veilig leren lezen Toelichting Leerkrachtassistent versie 2.0

veilig leren

lezen

Toelichting Leerkrachtassistent versie 2.0

Auteurs: Angela Schelfhout en Wilma Stegeman

Uit het rapport van de onderwijsinspectie blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen de leesprestaties van leerlingen en de kwaliteit van instructie door de leerkracht. Met de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen kan de leerkracht de kwaliteit van het aanvankelijk leesonderwijs op een nóg hoger niveau brengen. Door gebruik te maken van bewegend beeld, geluid en interactiviteit wordt de les voor zowel leerlingen als leerkracht nog aantrekkelijker. Bovendien kan de leerkracht hierdoor op een efficiëntere wijze instructie geven en wordt het leerrendement van de leerling verhoogd.

Wanneer wordt de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen ingezet?

De materialen van Veilig leren lezen blijven gehand-

De Leerkrachtassistent Veilig leren lezen sluit naad-

zen. Dit geldt zowel voor alle leerlingmaterialen als

loos aan bij de 2e maanversie van Veilig leren lezen

voor de leerkrachtgebonden materialen. Een rijk en

en wordt door de leerkracht ingezet op een aantal

gevarieerd aanbod van fysieke materialen in de klas

momenten tijdens de les. Het belangrijkste moment

blijft gewenst. De vormgeving van de Leerkrachtas-

is de instructiefase. Maar ook tijdens de fase van

sistent Veilig leren lezen is afgestemd op het reeds

verlengde instructie en begeleide verwerking kan de

bekende materiaal zodat voor leerkracht en leerling

Leerkrachtassistent Veilig leren lezen een belangrij-

meteen duidelijk is waar het om gaat.

haafd naast de Leerkrachtassistent Veilig leren le-

ke rol spelen bij de instructie aan leerlingen die een steraanpak volgen. De Leerkrachtassistent Veilig le-

Technische uitgangspunten

ren lezen kent dezelfde didactische uitgangspunten

De Leerkrachtassistent Veilig leren lezen is op elk di-

als de methode Veilig leren lezen. Om met de Leer-

gitaal schoolbord te gebruiken. De applicatie wordt

krachtassistent Veilig leren lezen te kunnen werken,

aangeboden via internet. Leerkrachten hebben via

hoeft de leerkracht dus geen wijzigingen aan te bren-

internet dus rechtstreeks toegang tot de software,

gen in de organisatie van de lessen.

zowel op school als thuis. Omdat het programma ook de leerkracht ondersteunt bij zijn lesvoorbereiding

Niet terug naar klassikaal onderwijs

moet het voor de gebruiker ook van thuis uit toegan-

Het is niet de bedoeling dat de Leerkrachtassistent

kelijk zijn. Het aanbod van de oefeningen volgt het

Veilig leren lezen gaat leiden tot meer klassikaal on-

lesverloop zoals dat in de handleidingen van de me-

derwijs! Na een efficiënte instructie op het digitale

thode is opgenomen.

schoolbord gaan de leerlingen individueel, in tweetallen of in groepjes aan de slag met de diverse activiteiten voor verwerking en vervolgwerk.

1 Veilig leren lezen Toelichting Leerkrachtassistent, versie 2.0

© Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.veiliglerenlezen.nl

Digimenu

Werkblak

Dagprogramma

æ Bij kern 5 heeft u de mogelijkheid om in de werk-

In het Digimenu van de Leerkrachtassistent Veilig le-

balk te kiezen tussen het dagprogramma van de

ren lezen kiest u de kern en de dag waarin u wilt wer-

kern ‘Sprookjes’ of het dagprogramma van de kern ‘Verhalen en vertellingen’.

ken. Vervolgens verschijnt er een planningsformuliermet een overzicht van alle stof die in deze les aan de

æ In de werkbalk is ‘help’ opgenomen, waarin bij

orde komt. De onderdelen zijn gerangschikt volgens

elke module de mogelijkheden van alle knoppen

de bekende lesfasen van Veilig leren lezen: introduc-

beschreven worden.

tie; instructie; zelfstandige verwerking en vervolg-

æ In de werkbalk ziet u ook een knop ‘groot scherm’,

werk; verlengde instructie en begeleide inoefening;

waarmee het scherm beeldvullend getoond wordt.

afronding.

Zodra dat het geval is, verandert de knop in ‘klein scherm’. Als u daarop klikt, krijgt het scherm weer zijn oorspronkelijke formaat. æ Als u op F11 klikt, hebt u de mogelijkheid om tijdens het werken met de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen naar een ander programma te gaan zonder dat u hoeft uit te loggen. Dit is ook mogelijk met Alt-Tab. æ Als de applicatie vastloopt vanwege problemen met de internetverbinding, kunt u klikken op F5. De pagina wordt dan vernieuwd.

Modules In de tweede versie van de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen zijn zowel modules opgenomen voor de æ Achter de onderdelen waarbij digitaal materiaal be-

basisinstructie als voor de verlengde instructie.

schikbaar is, is een knop ‘start’ opgenomen. Door te klikken op deze knop wordt de betreffende module

Basisinstructie

gestart. Achter de onderdelen waarbij geen digitaal

1. Aanbieden van woord en letter

materiaal is ontwikkeld, vindt u een verwijzing naar

Bij het leren lezen speelt het alfabetische principe

de gedrukte ‘handleiding’. Op deze manier is met-

van onze geschreven taal een grote rol: leerlingen

een duidelijk hoe de Leerkrachtassistent Veilig leren

ontdekken dat woorden zijn opgebouwd uit letter-

lezen ingepast kan worden, en is het programma

klanken en dat lettertekens met deze klanken corres-

een werkelijke assistent bij de organisatie van uw

ponderen. Hierbij speelt het structureerwoord en de

leeslessen.

daaraan ontleende letter een sleutelrol. Het aanbie-

æ Na afloop van een module gaat u altijd terug naar

den van een nieuw structureerwoord met bijbeho-

het digimenu om te kijken wat het volgende onder-

rende letter gebeurt aan de hand van de wandplaat

deel is dat in de les aan de orde komt. Op deze ma-

met daaronder de structureerstrook.

nier houdt u de totale leesles voor ogen en voor-

De functie van de structureerstrook is het afbreken

komt u dat bepaalde oefeningen uit de handleiding

en opbouwen van het structureerwoord, waardoor de

over het hoofd gezien worden.

leerlingen het alfabetische principe van geschreven

æ Vanaf kern 7 wordt op herhalingsdagen vaak naar

taal ervaren: de leesrichting is van links naar rechts,

een groot aantal pagina’s in instructiekalender 2

er bestaat een vaste koppeling tussen de letterklank

verwezen. Het is de bedoeling dat u hieruit een

en het bijbehorende letterteken (klank-tekenkoppe-

keuze maakt en maximaal vier pagina’s aanbiedt

ling) en er is sprake van een spatieel-temporele or-

met oefeningen die de kinderen nog nodig hebben.

dening: de letter die je links ziet is de eerste letter

In de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen kunt u

van het woord; het is tevens de letter die je het eerst

via de knop ‘Instelling’ vóóraf de woordrijtjes of de

hoort. De letter die je erna ziet, is de volgende letter

teksten kiezen die u met uw groep wilt oefenen.

die je hoort, enzovoort.



In kern 7 en 8 worden de woorden ‘schip’, ‘ring’, ‘licht’ en ‘bank’ aangeboden. Deze woorden zijn in de methode opgenomen in verband met het aanbieden van de clusters: sch, ng, ch en nk. Deze woorden kunnen niet gelezen worden door middel van de elementaire leeshandeling. Het is niet mogelijk om hierbij het geluid aan te zetten.

3. Letterlijn In de beginfase van het leren lezen blijkt systematische aandacht voor de automatisering effectief te zijn. De letterlijn is een belangrijk hulpmiddel om de koppeling tussen grafemen en fonemen te automatiseren. Oefenen met de letterlijn is een activiteit die dagelijks terugkeert vanaf kern 1 dag 6, roos-dag 1, tot en met kern 7. Het is belangrijk dat u elke dag minstens æ Door te klikken op de knop ‘structureren’ wordt het

één keer de letters herhaalt. U kunt dat doen tijdens

woord in de structureerstrook gestructureerd: eerst

de leesles, maar bij voorkeur ook nog een keer op

worden de losse letters van links naar rechts be-

een ander moment van de dag, bijvoorbeeld aan het

noemd; vervolgens wordt het hele woord geaccen-

begin van de middag.

tueerd en benoemd. æ Het is mogelijk om het geluid uit te zetten. De leerlingen kunnen dan zelf lezen terwijl het woord gestructureerd wordt. æ Het breken en bouwen van een structureerwoord gaat in de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen heel eenvoudig door op de betreffende letters te klikken. æ Eerder aangeleerde structureerwoorden kunnen snel met de pijltjes ‘terug’ en ‘vooruit’ opgeroepen worden.

2. Woorden maken De module ‘Woorden maken’ gaat uit van de structureerwoorden. Met deze module laat u de kinderen

æ Het geluid staat standaard aan. Daardoor wordt

het alfabetische principe van geschreven taal erva-

het inprenten van de klank-tekenkoppeling onder-

ren, net zoals u dat met de structureerstroken doet.

steund. Het is mogelijk om het geluid uit te zetten. æ De klinkers hebben een blauwe kleur. U kunt de

Door het wisselen van eerst ‘de laatste’, daarna ‘de

klinkers ook zwart maken.

eerste’ en ten slotte ‘de middelste letter’ ontstaan wisselwoorden en wisselrijtjes. Het lezen van wissel-

æ Met de dobbelsteen is het mogelijk om de letters

rijtjes bevordert het vlot herkennen van woorddelen

snel in een andere volgorde te plaatsen: de leerlin-

die veelvuldig voorkomen.

gen kunnen op deze manier niet terugvallen op een

æ De leerlingen krijgen onvolledige structureer-

vaste lettervolgorde en moeten de letters echt le-

woorden aangeboden met daarbij een aantal let-

zen. Het oplezen van de letters in een steeds wis-

ters. Zij kunnen de woorden weer volledig maken

selende volgorde bevordert de inprenting. æ Door te klikken op de pijl rechts van de dobbel-

door een letter uit te kiezen en naar een leeg hok-

steen worden de letters weer teruggezet in de oor-

je te slepen. æ Met een klik op het pijltje gaat u terug naar de be-

spronkelijke positie.

ginsituatie.



æ Het is ook mogelijk om alleen die letters te selecteren, die geoefend moeten worden. De letters die vlot worden beheerst, kunt u in het letterdoosje stoppen: klik op de wasknijper en laat het letterkaartje op de letterdoos los om het zo te laten verdwijnen. Door te klikken op een gevulde letterdoos worden alle letters die erin zitten, getoond. Deze letters kunnen desgewenst weer teruggehangen worden. æ Bij klik op het pijltje rechts van de letterdoos worden alle letters op de lijn teruggeplaatst.

4. Letters flitsen De letterlijn wordt regelmatig afgewisseld met de

æ Met de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen is het

module ‘Letters flitsen’. In deze module worden alle

mogelijk om kaartjes met de zojuist geleerde letter

aangeboden letters een voor een kort getoond. De

daadwerkelijk bij een afgebeeld woord op de zoek-

letter die het laatst is geleerd wordt bij het flitsen al-

plaat te plaatsen. æ Het is ook mogelijk om met woordkaartjes onbe-

tijd als eerste getoond en met deze letter wordt de serie flitsletters ook afgesloten.

kende begrippen op de zoekplaat van een etiket-

De module ‘Letters flitsen’ komt voor vanaf kern 1

teerwoord te voorzien, waardoor dit ook een woordenschatoefening wordt.

dag 18 tot en met kern 7.

æ Door te klikken op de knop ‘grote pagina’ verschijnt rechts van de zoekplaat een grote pagina waarop u alle gemaakte woorden kunt noteren. æ Met de markeerstiften is het mogelijk om bijvoorbeeld de doelletter in de woorden te accentueren.

6. Klikklak Het is belangrijk om leerlingen al vroeg nieuwe woorden te laten lezen. Klikklak is hiervoor bij uitstek geschikt. Door het wisselen van de eerste, middelste en laatste letter kunnen met Klikklak snel nieuwe woorden gemaakt worden. Klikklak heeft een feedbackfunctie bij het inhangen van letters in het klikklakboekje en bij het maken van æ U kunt zelf de flitssnelheid instellen door op de

woorden.

‘tijdsbalk’ te klikken: hoe meer gekleurde streepjes u ziet, hoe sneller de letters getoond worden. æ Het is ook mogelijk om de letters handmatig te laten verschijnen met behulp van de pijltjes ‘terug’ en ‘vooruit’. Op deze manier kunt u zelf per letter het tempo bepalen. De bekende letters kunt u sneller flitsen dan de letters die net zijn aangeleerd.

5. Zoekplaat Het doel van de zoekplaat is het uitluisteren van klanken in gesproken woorden die op de plaat zijn afgebeeld. Door het uitluisteren van een bepaalde klank en de positiebepaling daarvan (vooraan, achteraan of in het midden) wordt het fonemisch beæ Met behulp van de pijltjes ‘terug’ en ‘vooruit’ kunt

wustzijn en de toepassing van het alfabetische prin-

u snel de letters wisselen.

cipe bevorderd. Deze module bevat alle zoekplaten uit instructiekalender 1.



8. Leesmoeilijkheden

æ Als u op het letterdoosje klikt, worden alle letters getoond die in die positie aangeboden zijn. Dat

In deze module zijn alle woordrijtjes en teksten uit

maakt het vormen van nieuwe woorden nog ge-

instructiekalender 2 opgenomen waarin de lees-

makkelijker.

moeilijkheden worden geoefend.

æ Bij een klik op de knop ‘woordkast’ rechts onderaan verschijnt een woordkast waarin de gemaakte woorden geplaatst worden door op de pijl aan de rechterkant van klikklak te klikken. Dit maakt het mogelijk om de gemaakte woorden na afloop nog een keer te lezen. Wanneer u meer dan vier woorden wilt opnemen, gebruikt u het tabblad voor pagina 2 en volgende. Als afronding van de oefening kunnen alle woorden gelezen worden door de kinderen. æ Met de markeerstift is het mogelijk om in de woordrijtjes de visuele overeenkomsten tussen de woorden te accentueren.

7. Woordrijtjes In de beginfase van het leren lezen blijkt systematische aandacht voor de automatisering effectief te zijn. Het gaat hierbij niet alleen om de grafemen en de fonemen, maar ook om deelstructuren die uit meerdere grafemen bestaan, bijvoorbeeld lettergrepen, spellingpatronen en letterclusters. In de module ‘Woordrijtjes’ wordt gewerkt aan het automatiseren van deelstructuren. Alle woordrijtjes uit instructiekalender 1 zijn opgenomen.

æ Met tabs kunt u naar de verschillende pagina’s gaan. æ Op de tab is aangegeven om welke leesmoeilijkheid het gaat. æ Onder de witte tabs zitten de pagina’s met woordrijtjes, onder de gekleurde tabs de pagina’s met tekst. æ Vanaf kern 7 wordt op herhalingsdagen vaak naar een groot aantal pagina’s verwezen waaruit een keuze gemaakt kan worden. Het is de bedoeling dat u hieruit een keuze maakt en maximaal vier paæ Met de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen kun-

gina’s aanbiedt met oefeningen die de kinderen

nen deze woordrijtjes nog doelmatiger en aantrek-

nog nodig hebben. Via de knop ‘Instelling’ kunt u

kelijker gelezen worden.

vóóraf de pagina’s of de woordrijtjes kiezen die u

æ Met tabs kunt u naar de verschillende pagina’s

met uw groep wilt oefenen. Dat kan zowel vanuit het digimenu als vanuit de module.

gaan. æ Op de tab is aangegeven wat de inhoud van de pa-

9. Instructiekalender

gina is. æ Met de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen is het

Deze module bevat de pagina’s uit instructiekalen-

mogelijk om kolommen te accentueren, zodat de

der 2 met instructie voor begrijpend lezen en creatief

leerkracht kan aangeven welk rijtje woorden gele-

schrijven. Op de pagina’s kan geschreven worden en

zen moet worden. Zo kan gevarieerder worden ge-

er kunnen onderdelen gemarkeerd worden.

oefend.



10. Woorden flitsen

æ Bij start van de module staan er lege vakken op het scherm. Bij klik op het pijltje ‘vooruit’ worden de

De inhoud van deze module, die gericht is op auto-

woorden een voor een getoond.

matisering, is gebaseerd op de oneven (‘zwarte’) pagina’s uit Veilig & vlot. Op deze pagina’s staan de

æ In de vakken kan desgewenst geschreven en gemarkeerd worden.

woordrijen die minder voorspelbaar zijn dan de rijen met blauwe letters. Vanaf kern 4 wordt vijf maal per kern de module

12. Visueel woorddictee

‘Woorden flitsen’ opgenomen.

Tijdens de tweede helft van groep 3 leren de kinderen woorden lezen en schrijven die niet klankzuiver zijn. Het ‘Visueel woorddictee’ vormt daarbij een belangrijke ondersteuning. Het woordbeeld wordt eerst aangeboden; de kinderen nemen dit beeld in zich op. Na verwijdering van het woordbeeld schrijven ze het woord uit hun hoofd op. Ze controleren zichzelf wanneer ze het woordbeeld voor de tweede maal zien.

æ In deze module worden de woorden een voor een kort getoond. æ U kunt zelf de flitssnelheid instellen door op de ‘tijdsbalk’ te klikken: hoe meer gekleurde streepjes u ziet, hoe sneller de woorden getoond worden. æ Het is ook mogelijk om de woorden handmatig te laten verschijnen met behulp van de pijltjes ‘terug’

æ Het eerste woord wordt getoond.

en ‘vooruit’. Op deze manier kunt u zelf het tempo

æ Met behulp van de knop ‘rolgordijntje’ is het mo-

per woord bepalen.

gelijk om dit woord te laten verdwijnen. æ Door nog een keer op het rolgordijntje te klikken

11. Woorddictee

wordt het woord een tweede keer getoond. æ Met de pijltjesknop gaat u naar het volgende

U gebruikt de module ‘Woorddictee’ nadat u een

woord.

mondeling dictee heeft gegeven. Met behulp van deze module kunt u feedback geven op het gemaakte werk en kunnen de kinderen nakijken of ze de woorden goed hebben geschreven.



13. Woordveld In Veilig leren lezen is systematisch aandacht voor uitbreiding van de woordenschat. Daarbij wordt regelmatig gebruik gemaakt van een woordveld rond een thema of een bepaald aspect van een kern. Via woordvelden, die altijd in interactie met de kinderen tot stand komen, worden nieuwe woorden en begrippen gekoppeld aan de bestaande woordenschat van de kinderen.

æ Alle werkbladen van de werkboekjes maan van kern 1-12 en de werkbladen van het ik-boekje zijn opgenomen. æ Met verschillende kleuren pennen en markeerstiften is het mogelijk om de werkwijze van de werkbladen uit te leggen.

Verlengde instructie en begeleide verwerking In de verlengde instructie en begeleide verwerking æ Op het beginscherm staat in het midden een leeg

kan de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen inge-

of gevuld kader met daaromheen vier lege kaders.

zet worden om de leerlingen met een steraanpak

In deze kaders kan geschreven worden.

nog efficiënter te ondersteunen.

æ Het is mogelijk om kaders toe te voegen en weg te

Het is aan te bevelen om de verlengde instructie en

halen.

begeleide verwerking via het kleine scherm van uw

æ Via de knop ‘lijntje’ is het mogelijk de kaders met

laptop of computer uit te voeren, zodat de andere

elkaar te verbinden door middel van een lijn. Zo

leerlingen in de groep niet worden afgeleid.

wordt aangegeven dat er een relatie bestaat tus-

Verlengde instructie en begeleide verwerking moet

sen de woorden die verbonden zijn.

kort maar krachtig zijn; met de Leerkrachtassistent Veilig leren lezen oefent u enkele essentiële deel-

14. Werkboekje

vaardigheden.

Met deze module kunt u instructie bij de werkbladen geven, de pictogrammen uitleggen en 1 of 2 oefenin-

1. Letters oefenen en flitsen

gen samen met de leerlingen doen.

Voor kinderen die een steraanpak volgen, is het belangrijk dat het flitsen van letters voorafgegaan wordt door het oefenen van deze letters zonder tijdsdruk. Het oefenen van letters is een dagelijks terugkerende activiteit bij de steraanpak. De module wordt elke dag opgenomen vanaf kern 1 dag 6 tot en met kern 9. De inhoud van ‘Letters flitsen’ voor de steraanpak is anders dan de inhoud van de module in de basisinstructie. æ In deze module wordt met een beperkt aantal letters geoefend. æ Bij klik op het letterdoosje worden alle letters getoond die zijn aangeboden. U kunt desgewenst de aangeboden letters vervangen door andere letters. Zo kunt u het aanbod afstemmen op de specifieke behoeften van een leerling.



æ Hierbij kunt u ‘blauwe letters’ actief maken, waardoor de nadruk gelegd wordt op de letter die wisselt en daarmee ook op het deel van het woord dat hetzelfde blijft. æ Als het rijtje vol is, kan dit gelezen worden. De tijd kan gemeten worden door op de knop ‘start’ te drukken. æ Het rijtje kan meerdere keren gelezen worden, waarbij de tijd opgenomen kan worden. Aan de tijdbalkjes is te zien of het lezen al sneller is gegaan.

3. Woorden flitsen æ Na het oefenen worden de aangeboden letters ge-

Na het oefenen kunt u de woorden flitsen die in de

flitst: de aangeboden letters worden een voor een

module ‘Woorden oefenen’ geoefend zijn. De inhoud

kort getoond.

van ‘Woorden flitsen’ voor de steraanpak is anders

æ U kunt zelf de flitssnelheid instellen door op de

dan de inhoud van de module ‘Flitsen’ in de basis-

‘tijdsbalk’ te klikken: hoe meer gekleurde streep-

instructie. De te flitsen woorden worden eerst aange-

jes u ziet, hoe sneller de letters getoond worden.

boden in de module ‘Woorden oefenen’, waar de kin-

æ Het is ook mogelijk om de letters handmatig te la-

deren de woorden zonder tijdsdruk kunnen oefenen.

ten verschijnen met behulp van de pijltjes ‘terug’

Pas daarna gaat u met de kinderen deze woorden flit-

en ‘vooruit’. Op deze manier kunt u zelf het tempo

sen. De woordcategorieën die vanaf kern 7 worden

per letter bepalen.

aangeleerd, worden dan ook nooit direct op de eerste dag geflitst. Op de eerste dag van een woordcatego-

2. Woorden oefenen

rie vindt u dus alleen de module ‘Woorden oefenen’.

De inhoud van deze module is gebaseerd op Veilig &

Wanneer u vindt dat het flitsen te snel gaat, kunt u

vlot, maar het aantal woorden dat wordt aangeboden

kiezen voor handmatige bediening met de pijltjes

is gereduceerd. De hoeveelheid leesstof is aange-

‘terug’ en ‘vooruit’. Als de kinderen eraan toe zijn,

past aan het leestempo van zwakke lezers, waardoor

kunt u ook kiezen voor automatisch flitsen.

de kinderen meer succes ervaren en een betere lees-

Wanneer het flitsen nog te moeilijk is, kunt u dit on-

motivatie houden. Kinderen die in de verlengde in-

derdeel van de oefening beter weglaten. Tijdsdruk

structie hebben geoefend met ‘Woorden oefenen’

kan bij zwakke lezers aanleiding geven tot haperen

hoeven dus niet meer met Veilig & vlot te oefenen!

en hortend lezen! U kunt het flitsen een kern later

De module is elk dag (met uitzondering van de laat-

nog eens proberen.

ste afrondingsdag) opgenomen vanaf kern 1 dag 11.

De module wordt elk dag (met uitzondering van de

æ De woordrijtjes worden een voor een opgebouwd,

laatste afrondingsdag van elke kern) opgenomen vanaf kern 1 dag 11.

waardoor de kinderen minder visuele informatie tegelijk ontvangen.



æ De woorden worden een voor een kort getoond. æ U kunt zelf de flitssnelheid instellen door op de ‘tijdsbalk’ te klikken: hoe meer gekleurde streepjes u ziet, hoe sneller de woorden getoond worden. æ Het is ook mogelijk om de woorden handmatig te laten verschijnen met behulp van de pijltjes ‘terug’ en ‘vooruit’. Op deze manier kunt u zelf het tempo per woord bepalen.



veilig leren lezen Toelichting Leerkrachtassistent versie 2.0

Recommend Documents