Veiligheidsmonitor 2011
O&S april 2011
Samenvatting De veiligheidsmonitor verschijnt eens per jaar en is het belangrijkste meetinstrument voor de veiligheid in ’s-Hertogenbosch. In de veiligheidsmonitor worden de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de veiligheidssituatie en het veiligheidsbeleid beschreven. De monitor sluit aan op het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2010-2014. De belangrijkste conclusies zijn: Veiligheidssituatie in ’s-Hertogenbosch gestabiliseerd De veiligheidssituatie in de gemeente ’s-Hertogenbosch is het afgelopen jaar gestabiliseerd. Net als 1 in 2009 bedraagt in 2010 de veiligheidsindex 19,0. De bevolking van ’s-Hertogenbosch geeft daarentegen een lager rapportcijfer voor de veiligheid. Twee jaar geleden gaven de inwoners een rapportcijfer van 7,0. Nu is dit gedaald naar een 6,6. De daling is in alle wijken waarneembaar. Figuur 1: Veiligheidsindex totale stad (2004-2010) 25
20 19,0
doel
15
Totale stad 10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Achterblijvende wijken en buurten Het college heeft zich ten doel gesteld om in 2014 in alle wijken een veiligheidsindexcijfer te behalen van minimaal 18,4. Op basis van de in 2010 behaalde resultaten betekent dit dat vijf van de twaalf wijken vooralsnog niet aan deze doelstelling voldoen. Het gaat om de Binnenstad, Noord, Muntel/Vliert, West en Zuidoost. Binnen deze wijken gaat het om een aantal specifieke buurten die te maken hebben met uiteenlopende veiligheidsproblemen. Meer informatie over de veiligheidssituatie in de wijken en aandachtgebieden is te lezen in deel 2 van de veiligheidsmonitor.
1
Een score van 25 is het maximum en ‘zeer veilig’, een score van 1 is het minimum en ‘zeer onveilig’.
3
Veiligheidssituatie Hambaken zorgwekkend In het bijzonder valt de Hambaken op. Het veiligheidsindexcijfer van de Hambaken daalt sinds 2006, en bereikt in 2010 een dieptepunt (11,1). Met name het aantal woninginbraken is hoog in de Hambaken. In het aandachtsgebied is in één jaar tijd het aantal woninginbraken bijna verdubbeld, van 24 naar 46 inbraken per 1.000 adressen. Dat de criminaliteitscijfers onverminderd hoog zijn in de Hambaken heeft zijn weerslag op de onveiligheidsgevoelens. 16 procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Stedelijk ligt dit percentage op 3 procent. De onveiligheid concentreert zich op en rondom het winkelcentrum en de Brede Bossche School aan het Wielsem. Bewoners beoordelen de veiligheid in de buurt met een 4,8. De extra inspanningen van de afgelopen jaren van de gemeente, politie en andere veiligheidspartners hebben zich vooralsnog niet vertaald in een verbetering van de veiligheidssituatie. In 2011 wordt voor de Hambaken een gerichte veiligheidsaanpak ontwikkeld. Afname auto-inbraken; woninginbraken zijn toegenomen Op het terugdringen van fietsendiefstallen en auto-inbraken zijn goede resultaten geboekt. Het aantal auto-inbraken nam met maar liefst 46 procent af. Ook het aantal fietsendiefstallen daalde met 24 procent. Helaas is er ook minder goed nieuws. Het aantal woninginbraken steeg met 22 procent. Daarmee loopt ’s-Hertogenbosch in de pas met de landelijke trend, maar dat neemt niet weg dat deze ontwikkeling zorgelijk is. Afname geweldsdelicten Het aantal geweldsincidenten nam tussen 2009 en 2010 af met 12 procent. Het aantal geweldsincidenten is het hoogst in de Binnenstad. Grotendeels vinden deze incidenten plaats tijdens de uitgaansuren. Dit heeft alles te maken met de concentratie mensen waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. In 2009 is het convenant Veilig Uitgaan bekrachtigd, waarin afspraken zijn gemaakt om de veiligheid tijdens het uitgaan te verbeteren. Afname jeugdoverlast De overlast veroorzaakt door jeugd laat sinds 2007 een daling zien. Tussen 2009 en 2010 is het aantal incidenten van jeugdoverlast wederom verder afgenomen (-7 procent). Ook ervaren minder bewoners vaak overlast van groepen jongeren in de buurt. Naast de afgenomen jeugdoverlast zien we meer positieve ontwikkelingen op het thema jeugd. Zo is 2 bijvoorbeeld het aantal harde kern jongeren tussen 2008 en 2009 afgenomen (-39 procent) . Het gaat hier om een groep veelplegers in de leeftijd van 12-24 jaar die verantwoordelijk is voor relatief ernstige delicten.
2
De meest recente cijfers over harde kern jongeren zijn uit 2009. De KLPD heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld.
4
Inhoudsopgave 1.
Inleiding....................................................................................................................................7
Deel 1: Veiligheidssituatie gemeente 's-Hertogenbosch 2.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen ....................................................................................11
2.1
Inleiding..................................................................................................................................11
2.2
Algemene veiligheidssituatie .................................................................................................11
2.3
Veiligheidsoordeel bewoners ’s-Hertogenbosch ...................................................................14
2.4
Veiligheidsoordeel bewoners landelijk...................................................................................14
3.
Veilige woon- en leefomgeving..............................................................................................15
3.1
Overlast tussen bewoners .....................................................................................................15
3.2
Verloedering / Kwaliteit woonomgeving.................................................................................17
3.3
Onveiligheidsgevoelens .........................................................................................................19
3.4
Huiselijk geweld .....................................................................................................................20
3.5
Geweld op straat....................................................................................................................21
3.6
Woninginbraak .......................................................................................................................23
3.7
Voertuigcriminaliteit................................................................................................................25
3.8
Overige veel voorkomende criminaliteit.................................................................................27
3.9
Drugs- en alcoholoverlast ......................................................................................................28
4.
Bedrijvigheid en veiligheid .....................................................................................................31
4.1
Winkelcentra ..........................................................................................................................31
4.2
Bedrijventerreinen..................................................................................................................32
4.3
Uitgaan / horeca.....................................................................................................................33
4.4
Grootschalige evenementen..................................................................................................34
5.
Jeugd en veiligheid ................................................................................................................35
5.1
Overlastgevende jeugdgroepen (incl. 12-minners)................................................................35
5.2
Criminele jeugdgroepen.........................................................................................................38
5.3
Alcohol en drugs ....................................................................................................................38
5.4
Individuele jongeren...............................................................................................................40
5.5
Veilig in en om de school.......................................................................................................43
5
Deel 2: Veiligheidssituatie wijken en aandachtsgebieden 6.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen per wijk .......................................................................47
6.1
Binnenstad .............................................................................................................................48
6.2
Zuidoost .................................................................................................................................50
6.2.1
Gestelse Buurt .......................................................................................................................52
6.3
Graafsepoort ..........................................................................................................................54
6.3.1
Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad.............................................................................................56
6.4
Muntel/Vliert ...........................................................................................................................58
6.5
Rosmalen Zuid.......................................................................................................................60
6.6
Rosmalen Noord ....................................................................................................................62
6.7
De Groote Wielen ..................................................................................................................64
6.8
Empel.....................................................................................................................................66
6.9
Noord .....................................................................................................................................68
6.9.1
Hambaken..............................................................................................................................70
6.9.2
Orthen Links...........................................................................................................................72
6.9.3
Haren/Donk/Reit ....................................................................................................................74
6.10
Maaspoort ..............................................................................................................................76
6.11
West.......................................................................................................................................78
6.11.1
Boschveld/Deuteren ..............................................................................................................80
6.11.2
Kruiskamp ..............................................................................................................................82
6.12
Engelen..................................................................................................................................84
Deel 3: Bijlagen Wijken en buurten in ’s-Hertogenbosch................................................................................................89 Aandachtsgebieden in ’s-Hertogenbosch...........................................................................................90
6
1.
Inleiding
De jaarlijkse veiligheidsmonitor biedt inzicht in de huidige veiligheidssituatie en de ontwikkelingen hierin. De leidraad voor de veiligheidsmonitor is het ‘Integraal Veiligheidsplan 2010-2014’. In het Integraal Veiligheidsplan (IVP) staan de hoofdlijnen van het gemeentelijk veiligheidsbeleid beschreven. In de periode 2010-2014 zijn er drie belangrijke thema’s geprioriteerd: (jeugd-)overlast, geweld en vermogensdelicten. Daarnaast is er een focus op de geprioriteerde wijken. Met de opzet van deze rapportage is zoveel mogelijk bij het IVP aangesloten door het koppelen van de doelstellingen aan de huidige situatie. De veiligheidsmonitor is gebaseerd op twee basisbronnen: de enquête ‘Leefbaarheid en Veiligheid’ (L&V) en het politieregistratiesysteem (BVH). Afhankelijk van het onderwerp zijn er ook nog andere bronnen gebruikt, zoals de KLPD dienst IPOL, Jeugd en Onderwijsmonitor (JOM), Leerlingthermometer en het Meldpunt Openbare Ruimte. De meest recente cijfers hebben betrekking op het jaar 2010. Waar dit niet het geval is, wordt dit vermeld. Om de resultaten te verklaren, zijn er bijeenkomsten met de wijknetwerken georganiseerd. In de wijknetwerken zitten vertegenwoordigers van de gemeente, politie, Juvans, Divers en woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz. Het doel van de wijkbijeenkomsten was “het verhaal achter de cijfers” boven water te krijgen. De resultaten zijn met de wijkprofessionals besproken en er is gezocht naar verklaringen en achtergronden voor de resultaten. Deze input is verwerkt in deze veiligheidsmonitor en laten de wijkverhalen tot de verbeelding spreken. Leeswijzer De veiligheidsmonitor bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de veiligheidssituatie op stedelijk niveau gepresenteerd. In het tweede deel wordt ingezoomd op de veiligheidssituatie van de verschillende wijken en aandachtsgebieden. In deel 1 wordt de veiligheidssituatie van de totale gemeente ’s-Hertogenbosch gepresenteerd. Hierbij wordt eerst een algemeen beeld geschetst van de veiligheidssituatie in ’s-Hertogenbosch. Dit wordt gedaan aan de hand van de veiligheidsindex. In de volgende hoofdstukken wordt ingezoomd op de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan het algemene beeld van de veiligheidssituatie. Dit wordt gedaan aan de hand van de ontwikkelingen op drie veiligheidsthema’s: ‘veilige woon- en leefomgeving’, ‘bedrijvigheid en veiligheid’ en ‘jeugd en veiligheid’. De resultaten worden gekoppeld aan de IVP-doelstellingen. Met vinkjes ( ) en kruisjes ( ) wordt aangegeven of het onderwerp zich positief ontwikkeld in relatie tot de gestelde IVP-doelstellingen. In deel 2 wordt ingegaan op de veiligheidssituatie van de verschillende wijken en aandachtsgebieden. Tot de aandachtsgebieden behoren de Hambaken, Boschveld/Deuteren, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Gestelse Buurt, Orthen Links, Haren/Donk/Reit en Kruiskamp. De aandachtsgebieden worden besproken bij de wijk waartoe zij behoren. Per wijk en aandachtsgebied wordt ingezoomd op de veiligheidssituatie aan de hand van de veiligheidsindex. Gekeken wordt naar de belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten voor een wijk. Ook verklaringen van wijkprofessionals worden meegenomen in de wijkbeschrijvingen. In de bijlagen is een overzichtskaart opgenomen van alle wijken en buurten van ’s-Hertogenbosch.
7
Deel 1: Veiligheidssituatie Gemeente ’s-Hertogenbosch
9
2.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld geschetst van de huidige veiligheidssituatie in de gemeente ’s-Hertogenbosch. Dit wordt gedaan aan de hand van de gemeentelijke veiligheidsindex 3 die een samenvattend beeld geeft van de ontwikkelingen van de veiligheidssituatie . Hierbij worden ook de verschillende wijken en aandachtsgebieden ten opzichte van elkaar gepositioneerd. Daarnaast bekijken we hoe de inwoners van ’s-Hertogenbosch zelf de veiligheid beoordelen. Ook wordt gekeken hoe landelijk de veiligheid wordt beoordeeld. Dit jaar komt de benchmark veiligheid beperkt aan bod. Eens in de twee jaar wordt een uitgebreide benchmark in de veiligheidsmonitor opgenomen. 2.2
Algemene veiligheidssituatie
Doelstelling coalitieakkoord: In 2014 bedraagt de veiligheidsindex in alle wijken minimaal 18,4.
De gemeentelijke veiligheidsindex is een soort veiligheidsthermometer. Het geeft volgens een vaste methodiek van objectieve en subjectieve gegevens weer hoe het met de veiligheidssituatie in de gemeente gesteld is. De objectieve indicatoren zijn afkomstig van de incidentenregistraties van de politie. De subjectieve indicatoren zijn de resultaten van de tweejaarlijkse enquête Leefbaarheid en Veiligheid (L&V). Een score van 25 is het maximum en ‘zeer veilig’, een score van 1 is het minimum en ‘zeer onveilig’. In 2008 was het indexcijfer voor de veiligheid een 18,4. In 2009 liep de veiligheidsindex op tot 19,0. De veiligheidsindex heeft zich het afgelopen jaar gestabiliseerd. Om de doelstelling van het Coalitieakkoord te halen, dient in alle wijken de veiligheidsindex minimaal 18,4 te zijn. Op de volgende pagina worden de verschillende wijken ten opzichte van elkaar gepositioneerd en wordt duidelijk welke wijken de coalitiedoelstelling nu al halen. Figuur 2: Veiligheidsindex totale stad (2004-2010) 25
20 19,0
doel
15
Totale stad 10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
3
Er is dit jaar gekozen om de veiligheidsindex weer op de ‘oude manier’ te presenteren, waarbij de veiligheidsindex een waarde heeft tussen de 1 en 25. In de veiligheidsmonitor 2010 is de veiligheidsindex anders gepresenteerd. De nullijn gaf daar de gemiddelde veiligheidsindex van 2008 aan (18,4). Dat jaar werd als ijkpunt genomen om de veiligheidsindex tegen af te kunnen zetten. Hier gold: hoe hoger het indexcijfer, hoe beter de veiligheidssituatie. Er is er nu weer voor gekozen om de ‘oude’ veiligheidsindex te gebruiken, omdat deze gebruikt wordt in het coalitieakkoord.
11
Met behulp van onderstaande tabel wordt inzicht geboden waarom een bepaald indexcijfer wordt gehaald. In de tabel zijn de 16 achterliggende indicatoren van de veiligheidsindex opgenomen. Gepresenteerd wordt: 1. De waarde voor 2010; 2. De ontwikkeling 2008 – 2010: met vinkjes ( ) en kruisjes ( ) worden de positieve en negatieve 4 ontwikkelingen tussen 2008 en 2010 gepresenteerd ; 3. De IVP-doelstelling: met vinkjes en kruisjes wordt aangegeven of op dit moment wel of niet wordt voldaan aan de IVP-doelstellingen. Vijf indicatoren uit de veiligheidsindex zijn overigens niet in het IVP opgenomen. Dit wordt aangegeven met een ‘nvt’. Tussen 2008 en 2010 is de veiligheidsindex toegenomen van 18,4 naar 19,0. Volgens onderstaande tabel is de veiligheidsindex tussen 2008 en 2010 verbeterd doordat het aandeel vernielingen en autoinbraken is afgenomen. Ook ervaren inwoners minder auto-inbraken, rommel op straat, vernielingen en drugsoverlast. Ten opzichte van 2008 voelen minder inwoners zich wel eens onveilig, maar ze geven wel een lager rapportcijfer voor de veiligheid. Een zorgelijke ontwikkeling is de toename van het aantal woninginbraken. Van elf indicatoren die voorkomen in de veiligheidsindex zijn in het IVP doelstellingen geformuleerd. Zes van deze doelstellingen zijn nu al gehaald. Vijf doelstellingen worden op dit moment nog niet gehaald. Tabel 1: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – ’s-Hertogenbosch (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
's-Hertogenbosch
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
9,7
13,9
18,8
12,8
16,7
0,8
15%
3%
2%
11%
14%
6%
24%
16%
23%
6,6
2008-2010 IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De wijken In het coalitieakkoord wordt er naar gestreefd dat alle wijken in 2014 een veiligheidsindex hebben van 18,4 (gemiddelde indexcijfer in 2008). Vijf van de twaalf wijken voldoen hier op dit moment nog niet aan. Dit zijn de wijken Binnenstad, Noord, Muntel/Vliert, West en Zuidoost. Tussen 2008 en 2010 is in de meeste wijken de veiligheidssituatie verbeterd. De grootste vooruitgang is geboekt in de Binnenstad en de Graafsepoort. In de Maaspoort en Rosmalen Noord is de veiligheidssituatie de afgelopen twee jaar iets verslechterd. Zij scoren echter nog steeds bovengemiddeld. De meest veilige wijk is nog steeds de Groote Wielen.
4
Bij de politiecijfers is een vinkje/kruisje geplaatst bij een toe-/afname van 2 incidenten per 1.000 inwoners. Uitzondering hierop is het aantal incidenten van drugsoverlast; hierbij is een vinkje/kruisje geplaatst bij een toe-/afname van 1 incident per 1.000 inwoners. Bij de beleving van bewoners is een vinkje/kruisje geplaatst bij een significante toe-/afname van een indicator.
12
Figuur 3: Veiligheidsindex wijken (2008-2010) doel 23,0
De Groote Wielen Engelen
22,3
Empel
22,0 21,3
Rosmalen Zuid
21,0
Rosmalen Noord Graafsepoort
19,5
Maaspoort
19,3 19,0
's-Hertogenbosch
18,1
Zuidoost
17,6
West
17,5
Muntel/Vliert Noord
16,9
Binnenstad
16,9 0
5
10
15
2010 2008 20
25
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De aandachtsgebieden De veiligheidssituatie in de aandachtsgebieden is lager dan gemiddeld in de gemeente. Alleen Orthen Links doet het beter dan het stedelijk gemiddelde. De grootste vooruitgang is geboekt in de Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. De grootste achteruitgang zien we in de Hambaken en Haren/Donk/Reit. Met name de lage veiligheidsindex van de Hambaken is zorgwekkend. In deel 2 van deze veiligheidsmonitor wordt dieper ingegaan op de veiligheidssituatie van alle wijken en aandachtsgebieden. Hierbij wordt ook ingezoomd op de achterliggende indicatoren die bepalend zijn voor de veiligheidsindexscore. Hierdoor wordt duidelijk door welke veiligheidsthema’s de veiligheidsindex (positief of negatief) wordt beïnvloed, en op welke veiligheidsthema’s winst valt te behalen om de veiligheidsindex te verbeteren. Figuur 4: Veiligheidsindex aandachtsgebieden (2008-2010)
Orthen Links
19,3
's-Hertogenbosch
19,0
Haren/Donk/Reit
18,2
Gestelse Buurt
17,9
Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad
17,4
Boschveld/Deuteren
17,4
Kruiskamp
17,1 2010 2008
11,1
Hambaken 0
5
10
15
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
13
20
25
2.3
Veiligheidsoordeel bewoners ’s-Hertogenbosch
De veiligheidsindex is verbeterd ten opzichte van 2008. De bevolking van ’s-Hertogenbosch geeft echter een iets lager rapportcijfer voor de veiligheid. Twee jaar geleden gaven de inwoners nog een rapportcijfer van 7,0. Nu is dit gedaald naar een 6,6. Overigens geeft men in alle wijken en aandachtsgebieden een lager rapportcijfer. De daling is het sterkst in de aandachtsgebieden de Hambaken en Orthen Links. Figuur 5: Rapportcijfer veiligheid in de buurt 10 8 6,6 6 4 2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Bron: L&V 2010
2.4
Veiligheidsoordeel bewoners landelijk
Landelijk beoordeelt men de veiligheid met een rapportcijfer van 7,0. In de regio Brabant Noord wordt de veiligheid ongeveer hetzelfde beoordeeld als gemiddeld in Nederland. Ook is de beoordeling van de veiligheid ongeveer hetzelfde als in 2009. Afbeelding 1: Rapportcijfer veiligheid in de buurt Regio t.o.v. Nederland
2010 t.o.v. 2009 Lager Gelijk Hoger
Lager Gelijk Hoger
Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2010 – Landelijke rapportage
14
3.
Veilige woon- en leefomgeving
Het thema ‘veilige woon- en leefomgeving’ bundelt veiligheidsthema’s die direct met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in wijken en buurten te maken hebben. Het gaat bijvoorbeeld om overlast van bewoners, verloedering, onveiligheidsgevoelens, (huiselijk) geweld, woninginbraken, voertuigcriminaliteit en drugs- en alcoholoverlast. 3.1
Overlast tussen bewoners
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt de schaalscore sociale overlast maximaal 1,8.
Overlast heeft een negatief effect op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Om de sociale overlast in de buurt in beeld te krijgen, is er een score samengesteld aan de hand van onderwerpen die overlast meten. Deze indicator is samengesteld uit de volgende onderwerpen: • dronken mensen op straat • mensen die op straat worden lastig gevallen • drugsoverlast • overlast van groepen jongeren De schaalscore van sociale overlast bedraagt nu 2,0. De ervaren sociale overlast neemt sinds 2006 licht af. Als deze ontwikkeling verder doorzet, dan wordt de IVP-doelstelling in 2015 gehaald. In de meeste wijken en aandachtsgebieden is de sociale overlast afgenomen. Vooral de aandachtsgebieden Hambaken, Orthen Links, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad en de Gestelse Buurt boeken veel vooruitgang. Daarentegen ervaren inwoners van Muntel/Vliert, Rosmalen Noord en het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren iets meer sociale overlast dan in 2008. Inwoners van de Binnenstad ervaren de meeste sociale overlast. Dit ligt ook voor de hand gelet op de functies van de Binnenstad. Figuur 6: Schaalscore sociale overlast (samengesteld cijfer: 0=laag, 10=hoog) 10 8 6 4 2,0 2
doel
0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 1,8 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
15
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het percentage bewoners dat vindt dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in de eigen buurt maximaal 5 procent.
In ’s-Hertogenbosch ervaart 6 procent van de bewoners vaak overlast van omwonenden in de buurt. Dit aandeel is al jaren vrij stabiel. Om de IVP-doelstelling in 2015 te behalen moet dit percentage dalen tot maximaal 5 procent. In de wijk Muntel/Vliert en de aandachtsgebieden Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, de Gestelse Buurt, Boschveld/Deuteren en de Hambaken ervaren de meeste inwoners vaak overlast door omwonenden. In deze wijk/buurten ligt de ervaren overlast minstens twee keer zo hoog als gemiddeld. Figuur 7: Percentage bewoners dat vindt dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in de eigen buurt 10 8 6,4 6 doel 4 2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 5% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Het afgelopen jaar is er onverminderd geïnvesteerd in de aanpak van overlastpanden in woonwijken. In beginsel wordt overlast tussen bewoners aangepakt op wijkniveau. In het wijknetwerk worden door de wijkprofessionals de overlastsituaties die zich voordoen, besproken. Er worden afspraken gemaakt over een gerichte aanpak van deze huishoudens. Hierbij spelen het koppelproject en buurtbemiddeling een belangrijke rol. Zo heeft Divers in 2010 bij 250 conflicten buurtbemiddeling toegepast. Wanneer de overlast niet op wijkniveau aangepakt kan worden, wordt het Veiligheidshuis ingeschakeld. In het casusoverleg overlastpanden werken woningcorporaties, gemeente en politie nauw samen om de meer complexe en hardnekkige overlastpanden. In 2010 werden door het casusoverleg 65 overlastpanden behandeld. Bij het merendeel van deze panden (44) ging het om drugsgerelateerde overlast. In de overige gevallen betrof het structurele en zware overlast, zoals geluidsoverlast en vervuiling.
16
3.2
Verloedering / Kwaliteit woonomgeving
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt 7,0.
Gemiddeld geeft de inwoner van ’s-Hertogenbosch een 7,3 voor de woonomgeving in de eigen buurt. Deze waardering is al jaren redelijk stabiel. Volgens de IVP-doelstelling dient het rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt minimaal een 7,0 te zijn. Aan de doelstelling wordt nu al voldaan. Inwoners van Engelen en Empel beoordelen de woonomgeving het hoogst. Bewoners uit de wijken Noord en West en uit alle aandachtsgebieden beoordelen de woonomgeving in de eigen buurt lager dan de streefwaarde van 7,0. Kijkend naar de aandachtsgebieden is het rapportcijfer in Boschveld/Deuteren en Orthen Links afgenomen ten opzichte van 2008. Volgens professionals heeft dit mogelijk te maken met de vertraagde herstructurering. Plannen voor renovatie en sloop zijn door de economische crisis vertraagd. Figuur 8: Rapportcijfer woonomgeving in de eigen buurt (1=laag, 10=hoog) 10 8
7,3 doel
6 4 2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: min. 7,0 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt de schaalscore voor fysieke verloedering maximaal 3,6.
Verloedering heeft een negatief effect op de leefbaarheid van de buurt. Om de verloedering in de buurt in beeld te krijgen, is er een score samengesteld aan de hand van onderwerpen die verloedering meten. Deze indicator is samengesteld uit de volgende onderwerpen: • hondenpoep op straat • rommel op straat • bekladding van muren en/of gebouwen • vernieling van telefooncellen en bushokjes De inwoners van ’s-Hertogenbosch ervaren steeds minder verloedering in hun buurt. De schaalscore bedraagt nu 3,8. Ten opzichte van 2008 ervaren minder bewoners vaak hondenpoep op straat, rommel op straat, bekladding van muren en/of gebouwen en vernieling van telefooncellen en bushokjes. Volgens de IVP-doelstelling bedraagt de schaalscore voor fysieke verloedering in 2015 maximaal 3,6. In alle wijken en aandachtsgebieden is de fysieke verloedering (iets) afgenomen. Inwoners van de aandachtsgebieden Hambaken, Haren/Donk/Reit en Kruiskamp ervaren de meeste fysieke verloedering.
17
Figuur 9: Schaalscore fysieke verloedering (samengesteld cijfer: 0=laag, 10=hoog) 10 8 6 3,8 4
doel
2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 3,6 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners max. 12.
Bij het Meldpunt Openbare Ruimte van de gemeente ’s-Hertogenbosch kunnen bewoners melding maken van alle zaken die te maken hebben met de leefbaarheid op straat en in de buurt. Zo kan men melding doen van bijvoorbeeld zwerfvuil, illegale stort en kapotte straatverlichting. Het aandeel incidenten van vervuiling is het afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven met 12 incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners. Hiermee wordt de IVP-doelstelling gehaald. Het aandeel incidenten van vervuiling is het grootst in de Binnenstad en het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren. Om de vervuilingen en illegale stort een halt toe te roepen, zijn de tarieven van de milieustations per 1 januari 2009 gedaald. Sindsdien is het aantal incidenten van vervuiling en illegale stort afgenomen. Het aantal incidenten van illegale stort is tussen 2008 en 2010 afgenomen van 48 naar 36 incidenten per 1.000 inwoners. Ook bewoners ervaren minder vervuiling. Tussen 2008 en 2010 is het aandeel inwoners dat aangeeft dat rommel op straat vaak voorkomt afgenomen van 34 naar 24 procent. Figuur 10: Aantal incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners 20
15 11,9 doel 10
5
0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 12 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Meldpunt Openbare Ruimte en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
18
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten van vernieling per 1.000 inwoners max. 20.
In 2010 waren er 17 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. Het aandeel vernielingen neemt al sinds 2006 af. Volgens de IVP-doelstelling zijn er in 2015 maximaal 20 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. Aan de IVP-doelstelling is nu al voldaan. In bijna alle wijken en aandachtsgebieden is sinds 2008 het aandeel vernielingen afgenomen. Vooral de Binnenstad en West boeken veel vooruitgang. Dit geldt ook voor de aandachtsgebieden Boschveld/Deuteren en Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. In de Maaspoort en het aandachtsgebied Haren/Donk/Reit is het aandeel vernielingen de afgelopen twee jaar echter toegenomen. De gemeente heeft het aandeel vernielingen teruggebracht door het gebruik van ‘hufterproof’ materiaal. Figuur 11: Aantal incidenten van vernieling per 1.000 inwoners 30 25 doel
20 15
16,7
10 5 0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 20 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
3.3
Onveiligheidsgevoelens
Doelstelling IVP: In 2015 voelt niet meer dan 2 procent zich vaak onveilig in de eigen buurt.
Aan de inwoners van ’s-Hertogenbosch is gevraagd naar gevoelens van onveiligheid. Drie procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Om de IVP-doelstelling te halen dient dit aandeel af te nemen tot maximaal 2 procent. In de wijken Muntel/Vliert, Noord en West voelen relatief veel mensen zich vaak onveilig; zes procent van de inwoners van deze wijken voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Het meest opvallend is het aandachtsgebied de Hambaken; 16 procent van de inwoners van het aandachtsgebied voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Waarom mensen zich onveilig voelen in de eigen buurt heeft verschillende oorzaken. Aan hen is dan ook gevraagd waarom zij zich onveilig voelen in de eigen buurt. De belangrijkste oorzaken zijn jeugden sociale overlast. Tweederde van de mensen die zich onveilig voelen, voelt zich onveilig door groepen (Marokkaanse) jongeren en omwonenden in de buurt. Mensen voelen zich hierdoor geïntimideerd. Ongeveer twintig procent voelt zich onveilig vanwege vermogensdelicten, en circa tien procent wegens drugshandel en –overlast in de buurt.
19
Figuur 12: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt 10 8 6 3,2
4
doel
2 0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
3.4
Huiselijk geweld
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het percentage Bosschenaren dat geconfronteerd wordt met huiselijk geweld niet meer dan 8 procent.
Aan de inwoners van ’s-Hertogenbosch is gevraagd of zij de afgelopen twee jaar zijn geconfronteerd 5 met en/of slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld of kindermishandeling . Dit kan betekenen dat zijzelf slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld, of dat zij zijn geconfronteerd met huiselijk geweld van iemand anders in de directe omgeving. Zoals van andere gezinsleden, familieleden, buren of kennissen. Negen procent van de inwoners geeft aan te zijn geconfronteerd met huiselijk geweld. Volgens de IVP-doelstelling wordt maximaal 8 procent van de Bosschenaren geconfronteerd met huiselijk geweld. Van de mensen die geconfronteerd zijn met huiselijk geweld, heeft zestig procent dit ook gemeld bij een instantie, zoals de politie, steunpunt Huiselijk Geweld of Bureau Jeugdzorg. Eén procent van de bevolking geeft aan zelf slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Figuur 13: Percentage bewoners dat geconfronteerd is met huiselijk geweld 20
15 9,0
10
doel 5
0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 8% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010 5
We spreken nu verder over huiselijk geweld. Dit kan echter ook kindermishandeling inhouden.
20
Het aantal incidenten van huiselijk geweld is het afgelopen jaar iets afgenomen; van 7 naar 6 incidenten per 1.000 inwoners. Het aandeel incidenten van huiselijk geweld is relatief hoog in de aandachtsgebieden Orthen Links, Hambaken, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Boschveld/Deuteren en Haren/Donk/Reit. In deze buurten ligt het aandeel incidenten van huiselijk geweld op meer dan 10 incidenten per 1.000 inwoners. Figuur 14: Aantal incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners 20
15
10 6,2 5
0
2004
2006
2008
2010
Bron: Gids-Kubus Politie (gesommeerd door alle politiecategorieën) en GBA 2011, bewerking O&S ‘s-Hertogenbosch
Huiselijk geweld is en blijft een belangrijk speerpunt. In april 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod ingevoerd. Het huisverbod geeft de burgemeester op aangeven van de politie, een instrument in handen om de dader voor een periode van minimaal 10 dagen de toegang tot de woning te ontzeggen. Het doel is om die periode te gebruiken om hulpverlening voor de dader en het slachtoffer op gang te brengen. Gekoppeld aan het huisverbod is de inzet van het interventieteam huiselijk geweld. Dit team zorgt binnen 48 uur voor hulpverlening. Afgelopen jaar werden er 13 huisverboden door de burgemeester opgelegd. 3.5
Geweld op straat
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten van geweld per 1.000 inwoners maximaal 15.
Het aandeel incidenten van geweld is het afgelopen jaar iets afgenomen, van 16 naar 14 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een afname van 12 procent. Hiermee wordt nu al aan de IVPdoelstelling van 2015 voldaan. Het aandeel geweldsincidenten is het hoogst in de Binnenstad. Dit heeft alles te maken met de concentratie mensen, vooral tijdens de uitgaansuren waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. In 2009 hebben politie, OM, gemeente en Koninklijke Horeca Nederland afdelingen ’s-Hertogenbosch en Rosmalen afspraken gemaakt over de verbetering van de veiligheid tijdens het uitgaan. Deze afspraken hebben onder andere betrekking op het gebruik van veiligheidsglas, het weekendarrangement en de collectieve horeca ontzegging. De afspraken zijn bekrachtigd in het convenant Veilig Uitgaan (mei 2009).
Het aandeel incidenten van geweld is verder relatief hoog in de aandachtsgebieden Hambaken, Boschveld/Deuteren en Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad.
21
Figuur 15: Aantal incidenten van geweld per 1.000 inwoners 30 25 20 doel
15 13,9
10 5 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 15 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2015 vindt gemiddeld maximaal 2 procent dat geweldsdelicten vaak voorkomen in de eigen buurt.
Al een aantal jaar vindt ruim 2 procent van de inwoners dat geweldsdelicten vaak voorkomen in hun buurt. Volgens de IVP-doelstelling bedraagt het aandeel incidenten van geweld in 2015 maximaal 2 procent. Om de IVP-doelstelling te halen dient het aandeel mensen dat vaak geweldsdelicten in de buurt ervaart, nog iets af te nemen. In de Graafsepoort en de aandachtsgebieden de Hambaken, Boschveld/Deuteren en Kruiskamp is het percentage bewoners dat vaak geweldsdelicten ervaart in de eigen buurt het hoogst. Figuur 16: Percentage bewoners dat vindt dat geweldsdelicten vaak voorkomen in de eigen buurt 10 8 6 4 2,2 doel
2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Doelstelling IVP: In 2015 vindt gemiddeld max. 2 procent dat bedreiging vaak voorkomt in de buurt.
Ruim 3 procent van de bewoners vindt dat bedreiging vaak voorkomt bij hen in de buurt. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2008. Het aandeel dient echter af te nemen tot maximaal 2 procent in 2015 om de IVP-doelstelling te halen.
22
In het aandachtsgebied de Hambaken geven veruit de meeste mensen aan dat bedreiging bij hen in de buurt vaak voorkomt; maar liefst 16 procent van de inwoners geeft dit aan. Ook in de aandachtsgebieden Orthen Links, Kruiskamp, Boschveld/Deuteren en Gestelse Buurt geven relatief veel bewoners aan dat bedreiging bij hen in de buurt vaak voorkomt. Figuur 17: Percentage bewoners dat vindt dat bedreiging vaak voorkomt in de eigen buurt 10 8 6 3,3
4
doel
2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
3.6
Woninginbraak
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal woninginbraken per 1.000 adressen maximaal 12.
Tussen 2005 en 2009 nam het aandeel woninginbraken geleidelijk af. Maar in 2010 is deze trend gekeerd. Het aandeel woninginbraken steeg van 16 naar 19 incidenten per 1.000 adressen. Dit komt neer op een stijging van 22 procent. Het aandeel woninginbraken dient echter af te nemen naar 12 incidenten per 1.000 adressen in 2015 om de IVP-doelstelling te halen. In de meeste wijken en aandachtsgebieden zijn de woninginbraken toegenomen. Het aandeel inbraken is het hoogst in de Maaspoort en de in Noord gelegen aandachtsgebieden de Hambaken en Haren/Donk/Reit. Daarentegen zien we in de Groote Wielen, Graafsepoort, West en het aandachtsgebied Orthen Links een afname van de woninginbraken. Niet alleen in ’s-Hertogenbosch zien we een stijging van het aandeel woninginbraken. Landelijk steeg 6 het aantal woninginbraken met 12 procent en in de provincie Noord-Brabant met 17 procent . Om het aantal woninginbraken in de stad terug te dringen, hebben politie en gemeente zich het afgelopen jaar sterk ingezet. De politie heeft onder de vlag van het project ‘Samen tegen inbrekers’, verschillende instrumenten ingezet. Hiervoor zijn uitgebreide controles gehouden om enerzijds voertuigen te controleren en anderzijds bewoners te wijzen op de risico’s. De gemeente heeft onverkort invulling gegeven aan haar preventieve taak op het gebied van woninginbraken. De aanpak ‘Geef inbrekers geen kans’ is ook in 2010 uitgevoerd. Hierbij ontvangen bewoners kosteloos 7 preventieadvies op basis waarvan zij hun woning beter kunnen beveiligen. Uit onderzoek is echter gebleken dat het moeilijk is om bewoners te motiveren om zelf hun verantwoordelijkheid op te pakken en maatregelen te nemen om hun woning beter te beveiligen. In 2011 zal er een aanvalsplan worden opgesteld om de toename van het aantal woninginbraken te keren. 6
Het totaal aantal woninginbraken in ’s-Hertogenbosch steeg met 23 procent (afgezet tegen het aantal inwoners). Omdat de woningvoorraad licht is toegenomen is het totaal aandeel woninginbraken (per 1.000 adressen) in ’s-Hertogenbosch met 22 procent gestegen. 7 Bron: Het publieke belang bij private preventie - Een economische analyse van inbraakpreventiebeleid (2010).
23
Figuur 18: Aantal incidenten van woninginbraak per 1.000 adressen 30 25 18,8 20 15 doel 10 5 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 12 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2015 vindt max. 8 procent dat woninginbraak vaak voorkomt in de eigen buurt.
Ondanks de stijging van het aantal woninginbraken, is het aandeel inwoners dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt tussen 2008 en 2010 niet toegenomen. Elf procent van de inwoners geeft aan dat woninginbraken vaak voorkomen bij hen in de buurt. Volgens de IVPdoelstelling dient dit aandeel af te nemen tot acht procent in 2015. Inwoners van de aandachtsgebieden Kruiskamp en de Hambaken vinden het vaakst dat woninginbraak bij hen in de buurt vaak voorkomt. In deze buurten geeft een kwart van de inwoners dit aan. Figuur 19: Percentage bewoners dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in de eigen buurt 20
15 11,1 10 doel 5
0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 8% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
24
3.7
Voertuigcriminaliteit
Doelstelling IVP: In 2015 vinden maximaal 7 fietsendiefstallen per 1.000 inwoners plaats.
Het aandeel fietsendiefstallen is het afgelopen jaar afgenomen; van 15 naar 12 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is een afname van 24 procent. Het aandeel fietsendiefstallen is onder andere teruggedrongen door toezicht in de hotspotgebieden. Om de IVP-doelstelling te halen, dient het aandeel fietsendiefstallen nog verder af te nemen tot maximaal 7 fietsendiefstallen per 1.000 inwoners in 2015. In de meeste wijken en aandachtsgebieden is het aandeel fietsendiefstallen afgenomen. Alleen in Rosmalen Noord zien we een noemenswaardige stijging van het aandeel fietsendiefstallen. In deze wijk is na de Binnenstad het aandeel fietsendiefstallen het hoogst van de gemeente. Beide wijken hebben een centrumfunctie en een treinstation. Door deze functies is het aandeel (gestalde) fietsen in de wijken hoger. Figuur 20: Aantal incidenten van fietsendiefstal per 1.000 inwoners 20
15 11,6 10 doel 5
0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 7 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2015 vinden maximaal 15 auto-inbraken per 1.000 inwoners plaats.
Het aandeel auto-inbraken is de afgelopen twee jaar fors afgenomen, van 24 naar 13 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een afname van 46 procent. Hiermee wordt voldaan aan de IVPdoelstelling van 2015. De afname van het aantal auto-inbraken is het grootst in de Binnenstad, Zuidoost, Graafsepoort en Muntel/Vliert. In deze wijken is het aandeel auto-inbraken in twee jaar tijd met meer dan 25 incidenten per 1.000 inwoners afgenomen. Het aandeel auto-inbraken is momenteel het hoogst in de Binnenstad en het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren. Dat het aandeel auto-inbraken de afgelopen twee jaar bijna is gehalveerd, is te danken aan de inzet van de politie en gemeente. Er is onder andere toezicht geplaatst op hotspots en gezorgd voor goede verlichting op plaatsen waar veel auto’s werden opengebroken. Ook de inzet van de lokauto door de politie heeft zijn vruchten afgeworpen. De lokauto werd vorig jaar 220 keer ingezet door de politie. Dit zorgde voor tien aanhoudingen (waarvan vijf veelplegers).
25
Figuur 21: Aantal incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners 50 40 30 20 doel 10 0
12,8
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 15 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Doelstelling IVP: In 2015 vindt max. 10 procent dat auto-inbraak vaak voorkomt in de eigen buurt.
Dat het aandeel auto-inbraken de laatste jaren is afgenomen, zien we ook terug in de beleving van bewoners. Het aandeel bewoners dat aangeeft dat auto-inbraken bij hen in de buurt vaak voorkomt is opnieuw afgenomen; 14 procent van de inwoners geeft dit nu nog aan. Om de IVP-doelstelling te halen dient dit aandeel verder af te nemen tot 10 procent in 2015. Inwoners van de aandachtsgebieden de Hambaken, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Kruiskamp en Boschveld/Deuteren geven het vaakst aan dat auto-inbraak in hun buurt vaak voorkomt. De grootste vooruitgang zien we in de wijken Binnenstad, Graafsepoort en Muntel/Vliert. Figuur 22: Percentage bewoners dat vindt dat auto-inbraak vaak voorkomt in de eigen buurt 30 25 20 14,0 15 doel
10 5 0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 10% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
26
3.8
Overige veel voorkomende criminaliteit
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal veelvuldig gepleegde delicten per 1.000 inwoners 70.
Met veelvuldig gepleegde delicten worden de delicten bedoeld die worden gepleegd door veelplegers. Veelplegers maken zich in het bijzonder schuldig aan vermogensdelicten. In 2008 waren er in totaal 81 incidenten per 1.000 inwoners bekend, die vaak aan veelplegers worden toegeschreven. In 2010 is dit gedaald tot 70 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een daling van 14 procent. Hiermee voldoen we nu al aan de IVP-doelstelling. Figuur 23: Aantal incidenten van veelvuldig door veelplegers gepleegde delicten per 1.000 inwoners 120 110 100 90 80
70,2 doel
70 60 50
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 70 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ‘s-Hertogenbosch 8
De meest recente veelplegerscijfers hebben betrekking op 2008 . Veelplegers houden zich voornamelijk bezig met het plegen van vermogensdelicten en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de misdrijven. Harde kern jongeren zijn veelplegers in de leeftijd 12-24 jaar met relatief zware delicten op hun naam. In 2008 waren er 23 minderjarige veelplegers. Het aandeel Marokkaanse Nederlanders is erg hoog. 43 procent van de minderjarige veelplegers is van Marokkaanse afkomst. Ook is ten opzichte van 2007 het aantal minderjarige (Marokkaans-Nederlandse) veelplegers toegenomen. In 2008 waren er 200 meerderjarige veelplegers, waarvan 31 zeer actieve veelplegers. In de groep meerderjarige veelplegers is het aandeel Marokkaanse-Nederlanders lager; 22 procent van de meerderjarige veelplegers zijn Marokkaanse Nederlanders. Ten opzichte van 2007 is het aantal meerderjarige veelplegers met 23 procent afgenomen. Ook het aandeel Marokkaanse-Nederlanders is afgenomen, met name bij de zeer actieve veelplegers. In 2008 waren er 93 harde kern jongeren (12-24 jaar), waarvan 28 harde kern jongeren minderjarig zijn. Ook hier is het aandeel Marokkaanse Nederlanders hoog; 29 procent van de harde kern jongeren is van Marokkaanse afkomst. Onder de minderjarige harde kern jongeren is dit aandeel iets hoger, namelijk 43 procent.
8
Het KLPD heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld.
27
Minderjarig
Figuur 24: Aantal verdachten recidive 2007-2008 Veelplegers 12-17 jr
13 7 13 10
Harde kern 12-17 jr
14 9 16 12
34
Meerderjarig
Veelplegers 18+ jr
16
24 7 48
211
Zeer actieve veelplegers 18+ jr
44
156 29 15
39 51
Harde kern 18-24jr 0
50
100
Overig (2007) Overig (2008)
150
200
250
300
Marokkaans (2007) Marokkaans (2008)
Bron: KLPD Dienst IPOL (HKS registratie) juni 2010, cijfer 2008 (voorlopige cijfers)
In 2010 is gewerkt aan het verbeteren van de veelplegersaanpak onder regie van de gemeente. De knelpunten zijn geanalyseerd en voorgelegd aan de driehoek (politie, gemeente en burgemeester). Dit heeft geleid tot een verbetertraject. Dit traject is gedeeltelijk uitgevoerd in 2010 en zal in 2011 verder worden afgerond. 9
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat investeren op de ‘nieuwe zeer actieve veelplegers’ de meeste kans van slagen heeft. In de verbeterde aanpak wordt de focus gelegd op deze groep. Het uitvoeren van een persoonsgebonden aanpak voor een zeer actieve veelpleger is een langdurig en intensief proces. Het kost tijd en is een kwestie van de lange adem van alle partners die een bijdrage leveren aan de aanpak. Om de capaciteit in de keten te kunnen garanderen voor deze groep is daarom gekozen voor het prioriteren van 25 veelplegers. Andere onderdelen van het verbetertraject zijn de invoering van de veelplegersbrief, het verbeteren van de informatiepositie ten aanzien van de doelgroep, het invoeren van een diagnose instrument en het versterken van de sturing op de veelplegersaanpak op zowel strategisch, tactisch en operationeel niveau. Hierbij gaat het ook over het versterken van de gemeentelijke regierol. De gemeente participeert in de casusoverleggen en daar waar partijen afspraken niet nakomen wordt direct opgeschaald naar tactisch en strategisch niveau (de districtelijke driehoek). 3.9
Drugs- en alcoholoverlast
Doelstelling IVP: In 2015 vindt maximaal 5 procent dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt. Het aandeel inwoners dat aangeeft dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt is de afgelopen twee jaar verder afgenomen van 8 naar 6 procent. Om aan de IVP-doelstelling te voldoen dient het percentage nog verder af te nemen naar maximaal 5 procent in 2015. In de politiecijfers zien we bijna een halvering van de drugsoverlast in twee jaar tijd; van 1,5 naar 0,8 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is een afname van 46 procent. Ook het aandeel incidenten van drugshandel is afgenomen tussen 2008 en 2010; van 2,3 naar 1,8 incidenten per 1.000 inwoners.
9
Bron: Vastpakken en niet meer loslaten - Een onderzoek naar de werkwijze en effectiviteit van zes Limburgse veiligheidshuizen (2010).
28
Figuur 25: Percentage bewoners dat vindt dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt 20
15
10 5,9 doel
5
0
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 5% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Doelstelling IVP: In 2015 vindt maximaal 4 procent dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt.
Zeven procent van de inwoners van ’s-Hertogenbosch geeft aan dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2008. Om de IVP-doelstelling in 2015 te halen, dient het percentage af te nemen tot maximaal vier procent. Figuur 26: Percentage bewoners dat vindt dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt 10 8
6,6
6 doel
4 2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 4% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
29
4.
Bedrijvigheid en veiligheid
Bij het veiligheidsthema ‘bedrijvigheid en veiligheid’ gaat het onder andere om de sociale veiligheid rond winkelcentra, bedrijven, uitgaansgelegenheden en grootschalige evenementen. Maatregelen in dit veld hebben vaak een gemengd publiek-privaat karakter. 4.1
Winkelcentra
Doelstelling IVP: In 2015 voelt maximaal 3 procent zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt.
Het aandeel inwoners dat zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied in de eigen buurt is al jaren ruim drie procent. In 2010 voelt iets minder dan drie procent van de inwoners zich vaak onveilig in het winkelgebied. Hiermee voldoen we nu al aan de IVP-doelstelling. Het aandachtsgebied de Hambaken scoort op deze indicator het slechtst; 12 procent van de inwoners van de Hambaken voelt zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt. Figuur 27: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied in de eigen buurt 10 8 6 4 doel 2 0
2,6
2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 3% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten winkeldiefstal per 1.000 inwoners max. 4.
Het aantal incidenten van winkeldiefstal is het afgelopen jaar afgenomen van 5 naar 3 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een afname van 26 procent. Het aandeel winkeldiefstallen is het hoogst in de Binnenstad. Maar ook hier is het aandeel winkeldiefstallen in één jaar tijd behoorlijk afgenomen; van 39 naar 25 incidenten per 1.000 inwoners. Sinds mei 2009 heeft ’s-Hertogenbosch het ‘Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad’. Ook winkelcentrum Helftheuvel kent dit keurmerk. In het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) hebben de politie, brandweer, gemeente en ondernemerverenigingen Hartje ’s-Hertogenbosch en Helftheuvel afspraken gemaakt om de veiligheid te verbeteren voor zowel ondernemers, personeel als bezoekers. De afspraken zijn gemaakt naar aanleiding van een in 2008 uitgevoerde veiligheidsanalyse. De afspraken zijn in 2009 bekrachtigd in een convenant.
31
Figuur 28: Aantal incidenten van winkeldiefstal per 1.000 inwoners 10 8 6 4
doel 3,8
2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
De overall doelstelling van het KVO project is het verbeteren van de veiligheid voor ondernemers, personeel en publiek. Hiervoor zijn verschillende doelstellingen geformuleerd, zoals: • 30 procent meer aangiftebereidheid dan in 2008 • 25 procent minder onveiligheidsgevoelens bij ondernemers en personeel dan in 2008 • 5 procent minder winkelcriminaliteit dan in 2008 Om de hierboven genoemde doelen te kunnen bereiken hebben de partijen afspraken gemaakt over de inzet van de volgende instrumenten: • Invoering ‘Collectieve Winkel Ontzegging’ om personen te kunnen weren die strafbare feiten plegen of zich niet houden aan de huisregels • Trainingen aan ondernemers en personeel op het gebied van winkeldiefstal, overvallen en agressie. Deze trainingen worden aangeboden door het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD) • ‘Winkelscan’: een methode om “zwakke” plekken op te sporen en veiligheidsrisico’s op het niveau van de winkel op te sporen. Het HBD biedt de winkelscan aan • Vereenvoudiging van het aangifteproces (aangifte op afspraak of via internet) • Verbetering van het contact met de politie. De politie zoekt actiever contact met de winkeliers tijdens reguliere surveillances • Het ‘Meldpunt overlast’ promoten bij ondernemers zodat zij sneller problemen in de openbare ruimte kunnen melden en deze zaken opgepakt kunnen worden In 2010 zijn alle bovengenoemde maatregelen ingevoerd. In het tweede kwartaal van 2011 zal opnieuw een veiligheidsanalyse worden uitgevoerd. Op basis daarvan vindt een evaluatie plaats alsmede de hercertificering in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen: Het behalen van de tweede ster. 4.2
Bedrijventerreinen
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal bedrijfsdiefstallen per 1.000 inwoners maximaal 4.
Het aandeel bedrijfsdiefstallen in ’s-Hertogenbosch neemt al sinds 2005 af. In 2005 waren er 9 incidenten per 1.000 inwoners. Dit aandeel is afgenomen tot 3 incidenten per 1.000 inwoners in 2010. Dit is een afname van 68 procent in zes jaar tijd. Het afgelopen jaar is het aantal incidenten van bedrijfsdiefstal met 28 procent afgenomen. Het aandeel incidenten van bedrijfsdiefstal is het hoogst in de Binnenstad.
32
Figuur 29: Aantal incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners 10 8 6 doel
4 2
2,8
0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
In 2010 hebben ondernemers, politie en gemeente het Keurmerk Veilig Ondernemen behaald voor de bedrijventerreinen Rietvelden en Kruisstraat. Zowel in de Kruisstraat als in de Rietvelden is een werkgroep KVO actief bezig het verbeterplan uit te voeren en te bewaken. Dit verbeterplan is opgesteld naar aanleiding van de certificering en het behalen van het Keurmerk. Periodiek vindt er in het kader van de gemaakte afspraken een schouw plaats. 4.3
Uitgaan / horeca
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aandeel bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden maximaal 2 procent.
Het aandeel bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden is sinds 2008 redelijk stabiel gebleven. Drie procent van de bevolking geeft dit aan. Om de IVP-doelstelling te halen dient dit percentage af te nemen tot maximaal twee procent in 2015. In de Binnenstad is dit aandeel het hoogst; 6 procent van de Binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden. Figuur 30: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden 10 8 6 3,4
4
doel
2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
33
In 2009 is het convenant ‘Veilig Uitgaan’ gesloten tussen politie, brandweer, gemeente, openbaar ministerie en de afdelingen ’s-Hertogenbosch en Rosmalen van Koninklijke Horeca Nederland. Op grond van dit convenant zijn een aantal afspraken gemaakt om de veiligheid tijdens het uitgaan in ’s-Hertogenbosch te verbeteren, zowel voor het uitgaanspubliek, ondernemers en hun personeel, professionals en buurtbewoners. Ook is de publiekscampagne ‘doe gewoon gezellig’ in 2009 gestart.
De volgende doelstellingen zijn afgesproken om de veiligheid tijdens het uitgaan te verbeteren: • Tussen 2008 en 2011 is het aantal geweldsdelicten met 10 procent afgenomen • Tussen 2008 en 2011 is het aandeel mensen met onveiligheidsgevoelens afgenomen van 45 naar 30 procent • Tussen 2008 en 2011 is het rapportcijfer van het publiek gestegen van een 6,9 naar min. een 7 • Terugdringen van overlast ten gevolge van drugsgebruik en overmatig alcoholgebruik De maatregelen van het Convenant Veilig Uitgaan worden geëvalueerd en besproken in de Horecakwaliteitskring. In deze kring werken gemeente, brandweer, politie, horeca en binnenstadbewoners samen. In 2010 zijn er diverse persmomenten geweest waarbij Veilig Uitgaan actief onder de aandacht van het (uitgaans-)publiek is gebracht. Er heeft een instructieavond voor portiers plaatsgevonden en het portierslogboek is ingevoerd. Het portierslogboek is een soort register waarin de portiers alle opmerkelijke gebeurtenissen van avond tot avond noteren. Er is een begin gemaakt met een SMS-alert tussen politie en portiers/horecaondernemers. Fysieke maatregelen zoals het plaatsen van plaskruizen tijdens de uitgaansavonden op vrijdag en zaterdag zijn gecontinueerd. De raad heeft aan de burgemeester en het college aanwijzingsbevoegdheden gegeven in het kader van het gebruik van veiligheidsglas. Met het weekendarrangement lopen meerderjarigen die zich in het weekend schuldig maken aan een geweldsdelict het risico om het hele weekend plus de maandag binnen gehouden te worden in verband met politieonderzoek. Het weekendarrangement is ongeveer 35 keer toegepast in 2010. De procedure voor gebiedsontzegging bij de politie is vereenvoudigd en gemakkelijker toepasbaar gemaakt. De politie heeft de mogelijkheid om aan een persoon die zich misdraagt, na een waarschuwing, voor 24 uur een gebiedsontzegging op te leggen. Zonodig kan deze maatregel door de burgemeester verlengd worden tot een periode van 4 weken. Een andere maatregel die binnenkort van kracht wordt, is dat horecabezoekers die zich misdragen hebben tijdelijk de toegang tot een bepaald café kan worden ontzegd; het collectief lokaalverbod. Meer dan 80 procent van de horecagelegenheden die tot 4 uur geopend zijn en nachtzaken nemen hieraan deel. 4.4
Grootschalige evenementen
Bij grootschalige evenementen worden aan de organisatie van evenementen eisen gesteld om de veiligheid van personen en goederen te garanderen. Deze eisen betreffen onder andere het creëren van vluchtwegen, het reguleren van bezoekersstromen, de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de aanwezigheid van EHBO en beveiliging. Ervaringen in Nederland, maar ook in het buitenland, hebben de aandacht voor crowdmanagement in ’s-Hertogenbosch en in andere gemeenten sterk doen toenemen. De ervaringen op bevrijdingsdag 2010 met een plotselinge toename van het aantal toeschouwers (mede een gevolg van het gebruik van social media), waardoor de Parade zijn maximale capaciteit bijna bereikte, heeft hier ook aan bijgedragen. Bij de finale WK-voetbal met een groot TV-scherm op de Parade en bij het TROS Muziekfestival op de Markt, zijn uitgebreide veiligheidsmaatregelen genomen die goed hebben gewerkt. Ook Citymoves op de Pettelaarse Schans met ca. 10.000 bezoekers, is een voorbeeld van een muziekevenement dat in dit opzicht zeer goed is verlopen. Crowdmanagement vormt een vast punt van bespreking in de evenementencommissie, waar alle grote evenementen worden besproken. Vanuit deze commissie is ook het advies gekomen om de intocht en de optocht met carnaval te toetsen op de risico’s voor het publiek. Beide festiviteiten trekken de laatste jaren steeds meer toeschouwers.
34
5.
Jeugd en veiligheid
In dit hoofdstuk gaat het om veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Het gaat hierbij zowel om 12-minners als om de oudere jeugd. Hierbij wordt ingegaan op: overlastgevende en criminele jeugdgroepen, alcohol en drugs, en de mate waarin jongeren zich veilig voelen in en om de school. 5.1
Overlastgevende jeugdgroepen (incl. 12-minners)
Doelstelling IVP: In 2015 heeft max. 15 procent vaak overlast van groepen jongeren in de eigen buurt.
Het aandeel mensen dat vaak overlast ervaart van groepen jongeren in de buurt neemt al sinds 2006 af. Het aandeel is tussen 2006 en 2010 afgenomen van 19 naar 15 procent. Hiermee wordt op dit moment aan de IVP-doelstelling voldaan. Inwoners van het aandachtsgebied de Hambaken ervaren het vaakst overlast van groepen jongeren in de buurt. Figuur 31: Percentage bewoners dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in de eigen buurt 30 25 20 15,0 doel
15 10 5 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 15% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: L&V 2010
Niet alleen het aandeel mensen dat vaak overlast ervaart van groepen jongeren in de buurt is afgenomen, ook het aandeel mensen dat zich vaak onveilig voelt op plekken waar groepen jongeren rondhangen neemt sinds 2006 gestaag af. Dit aandeel is tussen 2006 en 2010 afgenomen van 17 naar 14 procent. In het aandachtsgebied de Hambaken is dit aandeel het hoogst; 27 procent van de inwoners van de Hambaken voelt zich vaak onveilig in de buurt van groepen jongeren. Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten overlast van jongeren per 1.000 inwoners maximaal 10.
Het aantal incidenten van jeugdoverlast neemt al sinds 2007 geleidelijk af. In 2010 waren er minder dan 10 incidenten van jeugdoverlast per 1.000 inwoners. Hiermee voldoen we nu al aan de IVPdoelstelling. Het aandeel incidenten van jeugdoverlast is het hoogst in Zuidoost en het aandachtsgebied de Hambaken.
35
Figuur 32: Aantal incidenten van overlast door jongeren per 1.000 inwoners 20
15
doel
10 9,7 5
0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Vanaf maart 2010 zijn in het kader van het terugdringen van jeugdoverlast de straatcoaches geïntroduceerd. Zij zijn actief in drie wijken: Noord (de Hambaken), West (met name Kruiskamp) en Zuidoost (omgeving Rivierenplein). De straatcoaches werken in koppels. De straatcoaches zijn bijna allemaal van Marokkaanse afkomst en wonen zelf ook in de aandachtsgebieden. Zij maken contact met de jongeren en spreken hen aan op hun (overlastgevende) gedrag. Straatcoaches signaleren ook jongeren van 12 jaar of jonger die op straat rondzwerven. Zij brengen deze kinderen naar huis en maken contact met de ouders. De straatcoaches vullen het zogenaamde ‘handhavingsgat’ tussen jongerenwerk en politie. Het afgelopen jaar zijn de straatcoaches gemiddeld 200 uur per week ingezet. Een ander instrument dat in 2010 is ingezet om de jeugdoverlast tegen te gaan is de intensieve gezinscoaching. Binnen ’s-Hertogenbosch zijn enkele tientallen gezinnen waar de problematiek zeer ernstig is. Er is sprake van multidisciplinaire problemen binnen het gezin. De reguliere hulpverlening is ontoereikend en wordt in veel gevallen gemeden. De opvoeding van de kinderen is problematisch. Belangrijk is ook dat het gezin een negatieve impact heeft op de omgeving. Er is sprake van overlast, 10 criminaliteit en/of intimidatie. Onderzoek in de gemeente ’s-Hertogenbosch wijst uit dat de problematiek zich vooral voordoet bij enkele Marokkaans-Nederlandse gezinnen in de buurten Aawijk, Kruiskamp en de Hambaken. Het doel van de intensieve gezinscoaching is enerzijds het stoppen van de overlast, criminaliteit en het intimidatiegedrag. Anderzijds wordt er gezorgd voor meer structuur in de opvoeding van kinderen en het verbeteren van de zorg en veiligheid in de gezinnen. Kenmerkend voor de intensieve gezinscoaching is de zogenaamde ‘stok achter de deur’. Dat wil zeggen dat er dwang wordt toegepast in de vorm van het korten op de uitkering als blijkt dat de ouders niet actief meewerken aan het hulpverleningstraject. Vanaf september 2010 is in vier gezinnen gestart met deze intensieve gezinscoaching.
10
Bron: Intern onderzoek Juvans maatschappelijk werk.
36
Doelstelling IVP: In 2015 zijn er maximaal 11 overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen.
Op basis van de landelijke methode shortlist groepscriminaliteit worden jaarlijks de problematische 11 jeugdgroepen in kaart gebracht . Eind 2010 waren er in ’s-Hertogenbosch 12 hinderlijke 12 13 jeugdgroepen en 1 overlastgevende jeugdgroep . Het aantal overlastgevende jeugdgroepen neemt sinds 2008 af, en het aantal hinderlijke jeugdgroepen toe. In de wijken West, Noord en Rosmalen Noord zijn meerdere hinderlijke en overlastgevende groepen. Om de IVP-doelstelling te halen dient het totaal aantal overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen af te nemen naar maximaal 11. De gemeente voert regie op de hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen. Het Openbaar Ministerie voert regie op de aanpak van criminele jeugdgroepen. Binnen het Veiligheidshuis richt het Overleg Risicojeugd (ORJ) zich specifiek op de aanpak van de hinderlijke en overlastgevende groepen. In het casusoverleg hebben de politie, Juvans en Divers zitting onder regie van de gemeente. Afhankelijk van de problematiek worden andere ketenpartners ingeschakeld. Het ORJ kent een tactisch en een operationeel niveau. Het tactisch niveau (midden management) adviseert de lokale driehoek over de te prioriteren jeugdgroepen. Het operationeel niveau (uitvoering) stelt de basis van een diepgaande analyse per groep een plan van aanpak op, en voert het plan in de praktijk uit. Het plan van aanpak per groep bestaat altijd uit een combinatie van maatregelen op het niveau van het individu, de groep en het domein (omgeving). In 2010 zijn op basis van bovengenoemde werkwijze vanuit het Veiligheidshuis twee jeugdgroepen aangepakt, waaronder de groep die betrokken was bij de overlast op het Rivierenplein. Dit heeft ertoe geleid dat de overlast in de buurt sterk is afgenomen, volgens zowel omwonenden, ondernemers als professionals. Maatregelen zijn complementair aan elkaar ingezet om de overlast te reguleren. Daarbij ging het om bijvoorbeeld: samenscholingsverboden, gesprekken met de ouders, individuele trajecten en groepsaanbod vanuit jongerenwerk gericht op gedragsbeïnvloeding.
11
Engelen
4 2008 1 1 1 1 6 2009 2 2 1 12 2010 1 1 2 1 2 1 Bron: Problematische jeugdgroepen in ’s-Hertogenbosch – Bevindingen van de shortlistanalyse (oktober 2010)
West
Maaspoort
Noord
Empel
De Groote Wielen
Rosmalen Noord
Rosmalen Zuid
Muntel/Vliert
Graafsepoort
Zuidoost
Binnenstad
’s-Hertogenbosch
Tabel 2: Aantal hinderlijke jeugdgroepen per wijk
1 3
1
Dit is gebeurd via de methodiek van Beke. Dit is een instrument waarmee problematische jeugdgroepen binnen de gemeente periodiek in beeld kunnen worden gebracht. De betreffende lijst wordt ieder jaar binnen het casusoverleg ‘Overlastgevende Risico Jeugd’ (ORJ) van het Veiligheidshuis gevalideerd naar aanleiding van de inzichten van de veiligheidspartners binnen dit casusoverleg. De meest actuele cijfers zijn van eind 2010. De jeugdgroepen worden geclassificeerd naar hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen. 12 De hinderlijke jeugdgroepen hangen wat rond in de buurt en trekken zich niet zoveel aan van de omgeving. De jongeren maken zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ is en aangesproken kan worden op zijn gedrag. 13 De overlastgevende jeugdgroepen zijn wat nadrukkelijker aanwezig, intimideren omstanders en vernielen regelmatig allerlei zaken. Geweld wordt niet geschuwd en de groepsleden zijn minder goed te corrigeren.
37
9 2008 1 1 1 2 4 2009 1 1 1 2010 Bron: Problematische jeugdgroepen in ’s-Hertogenbosch – Bevindingen van de shortlistanalyse (oktober 2010)
5.2
3 1 1
Engelen
West
Maaspoort
Noord
Empel
De Groote Wielen
Rosmalen Noord
Rosmalen Zuid
Muntel/Vliert
Graafsepoort
Zuidoost
Binnenstad
’s-Hertogenbosch
Tabel 3: Aantal overlastgevende jeugdgroepen per wijk
1 1
Criminele jeugdgroepen
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal criminele jeugdgroepen volgens model Beke max. 3. 1
In totaal zijn er in ’s-Hertogenbosch 3 criminele jeugdgroepen . Deze bevinden zich in de wijken Zuidoost, Noord en de Maaspoort. Het aantal criminele jeugdgroepen is ten opzichte van 2009 gelijk gebleven. Volgens de IVP-doelstelling zijn er in 2015 maximaal 3 criminele jeugdgroepen in ’s-Hertogenbosch. Aan de IVP-doelstelling is nu al voldaan.
5 2008 1 2 3 2009 2 3 2010 1 1 1 Bron: Problematische jeugdgroepen in ’s-Hertogenbosch – Bevindingen van de shortlistanalyse (oktober 2010)
5.3
1 1
Engelen
West
Maaspoort
Noord
Empel
De Groote Wielen
Rosmalen Noord
Rosmalen Zuid
Muntel/Vliert
Graafsepoort
Zuidoost
Binnenstad
’s-Hertogenbosch
Tabel 4: Aantal criminele jeugdgroepen per wijk
1
Alcohol en drugs
Doelstelling IVP: In 2015 is het percentage jongeren (12-17 jaar) dat wel eens alcohol drinkt maximaal 40 procent.
Het aandeel jongeren dat wel eens alcohol drinkt is al enkele jaren vrij stabiel. Veertig procent van de jongeren drinkt wel eens alcohol. De IVP-doelstelling voor 2015 is nu al gehaald.
14
De criminele jeugdgroep bestaat uit jongeren die behoorlijk op het criminele pad zijn geraakt. Ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. De gepleegde feiten zijn ernstiger en ze schrikken ook niet terug voor het gebruik van geweld.
38
Figuur 33: Percentage jongeren (12-17 jaar) dat wel eens alcohol drinkt 100 80 60 40,3 doel
40 20 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 40 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Jeugd en Onderwijsmonitor 2010
Doelstelling IVP: In 2015 is van de jongeren (12-17 jaar) die wel eens alcohol drinken, de gemiddelde leeftijd bij het eerste drankje niet gedaald t.o.v. 2008 (13,4 jaar).
Van de jongeren die wel eens alcohol drinken, is de gemiddelde leeftijd bij het eerste drankje iets gestegen. In 2008 dronken de jongeren het eerste drankje op een leeftijd van 13,4 jaar. In 2010 is de gemiddelde leeftijd van de jongeren bij het eerste drankje gestegen naar 14,1 jaar. Aan de IVPdoelstelling is nu al voldaan. Figuur 34: Gemiddelde leeftijd van jongeren bij het eerste drankje (van de jongeren die wel eens drinken) 20 14,1
15
doel 10
5
0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: min. 13,4 jaar (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Jeugd en Onderwijsmonitor 2010
Doelstelling IVP: In 2015 drinken jongeren (12-17 jaar) die wel eens alcohol drinken, niet meer dan 4 dagen per 4 weken.
Naast dat de jongeren gemiddeld ouder zijn wanneer zij het eerste drankje drinken, zijn de jongeren ook gemiddeld minder vaak gaan drinken. In 2008 dronken de jongeren 3,8 dagen per 4 weken. In 2010 is dit afgenomen naar 3,4 dagen per 4 weken. Hiermee voldoen we nu al aan de IVPdoelstelling.
39
Figuur 35: Aantal dagen per 4 weken waarop jongeren die wel eens drinken, drinken 10 8 6 doel
4 3,4
2 0 2004
2006
2008
2010
2015
Streefwaarde 2015: max. 4 dagen per 4 weken (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Jeugd en Onderwijsmonitor 2010
5.4
Individuele jongeren
In 2009 heeft het college de intentie-overeenkomst Marokkaans-Nederlandse risicojongeren ondertekend met het Rijk, 22 gemeenten en de VNG. Doel is om intensiever te gaan samenwerken om de problemen met Marokkaans-Nederlandse risicojongeren op het gebied van overlast, criminaliteit, schooluitval en werkloosheid te verminderen. In het kader van dit samenwerkingsproject is in opdracht van het Rijk een monitor ontwikkeld om de problemen in kaart te brengen. De monitor ‘Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch’ geeft inzicht in de resultaten, de ontwikkelingen en de verschillen qua aard en omvang van de problematiek tussen gemeenten. Uit de monitor is gebleken dat van de etnische groepen in ’s-Hertogenbosch het aandeel verdachten het hoogst is onder de Marokkaanse Nederlanders. In 2009 werd vijf procent van de Marokkaanse Nederlanders van 12 jaar en ouder verdacht van een misdrijf of delict, tegen één procent van de totale bevolking van 12 jaar en ouder in ’s-Hertogenbosch. In de periode 2005-2009 bedraagt dit aandeel 18 procent, tegen zes procent van de totale bevolking. Bijna dertig procent van de Marokkaans-Nederlandse verdachten is veelpleger, tegen 14 procent van de totale bevolking. Het aandeel verdachten is onder jongeren (12-24) gemiddeld hoger. In ’s-Hertogenbosch wordt drie procent van de jongeren in 2009 verdacht van een misdrijf of delict. Van de Marokkaans-Nederlandse jongeren wordt negen procent hiervan verdacht. Onder bepaalde subgroepen liggen de cijfers aanzienlijk hoger. Als we inzoomen op de Marokkaans-Nederlandse jongens van 12 tot 24 jaar blijkt 45 procent in de periode 2005-2009 één of meer keer in aanraking te zijn gekomen met de politie. Gemiddeld is in ’s-Hertogenbosch 17 procent van de 12-24 jarige mannen in de periode 2005-2009 in aanraking geweest met de politie. Uit de monitor bleek verder dat de Marokkaans-Nederlandse jongeren in ’s-Hertogenbosch vaker dan in andere steden te maken hebben met criminaliteit. De Marokkaans-Nederlandse jongeren blijken verder oververtegenwoordigd te zijn in de groep voortijdige schoolverlaters. Daarnaast valt op dat relatief veel Marokkaans-Nederlandse jongeren deelnemen aan het praktijkonderwijs. Vanuit het Rijk zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de problemen met MarokkaansNederlandse risicojongeren aan te pakken. Deze middelen zijn aangewend voor de financiering van straatcoaches en intensieve gezinscoaching (zie voor meer informatie § 5.1).
40
Figuur 36: % verdachten van 12 jaar en ouder in ’s-Hertogenbosch periode 2009 Marokkaans
Figuur 37: % verdachten van 12 jaar en ouder in ’s-Hertogenbosch periode 2005-2009 18,3
Marokkaans
5,1
Antiliaans
14,9
Antiliaans
3,5
Surinaams
11,4
Overige niet-westers
2,2
Overige niet-westers
11,1
Surinaams
2,2
Turks
Turks
Westers
2,9
5,2
Autochtoon
6,0
Totale bevolking
1,2 0%
5,7
Westers
1,3
Autochtoon 0,9 Totale bevolking
10,8
2%
4%
6%
8%
10%
0%
5%
10%
15%
20%
Bron: Marokkaanse Nederlanders in ’s-Hertogenbosch 2010 15
De meest recente veelplegerscijfers hebben betrekking op 2008 . Veelplegers houden zich voornamelijk bezig met het plegen van vermogensdelicten en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de misdrijven. Harde kern jongeren zijn veelplegers in de leeftijd 12-24 jaar met relatief zware delicten op hun naam. In 2008 waren er 45 veelplegers in de leeftijd 12-24 jaar; 23 veelplegers zijn minderjarig. Het aandeel Marokkaanse Nederlanders is hoog onder de veelplegers; 37 procent van de veelplegers van 12-24 jaar is van Marokkaanse afkomst. Onder de minderjarige veelplegers is dit aandeel nog iets hoger, namelijk 43 procent. In totaal behoren 93 jongeren tot de harde kern jongeren; 28 harde kern jongeren zijn minderjarig. Ook hier is het aandeel Marokkaanse Nederlanders hoog; 29 procent van de harde kern jongeren is van Marokkaanse afkomst. Onder de minderjarige harde kern jongeren is dit aandeel nog iets hoger, namelijk 43 procent.
Minderjarig
Figuur 38: Aantal verdachten recidive 2007-2008 13
Veelplegers 12-17 jr
10
14 16
Harde kern 12-17 jr
9
Veelplegers 18-24 jr Meerderjarig
7
13
9 12 12
15
7
5 9 Zeer actieve veelplegers 18-24 jr 6 4 39
Harde kern 18-24jr
29 15
51
0
20 Overig (2007) Overig (2008)
40
60 80 Marokkaans (2007) Marokkaans (2008)
Bron: KLPD Dienst IPOL (HKS registratie) juni 2010, cijfer 2008 (voorlopige cijfers)
15
Het KLPD heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld.
41
100
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal harde kern jongeren (12-24 jaar) per 10.000 inwoners maximaal 30. 16
Harde kern jongeren zijn jongeren die niet alleen veelvuldig misdrijven plegen, maar vooral ook ernstiger misdrijven, zoals woninginbraak, zware mishandeling of handel in harddrugs. Het aandeel harde kern jongeren is het afgelopen jaar fors afgenomen. Het aandeel is tussen 2009 en 2010 gedaald van 46 naar 28 harde kern jongeren per 10.000 inwoners. Dit betekent een afname van 39 procent. Hiermee wordt de IVP-doelstelling nu al gehaald. Figuur 39: Aantal harde kern jongeren (12-24 jaar) per 10.000 inwoners 70 60 50 40 doel
30 28
20 10 0 2005
2007
2009
2015
Streefwaarde 2015: max. 30 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: KLPD Dienst IPOL (HKS-registratie), juni 2010, cijfer 2009 (voorlopige cijfers) 17
Het aandeel harde kern jongeren in ’s-Hertogenbosch is vergelijkbaar met gemiddeld in de G31 . In vergelijking met de andere vier grote Noord-Brabantse gemeenten blijkt dat ’s-Hertogenbosch relatief veel ‘harde kern jongeren’ kent. Net als ’s-Hertogenbosch is ook in de andere grote Noord-Brabantse gemeenten het aandeel harde kern jongeren tussen 2009 en 2010 fors afgenomen. Figuur 40: Aantal harde kern jongeren (12-24 jaar) per 10.000 inwoners 60 50 40 30
G31 Hertogenbosch
20
Helmond Eindhoven Tilburg
10
Breda
0 2005
2007
2009
Bron: KLPD Dienst IPOL (HKS-registratie), juni 2010, cijfer 2009 (voorlopige cijfers)
16
Hardekernjongeren zijn jongeren in de leeftijd van 12-24 jaar die in het ‘peiljaar’ drie of meer zware delicten hebben gepleegd, of jongeren die in het ‘peiljaar’ twee zware delicten hebben gepleegd en waarbij de jaren daarvoor minimaal drie keer proces-verbaal is opgemaakt wegens het plegen van een of meer misdrijven. 17 Dit zijn de 31 gemeenten die onderdeel uitmaken van het Grotestedenbeleid.
42
5.5
Veilig in en om de school
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aandeel leerlingen dat zich niet zo veilig of onveilig voelt in de klas maximaal 4 procent.
Het laatste onderwerp dat binnen het thema ‘Jeugd en veiligheid’ een plaats heeft, is veiligheid in en om de school. Deze cijfers zijn afkomstig uit de ‘Leerlingthermometer’. Dit is een onderzoek naar onder andere de veiligheidsbeleving in en om de school. Deze wordt eens in de twee jaar uitgevoerd 18 onder leerlingen van het voortgezet onderwijs in de gemeente ’s-Hertogenbosch . Uit de resultaten blijkt dat de veiligheidsbeleving van de leerlingen in de klas weinig is veranderd ten opzichte van 2007. Om de IVP-doelstelling te halen zal het aandeel leerlingen dat zich niet zo veilig of onveilig voelt in de klas moeten afnemen tot maximaal vier procent. Figuur 41: Percentage leerlingen dat zich niet zo veilig of (erg) onveilig voelt in de klas 10 8 5,7 6 doel
4 2 0 2005
2007
2009
2015
Streefwaarde 2015: max. 4% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Leerlingthermometer (2007 en 2009). Project school en veiligheid, afdeling Jeugd en Onderwijs
Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aandeel leerlingen dat zich niet zo veilig of onveilig voelt rond de school maximaal 14 procent.
Uit de ‘Leerlingthermometer’ blijkt verder dat ook de veiligheidsbeleving van de leerlingen rond de school niet veel is veranderd ten opzichte van 2007. Om de IVP-doelstelling te halen zal het aandeel leerlingen dat zich niet zo veilig of onveilig voelt rond de school moeten afnemen tot maximaal 15 procent.
18
De meest recente resultaten zijn van 2009.
43
Figuur 42: Percentage leerlingen dat zich niet zo veilig of (erg) onveilig voelt rond de school 30 25 20
16,6
15
doel
10 5 0 2005
2007
2009
2015
Streefwaarde 2015: max. 14% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 2010-2014) Bron: Leerlingthermometer (2007 en 2009). Project school en veiligheid, afdeling Jeugd en Onderwijs
44
Deel 2: Veiligheidssituatie wijken en aandachtsgebieden
45
6.
Veiligheidssituatie en ontwikkelingen per wijk
In dit deel van de veiligheidsmonitor worden de belangrijkste en opvallendste kenmerken en ontwikkelingen van 2010 per wijk beschreven. Per wijk wordt eerst de algemene veiligheidssituatie beschreven aan de hand van de veiligheidsindex. Vervolgens wordt ingegaan op de belangrijkste veiligheidsthema’s die in de wijk spelen. De aandachtsgebieden worden besproken bij de wijk waartoe zij behoren. Het aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad behoort tot de drie wijken Binnenstad, Zuidoost en Graafsepoort. Deze zal bij de wijk Graafsepoort worden behandeld. Voor de aandachtsgebieden worden de ontwikkelingen per twee jaar weergegeven. Dit omdat er geen indexcijfers over de oneven jaren beschikbaar zijn. Om het verhaal achter de cijfers boven tafel te krijgen zijn er bijeenkomsten met de wijknetwerken georganiseerd. In de wijknetwerken zitten vertegenwoordigers van de gemeente, politie, Juvans, Divers en woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz. De zo verkregen kwalitatieve informatie nuanceert de cijfers en laat de wijkverhalen tot de verbeelding spreken. Leeswijzer Bij elke wijk wordt in een figuur de veiligheidsindex gepresenteerd. Daarbij wordt de index van de wijk telkens afgezet tegen de index van het stedelijk gemiddelde. Zoals al vermeld in hoofdstuk 2 loopt de veiligheidsindex van 1 tot 25, waarbij geldt hoe hoger het indexcijfer, hoe beter de veiligheidssituatie. In de figuren wordt ook de coalitiedoelstelling van 18,4 aangegeven, welke alle wijken in 2014 dienen te halen. Bij elke wijk wordt een tabel gepresenteerd. Met behulp van deze tabel wordt inzicht geboden waarom een wijk/aandachtsgebied een bepaald indexcijfer haalt. In de tabellen zijn namelijk de 16 achterliggende indicatoren van de veiligheidsindex opgenomen. In de tabel wordt gepresenteerd: 1. De waarde voor 2010; 2. De ontwikkeling 2008 – 2010: met vinkjes ( ) en kruisjes ( ) worden de positieve en negatieve 19 ontwikkelingen tussen 2008 en 2010 gepresenteerd ; 3. De IVP-doelstelling: met vinkjes en kruisjes wordt ook aangegeven of een wijk op dit moment wel of niet voldoet aan de IVP-doelstelling van 2015. De IVP-doelstellingen zijn geformuleerd voor de totale stad. Maar met deze informatie kan gekeken worden op welke thema´s in welke wijken ingezet moet worden om de IVP-doelstellingen in 2015 te halen. Overigens zijn 5 indicatoren uit de veiligheidsindex niet in het IVP opgenomen. Dit wordt aangegeven met een ‘nvt’.
O
P
Tabel 5: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – ’s-Hertogenbosch (2008-2010) Beleving bewoners
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
's-Hertogenbosch 2008-2010
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres
9,7
13,9
18,8
12,8
16,7
0,8
15%
3%
2%
11%
14%
6%
24%
16%
23%
6,6
O P P P P O P P
nvt
P O P O
P P P P P O nvt O O
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
19
Bij de politiecijfers is een vinkje/kruisje geplaatst bij een toe-/afname van 2 incidenten per 1.000 inwoners. Uitzondering hierop is het aantal incidenten van drugsoverlast; hierbij is een vinkje/kruisje geplaatst bij een toe-/afname van 1 incident per 1.000 inwoners. Bij de beleving van bewoners is een vinkje/kruisje geplaatst bij een significante toe-/afname van een indicator.
47
6.1
Binnenstad
De Binnenstad behoort, samen met de wijk Noord, tot de minst veilige wijken van ’s-Hertogenbosch. Dit heeft te maken met de centrumfunctie van de Binnenstad. De concentratie van veel mensen in een relatief klein gebied met uiteenlopende functies zorgt voor een hoger incidentpatroon als het gaat om overlast en criminaliteit. Zo zijn er in de Binnenstad relatief de meeste incidenten van drugsoverlast, geweld, auto-inbraken, fietsendiefstal, winkeldiefstal, bedrijfsdiefstal, vernieling en vervuiling. De veiligheidssituatie is de afgelopen jaren gestaag verbeterd. De verbetering van het afgelopen jaar is te danken aan een afname van het aandeel winkeldiefstallen en bedrijfsinbraken, auto-inbraken, drugsoverlast, geweld, vernielingen/verloedering en jeugdoverlast. Als de ontwikkelingen van de veiligheidsindex van het afgelopen jaar zich op een zelfde wijze voortzetten, dan behaalt de Binnenstad de coalitiedoelstelling in 2014. Figuur 43: Veiligheidsindex Binnenstad (2004-2010) 25
20 19,0
doel
16,9
15
Totale stad Binnenstad
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afname winkeldiefstallen en bedrijfsdiefstallen Het aandeel winkeldiefstallen is tussen 2008 en 2010 afgenomen van 35 naar 25 incidenten per 1.000 inwoners. Ook het aandeel bedrijfsdiefstallen is afgenomen van 13 naar 8 incidenten per 1.000 inwoners. De invoering van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) medio 2009 heeft bijgedragen aan deze verbetering. Onder de vlag van dit keurmerk is onder andere ingezet op het terugdringen 20 van winkeldiefstallen (zie § 4.1). Overigens blijkt uit onderzoek dat de aangifte-bereidheid onder Bossche ondernemers relatief laag ligt. Een aantal winkeliers doet geen aangifte van winkeldiefstal, maar calculeert dit in als ‘bedrijfsrisico’. Het is dan ook de vraag hoe hoog het aantal winkeldiefstallen daadwerkelijk is. Afname auto-inbraken Het aantal auto-inbraken is tussen 2008 en 2010 in de Binnenstad fors afgenomen, van 60 naar 23 incidenten per 1.000 inwoners. Ook de bewoners ervaren een afname van het aantal auto-inbraken. Bij het terugdringen van de auto-inbraken heeft het inzetten van de lokauto door de politie effect gehad (zie § 3.7). Daarnaast is er op hotspots van auto-inbraken meer toezicht in het kader ‘samen voor veilig’, zoals op de Zuid-Willemsvaart en de Hekellaan.
20
Bron: Keurmerk Veilig Ondernemen Centrum ’s-Hertogenbosch – Nulmeting (2008).
48
Tabel 6: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Binnenstad (2008-2010)
2008-2010 IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Binnenstad
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
9,3
50,9
11,0
23,1
30,1
3,2
18%
4%
2%
4%
19%
12%
29%
2%
25%
6,7
P P O P P P P P P O O P P O O P O P O O nvt
nvt
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afname drugsoverlast Het aantal incidenten van drugsoverlast neemt al jaren af. Zo waren er in 2004 nog 26 incidenten per 1.000 inwoners, in 2010 waren dit er nog 3 per 1.000 inwoners. De politie geeft aan dat er 2 tot 3 maal per jaar drugsacties rond het station worden gehouden. Professionals geven aan dat drugsoverlast bijna in zijn geheel uit het straatbeeld is verdwenen. In de beleving van bewoners zien we echter geen veranderingen tussen 2008 en 2010. De professionals hebben wel het idee dat het aantal bewoners met drank- en drugsproblemen in de Binnenstad toeneemt. Daarnaast vermoeden zij dat mensen met psychische problemen eerder uit zorg en hulpverleningsorganisaties worden ontslagen en vervolgens naar de Binnenstad trekken. Afname vernielingen en verloedering Het aantal incidenten van vernielingen en vervuilingen neemt gemiddeld in de gemeente af. Dit is ook in de Binnenstad het geval. Ook zijn de bewoners van de Binnenstad positiever over de fysieke verloedering. Het gebruik van duurzame straatinrichting dat hufterproof is heeft hier ongetwijfeld aan bijgedragen (zie § 3.2). Overigens ligt – ondanks de positieve ontwikkeling de afgelopen twee jaar – het aantal vernielingen in de Binnenstad nog wel hoger dan gemiddeld. Afname jeugdoverlast Het aantal incidenten van jeugdoverlast is in de afgelopen twee jaar bijna gehalveerd van 17 naar 9 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is een erg goed resultaat, omdat de Binnenstad veel jeugd aantrekt. De afname van de jeugdoverlast wordt voornamelijk veroorzaakt door het verdwijnen van een jeugdgroep, die rondhing op het Kerkplein.
49
6.2
Zuidoost
Het indexcijfer ligt in Zuidoost al een paar jaar iets lager dan gemiddeld. De veiligheidssituatie in Zuidoost is ongeveer hetzelfde als vorig jaar. De index moet dan ook nog iets stijgen om in 2014 aan de indexdoelstelling van 18,4 te voldoen. Het lagere indexcijfer heeft onder andere te maken met de veiligheidssituatie rondom het Rivierenplein die het afgelopen jaar onder druk heeft gestaan. Er is relatief veel jeugdoverlast in de wijk. Daarnaast ervaren bewoners relatief veel bedreiging en drugsoverlast. Er zijn twee positieve ontwikkelingen in de wijk, namelijk de afname van het aantal auto-inbraken en vernielingen. In Zuidoost ligt het aandachtsgebied de Gestelse Buurt. Hier zien we ongeveer dezelfde ontwikkelingen als voor Zuidoost. Professionals geven aan dat het werkgebied van de politie is verkleind. De zichtbaarheid in de wijk en aanspreekbaarheid van de politie is vergroot. Hierdoor heeft de politie meer contact met de bewoners. De politie spoort bewoners aan om overlast elke keer bij hen te melden. Figuur 44: Veiligheidsindex Zuidoost (2004-2010) 25
20 19,0
doel
18,1 15
10
Totale stad Zuidoost 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Relatief veel jeugdoverlast Het aantal bij de politie geregistreerde incidenten van jeugdoverlast is – van alle Bossche wijken – het hoogst in Zuidoost. Ook ervaren in Zuidoost vrij veel bewoners vaak overlast van groepen jongeren. Volgens professionals was de overlast het grootst op het Rivierenplein. De jeugdoverlast rond het Rivierenplein had veel invloed op de wijk. Buurtbewoners voelden zich onveiliger wanneer groepen jongeren aanwezig waren. En ook winkeliers ervaarden overlast van de groep. Afgelopen zomer hebben zich meerdere incidenten op en rondom het Rivierenplein voorgedaan waarbij vooral Marokkaanse jongeren betrokken waren. Een bepaald incident heeft uiteindelijk geleid tot sluiting van de La Riviera bar en aanhouding van verschillende Marokkaanse jongeren. De problemen zijn door professionals flink aangepakt en de groep is uiteengevallen. De rust op en rondom het Rivierenplein is teruggekeerd. De professionals geven aan dat sommige ouders slecht op de hoogte zijn van wat hun kinderen doen. Sommige ouders houden hun kinderen daarom binnen. Het betrekken van ouders is volgens de professionals een belangrijk instrument om de jeugdoverlast te verkleinen. Professionals geven verder aan dat er weinig vertier is voor kinderen in de wijk. Voorheen waren er activiteiten in de Zuiderster, maar deze is al enige tijd gesloten.
50
Tabel 7: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Zuidoost (2008-2010)
2008-2010 IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Zuidoost
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
15,1
11,9
13,5
11,6
14,6
0,6
20%
5%
2%
6%
19%
9%
28%
19%
31%
6,5
O P P O P O P P
nvt
O O P P O O
nvt
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Inwoners ervaren relatief vaak bedreiging Bewoners ervaren relatief vaak bedreiging in hun buurt. Volgens de professionals komt dit deels door de jeugdgroep die op het Rivierenplein actief was. Zij waren intimiderend naar bewoners. Professionals geven verder aan dat niet alle bewoners sociaal vaardig genoeg zijn. Bijvoorbeeld om andere bewoners aan te spreken op hun gedrag of om zelf conflicten op te lossen Dit leidt soms tot escalaties. Daarnaast zijn er veel gehorige woningen in de wijk, wat ook voor de nodige spanningen tussen bewoners zorgt. Inwoners ervaren relatief vaak drugsoverlast Volgens bewoners is ook drugsoverlast een issue. Bijna één op de 10 inwoners van Zuidoost ervaart vaak drugsoverlast in de buurt. Volgens de professionals is de drugsoverlast hard aangepakt in de wijk. Zo wordt er tegen wietzolders hard opgetreden. Echter in de wijk wonen een aantal personen/families die zich vermoedelijk bezig houden met drugshandel. Dit draagt bij aan het intimidatieklimaat in de wijk. Bewoners hebben angst voor deze personen/families. Een aandachtspunt is de Zuiderpassage. Deze begint te verpauperen. Volgens professionals is het van belang dat er geïnvesteerd wordt in het winkelcentrum, om problemen te voorkomen. Afname auto-inbraken Het aandeel auto-inbraken is behoorlijk afgenomen in de gemeente. Ook in Zuidoost is dit het geval; tussen 2008 en 2010 is het aandeel auto-inbraken afgenomen van 40 naar 12 incidenten per 1.000 inwoners. Een hotspot was het Rivierenplein. Hier, en op andere locaties in de wijk, is een lokauto ingezet door de politie (zie § 3.7). De daders zijn vooral inwoners uit de eigen buurt. Afname vernielingen en vervuilingen Het aantal vernielingen is in vrijwel alle wijken afgenomen. Dit is ook in Zuidoost het geval. Hier heeft het gebruik van ‘hufterproof materiaal’ aan bijgedragen (zie § 3.2). Ook het aandeel vervuilingen is in Zuidoost afgenomen. Dit komt onder andere doordat de tarieven van de stort zijn verlaagd.
51
6.2.1
Gestelse Buurt
De veiligheidssituatie in de Gestelse Buurt verbetert al jaren. De verbetering van de afgelopen twee jaar is te danken aan een afname van auto-inbraken en vernielingen in de buurt. Aandachtspunten blijven de jeugdoverlast, bedreiging en drugsoverlast in de buurt. De Gestelse Buurt behoort tot de aandachtsgebieden. Het is een buurt met veel familieverbanden en kent een gesloten karakter. Volgens professionals vinden in de buurt meer incidenten plaats dan de politiecijfers laten zien. Bewoners melden vaak niet uit angst voor andere buurtbewoners. Hierdoor komen incidenten soms niet in beeld bij de politie. Figuur 45: Veiligheidsindex Gestelse Buurt (2004-2010) 25
20 19,0 17,9 15
10
Totale stad Gestelse Buurt 2004
2006
2008
2010
2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Relatief veel jeugdoverlast De jeugdoverlast is in de Gestelse Buurt hoger dan gemiddeld. In 2010 waren er 14 incidenten per 1.000 inwoners. Ook geeft bijna een kwart van de bewoners aan vaak overlast te ervaren van groepen jongeren op straat. Professionals geven aan dat er nog maar weinig jeugdoverlast is in de buurt. De politie heeft ook de indruk dat het aantal meldingen van jeugdoverlast de laatste tijd afneemt. Reden hiervoor zou kunnen zijn dat de jongeren mobieler zijn geworden en nu meer buiten de buurt rondhangen. Inwoners ervaren relatief vaak bedreiging Relatief veel bewoners ervaren vaak bedreiging in hun buurt. Professionals geven aan dat er een intimidatieklimaat heerst in de buurt. Hierdoor hebben sommige gezinnen moeite om zich staande te houden. Professionals geven verder aan dat de sociale vaardigheden van veel bewoners tekort schieten om anderen aan te spreken op hun gedrag of om conflicten op te lossen. Hierdoor is de kans op escalatie groter.
52
Tabel 8: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Gestelse Buurt (2008-2010)
2008-2010 IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Gestelse Buurt
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
14,4
12,7
18,6
5,9
13,6
0,0
22%
6%
1%
5%
19%
14%
33%
9%
30%
5,9
O O O P P P P O P O P P O O P P O O nvt
nvt
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afname auto-inbraken Het aandeel auto-inbraken is behoorlijk afgenomen in de gemeente. In de Gestelse Buurt is het aandeel auto-inbraken de afgelopen twee jaar fors afgenomen, van 32 naar 6 incidenten per 1.000 inwoners. De afname is mede het gevolg van de inzet van een lokauto door de politie (zie § 3.7). Afname vernielingen Het aantal vernielingen is in vrijwel alle wijken en buurten afgenomen. Dit is ook in de Gestelse Buurt het geval. Hier heeft het gebruik van ‘hufterproof materiaal’ aan bijgedragen (zie § 3.2).
53
6.3
Graafsepoort
De Graafsepoort wordt steeds veiliger. De veiligheidsindex van de wijk stijgt al sinds 2007. De veiligheidsindex in de Graafsepoort is in 2010 beter dan gemiddeld in de gemeente. De veiligheidssituatie is verbeterd doordat het aantal incidenten van auto-inbraak, woninginbraak, drugsoverlast, jeugdoverlast, vernieling en verloedering is afgenomen. De veiligheidssituatie van de Graafsepoort lijkt nu erg op die van ’s-Hertogenbosch gemiddeld. Wel zijn de verschillen in de wijk volgens professionals erg groot, omdat de wijk uit een aantal zeer 21 verschillende buurten bestaat. Zo zal de index in Hinthamerpoort lager zijn dan in Hintham. In een aantal straten in de wijk heeft buurtbemiddeling plaatsgevonden. Wat verder heeft bijgedragen aan de veiligheid in de wijk is de nieuwbouw in Hinthamerpoort. Figuur 46: Veiligheidsindex Graafsepoort (2004-2010) 25
19,5
20
19,0
doel
15
Totale stad Graafsepoort
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afname auto-inbraken Het aantal auto-inbraken in de Graafsepoort is de afgelopen twee jaar fors afgenomen. Tussen 2008 en 2010 is het aandeel auto-inbraken afgenomen van 36 naar 10 inbraken per 1.000 inwoners. Ook het aandeel bewoners dat aangeeft dat auto-inbraken vaak voorkomen in hun buurt is tussen 2008 en 2010 afgenomen. De afname kan gedeeltelijk verklaard worden door de ondergrondse parkeergarages bij de nieuwbouw in Hinthamerpoort. Hier is het aandeel auto-inbraken tussen 2008 en 2010 afgenomen van 50 naar 10 incidenten per 1.000 inwoners. Verder is er ‘fysiek’ niet veel veranderd in de wijk. In de wijk zijn door de politie, net als in andere delen van de stad, lokauto’s ingezet. Deze hebben in de hele stad gezorgd voor een afname van de auto-inbraken (zie § 3.7). Afname woninginbraken Opvallend is de daling van het aandeel woninginbraken in de Graafsepoort vorig jaar. In de hele gemeente zien we een stijging van het aantal woninginbraken, behalve in de Graafsepoort, de Groote Wielen en West. Ook zijn er in de Graafsepoort in 2010 relatief minder inbraken dan gemiddeld in de gemeente. De jaren daarvoor werd er in de wijk vaker ingebroken dan gemiddeld. Dat het aandeel woninginbraken is afgenomen komt wellicht ook door de fysieke veranderingen in de wijk. In de Hinthamerpoort zijn veel eengezinswoningen gesloopt, en hier zijn appartementen voor teruggekomen.
21
De buurt Hinthamerpoort staat ook bekend onder de naam Barten (Barten Noord en Zuid).
54
Tabel 9: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Graafsepoort (2008-2010)
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Graafsepoort 2008-2010
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
5,1
12,9
14,3
10,3
15,2
0,4
12%
3%
5%
9%
12%
5%
25%
11%
24%
6,4
P P P P P P P P P O O O O O P P P P P P nvt
nvt
O
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afname drugsoverlast In de Graafsepoort is de drugsoverlast afgenomen. Dit zien we zowel terug in de politiecijfers als in de beleving van bewoners. Vooral in Hintham werd veel geklaagd over dealen. De afname is het resultaat van een aantal inspanningen van de afgelopen jaren. Zo is de politie gericht bezig geweest met het zoeken naar wietplantages. Daarnaast zijn de gevolgen voor het hebben van een wietplantage groter; men komt drie jaar lang niet meer in aanmerking voor een huurwoning. Maar ook de selectieve woningtoewijzing heeft volgens professionals bijgedragen aan de afname van de drugsoverlast in de wijk. Afname vernielingen en verloedering Het aandeel vernielingen is behoorlijk afgenomen in de Graafsepoort. Ook beoordelen de bewoners de fysieke verloedering ‘beter’ dan twee jaar geleden. Wat hier volgens professionals aan heeft bijgedragen is het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners. Sinds twee jaar wordt er heel consequent jaarlijks een wijkschouw georganiseerd, waarbij bewoners worden gemotiveerd om overlast en dergelijke te melden. Daarnaast worden er op straatniveau bijeenkomsten georganiseerd wanneer er signalen zijn dat er dingen niet goed gaan in een straat of buurt. De bijeenkomsten zijn kleinschalig, waardoor bewoners alles kunnen zeggen wat ze willen. Door de bijeenkomsten voelen bewoners zich serieus genomen en voelen zij zich meer betrokken bij hun buurt. Afname jeugdoverlast Het aantal incidenten van jeugdoverlast in de wijk was al lager dan gemiddeld in de gemeente. Dit is zelfs nog verder afgenomen. De professionals geven aan dat dit dus goed gaat in de wijk. Echter: de incidenten die er zijn, zijn zorgwekkend. Momenteel telt de wijk geen jeugdgroepen meer volgens de politie. Er is de afgelopen jaren nadrukkelijk ingezet op een jeugdgroep in de Graafsebuurt Zuid. Hierbij is er met bewoners gesproken en is het jongerenwerk met de jongeren aan de slag gegaan. Wat volgens professionals verder bijdraagt aan de afname van de jeugdoverlast, is dat in 2010 de jeugdactiviteiten in De Stolp weer zijn gestart. Daarnaast is de functie van de Watertoren veranderd. Dit was voorheen een jongerenopvang.
55
6.3.1
Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad
De veiligheidssituatie in het aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad is behoorlijk verbeterd. Op vrijwel alle onderdelen. De belangrijkste verbeteringen hebben zich voorgedaan op auto-inbraken, jeugdoverlast en vernieling/verloedering. Aandachtspunten blijven de woninginbraken, overlast door omwonenden en drugs- en alcoholoverlast. Het aandachtsgebied Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad bestaat uit de buurten Hofstad, Bossche Pad en Hinthamerpoort. Het gebied ligt in drie verschillende wijken: de Binnenstad, Zuidoost en Graafsepoort. Het is een gebied waarin criminaliteit al jaren een probleem is. Professionals hebben zich de afgelopen jaren flink ingezet om de situatie in de buurt te verbeteren. Er wordt bijvoorbeeld hard gewerkt om de betrokkenheid onderling, maar ook het contact met professionals te verbeteren. Zo worden er meer wijkbijeenkomsten georganiseerd en werken wijkagenten in kleinere gebieden. Figuur 47: Veiligheidsindex Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad (2004-2010) 25
20 19,0 17,4 15
10
Totale stad Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad 2004
2006
2008
2010
2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken Het aandeel woninginbraken is zowel stedelijk als in Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad toegenomen. Het aandeel woninginbraken is het hoogst in de Bossche Pad, met 38 inbraken per 1.000 adressen. Het aandeel bewoners dat aangeeft dat woninginbraak vaak voorkomt in de buurt is echter niet toegenomen. Wat hierbij mee kan spelen is de herstructurering van het gebied, waardoor bewoners onderling minder hechte contacten hebben en dit probleem minder onderwerp van gesprek is. Inwoners ervaren relatief veel sociale overlast De sociale overlast is in het aandachtsgebied bijna tweemaal zo hoog als gemiddeld in de gemeente. Ook ervaren de inwoners relatief veel overlast van omwonenden. Volgens professionals is er de afgelopen jaren meer openheid in de buurt. Mensen geven vaker meldingen door aan de politie en hebben vaker contact met professionals. Dit was voorheen met het gesloten karakter van de buurt niet mogelijk. Het gesloten karakter van de buurt wordt nu doorbroken door mensen die zich in de buurt huisvesten. Qua ‘overlastgezinnen’ zijn er een paar gezinnen die er extreem uitspringen. Door hen komt de veiligheid en leefbaarheid onder druk te staan. Dit leidt soms tot buurtruzies die gemakkelijk escaleren.
56
Tabel 10: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad (2008-2010)
2008-2010 IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
8,0
16,3
21,6
13,7
20,9
1,7
23%
4%
4%
5%
30%
17%
51%
7%
28%
6,2
P P O P P P O O P O
nvt
O O O P O O
P
nvt
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Inwoners ervaren relatief vaak drugs- en alcoholoverlast De ervaren drugs- en alcoholoverlast is relatief hoog. Van invloed hierop is dat de loop-/fietsroute uit het centrum door het gebied loopt. Verder is er in de Eikendonk een coffeeshop, waardoor bewoners zichtbaar geconfronteerd worden met softdrugsgebruik. Alcohol- en drugsgebruik is een getolereerd fenomeen in de buurt. Ook is er in vergelijking met andere wijken en buurten – vooral in de zomerperiode - meer leven op straat. Drugsoverlastpanden in de buurt zijn en worden aangepakt. Drugsgerelateerde overlast concentreert zich verder rondom het Hinthamereinde. Afname auto-inbraken Het aantal auto-inbraken in de buurt is fors afgenomen. De politie heeft veel aandacht besteed aan de auto-inbraken in de buurt. Om daders te kunnen pakken heeft de politie lokauto’s ingezet (zie § 3.7). Hierdoor heeft de politie een aantal daders van auto-inbraken op heterdaad kunnen betrappen. Afname jeugdoverlast Het aandeel incidenten van jeugdoverlast is tussen 2008 en 2010 met ongeveer een derde afgenomen. Dit komt onder andere doordat de jeugdgroep die jarenlang in de Bartjes actief was, er nu niet meer is. Wel is er een nieuwe hinderlijke jeugdgroep in de Hofstad. De groep houdt zich op bij het voetbalveldje aan de Krommehoek en de straat Hofstad zelf. Professionals geven aan dat de jeugdoverlast in de Hofstad recentelijk explosief toeneemt. Het zijn een aantal groepjes, waar ook kinderen bij horen. Hier is echter nog weinig grip op, mede omdat bewoners hier weinig melding van maken. Afname vernielingen en verloedering Het aantal vernielingen is de afgelopen twee jaar gedaald in Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. Ook ervaren inwoners minder verloedering in de buurt. Volgens professionals zou dit kunnen komen doordat de Afvalstoffendienst zichtbaarder is gaan werken. Daarnaast is de betrokkenheid van de bewoners toegenomen. Zo beheren de inwoners zelf het jeugdhonk en de speeltuin. Deze liggen er nu goed bij. Ook worden er schoonmaakacties op kleine schaal met bewoners georganiseerd. Bewoners worden erbij betrokken en voelen zich ook steeds meer betrokken.
57
6.4
Muntel/Vliert
De veiligheidssituatie in Muntel/Vliert is iets verslechterd ten opzichte van 2009, maar bevindt zich wel nog boven het niveau van 2008. Muntel/Vliert neemt nu een derde positie in van minst veilige wijken in ’s-Hertogenbosch. Vorig jaar nam de wijk nog een vijfde positie in. Als de ontwikkeling van de veiligheidsindex van het afgelopen jaar zich op eenzelfde wijze voortzet, wordt in 2014 de coalitiedoelstelling niet gehaald. Muntel/Vliert doet het op de meeste veiligheidsthema’s iets slechter dan gemiddeld in de gemeente. Hierbij zal de ligging van de wijk – dicht bij de Binnenstad – een rol spelen. Opvallend is dat belevingscijfers sterker afwijken van gemiddeld dan de politiecijfers. Bewoners zijn negatiever over de veiligheid dan de politiecijfers laten zien. Bewoners ervaren vooral relatief veel auto-inbraken, sociale overlast, jeugdoverlast, bedreigingen, geweld en drugs- en alcoholoverlast in de buurt. Daarnaast voelen relatief veel mensen zich vaak onveilig in de eigen buurt. Figuur 48: Veiligheidsindex Muntel/Vliert (2004-2010) 25
20 19,0
doel
17,5 15
10 2004
2006
2008
2010
Totale stad Muntel/Vliert 2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Inwoners ervaren relatief vaak auto-inbraken Het aantal auto-inbraken is tussen 2008 en 2010 fors afgenomen, van 37 naar 10 incidenten per 1.000 inwoners. Het aandeel auto-inbraken in de wijk is nu iets lager dan gemiddeld in de gemeente. Volgens de politie is het aantal auto-inbraken gedaald door de inzet van de lokauto door de politie ( zie § 3.7). De beleving van auto-inbraken is in dezelfde periode ook afgenomen, maar nog steeds vinden relatief veel mensen dat auto-inbraken in hun buurt vaak voorkomen. Dit is wellicht het na ijleffect van een lange periode van veel auto-inbraken. Inwoners ervaren relatief veel sociale overlast Inwoners van Muntel/Vliert ervaren meer sociale overlast dan gemiddeld in de gemeente. De schaalscore voor sociale overlast is in twee jaar tijd iets gestegen, terwijl gemiddeld een lichte afname te zien is. Van alle wijken geven de inwoners van Muntel/Vliert het vaakst aan dat overlast van omwonenden vaak voorkomt. Volgens de politie wordt er vooral in de zomer meer overlast ervaren. Er zijn dan meer mensen op straat. Volgens professionals heeft een horecagelegenheid op de Van Noremborghstraat voor veel overlast gezorgd. Hier zijn bij de politie veel meldingen over binnengekomen. Momenteel is het rustig. Bewoners zijn echter wel bezorgd over de naderende zomerperiode. Andere hotspots van sociale overlast zijn de Busschietersstraat, Geert van Woustraat en Orthenpoort. Overigens is de meldingsbereidheid in de wijk hoog.
58
Tabel 11: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Muntel/Vliert (2008-2010)
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Muntel/Vliert 2008-2010
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
10,8
14,7
20,3
10,3
20,4
1,0
24%
5%
4%
14%
21%
10%
34%
9%
30%
6,2
P P O P O P O
nvt
P O O O O O O
nvt
O
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Inwoners ervaren relatief vaak jeugdoverlast Het aantal incidenten van jeugdoverlast is in Muntel/Vliert iets hoger dan gemiddeld. In de beleving van de bewoners is er echter veel sprake van overlast van groepen jongeren. Zelfs het hoogst van alle wijken. Volgens het wijknetwerk speelt de opbouw van de wijk hierin een rol. Het is een wijk met kleine woningen en een hoge bevolkingsdichtheid. Er is veel jeugd (zonder toezicht) op straat. Sommige bewoners ergeren zich daardoor eerder aan het gedrag van kinderen op straat. Hotspots van jeugdoverlast zijn de Van Noremborghstraat, het Taxandriaplein en Orthenpoort. Daarnaast heeft de wijk te maken met ‘trekkende jeugd’ van de andere wijken richting het centrum. Dit gaat soms gepaard met overlast. Ook zorgt de ligging van vier scholen in de wijk voor veel jeugd op straat. Daarnaast zijn er twee opvangplekken voor jongeren in de wijk: het Nemiusklooster (kamers met kansen) en de jongerenopvang en –begeleiding op de Jan Schöfferlaan. Echter beide voorzieningen zorgen voor weinig tot geen overlast. Inwoners ervaren relatief vaak geweld en bedreiging Het aantal incidenten van geweld in de wijk is redelijk vergelijkbaar met gemiddeld in de stad. Wel geven relatief veel bewoners aan dat geweld en bedreiging bij hen in de buurt vaak voorkomt. Professionals denken dat ook dit het gevolg zou kunnen zijn van het feit dat mensen dicht op elkaar wonen en zeker in de zomerperiode veel van elkaar horen. Muntel/Vliert is een tolerante wijk, waarbij mensen bereid zijn hun mond open te doen. Incidenten van geweld en bedreiging maken indruk op bewoners en zij praten hier onderling over. Inwoners ervaren relatief vaak drugs- en alcoholoverlast Het aantal incidenten van drugsoverlast in de wijk is redelijk vergelijkbaar met gemiddeld. Wel geven relatief veel bewoners aan dat er bij hen in de buurt vaak drugsoverlast en openbare dronkenschap voorkomt. Op de Rompertsebaan zit een vestiging van Novadic-Kentron. De medicinale heroïneverstrekking aan ernstig verslaafden vindt vanuit deze vestiging plaats. Hier komt volgens professionals echter weinig overlast vandaan. De relatief hoge beleving van openbare dronkenschap kan deels verklaard worden door een ‘waterbedeffect’ vanuit de Binnenstad. De Muntel/Vliert is de doorgangsroute vanuit het centrum naar andere wijken. Daarnaast zijn er ook een paar alcoholisten in de wijk die voor overlast zorgen. Het afgelopen jaar hebben hulpverleners hier echter wel extra aandacht aan besteed. Relatief veel inwoners voelen zich vaak onveilig in de buurt De inwoners van Muntel/Vliert zijn, net als gemiddeld in de gemeente, de veiligheid in de buurt slechter gaan beoordelen. In 2010 beoordelen ze de veiligheid met een 6,2, terwijl dit gemiddeld in de gemeente een 6,6 is. Het aandeel wijkbewoners wat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt is ook relatief hoog.
59
6.5
Rosmalen Zuid
Het veiligheidsindexcijfer is in Rosmalen Zuid iets afgenomen en bevindt zich weer op ongeveer hetzelfde niveau als in 2008. Dit komt vooral omdat het aandeel incidenten van jeugdoverlast is toegenomen. Rosmalen Zuid neemt een vierde positie in van veiligste wijken van de gemeente. Op de meeste veiligheidsthema’s doet Rosmalen Zuid het beter dan gemiddeld. Er zijn bijvoorbeeld relatief minder incidenten van auto-inbraak, drugsoverlast, geweld, sociale overlast, vernieling en vervuiling. Figuur 49: Veiligheidsindex Rosmalen Zuid (2004-2010) 25
21,3 20 19,0
doel
15
Totale stad Rosmalen Zuid
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename jeugdoverlast Het aantal incidenten van jeugdoverlast was in 2010 hoger dan in voorgaande jaren. Zelfs twee keer zo hoog als in 2008. Volgens professionals werd de extra jeugdoverlast voornamelijk veroorzaakt omdat de JOP (jongerenontmoetingsplek) nabij Number One vier maanden is weggeweest wegens bouwwerkzaamheden in de buurt. In de periode dat de JOP weg was kwamen er bij de politie veel klachten binnen over rondhangende jongeren. Bij de JOP houdt de enige jeugdgroep van de wijk zich op. Door (vrijwel) alle leden van de groep wordt regelmatig softdrugs gebruikt en alcohol gedronken. Vanwege het softdrugsgebruik heeft jongerenwerk voor deze jongeren en hun ouders een project gedraaid over (soft)drugs. Door de ligging van de JOP ondervindt de buurt echter nagenoeg geen overlast van de groep. Volgens professionals zijn de jongeren goed aanspreekbaar. Wanneer er klachten binnenkomen onderneemt het wijknetwerk meteen actie. Het wijknetwerk gaat dan in gesprek met bewoners én de jongeren. Daarnaast voert het wijknetwerk iedere maand overleg over de jongeren, waarbij individuele jongeren en jeugdgroepen besproken worden. Deze intensieve werkwijze zorgt ervoor dat de problematiek in de wijk beperkt blijft.
60
Tabel 12: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Rosmalen Zuid (2008-2010)
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Rosmalen Zuid 2008-2010
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
9,8
6,3
19,3
6,6
12,4
0,3
5%
0%
0%
5%
1%
1%
9%
8%
18%
7,2
O P O P P P P
nvt
P P P P P P P P P
nvt
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
61
6.6
Rosmalen Noord
Rosmalen Noord staat in de top 5 van meest veilige wijken van ’s-Hertogenbosch. Wel is de veiligheidsindex sinds 2009 licht afgenomen. Dit komt doordat het aantal incidenten van woninginbraak en fietsendiefstal in de wijk is toegenomen. Op de meeste veiligheidsthema’s doet Rosmalen Noord het beter dan gemiddeld in de gemeente. Zo zijn er bijvoorbeeld relatief minder incidenten van auto-inbraken, geweld, drugsoverlast en vervuiling. Figuur 50: Veiligheidsindex Rosmalen Noord (2004-2010) 25
21,0 20 19,0
doel
15
Totale stad Rosmalen Noord
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken In Rosmalen Noord ligt het aandeel woninginbraken lager dan gemiddeld. Dit aandeel is sinds 2008 echter wel toegenomen, net als in ’s-Hertogenbosch gemiddeld. De toename van het aandeel woninginbraken is in Rosmalen Noord zelfs groter dan gemiddeld. Tussen 2008 en 2010 zien we een toename van 10 naar 17 incidenten per 1.000 adressen. Professionals hebben geen verklaring voor deze toename. Over het algemeen hebben de woningen in Rosmalen Noord goed hang- en sluitwerk, en zijn de buurten overzichtelijk. Toename fietsendiefstallen Rosmalen Noord kent relatief veel fietsendiefstallen. Ook is het aandeel fietsendiefstallen de afgelopen twee jaar toegenomen. Na de Binnenstad worden in Rosmalen Noord de meeste fietsen gestolen. De fietsen worden gestolen in het centrum van Rosmalen en bij Station Rosmalen. Gezamenlijk gaat het om ongeveer 150 fietsendiefstallen in 2010. De politie onderneemt wel actie om het aandeel fietsendiefstallen terug te brengen. Zo surveilleert de politie bij de fietsenstalling op het station en heeft Stadstoezicht fietsen gescand op diefstal.
62
Tabel 13: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Rosmalen Noord (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Rosmalen Noord
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
6,1
5,7
16,6
5,0
12,9
0,3
13%
2%
0%
7%
3%
2%
18%
10%
15%
7,1
O P P O P P P P P P P P Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
O
Relatief weinig jeugdoverlast In Rosmalen Noord is relatief weinig jeugdoverlast. In de wijk zijn echter wel twee hinderlijke jeugdgroepen. Hun hangplekken zijn de Abraham-Kuyperborch (in de kuil bij het dierenparkje) en het centrum van Rosmalen (de Koningstraat). Het zijn twee kleine groepen jongeren. Zij zorgen voor overlast door het maken van herrie/harde muziek en het achterlaten van afval. Volgens professionals zijn de jongeren goed aanspreekbaar. Wanneer er klachten binnenkomen onderneemt het wijknetwerk meteen actie. Het wijknetwerk gaat dan in gesprek met bewoners én de jongeren. Daarnaast voert het wijknetwerk iedere maand overleg over de jongeren, waarbij individuele jongeren en jeugdgroepen besproken worden. Deze intensieve werkwijze zorgt ervoor dat de problematiek in de wijk beperkt blijft.
63
6.7
De Groote Wielen
De Groote Wielen is de veiligste wijk van de gemeente. Ook is de veiligheidssituatie de afgelopen jaren redelijk constant gebleven. Op bijna alle veiligheidsthema’s komt de wijk het meest positief naar voren. Zo is bijvoorbeeld de sociale overlast het laagst van de gemeente, evenals de drugs- en jeugdoverlast. De Groote Wielen telt de minste woninginbraken van de gemeente. De moderne woningen hebben goed hang- en sluitwerk. Slechts weinig inwoners voelen zich wel eens onveilig in hun buurt. Wel zijn er een paar kleine negatieve ontwikkelingen gaande in de wijk. Zo is zowel het aandeel incidenten van auto-inbraak als van vervuiling gestegen. Ook zijn de bewoners de veiligheid lager gaan beoordelen. Figuur 51: Veiligheidsindex De Groote Wielen (2004-2010) 25 23,0 20 19,0
doel
15
Totale stad De Groote Wielen
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename auto-inbraken Het aantal auto-inbraken is relatief laag in de Groote Wielen. Het behoort tot de vijf wijken met de minste incidenten van auto-inbraak. Wel is het aandeel inbraken in een jaar tijd bijna verdubbeld, van vijf naar negen incidenten per 1.000 inwoners. Relatief veel vervuiling Relatief hoog is het aandeel vervuilingen in de wijk. De wijk staat derde wat betreft wijken met de meeste incidenten van vervuiling. Het grootste gedeelte van de incidenten vond plaats in de buurt Broekland. Hier is voetbalclub OJC Rosmalen gevestigd. De jongeren die rondhangen op het parkeerterrein van de voetbalclub laten veel rotzooi achter. Relatief weinig jeugdoverlast In de Groote Wielen zijn het afgelopen jaar weinig incidenten van jeugdoverlast geweest, namelijk twee incidenten per 1.000 inwoners. Slechts één procent van de inwoners heeft vaak overlast van groepen jongeren in de buurt. Sinds 2010 heeft de wijk wel een hinderlijke jeugdgroep. Deze houdt zich op bij het parkeerterrein van voetbalclub OJC. De jongeren maken zich schuldig aan hinderlijk gedrag, zoals het veroorzaken van geluidsoverlast en rondscheuren met auto’s.
64
Tabel 14: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – De Groote Wielen (2008-2010)
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
De Groote Wielen 2008-2010
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
2,4
5,4
6,7
9,0
4,3
0,0
1%
1%
0%
1%
3%
0%
13%
0%
4%
7,3
P O P P P P P P
nvt
P P P P P P
nvt
O
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Lager rapportcijfer veiligheid De inwoners van de Groote Wielen zijn de veiligheid bij hen in de buurt lager gaan beoordelen. In 2008 gaven de inwoners van de Groote Wielen nog het rapportcijfer 8,0 voor de veiligheid in de buurt. In 2010 is dit afgenomen tot een 7,3. Ook gemiddeld in de gemeente is het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt de afgelopen twee jaar afgenomen.
65
6.8
Empel
Empel behoort tot de top drie van veiligste wijken van ’s-Hertogenbosch. De index is al een aantal jaar redelijk stabiel. Empel kan getypeerd worden als een veilige en prettige wijk om in te wonen. De sociale controle is er vrij groot en de inwoners voelen zich verantwoordelijk voor het veilig en schoon houden van de eigen wijk. De wijk heeft het laagste aantal incidenten van geweld, auto-inbraak en vernieling. Ook op andere veiligheidsthema’s scoort de wijk goed. Er is echter ook een negatieve ontwikkeling in Empel. Dat is de toename van het aantal woninginbraken. Figuur 52: Veiligheidsindex Empel (2004-2010) 25 22,0 20 19,0
doel
15
Totale stad Empel
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken Het aandeel woninginbraken in Empel is in twee jaar tijd bijna verdubbeld, van 9 naar 17 incidenten per 1.000 adressen. Wel is het aandeel inbraken nog steeds lager dan gemiddeld in de gemeente. De stijging van de woninginbraken is het hoogst in Maasakker, waar veel nieuwbouwwoningen zijn opgeleverd. Professionals hebben geen verklaring voor deze toename. Lager rapportcijfer veiligheid De inwoners van Empel zijn de veiligheid bij hen in de buurt lager gaan beoordelen. In 2008 gaven de inwoners van Empel nog het rapportcijfer 7,9 voor de veiligheid in de buurt. In 2010 is dit afgenomen tot een 7,4. Ook gemiddeld in de gemeente is het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt de afgelopen twee jaar afgenomen.
66
Tabel 15: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Empel (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Empel
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
7,4
3,9
17,3
4,6
4,1
0,3
6%
0%
0%
10%
5%
1%
5%
2%
13%
7,4
O P O P P P P P P P O P P Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
67
nvt
O
6.9
Noord
Tussen 2009 en 2010 is de veiligheidssituatie in Noord verslechterd. Daardoor behoort Noord, samen met de Binnenstad, tot de onveiligste wijken van de gemeente. Zo heeft Noord relatief de meeste woninginbraken en fysieke verloedering. Noord is een wijk met buurten die erg van elkaar verschillen. In Noord liggen twee aandachtsgebieden: Hambaken en Orthen Links. De Haren/Donk/Reit behoort sinds januari 2010 niet meer tot de officiële aandachtsgebieden. Wel wordt de Haren/Donk/Reit nog apart meegenomen in deze rapportage om de ontwikkelingen in het gebied te kunnen blijven volgen. De veiligheidssituatie in Noord is sinds 2009 iets verslechterd, maar bevindt zich wel nog boven het niveau van 2008. De afname van het indexcijfer wordt veroorzaakt door een toename van het aantal woninginbraken en doordat bewoners de veiligheid in de buurt nu slechter beoordelen. Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen in de wijk. Zo is het aandeel incidenten van auto-inbraak, geweld en jeugdoverlast de afgelopen twee jaar afgenomen. Als de ontwikkelingen van het afgelopen jaar zich op eenzelfde wijze voortzetten, wordt de coalitiedoelstelling in 2014 niet gehaald. Het lage indexcijfer in Noord is voor een groot deel te wijten aan de veiligheidssituatie in de Hambaken, en hoe bewoners in dit gebied de veiligheid beleven. De cijfers van de Hambaken beïnvloeden de cijfers van de totale wijk Noord in negatieve zin. Figuur 53: Veiligheidsindex Noord (2004-2010) 25
20
19,0
doel
16,9 15
10
2004
2006
2008
2010
Totale stad Noord 2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken De belangrijkste oorzaak voor de verslechterde veiligheidsindex is de toename van het aandeel woninginbraken in Noord. Deze zijn in twee jaar tijd toegenomen van 20 naar 32 woninginbraken per 1.000 adressen. Het aandeel woninginbraken is het hoogst in de Muziekinstrumentenbuurt, Edelstenenbuurt en de Haren (respectievelijk 80, 63 en 51 incidenten per 1.000 adressen). Dit zien we ook terug in de beleving van bewoners. In de wijk geven relatief veel mensen aan dat woninginbraken bij hen in de buurt vaak voorkomen.
68
Tabel 16: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Noord (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Noord
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
14,2
14,9
32,1
15,4
21,7
1,3
20%
5%
3%
17%
18%
10%
33%
29%
27%
6,0
P P O P P P O P O O O O O O O O O Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
O
Relatief veel inwoners voelen zich vaak onveilig in de buurt Daarnaast zijn de bewoners de veiligheid in de buurt slechter gaan beoordelen. Tussen 2008 en 2010 is het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt afgenomen van een 6,6 naar een 6,0. In de drie aandachtsgebieden is de afname nog groter. Ook het aandeel mensen dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt is relatief hoog. Vooral in de Hambaken; 16 procent van de inwoners van de Hambaken voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Professionals geven aan dat de veiligheidsbeleving wordt beïnvloed doordat Noord, en met name de Hambaken, veel in het nieuws is geweest met incidenten en jeugd- en overlastgroepen. Professionals denken dat dit van invloed is geweest op de (on)veiligheidsbeleving van de bewoners.
69
6.9.1
Hambaken
Het aandachtsgebied de Hambaken bestaat uit de buurten Hambaken, Muziekinstrumentenbuurt, Edelstenenbuurt en Sprookjesbuurt. De Hambaken heeft het laagste indexcijfer van alle wijken en aandachtsgebieden. Ook verslechtert de veiligheidssituatie van het aandachtsgebied al sinds 2006. De index is nog nooit zo laag geweest. De extra inspanningen van de afgelopen jaren van de gemeente, politie en andere veiligheidspartners hebben zich vooralsnog niet vertaald in een verbetering van de veiligheidssituatie. In 2011 wordt voor de Hambaken een gerichte veiligheidsaanpak ontwikkeld. Dat de index de afgelopen twee jaar is verslechterd komt door een toename van het aantal woninginbraken en auto-inbraken. Ook vinden relatief veel bewoners dat dit vaak voorkomt, evenals het vaak voorkomen van bedreigingen in de buurt. Dit resulteert in een lagere beoordeling van de veiligheid in de buurt en relatief veel mensen die zich onveilig voelen in de eigen buurt. De lage veiligheidsindex in de Hambaken wordt verder veroorzaakt door relatief veel geweldsincidenten, vernielingen, drugsoverlast en jeugdoverlast. Figuur 54: Veiligheidsindex Hambaken (2004-2010) 25
20 19,0
15 11,1 10 2004
2006
2008
2010
Totale stad De Hambaken 2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken en auto-inbraken De belangrijkste oorzaak voor de verslechterde veiligheidsindex ten opzichte van 2008 is de toename van het aantal woninginbraken in de Hambaken. Deze zijn in twee jaar tijd toegenomen van 26 naar 46 woninginbraken per 1.000 adressen. Het aandeel woninginbraken is het hoogst in de Muziekinstrumentenbuurt en de Edelstenenbuurt, met respectievelijk 80 en 63 inbraken per 1.000 adressen. Ook het aandeel auto-inbraken is toegenomen, zij het minder fors dan het aandeel woninginbraken. Volgens professionals gaat het bij de woninginbraken in veel gevallen om ‘hit & run’. Een woning wordt snel opengebroken waarna een paar man naar binnen gaat en snel spullen weghaalt. Hetzelfde gebeurt bij de auto-inbraken. De daders zijn vaak afkomstig uit de eigen wijk. Het zijn jongeren die deze delicten plegen in groepsverband. Zij maken vaak deel uit van jeugdgroepen. Het aanpakken van het hang- en sluitwerk van de woningen helpt volgens de professionals maar deels, omdat er bij de inbraken vaak een raam wordt ingeslagen. De enige manier waarop de inbraken worden voorkomen is door de jongeren en hun ouders aan te pakken. Dit blijkt in de praktijk soms lastig omdat het vaak gaat over gezinnen met een zwakke structuur. De woning- en auto-inbraken gebeuren echter niet alleen door jongeren uit de jeugdgroepen. Er is ook een groep volwassenen actief.
70
Tabel 17: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Hambaken (2008-2010)
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Hambaken 2008-2010
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
23,5
22,4
46,2
17,5
28,9
2,9
37%
16%
9%
26%
37%
23%
52%
55%
51%
4,8
O O P O O O O O
nvt
O O O O O O O
nvt
O
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Relatief veel geweld en bedreiging Het aandeel geweldsincidenten is relatief hoog in de Hambaken. Dit zien we ook terug in de beleving van bewoners. Zij geven relatief vaak aan dat geweldsincidenten en bedreigingen in hun buurt vaak voorkomen. Volgens professionals heerst er een intimidatiesfeer in de buurt. De politie heeft het idee dat het aantal mensen dat geen melding maakt toeneemt. Ook zijn er veel burenruzies in de buurt. Vaak zijn deze situaties onbemiddelbaar; de buren werken niet mee aan buurtbemiddeling. Wanneer mensen wel openstaan voor buurtbemiddeling, worden er veel positieve effecten geboekt. Het afgelopen jaar heeft Divers in de hele wijk Noord bij 59 burenruzies bemiddeld. Relatief veel vernielingen Het aandeel vernielingen is relatief hoog in de Hambaken. Ruim de helft van de bewoners van de Hambaken geeft aan dat vernieling van telefooncellen, bushokjes en dergelijke bij hen in de buurt vaak voorkomt. Door professionals wordt aangegeven dat er bij het winkelcentrum in de Hambaken veel auto’s zijn bekrast. De vernielingen worden vooral gedaan door de jeugd. Daarnaast zijn er veel vernielingen rond de jaarwisseling. Met oud en nieuw wordt er een vuur gestookt in de Hambaken. Dit trekt veel jeugd aan, ook uit andere buurten. Na de jaarwisseling is er een spoor van vernielingen in de buurt. Relatief veel drugsoverlast Het aantal incidenten van drugsoverlast en drugshandel is in de Hambaken hoger dan gemiddeld in de gemeente. Dit zien we ook terug in de beleving van bewoners. Bijna een kwart van de inwoners geeft aan dat drugsoverlast bij hen in de buurt vaak voorkomt. De politie geeft aan dat ze het afgelopen jaar veel drugspanden heeft aangepakt. Het aantal woningen van waaruit wordt gedeald neemt af. Er wordt echter ook veel vanuit auto’s gedeald. Meer mensen in de wijk geven bij de politie meldingen door van drugshandel. Relatief veel jeugdoverlast In de Hambaken is relatief veel jeugdoverlast. In het aandachtsgebied zijn de meeste incidenten van jeugdoverlast van de gehele gemeente. Ook het aandeel bewoners dat vaak overlast ervaart van groepen jongeren is het hoogst in de Hambaken. Wel is het aantal incidenten van jeugdoverlast tussen 2008 en 2010 iets afgenomen. De Hambaken heeft twee jeugdgroepen: één hinderlijke jeugdgroep en één criminele jeugdgroep. De criminele jeugdgroep is een grote groep jongeren, vooral van Marokkaanse afkomst. De jongeren maken zich onder andere schuldig aan drugsbezit, drugshandel, lichte geweldsdelicten en lichte vermogensdelicten. Van de hinderlijke jeugdgroep zijn veel jongeren in aanraking geweest met justitie. Zij maken zich schuldig aan zware vermogenscriminaliteit en geweldsdelicten.
71
6.9.2
Orthen Links
De veiligheidssituatie in het aandachtsgebied Orthen Links is vooral tussen 2006 en 2008 behoorlijk verbeterd. Tussen 2008 en 2010 is de veiligheidssituatie nog iets verder verbeterd. Het indexcijfer ligt nu zelfs hoger dan gemiddeld. Aandachtspunten voor Orthen Links zijn de beoordeling van de veiligheid in de buurt, de beoordeling van de woonomgeving en de alcoholoverlast in de buurt. Figuur 55: Veiligheidsindex Orthen Links (2004-2010) 25
19,3 19,0
20
15
Totale stad Orthen Links
10 2004
2006
2008
2010
2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Relatief lage beoordeling veiligheid en woonomgeving in de buurt Wat in Orthen Links opvalt, is de lage beoordeling van de veiligheid en woonomgeving. De woonomgeving wordt in Orthen Links met een 5,3 zelfs het slechtst beoordeeld van de hele gemeente. Dit komt hoogst waarschijnlijk door de uitgestelde wijkvernieuwingen. Renovaties die in de buurt zouden plaatsvinden zijn door de economische crisis uitgesteld. Er heerst daardoor onzekerheid in de buurt, die zich wellicht uit in een negatieve beoordeling. Relatief veel alcoholoverlast Relatief veel bewoners van Orthen Links ervaren alcoholoverlast in de buurt. Elf procent van de inwoners geeft aan dat er vaak dronken mensen op straat zijn. Volgens professionals is het drinken van alcohol een bekend – en deels geaccepteerd – verschijnsel in de buurt.
72
Tabel 18: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Orthen Links (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Orthen Links
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
5,1
10,1
11,7
7,6
21,5
0,0
8%
7%
2%
12%
3%
8%
44%
9%
18%
5,5
O P P P P P P P P P O P O P O Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
73
nvt
6.9.3
Haren/Donk/Reit
De Haren/Donk/Reit behoort sinds januari 2010 niet meer tot de officiële GSB-aandachtsgebieden. Wel wordt de Haren/Donk/Reit nog apart meegenomen in deze rapportage, zodat we de ontwikkelingen in het gebied kunnen blijven volgen. De veiligheidssituatie in Haren/Donk/Reit is de afgelopen twee jaar iets verslechterd. Dit komt door een toename van het aandeel woninginbraken, vernielingen en jeugdoverlast. Figuur 56: Veiligheidsindex Haren/Donk/Reit (2004-2010) 25
20 19,0 18,2 15
10
Totale stad Haren/Donk/Reit 2004
2006
2008
2010
2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken Het aandeel woninginbraken is in de hele gemeente toegenomen. De toename in Haren/Donk/Reit is echter forser dan gemiddeld; van 19 naar 30 incidenten per 1.000 adressen. Professionals geven aan dat de woninginbraken voor een groot gedeelte zijn gepleegd door dezelfde jeugdgroep die ook crimineel actief is in de Hambaken en de Maaspoort. Het gaat hierbij om gelegenheidsinbraken, die vooral vroeg in de avond plaatsvinden. Een aantal leden van deze groep is onlangs opgepakt en wordt vervolgd. Verder is de Haren/Donk/Reit redelijk inbraakgevoelig. Zo hebben veel woningen slecht hang- en sluitwerk en zijn er veel brandgangen die niet zijn afgesloten. Volgens professionals schatten de inwoners de risico’s op een inbraak laag in. De bewustwording is een aandachtspunt voor de buurt. Toename vernielingen In alle wijken en aandachtsgebieden is het aantal vernielingen afgenomen. Dit komt onder andere doordat er nu hufterproof materiaal wordt gebruikt (zie § 3.2). In de Maaspoort en Haren/Donk/Reit is er echter een toename van het aantal vernielingen. Volgens professionals komt dit in de Haren/Donk/Reit door rondhangende jongeren in het centrumgebied. Zij hebben bijvoorbeeld diverse ruiten ingegooid, en gooien dingen tegen woningen van bewoners. Incidenteel wordt er graffiti gespoten. Ook het aandeel incidenten van vervuiling is relatief hoog in Haren/Donk/Reit. Volgens professionals komt dit deels door het meldgedrag van de bewoners. Er wonen veel actieve melders in de buurt, die bij vervuiling contact opnemen met het Meldpunt Openbare Ruimte. De meeste meldingen komen uit de Donk.
74
Tabel 19: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Haren/Donk/Reit (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Haren/Donk/Reit
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
12,8
12,4
30,1
10,9
20,5
0,4
18%
2%
1%
16%
9%
5%
32%
30%
25%
6,3
O O O O P O P O O P P O P P Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
O
Toename jeugdoverlast Het aantal incidenten van jeugdoverlast is licht toegenomen in de Haren/Donk/Reit. In de buurt woont veel jeugd, van verschillende afkomst. Volgens professionals is de jeugdoverlast het grootst in de Vijfde en Zesde Donk en in het centrumgebied. Het centrumgebied trekt niet alleen jongeren aan. Ze hebben daar ook een plek gekregen (de voetbalkooi aan de Krommeweg). De jongeren zijn verantwoordelijk voor veel vernielingen. Vooral rond De Ploossche Hof ervaren bewoners veel overlast. Volgens de professionals is de jeugdoverlast nu zichtbaarder, maar moeilijk te bestrijden. Sommige jongeren vertonen onacceptabel gedrag. Er doen zich ook conflicten voor tussen jongeren en professionals. De meldingsbereidheid onder de bewoners is hoog, wat resulteert in relatief veel geregistreerde incidenten van jeugdoverlast bij de politie. De bewoners worden ook aangespoord om overlast bij de politie te melden.
75
6.10
Maaspoort
De veiligheidssituatie van de Maaspoort is het afgelopen jaar iets verslechterd. Daarvoor was de veiligheidsindex een aantal jaar vrij stabiel. De veiligheidsindex is afgenomen omdat het aandeel woninginbraken en vernielingen is gestegen. Ook kent de wijk relatief veel jeugdoverlast. Op de andere veiligheidsthema’s doet Maaspoort het ongeveer hetzelfde of beter dan gemiddeld in de gemeente. Door professionals wordt aangegeven dat de Maaspoort last heeft van een ‘waterbedeffect’ van de Hambaken. De Maaspoort grenst aan de Hambaken. Daar is veel blauw op straat, waardoor de problematiek uitwijkt naar de Maaspoort. Figuur 57: Veiligheidsindex Maaspoort (2004-2010) 25
19,3
20
19,0
doel
15
Totale stad Maaspoort
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename woninginbraken Gemiddeld is in de gemeente het aandeel woninginbraken de afgelopen twee jaar toegenomen; van 16 naar 19 incidenten per 1.000 adressen. In de Maaspoort is het aandeel woninginbraken echter forser gestegen, van 18 naar 28 incidenten per 1.000 adressen. Volgens professionals trekt de wijk door de fysieke structuur inbrekers aan. Bijvoorbeeld door de vele vluchtroutes die uitmonden op de snelweg en de niet afgesloten brandgangen. Daarnaast is de sociale cohesie in de wijk vrij laag, waardoor de sociale controle relatief laag is. Het afgelopen jaar was er een criminele jeugdgroep actief in de Maaspoort, die heeft gezorgd voor veel woning- en auto-inbraken rond de Maaspoortweg. Een aantal van deze jongeren is eind 2010 opgepakt en in afwachting tot het proces weer vrijgelaten. Het zijn jongeren uit de Hambaken en Maaspoort. Naast de inbraken die gepleegd zijn door de jeugdgroep, is er in de wijk ook sprake van zogenaamd mobiel banditisme. Dit zijn groepen MOE-landers (Midden- en Oost-Europeanen), die in groepsverband delicten plegen in wijken dichtbij de snelwegen. Toename vernielingen Gemiddeld is het aandeel vernielingen in de gemeente in twee jaar tijd met ongeveer twintig procent afgenomen. Alleen in de Maaspoort en Haren/Donk/Reit is het aandeel vernielingen gestegen. Het aandeel vernielingen is in de Maaspoort tussen 2008 en 2010 toegenomen van 12 naar 19 incidenten per 1.000 inwoners. Volgens professionals is het aandeel vernielingen gestegen door rondhangende jeugd uit de Maaspoort, Hambaken en Haren/Donk/Reit. Ze komen samen bij het fietspad op de doorgaande weg. Ze vernielen bushokjes en bankjes en spuiten graffiti. Kapotte prullenbakken behoren tot het straatbeeld. Rond de jaarwisseling is er veel overlast geweest van vuurwerk in bijvoorbeeld prullenbakken en brievenbussen, en incidenteel ook autobranden.
76
Tabel 20: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Maaspoort (2008-2010)
IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Maaspoort 2008-2010
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
11,5
6,6
27,8
14,0
19,4
0,2
13%
2%
0%
19%
16%
2%
18%
25%
18%
6,7
O O O P O P P
nvt
P P P O O P
nvt
O
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Volgens professionals worden sommige jongeren in de Maaspoort door hun ouders tamelijk los gelaten. In de wijk wonen veel tweeverdieners. Ouders zijn vaak beide aan het werk waardoor er minder toezicht is op de jongeren. Daarnaast geven professionals aan dat er veel relatieproblemen en echtscheidingen zijn in de wijk, waardoor de kinderen als uitvlucht meer de straat opgaan. Ook geven ze aan dat de jeugd ‘verruwd’. Dit speelt ook een rol bij de toegenomen jeugdoverlast. Relatief veel jeugdoverlast De Maaspoort neemt een derde positie in wat betreft het aantal incidenten van jeugdoverlast. Alleen in de wijken Zuidoost en Noord zijn er meer incidenten van jeugdoverlast. De Maaspoort telt twee jeugdgroepen. Eén criminele jeugdgroep die zich ophoudt bij het Nederkwartier, en één hinderlijke jeugdgroep die zich ophoudt bij het winkelcentrum Lokerenpassage. De twee groepen waren vorig jaar nog één groep. Volgens professionals is de jeugdoverlast het grootst bij het Nederkwartier. De jeugd die hier rondhangt is niet alleen afkomstig uit de Maaspoort, maar ook uit de Hambaken. Het gaat hierbij ook om jonge jongeren. De groep vertoont intimiderend gedrag, onheuse bejegening naar buurtbewoners, geluidsoverlast, baldadig gedrag en ze laten veel rotzooi achter. De groep maakt zich ook schuldig aan vermogensdelicten. Een aantal jongeren is eind 2010 hiervoor opgepakt en in afwachting tot het proces weer vrijgelaten. Veel buurtbewoners geven aan dat hun woon- en leefgenot door de groep enorm wordt aangetast. Professionals geven aan dat over deze jeugdgroep huis aan huis gesprekken zijn gevoerd met bewoners, opbouwwerk en de woningcorporaties. Daarnaast zijn er bijeenkomsten georganiseerd waarbij het leefbaarheidsteam aanwezig was. Hier werd uitleg gegeven van acties die zijn ondernomen om de criminele jeugdgroep aan te pakken. Dit werd gedaan om het vertrouwen aan de bewoners terug te geven. De bewoners waren positief over deze aanpak. Momenteel zijn er weinig signalen uit de wijk. Verdere jeugdoverlast deed zich voor bij het fietstunneltje bij het Van Zwietenpark richting de Hambaken. Er was hier sprake van veel intimidatie en vechtpartijen tussen jongeren. Hier is de omgeving fysiek aangepakt. De begroeiing is bijvoorbeeld weggehaald, en er is extra toezicht. De overlast is hier nu verdwenen. Zoals gezegd hangt er ook één hinderlijke jeugdgroep rond bij het winkelcentrum Lokerenpassage. Hier zijn veel portiekjes (met weinig verlichting) waar jongeren kunnen hangen. Professionals geven ook aan dat er meldingen van jeugdoverlast binnenkomen, zonder dat er daadwerkelijk sprake is van overlastgevend gedrag. Dit bijvoorbeeld over geluidsoverlast bij rolschaatsende jeugd. Er is soms weinig tolerantie. Dit heeft mogelijk te maken met de vergrijzing in de wijk; er zijn veel verschillen tussen jong en oud.
77
6.11
West
Tussen 2009 en 2010 is de veiligheidssituatie in West verbeterd. Nam West vorig jaar nog een tweede positie in van onveilige wijken in ’s-Hertogenbosch, nu neemt West een vierde positie in. De veiligheidssituatie is verbeterd doordat het aantal incidenten van vernieling, geweld, drugsoverlast, auto-inbraken en woninginbraken is afgenomen. Als de ontwikkelingen van de veiligheidsindex van de afgelopen jaren zich op een zelfde wijze voortzetten, dan behaalt West de coalitiedoelstelling in 2014. Aandachtspunten zijn het zich veilig voelen in de wijk, geweld, jeugdoverlast en auto-inbraken. West is een wijk met buurten die erg van elkaar verschillen. In West ligt het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren. Ook de Kruiskamp krijgt extra aandacht van de gemeente, maar deze behoort niet tot de officiële aandachtsgebieden. Figuur 58: Veiligheidsindex West (2004-2010) 25
20 19,0
doel
17,6 15
Totale stad West
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Relatief veel inwoners voelen zich vaak onveilig in de buurt In West voelen tweemaal zoveel mensen zich vaak onveilig in de eigen buurt als gemiddeld in de gemeente; 6 procent voelt zich vaak onveilig in de buurt. Professionals denken dat dit in de Schutskamp wel eens hoger zou kunnen liggen. Volgens hen wonen er in de Schutskamp veel ouderen met angstgevoelens. De inwoners van West zijn ook de veiligheid in de eigen buurt lager gaan beoordelen. In 2008 gaven de inwoners van West nog het rapportcijfer 6,5 voor de veiligheid in de buurt. In 2010 is dit afgenomen tot een 6,0. Ook gemiddeld in de gemeente is het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt de afgelopen twee jaar afgenomen.
Relatief veel geweld Het aandeel geweldsdelicten ligt in West hoger dan gemiddeld. Dit zien we zowel terug in het aantal incidenten als in de beleving van bewoners. Een belangrijk deel kan worden verklaard door enkele mishandelingen die hebben plaatsgevonden in de buurt van de Kooikersweg. Tussen januari en april 2010 zijn hier meerdere scholieren mishandeld door leeftijdsgenoten. De incidenten hebben een weerslag op de hele wijk. Daarnaast hebben twee dodelijke schietpartijen in 2009 veel impact op de wijk gehad.
78
Tabel 21: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – West (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
West
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
9,6
15,3
16,7
19,0
17,0
1,0
19%
5%
5%
16%
22%
7%
32%
23%
32%
6,0
P P P P P P P O O O P O O O O O O P Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
O
Inwoners van West geven vaker dan gemiddeld aan dat bedreiging bij hen in de buurt vaak voorkomt. Inwoners van Boschveld/Deuteren en Kruiskamp geven dit nog iets vaker aan. Volgens professionals zijn jongeren verantwoordelijk voor de bedreigingen en intimidaties. Zo persen zij bijvoorbeeld leeftijdsgenoten af, dreigen met geweld of gaan hier daadwerkelijk toe over. Daarnaast zijn jongeren zich soms niet bewust over hoe zij volwassenen/ouderen aanspreken. Hun taalgebruik wordt door bewoners als intimiderend ervaren. Inwoners ervaren relatief vaak jeugdoverlast In West zijn volgens de politie niet meer incidenten van jeugdoverlast dan gemiddeld in de stad. Maar bewoners ervaren wel vaker dan gemiddeld overlast van groepen jongeren. Dit loopt op tot een kwart van de inwoners van Kruiskamp die vaak overlast van groepen jongeren ervaren. Volgens professionals hebben bewoners te kampen met meldingsmoeheid, waardoor incidenten van jeugdoverlast niet meer bij de politie gemeld worden. De jeugdoverlast is het grootst op de parkeerplaats van het winkelcentrum Helftheuvelpassage, de Cruijff Court aan de Kooikersweg, de Marco Polostraat, Copernicusstraat en Celsiusstraat. West telt de meeste jeugdgroepen van de stad; 3 hinderlijke jeugdgroepen en 1 overlastgevende jeugdgroep. Deze groepen houden zich op in Boschveld, de Schutskamp en de Kruiskamp. Afname auto-inbraken Net als gemiddeld in de gemeente neemt het aantal auto-inbraken in West af. Dit is mede te danken aan de inzet van de lokauto door de politie (zie § 3.7). Wel is het aantal incidenten in West hoger dan gemiddeld in de gemeente. Ook inwoners geven vaker dan gemiddeld aan dat auto-inbraken bij hen in de buurt vaak voorkomen. Volgens de politie zijn de hotspots voor auto-inbraken nabij het Centraal Station op de Parallelweg en de Paardskerkhofweg, op de parkeerplaats van de Helftheuvelpassage en nabij de sportvelden aan de Eendenkooi. Ook geeft de politie aan dat er onlangs veel autoinbraken waren in de ondergrondse parkeergarage in het Paleiskwartier. Verder wordt er verspreid over de wijk ingebroken. Het lijkt in de meeste gevallen om dezelfde groep (jonge) daders te gaan. De inbraken worden vooral gepleegd door jongeren uit de eigen buurt in Boschveld, en in de Schutskamp en Kruiskamp door criminele jongeren uit de Kruiskamp.
79
6.11.1 Boschveld/Deuteren De veiligheidssituatie in Boschveld/Deuteren is tussen 2004 en 2008 behoorlijk verbeterd. Ook tussen 2008 en 2010 zien we een verbetering van de veiligheidssituatie. Wat hieraan heeft bijgedragen is de afname van het aantal incidenten van drugsoverlast, auto-inbraak, woninginbraak en vernieling. Aandachtspunten voor Boschveld/Deuteren blijven de auto-inbraken, vervuilingen, de ervaren sociale overlast en de ervaren drugs- en alcoholoverlast. Ook beoordelen de bewoners de woonomgeving lager dan gemiddeld. Boschveld en Deuteren zijn twee totaal verschillende buurten. Boschveld is een zeer gemeleerde buurt met veel verschillende nationaliteiten. Deuteren is daarentegen een echte Bossche volksbuurt. De buurten vormen samen het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren. Volgens professionals is de veiligheidssituatie in Deuteren gemiddeld beter dan in Boschveld. Figuur 59: Veiligheidsindex Boschveld/Deuteren (200 (2004-2010) 25
20 19,0 17,4 15
Totale stad Boschveld/Deuteren
10 2004
2006
2008
2010
2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Afname auto-inbraken Het aandeel auto-inbraken in Boschveld/Deuteren is de afgelopen twee jaar afgenomen, van 36 naar 26 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is mede te danken aan de inzet van de lokauto door de politie (zie § 3.7). Wel zijn er in Boschveld/Deuteren nog relatief veel auto-inbraken. Dit heeft te maken met de ligging van het Centraal Station. Volgens de politie zijn de hotspots voor auto-inbraak nabij het Centraal Station aan de Parallelweg en de Paardskerkhofweg. De slachtoffers zijn dan vooral personen die hun auto nabij het station parkeren, en niet de inwoners van de buurt. Inwoners worden wel telkens met kapotte ramen en glas op straat geconfronteerd, waardoor ook zij veel auto-inbraken ervaren. Het lijkt in de meeste gevallen om dezelfde groep (jonge) daders te gaan. Afname drugsoverlast Het aantal incidenten van drugsoverlast in Boschveld/Deuteren is de afgelopen twee jaar fors afgenomen, van 4,4 naar 0,9 incidenten per 1.000 inwoners. In de beleving van bewoners zien we deze afname nog niet terug. Relatief veel bewoners vinden dat drugsoverlast in hun buurt vaak voorkomt. In het verleden werd er in Boschveld rond het winkelcentrum bijvoorbeeld veel gedeald, maar dat is nu niet meer het geval. Het aandeel inwoners wat vaak overlast van dronken mensen op straat ervaart, is de afgelopen twee jaar toegenomen. Volgens professionals ligt dit wellicht aan de ‘Brabantse feesten’ in de Brabanthallen. Op deze feesten wordt meer alcohol gedronken dan bij andere evenementen in de Brabanthallen.
80
Tabel 22: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Boschveld/Deuteren (2008-2010)
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Boschveld/Deuteren
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
8,9
19,3
11,4
25,8
13,6
0,9
18%
6%
6%
9%
28%
15%
36%
10%
33%
5,9
P P P P P P O P O P O O O O O O P Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch 2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
Afname vervuiling Na de Binnenstad is het aantal incidenten van vervuiling het hoogst in Boschveld. Volgens professionals zijn bewoners hier ook deels zelf verantwoordelijk voor. Zij zetten bijvoorbeeld hun afval naast de ondergrondse containers. Daarnaast speelt de herstructurering van de buurt ook een rol. Wanneer er woningen gesloopt worden, wordt afval in de buurt achtergelaten. Ook door bewoners van buiten Boschveld. Het aantal incidenten van vervuiling in Boschveld neemt wel af. Door intensieve controle en doordat de afvalstoffendienst en de milieupolitie zichtbaar zijn in de wijk, vermindert de vervuiling op sommige plaatsen. Ook de nauwe samenwerking tussen de woningcorporaties en de gemeente draagt hieraan bij. Bij de nieuwbouw komen de containers intern te staan. Hierdoor komt er geen extra vervuiling op straat en worden bewoners medeverantwoordelijk voor het schoonhouden van hun leefomgeving. Relatief veel sociale overlast In Boschveld/Deuteren is relatief veel sociale overlast. Ook ervaren bewoners relatief vaak overlast van omwonenden. Volgens professionals zijn er een paar overlastgevende gezinnen en is de ‘cirkel’ van overlast eromheen groter geworden. Daarnaast denken professionals dat mensen minder vaak melding maken van burenoverlast. Hierdoor nemen irritaties toe. Divers bemiddelt bij burenruzies. Vorig jaar heeft Divers in de hele wijk West bij 51 burenruzies bemiddeld. De wijkprofessionals hebben het idee dat mensen zich eerder ergeren aan anderen dan vroeger. Verder speelt de herstructurering van de buurt een rol. Sloop- en bouwplannen zijn deels uitgesteld en dit roept veel onzekerheid op bij bewoners. Ook zijn de mensen vaker ontevreden over hun woning. Relatief lage beoordeling woonomgeving in de buurt De woonomgeving wordt in Boschveld/Deuteren lager beoordeeld dan gemiddeld in de stad. Ook is men de woonomgeving slechter gaan beoordelen. Volgens professionals komt dit door de onzekerheid over de herstructurering. Op plekken waar de herstructurering begonnen is, is veel rotzooi door sloop en bouwwerkzaamheden. Volgens professionals willen mensen die door sloop uit de buurt zijn vertrokken, weer opnieuw in de buurt komen wonen. Dit zijn positieve signalen.
81
6.11.2 Kruiskamp De Kruiskamp is geen officieel aandachtsgebied. Wel krijgt de Kruiskamp van de gemeente extra aandacht op een aantal beleidsterreinen. De veiligheidsindex voor de Kruiskamp is lager dan die van West en Boschveld/Deuteren. Dit komt doordat er in de buurt relatief veel woninginbraken zijn, en inwoners relatief vaak bedreiging, jeugdoverlast en verloedering ervaren. De laatste meting van de veiligheidsindex voor de Kruiskamp was in 2004. Hierdoor kunnen we geen uitspraken doen over de ontwikkeling van de veiligheidssituatie de afgelopen jaren. Ten opzichte van 2004 is er echter wel sprake van een lichte verbetering. Figuur 60: Veiligheidsindex Kruiskamp (2004-2010) 25
20 19,0 17,1 15
Totale stad Kruiskamp
10 2004
2006
2008
2010
2014
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Relatief veel woninginbraken Van alle buurten in ’s-Hertogenbosch geven bewoners van de Kruiskamp het vaakst aan dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt. Er zijn in de buurt ook meer woninginbraken dan gemiddeld in de gemeente. In andere wijken/buurten ligt het aandeel woninginbraken echter hoger dan in de Kruiskamp. Dat de perceptie van woninginbraken onder bewoners zo groot is, komt volgens professionals door de inbraakgolven die in de buurt hebben plaatsgevonden. Er is veel ingebroken in huurwoningen en anti-kraakwoningen in de Zeeheldenbuurt. Deze woningen zijn onvoldoende beveiligd tegen inbraak. De gemeente voert overleg met de corporaties over de aanpak van de inbraken, zoals het afsluiten of verlichten van de brandgangen. Relatief veel bedreigingen Inwoners van de Kruiskamp geven vaker dan gemiddeld aan dat bedreiging in hun buurt vaak voorkomt. Volgens professionals worden de bedreigingen en intimidaties vooral gedaan door jongeren. Zo persen zij leeftijdsgenoten af, dreigen met geweld of gaan hier ook daadwerkelijk tot over. Maar daarnaast zijn jongeren zich soms ook niet bewust over hoe zij volwassenen/ouderen aanspreken. Hun taalgebruik wordt vaak als intimiderend ervaren. Verder heeft een aantal gewelddadige incidenten impact gehad op de bewoners. De buurtgerichte aanpak in de Belgische buurt heeft ertoe geleid dat bewoners elkaar daar weer vinden. Ook het intimidatieklimaat van kinderen op de speelplek in de Antwerpenstraat is sterk verminderd.
82
Tabel 23: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Kruiskamp (2008-2010)
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
16,8
0,4
25%
7%
5%
27%
27%
rapportcijfer veiligheid
drugsoverlast
15,3
soms/vaak onveilig voelen
vernielingen
22,9
vernielingen
auto-inbraak
10,4
rommel op straat
woninginbraak
9,3
drugsoverlast
geweld
Kruiskamp
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
4%
35%
35%
35%
5,7
P P P O O O O O P P P O O P Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch nvt
2008-2010
IVP-doelstelling 2015
nvt
nvt
Inwoners ervaren relatief vaak jeugdoverlast In de Kruiskamp zijn volgens de politie niet meer incidenten van jeugdoverlast dan gemiddeld in de stad. Maar bewoners ervaren wel vaker dan gemiddeld overlast van groepen jongeren. Volgens professionals hebben bewoners te kampen met meldingsmoeheid, waardoor incidenten van jeugdoverlast niet meer gemeld worden. Daarnaast heeft een aantal geweldsdelicten veel impact gehad op de buurt. In de Kruiskamp zijn twee jeugdgroepen; één overlastgevende en één hinderlijke jeugdgroep. De eerste groep houdt zich op bij de parkeerplaats van de Helftheuvelpassage. Bewoners ondervinden overlast doordat de groep kleine vernielingen pleegt. De hinderlijke jeugdgroep houdt zich bezig met zware vermogensmisdrijven. Relatief veel verloedering Inwoners van Kruiskamp ervaren relatief veel fysieke verloedering in hun buurt. Dit komt vooral omdat veel bewoners aangeven dat vernieling van telefooncellen en bushokjes bij hen in de buurt vaak voorkomt. Uit de politiecijfers blijkt niet dat er in de Kruiskamp meer vernielingen zijn dan gemiddeld. Een oorzaak voor de hogere perceptie is vermoedelijk de herstructurering van de Zeeheldenbuurt en Admiraliteitslaan. Door de geplande sloop van woningen verloedert ook de openbare ruimte, zoals het straatmeubilair. Dit zien we ook terug in de beoordeling van de woonomgeving. Deze wordt in de Kruiskamp lager beoordeeld dan gemiddeld in de gemeente. Om de verloedering tegen te gaan, werken de Afvalstoffendienst, milieupolitie en woningcorporaties nauw samen. Om vervuiling tegen te gaan komen bij de nieuwbouw afvalcontainers intern te staan. Hierdoor komt er geen extra vervuiling op straat en worden bewoners medeverantwoordelijk voor het schoonhouden van hun leefomgeving. Professionals geven aan dat er een buurtgerichte aanpak nodig is rond de winkelstrip op de Churchilllaan, om de leefbaarheid in de omgeving te verbeteren. Dit zou vergelijkbaar moeten zijn met de buurtgerichte aanpak rond de winkelstrip op het Boschmeerplein. Hier is op initiatief van bewoners een samenwerking ontstaan tussen gemeente, politie en winkeliers. Hierbij is onder andere de openbare ruimte flink opgeknapt, en zoeken winkeliers elkaar op om zaken gezamenlijk bespreekbaar te maken.
83
6.12
Engelen
De veiligheidssituatie is in Engelen het afgelopen jaar weer verbeterd. Engelen is na de Groote Wielen de meest veilige wijk van ’s-Hertogenbosch. Inwoners van Engelen beoordelen de woonomgeving en de veiligheid in de buurt het hoogst van de hele gemeente. Bijna geen enkele inwoner voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Ook op de verschillende veiligheidsthema’s doet Engelen het goed. Zo zijn er relatief weinig incidenten van vernieling, geweld en drugsoverlast. En is het aantal incidenten van jeugdoverlast afgenomen. Er zijn echter een paar kleine negatieve ontwikkelingen gaande in Engelen. Zo zijn de afgelopen twee jaar zowel het aandeel auto-inbraken als het aandeel woninginbraken gestegen. Figuur 61: Veiligheidsindex Engelen (2004-2010) 25 22,3 20 19,0
doel
15
Totale stad Engelen
10 2004
2006
2008
2010
2014
Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
Toename auto-inbraken en woninginbraken Gemiddeld is het aandeel auto-inbraken in ’s-Hertogenbosch in twee jaar tijd bijna gehalveerd, terwijl het aandeel auto-inbraken in Engelen is gestegen; van 4 naar 8 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is echter nog steeds lager dan gemiddeld in de gemeente. Net als gemiddeld in de gemeente is het aandeel woninginbraken in Engelen toegenomen. Afname jeugdoverlast Het aandeel incidenten van jeugdoverlast is afgenomen in Engelen. Wel heeft Engelen nog steeds een jeugdgroep. Het is een hinderlijke jeugdgroep, welke vorig jaar nog als overlastgevende jeugdgroep te boek stond, en twee jaar terug als criminele jeugdgroep. De groep richtte vernielingen aan in de gemeente en de bewoners ondervonden hier overlast van. Nu houdt de groep zich rustig. Het afgelopen jaar zijn er weinig tot geen klachten over de groep bij de politie binnengekomen. De politie geeft aan dat de jongeren goed te benaderen zijn.
84
Tabel 24: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex – Engelen (2008-2010)
2008-2010 IVP-doelstelling 2015
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
vernielingen
drugsoverlast
jeugdoverlast
bedreiging
geweld
woninginbraak
auto-inbraak
drugsoverlast
rommel op straat
vernielingen
soms/vaak onveilig voelen
rapportcijfer veiligheid
Engelen
Beleving bewoners
jeugdoverlast
Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres.
5,3
4,1
14,2
7,6
6,2
0,4
5%
0%
0%
5%
4%
1%
7%
16%
7%
7,6
O O P P P P O P P
nvt
P P P P P P
Bron: L&V 2010, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S ’s-Hertogenbosch
85
P
nvt
Bijlagen
87
Wijken en buurten in ‘s-Hertogenbosch 0609 0804
0799 1205
0705
1011
1009
0802 0704
1006 1005 1004
1203
1204
0703
1010
1202
0910 0908
0911
0601
0905
0904 0913
0903
0502 0306 0507
0403 1101
1106
1104 1102
0304
0402
0104
0401
0105 1105
0505
0506
1110 1108
0602
0902
0914 0901
1107
0603
0608
0909 1111
0605
0504
0906
0912
1109
0607
0701
0907
0915
0604
0606
1002
1001
1206
0702
1003
1008 1201
0706
0803
0801
1007
0503
0501
0305 0303
0302 0301
0103 0102
0101
0210 0209
0211
0212
0203 0204
1103 0205 0106
0202 0201
Wijk Wijk-/Buurtnaam Buurt code 01 01 01 01 01 01 01 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 02 03 03 03 03 03 03 03
01 02 03 04 05 06
Binnenstad Binnenstad centrum Binnenstad oost De Hofstad Binnenstad noord Het Zand Vughterpoort
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Zuidoost Het Bossche Broek Zuid Bazeldonk Bedrijven Zuid Gestelse Buurt Pettelaarpark De Meerendonk Kloosterstraat De Bossche Pad Grevelingen Aawijk zuid Bedrijvenpark De Brand
01 02 03 04 05 06
Graafsepoort Hinthamerpoort Graafsebuurt zuid Aawijk noord Graafsebuurt noord Hintham zuid Hintham noord
04 Muntel/Vliert 04 01 De Muntel 04 02 De Vliert 04 03 Orthenpoort 05 05 05 05 05
01 02 03 04
Rosmalen zuid Maliskamp west Maliskamp oost Het Vinkel Binckhorst
0207
0206 0208
Wijk Wijk-/Buurtnaam Buurt code 05 05 Sparrenburg 05 06 Molenhoek 05 07 A2 zone Rosmalen Z 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06
01 02 03 04 05 06 07 08 09
Rosmalen noord 't Ven Rosmalen centrum Hondsberg Kruisstraat Bedrijven Kruisstraat De Overlaet oost De Overlaet west A2 zone Rosmalen N Rosmalense Polder
07 07 07 07 07 07 07 07
01 02 03 04 05 06 99
De Groote Wielen Brabantpoort De Groote Vliet Vlietdijk Broekland De Watertuinen De Hoven De Groote Wielen
08 08 08 08 08
01 02 03 04
Empel Kom Empel Maasakker Empel oost De Koornwaard
09 09 09 09 09 09 09 09 09 09
01 02 03 04 05 06 07 08 09
Noord De Buitenpepers De Herven Bedrijven De Herven De Slagen De Haren De Reit De Donk De Rompert De Hambaken
89
Wijk Wijk-/Buurtnaam Buurt code 09 09 09 09 09 09
10 11 12 13 14 15
Sprookjesbuurt Muziekinstrumentenbuurt Edelstenenbuurt Orthen Orthen west Bedrijventerrein Noord
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Maaspoort Italiaanse buurt Maasdal Abdijenbuurt Lokeren Maasstroom Staatsliedenbuurt Het Zilverpark Maasvallei Maasoever Bedrijven Maaspoort Oud Empel
11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
West Boschveld Paleiskwartier Willemspoort Deuteren De Moerputten De Schutskamp De Kruiskamp De Rietvelden oost De Rietvelden west Veemarktkwartier Ertveld
12 12 12 12 12 12 12
01 02 03 04 05 06
Engelen Kom Engelen De Vutter Henriëttewaard De Haverleij Bokhoven Engelermeer
Aandachtsgebieden in ‘s-Hertogenbosch
F A E G B
C D
A. De Hambaken 0909 De Hambaken 0910 Sprookjesbuurt 0911 Muziekinstrumentenbuurt 0912 Edelstenenbuurt B. Boschveld/Deuteren 1101 Boschveld 1104 Deuteren C. Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad 0103 De Hofstad 0209 De Bossche Pad 0301 Hinthamerpoort D. Gestelse Buurt 0205 De Gestelse Buurt E. Orthen Links 0914 Orthen West F. Haren/Donk/Reit 0905 De Haren 0906 De Reit 0907 De Donk G. Kruiskamp 1107 De Kruiskamp 90