Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 2008 en 2011 i in kaart . Zoals te verwachten gezien de grootstedelijke context, blijkt Amsterdam op verschillende indicatoren minder goed te scoren dan de andere regiogemeenten. Zo voelen bewoners in Amsterdam zich bijvoorbeeld vaker onveilig en ervaren bewoners meer sociale overlast. Vooral in de stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost is de veiligheid- en leefbaarheidsituatie minder goed. In Diemen is de situatie vergelijkbaar aan Amsterdam als het gaat om onveiligheidsgevoelens en vermijdingsgedrag. Tussen 2008 en 2011 is er een (lichte) afname van gerapporteerd slachtofferschap en sociale overlast in Amsterdam-Amstelland. Er zijn echter ook een aantal minder positieve ontwikkelingen: een lichte toename van vermijdingsgedrag, een afname van de aangiftebereidheid en een verminderde tevredenheid met en vertrouwen in de politie. Hiernaast valt de opkomst van inbraak als belangrijk buurtprobleem op. In stadsdeel Nieuw-West is tussen 2008 en 2011 relatief vaak sprake van een verslechtering van aspecten van de leefbaarheid- en veiligheidsituatie. Jaarlijks nemen ongeveer 13.000 bewoners uit de regio Amsterdam-Amstelland deel aan de Amsterdamse Veiligheidsmonitor. Zij beantwoorden vragen over leefbaarheid, cohesie, veiligheid, slachtofferschap, buurtproblemen en het functioneren van de politie. In deze notitie gaan we in op de resultaten van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor tussen 2008 ii en 2011 . Interessante ontwikkelingen worden aangestipt en indien relevant worden bevindingen uitgesplitst naar gemeenten, stadsdelen of politiedistricten. Extra aandacht wordt geschonken aan de ontwikkeling van inbraken in de gemeente. De notitie sluit af met een tabel met alle bevindingen in Amsterdam-Amstelland. Veiligheidsbeleving laag en afgenomen in stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost De meeste bewoners van de regio Amsterdam-Amstelland voelen zich in 2011 zelden of nooit onveilig: 71%. Een vijfde van de bewoners voelt zich soms onveilig, 4% vaak (en 4% weet het niet). Bewoners uit de gemeente Diemen en Amsterdam voelen zich wat vaker onveilig dan de bewoners uit de andere gemeenten in de regio. Binnen Amsterdam voelen vooral bewoners uit stadsdeel Nieuw-West en Zuidoost zich soms/vaak onveilig. Tussen 2008 en 2011 is het beeld van de hele regio redelijk stabiel. Binnen de regio valt op dat het onveiligheidsgevoel is toegenomen in de gemeente Uithoorn en de Amsterdamse stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost. Bewoners voelen zich iets minder vaak onveilig in de eigen buurt dan dat ze zich in het algemeen onveilig voelen (hiervoor beschreven): driekwart van de bewoners voelt zich in 2011 zelden/nooit onveilig in de eigen buurt, 17% soms en 4% vaak (en 4% weet het niet). Het onveiligheidsgevoel in de eigen buurt is het hoogst in de gemeenten Amsterdam en Diemen en in de stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost. Het onveiligheidsgevoel in de buurt is tussen 2008 en 2011 het sterkst toegenomen in Diemen, Nieuw-West en Zuidoost.
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Tabel 1 Onveiligheidgevoelens algemeen en in de buurt, 2008 en 2011 (procenten) soms/vaak onveilig algemeen 2008
2011
soms/vaak onveilig buurt 2008
2011
Amsterdam-Amstelland
23,6
24,6
19,4
20,5
Aalsmeer
17,8
17,4
11,4
10,8
Amstelveen
21,3
20,7
15,9
15,5
Diemen
28,7
31,3
19,9
24,5
Ouderamstel
20,8
23,1
12,9
15,9
Uithoorn
15,2
19,5
9,9
11,6
Amsterdam
24,2
25,2
20,6
21,5
Centrum
20,9
20,4
15,9
14,8
West
22,9
23,3
20,1
20,5
Nieuw-West
28,5
34,1
25,7
31,4
Zuid
19,0
17,8
14,6
12,6
Oost
25,4
23,0
21,9
19,5
Noord
27,5
27,6
23,3
25,3
Zuidoost
26,6
34,1
24,1
29,4
Meeste vermijding in Diemen en Amsterdam, vooral in stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost Het vermijdingsgedrag is in kaart gebracht door bewoners te vragen hoe vaak het voorkomt dat ze in de eigen buurt omlopen of omrijden om onveilige plekken te vermijden. Van de bewoners van de regio Amsterdam-Amstelland zegt in 2011 18% dat dit soms en 6% dat dit vaak het geval is. Het vermijdingsgedrag is hoger in de gemeenten Amsterdam en Diemen (25 en 27% soms/vaak) dan in de andere regiogemeenten (14-20%). Binnen de gemeente Amsterdam vermijden vooral bewoners uit de stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost wel eens onveilige plekken (31 en 35%). Figuur 2 Soms en vaak vermijdingsgedrag naar regiogemeenten Amsterdam-Amstelland, 2011 (procenten) % 30
25
20
15
10
5
0 Diemen
2
Amsterdam
Amstelveen
Ouderamstel
Uithoorn
Aalsmeer
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Het vermijdingsgedrag is in de gehele regio Amsterdam-Amstelland redelijk stabiel tussen 2008 en 2011: van 24,7 naar 24,1% soms/vaak vermijding. Bij sommige regiogemeenten is er wel sprake van een ontwikkeling. Zo is het vermijdingsgedrag afgenomen in Aalsmeer en Uithoorn (-4 en -5%), en toegenomen in Diemen (+4%). Bij de Amsterdamse stadsdelen is het vermijdingsgedrag afgenomen in Zuid en Oost (-5 en -4%), een lichte toename valt te constateren in Noord (+3%). Leefbaarheid en sociale cohesie hoog in stadsdeel Centrum, laag in Nieuw-West De bewoners van de regio Amsterdam-Amstelland geven de woonomgeving in 2011 gemiddeld een rapportcijfer van 7.2. De verschillen tussen gemeenten zijn klein, het laagste rapportcijfer wordt gegeven door bewoners in Amsterdam (7.1), het hoogste door bewoners in Amstelveen en Ouderamstel (7.5). De verschillen tussen stadsdelen zijn groter. De woonomgeving wordt het slechtst beoordeeld in Nieuw-West en Zuidoost (6.6 en 6.8), het best in Centrum en Zuid (7.7 en 7.5). De waardering van de woonomgeving is heel stabiel tussen 2008 en 2011. In de gehele regio, de gemeenten en de stadsdelen is de grootste fluctuaties een tiende punt afname. Alleen in stadsdeel Nieuw-West is er een afname met tweetiende punt (6.8 naar 6.6). De sociale cohesie wordt berekend op basis van vier stellingen die meten in hoeverre bewoners op een prettige wijze met elkaar in de buurt samenleven (figuur 3). In Amsterdam-Amstelland is 48% van de bewoners het gemiddeld eens met deze vier stellingen, oftewel de helft van de bewoners vindt dat er sprake is van sociale cohesie. In de gemeenten Amsterdam en Diemen is er minder sprake van sociale cohesie dan in de andere regiogemeenten. In Ouderamstel is de sociale cohesie het sterkst. Binnen Amsterdam zijn er grote verschillen. In stadsdeel Nieuw-West is er volgens de eigen bewoners het minst sprake van sociale cohesie (38%), in stadsdeel Centrum het meest (57%). De sociale cohesie is tussen 2008 en 2011 stabiel in de gehele regio Amsterdam-Amstelland. In de gemeenten Aalsmeer en Ouderamstel en in stadsdeel Nieuw-West is wel sprake van een lichte afname (3% minder sociale cohesie) en in stadsdeel Centrum is er een lichte toename (+3,6%).
Sociale cohesie 1. de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om 2. ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is 3. ik voel me thuis bij de mensen
Figuur 3 Sociale cohesie naar Amsterdamse stadsdelen, 2008 en 2011 (procenten)
die in deze buurt wonen.
%
4. de mensen in deze buurt kennen
60
elkaar nauwelijks (omgedraaid) 50
40
2008 2011
30
20
10
0 Nieuw-West
Zuidoost
West
Noord
Zuid
Oost
Centrum
3
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Afname gerapporteerd slachtofferschap, met name in politiedistricten Oost en West In 2011 geven vier op de tien bewoners uit de regio Amsterdam-Amstelland aan dat ze in de afgelopen 12 maanden slachtoffer zijn geworden van een misdrijf. De respondenten zijn 13 soorten misdrijven voorgelegd, die onder drie categorieën vallen: vermogensdelicten, geweldsdelicten en vandalisme. De meeste misdrijven waarvan bewoners in 2011 slachtoffer zijn geworden betreffen een vermogensdelict of vandalisme (26 en 22%). Geweldsdelicten worden minder vaak gerapporteerd (8%). Bewoners van Amsterdam zijn vaker slachtoffer geworden van een misdrijf dan bewoners uit de andere regiogemeenten (43 versus 27-35%). Ze hebben vooral vaker vermogens- en geweldsdelicten meegemaakt. In politiedistrict Centrum rapporteert het hoogste aandeel bewoners dat ze in het afgelopen jaar slachtoffer zijn geworden van een misdrijf: 53%. In politiedistricten Oost en Zuid ligt het slachtofferschap het laagste, namelijk op 37%. Tabel 4 Gerapporteerd slachtofferschap in de politieregio Amsterdam-Amstelland, 2008-2011 (procenten) 2008
2009
2010
2011
44,4
43,9
42,2
40,9
vermogensdelicten
27,3
26,6
26,2
25,7
geweldsdelicten
12,4
9,4
8,4
8,4
vandalisme
25,8
24,1
23,1
22,0
totaal
Het gerapporteerde slachtofferschap is tussen 2008 en 2011 afgenomen van 44 naar 41%. De afname heeft plaats gevonden bij alle soorten misdrijven, maar is wel het sterkste bij de geweldsdelicten: 12 naar 8% slachtofferschap. Het slachtofferschap is vooral afgenomen in de politiedistricten Oost (43 naar 37%) en West (47 naar 42%). In Oost komt de afname vooral door een afname van de gerapporteerde geweldsdelicten en vandalisme. In West vindt de afname in alle delictcategorieën ongeveer evenredig plaats. Figuur 5 Gerapporteerd slachtofferschap in de politiedistricten Oost en West,
Vermogensdelicten
2008 en 2011 (procenten)
(Poging) tot inbraak, fietsdiefstal, diefstal van en uit de auto, zakkenrollerij (met en zonder
%
geweld), overige diefstal 50
Geweldsdelicten
45
Seksuele delicten, mishandeling, bedreiging
40
Vandalisme Beschadiging auto, iets vernield of beschadigd
35
totaal vermogensdelicten geweldsdelicten vandalisme
30 25 20 15 10 5 0 Oost 2008
4
Oost 2011
West 2008
West 2011
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Lichte afname tevredenheid politie, vooral in districten Noord, Zuid en West De tevredenheid met het functioneren van de politie brengen we in kaart aan de hand van verschillende elementen: de tevredenheid over het laatste politiecontact en het algemeen functioneren van de politie en het algemene vertrouwen in de politie. De bewoners van de regio Amsterdam-Amstelland zijn in 2011 meer tevreden over het laatste politiecontact (57% (zeer) tevreden) dan over de meer algemene facetten van het functioneren van de politie (43-46%). Nadere analyse wijst uit dat bewoners het algemeen functioneren van de politie positiever beoordelen als ze in het afgelopen jaar contact met de politie hebben gehad. Dit contact zorgt dus voor een positiever algemeen beeld van de politie. Bewoners in de politiedistrict Centrum zijn het meest positief over het functioneren van de politie. Ze zijn zowel meer tevreden met het laatste politiecontact als met het algemene optreden van de politie. Dit komt mogelijk doordat bewoners uit Centrum vaker contact met de politie hebben gehad vanwege het hogere slachtofferschap in Centrum. De verschillen tussen de andere politiedistricten zijn niet heel groot. Over het algemeen zijn de bewoners uit politiedistrict Noord iets minder tevreden met het functioneren van de politie. Figuur 6 Tevredenheid functioneren van de politie naar politiedistrict,
Tevredenheid functioneren politie 1. tevredenheid met het laatste
2011 (procenten)
politiecontact
%
2. oordeel functioneren politie in de buurt
70
Vertrouwen in politie 3. als het er echt om gaat, is de politie er
60
voor je 4. als het er echt om gaat, zal de politie het
50
uiterste doen om je te helpen
40
laatste politiecontact functioneren in de buurt politie is er voor je politie uiterste best helpen
30
20
10
0 Centrum
Noord
Oost
Zuid
West
De tevredenheid met het functioneren van de politie is tussen 2008 en 2011 afgenomen. De afname van tevredenheid is gering bij het laatste politiecontact (59 naar 57% (zeer) tevreden) en bij het oordeel over het functioneren van de politie in de buurt (45 naar 43%). De afname is groter bij de stellingen die het vertrouwen in de politie meten: dat de politie er voor je is (50 naar 45%) en dat de politie haar uiterste best doet je te helpen (51 naar 46%). De tevredenheid over de politie is het sterkst afgenomen in de districten Noord (gemiddeld over vier stellingen -5,3%), Zuid (-4,8%) en West (-4,2%). Overigens is er in
5
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
politiedistrict West juist wel een lichte toename van het aandeel bewoners dat tevreden is over het laatste politiecontact (56 naar 59%). Afname aangiftebereidheid In 2010 deed 31% van de slachtoffers van een misdrijf aangifte bij de politie AmsterdamAmstelland. De aangiftebereidheid van Amsterdamse bewoners ligt gemiddeld wat lager dan de aangiftebereidheid van bewoners uit de andere regiogemeenten (25 versus 2734%). De aangiftebereidheid is het hoogst in de politiedistricten Noord, Oost en West (2526%), het laagst in Zuid en Centrum (22-23%). De aangiftebereidheid is in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 2008 en 2010 afgenomen van 35 naar 31%. In de gemeente Amsterdam nam de bereidheid af van 27 naar 24%. Deze afname vond plaats in alle politiedistricten, behalve district Centrum (stabiel op 22%). Veel meer sociale overlast in Amsterdam dan in de andere regiogemeenten Een tiende van de bewoners uit Amsterdam-Amstelland neemt in 2011 vaak een van de vier onderscheiden vormen van ‘sociale overlast’ waar. In Amsterdam wordt veel vaker sociale overlast ervaren dan in de andere gemeenten in de regio (12% versus 4-6%). De sociale overlast is vooral hoog in de stadsdelen Centrum (18%) en Zuidoost (15%). Het minst is er sprake van sociale overlast in stadsdeel Zuid (7%). Figuur 7 Ervaren sociale overlast naar gemeenten en stadsdelen, 2011 (procenten) %
Sociale overlast
20
Het waarnemen van:
18
1. dronken mensen op straat
16
2. mensen die op straat worden lastig
14
gevallen
12
3. drugsoverlast 4. overlast van groepen jongeren
10 8 6 4 2
id Zu
os
t
t O
es
t es
W
d
W
st
or
weu Ni
No
ru
oo id Zu
nt
da
m
m Ce
rn Am
st
er
oo th Ui
st
el
en
am er ud
O
en
em
ve
ee
el
ls m
st Am
Aa
Di
r
0
De sociale overlast is in de regio Amsterdam-Amstelland redelijk stabiel tussen 2008 en 2011 (11,5 naar 11,0%). Er is wel sprake van een lichte afname in de gemeenten Aalsmeer (-1,3%), Amstelveen (-1,1%) en Uithoorn (-1,4%). Binnen de gemeente Amsterdam is er vooral een afname van sociale overlast in stadsdeel Oost: van 14% naar 11%. Inbraak woningen in toenemende mate een ‘belangrijk buurtprobleem’ Bewoners uit Amsterdam-Amstelland vinden rommel op straat in 2011 het belangrijkste buurtprobleem. Op grote afstand volgen overlast van groepen jongeren, te hard rijden, inbraak woningen en hondenpoep. Er zijn grote verschillen in wat bewoners van 6
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
verschillende gemeenten het belangrijkste buurtprobleem vinden. Zo wordt te hard rijden in Aalsmeer en Uithoorn veel vaker als belangrijk probleem gezien dan in Amsterdam. Inbraak van woningen wordt vaker in Amstelveen, Diemen en Ouderamstel genoemd dan in Amsterdam. De top vijf van belangrijkste buurtproblemen is redelijk stabiel in Amsterdam-Amstelland tussen 2008 en 2011. Zo staan in alle jaren rommel op straat, overlast van groepen jongeren, te hard rijden en hondenpoep in de top vijf. De enige nieuwkomer is de inbraak in woningen (12%) die parkeeroverlast uit de top vijf heeft gestoten. Inbraak van woningen werd bijvoorbeeld in Amstelveen in 2008 door 15% genoemd, in 2011 door 24% en in Ouderamstel is er een toename van 19 naar 27%. Ook in de Amsterdamse stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost wordt inbraak in woningen vaker genoemd als belangrijkste buurtprobleem in 2011 dan in 2008. Tabel 8 Belangrijkste buurtproblemen Amsterdam-Amstelland en afzonderlijke gemeenten, 2011 (procenten) Amsterdam-Amstelland
Amsterdam
Aalsmeer
Amstelveen
rommel op straat
22,1
rommel op straat
26,0
te hard rijden
32,8 inbraak woningen
27,8
overlast jongeren
14,2
overlast jongeren
15,5
parkeeroverlast
19,0 te hard rijden
21,0
te hard rijden
12,6
hondenpoep
12,1
hondenpoep
18,2 overlast jongeren
13,5
inbraak woningen
11,9
parkeeroverlast
11,8
inbraak in woningen
16,5 hondenpoep
13,0
hondenpoep
11,7
te hard rijden
11,4
overlast jongeren
13,3 geluidsoverlast overig
11,5
Ouderamstel
Uithoorn
inbraak in woningen
23,6
inbraak in woningen 26,8
te hard rijden
22,8
te hard rijden
19,3
te hard rijden
20,7
overlast jongeren
18,8
rommel op straat
15,5
rommel op straat
13,4
parkeeroverlast
16,8
hondenpoep
15,2
hondenpoep
12,2
geluidsoverlast overig 14,8
overlast jongeren
11,2
parkeeroverlast
12,2
hondenpoep
Diemen
13,7
1
overlast van groepen jongeren
Verdieping: Verschillende bronnen wijzen op een toename van ‘inbraak in woningen’ Inbraak in woningen wordt de afgelopen jaren steeds vaker als belangrijkste buurtprobleem genoemd. Dit roept ten eerste de vraag op of ook vaker aangifte van inbraak in woningen wordt gedaan (politiegegevens zoals gebruikt in de objectieve veiligheidsindex). Ten tweede of ook sprake is van een toename van andere inbraakindicatoren in de Veiligheidsmonitor: gerapporteerd slachtofferschap, een inschatting van het slachtofferschap en het ‘vaak voorkomen’ van inbraak in woningen. Tabel 9 laat zien dat ook het aantal aangiften van inbraken is gestegen tussen 2008 en 2011, namelijk van 5.501 naar 6.405. Tussen 2010 en 2011 is er wel sprake van een afname van aangiften, maar niet tot het niveau van 2008. Ook het aandeel bewoners dat zegt dat inbraak in woningen vaak voorkomt in de buurt is toegenomen tussen 2008 en 2011 (7 naar 9%). Hetzelfde geldt voor de inschatting van de kans op slachtofferschap: van 9 naar 12% (heel) grote kans. Alleen het gerapporteerde slachtofferschap is redelijk stabiel tussen 2008 en 2011. Dat men de kans op slachtofferschap hoger inschat en stelt dat inbraak in woningen vaker voorkomt in de buurt lijkt dus niet gebaseerd te zijn op persoonlijk ervaren slachtofferschap, maar eerder op de algemene toename van woninginbraken tussen 2008 en 2010. 7
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Tabel 9 Ontwikkeling inbraak woningen in de politieregio Amsterdam-Amstelland, 2008-2011 (aangiften abs. en procenten enquêtegegevens) 2008
2009
2010
2011
5501
6320
6843
6405
% inschatting (heel) grote kans slachtoffer inbraak woning
7,3
7,8
9,1
9,3
% inbraak woning komt vaak voor
8,5
9,2
11,5
12,1
% slachtofferschap inbraak woning afgelopen jaar
2,3
2,4
2,3
2,3
aangifte inbraak woning
Figuur 10 laat zien hoe de aangiften van inbraak per 1000 woningen in 2011 verdeeld zijn over de regio Amsterdam-Amstelland. De meeste aangiften per 1000 woningen zijn er in stadsdeel Noord, stadsdeel Nieuw-West, Amstelveen (KeizerKarelpark/ Groenelaan en Noordwest) en Ouderkerk aan de Amstel. Ongeveer dezelfde geografische verschillen komen naar voren bij de andere drie indicatoren van ‘inbraak in woningen’: slachtofferschap, kans op slachtofferschap en het voorkomen van inbraak in woningen. Figuur 10 Aangiften van woninginbraak per 1000 woningen in de politieregio Amsterdam-Amstelland, 2011iii
Figuur 11 laat aan de hand van de vier indicatoren zien dat de ontwikkeling van inbraak in woningen tussen 2008 en 2011 niet eenduidig is in de verschillende Amsterdamse stadsdelen. Zo is er sprake van een toename van inbraak in woningen in Nieuw-West en Noord, terwijl de situatie in de andere stadsdelen redelijk stabiel is.
8
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Figuur 11 Ontwikkeling inbraak woningen naar stadsdeel, 2008-2011 (aangiften abs. en procenten enquêtegegevens) aantal aangiften
% slachtofferschap %
1400
4
1200
3,5 Centrum
1000
Centrum West Noord Oost Nieuw-West Zuidoost Zuid
3
West
2,5
Noord
800
Oost
2
Nieuw-West
600
Zuidoost
1,5
Zuid
400
1 200
0,5 0 2008
2009
2010
0 2008
2011
% (heel) grote kans op slachtofferschap
2009
2010
2011
% komt vaak voor
%
%
18
25
16 Centrum West Noord Oost Nieuw-West Zuidoost Zuid
14 12 10 8
Centrum West Noord Oost Nieuw-West Zuidoost Zuid
20
15
10
6 4
5
2 0 2008
2009
2010
0 2008
2011
2009
2010
2011
Tabel 12 Alle gegevens voor Amsterdam-Amstelland 2008-2011, deel I % onveilig algemeen
2008
2009
2010
2011
vaak
3,4
3,9
4,0
3,5
soms
20,2
20,5
21,6
21,1
zelden/nooit
72,7
71,9
70,5
71,3
3,7
3,7
3,9
4,1
weet niet % onveilig buurt
2008
2009
2010
2011
vaak
3,2
3,9
4,0
3,5
soms
16,2
16,4
16,9
17,0
zelden/nooit
77,5
76,6
75,6
76,1
weet niet % vermijdingsgedrag
3,0
3,1
3,5
3,5
2008
2009
2010
2011
vaak
6,3
6,2
6,4
6,3
soms
18,4
18,9
18,3
17,8
zelden/nooit
66,0
65,5
65,2
66,1
weet niet
3,5
6,1
6,8
3,5
niet van toepassing
5,8
3,3
3,3
6,3
9
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek
Tabel 12 Alle gegevens voor Amsterdam-Amstelland 2008-2011, deel II rapportcijfer leefbaarheid
2008
2009
2010
2011
7,2
7,2
7,2
7,2
% sociale cohesie
2008
2009
2010
2011
gem. (helemaal) mee eens
48,2
47,2
47,4
47,8
% slachtofferschap
2008
2009
2010
2011
totaal
44,4
43,9
42,2
40,9
vermogensdelicten
27,3
26,6
26,2
25,7
geweldsdelicten
12,4
9,4
8,4
8,4
gemiddeld
vandalisme
25,8
24,1
23,1
22,0
% aangiftebereidheid
2008
2009
2010
2011
35
28
31
---
% ernstige/sociale overlast
2008
2009
2010
2011
vaak overlast
11,5
11,8
11,6
11,0
% (zeer) tevreden politie
2008
2009
2010
2011
laatste politiecontact
58,5
59,4
59,1
56,6
aangiftebereidheid
functioneren politie in de buurt
45,3
46,2
44,9
43,1
% vertrouwen politie1
2008
2009
2010
2011
49,8
50,7
50,0
45,1
51,2
52,5
50,4
46,2
als het er echt om gaat, is de politie er voor je als het er echt om gaat, zal de politie het uiterste doen om je te helpen top 5 buurtproblemen (%) 2008
2009
rommel op straat
21
overlast groepen
1
rommel op straat
2010 22
overlast groepen
2011
rommel op straat
20
overlast groepen
rommel op straat
22
overlast groepen
jongeren
16
jongeren
16
jongeren
15
jongeren
14
hondenpoep
13
te hard rijden
13
te hard rijden
12
te hard rijden
13
te hard rijden
12
hondenpoep
13
hondenpoep
12
inbraak woningen
12
parkeeroverlast
12
parkeeroverlast
11
inbraak woningen
11
hondenpoep
12
% (helemaal) mee eens
i
Bron: Amsterdamse Veiligheidsmonitor
Voor meer informatie: Jolijn Broekhuizen O+S
[email protected]), Dennis Maier
[email protected] Yvette Nagel
[email protected] ii
De resultaten van deze notitie, op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor (VMAA), wijken af van de
resultaten uit de fact sheet die jaarlijks worden gepresenteerd op basis van de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Hier zijn twee redenen voor. Ten eerste dat de VMAA het gehele jaar wordt afgenomen (de IVM alleen in het najaar) en dat de VMAA meer respondenten heeft dan de IVM. Ten tweede dat in deze fact sheet soms voor een andere berekeningswijze gekozen is. Zo rapporteert de fact sheet van de IVM het aantal voorvallen per 100 inwoners, terwijl deze notitie het aandeel slachtoffers weergeeft. Met vergelijkingen tussen beide stukken moet dus met grote voorzichtigheid om worden gegaan. iii
Kleuren zijn toegekend op basis van een vergelijking met ‘het gemiddelde’. Rood = meer dan een
standaarddeviatie boven het gemiddelde, oranje = binnen een standaarddeviatie boven het gemiddelde, licht groen = binnen een standaarddeviatie onder het gemiddelde, donker groen = meer dan een standaarddeviatie onder het gemiddelde.
10