdgroepen. De cijfers over ervaren jeugdoverlast en aantallen jeugdige veelplegers duiden erop dat de jeugdoverlast in Nijmegen op een gemiddeld niveau voor de grote steden ligt. Ook bij andere vormen van overlast – overlast van omwonenden, dronken mensen op straat, drugsverslaafden/dealers en daklozen – zien we voor Nijmegen een gemiddeld beeld. Lichte toename van onveiligheidsgevoelens Na een langere periode van afname van onveiligheidsgevoelens, zien we een lichte toename van het percentage burgers dat in de woonbuurt vaak of soms onveilig voelt. Daarmee is de veiligheidsbeleving op een gemiddeld niveau voor de grote steden gekomen. Ook het aandeel burgers dat onveiligheid/criminaliteit een met voorrang aan te pakken probleem vindt, is licht toegenomen, eveneens na een langere periode van afname hiervan. Mogelijke verklaringen voor de licht verslechterde veiligheidsbeleving zijn de toename van het aantal woninginbraken en de aandacht die er in de afgelopen jaren geweest is voor overvallen, die in een aantal gevallen ernstige gevolgen hadden. Benedengemiddelde veiligheidssituatie in deelgebieden binnen de stad In vier wijken van Nijmegen geven de bewoners een onvoldoende voor de veiligheid in de buurt: Voorstenkamp3, Neerbosch-Oost, Meijhorst en Aldenhof. In Meijhorst, waar diverse instrumenten zijn ingezet om de objectieve en subjectieve veiligheid te verhogen (onder meer: Veilig Wijkteam, straatcoaches, versterking jongerenwerk), vinden veel bewoners dat de veiligheidssituatie in de afgelopen jaren verbeterd is en zien we een duidelijke afname van de geregistreerde jeugdoverlast. Echter, tegelijk hebben nog steeds relatief veel bewoners de indruk dat overlast van jongeren en omwonenden er vaak voorkomt. De objectieve gegevens laten zien dat de bewoners relatief vaak met bedreiging te maken hebben. Ook in Neerbosch-Oost zijn diverse instrumenten ingezet. De objectieve cijfers laten een lichte afname van jeugdoverlast zien, maar betrokkenen wijzen erop dat de aanpak van jeugdoverlast hier minder succesvol is dan in Meijhorst. De indrukken van burgers m.b.t. overlast en criminaliteit in hun buurt zijn relatief ongunstig, maar de meeste van die indrukken kunnen we niet staven met objectieve cijfers. Die laatste bewering geldt ook voor Voorstenkamp. In Aldenhof duiden objectieve en subjectieve gegevens op relatief veel overlast van omwonenenden, maar er zijn geen aanwijzingen voor een bovengemiddelde jeugdoverlast in deze wijk. Behalve de vier hierboven genoemde wijken, zijn er diverse wijken waar het oordeel van bewoners over de veiligheid in de wijk benedengemiddeld, maar wel voldoende is (Biezen, Wolfskuil, Heseveld, Nije Veld, Hatert, Zwanenveld en Gildekamp4). In deze wijken is er geen sprake van een bredere veiligheidsproblematiek. In Stadscentrum en Benedenstad is het oordeel van bewoners over de veiligheid in de buurt gemiddeld, terwijl er vanwege de centrumfuncties relatief veel overlast en criminaliteit is.
Van vernielingen is bekend dat deze relatief veel door jongeren gepleegd worden. Vandaar dat we hier naast jeugdoverlast ook vandalisme noemen. 3 Is formeel geen wijk, maar een grote buurt binnen de omvangrijke wijk De Kamp. 4 Is formeel geen wijk, maar een grote buurt binnen de omvangrijke wijk De Kamp. 2
2 - Samenvatting
De Leefbaarometer5 laat zien dat behalve (delen van) de genoemde wijken ook deelgebieden in andere wijken6 benedengemiddeld scoren op het vlak van veiligheid. Uit eigen onderzoek en ook landelijke onderzoeken blijkt dat diverse factoren kunnen bijdragen aan een hoger niveau van onveiligheidsgevoelens, overlast en criminaliteit in wijken of deelgebieden daarbinnen, waaronder de volgende: - een relatief groot aandeel bewoners in een zwakke sociaaleconomische positie (werklozen, mensen met een laag inkomen); - relatief veel jongeren; - de aanwezigheid van multiprobleemgezinnen; - de aanwezigheid van jeugdgroepen; - de aanwezigheid van drugsverslaafden, drugsdealers; - een lage mate van saamhorigheid in de wijk; - een relatief groot aandeel sociale woningbouw; - de aanwezigheid van hoogbouw; - de aanwezigheid van voorzieningen als winkels, cafés en scholen; - een relatief hoge mate van verloedering. Bij de gebieden met een relatief ongunstige veiligheidssituatie gaat het om gebieden waar een combinatie van dergelijke factoren speelt. Het zijn dan ook delen van de stad die behoren tot de aandachtsgebieden: de gebieden die bij de wijkaanpak extra aandacht krijgen vanwege het relatief grote aantal problemen. Maar het is niet zo dat alle deelgebiedjes in de stad, met een relatief lage score voor de leefbaarheid7, die door werkers in de wijken8 veelal worden herkend als probleemgebiedjes, ook een relatief lage score voor de dimensie veiligheid laten zien. Geen aanwijzingen voor ernstige conflicten tussen groepen burgers In diverse gebieden, waar bewoners een benedengemiddelde score voor de veiligheid geven, ervaren relatief veel bewoners overlast van jongeren en/of omwonenden. Overlast blijkt de belangrijkste reden te zijn voor spanningen tussen burgers (geluidsoverlast, vervelend/ascociaal gedrag, rommel op straat, e.d.). Burgers - en ook werkers in de wijken - zien geen spanningen in de buurten in verband met religieuze of ideologische tegenstellingen. En er zijn geen aanwijzingen voor ernstige conflicten tussen groepen bewoners ten gevolge van spanningen. Gegevens duiden op het in beperkte mate voorkomen van ernstige vormen van discriminatie Discriminatie wordt door burgers nauwelijks genoemd als een met voorrang aan te pakken buurt- of stadprobleem. Het aantal meldingen van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid is vrij stabiel (tussen de 10 en 20 per jaar). De homo-acceptatie in Nijmegen is in vergelijking met het landelijk beeld
De Leefbaarometer is een landelijk instrument dat een beeld geeft van de leefbaarheid in gemeenten, wijken en deelgebieden binnen wijken. De Leefbaarometer geeft een totaalscore voor de leefbaarheid van een gebied, tot op het niveau van clusters van postcodegebieden (6 posities). De totaalscore is gebaseerd op de scores op vijf dimensies: woningvoorraad, publieke ruimte, voorzieningenniveau, bevolkingssamenstelling, sociale samenhang en veiligheid. 6 Horstacker in ’t Acker, de Kolpingbuurt in Goffert, maisonnettegebied in Malvert, noordelijk deel van Tolhuis en noordelijk deel van Lankforst 7 Op basis van scores op de dimensies woningvoorraad, publieke ruimte, voorzieningenniveau, bevolkingssamenstelling, sociale samenhang en veiligheid. 8 Voor de Wijkmonitor 2012 is aan werkers in de wijken gevraagd of men gebiedjes met een lage score voor de leefbaarheid herkend als probleemgebiedjes binnen de wijken. Met werkers in de wijken bedoelen we mensen die vanwege hun (vrijwilligers)werk veel van de Nijmeegse wijken afweten, zoals mensen werkzaam binnen zorginstellingen, politie, scholen en bewonersgroepen. 5
Samenvatting - 3
relatief groot. Bij een aantal deelgroepen is deze lager9, maar wel aan het toenemen. Een beperkt deel van de homoseksuelen in Nijmegen geeft aan veel last van discriminatie te hebben10. Ook het aantal meldingen van discriminatie op grond van herkomst/huidskleur/ras is vrij stabiel (circa 60 per jaar). Over het samenleven in de buurt tussen autochtonen en Nijmegenaren van niet-westerse herkomst zijn veel meer burgers positief dan negatief. Een beperkt deel van de Nijmegenaren van niet-westerse herkomst geeft aan veel last van discriminatie te hebben11. Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor: enkele verschillen t.o.v. andere grote steden Van de 22 grote steden met tussen de 100.000 en 220.000 inwoners (dus exclusief de G4: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) hebben er 16 najaar 2011 deelgenomen aan de landelijke Veiligheidsmonitor, het jaarlijkse bevolkingsonderzoek over leefbaarheid, veiligheid en slachtofferschap. Als we die 16 steden met elkaar vergelijken zien we in grote lijnen het volgende beeld: 3 steden scoren relatief gunstig als het gaat om de leefbaarheid en veiligheid: Zwolle, Ede en Amersfoort. 2 steden scoren relatief ongunstig: Arnhem en Tilburg. De overige 11 steden scoren meer in de buurt van het gemiddelde beeld voor de 16 steden: Nijmegen, Breda, Haarlem, Enschede, Almere, Den Bosch, Dordrecht, Eindhoven, Leiden, Zaanstad en Zoetermeer. Op enkele punten zijn de uitkomsten voor Nijmegen minder gunstig dan het gemiddelde beeld voor de 16 steden: meer slachtoffers van woninginbraak, fietsendiefstal en overige diefstal en meer overlast van vermogensdelicten in de buurt; minder inbraakpreventie; wat minder sociale cohesie en wat meer sociale overlast in de buurt. Op enkele andere punten zijn de uitkomsten voor Nijmegen gunstiger dan het gemiddelde beeld voor de 16 steden: minder slachtoffers van diefstal uit de auto; minder fysieke verloedering in de buurt; een positiever oordeel over de beschikbaarheid van de politie in de buurt; een positiever oordeel over de inzet van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Op de volgende punten scoort Nijmegen gemiddeld: het slachtofferschap van autodiefstal, zakkenrollerij, geweldsdelicten en vandalisme; de aangiftebereidheid; het percentage dat in de buurt vaak de volgende vormen van overlast ervaart: overlast van groepen jongeren, jeugdcriminaliteit, overlast door omwonenden, drugsoverlast, overlast van zwervers/daklozen en overlast van dronken mensen op straat; de onveiligheidsbeleving in de buurt; de mate waarin men in de buurt verkeersoverlast ervaart; het oordeel over het functioneren van de politie in de buurt; Nijmegenaren van niet-westerse herkomst, jongens, 65-plussers, vmbo-leerlingen en volwassenen die laag of middelbaar opgeleid zijn. 10 We noemen hier geen percentage omdat de uitspraak gebaseerd is op de antwoorden een kleine groep respondenten, die niet representatief is voor de totale doelgroep. 11 Zie voetnoot 10. 9
4 - Samenvatting
het vertrouwen in de politie. Als we de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor voor de jaren 2009 en 2011 met elkaar vergelijken, zien we dat de ontwikkelingen in Nijmegen deels wat afwijken en deels overeenkomen met de landelijke ontwikkelingen (zie paragraaf 4.2). Er is geen sprake van sterk uiteenlopende ontwikkelingen.
Samenvatting - 5
1
Inleiding
In de tweejaarlijkse rapportage “Integrale Veiligheidsmonitor Nijmegen” beschrijft de afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) ontwikkelingen op het gebied van de veiligheid in de stad. De rapportage geeft zicht op resultaten m.b.t. de beleidsprioriteiten, die zijn opgenomen in het programma Veiligheid en het Beleidskader Integrale Veiligheid 2011-2014, en dient als input voor het veiligheidsbeleid. Belangrijke bronnen voor de rapportage zijn: De landelijke Veiligheidsmonitor: het jaarlijkse bevolkingsonderzoek over leefbaarheid, veiligheid en slachtofferschap. Gemeenten kunnen aanhaken bij dit onderzoek door extra enquêtes te laten afnemen. Najaar 2011 hebben in Nijmegen ruim 4.000 Nijmegenaren van 15 jaar en ouder aan de Veiligheidsmonitor deelgenomen12. Registratiecijfers van de politie over het aantal aangiftes en incidenten voor de afgelopen jaren (t/m 2011). De ontwikkelingen op het gebied van de veiligheid in Nijmegen beschrijven we in hoofdlijnen in de tweejaarlijkse Stads- en Wijkmonitor, waarvan in april 2012 de vijfde editie verscheen. In de onderliggende rapportage “Integrale Veiligheidsmonitor Nijmegen” zoomen we nader in op: de stand van zaken m.b.t. prioriteiten binnen het gemeentelijk veiligheidsbeleid (hoofdstuk 2: thematische analyses); verschillen tussen deelgebieden in de stad (hoofdstuk 3: wijkanalyses); de mate waarin de veiligheidssituatie in Nijmegen positief of negatief afwijkt van het gemiddelde beeld voor de grote steden (100.000+ steden, exclusief de G4: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) (hoofdstuk 4: uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor). De opzet van de analyses en de rapportage “Veiligheidsmonitor Nijmegen” is op een aantal punten anders dan in 2010: De thema’s in hoofdstuk 1 sluiten nauw aan bij prioriteiten in het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Dat betekent dat een nieuw thema is opgenomen (discriminatie) en een ander thema is weggelaten (verkeersveiligheid). Net als bij de Wijkmonitor 2012 is er bij de onderliggende Intregrale Veiligheidsmonitor gekozen voor analyses van de veiligheidssituatie op wijkniveau, in plaats van analyses op stadsdeelniveau. De uitkomsten van die wijkanalyses hebben we beknopt weergegeven in hoofdstuk 2 en in de bijlage. In de bijlage is per wijk aangegeven welke aandachtspunten op het gebied van veiligheid uit de analyse naar voren komen en wat voor beeld bewoners van de veiligheidssituatie in hun buurt hebben.
12
Ruim 200 respondenten uit de regiosteekproef van het CBS en ruim 3.800 respondenten uit de aanvullende lokale steekproef.
Inleiding - 7
2
Thematische analyses
In het programma Veiligheid en het beleidskader Integrale Veiligheid 2011-2014 zijn de doelstellingen van en prioriteiten voor het gemeentelijk veiligheidsbeleid vastgelegd. In het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2011-2015 zijn de beleidskaders nader uitgewerkt. In dit hoofdstuk zijn veiligheidsthema’s beschreven, die aansluiten bij de doelstellingen/prioriteiten binnen het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Daarmee geven we zicht op resultaten m.b.t. die doelstellingen en prioriteiten.
2.1
Vermogensdelicten
Het verminderen van de criminaliteit is één van de prioriteiten in het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Daartoe worden veelplegers in Nijmegen al diverse jaren intensief aangepakt. Sinds 2009 is die aanpak ondergebracht in het Veiligheidshuis13. In de Integrale Veiligheidsmonitor van twee jaar geleden constateerden we een afname van een aantal vermogensdelicten, waarvan bekend is dat deze naar verhouding veel door veelplegers worden gepleegd: woninginbraken, bedrijfsinbraken, diefstal uit auto’s en fietsendiefstallen. Voor de laatste twee delicten meten we nu een verdere afname, maar het aantal woninginbraken is toegenomen. Ook landelijk is er sprake van een toename van het aantal woninginbraakslachtoffers. Interessant in dit verband is dat relatief weinig Nijmeegse huishoudens aan inbraakpreventie doen.
Tabel 1: aangiftes vermogensdelicten in 2009, 2010 en 2011 (bron: politiecijfers) 2009
2 0 10
2 0 11
winke ldie fs ta l
567
495
515
be drijfs inbra a k
436
335
393
za kke nro lle rij
470
433
470
die fs ta l uit a uto
1.808
2.138
1.573
die fs ta l va n a uto
440
478
373
die fs ta l va n fie ts
3.513
2.380
2.901
s c huurinbra a k
276
204
345
wo ninginbra a k
1.031
999
1.283
13
In 2009 is er in Nijmegen gestart met een Veiligheidshuis. Veiligheidshuizen zijn netwerken van organisaties die strafrechtelijke en zorginterventies met elkaar verbinden en op elkaar afstemmen. Het doel van de veiligheidshuizen is een bijdrage leveren aan het terugdringen van de criminaliteit.
Thematische analyses - 9
Figuur 1: percentage Nijmegenaren dat in de voorgaande 12 maanden slachtoffer werd van ... (bron: landelijke Veiligheidsmonitor 2009 en 2011)
4,9%
(poging tot) woninginbraak
3,8% 8,2%
diefstal van fiets
10,3%
diefstal van auto
1,5%
diefstal uit auto
2,4% 2,1%
zakkenrollerij
2,7% 2011
4,8%
overige diefstal
2009
4,3% 0%
5%
10%
15%
Woninginbraak In Nijmegen steeg het aantal aangiftes van woninginbraak van 1.031 in 2009 en 999 in 2010 naar 1.283 in 2011. Daarbij aansluitend laat de Veiligheidsmonitor zien dat in 2011 meer Nijmegenaren slachtoffer werden van woninginbraak dan in 2009 (zie Figuur 1). Ook landelijk nam het aantal woninginbraken toe. In vergelijking met andere steden is het percentage dat in 2011 slachtoffer werd van woninginbraak in Nijmegen relatief hoog (4,9% in voorgaande 12 maanden bij de meting najaar 2011, tegenover 3,9% gemiddeld voor de grote steden). In eerdere jaren hebben we vaker gezien dat het inbraakrisico in Nijmegen t.o.v. steden van vergelijkbare omvang relatief hoog was, bijvoorbeeld in 2006 en 2007. In de jaren daarvoor en daarna was het inbraakrisico in Nijmegen in vergelijking met die steden tamelijk gemiddeld. De stedenvergelijking laat ook zien dat relatief weinig Nijmeegse huishoudens preventieve maatregelen toepassen om de kans op woninginbraak te verkleinen. Tabel 2: aandeel huishoudens dat maatregelen voor woninginbraakpreventie toepast (bron: landelijke Veiligheidsmonitor 2011)
buitenverlichting extra veiligheidssloten of grendels op buitendeuren luiken of rolluiken voor ramen en/of deuren alarminstallatie in huis
Nijmegen 63% 53% 10% 4%
100.000+ steden 77% 67% 13% 10%
Een verklaring voor het in mindere mate toepassen van preventieve maatregelen is dat het percentage koopwoningen in Nijmegen relatief laag is. In Nijmegen is ruim 40% van de woningen een koopwoning, in de grote steden gemiddeld ruim de helft. Huishoudens in koopwoningen passen relatief vaak preventieve maatregelen toe (zie Tabel 3).
10 - Thematische analyses
Tabel 3: aandeel huishoudens in Nijmegen dat maatregelen voor woninginbraakpreventie toepast, uitgesplitst naar huur- en koopwoningen (bron: landelijke veiligheidsmonitor 2011)
buitenverlichting extra veiligheidssloten of grendels op buitendeuren luiken of rolluiken voor ramen en/of deuren alarminstallatie in huis
koopwoningen 78% 75% 14% 8%
huurwoningen 54% 39% 7% 1%
totaal 63% 53% 10% 4%
In de afgelopen jaren vonden relatief veel woninginbraken plaats in de stadsdelen Oud-West, Nieuw-West en Midden, In 2011 gold dat voor Oud-West en Midden. In beide stadsdelen nam het aantal woninginbraken in 2011 flink toe. Er is geen duidelijke samenhang tussen de gemiddelde woningwaarde in deelgebieden binnen de stad en de mate waarin er in die deelgebieden woninginbraak plaatsvindt. Bedrijfsinbraak Ook voor bedrijfsinbraak geldt dat het aantal aangiftes in 2011 (393) hoger lag dan in 2010 (335), maar in 2009 lag het aantal aangiftes nog hoger (436). Vooral in de stadsdelen Centrum en Noord nam het aantal aangiftes van bedrijfsinbraken in 2011 toe, in Oud-West nam dit aantal af. Diefstal van auto/motor Het aantal aangiftes van auto-/motordiefstal was in 2011 fors lager (373) dan in 2010 (478). Landelijk lag het aantal diefstallen van auto’s en motoren in 2011 in de buurt van het aantal in 2010. In vergelijking met de grote steden is het percentage dat in 2011 slachtoffer werd van diefstal van de auto gemiddeld. Diefstal van auto’s/motoren komt relatief veel voor in Nijmegen-Centrum. Diefstal uit auto’s Het aantal aangiftes van diefstal uit auto’s was in 2011 (1.573) fors lager dan in 2010 (2.138) en ook lager dan in 2009 (1.808). Daarbij aansluitend werden in 2011 minder Nijmegenaren slachtoffer van diefstal uit de auto dan in 2009. Landelijk zien we dat het percentage dat slachtoffer werd van diefstal uit de auto in de afgelopen jaren schommelde. In vergelijking met andere steden is het percentage dat in 2011 slachtoffer werd van diefstal uit de auto relatief wat lager (2,6% in voorgaande 12 maanden bij de meting najaar 2011, tegenover 3,1% gemiddeld voor de grote steden). In 2009 was het aandeel Nijmegenaren dat slachtoffer werd van diefstal uit de auto t.o.v. de grote steden nog gemiddeld. Vooral in de stadsdelen Centrum en Zuid, en ook in Nieuw-West en Oost, nam het aantal aangiftes van diefstal uit de auto in 2011 fors af; in Dukenburg en Lindenholt nam het aantal aangiftes toe. Fietsendiefstal Het aantal aangiftes van fietsendiefstal daalde in 2010 en nam in 2011 weer toe, maar was in 2011 wel lager dan in 2009. Lokaal en ook landelijk daalde sinds 2009 het percentage slachtoffers van fietsendiefstal. In vergelijking met andere steden is het percentage dat in 2011 slachtoffer werd van fietsendiefstal in Nijmegen relatief hoog (8,2% in voorgaande 12 maanden bij de meting najaar 2011, tegenover 6,4% gemiddeld voor de grote steden). Dit beeld is niet nieuw, maar zagen we ook al in 2009.
Thematische analyses - 11
Tegen de 40% van de aangiftes van fietsendiefstal heeft betrekking op voorvallen in de wijk Stadscentrum. Ook in Zwanenveld (waar winkelcentrum Dukenburg ligt) vindt relatief veel fietsendiefstal plaats. Kijken we naar de overige stadsdelen, dan springen ook Midden en Oost er negatief uit. Zakkenrollerij Het aantal aangiftes van zakkenrollerij was in 2011 even hoog als in 2009. Het percentage slachtoffers van zakkenrollerij in Nijmegen ligt in de buurt van het gemiddelde voor de grote steden (2,1% in voorgaande 12 maanden bij de meting najaar 2011, tegenover 1,8% gemiddeld voor de grote steden). Overige diefstal Niet alleen werden Nijmegenaren in 2011 meer dan gemiddeld in de grote steden slachtoffer van woninginbraak en fietsendiefstal, maar ook van overige diefstal14 (4,8% in voorgaande 12 maanden bij de meting najaar 2011, tegenover 4% gemiddeld voor de grote steden). Schaalscore vermogensdelicten De schaalscore overlast vermogensdelicten geeft een beeld van indrukken van bewoners m.b.t. het plaatsvinden van vermogensdelicten in hun woonbuurt. Hoe hoger de score, des te groter is de ervaren overlast. In 2011 (3,6) is deze score ongeveer even hoog als in 2009 (3,5). De score in Nijmegen is minder gunstig dan de gemiddelde score voor de grote steden (3,2). Ten opzichte van het gemiddelde beeld voor die steden worden Nijmegenaren ook vaker slachtoffer van dergelijke delicten (vaker slachtoffer van woninginbraak, fietsendiefstal en overige diefstal, minder vaak slachtoffer van diefstal uit de auto). De landelijke Veiligheidsmonitor laat zien dat in 2011 in Nijmegen 24 vermogensdelicten per 100 inwoners plaatsvonden. Het gemiddelde voor de grote steden lag op 20.
14
Diefstal anders dan woninginbraak, fietsendiefstal, diefstal uit of vanaf de auto en zakkenrollerij, bijvoorbeeld diefstal van planten uit de tuin, kleding uit een kleedruimte of een eigen computer uit een kantoor of studieruimte.
12 - Thematische analyses
2.2
Geweldsdelicten
Het terugdringen van geweld en agressie behoort tot de prioriteiten in het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Veel aandacht is er voor huiselijk geweld en het terugdringen van het aantal overvallen. Na de piek in 2010 is het aantal overvallen in Nijmegen, en ook in Nederland, aan het afnemen. Ontwikkelingen m.b.t. huiselijk geweld zijn om diverse redenen moeilijk vast te stellen.
Tabel 4: aangiftes geweldsdelicten in 2009, 2010 en 2011 (bron: politiecijfers) 2009
2 0 10
2 0 11
o ve rva l
43
56
41
s tra a tro o f
99
104
70
be dre iging
364
321
351
ze de nm is drijf
61
54
54
m is ha nde ling
727
599
674
Figuur 2: percentage Nijmegenaren dat in de voorgaande 12 maanden slachtoffer werd van ... (bron: landelijke Veiligheidsmonitor 2009 en 2011) 0,9%
mishandeling
0,9% 1,6%
seksuele mishandeling
1,8% 4,4%
bedreiging
3,9%
diefstal met geweld
2011 2009
0,7% 0%
1%
2%
3%
4%
5%
Overvallen en straatroof Vanaf begin 2009 nam het aantal overvallen in Nijmegen, net als in andere steden in het land, flink toe. De piek lag in 2010 (56 overvallen in 1 jaar tijd). Naar aanleiding van de toename van het aantal overvallen vanaf begin 2009 heeft Bureau Beke in samenwerking met de afdeling Onderzoek en Statistiek voorjaar 2011 een onderzoek verricht naar overvallen en overvallers in Nijmegen. Dat onderzoek leverde het volgende beeld op: De meest voorkomende soorten overvallen zijn overvallen op horecagelegenheden (met name snackbars), winkels (onder meer supermarkten) en woningen. Bij veel overvallen wordt gedreigd met een wapen, bij een beperkt deel wordt excessief geweld gebruikt. Een behoorlijk deel van de overvallen lijkt redelijk tot goed voorbereid. De professionaliteit van de overvallers is vermoedelijk één van de oorzaken waarom zaken niet door de politie worden opgelost. Naar schatting twee derde van de overvallers is jonger dan 25 jaar, één op de zeven is minderjarig en meer dan de helft is van niet-westerse herkomst.
Thematische analyses - 13
Het professionele karakter van een deel van de overvallers gekoppeld aan hun jongere leeftijd kan worden opgevat als een ernstig signaal. Bij de onderzochte overvallers spelen er allerlei problemen. De meest problematische leefdomeinen zijn het gezin, opleiding, financiën, vrije tijd en vrienden. Ook zijn er overvallers met psychische stoornissen. De uiteenlopende problemen bij de overvallers lijken bij de instanties onvoldoende bekend.
In 2011 daalde het aantal overvallen naar 41, ongeveer het niveau van 2009. Ook landelijk is er sprake van een afname van het aantal overvallen. Ook bij straatroof zien we in 2011 een afname (70 aangiftes tegenover jaarlijks rond de 100 in de jaren daarvoor). Hierbij aansluitend laat de landelijke Veiligheidsmonitor voor Nijmegen een daling zien van het percentage slachtoffers van diefstal met geweld. Bedreiging en mishandeling De aantallen aangiftes van bedreiging en mishandeling in 2011 liggen in de buurt van de aantallen in 2009; in 2010 lagen de aantallen lager (zie Tabel 4). Hierbij aansluitend laat de landelijke Veiligheidsmonitor voor Nijmegen een tamelijk stabiel beeld zien voor het slachtofferschap van geweldsdelicten (mishandeling, seksuele mishandeling en bedreiging) (zie Figuur 2). Ook landelijk is er sinds 2009 op dit punt weinig veranderd. De mate waarin Nijmegenaren slachtoffer worden van geweldsdelicten ligt op het gemiddelde niveau voor de grote steden (zie hoofdstuk 3). Geweldsdelicten in het stadscentrum Geweldsdelicten vinden relatief vaak plaats in het stadscentrum (uitgaansgeweld). Zo vond 30% van de in 2011 in Nijmegen geregistreerde mishandelingen in de wijk Stadscentrum plaats. Hetzelfde percentage meten we bij de geregistreerde straatroven. De politiecijfers duiden niet op een toe- of afname van geweldsdelicten in het centrum in de voorgaande jaren. Schaalscore bedreiging De schaalscore bedreiging geeft indrukken van burgers weer m.b.t. het plaatsvinden van geweldsdelicten in hun woonbuurt. Hoe hoger de score, des te ongunstiger zijn die indrukken. Aansluitend bij de uitkomsten hierboven is deze score het hoogst in de wijk Stadscentrum. Andere wijken met relatief hoge scores zijn: Benedenstad, Meijhorst, Neerbosch-Oost, Hatert en Voorstenkamp. Het zijn dezelfde gebieden als waar men relatief veel jongerenoverlast ervaart (zie paragraaf 2.3). Uit eerdere edities van de Integrale Veiligheidsmonitor Nijmegen weten we dat het de daders van geweldsdelicten relatief vaak personen jonger dan 25 jaar zijn. Huiselijk geweld Om allerlei redenen is het lastig om de omvang van de problematiek van huiselijk geweld in Nijmegen en ontwikkelingen daarin vast te stellen: - Een deel van het huiselijk geweld speelt zich af buiten het zicht van omwonenden, huisartsen, hulpverleners en politiemensen. - Op het moment dat er aanwijzingen voor huiselijk geweld zijn, moeten burgers en professionals een keuze maken of ze daar melding van maken of niet. In de IVmonitorrapportage van twee jaar geleden werd geconstateerd dat campagnes om de meldingsbereidheid te verhogen tot een toename van het aantal geregistreerde gevallen van huiselijk geweld hadden geleid.
14 - Thematische analyses
-
Niet alleen de politie legt meldingen vast. Er komen ook meldingen binnen bij zorginstanties. Er bestaat niet één registratiesysteem, waarin al die meldingen bij elkaar worden gebracht. - Er kan sprake zijn van overlap in de meldingen: verschillende melders die hetzelfde geval melden; meer meldingen binnen een bepaalde periode die betrekking hebben op dezelfde case. - Er kan sprake zijn van onterechte meldingen. Kortom: een toe- of afname van het aantal geregistreerde meldingen hoeft niet te betekenen dat de problematiek van huiselijk geweld in de stad in dezelfde mate aan het toe- of afnemen is. Meldingen van huiselijk geweld, die bij de politie binnenkomen, worden besproken in het Veiligheidshuis. Het aantal meldingen, dat in één maand tijd in het Veiligheidshuis besproken wordt, varieert van 50 tot 122. Gemiddeld gaat het om 87 meldingen per maand. In 2011 werden meer meldingen besproken (1.149, gemiddeld 96 per maand) dan in 2010 (961, gemiddeld 80 per maand). Maar in de eerste helft van 2012 is het aantal besproken meldingen weer gedaald (gemiddeld 83 per maand). Er zit dus geen duidelijke trend in het aantal meldingen. Sinds eind 2009 kan de burgemeester op grond van de Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH) een tijdelijk huisverbod opleggen De WTH is een bestuurlijke maatregel om actief in te grijpen in een situatie waar huiselijk geweld dreigt. De (potentiële) dader kan gedurende 10 dagen de toegang tot de woning, waar (potentiële) slachtoffers verblijven, ontzegd worden. Tevens is het hem in deze periode verboden om überhaupt in contact te treden met de laatst genoemde personen. Mocht daar aanleiding voor zijn, kan de periode van 10 dagen verlengd worden tot een tijdsbestek van 28 dagen. Het aantal opgelegde aan Nijmegenaren opgelegde huisverboden is in 2012 hoger (15 tot eind augustus) dan in de voorgaande jaren (9 in 2010 en 10 in 2011). Dit hoeft geen aanwijzing te zijn voor een toename van huiselijk geweld in de stad. Immers, huiselijk geweld wordt ook op andere manieren aangepakt. Indien er sprake is van (het vermoeden van) strafbare feiten start er een strafrechtelijke aanpak. Verder kan er gekozen worden voor een zorgaanpak, al dan niet in combinatie met een strafrechtelijke aanpak, waarbij verschillende zorginstanties betrokken kunnen zijn. De afdeling Onderzoek en Statistiek is bezig met de uitvoering van een regionale evaluatie naar de effecten van de WTH en naar de oorzaken van de toename van het aantal opgelegde huisverboden. Deze zal najaar 2012 afgerond worden. Experts in het land15 denken dat huiselijk geweld door de recessie tijdelijk zal toenemen, en daarna door een betere preventie en een steeds effectievere aanpak zal gaan afnemen (groeiende afstemming bij aanpak huiselijk geweld tussen overheid, politie/justitie en hulpverleners; het kijken achter de voordeur en zo nodig ingrijpen wordt steeds breder geaccepteerd; steeds meer wordt gekozen voor het integraal aanpakken van het huiselijk geweld en de andere problemen in multiprobleemgezinnen; er zijn steeds meer professionals betrokken bij de preventie en melding van huiselijk geweld). Ze wijzen op de effecten van demografische ontwikkelingen: door de vergrijzing zal ouderenmishandeling toenemen en zal huiselijk geweld door en tegen kinderen en pubers in absolute zin afnemen. Verschillende experts wijzen op de zorgwekkende ontwikkeling dat het steeds vaker jongeren zijn die het huiselijk geweld plegen.
15
Bron: Wordt vervolgd: experts over trends en ontwikkelingen in huiselijk geweld, Movisie, 2010.
Thematische analyses - 15
2.3
Jeugdoverlast
De aanpak van overlast behoort tot de prioriteiten van het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Een belangrijke vorm van overlast is overlast door jongeren. In de afgelopen jaren zijn verschillende instrumenten ingezet om jeugdoverlast terug te dringen, waaronder het inzetten van straatcoaches, het verstevigen van het jongerenwerk in wijken met veel jeugdoverlast en een aanpak voor criminele jongeren, risicojongeren en jeugdgroepen via het Veiligheidshuis. In vergelijking met enkele jaren geleden zien we een afname van de jeugdoverlast, onder meer in de wijken waar de jeugdoverlast enkele jaren geleden ernstige vormen aannam. Maar het blijft wel één van de belangrijkste redenen voor onveiligheidsgevoelens en Nijmegenaren blijven om aandacht voor jeugdoverlast vragen.
Tabel 5: aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast en vandalisme (bron: politiecijfers). 2 0 10
2 0 11
je ugdo ve rla s t
1.347
962
ve rnie ling, va nda lis m e
2.082
2.020
In 2011 lag het aantal door de politie geregistreerde gevallen van jeugdoverlast (962) een stuk lager dan in 2010 (1.347). We kijken ook naar cijfers over vernielingen, omdat jongeren zich daar bovengemiddeld schuldig aan maken. Het aantal geregistreerde gevallen van vernieling lag in 2011 (2.020) iets lager dan in 2010 (2.082). Het percentage slachtoffers van vandalisme is de afgelopen jaren niet veel veranderd (zie Figuur 3). Figuur 3: percentage Nijmegenaren dat in de voorgaande 12 maanden slachtoffer werd van ... (bron: landelijke Veiligheidsmonitor 2009 en 2011) 10,1% beschadiging auto 9,3%
overige vernieling, beschadiging
0%
2%
7,1%
2011
7,4%
2009
4%
6%
8%
10%
12%
Het percentage burgers met de indruk dat jongerenoverlast vaak in de buurt voorkomt, is ten opzichte van 2009 niet veranderd (rond de 13%). Wel is het percentage burgers met de indruk dat jeugdcriminaliteit vaak in de buurt voorkomt licht gedaald (van 7% in 2009 naar 5% in 2011). Jeugdgroepen en jeugdige veelplegers Volgens de politie is het aantal hinderlijke, overlast gevende en criminele jeugdgroepen in Nijmegen is in de afgelopen twee jaar afgenomen (van 43 naar 30)16.
16
De constateringen over de jeugdgroepen zijn op basis van de shortlistmethodiek: een methode die de politie hanteert om jeugdgroepen in beeld te brengen.
16 - Thematische analyses
In 2010 werd 2,5% van de 12-24-jarigen verdacht van één of meer delicten (812 jongeren): een beperkt deel daarvan was veelpleger (44 jongeren). Het aantal harde kern jongeren - personen verdacht van zware misdrijven - lag op 76. Tot de jeugdige verdachten, jeugdige veelplegers en harde kern jongeren behoren relatief veel personen van niet-westerse herkomst. Vooral onder Marokkaanse jongeren was het aandeel verdachten in 2010 relatief groot (12%). Onder jongeren die onderwijs volgen op een laag niveau is het aandeel verdachten duidelijk groter. Jeugdoverlast als met voorrang aan te pakken probleem De Nijmegenaren blijven aandacht vragen voor jongerenoverlast, maar minder nadrukkelijk dan in 2009. Het aantal Nijmegenaren dat jongerenoverlast als een met voorrang aan te pakken stadsen buurtprobleem ziet is afgenomen. Zo noemde in 2011 7% van de volwassen Nijmegenaren jongerenoverlast als één van de belangrijkste, met voorrang aan te pakken stadsproblemen, tegenover 10% in 2009. In de ranglijst van met voorrang aan te pakken stadsproblemen volgens burgers daalde jeugdoverlast van plaats 5 in 2009 naar plaats 7 in 2011, en in de ranglijst van met voorrang aan te pakken buurtproblemen van de 3e naar een gedeelde 4e plaats. Wel zien Nijmegenaren overlast door groepen jongeren duidelijk vaker als een belangrijk buurtprobleem dan overlast door andere groepen (omwonenden, drugsdealers/-verslaafden, zwervers/daklozen). Verder is “groepen jongeren op straat” nog steeds één van de meest genoemde redenen voor onveiligheidsgevoelens, naast “donkere, slecht verlichte plaatsen”. Ook landelijk noemen minder burgers dan in 2009 jongerenoverlast als één van de belangrijkste buurtproblemen, is het percentage met de indruk dat jeugdcriminaliteit vaak in de buurt plaatsvindt t.o.v. 2009 gedaald. Vergelijking met grote steden De indrukken in Nijmegen m.b.t. het plaatsvinden van jongerenoverlast en jeugdcriminaliteit in de buurt wijken niet af van het gemiddelde beeld voor de grote steden. Cijfers voor 2010 laten zien dat het aantal jeugdige veelplegers in Nijmegen in de buurt lag van het gemiddelde voor de grote steden (13 per 10.000 inwoners in de leeftijdscategorie 12 t/m 24 jaar); het aantal verdachten in de categorie “harde kern jongeren” in Nijmegen was in 2010 iets bovengemiddeld (23 per 10.000 inwoners in de leeftijdscategorie 12 t/m 24 jaar). Bij de harde kern jongeren gaat het om verdachten van zware misdrijven. Verschillen tussen deelgebieden Binnen Nijmegen zijn er enkele wijken waar relatief veel mensen de indruk hebben dat jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit vaak plaatsvindt: Stadscentrum, Neerbosch-Oost, Meijhorst, Hatert en Voorstenkamp. Voor Stadscentrum en Neerbosch-Oost zien we ook een relatief hoog aantal geregistreerde voorvallen van jeugdoverlast, voor Meijhorst, Hatert en Voorstenkamp is dat niet het geval. Andere wijken, die er ongunstig uitspringen als het gaat om geregistreerde jeugdoverlast, zijn Benedenstad, Nije Veld en ’t Acker. In de wijken Meijhorst, Neerbosch-Oost, Hatert en Heseveld zijn de afgelopen jaren verschillende instrumenten ingezet om de jeugdoverlast terug te dringen, waaronder straatcoaches, (normerend optreden tegenover overlast gevende jongeren), de aanpak van individuele jongeren en jeugdgroepen via het Veiligheidshuis, het Veilig Wijkteam Meijhorst (sinds 2012 zijn er ook Veilig Wijkteams actief in Neerbosch-Oost en Hatert), versterking van het jongerenwerk en ruimere openstelling van jongerencentra. In de betreffende wijken is het aantal
Thematische analyses - 17
geregistreerde incidenten jeugdoverlast teruggelopen (het meest in Meijhorst en het minst in Neerbosch-Oost). In Hatert en Neerbosch-Oost is ook het aantal geregistreerde gevallen van vernieling teruggelopen, vooral in Neerbosch-Oost. In interviews over de ontwikkeling van jeugdoverlast met wijkagenten en een medewerker van het Veiligheidshuis, gehouden door de bureaus Van Montfoort en INTRAVAL17, is aangegeven dat de aanpak van jeugdoverlast vooral in Meijhorst succesvol is geweest. In Neerbosch-Oost is er nog steeds sprake van flinke overlast door twee jeugdgroepen, en in Hatert door één jeugdgroep. In totaal zien we in 14 wijken een daling van de geregistreerde jeugdoverlast en in 3 wijken een toename (’t Acker, Hatertse Hei en Weezenhof). In de hierboven genoemde wijken, behalve Stadscentrum en Benedenstad, en ook in Leuvensbroek vinden relatief veel bewoners jongerenoverlast een belangrijk buurtprobleem en voelen relatief veel bewoners zich soms of regelmatig onveilig door de aanwezigheid van groepen (hang)jongeren. Voor enkele wijken geldt dat veel bewoners jeugdoverlast als een belangrijk aan te pakken buurtprobleem zien, terwijl er in die wijken niet relatief veel jeugdoverlast wordt ervaren en jeugdoverlast ook niet relatief veel als reden van onveiligheidsgevoelens wordt genoemd. Het gaat om Hengstdal, Lent, Oosterhout en ’t Broek.
17
Ontwikkeling jeugdoverlast, Deelrapportage gemeente Nijmegen, Van Montfoort/INTRAVAL, Woerden, 2012.
18 - Thematische analyses
2.4
Onveiligheidsbeleving
Tot de hoofddoelen van het veiligheidsbeleid behoort het vergroten van het veiligheidsgevoel van de Nijmegenaren. Na een jarenlange verbetering van de veiligheidsbeleving, zien we nu een lichte stijging van de onveiligheidsgevoelens bij burgers. Daarmee is veiligheidsgevoel in Nijmegen op een gemiddeld niveau voor de grote steden gekomen.
Figuur 4: onveiligheidsbeleving: voelt zich ... (bron: landelijke Veiligheidsmonitor 2009 en 2011) 25,4%
in het algemeen vaak/soms onveilig
21,6%
18,8%
in woonbuurt vaak/soms onveilig
in woonbuurt vaak onveilig
16,8% 3,0%
2011
2,4%
2009
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Er is een einde gekomen aan een langere periode van afname van onveiligheidsgevoelens onder de Nijmegenaren (daling sinds 2001); in vergelijking met 2009 voelt een wat groter deel van de Nijmegenaren zich in het algemeen en in de woonbuurt vaak of soms onveilig (zie Figuur 4). Mogelijke verklaringen voor de lichte toename van de onveiligheidsbeleving zijn de toename van het aantal woninginbraken en de grote aandacht in de afgelopen jaren voor de soms brute overvallen in de stad. Gedurende een lange reeks van jaren tot 2009 noemden steeds minder Nijmegenaren “criminaliteit, onveiligheid” als een met voorrang aan te pakken stadsprobleem (daling van 61% in 1993 naar 12% in 2009). Maar deze trend is nu doorbroken. In 2011 ziet 16% “criminaliteit, onveiligheid” als een met voorrang aan te pakken stadsprobleem. Duidelijk op nummer 1 in de ranglijst van belangrijkste stadsproblemen volgens burgers staat verkeerproblematiek (slechte bereikbaarheid en verkeersdoorstroming), met “criminaliteit, onveiligheid” op de tweede plaats (zie Figuur 5). In 2009 stond “criminaliteit, onveiligheid” nog op de derde plaats. Hetzelfde zien we bij de buurtproblemen: in 2001 noemde 21% “criminaliteit, onveiligheid” als het belangrijkste buurtprobleem. Dat percentage daalde naar 10% in 2009, om vervolgens te stijgen naar 13% in 2011. Alleen verkeersoverlast is nog iets vaker dan “criminaliteit, onveiligheid” als met voorrang aan te pakken buurtprobleem genoemd (zie Figuur 6).
Thematische analyses - 19
Figuur 5: met voorrang aan te pakken stadsproblemen volgens burgers (bron: Stadspeiling 2011)
verkeersproblematiek
39,5%
onveiligheid, criminaliteit
15,9%
parkeerproblemen
13,3%
fietsvoorzieningen
9,8%
voorzieningenniveau in het algemeen
9,2%
zwerfvuil, verpaupering, verloedering
7,1%
jongerenoverlast
6,6%
0,0%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
Figuur 6: met voorrang aan te pakken buurtproblemen volgens burgers (bron: aanvullende lokale vraag in landelijke Veiligheidsmonitor 2011)
verkeersproblematiek
14,3%
onveiligheid, criminaliteit
13,4%
rommel, zwerfvuil, hondenpoep
10,4%
jongerenoverlast
8,1%
parkeerproblemen
8,1%
geluidsoverlast 0,0%
6,0% 5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
Vergelijking met grote steden Landelijk is er na een periode van daling van de onveiligheidsgevoelens sprake van een stabilisatie sinds 2008. De situatie in Nijmegen is dus afwijkend van het landelijke beeld, en ook van het beeld in de grote steden. In de meeste grote steden is er geen sprake van een toename van de onveiligheidsgevoelens. Nijmegen is een uitzondering, samen met Tilburg en Zoetermeer. Maar het is niet zo dat Nijmegen relatief slecht scoort. In 2009 was de onveiligheidsbeleving in de buurt in Nijmegen namelijk wat gunstiger dan in de grote steden. Nu scoort Nijmegen op dit punt tamelijk gemiddeld.
20 - Thematische analyses
Verschillen tussen deelgebieden De belangrijkste redenen voor de onveiligheidsgevoelens in de woonbuurt zijn: - donkere/slecht verlichte plaatsen (door 18% van alle respondenten genoemd; relatief veel genoemd in Goffert, Biezen, Aldenhof en ‘t Acker); - groepen jongeren op straat (door 17% van alle respondenten genoemd; relatief veel genoemd in Willemskwartier, Hatert, Neerbosch-Oost, Meijhorst, Voorstenkamp, Leuvensbroek en Zellersacker); - mensen die men vanwege hun gedrag niet vertrouwt (door 15% van alle respondenten genoemd; relatief veel genoemd in Stadscentrum, Willemskwartier, Neerbosch-Oost, Meijhorst, Aldenhof, Voorstenkamp en Leuvensbroek); - stille/afgelegen plaatsen (door 10% van alle respondenten genoemd; relatief veel genoemd in Weezenhof); - drugsdealers en/of drugsverslaafden (door 9% van alle respondenten genoemd; relatief veel genoemd in Stadscentrum, Benedenstad, Biezen, Aldenhof, Meijhorst en Voorstenkamp). De vier wijken, die het meest ongunstig scoren als het gaat om onveiligheidsbeleving, zijn Meijhorst, Aldenhof, Neerbosch-Oost en Voorstenkamp. Circa een derde van de bewoners van deze wijken voelt zich er soms of vaak onveilig. Het rapportcijfer dat de bewoners van deze wijken geven voor de veiligheidssituatie in de buurt ligt beneden de 6 (tussen de 5,4 en 5,9). In de andere wijken is dat rapportcijfer minimaal 6,2. - In Meijhorst voelen relatief veel bewoners zich wel eens onveilig vanwege groepen jongeren op straat, verdacht gedrag van mensen op straat, criminaliteit in de buurt en drugsdealers/verslaafden. - In Aldenhof voelen relatief veel bewoners zich wel eens onveilig vanwege donkere/slecht verlichte plaatsen, verdacht gedrag van mensen op straat en drugsdealers/-verslaafden. In deze wijk is de onveiligheidsbeleving toegenomen. - In Neerbosch-Oost voelen relatief veel bewoners zich onveilig vanwege groepen jongeren op straat, verdacht gedrag van mensen op straat, criminaliteit in de buurt en berichten in de media. - In Voorstenkamp voelen relatief veel bewoners zich wel eens onveilig vanwege groepen jongeren op straat, verdacht gedrag van mensen op straat en drugsdealers/-verslaafden. In deze buurt is de onveiligheidsbeleving toegenomen. Andere wijken, die minder gunstig scoren op het vlak van de veiligheidsbeleving, zijn: - Stadscentrum en Benedenstad (relatief veel bewoners voelen zich wel eens onveilig vanwege dronken mensen, drugsdealers/-verslaafden, zwervers en verdacht gedrag van mensen op straat); - Leuvensbroek en Willemskwartier (relatief veel bewoners voelen zich wel eens onveilig vanwege groepen jongeren en verdacht gedrag van mensen); - Hatert (relatief veel bewoners voelen zich wel eens onveilig door groepen jongeren en berichten in de media); - Biezen (relatief veel bewoners voelen zich wel eens onveilig op donkere/slecht verlichte plekken in de wijk, vanwege drugsdealers/-verslaafden en vanwege dronken mensen); - Zwanenveld (er zijn geen redenen voor onveiligheidsgevoelens die de bewoners van deze wijk relatief veel noemen; het meest genoemd is “donkere/slecht verlichte plekken”).
Thematische analyses - 21
2.5
Veilig Wijkteams
In 2009 is met de oprichting van het Veilig Wijkteam Meijhorst een nieuwe aanpak gestart om in wijken, waar relatief veel veiligheidsproblemen spelen, de objectieve en subjectieve veiligheid te vergroten. Een Veilig Wijkteam is een intensief samenwerkingsverband tussen politie en gemeentelijke toezichthouders. Een team bestaat uit de wijkagent, twee politiefunctionarissen en twee gemeentelijke toezichthouders. Het houdt in dat steeds een koppel – in principe een agent en een toezichthouder – door de wijk loopt. De twee personen kunnen misstanden signaleren, zijn aanspreekbaar voor en door bewoners en zijn bevoegd in te grijpen, als daar reden voor is. In 2011 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek een evaluatie van het Veilig Wijkteam Meijhorst uitgevoerd, die positieve effecten laat zien. De evaluatie van het Veilig Wijkteam Meijhorst laat positieve veranderingen zien m.b.t. de objectieve en subjectieve veiligheid in de betreffende wijk: - Het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast is sterk afgenomen. - Het aantal geregistreerde gevallen van burengerucht is afgenomen. - Bewoners, die in 2011 een vragenlijst over het Veilig Wijkteam Meijhorst hebben ingevuld, zien een afname van jeugdoverlast, overlast van omwonenden, drugsoverlast en diefstal/inbraak. - Het aandeel bewoners van Meijhorst, dat vaak of soms last heeft van onveiligheidsgevoelens, is de afgelopen jaren niet sterk veranderd (bron: Stadspeiling 2009 en Veiligheidsmonitor 2011). Andere gegevens duiden echter op een grotere subjectieve veiligheid: bijna driekwart van de bewoners, die in 2011 een vragenlijst over het Veilig Wijkteam Meijhorst hebben ingevuld, geeft aan dat de veiligheidssituatie in Meijhorst in de voorgaande jaren (licht) verbeterd is; slechts 4% ziet een verslechtering. Ook professionals, die werkzaam zijn in de wijk, vinden dat de veiligheidssituatie in Meijhorst verbeterd is. - Het Veilig Wijkteam heeft een positief effect op de zichtbaarheid van de politie en de toezichthouders. In Meijhorst zijn minder bewoners dan in de andere aandachtsgebieden binnen Dukenburg van mening dat men de politie te weinig in de wijk ziet en hebben meer bewoners de indruk dat de politie voldoende bescherming biedt (Veiligheidsmonitor 2011). Let wel: de genoemde verbeteringen m.b.t. de objectieve en subjectieve veiligheid kunnen, behalve met het Veilig Wijkteam ook te maken hebben met andere zaken, die na 2008 – het jaar waarin er sprake was van ernstige overlast in de wijk – tot ontwikkeling zijn gekomen, zoals straatcoaches, versterking jongerenwerk, extra openstelling jongerencentra, cameratoezicht en buurtpreventie door bewoners (Buurt Preventie Team). Ondanks de hierboven genoemde verbetering van de veiligheidssituatie, blijft de veiligheid in Meijhorst om aandacht vragen. Meijhorst is één van de vier wijken waar bewoners een onvoldoende geven voor de veiligheid van de woonbuurt (de andere wijken zijn Aldenhof, Neerbosch-Oost en Voorstenkamp18). Nog steeds hebben relatief veel bewoners de indruk dat jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, vernieling en overlast van omwonenden vaak in de buurt voorkomt. Werkers in de wijk wijzen op spanningen tussen bewoners, vooral bij de maisonnettes, onder meer tussen autochtonen en mensen van niet-westerse herkomst. De score voor de sociale samenhang in de wijk is nog steeds relatief laag.
18
Is formeel geen wijk, maar een grote buurt binnen de omvangrijke wijk De Kamp.
22 - Thematische analyses
2.6
Discriminatie
Het voorkomen en bestrijden van discriminatie is ook een van de speerpunten van het integrale veiligheidsbeleid. Vanaf 2012 wil de gemeente in samenwerking met politie, justitie en ieder1gelijk (Bureau Gelijke Behandeling Gelderland-Zuid) nader inhoud geven aan sociale veiligheidsthema’s die gerelateerd zijn aan vormen van ongelijke behandeling, zoals uitgaansgeweld (met name gericht tegen homo’s en minderheden) en overlast die te maken heeft met sekse of etnische afkomst. De beschikbare gegevens over discriminatie in Nijmegen duiden erop dat ernstige vormen van discriminatie in beperkte mate voorkomen19. Discriminatie op grond van seksuele gerichtheid Ten opzichte van het landelijk beeld is de acceptatie van homoseksualiteit in Nijmegen relatief hoog. Sinds 2009 is de homoacceptatie in Nijmegen verder toegenomen, zo blijkt uit bevolkingsonderzoek in Nijmegen onder jongeren (E-MOVO ) en volwassenen (Stadspeiling). Wel is de acceptatie relatief laag bij een aantal deelgroepen binnen de stad: Nijmegenaren van niet-westerse herkomst, jongens, 65-plussers, vmbo-leerlingen en volwassenen die laag of middelbaar opgeleid zijn. Maar in vergelijking met enkele jaren geleden is de homoacceptatie ook bij deze groepen toegenomen. Het aantal klachten door Nijmegenaren op grond van seksuele gerichtheid, dat bij ieder1gelijk binnenkwam, nam toe van 11 in 2010 naar 16 in 2011. Volgens ieder1gelijk komt dit waarschijnlijk door de nauwe samenwerking met LHBT-organisaties (Lesbisch/ Homoseksueel/Biseksueel/ Transgender-organisaties) en niet door een toename van de problematiek in de stad. Uit onderzoek onder de leden van het Nijmeegse digitale stadspanel komt naar voren dat een deel van de homoseksuelen geconfronteerd wordt met discriminerende uitingen, maar dat een beperkt deel daar veel last van heeft en zaken meldt20. Discriminatie op grond van herkomst/huidskleur/ras Meer Nijmegenaren zijn positief (51%) dan negatief (7%) over het samenleven in de buurt tussen autochtonen en mensen van buitenlandse herkomst. Dat beeld meten we al jaren via de Stadspeiling. Het aantal klachten door Nijmegenaren van discriminatie op grond van herkomst/huidskleur/ras, dat bij ieder1gelijk binnenkwam, bleef in de voorgaande twee jaar ongeveer gelijk: circa 60 per jaar. Uit onderzoek onder de leden van het Nijmeegse digitale stadspanel komt naar voren dat een deel van de mensen van niet-westerse herkomst geconfronteerd wordt met discriminerende uitingen, maar dat een beperkt deel daar veel last van heeft en zaken meldt21. In ons tweejaarlijkse grootschalige bevolkingsonderzoek (Stadspeiling en landelijke Veiligheidsmonitor met lokale vragen) vragen we aan burgers wat ze de belangrijkste buurt- en stadsproblemen vinden. Een zeer kleine groep Nijmegenaren (0,1%) ziet discriminatie als één van
19
20
21
De afdeling Onderzoek en Statistiek heeft in 2012 een notitie opgeleverd over de stand van zaken m.b.t. discriminatie op grond van seksuele gerichtheid en herkomst/huidskleur/ras. Hieronder is een korte samenvatting van die notitie opgenomen. Deze uitspraak is gebaseerd op de antwoorden van een groep van 88 deelnemers van het digitaal stadspanel, die aangeven dat ze homoseksueel zijn. We weten niet in hoeverre deze groep representatief is voor de totale groep homoseksuelen. Daarom zijn geen percentages vermeld. Deze uitspraak is gebaseerd op de antwoorden van een groep van 74 respondenten van niet-westerse herkomst, die niet volledig representatief is voor alle Nijmegenaren van niet-westerse herkomst. Daarom zijn geen percentages vermeld.
Thematische analyses - 23
de belangrijkste problemen in de stad of de woonbuurt. Daarin is de afgelopen jaren geen verandering opgetreden.
2.7
Polarisatie
Uit eerdere bevolkingsonderzoeken en kwalitatief onderzoek onder werkers in de wijken22 kwam naar voren dat er in deelgebiedjes binnen Nijmeegse aandachtsgebieden23 sprake was van spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen, zowel tussen autochtone bewoners en bewoners van nietwesterse herkomst als tussen verschillende groepen van niet-westerse herkomst. Daarbij werd geconstateerd dat het vooral om onderhuidse spanningen ging. Vanuit de gedachte dat spanningen tot polarisatie en veiligheidsproblemen kunnen leiden, is bij de meting in 2011 extra aandacht aan dit onderwerp besteed24. Met polarisatie bedoelen we dat irritaties, ergernissen, conflicten en spanningen tussen groepen bewoners uitgroeien tot situaties waarin groepen diametraal tegenover elkaar komen te staan, wat kan leiden tot ernstige conflicten. Het onderzoek naar spanningen in de wijken heeft niet geleid tot aanwijzingen voor polarisatie. Daartoe de volgende conclusies: - 12% van de volwassen Nijmegenaren heeft in het voorgaande jaar spanningen tussen groepen bewoners ervaren. In de aandachtsgebieden is dit aandeel wat groter, maar de verschillen ten opzichte van de rest van de stad zijn niet zo groot. Wanneer burgers spanningen ervaren zijn daar in de meeste gevallen omwonenden bij betrokken (40%) en verder Nijmegenaren van niet-westerse herkomst (25%) en jongeren (22%). Veelal gaat het om spanningen ten gevolge van (geluids)overlast, rommel op straat en vervelend/asociaal gedrag in de ogen van de burgers. - Burgers wijzen niet op spanningen in verband met religieuze of ideologische tegenstellingen en nauwelijks op spanningen die betrekking hebben op discriminatie. - Werkers in de wijken wijzen opnieuw op spanningen tussen bewoners in deelgebiedjes binnen aandachtsgebieden, maar koppelen deze spanningen niet of nauwelijks aan polarisatie. - Eerder dan naar polarisatie wijzend, zijn de gesignaleerde spanningen te relateren aan objectieve gegevens. Bijvoorbeeld: in bepaalde wijken wonen relatief veel jongeren van nietwesterse herkomst, terwijl in die wijken ook veel ouderen van autochtone herkomst wonen. De kans op bepaalde spanningen is dan groter dan in wijken met een meer evenwichtige bevolkingssamenstelling. Of het gegeven dat in sommige delen van de stad relatief veel probleemgezinnen zijn gehuisvest en dit dan leidt tot irritaties bij andere bewoners in de buurt. - De mogelijkheid van spanningen is gekoppeld aan de mate van sociaal vertrouwen en cohesie en ook vertrouwen in de lokale politiek. Daarbij is de gedachte dat polarisatie vooral het geval is wanneer de perceptie van spanningen gelijk op gaat met een gebrek aan sociaal en politiek vertrouwen. Uit ons onderzoek blijkt inderdaad dat in die gebieden waar meer irritaties, ergernissen, conflicten en spanningen gesignaleerd zijn het gemeten vertrouwen iets lager is dan gemiddeld in de stad. Alleen zijn de verschillen in dat vertrouwen niet heel Mensen die vanwege hun (vrijwilligers)werk veel van de Nijmeegse wijken afweten, zoals mensen werkzaam binnen zorginstellingen, politie, corporaties, scholen en bewonersgroepen. 23 De gebieden die bij de wijkaanpak extra aandacht krijgen, omdat er relatief veel problemen spelen. 24 De afdeling Onderzoek en Statistiek heeft in 2012 een aparte rapportage over polarisatie opgeleverd. Hieronder is een korte samenvatting van die rapportage opgenomen. 22
24 - Thematische analyses
-
groot. Bovendien is er binnen de clusters van aandachtsgebieden geen duidelijk verband tussen de twee invalshoeken: de gebieden die het slechtst scoren qua gemeten spanningen zijn niet per definitie dezelfde gebieden die het slechtst scoren qua vertrouwen. De meeste potentiële spanningen lijken in principe door middel van beleid aangepakt te kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld de afname in de oude stadswijken van overlast van groepen bewoners gekoppeld worden aan de constatering dat juist in die gebieden de laatste tijd veel stedelijk vernieuwingsbeleid is gevoerd. Of kunnen we in de wijk Meijhorst wijzen op een succesvolle aanpak van de jongerenoverlast, onder andere door versteviging van het jongerenwerk en de inzet van straatcoaches.
Thematische analyses - 25
3
Wijkanalyses
In de Wijkmonitor 2012 is informatie opgenomen over de veiligheid in de Nijmeegse woonwijken. Na het afronden van de Wijkmonitor hebben we ten behoeve van de Integrale Veiligheidsmonitor Nijmegen een meer uitgebreide analyse van de veiligheidssituatie per wijk verricht. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: Politiecijfers (geregistreerde delicten en incidenten per wijk). Uitkomsten van de landelijke Veiligheidsmonitor (bevolkingsonderzoek). In Nijmegen hebben najaar 2011 ruim 4.00025 Nijmegenaren vanaf 15 jaar aan de Veiligheidsmonitor deelgenomen, een hoger aantal dan verwacht. Daardoor hebben we voor veel Nijmeegse wijken goede indicaties over de veiligheidssituatie26 (slachtofferschap, ervaren overlast, onveiligheidsbeleving), naast de gegevens per wijk uit de politieregistraties. De Leefbaarometer. Dit is een landelijk instrument dat een beeld geeft van de leefbaarheid in gemeenten, wijken en deelgebieden binnen wijken. De Leefbaarometer geeft een totaalscore voor de leefbaarheid van een gebied, tot op het niveau van clusters van postcodegebieden (6 posities). De totaalscore is gebaseerd op de scores op vijf dimensies: woningvoorraad, publieke ruimte, voorzieningenniveau, bevolkingssamenstelling, sociale samenhang en veiligheid. Gekeken is of er deelgebieden binnen de wijk relatief ongunstig scoren op de dimensie veiligheid. Bij de analyse van de veiligheidssituatie per wijk hebben we onderscheid gemaakt tussen de objectieve gegevens over veiligheid (geregistreerde criminaliteit en overlast; gegevens over slachtofferschap), de beleving van de veiligheidssituatie (indrukken van burgers over de mate waarin delicten en overlast in hun woonbuurt plaatsvinden; oordeel van burgers over de veiligheidssituatie in de woonbuurt). In dit hoofdstuk staan de hoofdbevindingen uit de wijkanalyses, met speciale aandacht voor enkele gebieden die er ongunstig uitspringen. Aan het slot van het hoofdstuk is er aandacht voor de gebiedsgerichte aanpak. In de bijlage van deze rapportage is er per wijk een overzicht gegeven van de aandachtpunten, die uit de analyses naar voren komen.
3.1
hoofdbevindingen wijkanalyse
In vier wijken binnen Nijmegen geven de bewoners een onvoldoende voor de veiligheidssituatie in de woonbuurt: Neerbosch-Oost, Meijhorst, Aldenhof en Voorstenkamp27. Meijhorst In Meijhorst was er in 2008 sprake van ernstige jeugdoverlast. Diverse instrumenten zijn ingezet om deze jeugdoverlast terug te dringen en de leefbaarheid en veiligheid in de wijken te verbeteren, onder meer het Veilig Wijkteam Meijhorst, straatcoaches en een versteviging van het jongerenwerk. In het vorige hoofdstuk is opgemerkt dat de aanpak van jeugdoverlast vooral in de wijk Meijhorst succesvol is geweest. De laatste twee jaar is het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast in de wijk laag (veel lager dan in 2009). Ook het aantal geregistreerde gevallen Ruim 200 respondenten uit de regiosteekproef van het CBS en ruim 3.800 respondenten uit de aanvullende lokale steekproef. Voor de wijken, waarin minimaal 50 bewoners aan de Veiligheidsmonitor hebben deelgenomen, hebben we de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor in de wijkanalyses meegenomen. 27 Voorstenkamp is formeel geen wijk, maar een grote buurt binnen de omvangrijke wijk De Kamp. 25 26
Wijkanalyses - 27
van vandalisme in de wijk was de laatste jaren niet hoog. De gegevens over de objectieve veiligheid laten verder zien dat ook het aantal gevallen van burenoverlast afnam. Een negatief punt is dat relatief veel bewoners in Meijhorst in 2001 slachtoffer werden van bedreiging en geweldsdelicten. De gegevens over de subjectieve veiligheid laten zien dat relatief veel bewoners van Meijhorst de indruk hebben dat de volgende zaken vaak in de buurt plaatsvinden: jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, vernieling, overlast van omwonenden, drugsoverlast en bedreiging/geweldsdelicten. Dat laatste sluit aan bij de objectieve gegevens. Maar men ziet wel verandering: bewoners, die een vragenlijst over het Veilig Wijkteam Meijhorst hebben ingevuld, zien een afname van jeugdoverlast, overlast van omwonenden, drugsoverlast en diefstal/inbraak. Bijna driekwart van die bewoners geeft aan dat de veiligheidssituatie in Meijhorst in de voorgaande jaren (licht) verbeterd is; slechts 4% ziet een verslechtering. Ook professionals, die werkzaam zijn in de wijk, vinden dat de veiligheidssituatie in Meijhorst is verbeterd. Wel zien ze nog spanningen tussen bewoners, vooral bij de maisonnettes, onder meer tussen autochtonen en mensen van niet-westerse herkomst. Ondanks de positieve ontwikkelingen in Meijhorst geven de bewoners nog net geen voldoende voor de veiligheid in hun buurt (5,9). Relatief veel bewoners voelen zich soms of vaak onveilig in de buurt vanwege groepen jongeren op straat, verdacht gedrag van mensen op straat, criminaliteit in de buurt en drugsdealers/-verslaafden. De Leefbaarometer laat zien dat de score voor de veiligheid in het grotere delen van Meijhorst benedengemiddeld is. Neerbosch-Oost Ook in Neerbosch-Oost was er enkele jaren geleden sprake van ernstige jeugdoverlast. Ook hier is op verschillende manieren gewerkt aan het terugdringen van die overlast. Het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast is licht teruggelopen, maar nog steeds relatief hoog. Voor het aantal geregistreerde gevallen van vandalisme is die terugloop veel groter. Twee jeugdgroepen veroorzaken nog steeds flinke overlast in de wijk. Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, vernieling, geluidsoverlast, drugsoverlast, lastigvallen van mensen/vrouwen op straat, woninginbraak, diefstal uit auto’s en bedreiging/geweldsdelicten. De meeste indrukken kunnen we niet staven met objectieve gegevens. De bewoners geven een 5,8 voor de veiligheid in hun buurt. Net als in Meijhorst voelen relatief veel bewoners zich soms of vaak onveilig in de buurt vanwege groepen jongeren op straat, verdacht gedrag van mensen op straat, criminaliteit in de buurt en drugsdealers/-verslaafden. De Leefbaarometer laat zien dat de score voor de veiligheid in het grotere delen van NeerboschOost benedengemiddeld is. Voorstenkamp De cijfers over de objectieve veiligheid in Voorstenkamp laten zien dat relatief veel bewoners in 2011 slachtoffer van fietsendiefstal en bedreiging. De subjectieve cijfers wijzen op meer veiligheidsproblemen, die we niet allemaal kunnen staven met objectieve gegevens. Zo hebben relatief veel bewoners in Voorstenkamp de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, overlast van omwonenden, drugsoverlast en fietsendiefstal. Het rapportcijfer van bewoners voor de veiligheid in buurt is 5,4. De onveiligheidsbeleving is er de afgelopen jaren toegenomen. Relatief veel bewoners voelen zich wel eens onveilig in de buurt vanwege groepen jongeren op straat, verdacht gedrag van mensen op straat en drugsdealers/-verslaafden.
28 - Wijkanalyses
De Leefbaarometer laat zien dat de score voor de veiligheid in heel Voorstenkamp benedengemiddeld is. Aldenhof Uit de cijfers over de objectieve veiligheid in Aldenhof blijkt dat het aantal geregistreerde gevallen van burenoverlast relatief hoog is. Daarbij aansluitend hebben relatief veel bewoners de indruk dat overlast van omwonenden en geluidsoverlast vaak in de buurt voorkomen. Hoewel uit de politiecijfers en de indrukken van de bewoners niet veel aandachtspunten op het gebied van veiligheid naar voren komen, beoordelen de bewoners de veiligheidssituatie met een onvoldoende: een 5,9. Relatief veel bewoners voelen zich soms of vaak onveilig in de buurt vanwege donkere/slecht verlichte plaatsen, verdacht gedrag van mensen op straat en drugsdealers/-verslaafden. De Leefbaarometer laat vooral voor het oostelijk deel van de wijk een relatief lage score voor de veiligheid zien. In zeven gebieden is het oordeel van bewoners over de veiligheidssituatie onder het gemiddelde, maar wel voldoende: Biezen, Wolfskuil, Heseveld, Nije Veld, Hatert, Zwanenveld en Gildekamp28 (tussen de 6,2 en 6,4). Voor deze wijken geldt dat er enkele aandachtspunten op het gebied van veiligheid spelen, maar dat er geen sprake is van een bredere veiligheidsproblematiek. In Hatert gaat het vooral om jeugdoverlast, maar cijfers van de politie laten wel een afname van jeugdoverlast en vandalisme in de wijk zien. Net als in Meijhorst en Neerbosch-Oost zijn er ook in Hatert in de afgelopen jaren verschillende instrumenten ingezet om jeugdoverlast binnen de perken te houden. In deze wijk is er nog wel flinke overlast van één jeugdgroep. Voor de meeste van de betreffende gebieden laat de Leefbaarometer zien dat de score voor de veiligheid in grotere delen ervan relatief laag is (Biezen, Wolfskuil, Heseveld, Nije Veld en Gildekamp). In Hatert zien we een relatief lage score voor de veiligheid in gebieden ten zuiden van de Hatertseweg en in Zwanenveld vooral in het noordoostelijk deel van de wijk. In de twee wijken binnen stadsdeel Nijmegen-Centrum is er sprake van relatief veel overlast (in Stadscentrum én Benedenstad) en criminaliteit (vooral in Stadscentrum), waarbij er sprake is van een samenhang met onder meer de centrumfuncties (uitgaansleven, winkelcentrum), de aanwezigheid van prostitutie en de opvang van drugs- en alcoholverslaafden aan de rand van de binnenstad (MFC). Toch geven bewoners van Nijmegen-Centrum een ruime voldoende voor de veiligheidssituatie in hun woonbuurt (6,7 in Benedenstad en 6,6 in Stadscentrum, gelijk aan de gemiddelde score voor heel Nijmegen). De volgende factoren zullen daarbij een rol spelen. Bewoners in Nijmegen-Centrum oordelen positiever dan gemiddeld over het functioneren van de politie in de woonbuurt. De slachtoffers van criminaliteit in het centrum zijn vaak elders woonachtig. En mensen, die in het centrum gaan wonen, weten dat ze met aan centrumfuncties gerelateerde overlast te maken krijgen. De Leefbaarometer laat zien dat de score voor de veiligheid in het grootste deel van de wijk Stadscentrum en in delen van de Benedenstad (zuidwestelijk deel en de prostitutiebuurt) ongunstig is.
28
Gildekamp is formeel geen wijk, maar een grote buurt binnen de omvangrijke wijk De Kamp.
Wijkanalyses - 29
Tabel 6: gemiddelde rapportcijfers van bewoners voor de veiligheid in de wijk (bron: landelijke Veiligheidsmonitor 2011)29
29
NIJMEGEN
6,7
Voorstenkamp
5,4
Neerbosch-Oost
5,8
Meijhorst
5,9
Aldenhof
5,9
Biezen
6,2
Hatert
6,2
Wolfskuil
6,3
Zwanenveld
6,3
Gildekamp
6,3
Heseveld
6,4
Nije Veld
6,4
Malvert
6,5
Zellersacker
6,5
't Acker, exclusief Zellersacker
6,5
Leuvensbroek
6,5
Stadscentrum
6,6
Grootstal
6,6
Tolhuis
6,6
't Broek, exclusief Leuvensbroek
6,6
Benedenstad
6,7
Hatertse hei
6,7
Goffert
6,8
Hees
6,8
De Kamp, exclusief Voorstenkamp en Gildekamp
7,0
Galgenveld
7,1
Brakkenstein
7,1
Hengstdal
7,2
Hazenkamp
7,2
Weezenhof
7,2
Oosterhout
7,2
Altrade
7,3
St. Anna
7,3
Lent
7,3
Geen rapportcijfers beschikbaar voor de niet in de tabel opgenomen wijken, vanwege een gering aantal respondenten.
30 - Wijkanalyses
In acht wijken oordelen de bewoners tamelijk gemiddeld over de veiligheidssituatie (tussen 6,5 en 6,9): Hees, Goffert, Hatertse Hei, Grootstal, Tolhuis, Malvert, ’t Acker en ’t Broek. Het gaat het om gebieden met enkele aandachtspunten op het vlak van veiligheid, maar geen bredere veiligheidsproblematiek. De Leefbaarometer laat een lage score voor de veiligheid zien in deelgebieden binnen vier van deze wijken: de Kolpingbuurt in de wijk Goffert, het maisonnettegebied in het westelijk deel van Malvert, het noordelijk deel van Tolhuis en Horstacker in ’t Acker. Ook in het noordelijk deel van de wijk Lankforst zien we een lage score voor de veiligheid. In de overige wijken is het oordeel over de veiligheidssituatie bovengemiddeld (minimaal 7,0): de wijken in Nijmegen-Oost en Nijmegen-Noord en ook de wijken Hazenkamp, St. Anna, Brakkenstein en Weezenhof. Het gaat om gebieden waar geen tot hooguit enkele aandachtspunten op het gebied van veiligheid spelen.
3.2
Gebiedsgerichte aanpak
Hierboven is geconstateerd dat er wijken zijn waar de veiligheidssituatie in grotere delen ervan relatief ongunstig is (waaronder Centrum, Meijhorst, Neerbosch-Oost) en dat er wijken zijn waar de veiligheidssituatie in deelgebieden ervan relatief ongunstig is (waaronder Aldenhof, De Kamp en Hatert). Uit eigen onderzoek (onder meer de Wijkmonitor) en ook landelijke onderzoeken blijkt dat diverse factoren kunnen leiden tot een hoger niveau van onveiligheidsgevoelens, overlast en criminaliteit, waaronder de volgende: - een relatief groot aandeel bewoners in een zwakke sociaaleconomische positie (werklozen, mensen met een laag inkomen); - relatief veel jongeren; - de aanwezigheid van multiprobleemgezinnen; - de aanwezigheid van jeugdgroepen; - de aanwezigheid van drugsverslaafden, drugsdealers; - een lage mate van saamhorigheid in de wijk; - een relatief groot aandeel sociale woningbouw; - de aanwezigheid van hoogbouw; - de aanwezigheid van voorzieningen als winkels, cafés en scholen; - een relatief hoge mate van verloedering. Bij de gebieden met een relatief ongunstige veiligheidssituatie gaat het om gebieden waar een combinatie van dergelijke factoren speelt. Het zijn dan ook delen van de stad die behoren tot de aandachtsgebieden: de gebieden die bij de wijkaanpak extra aandacht krijgen vanwege het relatief grote aantal problemen. Maar het is niet zo dat alle deelgebiedjes in de stad, met een relatief lage score voor de leefbaarheid30, die door werkers in de wijken31 veelal worden herkend als probleemgebiedjes, ook een relatief lage score voor de dimensie veiligheid laten zien.
Op basis van scores op de dimensies woningvoorraad, publieke ruimte, voorzieningenniveau, bevolkingssamenstelling, sociale samenhang en veiligheid. 31 Voor de Wijkmonitor is aan werkers in de wijken gevraagd of men gebiedjes met een lage score voor de leefbaarheid herkend als probleemgebiedjes binnen de wijken. Met werkers in de wijken bedoelen we mensen die vanwege hun (vrijwilligers)werk veel van de Nijmeegse wijken afweten, zoals mensen werkzaam binnen zorginstellingen, politie, scholen en bewonersgroepen. 30
Wijkanalyses - 31
Naast de aanpak van veiligheidsgerelateerde zaken via de wijkaanpak, zijn in het beleidskader Integrale Veiligheid 2011-2014 twee specifieke instrumenten voor een gebiedsgerichte aanpak opgenomen: de straatcoaches en het Veilig wijkteam. Straatcoaches in Meijhorst, Neerbosch-Oost, Heseveld en Hatert hebben een bijdrage geleverd aan het terugdringen van jeugdoverlast en vandalisme in de genoemde wijken (zie hoofdstuk 2, paragraaf 3). In 2012 zijn Dukenburg, Hatert, Neerbosch-Oost en Heseveld voor de komende jaren als prioritaire aandachtsgebieden voor de straatcoaches vastgesteld. In Hatert en Neerbosch-Oost ervaren bewoners nog steeds relatief veel jeugdoverlast en is er overlast van één respectievelijk twee jeugdgroepen, maar is het aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast en vandalisme afgenomen. Binnen Dukenburg is de ervaren jeugdoverlast nog steeds het hoogst in Meijhorst, terwijl er in deze wijk sprake is van een succesvolle aanpak van de jeugdoverlast en een flinke afname van de geregistreerde jeugdoverlast. Verder speelt er in Dukenburg jeugdoverlast in kleinere deelgebieden binnen de wijken Zwanenveld en Malvert. Heseveld springt er niet uit als een wijk met relatief veel jeugdoverlast, maar ook voor deze wijk geldt dat er jeugdoverlast speelt in deelgebiedjes binnen de wijk. Enkele gebieden buiten Nijmegen-Centrum, waar jeugdoverlast met centrumfuncties samenhangt, behoren niet tot de prioritaire aandachtsgebieden voor de straatcoaches, maar laten wel een minder gunstig beeld zien als het gaat om ervaren jeugdoverlast (Voorstenkamp) of geregistreerde jeugdoverlast (Nije Veld en ’t Acker). Het Veilig Wijkteam Meijhorst heeft een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de veiligheidssituatie in de wijk (zei hoofdstuk 2, paragraaf 5). Inmiddels fungeren er ook Veilig Wijkteams in Neerbosch-Oost en Hatert. Meijhorst en Neerbosch-Oost behoren tot de drie gebieden waar diverse aandachtspunten op het vlak van veiligheid spelen én waar de bewoners – ondanks de verbeteringen die de bewoners van Meijhorst in de veiligheidssituatie zien – een onvoldoende geven voor de veiligheid in hun buurt. In Hatert is de veiligheidsproblematiek minder breed. Daar gaat het met name om jeugdoverlast. Behalve in Neerbosch-Oost en Meijhorst, zijn er ook in Voorstenkamp diverse aandachtspunten op het vlak van veiligheid (rapportcijfer van bewoners voor de veiligheid: 5,4). In dit gebied is geen Veilig wijkteam actief.
32 - Wijkanalyses
4
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor
Van de 22 grote steden met tussen de 100.000 en 220.000 inwoners (dus exclusief de G4: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) hebben er 16 najaar 2011 deelgenomen aan de landelijke Veiligheidsmonitor32. Dat betekent dat we de veiligheidssituatie in Nijmegen goed kunnen vergelijken met die in de grote steden. In de tabellen op de volgende pagina’s zijn de uitkomsten voor die 16 grote steden opgenomen. Als een vakje in de tabel oranje gekleurd is, betekent dat dat de uitkomst minder gunstig is dan voor de 16 grote steden gemiddeld (verschil is significant). Als een vakje in de tabel groen gekleurd is, betekent dat dat de uitkomst gunstiger is dan voor de grote steden gemiddeld (verschil is significant)33. Behalve de gemiddelde uitkomsten voor de 16 grote steden zijn in de tabellen ook de uitkomsten voor de politieregio Gelderland-Zuid en Nederland opgenomen.
De 16 steden in alfabetische volgorde: Almere, Amersfoort, Arnhem, Breda, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Leiden, Nijmegen, ’s-Hertogenbosch, Tilburg, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle. 33 Of de gemeten verschillen t.o.v. het gemiddelde beeld significant zijn heeft te maken met het aantal respondenten. Hoe groter het aantal respondenten in een stad, des te kleiner zijn de nauwkeurigheidsmarges en des te eerder is een gemeten verschil ten opzichte van het gemiddelde beeld significant. Voor de steden Amersfoort, Zwolle en Eindhoven zijn de nauwkeurigheidsmarges het grootst. Verder geldt voor een aantal steden dat een deel van de optionele vragen alleen beantwoord is door respondenten uit de regiosteekproef van het CBS en niet door respondenten uit de aanvullende lokale steekproef. In dat geval zijn de nauwkeurigheidsmarges groter. 32
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor - 33
Almere
Amersfoort
Arnhem
Breda
Dordrecht
Ede
Eindhoven
Enschede
Haarlem
Leiden
NIJMEGEN
s-Hertogenbosch
Tilburg
Zaanstad
Zoetermeer
Zwolle
100.000+-steden
Gelderland -Zuid
Nederlamd
Leefbaarheid woonbuurt schaalscore sociale cohesie rapportcijfer oordeel woonomgeving rapportcijfer oordeel leefbaarheid rapportcijfer oordeel veiligheid
5,7 7,2 7,1 6,6
6,3 7,4 7,4 6,9
5,8 7,2 7,1 6,6
6,3 7,4 7,4 6,8
5,8 7,3 7,2 6,8
6,3 7,5 7,4 6,8
6,0 7,3 7,2 6,6
6,0 7,2 7,2 6,7
6,0 7,3 7,2 6,8
5,8 7,3 7,3 6,9
5,9 7,3 7,2 6,7
6,2 7,4 7,4 6,8
5,8 7,2 7,2 6,6
6,0 7,2 7,1 6,7
5,9 7,3 7,2 6,7
6,5 7,6 7,5 7,1
6,0 7,3 7,2 6,7
6,4 7,5 7,4 6,9
6,3 7,5 7,4 7,0
4,5 2,0 1,7 3,1 3,5
3,7 1,6 1,1 2,8 3,9
4,2 2,2 1,6 3,8 4,4
3,7 1,9 1,4 3,5 4,2
4,4 2,3 1,6 2,9 4,4
2,9 1,6 1,1 2,6 3,6
3,6 2,2 1,6 3,7 4,2
3,5 1,9 1,1 2,8 4,1
4,2 2,1 1,4 3,3 4,2
3,7 2,1 1,4 3,2 4,0
3,7 2,2 1,5 3,6 4,0
3,8 2,0 1,5 3,6 4,0
4,0 2,2 1,6 3,7 4,4
4,5 2,1 1,5 2,8 4,1
4,1 2,1 1,6 3,4 3,9
3,1 1,5 0,9 2,5 3,4
3,9 2,0 1,4 3,2 4,0
3,0 1,6 1,1 2,7 3,6
3,3 1,7 1,1 2,7 3,6
Buurtproblemen schaalscore fysieke verloedering schaalscore sociale overlast schaalscore dreiging schaalscore overlast vermogensdelicten schaalscore verkeersoverlast % met de indruk dat ... vaak in de buurt voorkomt overlast van groepen jongeren jeugdcriminaliteit overlast door omwonenden drugsoverlast overlast van zwervers/daklozen overlast van dronken mensen op straat
16,4 7,8 7,4 5,0 1,0 6,7
8,0 13,7 10,0 2,9 5,5 3,3 3,7 7,0 3,6 2,4 6,3 4,6 3,1 2,8 1,2 6,6 8,9 5,2
10,9 4,4 5,2 4,9 1,6 7,0
Onveiligheidsbeleving voelt zich vaak onveilig in de buurt voelt zich soms onveilig in de buurt voelt zich zelden onveilig in de buurt totaal: voelt zich wel eens onveilig in de buurt
3,3 0,9 3,1 3,1 2,7 2,4 4,1 2,7 1,9 1,6 3,0 2,9 3,8 2,7 3,0 1,9 2,8 2,1 17,9 11,8 17,2 15,4 15,1 13,1 16,7 14,1 14,0 12,9 15,8 16,4 18,2 13,3 16,5 10,0 15,2 12,1 3,7 2,9 5,4 4,8 3,6 4,2 5,7 4,1 4,9 5,8 6,8 5,0 5,3 3,8 4,2 2,9 4,7 4,6 25,1 15,6 25,9 23,4 21,7 19,9 26,7 21,1 20,9 20,4 25,8 24,3 27,4 (1,46) 20,1 23,9 14,9 22,8 18,8
2,1 11,3 3,6 17,2
8,3 13,2 12,1 15,0 10,8 14,7 11,0 15,6 14,7 13,3 15,0 14,6 16,3 18,8 4,4 5,6 5,3 5,0 4,3 5,5 3,8 6,5 4,7 5,0 7,3 6,1 5,5 6,6 7,4 9,0 5,5 8,7 3,9 7,8 6,6 6,4 7,5 6,6 6,8 8,3 7,1 8,4 5,6 6,8 7,5 8,6 3,4 8,8 7,8 4,7 5,6 6,7 7,4 7,5 4,7 4,1 1,5 3,2 2,1 5,3 1,1 6,3 2,8 2,8 5,6 2,8 2,4 2,4 1,3 0,5 7,3 10,3 8,7 10,7 6,3 10,1 8,3 10,7 13,3 9,5 7,2 10,1 7,5 7,8
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor - 34
Preventieve maatregelen schaalscore preventie Functioneren politie in buurt % tevreden over functioneren politie in buurt % ontevreden over functioneren politie in buurt schaalscore functioneren politie in buurt schaalscore beschikbaarheid politie in buurt schaalscore vertrouwen in politie Functioneren gemeente schaalscore inzet gemeente voor leefbaarheid en veiligheid
5,4
4,0
5,8
3,8
5,5
3,1
5,6
3,2
100.000+-steden
s-Hertogenbosch
5,4
3,2
6,3
4,1
5,7
4,2
5,7
3,5
5,5
4,1
Zwolle
Zoetermeer
Zaanstad
Tilburg
NIJMEGEN
43,5 12,3 5,3 4,4 6,4
5,6
4,0
Leiden
34,4 45,3 37,1 41,4 36,7 47,9 42,2 46,0 38,2 46,9 39,1 42,3 39,0 44,9 43,2 43,1 41,4 39,1 19,3 10,6 15,1 12,1 13,4 10,2 12,2 11,1 11,1 12,2 9,5 11,4 15,0 13,8 14,8 8,1 12,7 14,6 4,7 5,7 5,1 5,5 5,1 5,4 5,3 5,2 5,5 5,4 5,5 5,2 5,6 5,5 5,3 5,1 3,9 4,5 4,2 4,4 4,3 4,6 4,4 4,3 4,8 4,8 4,5 4,4 4,5 4,8 4,4 4,1 6,2 6,7 6,2 6,4 6,2 6,3 6,3 6,5 6,3 6,6 6,4 6,3 6,5 6,4 6,5 6,3 6,4 6,1
5,5
3,7
Haarlem
3,9
5,7
3,9
Enschede
Nederlamd
3,7
Eindhoven
4,3
5,5
3,6
Ede
Gelderland -Zuid
3,9
Dordrecht
3,1 0,3 2,5 4,8 1,6 3,5 3,5 1,4 1,0 0,2 12,3
Breda
4,0 2,1 4,4 3,1 3,0 3,8 5,3 4,4 3,3 3,4 4,9 3,9 4,3 2,9 5,0 2,9 3,9 3,6 0,2 0,1 0,6 0,4 0,6 0,2 0,6 0,3 0,5 0,2 0,5 0,5 0,5 0,5 0,3 0,7 0,4 0,3 3,3 4,4 4,2 4,2 2,0 2,4 3,4 2,6 4,0 2,5 2,6 3,8 2,9 2,2 2,9 1,4 3,1 2,5 3,9 3,5 6,3 7,0 4,0 4,5 8,6 7,6 9,1 9,8 8,2 5,4 6,6 4,5 4,0 6,4 6,4 5,5 2,1 0,5 2,1 1,9 1,6 1,6 1,8 2,1 2,1 2,3 2,1 1,7 2,6 1,8 1,7 0,0 1,8 1,7 2,7 3,1 5,2 3,7 4,1 3,1 4,3 4,6 4,3 5,3 4,8 3,3 3,6 4,3 3,6 3,9 4,0 3,4 5,7 2,6 4,7 4,9 4,6 2,9 4,5 4,2 4,2 4,6 4,4 3,7 4,8 3,9 4,2 4,9 4,4 4,0 1,9 1,1 1,7 1,8 1,4 1,3 1,5 1,6 1,4 2,4 1,6 1,7 1,9 1,2 1,6 0,3 1,6 1,8 1,5 0,0 1,0 1,3 0,8 1,0 1,3 1,7 0,9 1,5 0,9 1,0 1,1 1,1 1,2 1,3 1,1 0,7 0,4 0,0 0,2 0,3 0,3 0,1 0,2 0,2 0,3 0,2 0,3 0,2 0,2 0,2 0,4 0,2 0,2 0,4 14,0 12,7 17,2 14,9 15,2 11,8 14,6 15,6 17,9 16,1 15,6 15,5 17,4 14,2 16,8 13,8 15,3 10,0
Arnhem
24,9 43
Amersfoort
27,3 21,8 32,5 30,4 27,2 24,1 32,4 31,6 34,3 34,3 31,5 29,6 32,5 27,1 30,0 26,9 29,9 24,4 50 38 65 54 49 38 56 59 63 61 59 50 62 47 51 48 54 42
Almere
Slachtofferschap en delicten % dat in voorgaande jaar slachtoffer werd aantal delicten per 100 inwoners in voorgaande jaar % in voorgaande jaar slachtoffer van: (poging) tot woninginbraak diefstal van auto diefstal uit auto fietsendiefstal zakkenrollerij overige diefstal bedreiging seksuele mishandeling mishandeling diefstal met geweld vandalisme
5,7
3,5
5,9
3,7
5,6
5,6
5,7
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor - 35
4.1
Nijmegen vergeleken met andere grote steden
Als we de 16 grote steden met elkaar vergelijken zien we in grote lijnen het volgende beeld: 3 steden scoren relatief gunstig als het gaat om de leefbaarheid en veiligheid: Zwolle, Ede en Amersfoort. 2 steden scoren relatief ongunstig: Arnhem en Tilburg. De overige 11 steden, waaronder Nijmegen, scoren meer in de buurt van het gemiddelde beeld voor de 16 steden. Als we Nijmegen vergelijken met de steden die qua inwoneraantal dicht in de buurt van Nijmegen liggen - Haarlem, Enschede, Breda en Arnhem34 - dan valt op dat één van die steden relatief ongunstig scoort (Arnhem) en dat de overige steden evenals Nijmegen meer gemiddeld scoren. Op enkele punten zijn de uitkomsten voor Nijmegen minder gunstig dan het gemiddelde beeld voor de 16 steden: De score voor sociale cohesie in de woonbuurt is iets lager (5,9 tegenover 6,0 gemiddeld). Hoe hoger de score op deze schaal, hoe beter de sociale kwaliteit van de woonomgeving wordt ervaren. De score is gebaseerd op de reacties op de volgende stellingen: de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks, de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om, ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is en ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. Ook de score voor sociale overlast in de buurt is iets minder gunstig (2,2 tegenover 2,0 gemiddeld). Hoe hoger de score voor sociale overlast, hoe meer overlast men ervaart. De score is gebaseerd op vragen over indrukken m.b.t. het voorkomen in de buurt van dronken mensen op straat, het lastigvallen van mensen op straat, drugsoverlast en overlast door groepen jongeren. Kijken we naar de percentages met de indruk dat overlast van groepen jongeren, jeugdcriminaliteit, overlast door omwonenden, drugsoverlast, overlast van zwervers/daklozen en overlast van dronken mensen op straat vaak in de buurt voorkomen, dan zien we voor Nijmegen een gemiddeld beeld. Het totaal aantal delicten, waarvan men in één jaar tijd slachtoffer werd, lag in Nijmegen relatief hoog (59 per 100 inwoners tegenover 54 gemiddeld). Nijmegenaren werden in het voorgaande jaar meer slachtoffer van woninginbraak (4,9% tegenover 3,9% gemiddeld), fietsendiefstal (8,2% tegenover 6,4% gemiddeld) en overige diefstal (4,8% tegenover 4,0% gemiddeld) en minder slachtoffer van diefstal uit de auto (2,6% tegenover 3,1% gemiddeld). Hierbij aansluitend is de score voor overlast van vermogensdelicten in Nijmegen relatief ongunstig (3,6 tegenover 3,2 gemiddeld). Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer overlast van vermogensdelicten men ervaart. De score is gebaseerd op vragen over indrukken m.b.t. het plaatsvinden in de buurt van fietsendiefstal, diefstal uit auto’s, beschadiging aan/diefstal vanaf auto’s en inbraak in woningen. De score voor inbraakpreventie is relatief laag (3,2 tegenover 3,7 gemiddeld). Dit heeft onder meer te maken met het relatief grote aandeel huurwoningen in Nijmegen: huishoudens in huurwoningen zijn minder geneigd preventieve middelen tegen woninginbraak aan te brengen (buitenverlichting, extra veiligheidssloten, rolluiken, alarminstallaties).
34
Ook Groningen hoort hierbij, maar deze stad heeft in 2011 niet meegedaan aan de landelijke Veiligheidsmonitor.
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor - 36
Op enkele andere punten zijn de uitkomsten voor Nijmegen gunstiger dan het gemiddelde beeld voor de 16 steden: De score voor fysieke verloedering in de buurt is relatief laag (3,7 tegenover 3,9 gemiddeld). Hoe hoger de score, hoe ernstiger de respondenten de verloedering ervaren. De score is gebaseerd op vragen over indrukken m.b.t. het voorkomen in de buurt van bekladding van muren en/of gebouwen, rommel op straat, hondenpoep op straat en vernieling van straatmeubilair. De score voor de beschikbaarheid van de politie in de buurt is relatief hoog. Hoe hoger de score, hoe positiever de respondenten oordelen. De score is gebaseerd op de reacties op de volgende stellingen: je ziet de politie in de buurt te weinig, ze komen te weinig uit de auto, ze zijn hier te weinig aanspreekbaar, ze hebben hier te weinig tijd voor allerlei zaken en ze komen niet snel als je ze roept. De score voor de inzet van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt is relatief hoog (6,3 tegenover 5,6 gemiddeld). Hoe hoger de score, hoe positiever men oordeelt. De score is gebaseerd op de reacties op de volgende stellingen: de gemeente heeft aandacht voor verbeteren leefbaarheid en veiligheid in de buurt, de gemeente informeert de buurt over de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, de gemeente betrekt de buurt bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, de gemeente is bereikbaar voor meldingen en klachten over de leefbaarheid en overlast in de buurt, de gemeente reageert op meldingen en klachten over de leefbaarheid en overlast in de buurt en de gemeente doet wat ze zegt bij het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Op de volgende punten scoort Nijmegen gemiddeld: Score voor verkeersoverlast in de buurt. Hoe hoger de score, hoe meer verkeersoverlast men ervaart. De score is gebaseerd op vragen over indrukken m.b.t. het voorkomen in de buurt van agressief verkeersgedrag, geluidsoverlast door verkeer, te hard rijden en parkeeroverlast. Het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van autodiefstal en zakkenrollerij. Het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van geweldsdelicten (bedreiging, seksuele mishandeling, mishandeling en diefstal met geweld). Het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van vandalisme. Het percentage burgers dat zich in de buurt vaak of soms onveilig voelt. Wel geeft in Nijmegen een wat groter deel aan zich wel eens (= vaak, soms of zelden) onveilig te voelen in de buurt. Dat heeft te maken met een wat grotere groep in Nijmegen die aangeeft zich zelden onveilig te voelen in de buurt. De mate van tevredenheid over het functioneren van de politie in de buurt en het vertrouwen in de politie. De bereidheid om delicten en incidenten te melden. De cijfers hierover per stad zijn niet opgenomen in de voorgaande tabellen, omdat de nauwkeurigheidsmarges groot zijn en de verschillen dus niet snel significant. In Nijmegen wordt circa een derde van de delicten/incidenten gemeld. Niet alle meldingen leiden tot het doen van aangifte. Het aangiftepercentage ligt daarom lager, namelijk op 25%. De genoemde percentages liggen in de buurt van het gemiddelde voor de grote steden. In Nijmegen wordt relatief gebruik gemaakt van internet om zaken bij de politie te melden.
Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor - 37
4.2
Nijmegen vergeleken met de politieregio GelderlandZuid en Nederland
Voor alle Veiligheidsmonitoruitkomsten m.b.t. de leefbaarheid en veiligheid zien we dat de uitkomsten voor Nijmegen minder gunstig zijn dan die voor Gelderland-Zuid. Dat beeld is niet verrassend. Bekend is dat de subjectieve en objectieve veiligheid afneemt, naarmate het niveau van stedelijkheid toeneemt. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld in relatief ongunstiger uitkomsten in de grootstedelijke politieregio’s Amsterdam-Amstelland, Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond. Inwoners in deze regio’s zijn minder positief over de leefbaarheid in de buurt en hun buurtproblemen, voelen zich gemiddeld onveiliger en worden vaker slachtoffer van delicten. Daarbij aansluitend laten de grootste steden in het land een minder gunstig beeld zien dan de steden met tussen de 100.000 en 220.000 inwoners. Als het gaat over het functioneren en de beschikbaarheid van de politie, het vertrouwen in de politie en de inzet van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, is het beeld anders. De Nijmegenaren zijn hier meer tevreden over dan de bewoners van de politieregio Gelderland-Zuid. De uitkomsten van de Veiligheidsmonitor voor Nederland liggen vaak meer in de buurt van de uitkomsten voor Gelderland-Zuid dan in de buurt van de uitkomsten voor Nijmegen. Ook voor de uitkomsten voor Nederland geldt dus dat deze veelal gunstiger zijn dan de uitkomsten voor Nijmegen. Uitzonderingen zijn de scores voor de beschikbaarheid van de politie en voor de inzet van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Deze zijn in Nijmegen hoger dan landelijk. Als we de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor voor de jaren 2009 en 2011 met elkaar vergelijken, zien we dat de ontwikkelingen in Nijmegen deels wat afwijken en deels overeenkomen met de landelijke ontwikkelingen. Er is geen sprake van sterk uiteenlopende ontwikkelingen. Verschillen: In Nijmegen is het percentage dat zich soms of vaak onveilig voelt in de buurt licht gestegen; landelijk is dat percentage weinig veranderd. De toename van het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van woninginbraak is in Nijmegen groter dan landelijk. In Nijmegen is het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van diefstal uit de auto licht gedaald, landelijk is dit licht gestegen. In Nijmegen is het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van vandalisme weinig veranderd, landelijk is dit wat gedaald. In Nijmegen is de score voor verkeersoverlast in de buurt ongeveer gelijk gebleven, landelijk is deze score wat gedaald (hoe lager, hoe gunstiger). Overeenkomsten: Het percentage slachtoffers van delicten is licht gedaald. De fysieke verloedering in de buurt is wat afgenomen. Het percentage burgers dat in het voorgaande jaar slachtoffer werd van fietsendiefstal is gedaald. De ervaren jeugdoverlast is iets afgenomen.
38 - Uitkomsten landelijke Veiligheidsmonitor
Bijlage: aandachtspunten per wijk Wijken in Nijmegen-Centrum Benedenstad Objectief - Een relatief hoog aantal geregistreerde incidenten voor de volgende soorten overlast: drugsoverlast (toegenomen), horecaoverlast (toegenomen), jeugdoverlast en vandalisme. - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van vandalisme. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: drugsoverlast, horecaoverlast, overlast van dronken mensen, geluidsoverlast, diefstal uit auto’s en bedreiging/geweldsdelicten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,7 (gelijk aan gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In het zuidwestelijk deel van de wijk en in de omgeving van de prostitutiebuurt is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Benedenstad: relatief veel overlast vanwege ligging nabij binnenstad, maar veiligheidsbeleving bij bewoners is gemiddeld. Stadscentrum Objectief - Een relatief hoog aantal geregistreerde incidenten voor de volgende soorten overlast: drugsoverlast (toegenomen), horecaoverlast (toegenomen), jeugdoverlast en vandalisme. - Een relatief hoog aantal aangiftes voor de volgende delicten: diefstal uit auto’s (is wel afgenomen), fietsendiefstal, zakkenrollen (toegenomen), winkeldiefstal, bedreiging, mishandeling, straatroof, overvallen en zedendelicten. - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van: diefstal uit de auto en vandalisme. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: drugsoverlast, horecaoverlast, geluidsoverlast, overlast van dronken mensen, overlast van zwervers/daklozen, jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, vernieling, lastigvallen van mensen/vrouwen op straat en bedreiging/geweldsdelicten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,6 (0,1 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Stadscentrum: relatief veel overlast vanwege centrumfuncties en ook relatief veel criminaliteit, maar veiligheidsbeleving bij bewoners is tamelijk gemiddeld (veel slachtoffers van criminaliteit in Stadscentrum wonen elders); oordeel van bewoners over zichtbaarheid politie is relatief gunstig.
Bijlage: aandachtspunten per wijk - 39
Wijken in Nijmegen-Oost Bottendaal Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes voor de volgende delicten: woninginbraak (toegenomen) en fietsendiefstal (toegenomen). Subjectief - Geen goed beeld (aantal respondenten uit deze wijk te klein).
Totaalbeeld veiligheid Bottendaal: meer vermogensdelicten dan gemiddeld; verder weinig aandachtspunten. Galgenveld Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van woninginbraak. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat overlast van dronken mensen vaak in de buurt voorkomt. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,1 (0,4 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Galgenveld: veiligheidssituatie bovengemiddeld.
enkele
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Altrade Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van fietsendiefstal. - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van fietsendiefstal (toegenomen) en beschadiging van/diefstal vanaf de auto. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: fietsendiefstal en overlast van dronken mensen. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,3 (0,6 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Altrade: enkele aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie bovengemiddeld. Hengstdal Objectief - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van fietsendiefstal. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,2 (0,5 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Hengstdal: nauwelijks aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie bovengemiddeld.
40 - Bijlage: aandachtspunten per wijk
Hunnerberg, Kwakkenberg en Groenewoud Objectief - Geen aandachtspunten Subjectief - Geen goed beeld (aantal respondenten uit deze wijken te klein).
Totaalbeeld veiligheid Hunnerberg, Kwakkenberg en Groenewoud: geen aandachtspunten.
Wijken in Nijmegen-Oud-West Biezen Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van woninginbraak en vandalisme. - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van woninginbraak en vandalisme. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat overlast van dronken mensen vaak in de buurt voorkomt. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,2 (0,5 beneden het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Biezen: enkele aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie benedengemiddeld. Wolfskuil Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van woninginbraak. - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van woninginbraak. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: overlast van omwonenden en geluidsoverlast. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,3 (0,4 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Wolfskuil: enkele veiligheidssituatie benedengemiddeld.
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Bijlage: aandachtspunten per wijk - 41
Wijken in Nijmegen-Nieuw-West Hees Objectief - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van fietsendiefstal en beschadiging van/diefstal vanaf de auto. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat fietsendiefstal vaak in de buurt voorkomt. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,8 (0,1 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Hees: enkele aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie gemiddeld. Heseveld Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Indrukken van bewoners m.b.t. het voorkomen van vermogensdelicten in de buurt relatief wat minder gunstig. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,4 (0,3 beneden het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Heseveld: weinig veiligheidssituatie benedengemiddeld.
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Neerbosch-Oost Objectief - Een relatief hoog aantal geregistreerde incidenten jeugdoverlast (wel licht gedaald; verder is het aantal geregistreerde vernielingen fors gedaald). Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, vernieling, geluidsoverlast, drugsoverlast, lastigvallen van mensen/vrouwen op straat, woninginbraak, diefstal uit auto’s en bedreiging/geweldsdelicten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 5,8 (0,9 beneden het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Neerbosch-Oost: relatief veel (jeugd)overlast; bewoners geven een onvoldoende voor de veiligheidssituatie.
42 - Bijlage: aandachtspunten per wijk
Wijken in Nijmegen-Midden Nije Veld Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van woninginbraak (toegenomen). Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast (aantal geregistreerde incidenten jeugdoverlast is wel afgenomen) en vermogensdelicten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,4 (0,3 beneden het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Nije Veld: veiligheidssituatie benedengemiddeld.
enkele
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Hazenkamp Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,2 (0,5 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Hazenkamp: veiligheidssituatie bovengemiddeld.
geen
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Goffert Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van diefstal uit auto’s (is wel afgenomen), mishandeling en vandalisme. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat het lastigvallen van mensen/vrouwen vaak in de buurt voorkomt. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,8 (0,1 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Een relatief lage score op de dimensie veiligheid in de Kolpingbuurt.
Totaalbeeld veiligheid Goffert: enkele aandachtspunten, waaronder de lagere score voor de veiligheid in de Kolpingbuurt; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie gemiddeld.
Bijlage: aandachtspunten per wijk - 43
St. Anna Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van woninginbraak (toegenomen). Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,3 (0,6 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid St. Anna: nauwelijks aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie bovengemiddeld. Heijendaal Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van fietsendiefstal (toegenomen) en diefstal uit auto’s (toegenomen). Subjectief - Geen goed beeld (aantal respondenten uit deze wijk te klein).
Totaalbeeld veiligheid Heijendaal: toename vermogensdelicten is enige aandachtspunt.
Wijken in Nijmegen-Zuid Hatertse Hei Objectief - Een relatief hoog aantal geregistreerde gevallen van burenoverlast. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,7 (gelijk aan gemiddelde voor heel Nijmegen). Totaalbeeld veiligheid Hatertse Hei: nauwelijks aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie gemiddeld. Grootstal Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,6 (0,1 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Grootstal: nauwelijks aandachtspunten; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie gemiddeld.
44 - Bijlage: aandachtspunten per wijk
Hatert Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast (aantal geregistreerde incidenten jeugdoverlast, en ook van vernieling, is wel afgenomen), lastigvallen van mensen/vrouwen op straat en bedreiging/geweldsdelicten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,2 (0,5 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Relatief lage score voor veiligheid in diverse deelgebieden aan de zuidkant van de Hatertseweg.
Totaalbeeld veiligheid Hatert: bewoners ervaren relatief veel jeugdoverlast, maar aantal geregistreerde gevallen van jeugdoverlast is afgenomen; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie benedengemiddeld. Brakkenstein Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,1 (0,4 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Brakkenstein: veiligheidssituatie bovengemiddeld.
geen
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Wijken in Dukenburg Tolhuis Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,6 (0,1 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Noordelijk deel van Tolhuis scoort relatief laag op de dimensie veiligheid.
Totaalbeeld veiligheid Tolhuis: geen aandachtspunten, behalve een lagere score voor de veiligheid in het noordelijk deel van de wijk; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie gemiddeld.
Bijlage: aandachtspunten per wijk - 45
Zwanenveld Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van fietsendiefstal (toegenomen) en bedreiging (toegenomen). - Relatief veel geregistreerde gevallen van burenoverlast. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat overlast van omwonenden vaak in de buurt voorkomt. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,3 (0,4 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Noordoostelijk deel van de wijk scoort relatief laag op de dimensie veiligheid.
Totaalbeeld veiligheid Zwanenveld: enkele aandachtspunten, waaronder de lagere score voor de veiligheid in het noordoostelijk deel van de wijk; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie benedengemiddeld. Meijhorst Objectief - Een relatief hoog aantal aangiftes van bedreiging (toegenomen). - Relatief veel bewoners werden in 2011 slachtoffer van bedreiging/geweldsdelicten. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast (aantal geregistreerde incidenten jeugdoverlast is wel afgenomen), jeugdcriminaliteit, vernieling, overlast van omwonenden (geregistreerde burenoverlast is wel afgenomen), drugsoverlast en bedreiging/geweldsdelicten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 5,9 (0,8 beneden het gemiddelde voor heel Nijmegen). Wel hebben veel bewoners de indruk dat de veiligheidssituatie in de wijk in de afgelopen paar jaar verbeterd is (bron: evaluatie Veilig Wijkteam Meijhorst, O&S, 2011). Leefbaarometer - In een groot deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Meijhorst: relatief veel overlast; jeugdoverlast is wel afgenomen; bewoners geven een onvoldoende voor de veiligheidssituatie in de wijk, maar vinden wel dat deze in de afgelopen jaren verbeterd is. Lankforst Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Geen goed beeld (aantal respondenten uit deze wijk te klein). Leefbaarometer - In het noordelijk deel van de wijk is de score op de dimensie veiligheid benedengemiddeld.
Totaalbeeld veiligheid Lankforst: geen aandachtspunten; wel is de score voor de veiligheid in het noordelijk deel van de wijk lager dan in het zuidelijk deel.
46 - Bijlage: aandachtspunten per wijk
Aldenhof Objectief - Geregistreerde burenoverlast relatief hoog. Subjectief - Relatief veel bewoners hebben de indruk dat overlast van omwonenden en geluidsoverlast vaak in de buurt voorkomen. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 5,9 (0,8 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - In het oostelijk deel een relatief lage score voor de dimensie veiligheid
Totaalbeeld veiligheid Aldenhof: relatief veel overlast van buurtbewoners; een lagere score voor de veiligheid in het oostelijk deel van de wijk; wijkbewoners geven een onvoldoende voor de veiligheidssituatie in de woonbuurt, terwijl er in de wijk niet veel verschillende veiligheidsproblemen spelen. Malvert Objectief - Geregistreerde burenoverlast relatief hoog (toegenomen). Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,5 (0,2 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Een relatief ongunstige score op de dimensie veiligheid in het westelijk deel van de wijk bij de maisonnettes.
Totaalbeeld veiligheid Malvert: enkele aandachtspunten, waaronder de lage score voor de veiligheid in het westelijk deel van de wijk (maisonnettes); oordeel van bewoners over veiligheidssituatie licht benedengemiddeld. Weezenhof Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,2 (0,5 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Weezenhof: veiligheidssituatie bovengemiddeld.
geen
aandachtspunten;
oordeel
van
bewoners
over
Bijlage: aandachtspunten per wijk - 47
Wijken in Lindenholt ’t Acker Objectief - Relatief veel geregistreerde incidenten jeugdoverlast (toegenomen) en overlast van buren (toegenomen). - In Zellersacker werden relatief veel bewoners in 2011 slachtoffer van vermogensdelicten. Subjectief - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,5 in Zellersacker en eveneens 6,5 in de rest van de wijk ’t Acker (0,2 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Een relatief lage score op de dimensie veiligheid in Horstacker.
Totaalbeeld veiligheid ‘t Acker: enkele aandachtspunten, waaronder de lage score voor de veiligheid in Horstacker; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie licht benedengemiddeld. De Kamp Objectief - In Voorstenkamp werden relatief veel bewoners in 2011 slachtoffer van fietsendiefstal en bedreiging. - Geen aandachtpunten voor Gildekamp en de rest van de wijk De Kamp. Subjectief - Relatief veel bewoners in Voorstenkamp hebben de indruk dat de volgende zaken vaak in de buurt voorkomen: jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit, overlast van omwonenden, drugsoverlast en fietsendiefstal. - Geen aandachtspunten voor Gildekamp en de rest van de wijk De Kamp. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 5,4 in Voorstenkamp (1,3 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen), 6,3 in Gildekamp (0,4 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen) en 7,0 in de rest van De Kamp (0,3 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen). Leefbaarometer - Vooral in Voorstenkamp, maar ook in Gildekamp, een relatief lage score voor de dimensie veiligheid.
Totaalbeeld veiligheid De Kamp: relatief veel overlast in Voorstenkamp; minder aandachtpunten in Gildekamp en geen aandachtspunten in de rest van De Kamp; bewoners Voorstenkamp geven een onvoldoende voor de veiligheidssituatie in hun buurt; oordeel bewoners Gildekamp over veiligheidssituatie in buurt benedengemiddeld maar wel voldoende; oordeel bewoners in de rest van De Kamp bovengemiddeld.
48 - Bijlage: aandachtspunten per wijk
’t Broek Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Relatief veel bewoners in Leuvensbroek hebben de indruk dat jongerenoverlast vaak in de buurt voorkomt (aantal geregistreerde incidenten jeugdoverlast in ’t Broek is wel afgenomen). - Geen aandachtspunten voor de rest van ’t Broek. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 6,5 in Leuvensbroek en 6,6 in de rest van de wijk ’t Broek (0,2 resp. 0,1 onder het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid ‘t Broek: nauwelijks aandachtspunten; oordeel bewoners over veiligheidssituatie in woonbuurt in de buurt van het gemiddelde.
Wijken in Nijmegen-Noord Oosterhout Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Geen aandachtspunten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,2 (0,5 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Oosterhout: geen aandachtspunten; veiligheidssituatie in woonbuurt bovengemiddeld.
oordeel
van
bewoners
over
Lent Objectief - Geen aandachtspunten. Subjectief - Geen aandachtspunten. - Rapportcijfer van bewoners voor veiligheid in buurt: 7,3 (0,6 boven het gemiddelde voor heel Nijmegen).
Totaalbeeld veiligheid Lent: geen aandachtspunten op vlak van veiligheid; oordeel van bewoners over veiligheidssituatie in woonbuurt bovengemiddeld.
Bijlage: aandachtspunten per wijk - 49