Vector
JAARGANG 12 ZOMER / 2005
ZAKELIJK MAGAZINE VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
JA ARGANG 2, ZOMER 2006
Het vermogen om
kennis aan het werk te zetten
Algoritmes voor voorraadbeheersing
MINISYMPOSIUM Colofon:
Meet & Match, poort naar high tech start
Technische Universiteit Eindhoven TU/e Innovation Lab Horsten 1 5612 AX Eindhoven Telefoon (040) 247 4822 e-mail:
[email protected] internet: http://www.tue.nl
Datum:
Donderdag 14 september 2006, van 15.30 – 18.30 uur.
Vijf jonge ondernemers geven een korte bedrijfspresentatie. Doelgroep:
Hoofdredactie Drs. Han Konings Telefoon (040) 247 3330/ 247 29 61 Telefax (040) 245 60 33
Plaats:
Grote Zaal in Kennispoort op de TU/ecampus.
Medewerkers aan dit nummer: Cora van den Berg Chris van de Graaf, Paula van de Riet
Inhoud:
Vanuit hun eigen ervaring en verschillende invalshoeken gaan twee sprekers in op de uitdagingen waar (startende) bedrijven voor staan. Aansluitend kunt u kennismaken met een aantal kennisintensieve/high tech starters in de regio Zuidoost-Brabant.
Eindredactie en coördinatie Communicatiebureau Corine Legdeur Foto's en illustraties Gerard Paul Haga OGC, Bart van Overbeeke Vormgeving Onnink Grafische Communicatie bv. Oudenbosch
(Nieuwe) startende ondernemers en gevestigde (middelgrote) bedrijven die zoeken naar nieuwe contacten in de regio als mogelijke partner, leverancier, klant, coach of investeerder. Organisatie:
Kamer van Koophandel Oost-Brabant, TU/e en Stichting Incubator3+. Meer informatie en aanmelding:
www.kennispoort.nl.
Druk E.M. de Jong, Baarle-Nassau Vector is een uitgave van het TU/e Innovation Lab, organisatie voor innovatiestimulering, kennis- en technologietransfer en business development van de TU/e en van TU/e Innovation Lab BV, incubator van de Technische Universiteit Eindhoven. Vector verschijnt vier maal per jaar en wordt kosteloos toegezonden aan zakelijke relaties van de TU/e om hen te informeren over projecten en initiatieven op het gebied van onderzoeksprojecten met het grotere bedrijfsleven, innovatieprojecten met het MKB en ontwikkelingen met betrekking tot starters en spin-off activiteiten.
Betrokken bij... F O T O : G E R A R D PA U L H A G A
Het eerstvolgende nummer van Vector verschijnt in september 2006. ISSN-nummer 1872-1729 Hebt u vragen of opmerkingen of wenst u Vector niet meer te ontvangen, mail dan naar
[email protected].
Drs. Kees Halkes, lid van Raad van Commissarissen van de NTS-Group.
Drs. Kees Halkes heeft aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam bedrijfseconometrie gestudeerd. Zijn loopbaan begon in 1971 als controller bij Te Strake in Deurne. Na een aantal jaren werd hij adjunctdirecteur, daarna mededirecteur en in 1982 algemeen directeur. In 1992 heeft hij het bedrijf overgenomen. In 2002 is Halkes overgegaan naar de Raad van Commissarissen, waar hij onder meer het beheer voert van een aantal deelnemingen van de holding (bijvoorbeeld van vijftig procent van de aandelen in de vorig jaar via een fusie gevormde NTS-Group).
Op de cover: Panalpina is betrokken bij de logistieke services van ASML.
Betrokkenheid bij de TU/e: Ik ben bij de TU/e betrokken geraakt door de Stichting Incubator 3+. Ik ben toen als een soort ‘kwartiermaker’ aan de gang gegaan om de alliantie van de verschillende betrokken partijen (TU/e, TNO, Fontys Hogescholen, BOM, Rede, Syntens, Rabobank en Philips) tot stand te brengen.
Lees verder op pagina 6. Foto: Bart van Overbeeke
Naast onderwijs en onderzoek rekent de Technische Universiteit Eindhoven ook kennisvalorisatie tot één van haar kerntaken. Kennis die op de universiteit aanwezig is, moet op een snelle en efficiënte wijze kunnen worden uitgedragen richting bedrijfsleven. Met de titel Vector, die is meegegeven aan het nieuwe zakelijke magazine van de TU/e, hoopt de TU/e dat streven op een bondige manier tot uitdrukking te brengen. Vector staat tenslotte voor ‘de lijn die doorgetrokken kan worden, die opschaalbaar is …’ De lijn, de vector, die ontspringt vanuit de kennisbron aan de universiteit zal in toenemende mate worden doorgetrokken naar de buitenwereld; we noemen dat vanuit de TU/e ‘Het Vermogen om Kennis aan het Werk te zetten’.
2
V
E
C
T O
R
/
2
Opvallend bedrijf in de regio: Los van de eigen bedrijven ben ik altijd geboeid geweest door de prestaties die Philips heeft geleverd. Ongelooflijk hoeveel verschillende activiteiten in de vorige eeuw wereldwijd ontplooid zijn op basis van de kennis die in eigen huis werd ontwikkeld. Belangrijk voor de economie: Dit voorbeeld van Philips blijven volgen! Dat betekent dus kennisontwikkeling in een netwerk, waarin voor een bepaald onderwerp alle toonaangevende kennisinstellingen en bedrijven met elkaar verbonden zijn. Wereldkampioen op een (beperkt) aantal gebieden worden en blijven. Het betekent ook ondernemerschap: kansen zien en deze grijpen. Nederland over vijftien jaar: Dankzij onze multiculturele gerichtheid en gevoel voor andere culturen, gekoppeld aan het ‘wereldburgerschap’ zijn wij beter dan anderen in staat internationaal succesvolle samenwerkingen op te zetten met bedrijven en instituten in de groei-landen, gebaseerd op onze technologische kennis.
/
2
0
0
6
Brainport Eindhoven
B
De universiteit vormt een vitaal onderdeel van het innovatie-ecosysteem van Brainport Eindhoven. De TU/e speelt een leidende rol op het gebied van onderzoek en technologie en vervult een actieve rol in het stimuleren van ondernemerschap en new business, maar is ook een voortrekker op het gebied van human resources. De TU/e is een leverancier van talent en speelt een belangrijke rol in het aantrekken van internationale kenniswerkers. Voor alle toptechnologieregio’s geldt dat de combinatie van een multinational en een topuniversiteit essentieel is voor succes. Zonder de TU/e zou Brainport Eindhoven geen topregio zijn.
In 2013 wil Brainport Eindhoven/Zuidoost Brabant de nummer één toptechnologieregio in Europa zijn. Met haar sterke internationale uitstraling speelt de universiteit een belangrijke rol in het versterken van de internationale positie van de regio. Het deelnemen aan Europese onderzoeksprogramma’s en de samenwerking tussen bedrijven, researchcentra en onderwijsinstellingen binnen het gebied EindhovenLeuven-Aken zal in de toekomst steeds belangrijker worden. ‘Proximity matters’, zegt men in het Engels. Het volledige spectrum, van fundamenteel onderzoek tot en met het ontwikkelen, produceren en in de markt zetten van producten, is hier aanwezig. Fysieke nabijheid maakt kruisbestuiving mogelijk en dat maakt deze regio uniek. De hechte samenwerking tussen universiteit en bedrijfleven vormt mede het fundament van Brainport Eindhoven. Hierin vervult Vector een belangrijke rol. Vector fungeert als tolk in de communicatie tussen de werelden van wetenschap, kennis en bedrijfsleven. Het magazine slecht drempels, maar het is wél belangrijk dat er ook activiteiten aan worden gekoppeld, in het bijzonder voor het Midden- en Kleinbedrijf.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
rainport Eindhoven/Zuidoost Brabant is de hotspot van de toptechnologieregio ZuidoostNederland. De bijdrage die deze regio levert aan de Nederlandse economie overtreft die van steden in de Randstad. Ook internationaal scoort deze topregio hoog op het gebied van competitiviteit, productiviteit, werkgelegenheid, research & development, en innovatie. Dit zou niet mogelijk zijn zonder de TU/e.
Drs. Elies Lemkes-Straver Directeur Stichting Brainport Eindhoven
In dit nummer: 4
IN GESPREK Rond universiteiten zijn kiemen van bedrijvigheid nodig/ Ir. Jan Mengelers, algemeen directeur TNO Industrie en Techniek over technostarters, kennisvalorisatie en de rol van universiteiten daarin.
6
SAMENWERKING MET GROOTBEDRIJF Slimme vooraadbeheersing van reserveonderdelen/ Besparingen op reserveonderdelen kunnen de service aan klanten van ASML verbeteren tegen veel lagere kosten. ASML is daarvoor een samenwerking aangegaan met de faculteit Technologie Management.
10
SAMENWERKING MET MKB TomTom voor motorrijders/ Motorrijder en derdejaars student Industrial Design Bart Friederichs stapte af op de succesvolle en innovatieve maker van navigatiesystemen TomTom om een navigatiesysteem voor motorrijders te ontwikkelen.
12
STARTERS Een film kijken terwijl je onderweg bent/ Voor het uitzicht in de metro en op voor op rolbanen van vliegvelden vond dr.ir. Xiaogang Mao een oplossing: een film die meebeweegt in je eigen snelheid. Kijken terwijl je beweegt.
en verder in dit nummer: • Wetenswaardigheden/8 • Van belang en agenda/14.
V
E
C
T O
R /
2
/
2
0
0 6
3
X IXNX XGXE XS XP XR XE X KX
IR. JAN MENGELERS, ALGEMEEN DIRECTEUR TNO INDUSTRIE EN TECHNIEK
Jan Mengelers maakt zich zorgen over de mogelijkheden om technologie om te zetten in bedrijvigheid.
‘Rond universiteiten zijn F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
kiemen van bedrijvigheid nodig’ De geschiedenis van spin-off bedrijfjes binnen TNO gaat terug tot de oprichting in 1932. Toch is er pas de laatste jaren een versnelling gekomen in deze manier van vercommercialiseren van kennis. Ir. Jan Mengelers, algemeen directeur TNO Industrie en Techniek over de moeilijkheden met technostarters en over kennisvalorisatie. Toen Mengelers in 2001 bij TNO kwam, was de financiële situatie nijpend. Het verlies van de afdeling Industrie was zo groot dat het de winst van de andere instituten binnen TNO ongedaan maakte. ‘Je begrijpt dus dat ik de lieveling was van de andere directeuren’, sprak hij destijds met ironie. Nu kan hij zijn collega’s weer onder ogen komen. ‘Het is nu omgekeerd. De vijftien instituten zijn samengevoegd tot vijf kerngebieden. Als je dat zou terugrekenen maakte het hele kerngebied Industrie en Techniek in 2004 een verlies van twee miljoen. In 2005 werd dat een winst van twee
4
V
E
C
T O
R
/
2
/
2
0
0
6
miljoen en dit jaar lijken we op hetzelfde getal uit te komen. Nu zijn we de meest winstgevende eenheid binnen TNO. Ik heb daarvoor moeten reorganiseren en instituten moeten sluiten. Ook al was er weinig keuze, het was een pijnlijke operatie.’ Met het aantrekken van de industrie heeft Mengelers meer wind in de zeilen gekregen. ‘We hebben nu een gevulde orderportefeuille van ongeveer acht maanden. Dat moeten er ongeveer tien worden om genoeg werk in huis te hebben.’ Reorganisaties en het focusseren van onderzoek zijn de
Mengelers: ‘Nederland is nog niet goed in het omzetten van technologie in bedrijvigheid.’
een deel van de opbrengst naar het kerngebied waaruit het bedrijf is voorgekomen. ‘Dat is wat wij er zelf aan hebben.’ Technostarters
sleutel geweest tot een gezonde financiële huishouding. Maar in hoeverre kan TNO keuzes maken in het onderzoek dat ze doet? ‘De richting van onderzoek wordt natuurlijk gestuurd door wat onze omgeving van ons wil. Wij kijken met klanten van bedrijven en de overheid of we op de goede technologieën inzetten.’ Het betekent dat hij minder kan focusseren op enkele technologiegebieden. ‘We zijn al sterk gefocusseerd en je hoort al dat ondernemers zich afvragen of hun interessegebieden niet in het gedrang komen.’
Maar technostarters die niet uit TNO voortkomen hebben ook betekenis voor het instituut. ‘Het zijn mensen die vaak in een onderzoeksomgeving zijn opgegroeid. Ze hebben dus geen vrees voor een club als TNO en stappen hier makkelijk binnen. Ze kennen de manier van denken en ze zijn begeesterd door technologie. Dat praat makkelijker dan een MKB’er die elke euro moet omdraaien en vreest voor een te wetenschappelijke benadering van zijn probleem. Technostarters hebben als probleem dat ze meestal geen budget hebben. Daarom participeren we in Incubator3+ om ze te helpen. Via die opzet zijn er bedrijfjes voor wie we hier onderzoek doen.’ Toch is Mengelers niet optimistisch over de missie om techno-ondernemingen op te zetten. ‘Wij, en dan bedoel ik Nederland, zijn nog niet goed in het omzetten van technologie in bedrijvigheid. Dat komt voor een deel doordat onze academische omgeving niet gericht is op bedrijvigheid. Het is geen natuurlijk mechanisme. Een ander probleem is het investeren in technologieën. We hebben kapitaal, maar we gebruiken het niet zo snel als durfkapitaal voor een technologie. We zijn voorzichtig en behoudend. Dat maakt dat er zo hard wordt getrokken aan technostarters. Die opzet steunen we, omdat we rond universiteiten en kennisinstellingen kiemen van bedrijvigheid moeten hebben.’ Kennisvalorisatie
Zesde kerngebied
TNO heeft een structuur met vijf kerngebieden. Het zesde gebied is de bedrijvigheid; het opzetten van ondernemingen. ‘TNO is al meer dan vijftien jaar actief bezig met spin-offs’, vertelt Mengelers. ‘In onderzoek ontstaan kiemen die je kunt vercommercialiseren. TNO heeft daarvoor TNO bedrijven BV, ons zesde kerngebied. Dit onderdeel heeft inmiddels zo’n tachtig BV’s. In Noord-Brabant zitten er een tiental.’ ‘TNO had bij de oprichting in 1932 bij wet al de verplichting om de brug te slaan tussen fundamenteel onderzoek en toepassingen in industrie en ander bedrijfsleven. Met andere woorden: hoe maak je de vertaalslag van kennis en technologie? Dat doen we door middel van onderzoek voor onze klanten. We geven consultancy aan klanten. We doen uitvoerend werk zoals testen en keuren. En we genereren nieuwe activiteiten. Dat doen we voor de BV Nederland, om het wat aanmatigend te zeggen. Valorisatie van kennis is voor ons dus een wettelijke kerntaak. We hebben altijd bedrijven gehad, maar de laatste jaren is dat exponentieel toegenomen.’ De zin hiervan is volgens de directeur dat er bedrijfjes zijn die voor Nederland zorgen voor behoud van technologie en het scheppen van werkgelegenheid. Wanneer de bedrijfjes verkocht worden, gaat
Ook het overdragen van kennis naar MKB’ers is volgens de directeur TNO Industrie en Techniek een lastige opgave. Zijn instituut is er voor opgericht, maar het is soms een ‘worstelpartij’, omdat kleine bedrijven in een heel ander tempo leven en een andere kijk op hoogwaardige kennis hebben dan wetenschappers. Het is volgens Mengelers daarom onbegrijpelijk dat ook universiteiten van overheidswege de taak opgelegd krijgen om kennis te valoriseren door dienstverlening aan bedrijven te geven. ‘Dat is een idiote zet. Universiteiten hebben primair de taak om onderwijs en onderzoek te doen. Ze zijn ook helemaal niet toegerust op het valoriseren van kennis. Hun kennis is daar niet op gericht. Ze leven in een tijdconstante van ongeveer acht jaar; twee keer een promotieonderzoek. Dan weet je wat van een vakgebied. Een universiteit heeft dus denk- en onderzoekstermijnen van meerdere jaren. De meeste bedrijven, zelfs grote bedrijven tot vijfhonderd man, hebben een horizon van een halfjaar. Als je die twee werelden bij elkaar aan tafel zet, gaat dat moeizaam. Ze hebben fundamenteel een andere functie. Ik voorspel ook dat het valoriseren van kennis aan de universiteiten door middel van dienstverlening en opbouw van een octrooienportefeuille zal verschralen en dat men er van terug zal komen.’
V
E
C
T O
R /
2
/
2
0
0 6
5
S A M E N W E R K I N G M E T G RO OT B E D R I J F
Besparingen op reserveonderdelen kunnen de service aan klanten van ASML verbeteren tegen veel lagere kosten. ASML is daarvoor een samenwerking aangegaan met de TU/e. Op de faculteit Technologie Management (TM) zijn enkele slimme algoritmes ontwikkeld voor de voorraadbeheersing van reserveonderdelen. De algoritmes zijn inmiddels geïmplementeerd bij ASML. ‘Het is een zeer gelukkige match.’
Slimme voorraadbeheersing van reserveonderdelen pen. Als er reserveonderdelen nodig zijn, moeten die ook binnen deze tijd beschikbaar zijn. De prijs van een reserveonderdeel voor de wafersteppers kan oplopen tot meer dan een miljoen euro. De voorraden aan reserveonderdelen van ASML bedragen tientallen miljoenen euro’s. Dan is een paar procent bezuinigen door slimme voorraadbeheersing al snel de moeite waard.’ De vraag is dus hoe je het aantal reserveonderdelen optimaal kunt plannen tegen zo laag mogelijke kosten én zo hoog mogelijke beschikbaarheid voor de klant. ‘Dat is een complex wiskundig probleem, waarvoor wij de expertise niet in huis hebben. Daarom hebben we bij de TU/e aangeklopt. Daar hadden ze de oplossing niet op de plank liggen. Het bleek voldoende stof te zijn voor een promotieonderzoek. ASML neemt een deel van de financiering daarvan voor haar rekening.’ In januari 2002 is een promovendus van start gegaan, onder leiding van dr.ir. GeertJan van Houtum, universitair hoofddocent
De samenwerking tussen ASML en de faculteit TM dateert uit 2001. Toen stapte het bedrijf op de universiteit af voor ondersteuning bij een logistiek probleem: de voorraadbeheersing van reserveonderdelen. ‘Onze wafersteppers, waarmee onze klanten IC’s kunnen produceren, kosten miljoenen euro’s’, zegt dr.ir. Harrie de Haas, bij ASML verantwoordelijk voor de service logistieke organisatie. ‘Als zo’n machine stil valt, kost dat vreselijk veel geld. Daarom zijn wij als ASML nauw betrokken bij het onderhoud en de serviceverlening van de machines. We hebben bij de fabrieken van onze klanten servicekantoren en maga-zijnen staan. Op die manier proberen we de beschikbaarheid van de machines zo hoog mogelijk te houden.’ ASML legt met de klant vast hoeveel tijd een machine minimaal beschikbaar moet zijn voor het draaien van productie, zegt De Haas. ‘De resterende tijd, een paar uren per week, mag de service organisatie gebruiken om eventuele storingen te verhel-
Geert-Jan van Houtum (links) en Harrie de Haas bij Panalpina dat betrokken is bij de logistieke services van ASML.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
6
V
E
C
T O
R
/ 2
/
2
0
0
6
Operations Management bij de faculteit Technologie Management. Zijn capaciteitsgroep is wereldwijd gezien één van de leiders op het gebied van onderzoek naar voorraadbeheersing van reserveonderdelen. ‘Dat vraagt om andere wiskundige formules dan gewone voorraadbeheersing’, legt Van Houtum uit. ‘Bij standaard voorraden gaat het om een afweging tussen beschikbaarheid en kosten van ieder item afzonderlijk. Bij reserveonderdelen staan de aparte onderdelen niet centraal, maar de beschikbaarheid van de machine, die zo veel mogelijk draaiende moet worden gehouden. Daar is een complexer wiskundig model voor nodig, dat de gehele voorraad in één keer optimaliseert tegen de gewenste beschikbaarheid van de machine. Een belangrijke stap in de oplossing van zo’n probleem zit hem in de juiste wiskundige formulering ervan.’ Het promotieonderzoek heeft inmiddels vruchten afgeworpen. ‘Er zijn algoritmes uitgekomen waarmee wij al onze magazijnen in de wereld beter en sneller kunnen plannen’, zegt De Haas. ‘We kunnen snel zien hoeveel voorraad van reserveonderdelen er nodig is, afgewogen tegen de wensen van de klant. Een jaar geleden hebben we de algoritmes in gebruik genomen in onze service logistieke organisatie. De berekeningen van de gemiddelde wachttijd van de machine op reserveonderdelen blijken te kloppen met de wekelijks gemeten prestatie. Zo hebben we de voorraad van reserveonderdelen kunnen verkleinen, precies zoals de onderzoekers hadden berekend. Daarnaast hebben we de beschikbaarheid aan onze klanten verbeterd, en hebben onze planners meer tijd om zich op andere zaken te concentreren.’ Vorig jaar is er een tweede promotieonderzoek gestart in samenwerking met ASML.
Dat gaat om service tools, gereedschappen om te analyseren wat er mis is aan een machine. ‘Dan heb je te maken met andere aspecten’, zegt De Haas. ‘Service tools worden niet verbruikt, maar gébruikt. De halfgeleidermarkt is heel cyclisch. Als je teveel investeert in de periode dat de markt aantrekt, draag je te hoge kosten in de onvermijdelijke downturn. De kosten van een service tool kunnen ook oplopen tot een paar ton. Dan loont het de moeite om te kijken of je met slimme algoritmes een betere beschikbaarheid kunt realiseren tegen lagere investeringskosten.’ Dit onderzoek is in oktober vorig jaar gestart. Resultaten worden in de komende jaren verwacht. Luxe situatie
Het eerste promotieonderzoek heeft meer opgeleverd dan beide partijen hadden verwacht. ‘De berekende planning en de werkelijkheid blijken goed overeen te komen’, zegt De Haas. ‘Dat moet je vooraf maar afwachten.’ Voor de onderzoekers was het fantastisch dat ASML het algoritme heeft geïmplementeerd. ‘Wij kunnen een mooie wiskundige oplossing bedenken, maar of dat daadwerkelijk toegepast gaat worden is afhankelijk van de bedrijfscultuur’, zegt Van Houtum. ‘ASML is heel ver daarin, in vergelijking met andere bedrijven. De service logistieke organisatie is heel professioneel ingericht, met veel hoogopgeleide mensen. Een luxe situatie was het ook dat Harrie de Haas zelf een achtergrond heeft in het onderzoeksveld waarin wij werken. Zo konden we goed communiceren over alle achterliggende wiskundige aspecten. Dat maakte het een zeer gelukkige match. Ik vertel graag over dit project op wetenschappelijke congressen. En ik merk dat andere bedrijven steeds vaker enthousiast reageren als ik ze benader voor andere onderzoeken.’ Het proefschrift over de reserveonderdelen komt eind dit jaar uit. De Haas is niet bang dat de twee Japanse concurrenten van ASML daar profijt van zullen trekken. ‘Het succes is afhankelijk van meer dan alleen een set toegepaste algoritmes die gepubliceerd wordt. Bovendien is zo’n wiskundig probleem heel erg op een bedrijf zelf toegespitst. Vooral in de halfgeleiderindustrie vraagt zoiets om voortdurende aanpassingen. Tenslotte is de tijdsduur tussen start en implementatie al snel een paar jaar. Snelheid is heel belangrijk in deze wereld. Wij zijn tevreden als we onze concurrenten een paar jaar kunnen voorblijven.’
V
E
C
T O
R /
2
/
2
0
0 6
7
Wetenswaardigheden POLYNORMWONING Vier Bouwkundestudenten hebben in de Koepel op het TU/e-terrein een Polynormwoning opnieuw in elkaar gezet. Dik vijftig jaar lang stond in het Eindhovense F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
stadsdeel Strijp een wijkje met 212 van dit soort systeembouwhuizen, maar dat wijkje moet nu plaatsmaken voor nieuwbouw. De faculteit Bouwkunde besloot, samen met Woonbedrijf en de Stichting Wederopbouwerfgoed, een exemplaar te redden voor het nageslacht. Het huis gaat
De wederopbouw van de Polynormwoning op het TU/e-terrein.
dienen als studieobject en heeft daarom geen vloerbedekking, meubilair of binnenwanden.
als voorbeeld voor de systeembouw. Hoe het
Volgens Alfons Klaasse Bos (22), project-
echter precies in elkaar zat, staat niet meer op
leider van de verplaatsing en masterstudent
papier. De documentatie van Polynorm, een door
Bouwtechniek, was het Polynormsysteem
Philips opgericht bedrijf, is grotendeels verloren
Twee teams van de TU/e hebben een plek ver-
zijn tijd ver vooruit en kan het nu nog dienen
gegaan.
overd in de laatste ronde van New Venture, een
TWEE TU/e-TEAMS IN LAATSTE RONDE NEW VENTURE
wedstrijd voor ondernemingsplannen. In totaal hebben 127 teams de haalbaarheid van hun innovatieve idee onderzocht. Tijdens de prijsuitreiking eind maart zijn de tien meest innovatieve
Spin-off creatie
en haalbare ideeën door Mark Rutte, staatssecretaris van Onderwijs, beloond met een cheque van duizend euro. De winnende ideeën
VIRTUELE MAQUET TE IN DE MARKT GEZET
behoren nu tot de tien finalisten waaruit in De toekomst projecteren en visualiseren is dagelijkse kost voor de groep Ontwerp Systemen
juni een beste plan wordt gekozen. Het eerste
van de faculteit Bouwkunde van de TU/e. Een mooi voorbeeld is de ‘virtuele maquette’, de di-
winnende project uit Eindhoven is Validus,
gitale versie over de toekomst van de TU/e-campus, een project dat op verzoek van het College
een innovatief veiligheidslabel waarmee de
van Bestuur is gestart. Bouwplannen en ruimtelijke ordening van de TU/e worden hiermee de
echtheid van medicijnen geverifieerd kan wor-
komende jaren op eenvoudige manier gepresenteerd. Het prototype heeft een eigen plaats gekre-
den. Teamleider is Robert Vrancken, student
gen op de TU/e. Ir. Wim Bens, directeur van het TU/e Innovation Lab heeft de virtuele maquette
Technische Bedrijfskunde. De tweede winnaar is
onder de aandacht bracht van Joop van Odenhoven, directeur van Confirma om te bekijken of
Vakwerkfundering, een nieuwe funderingstech-
het product in de markt gezet kon worden. Van Odenhoven is gespecialiseerd in ontwikkeling en
niek om fundering industrieel te produceren, van
begeleiding van nieuwe product/markt-combinaties. Hij bracht het concept onder de aandacht
Bouwkundestudent Joost Huijgen.
van architecten, projectontwikkelaars, stedebouwkundigen en beleggers en de reacties waren unaniem positief. In samenspraak met de groep Ontwerp Systemen werd besloten het product in de markt te gaan zetten. ‘We hebben ongeveer zes maanden nodig om tot versie 1.0 te komen en een en ander productierijp te maken’, aldus Van Odenhoven, ‘maar dat het een kansrijk product is staat buiten kijf.’ De virtuele maquette is inmiddels omgedoopt tot 3DIGIpoint en de ontwik-
UNIPARTNERS EINDHOVEN DOET ONDERZOEK BIJ AGIO CIGARS
kelaars van de faculteit Bouwkunde hebben al weer aanvullende functionaliteit voor het product ontwikkeld. Meer info over 3DIGIpoint: Confirma, J. van Odenhoven, tel. (0653) 14 67 99.
Agio Cigars is één van de toonaangevende sigarenproducenten in West-Europa met be-
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
kende merken als Mehari’s, Panter, Balmoral en de Huifkar. Jaarlijks produceert men ongeveer 750 miljoen sigaren. De afzet vindt voornamelijk plaats via eigen verkooporganisaties in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Italië. Het hoofdkantoor van Agio is gevestigd in Duizel. Kwaliteit staat zeer hoog in het vaandel bij Agio. Op verschillende punten in het proces wordt de kwaliteit van de sigaar gemeten aan de hand van
Op de TU/e-campus kan de virtuele maquette bekeken worden.
8
V
E
C
T O
R
/
2
/
2
0
0 6
bepaalde controles. UniPartners had al eerder een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van
Innovatievoucher het kwaliteitscontroleproces en kwam met de aanbeveling om de ingangcontroles bij Agio over te laten aan de leveranciers.
ONDERZOEK NAAR STRIPLAKKEN
In het vervolgonderzoek heeft de TU/e-student PTG Eindhoven - voluit Polymer Technology
oriëntatie bij Agio en de toeleveranciers uitge-
Group Eindhoven BV en voorheen het
voerd. Ook heeft de student het productieproces
Kunststoffenhuis - is een honderd procent
en de daarbijbehorende kwaliteitscontroles bij
dochteronderneming van de TU/e en is geves-
de leveranciers onderzocht. Hierbij lag de na-
tigd op de TU/e-campus. PTG/e helpt bedrij-
druk op de match tussen de wensen vanuit Agio
ven bij het testen van onder andere kunststof
met betrekking tot de kwaliteit en de mogelijk-
materialen en coatings. Naast contract-
heden hiertoe bij de toeleveranciers. Op basis
onderzoek voert PTG/e ook projecten uit
hiervan is een adviesrapport opgesteld. Naar
voor ondernemers met een innovatievoucher.
aanleiding van het onderzoek is er een proces
PTG/e heeft recent een onderzoek afgerond
opgestart wat, door een nog intensievere
voor Wiltec BV, een bedrijf dat zich speciali-
samenwerking, in de toekomst dient te leiden
seert in verfspuitapparatuur. ‘Het bedrijf wilde
tot het laten vervallen van de ingangscontroles
weten welke striplak zich het best laat verwij-
omdat deze controles bij de leveranciers al
deren van diverse ondergronden’, vertelt re-
zijn uitgevoerd. Voor meer informatie: tel. 040-
search fellow drs. Gabrielle van Benthem (zie
2478252, e-mail:
[email protected],
foto). ‘We hebben dus een groot aantal strip-
www.unipartners.nl.
lakken getest op adhesie en veroudering.’ Om
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
die het onderzoek uitvoerde een uitgebreide
de duurzaamheid van het materiaal te testen
we bijvoorbeeld belletjes ontstaan. We hebben
werd een verouderingsopstelling gebruikt.
aangeven welke chemische processen er spelen
Met verschillende soorten lampen werd
en welke vervolgstappen het bedrijf eventueel
de blootstelling aan binnen- en buitenlicht
kan ondernemen. Dat is de toegevoegde waarde
nagebootst. Of de striplakken zich gemak-
van onze toegepast-wetenschappelijke achter-
De TU/e is een van de deelnemers van een
kelijk lieten verwijderen is daarna handmatig
grond.’ Contactpersoon bij het PTG/e is ir. Jan
onlangs goedgekeurd project met de veelzeg-
getest. ‘We hebben ook aangegeven wat ons
van den Oever, telefoon 040-247 5435, e-mail
gende naam Bridging Business and Science
verder nog opviel aan het materiaal’, zegt Van
[email protected]. Voor meer informatie
(BBaS). Dit project heeft tot doel om in de
Benthem. ‘Bij bepaalde striplakken zagen
over PTG/e: www.ptgeindhoven.nl.
KENNISUITWISSELING OP EUROPEES NIVEAU
periode 2006-2007 de samenwerking en kennisuitwisseling te stimuleren tussen Europese wetenschappers en (high tech) bedrijven. Het creëren van nieuwe Europese netwerken
maken, kunnen wetenschappers en ondernemers
ontwikkelde de GTD een trekbank voor Tripod
voor wetenschappers en ondernemers in de
kosteloos deelnemen aan de studiereizen. Zij
Autoaanpassingen, een bedrijf dat gespeciali-
sectoren Biotechnology & Health, ICT & New
hoeven derhalve alleen hun eigen tijd erin te
seerd is in het aanpassen van auto’s en busjes
Materials en Environmental Solutions is het
investeren. Dit is mogelijk gemaakt door finan-
voor gehandicapten. Met de trekbank test het
belangrijkste doel. Naast de TU/e zijn de uni-
ciële ondersteuning van het project, enerzijds
bedrijf de nieuwe bevestigingspunten voor de
versiteiten van Surrey en Greenwich (beide
vanuit het GROW-programma (Interreg III-rege-
gordels die moeten voldoen aan de keurings-
Engeland), Krakow (Polen), Bologna (Italië) en
ling) en anderzijds door de provincie Noord-
eisen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer
Cordoba (Spanje) de andere deelnemers. Ook
Brabant.
(RDW). Naast de trekbank ontwikkelde de GTD
bedrijven worden actief in het project betrok-
Indien u meer wilt weten over het project en/of
ook de bijbehorende elektronica, software en
ken. Men gaat tweedaagse studiereizen organi-
belangstelling heeft om aan een studiereis deel
krachtmeetcellen.
seren naar elk van de universiteiten die steeds
te nemen, dan kunt u contact opnemen met
Eind vorig jaar meldde Tripod zich opnieuw bij
ongeveer veertig personen zullen ontvangen,
Gerard Blom van het TU/e Innovation Lab: tele-
de GTD met een innovatievoucher. Deze keer
fifty-fifty verdeeld naar wetenschappers en
foon 040-2474822, e-mail
[email protected]. Hij
bestond de opdracht uit het optimaliseren van
ondernemers. Voor ondernemers is deelname
kan u ook meer vertellen over de programmering
de software, onder andere op het gebied van
interessant, omdat tijdens deze studiereizen de
van elk van de studiereizen.
gebruikersvriendelijkheid. Jovita Moerel was betrokken bij het project. Zij benadrukt dat er
specialistische kennisgebieden van de bezochte
veel tijd wordt gestoken in het afstemmen van
universiteit worden belicht. Ook wordt uit de doeken gedaan welke initiatieven men ontplooit om bedrijven meer gebruik te laten maken van de hoogwaardige kennis die binnen de universi-
het programma van eisen met de opdrachtgever.
PROTOTYPES VOOR UNIVERSITEIT EN BEDRIJFLEVEN
Moerel geeft aan dat de GTD prototypes ontwikkelt die uniek zijn. Dat bewijst de toegevoegde waarde van de GTD. De GTD is betrokken bij
teit aanwezig is. Uiteraard vormen de direct en indirect te leggen contacten met wetenschap-
De Gemeenschappelijke Technische Dienst (GTD)
vijf à tien innovatievoucherprojecten per jaar.
pers en andere ondernemers uit de genoemde
van de TU/e ontwerpt prototypes voor weten-
Contactpersoon bij de GTD is ir. Wim Peters,
Europese regio’s eveneens een aanlokkelijk
schappers aan de universiteit, maar ook voor
telefoon 040-247 3651,
[email protected].
perspectief. Om deelname laagdrempeliger te
het Midden- en Kleinbedrijf. Vijf jaar geleden
Voor meer informatie over de GTD: www.tue.nl/gtd.
V
E
C
T O
R /
2
/
2
0
0 6
9
SAMENWERKING MET MKB
Wat willen motorrijders? Gemakkelijk de weg vinden staat vast hoog op het verlanglijstje. Motorrijder en derdejaarsstudent Industrial Design Bart Friederichs had een idee om dit beter voor elkaar te krijgen. Hij stapte af op de succesvolle en innovatieve maker van navigatiesystemen, TomTom. Voor het eindproject van zijn bacheloropleiding ontwikkelde Friederichs bij TomTom een systeem dat motorrijders bijna letterlijk op het lijf geschreven is.
TomTom
voor
motorrijders
Mark de Graaf (links) en Bart Friederichs met de navigatiegordel voor TomTom. In de toekomst wordt de apparatuur draadloos.
1 0
V
E
C
T O
R
/
2
/
2
0
0
6
S T U D E N T O N T W I K K E LT T O E P A S S I N G N AV I G AT I E S Y S T E E M
Friederichs vond de uitvoering van bestaande navigatiesystemen voor op de motor onhandig: een combinatie van een oortje en een klein scherm op het stuur. ‘Je kunt de aanwijzingen niet goed horen door het omgevingslawaai, waardoor je meer op het schermpje gaat kijken dan goed is voor je veiligheid. Dat moet anders kunnen, dacht ik.’ Na veel uitproberen met verschillende haptische (geënt op de tast, gevoel) mogelijkheden zoals banden met tactoren op verschillende delen van het lichaam of de motor, kwam hij uit op een gordel om het middel. ‘Daarin zitten acht tactoren die alle informatie kunnen overbrengen die je nodig hebt om van A naar B te komen’, vertelt Friederichs. Zo laat de gordel weten wanneer er een afslag aankomt door eerst één keer aan de juiste kant te trillen, dan twee keer als je dichterbij komt en dan drie keer als je echt af moet slaan. Bij het naderen van een rotonde voel je een ronddraaiende beweging doordat alle tactoren achter elkaar even een trilsignaal geven. ‘Het resultaat is een complete haptische taal waar je met precisie op kunt reageren. Op de weg wil je niet weten welke kant je ongeveer uit moet, je moet het exact weten. Tegelijkertijd werkt het zo intuïtief dat er geen bewuste interpretatieslag plaatsvindt.’ Met andere woorden, de cognitieve belasting is minimaal en de aandacht kan bij de weg blijven. Friederichs opteerde voor het verstrekken van zoveel mogelijk informatie via de gordel. Volgens hem hebben gebruikers binnen tien minuten door hoe de gordel werkt en is het schermpje voortaan alleen nodig als backup. Het was zijn bedoeling om een gebruiksvriendelijk apparaat te maken. ‘Ik wilde de mens centraal stellen. Denken over hoe iemand op een motor wil navigeren. Wat past er bij de situatie? Misschien zou je als je de weg niet weet het liefst iemand achterop hebben die je op je schouder tikt. TomTom past zich aan aan de mens en niet andersom.’ De gebruikers van de vijf prototypes rapporteerden zelfs dat de haptische feedback van de gordel rustgevend werkte, ze hoefden niet te luisteren of te kijken naar het systeem. Dat is een voordeel op de motor, waarbij men toch al meer indrukken van de omgeving op zich af voelt komen dan in een auto. Samenwerkingscontract
Friederichs is als aankomend industrieel ontwerper uiteraard met een specifieke opdracht op pad gestuurd. Het project was zijn eigen idee maar moest aan bepaalde voorwaarden voldoen. Studenten Industrial Design werken in het derde jaar van de bacheloropleiding aan een concreet individueel project in een van de gebieden ‘work’, ‘home’, ‘entertainment’ of ‘health’. ‘Het project moet de hele ontwerpcyclus in zich hebben en als het plan er ligt proberen we er een klant bij te zoeken,’ vertelt dr.ir. Mark de Graaf, programmamanager ‘work’. Het project van Friederichs valt onder ‘work’ vanwege de bestaande contacten van de groep met TomTom en de aanwezige expertise bij dit gebied. ‘Niet alle studenten werken met een klant van buiten de universiteit. Als we dat wel voor elkaar kunnen krijgen, komt er een nor-
maal samenwerkingscontract met een bedrijf waarin bijvoorbeeld het intellectueel eigendom geregeld is en duidelijke afspraken gemaakt worden over kosten’, zegt De Graaf. De faculteit Industrial Design (ID) wil dus van te voren afspraken maken met bedrijven over het intellectueel eigendom. Daarbij ziet men het liefst dat het intellectueel eigendom bij het bedrijf terechtkomt onder redelijke condities voor alle partijen. Niet zelden worden er patenten aangevraagd vóór de publicatie van resultaten. ‘Het is wennen voor ons om hierover afspraken te maken, maar we merken dat het voor beide partijen positief werkt. Het bedrijf neemt zo’n project serieuzer en gaat meer bijdragen. Studenten voelen zich van hun kant extra uitgedaagd en gaan het ook beter doen’, aldus De Graaf. Volgens de programmamanager verruimen dit soort project de mogelijkheden voor de faculteit. ‘Deze projecten werken inspirerend. Je verkoopt als wetenschapper absoluut je ziel niet. Je creëert juist een rijkere situatie door partners erbij te halen. Op dit moment loopt deze faculteit voor op het gebied van de aandacht voor intellectueel eigendom in combinatie met onderwijs.’ ‘Het ontwerpproces heeft een hoog abstractiegehalte’, stelt De Graaf. ‘Je begint met het probleem abstract te benaderen. Bart moest nadenken over de haptische taal. Hij is niet begonnen met het product gordel, hij heeft gekeken naar waar op het lichaam een motorrijder het beste signalen zou kunnen ontvangen. Hij heeft een literatuurstudie gedaan naar psychofysische aspecten van haptische feedback, en onderzoek naar bestaande systemen verricht. Alleen het resultaat is praktisch. Echte creativiteit bloeit in het heen en weer springen tussen heel abstract naar heel concreet experimenteel. Dan gebeuren er spannende dingen.’ Eigen idee
‘Wij werken het liefst samen met iemand die een goed eigen idee heeft’, zegt Ingrid Halters, de coach van Friederichs bij TomTom. ‘Het beste is een project dat afgerond wordt, waar geen andere projecten vanaf hangen. De samenwerking met Bart ging erg goed, hij is nogal een hands-on persoon. De afspraken met de faculteit vinden wij niet schokkend.’ En in de toekomst? Halters: ‘Het is goed mogelijk dat we zijn navigatiegordel op de markt gaan brengen, maar daar gaat nog een hoop marktonderzoek en ontwikkeling aan vooraf. We moeten natuurlijk weten of zo’n product levensvatbaar is.’ Friederichs heeft het concept ontwikkeld, de interactie van motorrijder en navigatiesysteem onderzocht en een demonstratiemodel gemaakt. ID’ers konden tot nu toe hun stage en individueel eindproject in een willekeurige volgorde doen; Friederichs gaat zijn idee nu verder ontwikkelen bij TomTom tijdens een stage waarin hij een en ander technisch uitwerkt. Hij wil de apparatuur bijvoorbeeld kleiner en draadloos proberen te maken. En na de stage? In ieder geval doorgaan als ontwerper, in een masteropleiding of anderszins.
V
E
C
T O
R /
2 / 2
0
0 6
1 1
S TA RT E R S
Een film kijken terwijl je onderweg bent Zijn vrouw maakte hem attent op het saaie uitzicht in de trein en de Chinese wiskundige dr.ir. Xiaogang Mao vond een oplossing. Niet voor de trein, wel voor het uitzicht in de metro en op de rolbanen van vliegvelden: een film die in jouw snelheid met je meegaat. Kijken terwijl je beweegt. Het bedrijf HowTech van Mao heeft hiermee een unieke technologie in handen. De vinding van Mao heet SyncMovie System. Hij kan er korte films mee laten zien aan mensen die in beweging zijn. Bijvoorbeeld wanneer ze in de metro zitten, op een rolbaan op Schiphol staan, of door een winkelcentrum lopen. ‘We laten op displays de films zien. De beeldschermen zitten vast aan de muur en de film loopt mee met de kijker.’ Een voorbeeld is de metro. Op de muur van de tunnelbuis zijn over een lengte van tientallen meters schermen opgehangen. Aan het plafond hangen projectoren die de film afspelen. Een snelheidsmeter bepaalt de positie en snelheid van de trein. Die informatie wordt naar een centrale computer gestuurd die de beelden van de film projecteert in de snelheid van de trein. Hierdoor kun je als reiziger recht vooruit kijken, terwijl je de film in goede kwaliteit kunt volgen. Helemaal nieuw is het vertonen van film terwijl je beweegt niet. Een concurrerend Amerikaans bedrijf gebruikt hetzelfde con-
cept, maar met een totaal andere technologie. Zij projecteren plaatjes achter elkaar waardoor een schokkerig bewegend beeld ontstaat. Dat is vergelijkbaar met de boekjes waar in frames pagina na pagina achter elkaar zijn gezet. Wanneer je het boekje tussen duim en wijsvinger ‘afspeelt’ zie je een bewegend filmpje. Mao: ‘Hun oplossing is mechanisch; ze gebruiken honderden stills. Het nadeel daarvan is dat je alle beelden op de displays moet vervangen wanneer je een andere film wilt zien en als de snelheid van de trein verandert, krijg je de film op een onnatuurlijke snelheid te zien. Mijn oplossing zit in de software, wat als voordeel heeft dat je het op alle snelheden kan laten zien. En de beelden komen uit de computer, dus je kunt telkens andere filmpjes laten zien.’ Uitzicht
Het idee ontstond enkele jaren geleden dankzij een vraag van zijn vrouw. Zij werkt in Deventer en moest elke week met de
trein van Eindhoven naar het noorden. Ze vond het uitzicht wat saai en vroeg zich af of ze ook iets anders kon zien dan telkens hetzelfde uitzicht. Een film bijvoorbeeld. ‘Ik ben gaan nadenken en kwam met het idee. Ik heb al wat ervaring met deze materie en wist dat het erg moeilijk is om bij daglicht films zichtbaar te maken. Maar ik bedacht dat het in de metro wel zou kunnen. Met het idee in mijn achterhoofd ben ik op het internet en bij patentbureaus gaan zoeken naar wat er al bestond. Alleen de Amerikanen bleken iets te hebben.’ Voorts is hij aan de gang gegaan met het aanvragen van een patent, omdat de technologie de basis is van het bedrijf. Die kan niet onbeschermd op straat terecht komen. ‘Ik heb aanvragen ingediend in Europa, China en de Verenigde Staten. Daarna kon ik er pas met mensen over gaan praten.’ Prototype
Eén van de eersten met wie hij sprak, was zijn copromotor dr.ir. Stef van Eijndhoven van de faculteit Wiskunde en Informatica bij wie hij op dat moment bezig was met een promotieonderzoek. ‘Hij vond het erg interessant en heeft een student aan het project toegevoegd om een prototype van het systeem te maken. In augustus 2005 was het klaar en enkele maanden later hebben we het op de Publieksdag van de TU/e laten zien. Je zag dat heel veel mensen grote interesse hadden in het
Businessplannen: ondersteund door het TU/e Innovation Lab How Tech wordt als startend bedrijf ondersteund door het Innovation Lab. Daardoor heeft HowTech de mogelijkheid om ook advies over andere aspecten van het zakendoen te ontvangen. HowTech krijgt onder meer de hulp van twee jonge bedrijfskundigen uit Groningen. Joost Meyboom: ‘In december kwam ik in gesprek met HowTech. Dat klikte en we hebben een vervolgafspraak gemaakt om te kijken wat we voor elkaar konden betekenen. Wij zagen meteen de mogelijkheden van het product en HowTech had nog mensen voor de markering & sales nodig. Wij zijn businessplannen en marketingplannen gaan schrijven. Het is een heel intensief contact waar we bijna fulltime mee bezig zijn.’
Op Schiphol hangen over een lengte van vijftig meter twintig projectoren (blauw) die beelden laten lopen in de snelheid van de rolbaan.
1 2
V
E
C
T O
R
/
2
/
2
0
0
6
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
Xiaogang Mao laat zien hoe het beeld (oranje) meebeweegt met zijn eigen beweging.
beeldscherm; ze werden er echt naartoe getrokken. Dat was leuk, maar ook belangrijk; mensen moeten er toch naar willen kijken. Want potentiële klanten, bedrijven in reclame, zoeken toch naar manier om publiek te bereiken. Wanneer ik kan aantonen dat dit met deze vinding lukt, zullen ze interesse hebben in mijn product.’ Rolbanen
Op dit moment is Mao bezig met een project op Schiphol. Daarin wordt de technologie voor het eerst groot uitgevoerd. Over een lengte van vijftig meter hangen beeld-
schermen langs de rolbanen waarop mensen staan of lopen. Op de beeldschermen staat een twintigtal projectoren gericht die de beelden laten lopen met de snelheid van de mensen die op de rolbanen staan. Met de ruim vijftig seconden die het duurt om langs het scherm te gaan, is er tijd genoeg voor het vertonen van een commercial. ‘We maken op dit moment met Schiphol de laatste afspraken over de technologie en financiën en dan zouden we het begin juli kunnen gaan installeren. We zijn ervan overtuigd dat zo’n project op Schiphol veel andere klanten zal trekken.’
Op dit moment werkt Mao alleen nog voor HowTech, hij heeft zijn promotie achter de rug. Over de toekomst van het bedrijf is hij glashelder. ‘Het bedrijf zit nog in de startende fase, maar als het een succes wordt zullen we zeker de markten van Amerika en Azië gaan betreden. De Europese markt is volgens mij wat conservatief, dus ik zie in Azië nog betere kansen. De Chinese economie groeit snel en mensen zijn erg vooruitstrevend. We hebben ons ten doel gesteld om bij de Olympische Spelen in Beijing in 2008 met ons product op het vliegveld aanwezig te zijn.’
V
E
C
T O
R /
2
/
2
0
0 6
1 3
van belang nam ongeveer eenderde van de benodigde 35.000
SUPER TU/eSDAY BOUWKUNDE OVER BIJZONDER BOUWEN
euro aan productiekosten voor haar rekening. Het programma, dat van start gaat om 9.00 uur en eindigt met een feestelijk diner in het DAF-museum
len zo’n tweehonderd bouwkundigen deelnemen
vanaf 18.00 uur, wordt inclusief lunch en koffie/
aan een internationaal congres over bijzondere
thee kosteloos aangeboden aan de Nederlandse
en aanpasbare manieren van bouwen. Het
bouwwereld. Voor deelname aan het diner bedra-
driedaagse congres Adaptables2006 (www.
gen de kosten 75 euro. Toegangskaarten worden
adaptables2006.nl) is onderdeel van een breder
na ontvangst van dit bedrag per e-mail verzonden.
programma dat de TU/e in het kader van haar
Belangstellenden kunnen zich voor de Super
vijftigste verjaardag organiseert. Dinsdag 4 juli
TU/esday aanmelden op de website www.Dutch-
is een Super TU/esday, een dag voor en door
Day.nl. Na inschrijving wordt per e-mail een toe-
Nederlanders, vandaar Dutch Day. Nederlands is
gangskaart toegestuurd. Er zijn maximaal
ook de voertaal tijdens deze dag.
vierhonderd kaarten beschikbaar.
Naast een achttal lezingen, onder meer van de TU/e-alumni ir. Sjoerd Soeters en prof.dr.ir. Jo Coenen en eredoctor van de TU/e prof.ir. John
TU/e GASTHEER VAN ’S WERELDS BESTE LEGO-ROBOTS
Habraken, wordt er ook een buitenexpositie Adaptables gehouden, die gratis toegankelijk
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Van maandag 3 tot en met woensdag 5 juli zul-
is. Bekende kunstenaars laten hun visie zien op
Voor de derde maal in anderhalf jaar is het
aanpasbaarheid en flexibiliteit. Onder die kunste-
Auditorium het toneel voor een finale van de
naars bevinden zich Jurgen Bey met zijn mobiele
FIRST Lego League. Betrof het voorheen slechts
Blobpaviljoen en wiskundig kunstenaar Rinus
landelijke finales, deze keer zijn de beste teams
Daarnaast presenteerden de kids een door hen uit-
Roelofs met ruimtelijke constructies. TU/e-stu-
uit de hele wereld naar Eindhoven gekomen voor
gevoerd onderzoek over techniek in de wereld om
denten presenteren onder leiding van universitair
het Open Europese Kampioenschap. Ruim vijftig
hen heen. Door het grote aantal teams bleek het
docent ir. Arno Pronk een opblaasbare ring aan de
teams uit alle delen van de wereld -goed voor
nodig het kampioenschap, het eerste wereldwijde
karakteristieke TU/e-schoorsteen op vijftig meter
zo’n vijfhonderd kinderen van acht tot veertien
kampioenschap buiten de Verenigde Staten, te
hoogte. Pronk bedacht de band samen met colle-
jaar- streden op 6 en 7 mei tegen elkaar. Onder
spreiden over twee dagen. Winnaar van de FIRST
gadocent ir. Gerard Lindner en student Alexander
hen zes Nederlandse ploegen. Hun zelfgebouwde
Lego League zijn het Deense team Robo Genius en
Suma. Stichting Fonds Studentenvoorzieningen
lego-robots voerden tal van opdrachten uit.
de Amerikaanse ploeg TR8 geworden.
Robo Genius, winnaar van de FIRST Lego League.
Brainport Eindhoven
TWEE TON VOOR PROJECTEN MET STAD
Op 2 mei was premier Balkenende in Eindhoven in het kader van ‘Brainport
De gemeente Eindhoven draagt ongeveer twee-
Navigator’. Een van de hoogtepunten van deze ontmoeting was een dialoog met
honderdduizend euro bij aan zeven projecten
enkele technostarters van de TU/e. Op de foto met ir. Erik-Jan van der Linden
waarbij de gemeente en TU/e samenwerken. Deze
van Magnaview (links) en burgemeester Sakkers (midden).
komen voort uit het convenant dat zij samen in 2003 ondertekenden en waarin afspraken werden gemaakt over meer onderlinge samenwerking. De gemeente geeft met de activiteiten haar grote stedenbeleid meer vorm en inhoud. De TU/e doet van haar kant zo meer kennis en ervaring op het gebied van onderwijs en onderzoek op. Eén van de projecten luistert naar de naam ‘Belevingskaarten’. Er worden kaarten van de stad opgesteld, waarop bijvoorbeeld te zien is welke straten of wijken als veilig worden ervaren en door wie. Ook komen in de kaarten zaken aan de orde
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
als de relatie tussen groenvoorziening of architec-
1 4
tuurbeleving en de sfeer in een wijk. Het project maakt deel uit van het totaalproject ‘Stadsatlas’, waarin allerlei aspecten van de stad in kaarten worden gebundeld. Met de Stadsatlas hoopt de gemeente meer inzicht te krijgen in wat de burger van de stad nu eigenlijk vindt van zijn omgeving.
V
E
C
T O
R
/
2
/
2
0
0
6
agenda
Eindhoven’. Daarin schrijven dr. Hans Schippers
4 juli, 9.00 – 18.00 uur: Super TU/esday van de faculteit
en prof.dr.ir. Harry Lintsen van de TU/e-faculteit
Bouwkunde. Voor meer informatie, zie:
Technologie Management een publicatie over het
www.50jaartue.nl/supertuesdays en
roemruchte Cityplan uit de jaren zestig van de
www.adaptables2006.nl.
Een tweede voorbeeld is het project ‘Cityplan
historische- bebouwing in de binnenstad moeten
5 september: Super TU/esday van
sneuvelen, wat destijds aanleiding was tot hevige
de faculteit Werktuigbouwkunde. Voor
protesten. Naast de publicatie opent het Van
meer informatie, zie www.50jaartue.
Abbemuseum eind oktober tijdens de European
nl/supertuesdays.
Design Week een tentoonstelling over deze thema-
F OTO : X X X X X X X X X X X X X
vorige eeuw. Daarin had een deel van de -soms
tiek. Dan is er een gedeeltelijke reconstructie van
14 september, 15.30 – 18.30 uur,
de spraakmakende tentoonstelling uit 1969 over
Kennispoort: Meet & Match, bijeen-
het Cityplan in het Van Abbemuseum.
komst voor startende ondernemers
1 oktober , hele dag, TU/e-terrein:
en (middelgrote) bedrijven. Voor meer
Publieksdag van de TU/e. Voor meer
informatie zie pagina 2 van deze editie
informatie, zie www.tue.nl/publieks-
en www.kennispoort.nl.
dag.
WHERE INNOVATION STARTS Recent heeft de TU/e een brochure uitgebracht (‘Where innovation starts’) waarin verschillende onderzoeksgebieden van de TU/e voor het voet-
Technologie van TU/e-faculteit Scheikundige
types Lexan voor gebruik in autoverlichting, die
licht komen. Vijf wetenschappers vertellen over
Technologie onlangs een geldbedrag van vijfen-
een betere balans bieden tussen de vloei-ei-
hun werk en hun ervaringen met het werkklimaat
twintigduizend dollar geschonken. De winnaar
genschappen en hittebestendigheid en snellere
en de cultuur op de TU/e. In een kleine bijbeho-
van de Edison Award mag het bedrag schenken
cyclustijden en grotere productiviteit mogelijk
rende brochure staan feiten en cijfers van de TU/e
aan een universiteit naar keuze. Hoeks is sinds
maken. Daarnaast was hij mede-ontwikkelaar
vermeld. Heeft u interesse in deze brochure? Dan
oktober 2005 bezoekend wetenschapper bij
van het Lexan SLX-materiaal, een GE-product dat
kunt u een mailtje sturen naar
[email protected].
de capaciteitsgroep van prof.dr. Piet Lemstra.
het mogelijk maakt om het dure uv-coatingpro-
Hij ontving de prijs en het daaraan verbonden
ces te elimineren. Hoeks heeft in de vijftien jaar
geldbedrag voor zijn uitvinding van antistatisch
dat hij nu werkzaam is bij GE Plastics al meer
Lexan, dat als basis dient voor Illuminex diffuse
dan vijfentwintig octrooien op zijn naam staan.
folies, één van GE’s nieuwste materiaalontwikke-
De capaciteitsgroep Polymeer Technologie gaat
lingen, en voor een aantal andere toepassingen.
zijn schenking gebruiken voor de aanschaf van
Dr. Theo Hoeks, onderzoeker bij GE Plastics in
Lexan trekt minimaal stof aan en behoudt daarbij
nieuwe apparatuur en zal er bestaande apparaten
Bergen op Zoom en winnaar van de GE Edison
eigenschappen als transparantie en hittebesten-
mee verbeteren, om zo verder onderzoek naar
Award 2005, heeft de capaciteitsgroep Polymeer
digheid. Ook ontwikkelde Hoeks twee nieuwe
materiaaleigenschappen mogelijk te maken.
ONDERZOEKER SCHENKT TU/e 25.000 DOLLAR
Koningin op bezoek bij TU/e Koningin Beatrix ontvangt uit handen van prof.dr.ir. Hans van Duijn (links) het eerste exemplaar van het boek ‘Gedreven door nieuwsgierigheid; selectie uit vijftig jaar TU/e-onderzoek’. In het midden: Amandus Lundqvist, collegevoorzitter.
E
C
T O
R /
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
V
2
/
2
0
0 6
1 5
Jan Mengelers:
Valorisatie van kennis is kerntaak van TNO
Technische Universiteit Eindhoven TU/e Innovation Lab Horsten 1 5612 AX Eindhoven Telefoon (040) 247 4822 e-mail:
[email protected] internet: http://www.tue.nl