2
Beginselen welzijnsbeleid
1. Welke motieven heeft een onderneming / instelling om het welzijn op het werk te bevorderen ? 1° Menselijke motieven ( leed vermijden) 2° Sociale motieven ( getroffen werknemer , familie , vrienden , collega’s delen in het lijden ) 3° Economische motieven ( verzekerde kosten zijn topje van ijsberg – Int aangenomen : totale kosten 3 à 6 x de verzekerde kosten ) 4° Wettelijke motieven ( Burg Wetboek – SWB ( ARAB/CODEX – AREI – KB’s en MB’s – Wet Welzijn – Vlarem 1 en 2 – Exploitatievergunning ) – Contractuele verplichtingen ) 5° Juridische motieven ( Strafrechterlijke en burgerlijke verantwoordelijkheid ) 6° Imago ( vermijden slecht imago) 2. Wet welzijn van de werknemers bij de uitoefening van hun werk Wat omvat het begrip welzijn op het werk ? Voor welke personen is de W.W. toepasselijk ? Wat zijn uitvoeringsbesluiten en waarom worden ze opgemaakt ? Begrip Welzijn op het werk :( Wet van 04 augustus 1996 ) en omvat ; Arbeidsveiligheid Bescherming van de gezondheid Arbeidshygiëne Ergonomie Psycho-sociale belasting Verfraaiing werkplaatsen Interne leefmilieu Bescherming vd WN tegen geweld WW toepasselijk op : Op de arbeidsplaats dwz elke plaats waar arbeid wordt verricht en gelden voor : Werkgevers ; werknemers ; andere categoriën zoals leerlingen ; en de daar tewerkgestelde derden - contractors zelfstandigen enz… Uitvoeringsbesluiten : Zijn Koninklijke Besluiten ( KB’s) opgemaakt door minister en door Koning bekrachtigd om de kaderwet op te vullen. Deze werkwijze vermijdt de wet via Kamer en Senaat te laten passeren. ( Tijdswinst). 3. Welke soorten veiligheidsdomeinen zijn er ? Leg uit. Veiligheidsdomeinen : Welzijn op het werk ( Safety) Brandveiligheid Verkeersveiligheid ( op weg naar werk/huis ) ( op de weg , in opdracht).
Bedrijfsveiligheid ( Security) Milieuveiligheid Productveiligheid 4. Welke interne veiligheidsstructuren en – organen heeft een onderneming/ instelling ? Welke zijn hun opdrachten en taken ? Welzijnsstructuren : Werkgever : Hiërarchische lijn :
draagt de volle verantwoordelijkheid. voeren het veiligheidsbeleid van werkgever uit hebben 7 concrete wettelijke opdrachten. Werknemers : moeten de instructies volgen. Comité Preventie & Bescherming : Paritair ( WG en WN ) formuleert de veiligheisadviezen. Interne en externe Dienst Preventie & Bescherming : uitvoerende taken : - Onderzoek arbeidsongevallen en de preventiemaatregelen - Secretaris comité preventie en Bescherming - Maandverslag dienst preventie en bescherming - Jaarverslag dienst preventie en bescherming - Aankoop en indienstname procedure - Bepaalde documenten ter beschikking houden. Controlerende taken : - Jaarlijks nazicht op de werkplaatsen - Onderzoek op aanvraag werknemer of afgevaardigde Adviserende taken : - Voorstellen aan WG van de te nemen veiligheidsmaatregelen. 5. Welke aanvullende veiligheidsvorming moet een preventieadviseur bezitten? Leg uit. Zij bezitten een voldoende kennis van de wetgeving hebben de nodige technische en wetenschappelijke kennis om hun opdrachten en taken te kunnen vervullen , inzonder op : - technieken ivm risicoanalyse - coördinatie van preventieactiviteiten - maatregelen ivbm hygiëne op de arbeidsplaatsen - organisatie eerste hulp en dringende verzorging slachtOffers van een ongeval; een plotse ziekte en maatregelen nemen in geval van een ernstig en onmiddellijk gevaar - de aspecten van de collectieve arbeidsbetrekkingen - de verslaggeving. 6. Op welke externe diensten / instanties moet een onderneming / instelling beroep doen of kan ze in contact komen ?. Leg uit. Externe diensten: Externe Dienst Preventie & Bescherming : alle opdrachten die niet door de eigen interne dienst kunnen worden uitgevoerd.
Arbeidsgeneesheer : behartigt de gezondheid vd WN bij uitvoering vh werk. Zowel preventief als na een vastgestelde schade. Maakt deel uit vd afdeling medisch toezicht vd externe dienst preventie en bescherming . Kan ook deel uitmaken van de interne dienst. Verzekering Arbeidsongevallen WG is verplicht om en verzekering AO af te sluiten. Zo worden medische kosten ( verzorging, medische ingrepen, hospitalisatie en prothesen ) vergoed terwijl het loonverlies tgv werkverlet vergoed voor +- 85 % van het netto loon. Materiële schade wordt niet vergoed. Technische Arbeidsinspectie Deze controlerende dienst is een afdeling van het Min. Tewerkstelling & Arbeid en is provinciaal gestructureerd. Controleren de toepassing vd reglementering op het WWWW. Stellen desnoods PV op. Hebben vrij ongehinderde toegang tot de onderneming/Instelling. Medische Arbeidsinspectie Is de tegenhanger van de technische arbeidsinpectie op het gebied van arbeidshygiëne en gezondheid. Externe diensten voor Technische Controles op de Werkplaats De ondernemingen zijn wettelijk verplicht bepaalde machines/installaties te laten keuren door wettelijke keuringsorganismen. Vb stoomketels,elektrische installaties , hijstoestellen , enz ) Het bedrijf dient een contract af te sluiten met één van deze organismen. Dit organisme treedt op als adviseur doch de WG is VERPLICHT deze adviezen te volgen. Brandweer partner in het bedrijf. Raadplegen om preventieve maatregelen. Verplichting op te roepen bij brand. Externe deskundigen WG kan op deze beroep doen voor specifieke problemen. 7. Wat verstaat men onder M.U.O.P – relatie ? Welke elementen bevat ze ? Zijn ze onafhankelijk t.o.v elkaar ? Spelen ze een rol in het preventiebeleid? Hoe bereiken we een max.resultaat ? M.U.O.P : M = MENS U = Uitrusting ( machines , installaties , gereedschappen , energie ) O = Omgevingsfactoren ( temperaturen , verplichting, lawaai, verluchting) Organisatie ( methode , planning , werkverdeling , werksfeer ) P = Producten ( materialen )
onafhankelijkheid : voortdurende wisselwerking tussen deze elementen. Een meer bekende vereenvoudigde voorstelling is de M.M.M – relatie. Mens
V=MxMxO
Machine
Omgeving Organisatie
Het resultaat van veiligheidsniveau = product vd inspanningen die verricht worden in elk van de deelgebieden. maximum resultaat = veiligheidsacties te spreiden over de samenstellende elementen. dan evenwichtige benadering bij de preventieaanpak. 8. Wat verstaat men onder geïntegreerde veiligheid ? Alle acties te integreren in het totale veiligheidsgebeuren. , nl in samenwerking met alle betrokken partijen. Zowel IPA WG WN leidinggevenden. Een klimaat van vertrouwen op bouwen is even belangrijk als de jacht te openen op ongevallen. 9. Wat is de verhouding menselijke/materiële oorzaken bij arbeidsongevallen ? Welke gevolgtrekking maak je hieruit ? verhouding : Mens is ( na onderzoek vele tienduizenden ongevallen ) belangrijkste oorzaak ( 80 à 90 % ) terwijl de installaties en machines 10 à 20 % voor hun rekening nemen. Gevolgtrekking : Om aantal ongevallen te doen dalen = mens benaderen . doch anderzijds mag men niet uit het oog verliezen dat de ongevallen met gevaarlijke machines ( minder in aantal ) doch algemeen veel ernstiger gevolgen hebben. DUS EVENWICHTIGE AANPAK. 10. Wat betekent de regel van Heinrich ? Statistisch is er per 300 gebeurde incidenten één ernstig ongeval . 1 ongeval
doorbraakfactor
300 incidenten
11. Hoe kunnen we de regel van Heinrich aanwenden om het ontstaan van de schade te verklaren en om schade te voorkomen ? Het echte veiligheidsbeleid richt zich naar de uitschakeling van de basisrisico’s . Wil men het aantal ongevallen wil doen dalen , moet men in evenredigheid het aantal basisrisico’s eveneens doen dalen. 12. Wat betekent de domino theorie? Heinrich stelde dat de kwetsuur het gevolg is van een aantal achtereenvolgende gebeurtenissen ( vallen dominostenen). + doorbraakfactor Vb:Heftruck glijdt door op natte vloer en ramt persoon en poort. Beheersfouten : Basisoorzaken : Symptomen : Contact : Verlies :
Opleiding + begeleiding Aandacht , te laat opruimen, geen antislip bekleding. Niet aangepaste snelheid te laat remmen op natte vloer. Heftruck glijdt door en raakt operator + poort. enkelbreuk + beschadiging poort.
13. Bespreek de algemene preventie principes en de toepassingsvolgorde. Geef voorbeelden. – Risico’s voorkomen toepassen alternatieve technieken lijmen in plaats van lassen zagen ipv slijpen voormontage op andere plaats. – Evaluatie van risico’s die niet kunnen worden voorkomen Schilderen van hoogspanningspyloon : valrisico’s beperken dmv antivalharnas. – Bestrijding van de risico’s bij de bron Plaatselijke lasrook afzuiging ipv algemene ventilatie – Vervanging van gevaarlijke door niet of minder gevaarlijk stelling ipv ladder bovenaan vastmaken – Voorrang aan collectieve boven individuele bescherming Hoogtewerker ipv antivalharnas Voldoende ventilatie ipv maskers – Aanpassing arbeid aan mens Afwisselende beeldschermarbeid – Risico-inperking volgens ontwikkeling en techniek Beweegbare schermen met bewaking
– Welzijnsbeleid : integratie van techniek , organisatie , arbeidsomstandigheden , sociale betrekkingen , omgevingsfactoren Inspraak werknemers bij veiligheidsmaatregelen - Voorlichting van de werknemer over de aard en de werkzaamheden , de overblijvende risico’s en de voorkomingsmaatregelen. Informatie bij onthaal nieuwe werknemers – passende instructies en begeleidingsmaatregelen voor de naleving. Vb veiligheidsinstructies-opleiding voor clarck bestuurder
14. Wat zijn de opdrachten van de hiërarchische lijn ? 1. Voorstellen en adviezen formuleren aan WG in het kader dynamisch risicobeheerssysteem. 2. Ongevallen en incidenten die zich op de arbeidsplaatsen hebben voorgedaan onderzoeken en voorkomingsmaatregelen voorstellen. 3. Een effectieve controle uitoefenen op de arbeidsmiddelen , de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en de gebruikte stoffen en preparaten teneinde onregelmatigheden vast te stellen en maatregelen te nemen om hieraan een einde te nemen. 4. Tijdig het advies inwinnen van diensten voor preventie en bescherming 5. Controleren of de verdeling vd taken op een zodanige wijze geschiedt dat de verschillende taken worden uitgevoerd door de werknemers die de daartoe vereiste bekwaamheden hebben en de vereiste instructies en opleiding hebben ontvangen. 6. Waken over de naleving van de instructies die in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk moeten worden verstrekt. 7. Zich ervan vergewissen dat de werknemers de inlichtingen die zij gekregen hebben in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk goed begrijpen en in praktijk brengen.
15 . Wat zijn de verplichtingen van de werknemers ? Overeenkomstig hun opleiding en de door de werkgever gegeven constructies : l. Op de juiste manier gebruik maken van machines , toestellen , gereedschappen , gevaarlijke stoffen ,vervoermiddelen en andere middelen. 2. Op de juiste manier gebruik maken van de PBM’s die hun ter beschikking zijn gesteld en die na gebruik weer opbergen. 3. de specifieke veiligheidsvoorzieningen van met name machines ,
toestellen , gereedschappen ; installaties en, gebouwen niet willekeurig uitschakelen , veranderen of verplaatsen en deze voorzieningen op de juiste manier gebruiken. 4. De WG en IDBP onmiddellijk bij ernstig en onmiddellijk gevaar , alsmede elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen. 5. Bijstand verlenen aan WG en IDBP om hen in staat te stellen alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen met het oog op WW . 6. Bijstand verlenen aan WG en IDBP , zolang dit nodig is , in het veiligheidsbeleid.
16.Verplichtingen van de werkgever inzake informatie en vorming ? De Werkgever geeft de leden HL en WN , alle informatie ivbm risico’s en de preventiemaatregelen die van toepassing zijn op niveau organisatie ; op niveau groep van de werkposten of functies en op de individuele werkpost of functie die zij nodig hebben voor bescherming van hun veiligheid en deze van de andere werknemers. Geeft hen ook de nodige informatie betreffende de noodprocedures en inzonderheid met betrekking tot maatregelen in geval ernstig en onmiddellijk gevaar , EHBO , brandbestrijding en evacuatie werknemers. WG stel voor HL en WN een programma op tot vorming inzake Welzijn rekening houdend met de gegevens globaal preventieplan. Wanneer WG – WN met taak belast neemt hij de bekwaamheid van betrokken WN in aanmerking. WG neemt nodige maatregelen opdat alleen WN die passende instructie hebben gekregen , toegang hebben tot zones met ernstige en specifieke gevaren . WG zorgt ervoor dat iedere WN een voldoende en aangepaste vorming ivbm welzijn bij uitvoering van hun werk ontvangt die speciaal gericht is op zijn werkpost of functie. Inzonderheid bij : - indienstneming - overplaatsing of verandering van functie - bij invoering nieuw arbeidsmiddel of verandering arbeidsmiddel - bij invoering nieuwe technologie Deze vorming wordt aangepast aan de ontwikkeling vd risico’s en het ontstaan van nieuwe risico’s en wordt indien nodig , op gezette tijden herhaald. Kosten NIET ten laste van de werknemers – en tijdens de werktijd gegeven.
3
Preventiediensten
1. Wanneer moet een I.D.P.B. opgericht worden? Elke werkgever moet een IDPB inrichten. Min dan 20 WN mag door hem zelf gebeuren. 2. Noem enkele belangrijke elementen nodig bij de aanstelling van een interne preventieadviseur - hij behoort tot het personeel ( komt voor op de loonfiche) – dienst telt één of meer IPA’s bij één : Dsthoofd. Indien de dst uit afdeling bestaat , dan wordt voor de Dst in het geheel en per afdeling minsten 1 IPA aangesteld. Is er in een afdeling meer dan 1 IPA , dan wordt 1 van belasqt met leiding vd afdeling. Vaardigheden: het welzijn wordt nagestreefd door maatregelen , die betrekking hebben op : arbeidsveiligheid. Bescherming vd gezondheid vd WN op het werk psychosociale belasting , veroorzaakt door het werk ergonomie arbeidshygiëne verfraaiing vd arbeidsplaatsen maatregelen vd ondernemingen inzake leefmilieu wat betreft hun invloed op voormelde domeinen. Vergt dus multidisciplinaire aanpak. 3. Het statuut van de interne preventieadviseur. – Van wie hangt de I.P.A af ? DstHfd hangt rechtstreeks af van de persoon belast met het dagelijks beheer en heeft rechtstreeks toegang ertoe. – Bespreek de minimum prestaties. Werkgever bepaalt , na voorafgaand akkoord CPBW , de minimumduur vd prestaties van de IPA. Wijzigingen kunnen op elk verzoek vd belanghebbende partij., volgens dezelfde procedure. Duur der prestaties : tijd die minimaal moet besteed worden om de opdrachten en activiteiten , toegekend aan IPA te kunnen vervullen. ( er bestaan richtcijfers). – Bespreek de aanwijzing / vervanging de werkgever duidt de IPA of hun tijdelijke vervangers aan , vervangt hen of verwijdert hen uit hun functie , na voorafgaand akkoord vh CPBW.
( term vervanging heeft betrekking op de functie IPA en niet op de arbeidsovereenkomst – dus vervanging is niet noodzakelijk ontslag) instemming CPBW éénparig : ja. Bij blijvend meningsverschil CPBW dient WG advies te vragen aan de met toezicht belaste ambtenaar.( deze beslecht zaak niet doch geeft advies dmv aangetekend schrijven , na partijen te hebben gehoord en de standpunten gepoogd te hebben verzoend.) Werkgever stelt CPBW in kennis vooraleer hij beslissing neemt. De arbeidsrechtbank kan het geschil beslechten. – Welke vorming is noodzakelijk ? hebben voldoende kennis vd wetgeving inzake Welzijn Werknemers nodige technische en wetenschappelijke kennis om hun activiteiten te vervullen. Kennis heeft betrekking op : technieken ivbm risico-analyse coördinatie preventie-activiteiten maatregelen ivbm hygiëne op arbeidsplaatsen organisatie EHBO en dringende verzorg SLO maatregelen nemen bij ernst & onmidd gevaar aspecten collectieve arbeidsbetrekkingen verslaggeving. Kennis wetgeving = noodzakelijk om de problemen op te lossen. Niveau hangt af aard van de cat waartoe de onderneming behoort Dit wordt volgens personeelsbestand en activiteitssector in 4 cat ingedeeld. Opleiding niv 1 : 400 uren Opleiding niv 2 : 210 uren IPA heeft recht en plicht zich te vervolmaken. IPA heeft recht en plicht raadpleging gespecialiseerde instanties. – Bespreek de onafhankelijkheid. IPA’s vervullen hun opdracht in volledige onafhankelijkheid tov WG , HL en WN. Zij mogen geen nadeel ondervinden vhun activiteiten als IPA. IPA moet in de mogelijkheid zijn om aan elke partij info te geven over wat goed en verkeerd loopt en over de oplossingen die technisch en organisatorisch mogelijk zijn. Het onafhankelijk zijn sluit niet uit , dat de IPA bijdraagt tot overbruggen van tegenstellingen en tot het vinden van oplossingen. Miningsverschillen tussen WG en IPA betreffende onafhankelijkheid worden op verzoek vd partijen of één ervan onderworpen aan advies vd met toezicht belaste ambtenaar. – Bespreek de aansprakelijkheid ( zie ook 2 )
De verplichtingen , opgelegd aan leden van de HL en de WN doen geen afbreuk aan de beginselen van de verantwoordelijkheid vd werkgever. Iedereen moet de gevolgen van zijn daden dragen. Hij kan aangesproken worden voor de gevolgen , wanneer hij niet volgens zijn plichten ( functie) handelt. Hij is ook aanspreekbaar ; indien hij niet gehandeld heeft overeenkomstig de deskundigheid die redelijkerwijze van hem verwacht worden. De aansprakelijk gestelde persoon is niet alleen verplicht : - de schade te vergoeden ( Burgerlijk recht ) – maar kan ook gestraft worden voor de niet naleving van de wetgeving of voor de toegebrachte letsels. ( Strafrecht ). 2 Types van aansprakelijkheid : de strafrechterlijke : vervolgd wegens onopzett slagen en verwondingen of overtreding vd wet. Niet verzekerbaar Niet overdraagbaar en dus persoonlijk. Kunnen sporen nalaten in strafregister/persoon de burgerrechterlijk : voor betaling aangeriche schade het herstellen vd nadelige gevolgen. Is verzekerbaar overdraagbaar en laat geen sporen na in strafregister Schade , toegebracht in het kader arbeidsongevallen , wordt beheerst door de wetten op de arbeidsongevallen. 4. Welke algemene opdrachten heeft de I.P.A. ? - bijstand aan WG , HL en WN , bij toep wett en regl bepalingen betreffende welzijn werknemers bij uitvoering vh werk en alle preventiemaatregelen en activiteiten. – samenwerken met de externe dienst, telkens wanneer op deze dienst een beroep gedaan wordt. – De bepalingen met betrekking tot de IDPW doen geen afbreuk aan de mogelijkheid vd WG om voor specifieke problemen , die rijzen ivbm Welzijn vd WN bij uitvoering van hun werk en die een bijzondere deskundigheid vergen , die niet verplicht aanwezig is in de externe dienst , een beroep te doen op andere diensten of instellingen die gespecialiseerd zijn of bijzonder bevoegd zijn in die domeinen. De opdrachten PBW vloeien voort uit het globaal preventieplan. 5. Bespreek het principe i.v.m. de verdeling van de taken tussen de interne en de externe preventieadviseurs.
IPA moet meewerken aan het uitwerken van het Dynamisch Risicobeheerssysteem. In dit kader worden bv volgende opdrachten voorzien : - Risicoanalyse – Hygiëne op de arbeidsplaats – Hulp aan de Werkgever – Hiërarchische lijn – Werknemers – instructies – Vorming – EHBO enz Zie de verschillen tussen de groepen A , B , C en D. De IPA zijn ertoe gehouden ten minste volgende taken uit te voeren : - Bezoeken aan de werkplaatsen - Bijhouden van documenten - Maatregelen nemen bij afwezigheid - Verslagen opstellen - Arbeidsongevallen steekkaarten invullen - Arbeidsmiddelen + Persoonlijke Beschermingsmiddelen viseren. – Secretariaatswerk voor het comité. Bij groep C waarbij IPA , geen niveau 1 of 2 , vele opdrachten en taken kunnen verricht worden door de externe dienst. ( ook bij groep D , WG – IPA) . Wanneer beroep gedaan wordt op een externe dienst , bepaalt het KB , dat IPA belast wordt met volgende opdrachten : - samenwerking met externe dienst organiseren. – coördinatie verzekeren door informatieverstrekking - bij risicoanalyse de IPA vd externe dienst vergezellen bij onderzoeken op de arbeidsplaats. – medewerking bij het implementeren vd preventiemaatregelen. – medewerking aan de procedures bij gevaren en EHBO. 6. 4
Reglementering
1.Over wat handelt : - het ARAB ? - het AREI ? - de CODEX ? - het VLAREM 1 + 2 ? Wie is er aan onderworpen en wie niet ? Het ARAB : Is een samenbundeling van KB’s die elk een deelaspect behandelen van arbeidsveiligheid en arbeidsgezondheid. Toepassingsgebied : Werkgevers en werknemers Stagiairs Jobstudenten Uitzendkrachten
Ambtenaren Tewerkgestelde werklozen Vrijwilligers Gedetineerden Burgerlijk opgevorderden Leercontracten ; schijnzelfstandigen etc.... Ondernemingen op een zelfde arbeidsplaats Ondernemingen tewerkgesteld als derde De zelfstandige tewerkgesteld als derde. Vallen er niet onder : De Zelfstandige De dienstboden en ander huispersoneel De particulieren
Het AREI : Wetgeving inzake elektrische installaties. Toepassingsgebied : Naargelang de ouderdom van de elektrische installatie zijn de voorschriften van het AREI of de elektrische voorschriften uit het ARAB ( art 184 tem 266 ) van toepassing. ( 2 spildata 1/10/81 en 1/1/83 ). De CODEX : Codex ( over Welzijn op het Werk ) herstructuering van het Algemeen Reglement op Arbeidsbescherming . Toepassingsgebied : Werkgevers en werknemers Stagiairs Jobstudenten Uitzendkrachten Ambtenaren Tewerkgestelde werklozen Vrijwilligers Gedetineerden Burgerlijk opgevorderden Leercontracten ; schijnzelfstandigen etc.... Ondernemingen op een zelfde arbeidsplaats Ondernemingen tewerkgesteld als derde De zelfstandige tewerkgesteld als derde. Vallen er niet onder : De Zelfstandige De dienstboden en ander huispersoneel De particulieren
het VLAREM 1 + 2 : Milieu en ruimtelijke ordening .
2. Hoe komt de welzijnsreglementering tot stand ? Noem de verschillende niveaus ( hiërarchie ) en geef voorbeelden. Verdrag van Rome ( 1957) Europese Richtlijn - verplichting voor een lidstaat - op zich geen verplichting voor een rechtsonderhorige Geharmoniseerde norm Belgische grondwet Wet ( Wet Welzijn ) Kon Besluit ( KB 10 Okt 91 stoomtoestellen ) Min Besluit ( MB 28 Okt 91 stoomtoestellen) Normen - op zich niet verplichtend tenzij via KB of MB - codes van goed vakmanschap Publicatiebladen ( publicatieblad P3 betreffende steigers met ladderklampen) vb codes van goed vakmanschap 3. Wat zijn de voornaamste verplichtingen bij afgezonderde tewerkstelling ? Men onderscheidt niet-gevaarlijk en gevaarlijk werk. In de wetgeving wordt geen omschrijving gegeven van beide soorten. De ondernemingen/instellingen moeten bijgevolg zelf , op basis van veel gezond verstand en van een risicoanalyse bepalen tot welke soort het werk behoort. In het algemeen klasseert men volgende werken als gevaarlijk : - Werken op hoogte ( ladders, stellingen , hoogwerkers ,...) - Draaiende ( nog niet afgeschermde ) machines - Klemmende ( nog niet afgeschermde ) machines - Werken met mechanische transportmiddelen ( heftrucks, kranen , rolbruggen , takels) - Werken met gevaarlijke stoffen - Werken aan elektrische installaties - Besloten ruimtes. verboden om afgezonderde werknemers gevaarlijk werk te laten uitvoeren. Er moet een persoon in de nabijheid zijn die snel alarm kan slaan. Niet gevaarlijk werk wel toegestaan aan afgezonderde werknemers indien zij over adequate alarmmiddelen beschikken. 4. Wat zijn de voornaamste verplichtingen bij uitzendarbeid ? - Het uitzendkantoor is de werkgever van de uitzendkracht. - De gebruiker moet de verlangde beroepskwaliteiten en de specifieke kenmerken van de werkpost vooraf melden aan het uitzendkantoor. - Een werkpostfiche vermeldt alle veiligheids- en gezondheidsaspecten. De gebruiker raadpleegt zijn preventieadviseur en het comité bij het opstellen van de
werkpostfiche. - Er is een centraal beheerd medisch dossier. De arbeidsgeneesheer vd werkgever doet de medische onderzoeken. De arbeidsgeneesheer vd gebruiker controleert volgens de kaarten van medisch onderzoek of de uitzendkracht medisch geschikt is om de werkpost te bekleden. - De gebruiker waarborgt voor de uitzendkracht hetzelfde niveau van arbeidsveiligheid. - Het is verboden om de uitzendkracht tewerk te stellen aan : - Afbraak en verwijdering van asbest. - Begassingen - Verwijderen van giftige afvalstoffen. zorgt voor levering vd werkkledij en de PBM’s : gebruiker aangifte arbeidsongevallen : werkgever doet ongevallenonderzoek : gebruiker opname in statistiek : werkgever 5. Wat zijn de voornaamste verplichtingen bij het tewerkstellen van jongeren ? De werkgever is verplicht een risicoanalyse uit te voeren , specifiek gericht naar de doelgroep ( minderjarigen ). Verbodsbepalingen voor het verrichten van gevaarlijke bezigheden - Werkzaamheden die de jongeren lichamelijk of psychisch niet aan kunnen - Blootstelling aan gevaarlijke producten - Ioniserende straling - Extreme koude, warmte, lawaai of trillingen - Besturen van gemotoriseerde transportwerktuigen - Grond- en stutwerken bij uitgravingen van >2 diepte - bedienen van graafmachines - Slopen van gebouwen - Oprichten en afbreken van stellingen - Gebruik van schiethamers - Werken aan hoogspanningsinstallaties - Laden en lossen van schepen - Snoeien en vellen van hoogstammige bomen - Gevaarlijke machines behalve wanneer afdoende beschermingsinrichtingen voorzien zijn , die onafhankelijk werken van de bediener zoals ; - cirkelzagen , lintzagen , vlakbanken , frezen - leerlooierijmachines - metaalpersen - slachterijen en vilbeluiken. De werkgever is eveneens verplicht een aangepast gezondheidstoezicht te organiseren De vermelde verbodsbepalingen vervallen wanneer volgende bijzondere omstandigheden vervuld zijn : bij arbeid nodig voor hun beroepsopleiding dat er passende preventiemaatregelen , gecontroleerd door de HL , genomen zijn. Dat het werk wordt uitgevoerd in het bijzijn van een ervaren werknemer.
Dit geldt niet voor de studentwerknemers. 6. Wat zijn de voornaamste verplichtingen bij het tewerkstellen van jobstudenten ? De student werknemers van <18 jaar volgen de reglementering vd jongeren op het werk , dus verbod om gevaarlijke werken uit te voeren. Voor de studenten werknemers ouder dan 18 jaar , deze kunnen wel gevaarlijke werken uitvoeren indien aan de volgende voorwaarden voldaan wordt : - verboden om gemotoriseerde transportwerktuigen te besturen. - de studierichting moet overeenstemmen met de uitgevoerde werken - positief advies vanwege de preventiedienst en het preventiecomité. Er zijn wel uitzonderingen voorzien voor geringe snelheid en geringe hoogtes. 7. Wat zijn de voornaamste verplichtingen bij werken met / als derde ? De wet welzijn legt een aantal verplichtingen op bij het werken met derden. 1. Het contract vermeldt de nodige wederzijdse informatie voor het welzijn van de werknemers van alle betrokken partijen. 2. De opdrachtgever vergewist zich dat de werknemers van de onderaannemers de passende instructies hebben ontvangen en dat ze de passende opleiding ivbm de bedrijfsactiviteit van de opdrachtgever hebben ontvangen. 3. De opdrachtgever coördineert en waarborgt de samenwerking inzake welzijn van de werknemers op het werk. 4. De opdrachtgever moet de onveilige onderaannemers weren. 5. Het contract moet de volgende clausules bevatten : - naleving van de verplichtingen eigen aan het welzijn van de werknemers van de opdrachtgever. - het recht om door de opdrachtgever zelf meetregelen te treffen bij nalatigheid van de onderaannemer. 8. Welke soorten aansprakelijkheden zijn er ? ( zie ook 6 ) 1. Burgerlijk aansprakelijkheid : schade moet vergoed die men veroorzaakt. Iedere werkgever is verplicht zich te laten verzekeren. 2. Strafrechterlijke aansprakelijkheid : men een strafrechterlijke sanctie oplopen , bij overtreden van een rechtsregel. Deze strafrechterlijke sanctie is vastgelegd in de wetgeving. Men kan zich daartoe niet verzekeren. Wie kan aansprakelijk gesteld worden en wie niet ? a. Preventieadviseur : Niet aansprakelijk gesteld voor zover hij de zijn opgelegde taken
naar behoren uitvoert. Uitz : bij een ernstig en dreigend gevaar er niemand aanwezig is van de HL om een beroep op te doen. b. De Werkgever : in alle opzichten verantwoordelijk voor veiligheidsbeleid en voor de vergoeding van schade die werknemers oplopen tijdens en door uitvoering van hun werk. Is strafrechterlijk verantwoordelijk voor inbreuken ( zelfs buiten ongevallen.) de Burgerlijke aansprakelijkheid moet verplicht verzekerd zijn. c. De Hiërarchische lijn : Ieder lid van de HL , elk op zijn niveau en voor zijn bevoegdheden , is strafrechterlijk aansprakelijk of medeaansprakelijk voor de inbreuken op de veiligheidswetgeving. Zelfs buiten een ongeval. De BA is gedekt door de verzekering. d. De Werknemers : moeten meewerken aan het veiligheidsbeleid en de werkgever bijstaan in noodsituaties. De HL moet bijsturen.Op basis ARAB en Codex kunnen geen strafsancties genomen worden. Deze kunnen alleen op basis van bepalingen die in het arbeidsreglement van de onderneming / instelling opgenomen zijn.
5
Elektriciteit in de praktijk
zie 38 6
Verwachtingen Werknemer
8-9
Bedrijfseconomische aspecten
1.Wat verstaat men onder economische benadering van veiligheid ? De economische benadering van veiligheid behelst het zoeken naar een natwoord omtrent het dilemma wat is wenselijk en wat is mogelijk in het kader van het voorkomen ( vermijden) van schade aan de mens en aan het materieel. Het voorkomen ( gebeuren ) van schadegevallen kost geld of vermindert de opbrengst. De preventie ( vermijden) van schadegevallen heeft eveneens een prijs , maar is zeker niet vergeefs . Het komt er op neer om het optimum tussen de kost ( preventiemaatregelen ) en het resultaat ( daling van de schadegevallen ) te bepalen. 2.Wat verstaat men onder directe en indirecte kosten ? Directe kosten : kosten gedekt door verzekeringspremie Indirecte kosten : kosten die niet gedekt zijn door verzekeringspremie :
- vb vervanging WN - afvoeren Slo met bedrijfsvtg - daling rendement - etc
10
AO – juridische aspecten
1. De vier elementen om te kunnen spreken van een arbeidsongeval : tracht wél goed te begrijpen wat er mee bedoeld wordt ? Een plotse gebeurtenis ( ongeval) waardoor een letsel veroorzaakt wordt dat zich voordoet tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Plotse gebeurtenis : wordt soms gedefinieerd als een duidelijk in tijd en in ruimte te situeren gebeurtenis. algemeen aanvaard , val ; steek ; een prik ; een schok Letsel : elke aantasting van de fysieke of psychische integriteit , die geen “ziekte” is . Voor het bestaan van het letsel is géén arbeidsongeschiktheid vereist ! tijdens de uitvoering : ongeval moet zich voorgedaan hebben op ogenblik waarop de werkgever op zijn werknemer gezag kan uitoefenen. ( ook plaspauzes , rustpauzes …) door het feit van : dit betekent geenszins dat het ongeval moet gebeurd zijn “door het uitgevoerde werk” maar enkel dat het ongeval “enig verband moet houden met” de uitvoering van het werk. Er moet een link kunnen gelegd worden tussen het arbeidsongeval enerzijds en het feit zijn arbeidsovereenkomst uit te voeren anderzijds . vb : ongeval van leerjongen die na middageten op het werk buiten bedrijf ging zwemmen. volgens Wet 25 Feb 2003 : ERNSTIG ONGEVAL = een arbeidsongeval waarvan het gebeuren in direct verband staat met een materieel agens dat voorkomt op de lijst opgenomen in bijlage 1 van dit besluit ( machine of toestel – installatie – steiger – silo- licht ontvlambare , zeer licht ontvlambare , giftige , zeer giftige , bijtende stoffen – gas of mengsel van gassen ander dan lucht of waterdamp die zich niet onder overdruk bevinden – springstof ) , of waarvan de vorm voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage 2 van dit besluit ( val van hoogte hoger dan 2 meter – bedelving – instorting – brandbare ontploffing – deflagratie – elektrocutie – elektrisering – verdrinking – verstikking – vergiftiging ) , en dat aanleiding gaf tot : ° hetzij de dood ° hetzij een blijvend letsel ° hetzij een tijdelijk letsel waarvan de aard voortkomt op lijst bijlage 3
( breuken – brandwonden ; uitwendig in derde graad over meer dan 9% lichaamsoppervlkakte , of inwendig – vleeswonden met verlies van weefsel – trauma’s die in afwezigheid van behandeling levensbedreigend kunnen zijn.) 2. Wat is een wegongeval : welke zijn de belangrijkste uitbreidingen ; wat is een aanvaardbare omweg (welke criteria gelden voor het aanvaarden ervan ?) wegongeval : is elk ongeval op de weg van en naar het werk . hierbij gaat het om het ‘normale’ traject , wat niet noodzakelijk betekent het kortste traject. men zou kunnen spreken van het aanvaardbaar of redelijk traject. de aanvang vd arbeidsweg : de dorpel . uitbreiding van het traject : - langs de verschillende op- en afstapplaatsen om zich in het kader van gemeenschappelijk woon-werk , samen met één of meerdere andere personen in een vtg te verplaatsen. - met het oog op het wegbrengen of ophalen van kinderen van en naar de opvangplaats of school. Plaatsen gelijkgesteld met arbeidsplaats : - plaats waar WN een opdracht vervult : hotel waar ondernemingsraad doorgaat. - plaats waar WN , vormingslessen bijwoont. Criteria aanvaardbare omweg : Voort de beoordeling wat klein of groot is of wat een wettige reden kan zijn heeft het Hof van Cassatie een soort proportionaliteitsregel ingevoerd ; namelijk een omweg is kort of lang naargelang de arbeidsweg zelf kort of lang is. Een onderbreking gebeurt om een wettige reden in de mate dat het gaat om essentiële behoefte die zich aan de mens opdringt. 3. Welke rente ontvangen echtgenoten , kinderen, ouders van het slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval? Vooreerst een forfaitaire vergoeding voor begrafeniskosten , gelijk aan 30 x het gemiddeld dagloon , en de kosten voor het overbrengen van het stoffelijk overschot. overlevende echtgenoot : - levenslang en onvoorwaardelijk rente gelijk aan 30 % van het basisloon ( op jaarbasis ) . huwelijk afgesloten na arbeidsongeval : - huwelijk een jaar geduurd heeft voordat het slachtoffer overlijdt. - ofwel er een gemeenschappelijk kind geboren is of een kind ten laste van één van de echtgenoten was.
uit de echtgescheiden echtgenoot : indien hij/zij recht had op onderhoudsgeld . rente gelijk aan onderhoudsgeld , met maximum 30 % vh basisloon. Kinderen : - rente op jaarbasis = 15 % van het basisloon indien wees van één ouder. ( alle kinderen samen maximaal 45 % ) - rente op jaarbasis = 20 % van het basisloon, indien wees van beide ouders ( alle kinderen samen maximaal 6O % ) voorwaarden : kind zijn van het slachtoffer ( of van zijn echtgenoot wanneer betrokken kind ten minste één ouder verloren heeft ). rente uitbetaald zolang kind recht heeft op kinderbijslag , maar in elk geval tot kind 18 jaar is. Ouders : - elke ouder ontvangt een rente gelijk aan 20 % van het basisloon , indien geen overlevende kinderen en geen overlevende echtgenoot zijn. - elke ouder ontvangt een rente gelijk aan 15 % van het basisloon , indien er geen overlevende kinderen maar er wel een overlevende echtgenoot is. voorwaarden : - ouders haalden rechtstreeks voordeel uit het loon - eindigt op ogenblik slachtoffer 25 jaar zou zijn geworden . uitz voornaamste kostwinner
4. Wat is het belangrijkste onderscheid tussen tijdelijke arbeidsongeschiktheid en blijvende arbeidsongeschiktheid ? tijdelijke arbeidsongeschiktheid : de periode van het arbeidsongeval tot aan de consolidatie blijvende arbeidsongeschiktheid : vanaf de consolidatie ; de arbeidsongeschiktheid afgemeten aan de waarde die het slachtoffer overhoudt op de arbeidsmarkt ( naargelang : leeftijd , opleiding , omscholingsmogelijkheden , voorheen uitgeoefend beroep etc )
5. Welke vergoedingen zijn verschuldigd bij arbeidsongeschiktheid ( wat is basisloon , wat is het gemiddeld dagloon ) ? bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid : 1° periode : gewaarborgd loon
2° periode : 90 % van het gemiddeld dagloon per kalenderdag ( pm nog andere bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) bij blijvende arbeidsongeschiktheid : percentage dat overeenstemt met het toegekend percentage van ongeschiktheid ( 3 jaar herzieningstermijn ). basisloon = het brutoloon vd WN dat hij verdiend heeft gedurende het jaar VOOR het arbeidsongeval , vermeerderd met het vakantieloon . Is begrensd tot bepaald maximum ( 01 O1 2004 = 26.410,14 euro ) . gemiddeld dagloon : basisloon gedeeld door 365 Wat is consolidatie ? Consolidatie kan omschreven worden als het ogenblik waarop , medisch gezien , de toestand ‘ gestabiliseerd ‘ is , met andere woorden het ogenblik waarvan men verwacht dat de medische toestand vanaf dan ,niet meer zal evolueren.
13
Tijd en Mobiele werkplaatsen
14
Risico – begrip – inventaris
1. Op welke elementen steunen we ons als we spreken over een groot / klein risico ? Geef enkele voorbeelden.
Ernst van de schade : Zeer belangrijk Invaliditeit , blijvend letsel Belangrijk letsel met werkverlet Minder belangrijk letsel zonder werkverlet(verzorging) Gering Incident zonder letsel uitzonderlijk
Ongewoon
Onaanvaardbaar risico , onmiddellijk bijkomende preventiemaatregelen
Goed mogelijk
Te verwachten
nemen Mogelijk risico , extra preventiemaatregelen nemen op korte termijn ; duurzame preventiemaatregelen zoeken Aanvaardbaar risico , mits naleven instructies , gebruik juist gereedschap en PBM’s
Welke stappen bevat een risicoanalyse? stap 1 : inventarisatie vd risico’s methode: observatie , checklisten , foutenanalyse ( proactief) ( reactief) stap 2 : evaluatie vd risico’s en prioriteiten bepaling via factoren : waarschijnlijkheid ; blootstelling en ernst. stap 3 : Risicobehandeling – preventie hiërarchie stap 4 : evaluatie bijsturing
Enkele begrippen : Gevaar : de intresieke mogelijkheid tot schade – of ongewenste gebeurtenis Risico : de kans op schade Restrisico : risico dat overblijft nadat alle maatregelen worden genomen Aanvaardbaar risico : is een risico dat als klein ervaren wordt en waar de maatregelen niet in verhouding staan met risico
15 16 17
Opsporen en identificatie risico’s
18
AO – onderzoek – feitenboom
19
AO : definiëring , Adm, actieterrein
6. Aangifte AO : - aan wie moeten de AO aangegeven worden ? - welke AO moeten aangegeven worden ? - binnen welke termijn moeten AO aangegeven worden ? verzekering binnen de 10 dagen
Ernstig ongeval ook aan Technische inspectie – binnen de 2 dagen vanaf 2005 : enige mogelijkheid via internet op de portaalsite Sociale Zekerheid ( ASR = aangifte sociaal risico) . 7.
AO onderzoek : - waarom moet een AO onderzocht worden ? - wie is betrokken bij het AO onderzoek ? - wat is de taak van het comité Pr en B i.v.m AO? Is opdracht en taak voor de preventieadviseur en de Hiërarchische lijn De ganse organisatie is betrokken bij het onderzoek. Comité Preventie en B heeft recht op informatie rond beheersen ongevallen en heeft de plicht aan de voorkoming mee te werken.
8.
AO steekkaart : - wanneer opmaken ? ongeval met ten minste 1 dag arbeidsongeschiktheid - opmaken door wie ? IDBP - wat moet de steekkaart vermelden ? alle relevante inlichtingen – hoe lang moet een AO steekkaart bewaard worden ? 3 jaar – kan een aangifte formulier voor een AO dienen als steekkaart? Leg uit? ja , op voorwaarde dat alle relevante inlichtingen erop vermeld zijn. ook de handtekening diensthoofd IDBP.
9. Geef de formule voor : Frequentiegraad Ernstgraad Globale ernstgraad Frequentiegraad ( Fg) : verhouding totaal aantal ongevallen die dood of werkongeschiktheid van tenminste 1 dag , dag vh ongeval niet meegerekend , , vermenigvuldigd met l.000.000 t.o.v het aantal uren blootstelling aan het risico . Fg = aantal ongevallen x 1.000.000 Atl uren blootstelling / risico
Ernstgraad ( Eg) : verhouding vh aantal werkelijk verloren kalenderdagen ingevolge arbeidsongevallen , vermenigvuldigd met 1.000 , tov het totaal uren blootstelling aan het risico . Eg = aantal werkelijk verloren kalenderdagen x 1.000 Atl uren blootstelling /risico
Globale ernstgraad (Eggl) : verhouding aantal werkelijk verloren kalenderdagen , vermeerderd met aantal forfaitaire werkongeschiktheid , vermenigvuldigd met 1.000 , tot het aantal uren blootstelling aan het risico. Eggl = aantal werk verloren kalenderdagen + Atl dagen forfaitair x 1.000
Atl uren blootstelling /risico
10. Wat zijn forfaitaire dagen? Leg uit. Om rekening te houden met de dodelijke ongevallen of ongevallen met blijvende invaliditeit worden een aantal forfaitaire vastgestelde dagen bijgeteld. ( dood = 7500 dagen ) . Een invaliditeit van vb 2% krijgt 2 x 7500 = 150 forfaitaire dagen. 100
11. Welke AO moeten in de statistieken ( FG, EG , Egglob ) opgenomen worden , welke niet ? Alle arbeidsongevallen met minimum 1 dag werkverlet ( dag zelf niet meegerekend) Dus niet de wegongevallen.
20
Situering Gezondheidszorg
Praktische toepassingen : Werkhervatting na ziekte en ongeval Alcohol verslaving Druggebruik/medicatie Nachtarbeid Vaccinatiecampagnes Supplementaire medische onderzoeken Fitness programma Tabakspreventie OSGW
22
Beroepsziektes : definiëring, Adm , Actieterrein
25
Praktische oefening
2627
Brand – wetgeving
1. Gebouwen en lokalen worden geclassifiëerd in de brandwetgeving van art 52. Wat is de basis van deze classificatie ?, waarom wordt deze classificatie gemaakt en geef een drie-tal voorbeelden van de
verschillende klassen of groepen . basis : specifieke constructievoorschriften : groep 1 : zeer hoog brandrisico lokalen waarin opgestapeld of dagelijks aangewend - ontvlambare vloeistoffen : T°< 21°C minstens 50 l - ontvlambare vloeistoffen : 21°C
niet elders vermeld zijn , textielvezels andere dan wol ; minstens 10.000 kg ( ook hout onder de vorm van planken , latten of balken ) (vb bep archiefruimtes) groep 3 : gemiddeld brandrisico alle andere lokalen.
2. Geef de voorwaarden ivm de opslag van ontvlambare vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten. de opslag mag enkel geschieden op daartoe bestemde plaatsen : - in open opslagplaatsen : ruimte in open lucht , die max drie vierden van de omtrek is gesloten , eventueel voorzien van een dak. - in gesloten opslagplaatsen : meer dan drie vierden gesloten en voorzien van dak - in veiligheidskasten ivbm opslaglaatsen : in een gebouw voldoen aan art 52 ARAB ( oa Rf waarden wanden , deuren etc ) buiten gebouw ( speciaal gebouwd voor opslag ) : - opgetrokken in onbrandbare materialen - op voldoende afstand van elk naburig gebouw ivbm opvangkuip : - ondoordringbaar - gecontrueerd uit onbrandbare materialen - bestand tegen de vloeistof die opgeslagen is in de opslagplaats min inhoud = inhoud grootste recipiënt één vierde alle erin geplaatste recipiënten ( mag één tiende als er aangepaste brandbestrijdingsinstallatie is aangebracht) ivbm de deuren : open naar buiten in principe : altijd dicht maar open : om bedrijfstechnische redenen ze automatisch sluiten bij brand ivbm de verlichting : enkel elektrische verlichtingsmiddelen
ivbm elektrische installatie : moet voldoen aan aan de voorschriften ARAB /AREI in bijzonder betreffende explosieve stoffen. ivbm de ventilatie : en dienst voldoende geventileerd te worden. ivbm recipiënten : vloeistoffen met vlampunt lager dan 55 ° C : - in gesloten recipiënten - beschermd worden tegen nadelige gevolgen van inwerking zonnestralen , straling van gelijk welke warmtebron. ivbm opslag samen met andere stoffen : toegelaten , mits : - het risico op ongevallen en de gevolgen ervan niet verhogen - bij een eventueel lek de houders van de zeer licht ontvlambare , de licht 00ontvlambare en de ontvlambare stoffen niet kunnen aantasten doordat daartoe de nodige maatregelen zijn genomen. - geen gevaarlijke reacties aangaan met de zeer licht ontvlambare , de licht ontvlambare of de ontvlambare stoffen
3. Wat is een vuurvergunning ? De vuurvergunning is een geschreven nota en wordt gebruikt om brand en ontploffingsgevaar te voorkomen die zich voordoen bij werken met open vuur ; blanke vlam of hittepunt ( lassen , snijbranden , solderen , afbijten , afbranden van verf of vernis …) .waarin enkel toelating gegeven wordt tot onderhoudswerken nadat alle concreet vermelde voorzorgsmaatregelen genomen werden. ( niet voor de bestendige werkposten waar alle vereiste voorzorgsmaatregelen zijn getroffen ). 4. Wat is een brandregister Wat moet in een brandregister vermeld worden ? Het materieel voor brandbestrijding , detectie en alarm , de elektrische installaties , de gasen verwarmingsinstallaties moeten periodisch gecontroleerd worden. De vaststellingen tijdens onderzoeken alsmede de data van de controles worden in registers vastgelegd (= brandregister ter beschikking van de burgemeester en de bevoegde overgeid ). . 5. Welke werkgevers moeten een eerste interventieploeg oprichten ? - die 50 werknemers tewerkstelt - het gebouw of gedeelte van gebouw een lokaal van de 1° groep bevat .
6. Geef de voorwaarden waaraan een stookplaats moet voldoen ? voor 01 juni 1972 bestaand : - muren , wanden , vloeren en zolderingen hebben brandweerstand van 1 uur of zijn gebouwd uit metselwerk, beton , of andere onbrandbare materialen . - bij gebruik van vloeibare of gasvormige brandstoffen moet de verbindingsdeur tussen stookplaats en gebouw of tussen stookplaats en brandstofopslagplaats een brandweerstand hebben van ½ uur of uit hout bedekt met aan weerszijden met staalplaat zijn. - deur sluit automatisch en is niet voorzien van toestel dat ze in geopende stand kan houden. - behoorlijke verluchting voorzien na 01 juni 1972 gebouwd : - muren , wanden , vloeren en zolderingen hebben brandweerstand van 1 uur . - bij gebruik van vloeibare of gasvormige brandstoffen moet de verbindingsdeur tussen stookplaats en gebouw of tussen stookplaats en brandstofopslagplaats een brandweerstand hebben van ½ uur . - deur sluit automatisch en is niet voorzien van toestel dat ze in geopende stand kan houden. - behoorlijke verluchting voorzien
7. Wat wordt verstaan onder “ reactie bij brand “ van materialen ? Is een norm : NBN S 21-203 en verwijst naar de norm : ISO 1182 ( methode 1) De Franse norm NF 92.3501 ( methode 2) De Britse Norm BS 476.7 ( methode 3 ) 5 klassen ( A0 tot A4 ) : AO = alle materialen die niet- brandbaar zijn volgens methode 1 A1 = alle materialen van Cat I ( methode 2) alle materialen van cl 1( methode 3 ) A2 = alle materialen van Cat II ( methode 2) alle materialen van cl 2 ( methode 3 ) A3 = alle materialen van Cat III ( methode 2) alle materialen van cl 3 ( methode 3 ) A4 = alle materialen die niet tot een vorige klasse kunnen ingedeeld worden
8. Bent u verplicht de bevoegde brandweerdienst te raadplegen bij het aanbrengen van uw brandbestrijdingsmiddelen ? Wanneer wel en wanneer niet ? JA ; als hij ten minste 50 werknemers tewerkstelt als het gebouw of gedeelte tenminste een lokaal van de 1° groep bevat. 9. Wat is het verschil tussen waarschuwing en alarm . Wie moet dit aanbrengen en waaraan moet ( = het waarschuwings- en alarmsysteem ) voldoen ? waarschuwing = inlichtingen geven aan bep personen over het ontstaan van brand. alarm = verwittiging aan alle personen om de plaats te ontruimen.
Werkgever moet deze aanbrengen . voldoen aan : a) voldoende in aantal b) gemakkelijk bereikbaar c) in goede staat van werking zijn en goed onderhouden d) oordeelkundig verdeeld en doeltreffend aangeduid.
10. Hoe wordt het aantal en de breedte van de uitgangen berekend ? 2 voor lokalen van de 1° groep , lokalen en verdiepingen waar min 100 personen vertoeven en voor de benedenverdieping en de verdiepingen van winkels . 3 voor lokalen en verdiepingen waar min. 500 personen vertoeven. Minstens 80 cm , uitz gangen en kassa’s in winkels voor kleinhandel. Mag 70 cm voor gebouwen VOOR 01 juni 1972 bestaande. Breedte van trappen , uitgangswegen , deuren en wegen moet minstens gelijk zijn in cm aan het aantal personen die ze moet gebruiken. trappen in dalende lijn breedte in cm x 1.25 aantal personen. in stijgende lijn breedte in cm x 2 aantal personen
11. Wat betekent RF ? Eenheid ? criteria van toekenning ? Wat is de vereiste Rf waarde voor de a) deur stookplaats ? b) wand lokaal van groep 1 ?
Graad van weerstand tegen brand = Rf Rf wordt bepaald aan de hand van een gestandaardiseerde proef in een erkende instelling waarbij een monster tijdens een ( destructieve ) test een opgelegde brand ondergaat met een opgedrongen temperatuursverloop . Tijdens de test zijn de volgende 3 parameters van belang : vlamdichtheid , thermische isolatie en stabiliteit. De bekomen tijdswaarde wordt afgerond naar benden naar een afgerond getal ( vb Rf 30 min , 1 uur , 1 H 30 min ) deur stookplaats : ½ uur wand lokaal groep 1 : ½ uur 12. Geef een overzicht ( zonder in detail te gaan ) van de wetgeving inzake brand
A. Regl bepalingen voorzien in het ARAB ( event CODEX): bepalingen voorzien in Art 52 van titel II bepalingen voorzien in titel III met betrekking tot sommige bijz nijverheidstakken - opslag calciumcarbide - productie acetyleen - aanbrengen verf of van een bedekking / spuitcabines - autogarages , schouwspelzalen etc B. Overheidstussenkomsten andere dan deze voorzien in het ARAB - KB 07 juli 1994 tot vaststelling basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen dienen te voldoen. - gemeentebesturen kunnen eisen stellen door gemeentelijke reglementen - Ministerie Openbare werken via stedebouwkundige voorschriften onder meer brandbeveiliging in hoge gebouwen. - Ministerie volksgezondheid : voor welbepaalde inrichtingen die onder haar toezicht staan ; bejaardentehuizen ;, ziekenhuizen , - Gewesten : kinderdagverblijven etc - VLAREM of vroegere titel 1 ARAB ( vergunningsbesluiten ) - Soc inspecteurs – Wet Arbeidsinspectie vb opslag explosiemateriaal voor airbags voort de auto-industrie - bepalingen uit het AREI
13. Leg de volgende ( belangrijke ) parameters en grootheden uit , evenals hun belang : vlampunt : is de laagste temperatuur , waarbij zich onder voorgeschreven testconditie’s uit een vloeistof zoveel brandbaar gas of brandbare damp ontwikkelt dat bij contact met een actieve ontstekingsbron terstond een vlam ontstaat. vb benzine 20° - Aceton 19 ° C ) zelfontstekingstemperatuur : is de laagste temperatuur van een heet oppervlak waarbij onder gegeven testcondities ontsteking plaatsvindt van een brandbare stof in de vorm van een gas/lucht – damp/lucht- of stof/luchtmengsel .( vb benzine vanaf 220 °C Aceton 540 ° C) bovenste en onderste explosiegrens LEL en UEL : onderste explosiegrens : Onderste grens van de concentraties van een brandbare stof in lucht waarin zich een explosie kan voordoen. bovenste explosiegrens : Bovenste grens van de concentraties van een brandbare stof in lucht waarin zich een explosie kan voordoen. gasgroep Gassen en dampen worden afhankelijk van hun verdelingsbovengrens ( in een genormeerd apparaat wordt de vraag of een explosievlam kan doorslaan bepaald door de omvang van de kier ) en hun minimale onstekingsstroom ( stroom die in een genormeerd apparaat tot een ontsteking leidt ) in drie groepen onderverdeeld ( IIA ; IIB ; II C , waarbij II C de groep met de geringste verdelingsbovengrens is.) temperatuurgroep Bedrijsmiddelen worden op grond van hun maximale oppervlaktetemperatuur ingedeeld in temperatuurklassen. In analogie daarmee vindt een indeling van gassen plaats op basis van hun ontstekingstemperatuur. ontstekingsenergie Een ontstekingsbron geeft aan een explosief mengsel een bepaalde energiehoeveelheid af die ervoor zorgt dat de ontsteking zich in dit mengsel kan verspreiden. relatieve dampdichtheid
dampdichtheid = een maat voor het gewicht van damp.Wordt dat met lucht vergeleken dan noemt men dat de relatieve dampdichtheid. Bij een relatieve dampdichtheid die groter is dan 1 (damp zwaarder dan lucht ) dan is ontsteking op afstand mogelijk. 14. Geef de indeling van gevaarlijke plaatsen waar een explosieve atmosfeer kan voorkomen : Gevaarlijke plaatsen worden op grond van de frequentie en duur van het optreden van een explosieve atmosfeer in zones onderverdeeld : Zone O : Een plaats waar een explosieve atmosfeer , bestaande uit een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gas, damp of nevel met lucht voortdurend , gedurende lange perioden of herhaaldelijk aanwezig zijn. Zone 1 : Een plaats waar een explosieve atmosfeer , bestaande uit een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gas, damp of nevel met lucht voortdurend , onder normaal bedrijf waarschijnlijk af en toe aanwezig zijn. Zone 2 : Een plaats waar een explosieve atmosfeer , bestaande uit een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gas, damp of nevel met lucht voortdurend , onder normaal bedrijf niet waarschijnlijk is en waar , wanneer dit toch gebeurt , het verschijnsel van korte duur is. Zone 2O : Een plaats waar een explosieve atmosfeer , bestaande uit een wolk brandbaar stof in lucht voortdurend , gedurende lange perioden of herhaaldelijk aanwezig zijn. Zone 21 : Een plaats waar een explosieve atmosfeer , bestaande uit een wolk brandbaar stof in lucht voortdurend , onder normaal bedrijf waarschijnlijk af en toe aanwezig zijn. Zone 22 : Een plaats waar een explosieve atmosfeer , bestaande uit een wolk brandbaar stof in lucht voortdurend , onder normaal bedrijf niet waarschijnlijk is en waar , wanneer dit toch gebeurt , het verschijnsel van korte duur is. Dus verschil tussen zone 0-1-2 en 20-21-22 – eerste is gas tweede is stof
15. Bespreek de procedure voor het betreden van een tank waarin zich ontvlambare vloeistoffen hebben bevonden.
- een geschreven machtiging vereist ( principe van vergunning) - een welbepaalde procedure volgen : - verwijderen van dampen - uitvoeren van een zuurstof meting - enkel betreden indien er voldoende zuurstof is - nooit alleen dergelijke werkzaamheden uitvoeren - grenswaarden voor blootstelling mogen niet bereikt worden - gedurende de werken de metingen op gepaste tijdstippen herhalen - dragen van een gordel met schouderband , verbonden met veiligheidskoord - personen belast met reddingswerken moeten beschikken over het gepaste materiaal minimum : ladders en touwen ademhalingstoestellen van het geschikte type
Indien noodzakelijk is te betreden vooraleer alle dampen en het bezinksel verwijderd werden , moet de werknemer aangepaste ademhalingsbescherming dragen. Er mag eveneens geen explosierisico aanwezig zijn. 28- Brandbestrijding praktijk 70 1. Verklaar het verschijnsel brand m.b.v. de vuurdriehoek. Er kan slechts een brand ontstaan wanneer alle volgende voorwaarden tegelijk vervuld zijn ; aanwezigheid van een brandbare stof Lucht ( zuurstof) in de juiste verhouding met de brandstof Aanwezigheid van een warmtebron , kan een uitwendige ontstekingsbron zijn of een algemene temperatuursverhoging( zelfontsteking ). 2. Verklaar het blusprincipe m.b.v. de vuurdriehoek. Om verbranding op te houden komt het erop aan één van de elementen vd vuurdriehoek weg te nemen. Verwijderen vd brandstof :( vb gasbrand - gastoevoer dichtdraaien) Wegnemen van zuurstof : bij daling van het zuurstofgehalte tot 14% en lager houdt de verbranding op. Plaatsen van deksel of natte dweil . afdekken van brandstof met kooldioxide ( CO²) of blusschuim. Verwijderen van de warmtebron: blussen - brandstof af te koelen tot onder haar ontvlammingstemperatuur. negatieve katalysator : poederblussers
3. Noem de soorten brandklassen. Geef voorbeelden. Klasse A : Klasse B : Klasse C : Klasse D :
vaste stoffen vb hout karton plastics vloeistoffen vb olie benzine oplosmiddelen verf gassen vb aardgas butaan propaan lichte metalen vb aluminium magnesium
4. Noem enkele belangrijke verplichtingen voor de werkgever. De werkgever neemt de nodige maatregelen om : - brand te voorkomen - ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden. - in geval van brand ; waarschuwingsalarm te geven de veiligheid van de personen ter verzekeren en zo nodig voor gevaarloze ontruiming te zorgen. - onmiddellijke de officiële brandweer te verwittigen.
snelle en
Hij moet een uitrusting aanbrengen , die voldoende is en aangepast is aan de omstandigheden. Brandbestrijdingsmaterieel moet in goede staat van onderhoud verkeren , beschermd zijn tegen de vorst , doelmatig gesignaleerd , gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld.Het moet onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden. De werkgever is verplicht vanaf 5O werknemers of een lokaal bezit van de eerste groep , een private dienst voor voorkomen en bestrijden van brand oprichten, die een voldoende aantal personen omvat , geoefend in het gebruik van brandbestrijdingsmaterieel. Waarschuwings-, alarm- , en ontruimingsoefeningen moeten minstens éénmaal per jaar georganiseerd worden. Het materieel voor brandbestrijding , detectie en alarm , alsmede de elektrische installaties , de gas en verwarmingsinstallaties moeten geregeld door de werkgever , zijn aangestelde of zijn afgevaardigde onderzocht worden. 5. Noem de soorten blusstoffen met hun toepassingsgebied.
bluskracht
A
B
C
D
Poeder ABC Poeder BC poeder D CO2 Halon water schuim
krachtig matig zwak zwak zwak krachtig krachtig
krachtig krachtig zwak matig krachtig gevaarlijk krachtig
-
zwak zwak matig zwak zwak -
Elektriciteit geen gevaar geen gevaar geen gevaar geen gevaar geen gevaar gevaarlijk gevaarlijk
blusschade groot groot groot klein klein groot matig
Klasse C mag niet geblust worden omwille vh ontploffingsgevaar. De gastoevoer moet
eerst geblust worden en daarna vallen we terug op klasse A of B 6. Hoe ga je te werk om een brand te blussen ? zie nuttige tips te TORHOUT. 7. Zijn er wettelijke verplichtingen i.v.m. constructievoorschriften voor gebouwen ? Noem enkele voorbeelden. Waar vind je de toepasselijke wetgeving ? De bouwtoelating ( gemeentelijke overheden ) De exploitatievergunning ( Technische inspectie en AMINAL ) Reglementen vd verzekeraar BVVO De preventiedienst ( hebben als taak alle aantoonbare risico’s te melden doen verhelpen.) Specifieke voorschriften ( KB en Besluiten executieve) voor ziekenhuizen , bejaardentehuizen , hotels. Andere ( politieverordeningen )
en te
Ook volgens ARAB art 52.2 worden de lokalen ingedeeld in drie groepen , waarbij men zich baseert op de aanwezigheid of aanwending van ontvlambare of brandbare producten.Hieruit vloeien verplichtingen voort ivbm de constructievoorschriften van de lokalen/gebouwen , vooral ivbm brandweerstand, deuren , trappen ; liften , uitgangen , waarbij een onderscheid gemaakt wordt voor gebouwen voor of na 1972 opgericht. 8. Brandweerstand : - Wat betekent Rf = 0,5 ? - Hoe herken je een deur met een bepaalde brandweerstand ? - Wie mag dergelijke deur plaatsen ? Brandweerstand van een half uur. ( Rf = résistance au feu ) volgende elementen zijn hier belangrijk : - de brand tegen houden : vlamdichtheid en thermische isolatie - de mechanische weerstand tov de hitte - de tijdsduur indicatie op de deur zelf en geplaatst door erkend vakman. 9. Wat is het doel van een vuurvergunning ? De vuurvergunning is een geschreven nota waarin enkel toelating gegeven wordt tot warme onderhoudswerken. nadat alle concreet vermelde voorzorgingsmaatregelen genomen werden. Welke noodzakelijke elementen moet een vuurvergunning bevatten ? gevaarszone risico voorkomingsmaatregelen
Wie schrijft de vuurvergunning uit ? veiligheidsdienst 10. Noodverlichting : - Wanneer is deze verplicht ? overal waar kunstmatige verlichting aanwezig is. - Wanneer moet ze automatisch aan ? vanaf 100 personen moet bij uitval kunstmatige verlichting de noodverlichting automatisch aanslaan. 11. Noem 10 practische voorkomingsmaatregelen . Indien rookverbod : aanduiden en doen naleven In andere zones : aandacht voor sigarettenpeukjes In explosiegevaarlijke zones : professionele plaatsing en onderhoud van aangepast elektrisch vonkend materieel. Ontvlambare vloeistoffen : max 1 shift voorraad op verbruikplaats. gebruik van alternatieve producten Gebruik veiligheidskannen voor ontvlambare vloeistoffen (vlampunt< of = 21° C) Machines afleggen Vrijhouden blustoestellen , hydranten en brandkranen Brandbaar materieel rond de werkpost verwijderen. Metalen vuilbakken met deksel Toegankelijkheid voor hulpdiensten : vrije wegen , gangen deuren poorten Gebruik geen kledij uit kunststof Gebruik de klassieke katoenen overalls of evenwaardige beschermkledij Gemorste olie dadelijk opruimen met speciale absorptiekorrels ( geen zaagmeel , zelfontbranding ) Gasflessen ( butaan , propaan , acetyleen , zuurstof ) altijd rechtop en zonder schokken vervoeren, niet in de zon laten staan en altijd vastbinden. Alle andere recipiënten onder druk op dezelfde manier behandelen ( stikstof , argon , krypton....) Op alle mobiele lasposten ( elektrische en autogeen ) dient steeds een blustoestel P9 aanwezig ter zijn. Steeds de vuurvergunningsprocedure volgen. 12. Is de werkgever verplicht om algemene oefeningen te houden ? Hoe dikwijls ? Geef de belangrijkste doelstellingen die met een goede evacuatie moet bereikt worden. Werkgever meer dan 5O werknemers of lokaal eerste groep : private brandweerdienst , uiteraard moet ze regelmatig oefenen. Ondernemingen minder dan 5O werknemers : moeten echter ook personeel regelmatig laten oefenen. Toelaten dat personen , die zich in het gebouw bevinden ; dit veilig kunnen verlaten. De blustoestellen weten te vinden etc....
30
Gevaarlijke stoffen en preparaten etikettering
1. Noem de verschillende soorten gevaarlijke stoffen. - Geef per soort hun gevaarssymbool. - Geef per soort hun gevaarlijkste eigenschap - Geef een praktisch voorbeeld van iedere soort. E = Ontplofbaar ( Ontplofbare producten zijn stoffen die omwille van hun aard tot ontploffing komen - zeer vlugge verbranding - of in bepaalde mengsels , bij bepaalde temperaturen en concentraties , bij schokken of wrijving explosief kunnen reageren.) Vb dynamiet , buskruit , vuurwerk. F = Licht Ontvlambaar ( een stof - vast , vloeibaar of gasvormig - die in aanraking met lucht een vlam kan veroorzaken.Binnen de groep van de ontvlambare stoffen maakt men een onderscheid op basis van het vlampunt. 4 vlampunt’ betekent de laagste temperatuur waarbij dampen die zich boven een vloeistof vormen , vuur kunnen vatten . Men spreekt dus van : - zeer licht ontvlambare stoffen als het vlampunt tussen < O° C en het kookpunt < 35 ° C - licht ontvlambare stoffen als het vlampunt ligt tussen O° C en 21° C - ontvlambare stoffen als het vlampunt ligt tussen 21° C en 55 ° C. Als licht ontvlambare stoffen weerhouden we nog de stoffen die : - bij omgevingstemperatuur verhit kunnen raken en ontvlammen bij contact met lucht zonder toevoer van energie. - in vaste toestand licht ontvlambaar zijn door een korte actie van een ontstekingsbron en na verwijdering van deze bron blijven branden. - in gasvormige toestand , die gemengd met lucht , ontvlambaar zijn bij normale druk - in contact met water of vochtige lucht ontvlambare gassen afgeven in gevaarlijke hoeveelheden. vb white spirit , thinner , lijmen , benzine , terpentijn. T = Giftig C = Bijtend ( een stof die levende weefsels vernietigd waarmee ze in aanraking komen. Dat uit zich bijvoorbeeld in brandwonden , huidaandoeningen of ernstige infecties.Bepaalde stoffen zijn in hun natuurlijke en droge toestand niet corrosief , maar in aanraking met water of de vochtigheid van de huid en slijmvliezen worden ze corrosief. vb : bleekwater ( actieve chloor > 10% ) bijtende soda , zwavelzuur , zoutzuur , afwasmiddel voor vaatwasmachine. Xi = Irriterend O = Oxiderend F+ = Zeer licht ontvlambaar T+ = Zeer Giftig Xn = Schadelijk N = Milieugevaarlijk 2. Hoe komen de gevaarlijke stoffen in het lichaam binnen ? Opnamewegen : Ademhaling Spijsvertering
Huid. Geef praktische voorbeelden. vb schoonmaakster giet javel water in een toilet waar kort vooraf anti-kalk middel in was.Een chemische reactie ontstond , waarbij een giftig chloorgas vrijgaf. Chronische blootstelling aan solventen kan nadelige invloeden hebben op het centrale zenuwstelsel . OPS -syndroom ( schildersziekte of Organisch-psycho syndroom. ) symptomen : vermoeidheid - geheugenverlies, impotentie , afnemend concentratievermogen. 3. Wat zijn acute en chronische aandoeningen? Acute : product op arm - verbranding. Chronisch : OPS syndroom. Geef praktische voorbeelden. 4. Hoe wordt de verontreiniging in de lucht door gassen , dampen en stof uitgedrukt ? De grenswaarde is de maximale concentratie ( = het gehalte of de hoeveel van ... ) een gevaarlijke stof , als tijdsgewogen gemiddelde over een referentieperiode , waarboven geen enkele werknemer mag worden blootgesteld. ( M.A.C.= maximale aanvaardbare concentratie) Concentraties in de lucht : - mg/m³ - ppm : part per million - volume % Concentraties in een vloeistof : - mg/l - volume % Concentraties in de lucht : - Deeltjes/m³ - mg/cm³ - vezels/m³ 0,1 vol % = 1000 ml/m³ = 1000 ppm Beschrijf bondig enkele meetmethodes. Enkel met behulp van objectieve technieken kan een expert de aanwezigheid van zulke stoffen vaststellen en onderscheiden van elkaar ( detecteren en kwalificeren ) , om dan te bepalen hoe grot het aandeel is ten opzichte van het geheel. en te vergelijken met de beschikbare blootstellings- of emissiegrenzen. Waar worden de max.toegelaten concentraties vermeld ?
Op de informatiefiche. 5. Noem de wettelijk verplichte informatie die op een etiket van een recipiënt moeten staan. De naam van de gevaarlijke stoffen. De gevaarsaanduidingen en als ze bestaan , de symbolen die er betrekking op hebben. De zinnen die specifieke risico’s , volgend uit deze gevaren vermelden. De risicozinnen of R-zinnen zie bijlagen. De zinnen de veiligheidsaanbevelingen of S-zinnen vermelden. De naam en het adres van de fabrikant of van elke andere persoon die de genoemde stof of het genoemde product ter beschikking stelt van de werknemers.
6.
Noem een vijftal gouden regels om ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen. Primaire preventie - het risico aan de bron uitschakelen is de beste beschermingsmaatregel. - ga dus na of de gevaarlijke stof door een ander minder of niet schadelijke stof kan vervangen worden.( evt advies arbeidsgeneesheer) Algemene maatregelen - Laat géén stoffen gebruiken waar geen etiket op staat of waar de stofinformatie ontbreekt. - Gebruik de stoffen op de juiste manier. Experimenteer nooit door verschillende stoffen samen te voegen. - Vermijd overtappen van stoffen. - Zorg er steeds voor dat ook op kleine recipiënten de nodige etiketten aangebracht zijn. - Eten of drinken en roken op de werkpost en tijdens het gebruik van gevaarlijke stoffen is ten zeerste af te raden. - Persoonlijke hygiëne is ook belangrijk , wassen van handen en zonodig douchen na het werk is een vereiste. Secundaire preventie - Collectieve beschermingsmiddelen : vb zorg voor een aangepaste verlichting , verluchting , afzuiging , signalisatie , pictogrammen , aangepaste instructies , moederschapbescherming , jaarlijks medisch onderzoek, ..... - Persoonlijke beschermingsmiddelen : vb : veiligheidsbril ,- handschoenen , - masker , - schoenen , gelaatscherm ... - Tertiaire preventie : - werknemers hebben schade opgelopen , hoe kunnen we de schade beperken? - Noodnummers 24u/24u ; 100 of 112 ; antigifcentrum 070/245 245 - Laat elke wonde - ook de kleinste - verzorgen door bekwaam personeel. - Bij spatten op de huid , ogen of slijmvliezen spoel overvloedig uit met water gedurende 10 à 15 minuten. - Bij incidenten of accidenten met bepaalde stoffen ( inname van stoffen , vergiftiging door cyanides ....) vraag onmiddellijk
werkkledij ,
gespecialiseerde medische hulp.
31
Productrisico’s : scheikundige –cacinogenen en toxische stoffen
1.
Wat is het verschil tussen “toxiciteit van een stof” en “risico van een stof” Hoe dringen gevaarlijke stoffen het menselijk lichaam binnen? toxiciteit : is het intrinsieke vermogen van die stof om het organisme schade te berokkenen Risico van een stof : is de kans dat een bepaald effect in de gegeven omstandigheden optreedt. Via spijsverteringsstelsel ( drinken , inslikken , slechte hygiëne) ademhalingsstelsel (gassen en dampen, aërosolen – stof ,rook , mist) huid ( en slijmvliezen) : opname door huid
2.
Bespreek de verschillende fracties van stof in de lucht. totaal stof : alle stofdeeltjes die in suspensie in de lucht hangen inhaleerbare fractie : deze fractie die geïnhaleerd wordt ( in het lichaam komt) inadembare of alveolaire fractie : het deel van de inhaleerbare fractie dat tot in de longblaasjes doordringen.
3.
4.
Geef de verschillen tussen een acute en een chronische intoxicatie.
Duur blootstelling
Accuut kort – Max 24 Hr
opname
snel
Evolutie
Snel ° ziekte of dood ° genezing
Chronisch herhaald over lange periode herhaalde geringe opnames accumullatie van ° product ° effect Traag - geleidelijk
Wat is een latentietijd bij een intoxicatie? Soms verloopt er een min of meer lange tijdsperiode ( van enkele uren tot tientallen jaren ) tussen het optreden van het effect en het einde van de blootstelling. = latentietijd.
5.
Wat is de basisregel van de toxicologie? Alle stoffen zijn toxisch . ‘ Sola dosis facit venenum ‘ de dosis bepaalt de schadelijkheid. ( ook water – dosis 3O à 40 liter )
6.
Geef enkele lokale huideffecten van chemische stoffen. Irritatie Allergie Huidkanker Pigmentatiestoornissen Chemische acné Urticaria ( netelkoorts ) Fotosensibilisatie fysische dermatitis
7.
Wat is de No effect level van klassiek toxische stoffen. Hoe wordt die bepaald? de dosis waaronder er geen effecten optreden. Bij chemische produkten = grenswaarde Bij kankerverwekkende stoffen – Geen grenswaarde in die zin. Men moet streven naar 0 blootstelling . 1ppm = 1 persoon op 100 mag sterven . Zo zal bij een blootstelling van 40 jaar ( 8 Hr per dag ) aan 1 ppm benzeen ( zijnde de grenswaarde ) 1 op 100 werknemers leukemie krijgen .
8.
Wat is het verband tussen de reukhinder en het gezondheidsgevaar van een chemische stof? REUK HEEFT NIETS te maken met toxiciteit. Er zijn stoffen met hoge toxiciteit die onze neus niet kan ruiken ( vb koolstofmonoxide) en er zijn stoffen die onze neus kan waarnemen op zeer lage concentratie , veel lager dan toxische concentraties ( mercaptanen).
9.
Wat bepaalt de in het lichaam via de ademhaling opgenomen dosis van een gas of damp? - de concentratie van de stof in de lucht - de duur van de blootstelling. - de wateroplosbaarheid van een het gas - ventilatiedebiet - gradiënt partiële dampspanning - deeltjesgrootte
10.
Wat gebeurt er met stofdeeltjes die ingeademd worden? De grootte van de stofdeeltjes spelen een doorslaggevende rol.
Door impactie zullen de grootste en zwaarste deeltjes in de hogere luchtwegen reeds uitgefilterd worden. Deeltjes groter dan 20 µm geraken meestal niet verder dan neus en keelholte. Door sedimentatie zullen deeltjes van 1 tot 5 µm onder invloed van de zwaartekracht en afname stroomsnelheid van de ingeademde lucht neerslaan in de grote en kleine luchtwegen. In de longblaasjes zelf is de stroomsnelheid van de lucht tot O m/sec gereduceerd. Kleinste stofdeeltjes ( < 1 ùm ) zullen in dit gebied worden afgezet. Nog kleinere deeltjes blijven in de lucht hangen en worden terug uitgeademd. 11.
Welke factoren spelen een rol bij absorptie door de huid van chemische stoffen? - Fysiochemische eigenschappen van de stof - concentratie - blootgestelde oppervlakte - blootstellingsduur - Integriteit van de huid - Dikte van de huid - Perifere circulatie , temperatuur - Hydratatie – occlussie ( zweet ) - zalf - penetratiesnelheid
12.
Hoe kan men te weten komen of een stof toxisch kan zijn via huidopname? intoxicatie via huidopname hangt niet alleen van de dermale absorptie af , maar ook van de uitscheiding en de toxiciteit van het product. Al deze factoren kunnen geïntegreerd beoordeeld worden door de LD 5O huid. In deze groter is dan 2 g/kg lichaamsgewicht wordt het product ingedeeld als schadelijk , giftig of zeer giftig bij aanraking door de huid.
13.
Hoe worden chemische stoffen uit het lichaam geëxcreteerd? - via de nieren , de lever en de longen . - daarnaast bestaan er nog een aantal minder belangrijke manieren .
14.
Waarop zijn de grenswaarden van toxische producten gebaseerd? grenswaarde is de max concentratie van een chemisch agens , als tijdsgewogen gemiddelde over een referentieperiode van 4O jaar waar niet boven mag worden gegaan.
15.
Hoe worden de kankerverwekkende stoffen ingedeeld. Welke stoffen krijgen een R45 (kan kanker veroorzaken) op het etiket? Categorie 1 : stoffen waarvan men weet dat ze kankerverwekkend zijn
( vb benzeen ; asbest , arseen , bezidine ) Categorie 2 : stoffen die moeten gelijkgesteld worden met cancerogene stoffen ( vb ethyleenoxide , acrylamide) Deze stoffen worden voorzien van ee,n etiket – doodshoofd met zin :KAN KANKER VEROORZAKEN ( R45 ) of KAN DOOR INADEMING KANKER VEROORZAKEN (R49) Categorie 3 : stoffen die reden tot bezorgdheid voor de mens vormen omdat er mogelijks cancerogene effecten zijn maar waarvoor de beschikbare informatie niet voldoende is om tot een voldoende evaluatie te komen. Deze stoffen dragen een etiket met St Andreaskruis ( in de vorm van een X ) met zin : RISICO OP ONOMKEERBARE GEVOLGEN ( R40) 16.
Wat zijn de regels voor veilig werken met kankerverwekkende stoffen? - O blootstelling. - of vervangen door ander product - of met een gesloten systeem Als blootstelling onvermijdelijk is = ALARA principe ( As Low As Reasonable Achievable ) – redelijker wijze haalbaar. ZEKER NIET hoger dan de ppm/waarde.
17.
18.
Wat is het verschil tussen luchtmonitoring, biologische monitoring en gezondheidseffectmonitoring?
Werken met gevaarlijke stoffen
Systematisch werkplaatsonderzoek
Uitwendige blootstelling
Omgevingsmonitoring
Inwendige blootstelling
Biologische monitoring
Biologisch effect
Biologische effect monitoring
Gezondheidseffect
Gezondheidscreening
Geef de hiërarchie van de verschillende soorten preventiemaatregelen? Welke voorzorgsmaatregelen kan men nemen om de gezondheidsrisico’s van gevaarlijke stoffen tot een minimum te herleiden? Primaire preventie : maatregelen die verhinderen dat schade zal optreden ( eliminatie of vervanging vh product – afzuiging , PBM ) die blootstelling voorkomen
of tot een aanvaardbaar niveau te brengen. Secundaire preventie : maatregelen met betrek op het vroegtijdig detecteren van de schade : Gezondheidsaantasting opsporen in zeer vroeg stadium , op een moment dat de schade nog niet groot is en op het moment dat het proces nog omkeerbaar is. Tertiaire preventie : tracht opgelopen schade te beperken : bijv organisatie EHBO , rampen plannen , revalidatie na ziekte of ongeval , werkaanpassingen etc Preventiemaatregelen : Vervanging Afzondering – in ruimte - in tijd - naar leeftijd - naar geslacht - op basis fysiologische criteria Afzuiging aan de bron Algemene ventilatie PBM’s ( hoofdkap ; volgelaatsmasker ; halfgelaatsmasker )
32
Medische aspecten omgevingsrisico’s
LAWAAI 1. Vanaf welk lawaainiveau moet de werkgever maatregelen nemen ? Welke maatregelen moeten genomen worden ? Het ARAB voorziet enkele bijzondere maatregelen < 85 dB – geen 85 < 90 dB : voorlichten personeel voorlichten leden comité ter PBW verplichting tot geven PBM medisch toezicht. 90 dB : preventieprogramma opstellen. voorlichten leden – comité + personeel
pictogrammen plaatsen verplichting tot dragen PBM 2. Noem een vijftal risico’s voor de gezondheid bij blootstelling aan lawaai. fysiologische effecten : gehoorsschade ; spijsverteringsstoornissen ; spierspanning ; cardiovasculaire stoornissen ; evenwichtsstoornissen ; vermindering weerstand van de gehoorcellen voor infecties en giftige stoffen effecten op werkprestatie : verstoring concentratie en de communicatie ; moeilijker waarnemen nuttige geluiden en gevaarsignalen. algemene effecten : nerveuze vermoeidheid ; agressiviteit , angsttoestanden isolement tengevolge van tijdelijke of definitieve doofheid , slaapstoornissen. TEMPERATUUR 1. Noem een vijftal preventiemaatregelen bij te lage of te hoge temperatuur . kunstmatige ventilatie , beveiligingsschermen en of reflectorische kledij of beschermingskledij met ingebouwd koelsysteem. Rusttijden toepassen indien vorige maatregelen niet voldoen.
2. Met welke thermometer moet men een hoge temperatuur meten ? Leg uit . minimumtemperatuur wordt gemeten met een droge thermometer. maximumtemperatuur wordt gemeten met een globethermometer of met enige andere methode die op het stuk van effectieve temperatuur identieke conclusiemogelijkheden biedt. 3. De werkgever is verplicht bij verschillende hoge temperaturen , maatregelen te nemen. Welke maatregelen moeten genomen worden? individuele of collectieve bescherming voor werknemers die aan rechtstreekse straling zijn blootgesteld : frisdranken ( na advies van de arbeidsgeneesheer ) ; kunstmatige verluchting ( binnen de 48 uur ) ; en rusttijden als de hinder langer dan 48 uur voortduurt. VERLUCHTING
1. Noem een vijftal preventiemaatregelen om de kwaliteit van de ademlucht te waarborgen.
opvang van zuivere en stofvrije lucht gebruik luchtkanalen zonder brokkelige bekleding gelijkmatige luchtregeling met name een verdeling en een verspreiding va n de ingebrachte lucht en temperatuursschommelingen die de werknemer niet hinderen. beperking tot 0,5 m/sec van de luchtstroomsnelheid. controlesysteem voor storingen. VERLICHTING 1. Noem een vijftal aandachtspunten die een preventieadviseur moet hanteren. Voorkeur voor voldoende daglicht , indien mogelijk Kunstlichtbronnen moeten een wit licht geven. De algemene verlichting moet goed gespreid zijn ondermeer om gevaarlijke of hinderlijke schaduwen te vermijden. De kunstmatige verlichting moet zulke spectrale kenmerken hebben dat zij de kleuren van de veiligheidssignalen niet vervalst. Er is een tabel met minimum verlichtingssterktes, uitgedrukt in Lux , voor verschillende plaatsen , voor verschillende werkzaamheden en toestellen. Die verlichtingssterktes geldt voor het werkvlak of indien dit niet juist kan bepaald worden , voor een horizon,taal vlak dat 0,85 m boven de grond ligt. Installaties en toestellen voor algemene en lokale verlichting mogen geen gevaarlijke of hinderlijke verblinding , stroboscopieverschijnselen , oververwarming van de lokalen of luchtbederf veroorzaken. De noodverlichting moet voldoende zijn om de ontruiming van de personen te verzekeren wanneer de kunstmatige verlichting uitvalt. 2. Noem de grootheden van licht .
Lichtbron F in Lumen (Lm)
Lichtsterkte in cadela (cd )
Luminantie L in cadela/m² ccq
Verlichtingssterkte E in Lux ( Lx)
33
Omgevingsrisico’s lawaai
34
Organisatie arbeidsplaatsen
35 Machinebeveiliging 1. Noem zoveel mogelijk mechanische risico’s en de schade die ze kunnen veroorzaken. Gevaren : Bewegende delen ( rotatiebewegingen , Translatiebewegingen , gecombineerde bewegingen )
Statische delen ( snijkanten , puntige kanten , lay-out , gangen doorgangen , niveau verschillen , gladde oppervlakken ) Wegslingerende delen ( Brokstukken , Stof , Spatten , Vonken , Vallende delen ). Schade : Stoten , kneuzen , klemmen , pletten , snijden , meesleuren , verwonden verbranden , breken , verrekken , afrukken , vallen , glijden. 2. Aan wat moeten schermen en beveiligingsinrichtingen beantwoorden ? Gemeenschappelijke bepalingen : Stevig Op zichzelf risicoloos Niet omzeilbaar Voldoende verwijderd van de gevaarzone Niet zicht belemmerend Toegankelijk voor onderhoud en afstelling Ergonomisch Aangepast aan het risico Betrouwbaar Vaste schermen : mogen niet met eenvoudige middelen kunnen weggenomen worden. zo zijn vleugelmoeren en nippels niet meer toegelaten. vb eenvoudige middelen - gereedschap ( sleutel , schroevendraaier)
Beweegbare schermen : zelfde kenmerken als voor de vaste schermen ; bijkomend element is de verplichte bewaking.dwz dat het openen van het scherm moet de gevaarssituatie automatisch doen stoppen. Bijgevolg is de automatische bewaking van de positie van het beweegbare scherm verplicht.Deze bewaking zal meestal elektrisch zijn , doch kan eveneens pneumatisch zijn ( in ontploffingszones) of mechanisch of enige ander energievorm. ( sommige beweegbare schermen kunnen uitgerust zijn met een vergrendeling.) Indien tgv de uitlooptijd bepaalde gevaren aanwezig blijven na het openen van het scherm moet men een vertragingsmechanisme inbouwen ( vb centrifuges, vliegwielen , lintzagen enz ...) Bij bepaalde toepassingen wordt het scherm automatisch geopend en gesloten door de beweging van het werkstuk vb beschermkap van een cirkelzaag.
Immateriële schermen zoals fotocellen , ultrasoon , IR , radiogolven , capacitieve en magnetische bewegingen zijn in principe evenwaardig als de materiële beveiliging.
3. Wanneer zijn vaste schermen verplicht en wanneer zijn beweegbare schermen toegelaten? Vaste schermen Zijn verplicht daar waar risico’s aanwezig zijn en men er niet regelmatig moet bij zijn. Beweegbare schermen zijn toegelaten om risico’s af te schermen , doch enkel waar men regelmatig moet bij zijn ( onderhoud , regeling ) 4. Wat is een functionele stop ? Iedere machine/installatie/gemechaniseerd tuig moet van op elke bedieningsplaats , binnen handbereik van de bedienaar , een functionele stop hebben.( deze zijn gewoonlijk elektrisch uitgevoerd en zijn van het opbouwtype - voor snelle en gemakkelijke bereikbaarheid) en van rode kleur ( herkenbaarheid).Deze functionele stops kunnen echter even goed mechanisch , pneumatisch enz.... uitgevoerd zijn. Wat is een noodstopinrichting ? Iedere machine/installatie.gemechaniseerd tuig moet een hoofdschakelaar hebben en een aantal functionele stops. Volgens de Europese normen ter zake is een noodstopinrichting een inrichting die in noodgevallen bediend wordt en die gelijktijdig de aandrijving uitschakelt en de bewegende delen onmiddellijk (afremmen) tot stilstand brengt. Wanneer en waar moeten ze aanwezig zijn ? Een noodstopinrichting is niet overal verplicht.Alleen indien dit nodig is met het oog op de gevaren van het arbeidsmiddel en de normale uitschakeltijd , moet een arbeidsmiddel voorzien zijn van een noodstopinrichting. In vele gevallen volstaat een gewone functionele stop. Echter daar waar de lange uitlooptijd een gevaar schept is een noodstopinrichting verplicht.( dit blijkt uit de risicoanalyse). 5. Waar en wanneer is een elektrische hoofdschakelaar verplicht ? Altijd geplaatst per machine / installatie / gemechaniseerd tuig. Wat zijn de voornaamste kenmerken ? Onderbreekt alle actieve geleiders ook de nulgeleider doch nooit de aardgeleider. vergrendelbaar door middel van hangslot. bereikbaar om in noodgeval altijd te kunnen optreden. Goede zichtbare O/1 stand.
36
Mechanische Transporten
1. a.Wat is een veiligheidsfunctie ? Onder veiligheidsfunctie wordt verstaan elke betrekking die het besturen omvat van motorvoertuigen , kranen , rolbruggen , hijswerktuigen , van welke aard ook , machines die gevaarlijke installaties of toestellen in werking zetten, bestuurd worden of nog waar dienstwapens worden gedragen , voor zover het gebruik van die arbeidsmiddelen , het besturen van die werktuigen en installaties of het dragen van die wapens de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf ,in gevaar kan brengen . Geef enkele voorbeelden : Kraanman ; ClarckChauffeur ; Etc b.Noem de hoofdverplichtingen werkgever t.o.v veiligheidsfuncties. 1 . de werkgever maakt een inventaris op van de voertuigen , machines en installaties met hun risico’s en de namen van de bedienaars die voor een veiligheidspost in aanmerking komen. Deze lijst , vervolledigd met het verslag van de arbeidsgeneesheer , wordt voor advies voorgelegd aan het comité voor preventie en bescherming. 2. Arbeidsgeneeskundig onderzoek 3. voorziet adequate opleiding 4. voorziet opvolging HL. c.Bespreek de opleidingsvereisten : - nodige rijvaardigheid - coördinatievermogen - reactie snelheid - dieptezicht - goed overzicht - goede werkmethode en dit onder economische voorwaarden - veilige , betrouwbare technieken en tactieken toepassen - rekening kunnen houden met onberekenbaar gedrag mensen - in groepsverband kunnen werken - grenzen toelaatbare respecteren 2. Inwendige transportmiddelen – geef een systematische indeling Hefwerktuigen Hijswerktuigen - liften ( indien aan kabels opgehangen) - personenlift - goederenlift
- fabriekslift - Personenbouwlift - Materiaallift - takels - rolbruggen - kranen - Mobiele telescopische kraan - Camionkraan - Daaltoestel - Bak met één enkele ophanging - Hangstelling. Hefbruggen voor voertuigen Verhandelingstoestellen ( hoofdzakelijk gemotoriseerde transportwerktuigen) - Platformwagens - Industriewerkers/duwers - Palettruck of transpalet ( Manueel ; Elektrische aandrijving ; met /zonder staplatform) - Stapelaar ( Manueel ; Verticale elektrische aandrijving ; Verticale en horizontale aandrijving ; met /zonder sta-platform ) - Heftruck - Reachtruck of retrack - Zijladder - swingvorklift - Orderpicker - 3 weg stapelaar of smalgangstapelaar - 4 weg stapelaar - Portaalheftruck 3. Geef de voornaamste (4) toepasselijke reglementeringen - Hefwerktuigen : Constructie + gebruik ( ARAB Art267 – 281) - Gemotoriseerde transportwerktuigen : Constructie ( 86/663 EEG – uitdovend voor toestellen voor 1995 ) - Machines en werktuigen : Constructie = CE Europese machinerichtlijn) - Arbeidsmiddelen 4. Noem een 5 tal algemene veiligheidsvoorzieningen bij hefwerktuigen - aanduiding van toegelaten Max bedrijslast ( Metrische Eenheden/ aantal personen ) - naam constructeur - fabricage nummer en bouwjaar - remmen - loopbegrenzers met dubbele werking ( automatische onderbreking aandrijving en remming voor bereiken van
de uiterste standen en een mechanische aanslag) - altijd goed onderhoud voorzien ( vlg constructeur /leverancier of equivalent persoon ) - keuring door EDTC = bevestiging van goede toestand 5. Noem een 5 tal typische veiligheidsvoorzieningen bij hijswerktuigen - aanduiding ‘ veranderlijke bedrijfslast ‘ - aanduiding ‘ verboden onder de last te komen ‘ - Automatische lastbegrenzer ( uitz < 500 Kgr) Afstelling + 10 % - Automatische lastmomentbegrenzer ( Uitz 2 tm ) Afstelling + 10 % - noodweg aan bedieningspost - Botsingbeveiliging - Contrastkleur haakblok - Windsnelheidsmeter - Geen lasten onbeheerd laten hangen - Bediening door bevoegd personeel - Geven van signalen : door bevoegd personeel - Bij onzichtbaarheid : beweging uitvoeren op bevel aangestelde
6. Noem een 10 tal typische veiligheidsvoorzieningen bij liften - snelheidsbegrenzer bij personenlift - bewaking slapheid ophangskabels - Schachtput - Uitloop en vrije ruimte bovenaan - Buffers onderaan en bovenaan - Noodeindschakelaars - Stop en stopcontrole ( 2 onafhandelijke kontakten in serie op 2 fasen vd motorvoedingskring) - Volle schachtwanden met Rf = ½ uur - Schachtdeuren zijn volwandig - Bordesdeuren en schachtdeuren zijn voorzien van een deurcontact en van een positieve vergrendeling - Kooien hebben volle wanden – dak biedt weerstand aan 2 personen - Valluiken en nooddeuren zijn voorzien van veiligheidscontacten - de kooien zijn voorzien van verluchtingsopeningen - Noodverlichting - Noodoproepinstallatie - minimum 2 ophangkabels met automatische lastenverdeling en met veiligheidscoëfficiënt 12. 7. Noem een 10 tal typische veiligheidsvoorzieningen bij hoogwerkers - Enkel gebruiken in omstandigheden voorzien door de bouwer - aanduiding van de veranderlijke bedrijfslast - leuning : bovenreling 1 m – 1m20 tussenreling 0,40 – 0,50 m
stootplint min 10 cm ( bij stelling = 15 cm) - toegangsdeur is niet verplicht ( bij aanwezigheid moet ze automatisch dicht gaan en dichtklikken) (plint ter hoogte vd deur moet doorlopen en deur naar binnen draait) - bedieningsinrichting zijn van het dodemanstype - bedieningsinrichting zijn beschermd tegen toevallige aanrakingen - bedieningsinrichtingen zijn zo opgesteld dat ze aan de bedienaar voldoende uitzicht bieden. - De bedieningspost en werkplatform zijn gemakkelijk en veilig toegankelijk - een nooddaalinrichting is verplicht - Het hydraulisch systeem is voorzien van drukbegrenzers - het hydraulisch systeem is voorzien van positief gestuurde terugslagkleppen - Slechts bevoegde personen mogen aangesteld worden om toestel te bedienen - Het gebruik zonder voetsteunen of wielblokkeringen is verboden - Rijden met hooggeheven werkplatform is toegelaten indien gesteldheid terrein en bouw toestel de stabiliteit op voldoende wijze kunnen verzekeren. 8. Mag men met ene heftruck personen naar boven brengen ? Indien ja , wat zijn de vereisten? JA , indien uitgerust met een veiligheidskooi. - De toelaten werklast ( materiaal en personen ) is de helft van het toegestane gewicht aangeduid voor de lasten , tenzij de hijskettingen een veiligheidscoëffeciënt hebben van Max 10. - de max . daalsnelheid bij breuk vd hydraulische leiding en bij vollast bedraagt max 0.5 m/S ( smoorventiel) - Vorken worden gevat in beugels of kokers - De kooi wordt beveiligd tegen afschuiven - De kooi en de heftruck worden door een EKO gekeurd voor indienststelling en verder om de 3 maanden. 9. Noem een 5 tal typische veiligheidsvoorzieningen bij hefbruggen voor voertuigen. - Overbelastingsbeveiliging ( 20 % of 50 %) - Automatische blokkering bij ongewild neerdalen - automatische positionering van het voertuig op de brug - beveiliging tegen voetverplettering - Maximum hoogtebeperking - Bedieningsinrichtingen zijn van het dodemanstype en beschermd tegen toevallige aanraking. - Bedieningsinrichtingen bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid van de heffing doch kan niet bediend worden van onder de brug. - slapheidbewaking van de kabels - Hydraulische overdrukventielen.
10. Noem een 3 tal typische veiligheidsvoorzieningen van een hangstelling . - Enkel bevoegde personen - Bij windsnelheid > 60 km/uur is het gebruik verboden. - Iedere gebruiker heeft een veiligheidsharnas aan , bevestigd aan een stevig punt - Werkvloer heeft max.helling van 15° - Verticale verplaaatsingssnelheid bedraagt max 20 m/minuut
11. Noem een 3 tal typische veiligheidsvoorzieningen bij het gebruik van een bak met één ophanging . - Mag gebruikt worden bij uitzonderlijke omstandigheden - Max 2 personen - Iedere persoon heeft een veiligheidsharnas aan - Max snelheid 20 m/minuut - aangestelde oefent voortdurend controle uit. 12. Wat is aanslagmateriaal – noem een achttal soorten - de wettelijke verplichtingen ? aanslagmateriaal vormt de verbinding tussen het hefwerktuig en de te hijsen last. Het vormt het verlegde van het hefwerktuig waar het één geheel mee vormt. Kabels , kettingen , lengen , rondstroppen , haken , verbindingstukken , oogbouten , platenklemmen , hijsbalken , speciale contructies , diversen verplichtingen : - steeds een nummer dragen - max toegelaten belasting moet op duidelijke wijze in metrische eenheden aangebracht zijn. - een register bijgehouden waarop naam leverancier , datum ingebruikname , toegelaten belasting , het nummer en alle nodige gegevens vermeld zijn. - keuring door EDTC ( bij leverancier – vanaf 1993 door CE label met conformiteitsattest. - periodieke keuring om de drie maand. - zorgvuldig onderhoud en voor ieder gebruik controle door gebruiker.
13. Bespreek de veiligheidsfactoren ivbm hijswerktuigen en aanslagmateriaal. Alle hijswerktuigen en alle aanslagmaterialen zijn gebouwd voor een maximum toegelaten belasting. Men spreekt meestal van een maximum veilige werkbelasting.De maximum last moet aangeduid zijn. Deze maximum last mogen we volledig toepassen , extra veiligheid moeten we niet in acht nemen. Er is voor de gebruiker geen gevaar daar de veiligheid in de constructie ingebouwd is.
Breukbelasting = toelaatbare belasting x V Zoals we zien is een kleine overschrijding van de maximum werklast geen ramp. Er zal zich dus geen breuk voordoen daar de breukbelasting minimum 4 x hoger ligt. We mogen echter nooit , zelfs niet lichtjes , zelfs niet éénmaal , meer belasten dan het toegelaten maximum. Het veiligheidsgebied is er om te respecteren.Men mag dus een veiligheidsgebied nooit bewust , systematisch binnendringen. Een veiligheidsgebied is er om ons te beschermen bij onvoorziene onregelmatigheden zoals overbelasting ten gevolge van verkeerd inschatten gewicht , onverwacht schokken en haperingen en bij mogelijke constructiefouten. Toegepaste veiligheidsfactoren : Hijsmagneten en zuignappen : x 3 constructies :x4 Kettinglengen : x 4 of 5 Kabellengen :x6 Hijsbanden en rondstroppen : x 8 Touwwerk : x 10 Kabels voor personenliften : x 12 Men kan stellen dat over het algemeen , hoe betrouwbaarder de kwaliteit van de materialen , hoe kleiner de veiligheidsfactor. Voor sommige lasten is het gewicht aangeduid , doch dit is eerder uitzonderlijk. De juiste inschatting van de last blijft een zwakke schakel in het geheel van hijswerkzaamheden. Indien er regelmatig terugkerende situaties zij , vb productiewerkzaamheden , kan men wellicht de werkvoorbereiding inschakelen om voor ons het gewicht te bepalen.
14. Bespreek de aanslagfactoren bij het gebruik van aanslagmateriaal . De aangeduide max belasting zijn deze toegepast in ideale omstandigheden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om alle ongunstige omstandigheden in rekening te brengen. verzwarende factoren zijn : - de aanslaghoek - het aantal dragende parten - de vervormingsfactor - de temperatuur .aanslaghoek :
Hoek a 30° 45° 60° 80° 90° 100° 110° 120° 140° 160° gevormd door beide lengen Aanslagfactor F X1.03 X1.08 X1.15 X1.31 X1.41 X1.55 X1.74 X2 X2.93 X5.75
Vuistregel
X1
X 1.5
X2
VERBODEN ISO norm
oplossing bij een strop ( meer dan 160° ) = meerdere malen ronddraaien. het aantal dragende parten :
Aantal parten : P 1 2 3 4
Aantal dragende parten : DP 1 2 3 2 3 4
Vervormingsfactor : ideale max belasting = in gestrekte toestand. Indien er vervormingen zijn betekent dit een ernstige verzwaring vd belasting . Vuistregel : vervormingsfactor x 2 Temperatuur : temperatuur heeft invloed op sterkte vd ketting / van 0° tot – 14 ° : vermindert de treksterkte met 25 % Meer dan – 14 ° : vermindert de trekkracht met 50 %
15. Bespreek de significante veiligheidsfactoren bij het gebruik van hijsmagneten en hijsnoppen. hijsmagneten : basisfactor : het hefvermogen in kg bijkomende factoren : oppervlaktetoestand Stijfheid soort materiaal Afschuiving walsrichting behoudtijd aanduiding laadtoestand Zuignappen : in grote trekken zelfde als hijsmagneten Leidingen van onderdruktank naar zuignappen – beschermen tegen mechanisch contact ( losrukken )werkstuk nog opgehouden wanneer de helft vd zuignappen buiten dienst zijn.
16. Wie mag signalen geven en zijn deze gereglementeerd ? signalen mag enkel door personen die voldoende bevoegd en betrouwbaar zijn. Alarmsignalen – CODEX titel III Arbeidsplaatsen – bijlage IV 17. Geef een overzicht van de wettelijke verplichte keuringen : - Welke toestellen ? - Wanneer ? - Wie moet keuren ? - Welke soort keuring
Soort
ARAB
Hefwerktuigen - kranen - rolbruggen - takels - liften - hoogwerkers - schaarliften(>2m) - graafmachine als hijstoestel gebruikt
280/1/2
Indienststellingskeuring
EDTC/ IDPB
Periodieke keuring 3m/6m/9m 12 maand EDTC EDTC
- kabelbanen - enz ----
Autohefbruggen
EDTC
EDTC /IDPB Aanslagmateriaal - kettingen - kabels - nylon lengen - haken , ringen , sluitingen - specifiek materiaal - enz Verhandelingstoestellen ( heftrucks) - als hijswerktuig - als hoogwerker
EDTC
EDTC
EDTC 283 280
---min richtlijn 280/1/2 280/1/2
-----
IDPB EDTC EDTC
EDTC EDTC
18. Geef een min en max definitie van een intern verkeersplan en welke praktische aandachtspunten zou U integreren ?
EDTC EDTC
beperkte definitie : Een eenvoudig plan van de bedrijfsterreinen met de transportwegen en een legende max definitie : Een geheel van maatregelen op het gebied van interne transport omstandigheden zodat het transport van goederen en personen vlot zou verlopen. Hierbij horen ook de voorschriften , instructies , opleiding , risico-evaluaties , uitrusting van gebouwen , signalisatie enz tot het interne verkeersplan. aandachtspunten : - materiele : verkeerslichten , spiegels , slagbomen , signalisatie , markeringen , verkeersdrempels ,plateau’s ; doorgang hulpdiensten……; aanplantingen etc - organisatorische : stoptijden , toegangstijden , opleidingen , werken met derden , rondgang bezoekers , stapelingen, max stapelhoogte , reiniging vloeren , wegen risico)-analyse , jaarlijkse nazichten - menselijke : procedures , instructies opvolging HL , andere
37
Manueel hanteren lasten
1. Geef de gevallen waar het manueel hanteren van lasten gevaar kan opleveren ? Last : te zwaar of te groot onhandig of moeilijk vast te pakken onstabiel of inhoud kan schuiven vorm van de last – uithoeken etc Lichamelijke inspanning : te groot slechts mogelijk is door draaiende beweging van de romp kan leiden tot plotselinge beweging van de romp wordt uitgevoerd met lichaam in onstabiele plaats taak één of meerdere factoren vereist : continue wervelkolom belasten onvoldoende rust of recreatieperioden over te grote afstanden worden opgetild , neergezet en gedragen
arbeidsomstandigheden : niet genoeg ruimte is in verticale richting zorgen dat ge door kunt
2.Geef de verplichtingen van de werkgever ivbm MHL Manueel Hanteren van Lasten vermijden. Evaluatie van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s informatie aan de werknemers Opleiding aan de werknemers 3. Hoe is het medisch toezicht geregeld ? Algemeen : bij indienstname of verandering werkplek met blootstelling aan manueel hanteren van lasten. jaarlijks BUB – Bijzonder uitwendige belasting : Manueel hanteren van lasten : 1 x 3 jaar > 45 jaar 1 x jaar Beeldschermwerk : 1 x 5 jaar > 50 jaar 1 x 3 jaar Lawaai tussen 85 – 90 DbA : 1 x 3 jaar Nachtarbeid ( ts 22 en 06 Hr ) : 1 x 3 jaar > 50 jr op vraag 1 x jaar
3839
Elektrische installaties
1. Mag men werken uitvoeren aan elektrische installaties & machines onder spanning ? Motiveer uw antwoord . Ja . Werken onder spanning kan toegelaten worden wanneer de kenmerken van de elektrische installatie dit toelaten en wanneer de veiligheids- of dienstnoodwendigheden het vereisen, op voorwaarde dat beschermingsmiddelen getroffen worden om iedere fysiologische inwerking op personen te vermijden. Deze gevaren zijn : - het opwekken van een boog ( ten gevolge kortsluiting) - het eventueel vloeien door het mensel lichaam van een elect. stroom. Volgende voorwaarden moeten vervuld zijn: - de personen belast met het uitvoeren van de werken zijn hetzij : gewaarschuwde personen ( BA4) of bevoegde personen ( BA5) - Beschikken over aangepaste werktuigen en materieel - Beschikken over de nodige beschermingsmiddelen
- de regels van goed vakmanschap toepassen. De Min van Energie , Mijnen en Arbeidsveiligheid kunnen bij besluit vastleggen : - de werkmethodes - het materieel en de werktuigen die worden gebruikt - de te gebruiken collectieve beschermingsmiddelen ( CBM) - de te gebruiken individuele beschermingsmiddelen ( PBM)
4. Noem een vijftal veel voorkomende materiële veiligheidsvoorzieningen bij elektrische installaties en apparaten als beveiliging voor de mens.
Middel Schakelaar Schakelaar Isolatie Pbm’s Aarding Verliesstroomschakelaar Zwevend net Zeer lage spanning Min spanningsrelais
Beoogd doel Spanningsloos werken Elektriciteit afschakelen bij incident Genaakbaarheid actieve geleiders verhinderen Genaakbaarheid bij werken onder spanning verhinderen. gevolgen bij onrechtstreeks contact verminderen gevolgen bij rechtstreeks + onrechtstreeks contact voorkomen. bij rechtstreeks contact geen gevolgen. Bij rechtstreeks contact geen gevolgen onverwacht terug opstarten onmogelijk maken.
5. Beschermingsgraden tegen binnendringing van uitwendige invloeden. - Hoe is de aanduiding. - Welke invloedsfactoren zijn er betrokken ? - Geef enkele voorbeelden . IP 5. 4 . 3 X1 = bescherming tegen aanraking van onder spanning staande delen. Bescherming tegen indringing van vaste voorwerpen. X2 = bescherming tegen indringing van vloeistoffen. X3 = bescherming van omhulsels van elektrisch materieel tegen uitwendige mechanische stoten
6. Noem de factoren die de schade veroorzaakt bij stroomdoorgang door het lichaam. Leg uit. De letsels zijn afhankelijk van : - de grootte van de elektrische stroom
- de tijdsduur van de stroomdoorgang - de gevolgde weg van de stroom door het lichaam - de frequentie van de elektrische stroom. 7. Leg het principe uit van de verliesstroomschakelaar. - Wat is een verliesstroom en wat is het gevaar ? Is een verstoring van de grootte van de doorgaande en de terugvloeiende stroom . Bij verliesstroom zijn deze niet even groot.Dus een verstoring van het evenwicht. - Tegen welk gevaar beveiligt de VSS ? elektrisering of elektrocutie. - Is de VSS wettelijk verplicht ? Het AREI stelt het gebruik algemeen verplichtend voor alle huishoudinstallaties. Een algemene verliesstroomschakelaar aangevuld met andere meer gevoelige toestellen voor de natte cellen ( badkamer/wasinstallaties ) beveiligen de totale huishoudinstallatie. - Geef het principeschema van de VSS. De automatische verliesstroomschakelaar of aardlekschakelaar of differentieelschakelaar schakelt alle actieve geleiders uit bij een verliesstroom. - Geef het werkingsprincipe van de VSS. Alle actieve geleiders worden aangesloten en gaan door een magnetische ring heen. Indien er geen verliesstroom is , zijn alle doorgaande en terugvloeiende stromen even groot en zullen door hun tegengestelde richting de magnetische ringklem niet beïnvloeden.Indien echter in de aangesloten verbruiker een verliesstroom optreedt wordt dit evenwicht verstoord en zal een uitschakelkring in werking treden. 8. Noem 10 veiligheidswenken of risico’s die belangrijk zijn bij het veiligheidsnazicht in uw fabriek / instelling. Aarding geplaatst en in goede staat ? Installatie gekeurd ? Smeltveiligheden - origineel ? Schakelkasten en verdeelborden - bereikbaar en deuren dicht ? Functieaanduiding vermeld ? Beschermd tegen mechanische invloeden ? Kabelinvoeren goed geplaatst ? Verlengkabels ; isolatie in goede staat ? Stopcontacten in goede staat ? Bevoegde personen BA4/BA5 ? Hoofdschakelaars op machines ; geplaatst en bereikbaar ? Spanningsloos werken ? Werken onder spanning : preventiemaatregelen ? Instructies beschikbaar ? 9. Wat is de functie van a. een smeltveiligheid
b. een automatische schakelaar ( thermisch , magnetisch) c. een automatische differentieelstroominrichting a. Dit deel van de installatie brandt eerst door , vóór er gevaarlijke temperatuurs-verhogingen optreden in de rest van de geleiders. dus : beveiliging van de installaties. b. Deze inrichtingen kunnen veel nauwkeuriger uitgevoerd worden zodat ze zodanig kunnen ingesteld worden dat ook de toestellen die ze bedienen beveiligd zijn tegen overstromen. dus : beveiliging van de toestellen. c. Een automatisch differentieelstroominrichting ziet enkel na als alle stromen die in het toestel voorbijkomen ook terugkeren door het toestel . Is dit niet zo wegens een verlies , dan wordt de spanning uitgeschakeld. dus : beveiliging tegen verliesstromen en dus ook tegen onrechtstreekse aanraking. ( bij grote gevoeligheid ook tegen rechtstreekse ) 10. Wat zijn de voornaamste factoren die de grootte en ernst van de elekrocutie of elektrisering bepalen. - de grootte van de stroom - de tijd dat de stroom door het lichaam vloeit - de stroomweg door het lichaam - de frequentie van de stroom. 11. Geef de technische middelen om elektrocutie te voorkomen : - de aarding - differentieelschakelaar - beschermingstransfo’s – scheiddingstransgo’s – veiligheidstransfo’s - inschakelstroombegrenzing - isolatiebewaking - aarding in de lokalen - Equipotentiaal verbindingen - bliksembeveiliging - dubbel geïsoleerde toestellen 12. Geef 4 grote risico’s bij elektriciteit Schade aan het patrimonium en goederen. ( ten gevolge brand en ontploffing door verhitting , kortsluiting , of een vonk ) Schade aan personen. - contact met onder spanning staande delen ( uitwendige brandwonden maar ook elektrocutie ( dodelijk ) of elektrisering ( niet dodelijk) - verkramping spieren ; hartstilstand , hartfillibratie ; ademhalingsstilstand ;
laattijdige gevolgen - schok niervergiftiging enz). - zonder contact met onder spanning staande delen bij kortsluiting kan een vlamboog ontstaan kleine vonk kan ontploffing veroorzaken. ionisatie van de lucht bij hoogspanning kan een lichtboog doen ontstaan onverwacht terug opstartende machines ( bij terugkomen spanning ) 13. Geef de klassen van elektrisch materiaal Klasse O = bescherming tegen elektrische schokken berust enkel op de basisisolatie , dwz niets is voorzien om eventueel genaakbare delen te verbinden met een beschermingsgeleider vb enkelpolige belschakelaar met metalen omhulsel. Klasse 01 = elektrisch materieel met ten minste een basisisolatie voor al zijn delen en met een beschermingsklem ( of massaklem ), maar uitgerust met een voedingskabel zonder beschermingsgeleider . Klasse I = elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken niet uitsluitend berust bij de basisolatie , maar waarbij de genaakbare delen verbonden moeten worden door in het gebreke blijven van de basisisolatie.Bij elektrisch materieel gevoed via een snoer , moet dit snoer een beschermingsgeleider omvatten. vb allerlei toestellen ( niet klasse II) Klasse II : elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken berust op : ° hetzij de dubbele isolatie ° hetzij de versterkte isolatie vb : koffiezet , boormachine etc Klasse III : elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken bekomen wordt door voeding op zeer lage veiligheidsspanning en waarin geen spanningen , ander dan de zeer lage veiligheidspanning voorkomen. vb : belschakeling op batterijen , elektrisch speelgoedtrein 14. Wanneer moet de elektrische installatie gekeurd worden ?
soort installatie soort keuring
huishoudelijke indienst periodiek
indienst
andere periodiek
Laagspanning hoogspanning
ja ---------
25 j ----
ja ja
O5 jr 01 jr
Hoe moet men zich volgens het AREI beveiligen tegen - rechtstreekse - onrechtstreekse aanrakingen
rechtstreekse aanraking : - omhulsels - isolatie - verwijdering – hindernissen - Automatische differentieelinrichting onrechtstreekse aanraking : - Veilige constructie en gepast onderhoud ( vb klasse II materiaal ) - beschermingsgeleider - Equipotentiale ververbinding - gescheiden stroombanen - zwevend werkmilieu - Automatisch differentieelstroominrichting - veiligheidscurve ° absolute conventionele grensspanning ° relatieve conventionele grensspanning 15. Beschrijf kort de drie types – aardverbindingen Drie systemen : * het TN net * het TT net * het IT net Het TN wordt verder onderverdeeld in TN – C , TN-S en TN-C-S T : rechtstreeks aan aarde verbonden N : massa’s verbonden met een gaarde geleider I : geïsoleerd of met impedantie aan de aarde verbonden S : de N geleider en de PE – geleider gescheiden C : combinatie van N en PE geleider tot PEN 16. Hoe wordt gewerkt onder spanning ? ARAB is erg onduidelijk over werken onder spanning – enkel het schakelen onder spanning HS is beschreven. AREI : is werken onder spanning ; op een plaats waar delen onder spanning bereikbaar
zijn. Volgens art 266.O3 : 1. Enkel personen BA 4 en BA 5 ( gewaarschuwd of bevoegd ) 2. beschikken over aangepaste werktuigen en materieel en over de nodige beschermingsmiddelen. 3. ze nemen de nodige maatregelen overeenkomstig de regels van goed vakmanschap.
40
Bouw en onderhoudswerken
Machineveiligheid : bij bouwmachines gelden dezelfde voorschriften ; bij aankoop van machines is het wel belangrijk aandacht te hebben voor de dikwijls ongunstige gebruiksomstandigheden van machines . De beveiliging zal veelal robuuster , sterker moeten zijn. Ladders : - moeten steeds tegen wegschuiven beveiligd zijn - bovenaan vastgemaakt vanaf 25 sporten - steeds veilige toegang - ca l meter bovenaan uitsteken - verhinderen van doorbuigingen Voorzorgen tegen brand : gepaste brandbestrijdingsmiddelen zijn nodig en wel op plaatsen waar de risico’s bestaan ( asfalteren ) Plaatsen waar gevaarlijke gassen kunnen aanwezig zijn : - Gevaar voor ondergrondse leidingen : informeer over de aanwezigheid van gasleidingen of andere leidingen. - Bedorven lucht in putten , vergaarbakken , kruipkelders - Verrichtingen die gas , rook , dampen kunnen voortbrengen of aanleiding kunnen geven tot zuurstofgebrek. STEEDS MOETEN : - maatregelen genomen worden voor ventilatie - bewaking voorzien - desnoods eerst proeven nemen - reddingsgordels voorzien - passende ademhalingstoestellen voorzien en gebruiken waar nodig
Afzonderlijk tewerkgestelde werknemers : - gebruik aangepast alarmmiddelen of de aanwezigheid van een tweede persoon. - er is verschil tussen een afgezonderd tewerkgestelde en een afgezonderd tewerkgestelde die in gevaarlijke omstandigheden werkt . In dit laatste geval is de tweede persoon verplicht die alarm kan geven. PBM’s Titel VII , Hoofdstuk II Codex Voorbeeldfunctie werkgever , HL . Veelal veiligheidsschoenen , helmen , handschoenen , brillen , gehoorbescherming en gordels bij specifieke werken. Levering en onderhoud : door werkgever en op zijn kosten Werkgever moet instructies geven over het gebruik. Hefwerktuigen : Keuringen door externe dienst voor technische controle Eveneens voor afneembare delen geldt ook voor gehuurde toestellen Keuringsattesten moeten op de werkplaats beschikbaar zijn. Bouw- en onderhoudswerken : Algemeen : materieel , toestellen , installaties en de produktieinrichtingen moeten aangepast zijn aan de uit te voeren werken. - Alle elementen zoals stellingen , bekistingen , platformen enz zijn ontworpen , berekend en vervaardigd volgens de richtlijnen va n de Administratie voor Arbeidsveiligheid of , bij ontstentenis volgens de normen , codes van goed vakmanschap of regels van de kunst. Voorstellingen van meer dan 8 m hoogte , moeten deze normen of berekeningsmethode kunnen voorgelegd worden aan de arbeidsinspecteur. - Elk onderdeel dat in slechte staat verkeert moet verwijderd worden zodat het niet meer kan gebruikt worden. - Stellingen , materiaal of nieuwe installaties moeten vóór de nieuwe indienststelling onderzocht worden door een bevoegd persoon. In het bijzonder dient een nieuw onderzoek te gebeuren : - na langdurige onderbreking van het werk - na belangrijke wijziging - als weerstand of stabiliteit in het gedrang komt.
de werknemers moeten beschikken over oordeelkundig verdeelde toegangen en evacuatiewegen.
Beveiliging tegen vallen : Als WN blootgesteld zijn aan een val van meer dan 2 meter dan zijn werk en loopvlakken met collectieve beveiligingselementen uitgerust : a. leuningen met tussenleuning en kantlijst b. Volle of uit traliewerk bestaande panelen c. andere gelijkwaardige inrichtingen. Afmetingen van de leuningen : Bovenlat op 1 a 1,2 meter Tussenlat op 40 à 50 Cm Kantlijst : hoogte 15 cm. De hoogte mag verminderd worden tot 70 cm : a. voor vensteropeningen breedte kleiner of gelijk aan 2 meter b. in geval het een muur betreft waarvan de som van hoogte en dikte >1.30 meter . Afschermingen niet voor gedeelten van gebouw waar niet wordt gewerkt. In dit geval moeten deze delen aangeduid worden door waarschuwingstekens en afgebakend met materiële elementen die de onvrijwillige toegang beletten. Naast collectieve beschermingsmiddelen , kan men indien deze niet toepasselijk zijn vervangen door voorzieningen die de gevolgen van val beperken . vaste vangvloeren die vallende werknemer opvangen na een vrije val van max 3 meter ( de uitsteek is dan minstens 2 meter). Elastische vangvloeren ( netten ) die vallen werknemer opvangen na een val van 6 meter ( voor een hoogteverschil van meer dan 4 meter is de uitsteek min 3 meter). Dakwerken vangnetten of andere gelijkwaardige middelen moeten gebruikt worden.
Aardwerken : noodzakelijk : stelselmatig onderzoek van risico’s : 1.Verkenning van het terrein 2.Kennis van de aanwezige nutsvoorzieningen 3.Vooronderzoek ivbm organisatie vd werf en van de werken. - elke grondinzakking moet voorkomen worden - dagelijkse controle putwanden , schoringen niet belasten.
- op hellingen moeten arbeiders op zelfde niveau werken - uitgravingen van meer dan 1,5 meter diepte voldoende ontruimingsladders.
Stellingen : Eisen : 1. aanéénsluitende vloer 2. Minimum maten : 40 cm enkel voor dragen van personen 60 cm personen + materiaal 100 cm voor dragen van hoger platform. 3. Planken : minimum dikte 3 cm minimum breedte 15 cm balken of planken mogen niet verschuiven 4. Bruggetjes : minimum breedte 50 cm bij hellingen ( vanaf 1/4) latten voorzien ingeval van gladheid as of zand. 5. Indien stellingen meer dan 2 meter hoogte , reglementaire leuningen en plinten voorzien. 6. stabiel en weerstandbiedend tegen de belasting 7. vermijden van schokken. Speciale stellingen : ladderstelling : lichte werken Vliegende stelling : draag -, steun of verankeringsinrichtingen moeten voldoende weerstandbiedend zijn. berekend aan kantelen te weerstaan dit bij een kracht aan ten minste het dubbele van de te verwachten kracht. Beweegbare hangstelling : Zijn werkplatformen opgehangen aan kabels en die zich vertikaal –of volgens een vertikale component kunnen verplaatsen voor het uitvoeren van onderhouds- en constructiewerkzaamheden. = gelijkgesteld met hefwerktuig = 3 maandelijkse keuring. ophangkabels zijn uit staal vervaardigd. veiligheidscoëfficiënt : 12 voor toestellen met de hand gedreven 16 voor toestellen mert mechanische aandrijving. slingeren moet voorkomen worden ( oorzaken wind , verplaatsing van personen , blijven haken , verplaatsen van hangstelling zelf )
gebruik verboden bij windsnelheid van 60 km/hr of meer . Stellingen op wielen : - alle vier de wielen moeten geblokkeerd kunnen worden. - gedurende verplaatsing ontruimd van personen en materieel. - hoogte mag niet meer bedragen dan 3 maal de kleinste basis ( ofwel stabilitiet verzekeren door andere vasthechtingspunten ) in open lucht opgestelde worden best verankerd aan het gebouw zeker bij gebruik dekzeilen. Stellingen op schragen : verboden schragenstelling : die meer dan 3 meter hoog zijn die meer dan twee rijen opeen geplaatste schragen telt die opgesteld zijn op een hangende stelling. Periodiek nazicht : door bevoegd persoon : alvorens ze in dienst gesteld wordt tenminste éénmaal per week na langdurige onderbreking van het werk indien de stabiliteit of de weerstand in gevaar gebracht is. Bakken , manden of draagstoelen : enkel in uitzonderlijke werkomstandigheden : voor werken van korte duur als het werk het gebruik van stellingen uitsluit Voor vervoer in plaatsen waar de toegang moeilijk of gevaarlijk is. voorwaarden : bakken en manden zijn ontworpen voor dit werk.( mogen voor geen andere doeleinden worden gebruikt). bakken en manden worden gedragen door 2 stevige beugels uit metaal die onder de bodem en langs de zijwanden gaan , eraan vastgehecht zijn en voorzien van een onafneembare ophanginrichting. dragen van veiligheidsgordel is verplicht Maximum windsnelheid bij gebruik = 60 km/Hr Werk wordt voortdurend gecontroleerd door een aangestelde Maximum bewegingssnelheid = 20 km/Hr Enkel stalen kabels mogen gebruikt worden ( zeer uitzonderlijk : synthetische vezels) Veiligheidscoëfficiënt kabels 12 voor handlieren ; 16 voor mechanische lieren
Gebruik van Vorkliften of hoogwerkers : hoogwerkers : zie vraag hiervoor vorkliften : om werken in hoogte uit te voeren , is NIETS vermeld in de reglementering. gebruik van vorkliften wordt getolereerd , mits nemen van speciale veiligheidsmaatregelen :
- speciaal convooi vastgemonteerd op de vorken van de heftruck - vorklift , kooi en vasthechting van de kooi moeten periodiek gekeurd worden door de EDTC - gebruik is als dusdanig beperkt tot uitzonderlijke werken. Werken op daken of torens : werken zijn zeer risicohoudend – preventief onderzoek is meer dan noodzakelijk. Diverse bepalingen in het arab Art 462 .1 ( pro memorie). Slopingswerken : - de leiding wordt gegeven aan een bevoegd persoon. - vóór aanvang van de werken moet grondig onderzoek gebeuren. desnoods stabiliteitsberekening gemaakt worden. - rekening moet gehouden worden met weersomstandigheden - stabiliteit aanpalende delen moet verzekerd worden - personeel moet geschikt en bekwaam zijn. - streng toegangsverbod. Algemene voorzorgen : Orde en beveiliging tov materiaal Voorzorgen ivbm elektrische geleiders , toestellen , afschermen van laagspanningsgeleiders etc , bewaren van veiligheids-afstanden tov hoogspanningsleidingen : 3 meter voor spanningen kleinder dan 57.000 Volt 5 meter voor spanningen hoger dan 57.000 Volt gevaar voor uitstekende spijkers afschermen van openingen : behoorlijk bedekt – mag niet weggenomen worden leuningen 1 m hoog.
Chemische producten in bouwsector : - kennis gebruiksvoorwaarden en de gegevens bij de etikettering zijn zeer belangrijk
41
Psychosociale belasting
l. Wat is stress ? door een groep van werknemers als negatief ervaren toestand die gepaard gaat met klachten of disfunctioneren in lichamelijke , psychisch en/of sociaal opzicht en die het gevolg is van het feit dat werknemers niet zijn om aan de eisen en verwachtingen die hen vanuit de werksituatie gesteld worden te voldoen. 2. Verband met veiligheid ? verminderde concentratie , verminderde teamgeest , prikkelbaar heid etc
3. Hoe herkennen ? vecht of vluchtgedrag 4. Hoe omgaan met stress ? stressmanagement ; met sleutelfiguren : Arbeidsgeneeskundige dienst – CPBW – HRM – Vakbonden – ondernemingsraad – Hiërarchische lijn – Topmanagement
42
Ergonomische basisprincipes – werkpostinrichting
43
Verlichting Werken met Beeldschermen
1. Wat zijn de kenmerken van een goede verlichting ? - verlichtingssterkte voldoende - kontrasten beperken ( luminantie ) - reflecties vermijden - aangepaste lichtkleur - kleurweergave index meer dan 80 - lichtbehoefte van de mens - gebruik van spaarlampen. 2. Gezondheidsklachten ivbm beeldschermwerk ? 1. Pols en Hand ontsteking ( slechte houding – spanningen ) 2. Nek en Schouder ( trapezesyndroom – hoofdpijn achteraan) 3. ogen – oogvermoeidheid – hoofdpijn 4. rugklachten ( lage rugklachten ) 5. huidproblemen ivbm statische elektriciteit droge lucht 6. deukdijen of ribbeldijen 7. stress – nieuw mens computer interface 8. Stralingen ( zeer gering NIET schadelijk voor zwangerschappen) 2.Wetgeving ivbm beeldschermwerking Codex voorziet : 1. Risicoanalyse ( IPA , EDPB – ergonoom – WN zelf aan de hand checklist) 2. Maatregelen 3. Informatie ivbm risico’s aan de WN 4. Rustpauzes – afwezig zijn van de risico’s ( vb opstaan nemen fotocopies NIET de krant lezen – rust voor de ogen ; naar grasveld kijken ideaal
5’ per uur. 5. Medisch onderzoek ( bij gewoonlijk en aanzienlijke tijd beeldschermwerk ) = 4Hr om de 5 jaar < 50 jarigen om de 3 jaar > 50 jarigen 6. op kosten werkgever – speciale bril.
44
Werkpostanalyse in functie menselijke handelingen
Wat is een arbeidspostanalyse ? Onderzoek van de gevaren en risico’s evaluatie van de omstandigheden onderzoek naar aanpassing Door wie uit te voeren ? HL Werknemers Preventiedeskundigen externe deskundigen Wanneer ? Bij ontwerp nieuwe werkpost Bij aanpassing werkpost bij klachtenpatronen periodiek Wat zijn de elementen ? MUOPO = Mens Uitrusting Omgeving Product Organisatie Enkele methoden ?
NAAM Wat Toepassing PHA Prelimirary Hazard Risicoanalyse voor Analysis produktenen operaties met als doel gevaarlijke elementen te idenficeren , hun gevolgen ,gepaste maatregelen ter
voorkoming. HAZOP Hazard and operability study
FMEA Failure Mode and effect Analysis
Fouten / evenementen boom Feiten /oorzakenboom
In de procesindustrie om belangrijke en gevaarlijke situaties te identificeren en te begrijpen Slecht en onveuilig functioneren van het systeem wordt onderzocht uitgaande van eventueel foutgedrag Hoe komt dit , was is de oorzaak hiervan ? Zoeken naar oorzaken of ongevalfactoren , zowel primaire als de onderliggende
RENAULT AVISEM LEST IMA ( Inspectie 18 punten Methode Arbeidsomstandigheden) WEBA ( Welzijn bij Arbeid TOMO ( Toepassingslijst Mens en Organisatie ) ERGONOMISCHE Check VBBA ( Vragenlijst Beleving en beoordeling arbeid NIOSH Methode Rekenmodel OWAS ( Ovako Observatiemethode Working Posture Analysis System ) BES evaluatierooster Belgian Ergoomic Society SOBANE
DEPARIS
Screening Observatition Analysis Expertise 18 rubrieken
45 PBM’s 1. Noem de 3 categorieën. Geef voorbeelden.
TILLEN VAN LASTEN Houdingen en bewegingen
Blootstelling trillingen vallen uitglijden werkhoudingen MHL
Cat 1 : bevat PBM die bescherming bieden tegen zeer geringe risico’s waarvan het effect tijdig kan worden opgemerkt zonder dat de gevaar loopt.
gebruiker
bescherming tegen : - mechanische factoren de slechts oppervlakkige letsels veroorzaken ( tuinhandschoenen) - vrij onschadelijke schoonmaakmiddelen gevolgen gemakkelijk ongedaan kunnen worden gemaakt. (beschermingshandschoenen) - gevaren van het hanteren van warme voorwerpen waarbij hij niet wordt blootgesteld aan een temp van meer dan 50° C, noch aan gevaarlijke stoten of schokken. ( schorten voor beroepsdoeleinden ) - Weersomstandigheden die niet uitzonderlijk of extreem zijn. ( hoofddekking , seizoenskleding) - Zonnestralen (Zonnebrillen) Cat 2 : alle PBM die niet in Cat 1 en 3 vallen. - Open categorie. Cat 3 : bevat PBM van complex ontwerp die de gebruiker moeten beschermen tegen gevaren die dodelijk zijn of de gezondheid ernstig en onherstelbaar kunnen schaden en waarvan de gebruiker , naar de ontwerpen aanneemt , de acute effecten niet tijdig kan onderkennen. Ademhalingsapparatuur met filters die beschermen tegen vaste en vloeibare aërosol’s of tegen irriterende , gevaarlijke , giftige of radioactieve gassen. ademhalingsapparatuur , met inbegrip van duikapparatuur , die buitenlucht volledig afsluit. Beschermingsmiddelen die slechts een tijdelijke bescherming kunnen bieden tegen door chemicaliën veroorzaakte letsels of ioniserende straling. Uitrusting voor werkzaamheden in hete omgevingen met effecten
de
2. Verklaar bondig de CE procedure die de fabrikant van PBM’s moet volgen. Tot O1 juli 92 was er geen CE markering voorzien. Vanaf O1 juli 92 kan de CE markering aangebracht worden , indien aan het KB fabricatie werd voldaan. PBM op de markt gebracht op basis wetgeving van voor O1 juli 92 tot O1 juli 95 mogen niet voorzien zijn van CE markering. 3. Hoe komt aan de gebruikerszijde tot de juiste keuze van de PBM’s ? Met andere woorden wie bepaalt als er PBM’s nodig zijn , welke soort , wie is betrokken bij de aankoop ? Er is ten eerste een hiërarchie in de preventie ;
1. Wegnemen van de risico’s 2. Beperken van de risico’s 3. Gebruik van collectieve beschermingsmiddelen 4. Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 5. Signalisatie de vereisten van de PBM 1. De PBM dient geschikt te zijn voor de te vermijden risico’s , zonder zelf een vergroot risico in te houden. 2. Het PBM dient te beantwoorden aan de heersende omstandigheden op de arbeidsplaatsen. 3. Het PBM dient afgestemd te zijn op de vereisten met betrekking tot de ergonomie , het comfort en de gezondheid van de werknemer. 4. Het PBM dient na de nodige regeling geschikt te zijn voor de drager. Verantwoordelijkheden van de hiërarchische lijn : - opmaken van de risicoanalyse - motivatie opstellen tot dragen PBM - advies inwinnen bij de IPA - in de bedrijfsinstructies verwerken en signaleren - Nazicht op het dragen van de PBM - Informatie en opleiding vd werknemers - Nazicht op het onderhoud en de eventuele herstelling ; keuring of vervanging. Wat zijn de verplichtingen van de werknemers ? - verplicht opvolgen van de instructies , voorlichting en signalisatie - PBM goed gebruiken en verzorgen ( gebreken melden ) - erop letten dat ook ‘ de anderen ‘ dat doen.