Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Vaststellen regionaal programma educatievoorzieningen Rijk van Nijmegen 2015 Programma
BW-nummer
Onderwijs
01401
Portefeuillehouder
R. Helmer-Englebert Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
De gemeente Nijmegen is binnen de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen per 1 januari 2015 contactgemeente voor de inzet van volwasseneneducatie op grond van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). Wij ontvangen de gehele rijksbijdrage en dienen de inzet hiervan te coördineren. Dit betekent ook het uitvoeren van het contractbeheer en de verantwoording over de besteding aan het Rijk. Met dit voorstel stellen we het volgens de WEB verplichte regionale programma educatievoorzieningen voor 2015 vast. Deze is in overleg met deelnemende gemeenten in de arbeidsmarktregio opgesteld en vormt de grondslag voor de inzet van de middelen. Daarnaast stellen we de inkoopovereenkomsten met onze uitvoeringspartners vast. Dit betreft overeenkomsten met ROC Nijmegen en ROC Rivor.
MO10, Otto Ritsema, 2465 Datum ambtelijk voorstel
12 februari 2015 Registratienummer
15.0000490
Ter besluitvorming door het college
1. Het ‘Regionaal programma Educatievoorzieningen Rijk van Nijmegen 2015’ vast te stellen. 2. In 2015 opleidingen educatie in te kopen bij ROC Nijmegen voor een bedrag van € 949.152. 3. Het bedrag van € 949.152 ten laste te brengen van het programma Steller Onderwijs (1073), deelproduct Volwasseneneducatie (nummer Otto Ritsema 60605.D.43039), onder voorbehoud van vaststelling van de voorliggende begrotingswijziging door de Raad 4. Bijgaande overeenkomst met ROC Nijmegen, inclusief de bijlage productenoverzicht, vast te stellen. 5. De programmamanager Onderwijs te mandateren tot het vaststellen van een aanhangsel bij de overeenkomst met het ROC met daarin de afspraken rond de inkoop van extra opleidingen educatie uit ESF-middelen (Europees Sociaal Fonds). 6. In 2015 opleidingen educatie in te kopen bij ROC Rivor voor een bedrag van € 35.359.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
X Zie vervolgblad Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 24 februari 2015
X Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.11
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
Vervolg beslispunten
7. Het bedrag van € 35.359 ten laste te brengen van het programma Onderwijs (1073), deelproduct Volwasseneneducatie (nummer 60605.D.43039), onder voorbehoud van vaststelling van de voorliggende begrotingswijziging door de Raad. 8. Bijgaande overeenkomst met ROC Rivor, vast te stellen.
Aan de Raad voor te stellen
1. Begrotingswijziging BW-01401 vast te stellen, waarmee overeenkomstig de rijksbijdrage Educatie in 2015 eenmalig een bedrag van € 382.683 aan de begroting van het deelproduct Volwasseneducatie wordt toegevoegd.
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Medio 2014 is de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) gewijzigd. De wijziging geldt per 1 januari 2015. De wijziging heeft als gevolg dat: - gemeenten de middelen voor volwasseneneducatie niet meer verplicht bij ROC’s hoeven te besteden; - het budget voor volwasseneneducatie per arbeidsmarktregio gebundeld wordt uitgekeerd aan een contactgemeente; - gemeenten een regionaal programma educatievoorzieningen moeten vaststellen. De gemeente Nijmegen is door het Rijk als contactgemeente aangewezen voor de 1 arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen . In die rol zijn wij verantwoordelijk voor het maken van afspraken met partijen die voor onze regio het educatieaanbod verzorgen. Tevens hebben wij een coördinerende rol in het tot stand komen van een regionaal programma educatievoorzieningen. Dat is de afgelopen periode in samenwerking met de gemeenten in de regio tot stand gekomen. Met dit voorstel stellen we het regionaal programma educatievoorzieningen vast. Dit programma vormt de basis voor het inkopen van het educatieaanbod in 2015. Op grond hiervan stellen we in 2015 het budget volwasseneneducatie beschikbaar aan de ROC’s met wie we in 2014 ook uitvoering gaven aan volwasseneneducatie. Dit betreft ROC Nijmegen en ROC Rivor (voor de gemeente Druten). Hiertoe stellen we de overeenkomsten vast met ROC Nijmegen en ROC Rivor voor het verzorgen van het educatieaanbod in 2015. 2
Juridische aspecten
College bevoegd orgaan Artikel 2.3.1 lid 3a van de WEB stelt dat het college van burgemeester en wethouders van de contactgemeente in overleg met de colleges van burgemeester en wethouders in de overige gemeenten in de regio zorg voor de totstandkoming van een regionaal programma van educatievoorzieningen. Het college is bevoegd tot het vaststellen van het regionaal programma van educatievoorzieningen. Op grond van de uitvoeringsregeling ‘Regeling 2 regio’s en contactgemeenten educatie’ is de gemeente Nijmegen aangewezen als contactgemeente voor de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. Ons college is daarmee bevoegd tot besluitvorming over de onderdelen van dit voorstel. Afbouwregeling inzet volwasseneneducatie bij ROC’s Door de wijziging van de WEB per 1 januari 2015 zijn gemeente niet meer verplicht de rijksbijdrage voor volwasseneneducatie te besteden bij ROC’s. Er geldt echter wel een 3 wettelijke afbouwregeling , waardoor het voor ROC’s en gemeente mogelijk is geleidelijk te wennen aan een situatie waarin er ruimte is voor nieuwe initiatieven en nieuwe uitvoeringspartners. De uitvoeringsregeling stelt dat gemeenten in 2015 ten minste 75% van het beschikbare rijksbudget dienen te besteden bij ROC’s, tenzij anders overeengekomen. De resterende 25% zou aanbesteed moeten worden, aangezien deze vrij besteedbaar is. 1
Betreft gemeenten Beuningen, Groesbeek (incl. Ubbergen en Millingen aan de Rijn), Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen. 2 3
Gepubliceerd in de Staatscourant Nr. 28453, 10 oktober 2014.
Wettelijke afbouwregeling houdt in dat gemeenten van de ontvangen rijksbijdrage volwasseneneducatie in 2015 ten minste 75% moeten besteden, in 2016 ten minste 50% en in 2017 ten minste 25%. Per 2018 is het volledige budget volwasseneneducatie vrij besteedbaar.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Gelet op de wettekst in de WEB is het mogelijk om ook in 2015 nog 100% in te zetten bij ROC’s. Voor de ROC’s waar we in deze arbeidsmarktregio mee samenwerken, wijken we positief af. Er hoeft daarom voor 2015 geen aanbesteding plaats te vinden. Dit is ook niet realistisch, gelet op de korte tijdspanne tussen het vaststellen van de wetswijziging en het tijdstip waarop de wijzigingen van toepassing zijn. 3
Doelstelling
Dit voorstel heeft ten doel om voor 2015 het aanbod volwasseneneducatie conform de WEB in te kopen. Via dit aanbod kunnen inwoners uit de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen indien nodig hun taal- en rekenvaardigheid versterken. 4
Argumenten
Inhoud regionaal programma educatievoorzieningen en overeenkomsten De WEB stelt dat de samenwerkende gemeenten rond inzet van volwasseneneducatie komen tot een regionaal programma educatievoorzieningen. Dit programma beschrijft onder andere: - welk aanbod aan educatievoorzieningen we binnen onze regio bieden, - welke doelgroepen we daarin (prioritair) bedienen, - welke financiële middelen beschikbaar zijn, - hoe we deze verdelen over de verschillende educatievoorzieningen, - welke partners de uitvoering verzorgen, - als ook de wijze waarop de gemeenten in de regio onderling zaken regelen (o.a. mandaat contactgemeente, periodiek overleg, verantwoording, financiering inzet contactgemeente, etc.). Deze elementen zijn per onderdeel beschreven in het programma, dat als bijlage bij dit collegevoorstel is toegevoegd. De inkoopovereenkomsten met ROC Nijmegen en ROC Rivor hebben ten doel zorg te dragen dat deze partijen uitvoering geven aan het aanbod educatievoorzieningen, zoals wij met hen hebben afgesproken. Onder de paragraaf ‘Producten 2015’ is op hoofdlijnen beschreven welke producten wij voor onze doelgroepen inkopen. Waarom ROC Nijmegen en ROC Rivor? Door de wetswijziging van de WEB worden de educatiemiddelen nu aan de contactgemeente uitgekeerd. De gemeente Druten heeft in het verleden het aanbod van educatievoorzieningen ingekocht bij ROC Rivor. De andere gemeenten binnen de arbeidsmarktregio hadden een inkooprelatie met ROC Nijmegen. In 2015 houden we deze verdeling in stand. 2015 als overgangsjaar We zijn tevreden over het aanbod en de kwaliteit van het taalaanbod van beide ROC’s. Bij ROC Nijmegen is in 2014 onderzocht in welke mate het geleverde educatieaanbod leidt tot ontwikkeling van deelnemers. Uit dat onderzoek blijkt dat deelnemers een groei doormaken op alle gebieden van sociale inclusie en arbeidsontwikkeling. De grootste effecten zijn te constateren bij de vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse taal, vreemde taal, digitale competenties en assertiviteit. Over deze uitkomsten hebben we de raad in juni 2014 ook geïnformeerd. Daarom kiezen we ervoor om in 2015 het volledige rijksbudget nog in te zetten bij ROC Nijmegen en ROC Rivor.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
We gebruiken het eerste kwartaal van 2015 om de analyse te maken van het benodigde educatieaanbod voor onze doelgroepen. In deze analyse richten we ons op de benodigde combinatie van educatie met diplomering (formeel) en educatie zonder diplomering (nonformeel). De WEB biedt nu namelijk de mogelijkheid om bijvoorbeeld educatieaanbod via de bibliotheek of andere (lokale) aanbieders van educatie in te kopen. In Nijmegen stimuleren wij 4 bijvoorbeeld de samenwerking tussen ROC Nijmegen (formeel aanbod) en STEP (nonformeel aanbod). Nu sturen we hierop via het contract met ROC Nijmegen en gesprekken met beide organisaties, maar we kunnen door de bestedingsvrijheid ook direct educatieaanbod bij STEP, of andere partijen, inkopen. Bij het opstellen van de analyse betrekken we ook bestaande aanbieders van educatie in onze stad, zodat we een totaaloverzicht krijgen van vraag en aanbod. Indien de conclusie van de analyse is dat we een ander, aanvullend aanbod nodig hebben, kunnen we in de tweede helft van 2015 starten met de inkopen van ander educatieaanbod voor 2016 en verder. Deze analyse voeren de regiogemeenten in gezamenlijkheid uit, onder coördinatie van de contactgemeente. Bestuurlijke afstemming hierover vindt plaats binnen het regionale portefeuillehoudersoverleg Onderwijs & Jeugd van de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. Daarna stelt ons college als bevoegd orgaan van de aangewezen contactgemeente, het programma voor 2016 vast en stellen wij als contactgemeente de inkoopovereenkomsten op. Onderzoeksopdracht ROC Nijmegen met betrekking tot tarief groepscontactuur Voor het berekenen van de kosten voor volwasseneneducatie hanteren we het begrip ‘groepscontactuur’. Dit tarief staat voor een klokuur dat de docent voor een groep staat, met inbegrip van andere (overhead)kosten. Uit de ingediende offertes van ROC Nijmegen en ROC Rivor blijkt een groot verschil te bestaan tussen deze tarieven. ROC Nijmegen hanteert € 170 per groepscontactuur en ROC Rivor € 130. Voor ons is niet duidelijk waar dit verschil op is gebaseerd. Voor 2015 willen we 100% van het beschikbare budget voor volwasseneneducatie besteden bij ROC Rivor en ROC Nijmegen. Voor ROC Nijmegen doen we dit echter onder de voorwaarde van een goedkeuring op een plan om per 1 september 2015 te komen tot een lager tarief van het groepscontactuur of meer groepen binnen het beschikbare budget. ROC Nijmegen ontvangt dan tot 1 september 2015 (start nieuw schooljaar) 100% van het budget en na die datum 75%. De overige 25% wordt pas toegekend als er sprake is van goedkeuring op het plan. Dit plan dien ROC Nijmegen vóór 1 april 2015 aan de contactgemeente verstuurd te hebben. Voor 1 mei 2015 besluit het regionale portefeuillehoudersoverleg Onderwijs & Jeugd vervolgens over het inzetten van de resterende 25% na 1 september 2015. De inkoopovereenkomst die nu voorligt, is gebaseerd op deze regeling. Voor het toekennen van de resterende 25% zal een addendum bij de inkoopovereenkomst gevoegd worden. Deze zal wel door de contactgemeente bestuurlijk moeten worden ondertekend.
4
Voorheen bekend onder de naam IVC-Intercity
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
Producten 2015 De inzet van volwasseneneducatie 2015 richten we op een viertal producten. Dit zijn: Product
Doelstelling
NT1 niet intensief
Basiseducatie Nederlands, rekenen, digitale vaardigheden Basiseducatie Nederlands, rekenen, digitale vaardigheden NT2-Plus, Staatsexamen 1 en 2, Alfabetisering anderstaligen NT2-Plus, Staatsexamen 1 en 2, Alfabetisering anderstaligen
NT1 Activering NT2 Intensief NT2 niet intensief
De producten hebben we de afgelopen jaren ook ingekocht bij ROC Nijmegen en ROC Rivor. Beide partijen hebben bewezen een kwalitatief goed te leveren. Samenwerking gemeenten In het Regionaal programma educatievoorzieningen hebben we beschreven op welke wijze we als gemeenten samenwerken rond volwasseneneducatie. Als contactgemeente hebben we enkele taken extra, zoals het afsluiten van overeenkomsten met de ROC’s en zorgdragen voor een goede verantwoording van de besteding van de middelen aan het Rijk. In de uitvoering van deze taken blijven we de afstemming en samenwerking houden met de andere gemeenten. Om de afspraken hierover goed te borgen, stellen we begin 2015 een samenwerkingsovereenkomst op. Extra inkoop opleidingen educatie uit ESF middelen 2015-2016 Recent is voor de periode 1 december 2014 tot 1 december 2016 een subsidieaanvraag ingediend bij het Europees Sociaal Fonds (ESF). Onderdeel hiervan is het inkopen van extra taaltrainingen om de toetreding op de arbeidsmarkt te bevorderen van mensen met een taalachterstand. Het gaat in totaal om een subsidie van maximaal € 100.000. Bij de nu voorliggende overeenkomst met ROC Nijmegen komt een aanhangsel waarin afspraken worden opgenomen over de verantwoording en de registratie conform de ESFregelgeving. Omdat deze afspraken nog in voorbereiding zijn en de subsidiebeschikking ESF voor de periode 2014-2016 nog niet is ontvangen, wordt dit op een later moment geregeld. In verband met het administratieve karakter van deze handeling, mandateren we hiertoe de programmamanager Onderwijs. Ons college zal in maart geïnformeerd worden over de totale ESF-aanvraag.
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
5
Financiën
Voor het inkopen van educatievoorzieningen, ontvangen wij als contactgemeente van de arbeidsmarktregio een specifieke uitkering van het Rijk. In die specifieke uitkering zijn ook de middelen opgenomen van de andere gemeenten uit deze arbeidsmarktregio. In totaal gaat het voor 2015 om een totaalbedrag van € 1.070.798. Dit is als volgt opgebouwd: Gemeente Beuningen Druten 5 Groesbeek Heumen Mook en Middelaar Nijmegen Wijchen Totaal
Rijksbijdrage 2015 (€) 71.334 35.359 103.528 35.691 12.806 717.778 94.302 1.070.798
We hebben in 2015 twee uitvoeringspartners aan wie we deze middelen beschikbaar stellen. In onderstaande tabel geven we weer welke partners dat zijn, voor welke gemeenten ze dit aanbod verzorgen en welk aanbod hiervoor aangeboden wordt. Uitvoeringspartner
Gemeenten
Aanbod
ROC Nijmegen
Beuningen, Groesbeek (incl. Millingen en Ubbergen), Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen Druten
NT1 niet intensief NT1 activering NT2 Intensief NT2 niet intensief
ROC Rivor Totaal
Omvang beschikbaar budget € 1.035.439
€ 35.359 € 1.070.798
Budget opgenomen in overeenkomst € 949.152
Nog te bestemmen
€ 35.359 € 984.511
€0 € 86.287
€ 86.287
Voor ROC Nijmegen geldt dat we een deel van het budget reserveren onder voorbehoud van een plan rondom verlaging van het tarief per groepscontactuur. Indien dit akkoord is, stellen we per 1 september 2015 ook het bedrag van € 86.287 beschikbaar. Dit doen we na afstemming in het Regionale Portfeuillehoudersoverleg Onderwijs en Jeugd. Het bedrag van € 984.511 brengen we ten laste van het programma Onderwijs, deelproduct Volwasseneneducatie (nummer 60605.D.43039). De begroting 2015 van het deelproduct Volwasseneducatie (60605.D.43039) voorziet op dit moment niet in voldoende dekking om uitvoering aan dit voorstel te kunnen geven. Derhalve verhogen we deze begroting overeenkomstig de voor 2015 beschikbare rijksbijdrage Educatie
5
De gemeente Groesbeek bestaat per 1 januari 2015 uit de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek. Zij ontvangen respectievelijk €15.612, €20.226, € 67.690
Collegevoorstel
Vervolgvel
7
met € 382.683 tot € 1.070.798. De noodzakelijke begrotingsaanpassing leggen we middels bijgevoegd raadsvoorstel ter besluitvorming voor aan de Raad. 6
Participatie en Communicatie
Het ‘Regionaal Programma Educatievoorzieningen Rijk van Nijmegen 2015’ is tot stand gekomen in samenwerking met alle gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen en besproken in het regionale portefeuillehoudersoverleg Onderwijs & Jeugd van 27 november 2014. 7
Uitvoering en evaluatie
Als contactgemeente voeren wij de taken uit die ons op basis van de WEB zijn toebedeeld. Wij dragen zorg voor periodieke overleggen met de regiogemeenten en uitvoerende partners, gericht op het monitoren van de voortgang en resultaten. 8
Risico
Aan dit voorstel zijn geen risico’s verbonden.
Bijlage(n):
Regionaal programma educatievoorzieningen Rijk van Nijmegen 2015 Overeenkomst Inkoop educatie 2015 ROC Nijmegen Overeenkomst Inkoop educatie 2015 ROC Rivor
Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
18 maart 2015
/ 35/2015
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Onderwerp
Vaststellen begrotingswijziging ten behoeve van inzet volwasseneneducatie in 2015 Programma / Programmanummer
Onderwijs Portefeuillehouder
R. Helmer-Englebert Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
24 februari 2015 Samenvatting
De Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) is gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop we volwasseneneducatie vanaf 1 januari 2015 kunnen organiseren en inzetten. Het betreft twee wijzigingen. In de eerste plaats vervalt de verplichte besteding van de rijksbijdrage bij de Regionale Opleidingscentra (ROC’s). Daarnaast wordt de rijksbijdrage die gemeenten eerder individueel ontvingen, per 1 janauri 2015 via een specifieke uitkering gebundeld uitgekeerd aan de contactgemeente in de arbeidsmarktregio. De gemeente Nijmegen is de contactgemeente voor de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. Met dit voorstel passen wij onze begroting hier op aan en leggen wij de begrotingswijziging BW-01401 ter vaststelling voor. Tevens informeren wij uw raad over het Regionaal programma van educatievoorzieningen, waarin de gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen aangeven hoe zij in 2015 Volwasseneneducatie inrichten. Voorstel om te besluiten
1. Begrotingwijziging BW-01401 vast te stellen, waarmee overeenkomstig de rijksbijdrage Educatie in 2015 eenmalig een bedrag van € 382.683 aan de begroting van het deelproduct Volwasseneducatie wordt toegevoegd.
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Otto Ritsema, 2465,
[email protected] RVS begrotingswijziging volwasseneneducatie 2015
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Medio 2014 is de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) gewijzigd. De wijziging geldt per 1 januari 2015. De wijziging heeft als gevolg dat: - gemeenten de middelen voor volwasseneneducatie niet meer verplicht bij Regionale Opleidingscentra (ROC’s) hoeven te besteden; - het budget voor volwasseneneducatie per arbeidsmarktregio gebundeld wordt uitgekeerd aan een contactgemeente; - gemeenten een regionaal programma educatievoorzieningen moeten vaststellen. De gemeente Nijmegen is door het Rijk als contactgemeente aangewezen voor de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. In die rol zijn wij verantwoordelijk voor het maken van afspraken met partijen die voor onze regio het educatieaanbod verzorgen. Tevens hebben wij een coördinerende rol in het tot stand komen van een regionaal programma educatievoorzieningen. Dat is de afgelopen periode in samenwerking met de gemeenten in de regio tot stand gekomen en door de colleges vastgesteld. Als aangewezen contactgemeente van de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen, ontvangen wij de gebundelde specifieke uitkering. Dit betekent een wijziging in onze begroting in baten en lasten voor het programma Onderwijs. Met het vaststellen van de begrotingswijziging BW01401 passen wij dit aan.
1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Het inzetten van volwasseneneducatie is mogelijk op grond van de WEB. 1.2 Relatie met programma
Het vaststellen van de begrotingswijziging betreft een administratieve aanpassingen binnen het programma Onderwijs. De inzet van volwasseneneducatie realiseert ook maatschappelijke effecten binnen de programma’s Zorg & Welzijn (participatie) en Economie & Werk (arbeid). 2
Doelstelling
Dit voorstel heeft ten doel de begroting van het programma Onderwijs aan te passen voor de financiële effecten van de wetswijziging van de WEB, zodat we in 2015 uitvoering kunnen geven aan volwasseneneducatie. Tevens informeren wij uw raad over de impact van de wetswijziging voor ons beleid. 3
Argumenten
Wat betekent wetswijziging voor ons beleid? Door de wetswijziging ontstaat er voor gemeenten een grotere beleidsvrijheid om volwasseneneducatie aan te laten sluiten bij de decentralisaties. Voorheen waren we verplicht de ontvangen rijksbijdrage te besteden bij ROC’s. Hoewel er in de loop der jaren wel veranderingen hebben plaatsgevonden in de inhoud van het educatieaanbod, bleef dit
RVS begrotingswijziging volwasseneneducatie 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
aanbod geconcentreerd op het aanbieden van cursussen met als doel diplomering voor op NT1 of 2-niveau. Ook rekenen en digitale vaardigheden zijn daar in de loop van de jaren onderdeel van geworden. Doordat die verplichting vervalt, kunnen we volwasseneneducatie door andere aanbieders laten verzorgen, waarbij we eveneens onze maatschappelijke doelstellingen rond bestrijding laaggeletterdheid, re-integratie en/of maatschappelijke participatie bereiken. Per 2015 zijn organisaties als de bibliotheek of andere taalaanbieders (bijvoorbeeld STEP) potentiële contractpartners. Dit kan voor inwoners drempelverlagend zijn, waarbij we – met lagere kosten binnen hetzelfde budget – meer inwoners kunnen ondersteunen. Ook de inhoud van het educatieaanbod is verruimd. Trajecten als ‘taal op de werkvloer’ zijn mogelijk. Werkzoekenden kunnen we dan specifiek ondersteunen in het machtig zijn van specifieke begrippen en zij hun taken op de werkvloer kunnen (blijven) uitvoeren. Er ontstaat dus meer ruimte om het aanbod af te stemmen op behoefte bij inwoners in onze regio en onze eigen maatschappelijke doelstellingen. Het Rijk keert de middelen voor volwasseneneducatie niet meer per gemeente uit, maar gebundeld per arbeidsmarktregio. Daarbij verwacht de wetgever dat iedere regio een regionaal programma van educatievoorzieningen maakt. Via deze twee wegen worden we in regionaal verband gestimuleerd eenduidig beleid te voeren. Op dit moment hanteren we binnen de arbeidsmarktregio nog verschillende uitgangspunten bij de inzet van volwasseneneducatie. Voorbeelden zijn verschillende leeftijdsgrenzen en verschillende doelstellingen. Gelet op een optimale inzet (effectief en efficiënt) van de middelen, is een meer uniforme inzet gewenst. Dit vraagt om een gezamenlijk beleidsproces dat we in de aanloop naar 2015 reeds met de regiogemeenten gestart zijn en voortzetten. Het ‘Startdocument regionale visie volwasseneneducatie 2015’ dat als bijlage in het Regionaal programma educatievoorzieningen is opgenomen, is daar het voorbeeld van. 2015 als overgangsjaar In regionale afstemming hebben wij besloten het aanbod van educatievoorzieningen in 2015 – net als in 2014 – te laten verzorgen door ROC Nijmegen en ROC Rivor. Beide ROC’s bieden een kwalitatief goed aanbod van volwasseneducatie. Bij ROC Nijmegen is in 2014 onderzocht in welke mate het geleverde educatieaanbod leidt tot ontwikkeling van deelnemers. Uit dat onderzoek blijkt dat deelnemers een groei doormaken op alle gebieden van sociale inclusie en arbeidsontwikkeling. De grootste effecten zijn te constateren bij de vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse taal, vreemde taal, digitale competenties en 1 assertiviteit. Over deze uitkomsten hebben we uw raad in juni 2014 geïnformeerd . We gebruiken het eerste kwartaal van 2015 om de analyse te maken van het benodigde educatieaanbod voor onze doelgroepen. In deze analyse richten we ons op de benodigde combinatie van educatie met diplomering (formeel) en educatie zonder diplomering (nonformeel). Bij het opstellen van de analyse betrekken we ook bestaande aanbieders van educatie in onze stad en de regio, zodat we een totaaloverzicht krijgen van vraag en aanbod. Indien de conclusie van de analyse is dat we een ander, aanvullend aanbod nodig hebben, kunnen we in de tweede helft van 2015 starten met de inkoop voor 2016 en verder. 1
Raadsinformatiebrief met kenmerk 14.0001627
RVS begrotingswijziging volwasseneneducatie 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
In het regionaal programma van educatievoorzieningen 2015 dat ter informatie als bijlage is bijgevoegd, is het aanbod van ROC Nijmegen en ROC Rivor voor 2015 opgenomen (p.7 en 8). Uw raad zal samen met de andere gemeenteraden binnen de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen vanuit uw kaderstellende bevoegdheid betrokken worden bij de ontwikkeling en vaststelling van een nieuw beleidsplan voor de periode 2016 en verder. 4
Risico’s
Geen. De inzet van middelen bij ROC Nijmegen en ROC Rivor monitoren we per kwartaal. Daarnaast is in de inkoopovereenkomst opgenomen dat het risico voor de uitvoerende partij is, wanneer men meer programmeert dan het budget voorziet. 5
Financiën
Op dit moment is in de begroting van het programma Onderwijs enkel rekening gehouden met de rijksbijdrage voor volwasseneneducatie voor de gemeente Nijmegen. Op baten en lastenniveau bedraagt dit € 689.656, uitgaande van de rijksbijdrage 2014 gemeente Nijmegen. Voor 2015 bedraagt de rijksbijdrage – conform beschikking – voor de arbeidsmarktregio in totaal € 1.070.789. Dit bedrag wordt overgemaakt aan de gemeente Nijmegen als contactgemeente. Onderstaande tabel toont de opbouw van dit totale bedrag: Gemeente Beuningen Druten 2 Groesbeek Heumen Mook en Middelaar Nijmegen Wijchen Totaal
Rijksbijdrage 2015 (€) 71.334 35.359 103.528 35.691 12.806 717.778 94.302 1.070.798
Rijksbijdrage 2014 (€) 68.539 33.974 99.472 34.293 12.304 689.656 90.607 1.028.845
Door het vaststellen van de begrotingswijziging BW-01401 verhogen wij de begroting aan baten en lasten kant met € 381.142. Dit is het verschil tussen wat we nu in de begroting hebben staan (€ 689.656) en de nieuwe totale rijksbijdrage voor 2015 (€ 1.070.789). 6
Participatie en Communicatie
Aangezien dit voorstel leidt tot een boekhoudkundige wijziging, hebben wij geen aanleiding gezien hierin een actief participatietraject te starten.
2
De gemeente Groesbeek bestaat per 1 januari 2015 uit de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek. Zij ontvangen respectievelijk €15.612, €20226, € 67.690
RVS begrotingswijziging volwasseneneducatie 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
7
Uitvoering en evaluatie
Ons college ondertekent de overeenkomsten met ROC Nijmegen en ROC Rivor. Per kwartaal zullen we de uitvoering monitoren. Als contactgemeente zijn wij verantwoordelijk voor de aanlevering van de verantwoordingsinformatie aan het Rijk. Wij zullen kunnen dit door goede afspraken te maken met ROC Nijmegen en ROC Rivor over de aan te leveren verantwoordingsinformatie. Begin 2015 zullen we in samenwerking met de andere gemeenten starten met de inventarisatie van educatiebehoefte in onze arbeidsmarktregio. We verwachten medio 2015 te kunnen starten met een aanbestedingstraject voor volwasseneneducatie voor 2016 en verder. We zullen uw raad betrekken in dit traject.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): - BW-01401 - Regionaal programma van educatievoorzieningen Rijk van Nijmegen 2015
RVS begrotingswijziging volwasseneneducatie 2015
Regionaal programma educatievoorzieningen 2015 Rijk van Nijmegen
1
Inhoud 1.
Doelstelling document ................................................................................................................ 1
2.
Samenwerkingsgebied ................................................................................................................ 1
3.
Visie volwasseneneducatie 2015 ................................................................................................ 1
4.
Doelstellingen Educatie .............................................................................................................. 3
5.
Aanbod/inhoud educatie ............................................................................................................ 3
6.
Doelgroepen................................................................................................................................ 3
7.
Beschikbare middelen ................................................................................................................ 4
8.
Verdeling middelen over educatievoorzieningen 2015 .............................................................. 4
9.
Uitvoerende partners.................................................................................................................. 5
10.
Contractbeheer ROC Nijmegen en ROC Rivor......................................................................... 5
11.
Nadere afspraken samenwerking gemeenten ........................................................................ 5
12.
Proces oplading regionaal programma 2016 .......................................................................... 5
Bijlage 1: verdeling middelen over aanbod educatie ROC Nijmegen ................................................. 7 Bijlage 2: verdeling middelen over aanbod educatie ROC Rivor ........................................................ 8 Bijlage 3: startdocument Regionale visie Volwasseneneducatie 2016-2019 ..................................... 9
2
1. Doelstelling document In dit document leggen wij, de gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen, vast op welke wijze wij in 2015 vorm willen geven aan de uitvoering van volwasseneneducatie. Door de wijziging1 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) dienen de samenwerkende gemeenten binnen een arbeidsmarktregio per 1 januari 2015 te komen tot een regionaal programma educatievoorzieningen. Met dit programma willen we duidelijk maken: - welk aanbod aan educatievoorzieningen we binnen onze regio bieden, - welke doelgroepen we daarin (prioritair) bedienen, - welke financiële middelen beschikbaar zijn, - hoe we deze verdelen over de verschillende educatievoorzieningen, - welke partners de uitvoering verzorgen, - als ook de wijze waarop de gemeenten in de regio onderling zaken regelen (o.a. mandaat contactgemeente, periodiek overleg, verantwoording, financiering inzet contactgemeente, etc.).
2. Samenwerkingsgebied De WEB schrijft voor dat de gemeenten in een arbeidsmarktregio samenwerken in de uitvoering van volwasseneneducatie. In de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen zijn dit: - Beuningen - Druten - Groesbeek - Mook en Middelaar - Nijmegen (contactgemeente) - Wijchen Rol contactgemeente In de WEB is tevens bepaald dat bij uitvoeringsregeling één van deze gemeenten contactgemeente is en daarmee een coördinerende rol heeft. Binnen de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen is dat de gemeente Nijmegen. De coördinerende rol van de contactgemeente uit zich in een drietal taken: - In overleg met de colleges van burgemeester en wethouders in de overige gemeenten in de regio, zorg te dragen voor de totstandkoming van een regionaal programma van educatievoorzieningen. - Afspraken te maken met aanbieders van opleidingen educatie overeenkomstig het overeengekomen regionaal programma, en - De overige werkzaamheden die verband houden met het regionaal programma te coördineren. In paragraaf 11 gaan we nader in op de samenwerking tussen de gemeenten in de uitvoering van de WEB.
3. Visie volwasseneneducatie 2015 Een van de meest fundamentele voorwaarden voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid van burgers en het voorkomen van maatschappelijke uitsluiting is geletterdheid. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) definieert geletterdheid als “het vermogen om geschreven teksten te begrijpen, te evalueren en te gebruiken om te participeren in de samenleving, om doelen te bereiken, en om kennis en potentieel te ontwikkelen. Geletterdheid omvat een scala van vaardigheden die variëren van het decoderen van geschreven woorden en zinnen, tot het begrip, de interpretatie en evaluatie van complexe teksten”. 1
Betreft artikel 2.3.1, lid 3 sub a van de wetswijziging: “Wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra”
1
Alles staat of valt met lezen. In de huidige kennissamenleving is 80% van het werk gerelateerd aan lezen en schrijven en een goede taal- en leesvaardigheid is onmisbaar voor een maatschappelijke carrière. Goed kunnen lezen is daarom op alle leeftijden een essentiële voorwaarde voor volwaardige maatschappelijke en culturele participatie en dus voor een concurrerende kenniseconomie. Vaardige lezers vinden gemakkelijker een baan, krijgen een hoger salaris, hebben een betere gezondheid en zijn vaker politiek en maatschappelijk actief. De persoonlijke voordelen leiden bovendien tot economische groei. Ongelijkheid in geletterdheid kan leiden tot grotere sociale verschillen en juist leiden tot maatschappelijke kosten. Laaggeletterdheid is overal en komt in alle lagen van de bevolking voor. 1 op de 10 volwassen Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven.
Laaggeletterdheid zorgt voor een lagere productiviteit en lagere belastinginkomsten en vergroot de druk op sociale voorzieningen en subsidies. Volgens een schatting van Price Waterhouse Coopers (PWC) in 2013 kost dit de Nederlandse samenleving jaarlijks gemiddeld € 560 miljoen.2 Omdat de eisen voor het maatschappelijk volwaardig functioneren steeds hoger worden en betrekking hebben op een breder pakket aan vaardigheden, achtte het Kabinet het in 2011 noodzakelijk om de toenmalige definitie van het begrip geletterdheid te verbreden. Het accent op lezen en schrijven werd in het actieplan laaggeletterdheid uitgebreid naar: luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie. In het verlengde van de talige component kreeg geletterdheid dus ook een ICT-/informatiegerichte component.3 In het licht van bovenstaande zien we Volwasseneneducatie niet als een doel op zich, maar als een instrument dat in relatie tot het bredere gemeentelijk veld van sociaal beleid en welzijn kan worden ingezet om een volwaardige participatie aan de samenleving te bereiken; Volwasseneneducatie biedt in het bijzonder een meerwaarde voor een groep volwassenen die in een achterstandsituatie verkeert of hierin dreigt te geraken door een tekort aan maatschappelijke, sociale of beroepsmatige kennis en vaardigheden. We zien volwasseneneducatie als een middel om de taalvaardigheid inclusief de digitale vaardigheid aan te scherpen en eventuele taalachterstanden te verminderen of weg te werken. Het is een middel om arbeidsparticipatie te stimuleren. Zowel in het verkrijgen van een baan, als ook in het behouden van werk. Daarnaast zien we volwasseneneducatie als een middel dat is gericht op het bevorderen en behouden van maatschappelijke participatie. Dit betekent dat we van onze uitvoerende organisaties verwachten dat zij niet alleen kwaliteit en deskundigheid leveren, maar ook kunnen laten zien dat volwasseneneducatie rendement heeft. Bij de aanpak van laaggeletterdheid raken de werkvelden volwasseneneducatie, bibliotheekwerk, welzijnswerk, voor- en vroegschoolse educatie en jeugdbeleid, werk en inkomen en Wmo aan elkaar. Laaggeletterdheid is een probleem dat ook maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven treft. In het Bondgenootschap Rijk van Nijmegen werken we samen met private partners om gezamenlijk laaggeletterdheid in het Rijk van Nijmegen te voorkomen en te verminderen. Zij kunnen ook een eigen bijdrage leveren tegen de laaggeletterdheid (kracht van de samenleving benutten). We willen goede verbindingen tussen de beleidsterreinen leggen. Dat bereiken we niet alleen door inzet van
2
PWC, 2013. Zie ook: Feiten & Cijfers geletterdheid. Overzicht van de gevolgen van laaggeletterdheid en opbrengsten van investeringen voor samenleving en individu. Amsterdam: Stichting Lezen & Schrijven (i.s.m. Maastricht University School of Business and Economics Educational Research & Development). 3 Actieplan Laaggeletterdheid 2012-2015 'Geletterdheid in Nederland
2
een formeel aanbod (diploma), maar ook door samenwerkingen te creëren met aanbieders van non-formeel onderwijs. Omdat mensen die moeite hebben met lezen en schrijven zich uit zichzelf niet zo gauw aanmelden (vaak ook uit schaamte) betrekken we instellingen bij onze aanpak waar laaggeletterdheid kan worden gesignaleerd. Om zoveel mogelijk laaggeletterden te bereiken is een optimale spreiding van het aanbod aan volwasseneneducatie van belang. Conform de regionale WMO-visie organiseren we educatie en welzijn zoveel mogelijk in eigen dorp of stad.
4. Doelstellingen Educatie Ons doel is om gezamenlijk met de relevante partners laaggeletterdheid in het Rijk van Nijmegen te voorkomen en te verminderen. Onze doelstellingen ten aanzien van de inzet van volwasseneneducatie de volgende: - Het behoud en stimuleren van aansluiting met de arbeidsmarkt, en - Behoud van aansluiting met de maatschappij in verband met toename zelfredzaamheid/participatiesamenleving
5. Aanbod/inhoud educatie We willen ons aanbod aanpassen op onze visie en doelstellingen rond volwasseneneducatie, zoals verwoord in paragraaf 3 en 4. Tegelijkertijd is er sprake van een korte tijdspanne tussen het vaststellen van de wetswijzing (medio 2014) en ingangsdatum (1-1-2015). Om die reden hebben we in regionaal verband besloten4 2015 als overgangsjaar te beschouwen. Dit betekent dat we de inzet van volwasseneneducatie in 2015 uitvoeren op dezelfde gronden als 2014. Dit betekent dat ons educatieaanbod bestaat uit de volgende producten: Opleidingen als bedoeld in art. 7.3.1 van de wet. De volgende opleidingen educatie worden onderscheiden: 1. opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs, 2. de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het niveau van het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal 3. de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van een basisniveau Nederlandse taal 4. de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering, 5. Maatwerk In 2015 zullen we gezamenlijk een proces doorlopen om te bekijken hoe we in 2016 ons educatieaanbod kunnen versterken. Zie voor meer informatie paragraaf 12.
6. Doelgroepen Educatie is gericht op het verwerven van vaardigheden Nederlandse taal en rekenen inclusief digitale vaardigheden door volwassenen. De WEB stelt dat educatie bedoelt is voor inwoners van de gemeente(n) van 18 jaar of ouder die maximaal een opleidingsniveau vergelijkbaar met MBO niveau 1 hebben en allochtone volwassenen waarvan het traject niet onder de Wet Inburgering valt.
4
Regionaal portefeuillehoudersoverleg Onderwijs & Jeugd, 18 september 2014
3
Binnen die beperking behoren tot de doelgroepen: - analfabeten; - laaggeletterden, die hun vaardigheden Nederlandse taal en rekenen willen verbeteren, gericht op het bereiken van het ingangsniveau voor het beroepsonderwijs, zoals vastgesteld met de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, teneinde eventueel aan een beroepsopleidend traject te kunnen deelnemen; - vrijwillige inburgeraars die hun Nederlandse taalvaardigheden beogen te verbeteren door deelname aan een opleiding Nederlands als tweede taal en/of het afleggen van het staatsexamen.5 -
-
Met het oog op het beperkte beschikbare budget kunnen wij de doelgroep nader afbakenen, waarvoor binnen de WEB die vrijheid ons geboden wordt. Hierin willen we maatwerk toepassen zodat de afbakening per gemeente kan verschillen. De mogelijkheid de inzet van de middelen volwasseneneducatie aan prioritaire doelgroepen te koppelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan laaggeletterde uitkeringsgerechtigden of laaggeletterde ouders/verzorgers van jonge kinderen. De mogelijkheid om leeftijdsgrenzen te stellen. In onze regio hanteren de individuele gemeenten verschillende leeftijdsgrenzen.
Omdat we hebben besloten 2015 als overgangsjaar te zien, hanteren we ook in 2015 nog de uitgangspunten die in 2014 van toepassing waren.
7. Beschikbare middelen Voor 2015 is voor de arbeidsmarktregio Nijmegen in totaal een bedrag van € 1.070.798 beschikbaar voor Volwasseneneducatie. Deze rijksbijdrage wordt in zijn geheel overgemaakt aan de gemeente Nijmegen. In onderstaande tabel is dit bedrag nader onderverdeeld per gemeente (ter vergelijking de bedragen ook voor 2014 vermeld): Gemeente Beuningen Druten Groesbeek 6 Heumen Mook en Middelaar Nijmegen Wijchen Totaal
Rijksbijdrage Rijksbijdrage 2015 (€) 2014 71.334 68.539 35.359 103.528 99.472 35.691 34.293 12.806 12.304 717.778 689.656 94.302 90.607 1.070.798
8. Verdeling middelen over educatievoorzieningen 2015 Tot 2015 was het volgens de WEB gewoon om per gemeente voor het eigen budget educatie in te kopen. Een doelstelling van het samenvoegen van de budgetten per arbeidsmarktregio is te komen tot een meer doelmatige besteding van de middelen. In het verzorgen van het educatieaanbod willen we daarom zo flexibel mogelijk zijn, zodat inwoners uit alle gemeenten maximaal bediend kunnen worden. Door gedurende het jaar te monitoren waar de onderwijsbehoefte ligt, willen we hier op kunnen inspelen. Bijvoorbeeld wanneer er meer behoefte aan NT2 dan NT1 blijkt te zijn, dan 5
Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 911, nr. 3, p.5/6 De gemeente Groesbeek bestaat per 1 januari 2015 uit de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek. Zij ontvangen respectievelijk €15.612, €20226, € 67.690 6
4
we op voorhand in hebben geschat. Of wanneer in een gemeente nog educatieplaatsen onbezet zijn, terwijl in een andere gemeente een wachtlijst is. Door te schuiven met budget en het optimaal ‘vullen’ van een klas, verwachten we een meer doelmatige besteding van middelen. Ook houden we in de verdeling van de budgetten rekening met maatwerk. Dit betreft educatieaanbod dat niet direct gekoppeld is aan een educatiecursus zoals NT1, maar wel bijdragen in taalontwikkeling. Initiatieven als ‘de Voorleesexpres’ kunnen – mits voldaan aan de WEB – hieruit worden bekostigd. De afspraken uit 2014 met ROC Nijmegen en ROC Rivor worden in 2015 gecontinueerd. De voorlopige verdeling van de middelen over de verschillende educatievoorzieningen van de gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen is opgenomen in het overzicht van ROC Nijmegen. Zie hiervoor bijlage 2. De verdeling van de gemeente Druten over de verschillende producten bij ROC Rivor is opgenomen in bijlage 3. Grondslag hiervoor zijn de offertes die we van beide organisaties ontvangen hebben.
9. Uitvoerende partners De partijen die het aanbod volwasseneneducatie voor de gemeenten uitvoeren zijn in 2015 ROC Nijmegen en ROC Rivor. De gemeente Druten heeft van oudsher het educatieaanbod door ROC Rivor laten verzorgen, hetzelfde geldt voor de overige gemeenten in hun relatie met ROC Nijmegen. Voor de uitvoering van volwasseneneducatie in 2015 worden geen nieuwe uitvoeringspartners aangetrokken of geworven. Wel verwachten we van de ROC’s dat ze bij de uitvoering zoveel mogelijk samenwerken met andere (gesubsidieerde) taalaanbieders en met het Bondgenootschap Laaggeletterdheid Rijk van Nijmegen. En ze verbinden zich met partners op het gebied van zorg en welzijn, werk en inkomen.
10.
Contractbeheer ROC Nijmegen en ROC Rivor
De contactgemeente heeft op basis van de WEB als taak om tot afspraken te komen met de uitvoerende partners. Dit betekent dat de gemeente Nijmegen de taak heeft om tot overeenkomsten te komen met ROC Nijmegen en ROC Rivor en de uitvoering hiervan te monitoren. Dit zal de gemeente Nijmegen in afstemming doen met de overige gemeenten. Zie ook paragraaf 11.
11.
Nadere afspraken samenwerking gemeenten
De WEB draagt een aantal taken over aan de contactgemeenten die eerder onder de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten afzonderlijk viel. Het betreft bijvoorbeeld het zorgdragen voor contracten en contractbeheer met de uitvoerende partners, als ook de financiële verantwoording van de besteding van de Web middelen naar het rijk. Het is daarom van belang hier onderling goede afspraken over te maken. In 2015 zullen we hier een samenwerkingsovereenkomst voor opstellen, opdat voor alle partijen helder is hoe we wat op welke wijze organiseren en wie daarin welke bevoegdheid heeft.
12.
Proces oplading regionaal programma 2016
In 2015 willen we op grond van een goede analyse bekijken hoe we vanaf 2016 invulling willen geven aan ons educatieaanbod. De mogelijkheden van de WEB om naast formeel aanbod ook non-formeel educatieaanbod te bekostigen met WEB-middelen, zien wij als een mogelijkheid om het effect van volwasseneneducatie te vergroten. De bestrijding van laaggeletterdheid vraagt om een
5
samenhangende aanpak van volwasseneneducatie met de wmo, werk&inkomen en voor- en vroegschoolse educatie. . We willen daarvoor de volgende stappen uitvoeren: - Analyse van huidig aanbod, gebruik en ervaringen - Analyse van doelgroepen en mogelijk aanbod - Wat we als gemeenten gezamenlijk of individueel als primaire doelstelling en doelgroep zien, mede gebaseerd op gesprek met andere beleidsterreinen en partners (Zorg & Welzijn, Werk & Inkomen, regionaal Werkbedrijf, UWV, Welzijnswerk, sociale wijkteams, , bibliotheek, etc.) - Afstemming met de andere beleidsvelden binnen het sociaal domein en arbeidsmarkt. - Welke andere aanbieders er mogelijk zijn (lokaal, regionaal, landelijk) - Welke aanbieders we als gemeenten gezamenlijk of individueel zouden willen contracteren t.b.v. inzet volwasseneneducatie. - Het contracteren van nieuwe uitvoeringspartners. Onderzocht moet worden of hiervoor aanbesteding noodzakelijk is. Als leidraad gedurende dit proces gebruiken wij het ‘Startdocument regionale visie Volwasseneneducatie 2015-2019’, zie bijlage 3. Dit document schetst de uitgangspunten van het beleid, als ook de richtlijnen waarlangs we onze analyse zullen uitvoeren.
6
Bijlage 1: verdeling middelen over aanbod educatie ROC Nijmegen Gemeentenaam
Voorlopig budget Budget NT1 Budget NT1 Budget NT2 Budget NT2 Budget Educatie 2015 (NI) (ACT) (I) (NI) Maatwerk
Beuningen Groesbeek (incl. Millingen en Ubbergen) Heumen Mook en Middelaar
€ €
71.334 € 103.528 €
32.742 € 64.650 €
€ €
35.691 € 12.806 €
14.276 € 5.507 €
Nijmegen
€
717.778 €
Wijchen Totaal
€ €
94.302 € 1.035.439 €
Aantal groepscontacturen Aantal mogelijke plaatsen
6.091
588
13.197 € 20.275 €
25.395 € 17.389 €
-
€ €
7.138 € 3.842 €
14.276 € 3.458 €
-
347.405 €
30.075 €
143.556 €
93.311 €
103.432
42.294 € 506.874 €
3.018 € 34.306 €
€ 188.008 €
48.990 € 202.819 €
103.432
2.982
314
€ 1.214 €
-
202
135
1.106
52
1.193
608
afhankelijk van 88 inzet
Bovenstaande verdeling betreft een voorlopige verdeling. Om cursussen optimaal te benutten, zal vraag en aanbod op elkaar afgestemd worden. Het komt wel eens voor dat er “lege stoelen” in een cursus zijn. Om te voorkomen dat deze onbenut blijven, zullen we als gemeenten onderling plaatsen kunnen uitruilen. Ook het budget maatwerk zal op een juiste wijze verdeeld en ingezet worden, zodat bestaande afspraken (uit 2014) tussen gemeenten en ROC Nijmegen ook in 2015 uitgevoerd worden.
7
Bijlage 2: verdeling middelen over aanbod educatie ROC Rivor Gemeentenaam
Voorlopig budget Basisvaardigheden Alfabetisering Totaal Educatie 2015 Nederlands, rekenen met digitale ondersteuning
Druten
€
Aantal groepscontacturen Aantal mogelijke plaatsen
35.359 €
20.800 €
13.866 €
272
160
107
16
8
34.666 267 24
8
Bijlage 3: startdocument Regionale visie Volwasseneneducatie 2016-2019
9
Startdocument regionale visie Volwasseneneducatie 2016-2019 Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen
Definitief 12 november 2014
Inhoudsopgave 1.
Aanleiding en doelstelling ........................................................................................................... 2
2.
Het landelijke beleidskader en ontwikkelingen ........................................................................ 3 2.1 Wat is volwasseneducatie? ...................................................................................................... 3 2.1.1 De Wet Educatie en Beroepsonderwijs .......................................................................... 3 2.2 Wetswijziging WEB ................................................................................................................... 4 2.3 Financieel kader......................................................................................................................... 5 2.4 Welke ontwikkelingen zien we? ............................................................................................... 7
3.
Wat willen we bereiken?.............................................................................................................. 9 3.1 Visie op Volwasseneneducatie ................................................................................................ 9 3.2 Uitgangspunten beleidskader ................................................................................................ 10 3.3 Doelstellingen inzet Rijk van Nijmegen ................................................................................ 11 3.4 Doelgroepen educatie ............................................................................................................. 12 3.5 Eerste indruk aanbod .............................................................................................................. 12
4.
Wat gaan we daarvoor doen? .................................................................................................. 13 4.1 Besluit ten aanzien van afbouwregeling inzet middelen ROC .......................................... 13 4.2 Ontwikkelen regionaal programma van educatievoorzieningen 2016............................. 13
1
1. Aanleiding en doelstelling Volwasseneneducatie staat in de spotlights. De afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken verschenen waaruit blijkt dat het aantal laaggeletterden in Nederland stijgt. Naar schatting telt Nederland nog steeds 1,5 miljoen mensen die problemen hebben met lezen en schrijven. Circa 1,1 miljoen mensen van deze groep behoort tot de potentiële beroepsbevolking (16-65 jaar, waarvan 8% 16-25 jaar, 31% 26-45 jaar en 61% 46 jaar of ouder). Het niet of moeilijk kunnen lezen of schrijven beperkt de mogelijkheden om actief in de samenleving te participeren en verkleind kansen op de arbeidsmarkt. Om het probleem van laaggeletterdheid aan te pakken, is inzet van volwasseneneducatie één van de instrumenten. De ervaringen uit het ‘Actieplan laaggeletterdheid’ en de decentralisaties van Jeugdzorg, Algemene wet bijzondere ziektekosten en Participatiewet zijn voor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) aanleiding geweest de toekomst van volwasseneneducatie tegen het licht te houden. Doelstelling is om gemeenten meer vrijheid te bieden in het besteden van de middelen en aansluiting te zoeken bij de decentralisaties. In juni jl. heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel aangenomen waarbij twee belangrijke wijzigingen zijn doorgevoerd: - Gemeenten moeten regionaal samenwerken bij de inzet van de middelen en contracteren/subsidiëren van uitvoerende partners/instellingen; - Gemeenten krijgen meer vrijheid rond het inzetten van de middelen; de verplichte inzet bij de Regionale Opleidingscentra (ROC) verdwijnt. Deze wetswijziging is concrete aanleiding voor deze regionale visie op volwasseneneducatie. Als regio trekken we al gezamenlijk op in periodieke afstemming op het terrein van volwasseneneducatie. De nieuwe wet versterkt die samenwerking verder. Dit komt een aantal ontwikkelingen ten goede. Bijvoorbeeld rond het bondgenootschap laaggeletterdheid. Met dit bondgenootschap willen we bereiken dat het bestrijden en voorkomen van laaggeletterdheid niet alleen van de overheid is. We willen samenwerken met andere instellingen en werkgevers en het probleem van laaggeletterdheid gezamenlijk oppakken, niet alleen inhoudelijk, maar ook in financiële zin. Ook zien we mogelijkheden om vanuit de wetswijziging meer en beter gebruik te maken van de kracht van de samenleving. Binnen de arbeidsmarktregio ‘Rijk van Nijmegen’7 vinden we het gelet op bovenstaande ontwikkelingen van belang te komen tot een regionale visie op volwasseneneducatie voor de periode 2015 t/m 2019. Op de lange termijn willen we hiermee borgen dat volwasseneneducatie optimaal kan worden ingezet voor onze inwoners die het nodig hebben. Op korte termijn willen we bereiken dat er een goede aansluiting is tussen het (in ontwikkeling zijnde) regionale werkbedrijf, als ook de andere ontwikkelingen rond maatschappelijke participatie, werk, inkomen en zorg. Immers, de effecten van (de aanpak van) laaggeletterdheid openbaren zich in de beleidsdomeinen rond zorg, werk en inkomen. Leeswijzer In hoofdstuk 2 schetsen we het landelijke beleidskader en de ontwikkelingen. Onze visie op volwasseneneducatie zetten we uiteen in hoofdstuk 3, waarna we in hoofdstuk 4 beschrijven wat we moeten gaan doen om de (doelstellingen in onze) visie te bereiken.
7
Bestaande uit de negen volgende gemeenten: Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen.
2
2. Het landelijke beleidskader en ontwikkelingen In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de wet- en regelgeving die betrekking heeft op de uitvoering van de Volwasseneneducatie.
2.1 Wat is volwasseneducatie? Het aanbod volwasseneducatie omvat opleidingen gericht op het verbeteren van Nederlandse taal- en rekenvaardigheden8 en is bedoeld voor laaggeletterde Nederlanders en niet-inburgeringplichtige migranten die hun beheersing van het Nederlands als tweede taal willen vergroten. Het aanbod betreft de volgende opleidingen: - opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs; - opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal; - opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van een basisniveau Nederlandse taal; - opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering. Aan de opleidingen zijn eindtermen verbonden. Hiermee wordt bedoeld dat de cursist na afronding van de opleiding een zogenaamd ‘referentieniveau’ moet behalen. Dit referentieniveau is landelijk vastgesteld. Daarmee wordt geborgd dat alle cursisten uiteindelijk eenzelfde taal- en rekenniveau (weten te) bereiken. 2.1.1 De Wet Educatie en Beroepsonderwijs Grondslag van de volwasseneneducatie vormt de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) van 1 januari 1997. Met de invoering van deze wet wordt beoogd een betere afstemming te realiseren tussen de algemene educatie en het beroepsonderwijs. Het kunnen bieden van maatwerk aan de deelnemers vormt een belangrijk uitgangspunt voor de inrichting van het onderwijs. Gemeenten worden – in ieder geval nog gedurende 2014 – via een systeem van gedwongen winkelnering aan het Regionale Opleidingscentrum (ROC) gebonden. De gemeente en het ROC staan in de verhouding opdrachtgever en opdrachtnemer, of inkoper en verkoper tot elkaar. Om deze rolverdeling zo goed mogelijk vorm te geven is het van belang dat de gemeente zichzelf in staat stelt de lokale vraag naar educatie in beeld te brengen. Het ROC dient haar producten inzichtelijk in beeld te brengen in samenhang met de kostprijs, op basis waarvan inkoop kan plaatsvinden.
8
Een koppeling met versterken van/opdoen van digitale vaardigheden is mogelijk, maar doelstelling op verbeteren taalvaardigheden moet primair zijn.
3
2.2 Wetswijziging WEB De Tweede Kamer heeft in juni jl. een wetswijzing van de WEB9 aangenomen. Deze wetswijziging heeft de volgende effecten: - Gemeenten ontvangen nu individueel het budget voor volwasseneducatie (VE) en kunnen zelfstandig inkopen bij een ROC. De wetswijziging leidt ertoe dat er één contactgemeente10 per arbeidsmarktregio aangewezen wordt. Deze contactgemeente krijgt coördinerende taken en dient in overleg met de andere gemeenten een regionaal programma educatievoorzieningen op te stellen11. De contactgemeente ontvangt de middelen VE voor de gehele arbeidsmarktregio. De contactgemeente draagt de verantwoordelijkheid voor de verantwoording over de besteding van deze middelen. Ook de bekostigingssystematiek verandert. Hierover meer in paragraaf 2.3. -
De gedwongen inkoop bij ROC’s vervalt per 2015. Gemeenten krijgen hierdoor meer keuzevrijheid ten aanzien van inkoop VE. Er geldt wel een afbouwregeling t/m 201712.
Deze wetswijziging heeft impact op de wijze waarop gemeenten (gezamenlijk) uitvoering dienen te geven aan de inzet op VE. Met name de ‘gecentraliseerde’ uitkering aan de contactgemeente13 en het gezamenlijk opstellen van een regionaal programma educatievoorzieningen, leiden tot een andere wijze van samenwerken. Het vervallen van de gedwongen inkoop bij ROC’s betekent dat er ruimte voor gemeenten ontstaat om volwasseneneducatie breder in te zetten. Het wordt mogelijk om educatieaanbod te laten verzorgen door particuliere aanbieders. Ook kunnen gemeenten voorzien in een educatiebehoefte door middel van een traject verzorgd door het buurthuis of de bibliotheek. We kunnen op deze manier het educatiebudget inzetten zowel voor opleidingen bij aanbieders die een erkend diploma afgeven (formeel aanbod) als bij aanbieders die geen diploma’s afgeven, maar enkel onderwijs bieden (non-formeel aanbod). Zowel het formele als het non-formele aanbod zijn gebaseerd op vastgestelde eindtermen die de leerdoelen en het niveau van het educatieaanbod beschrijven. Binnen dit kader kunnen educatieaanbieders hun educatieaanbod inrichten naar de specifieke behoeften van hun doelgroepen. Zo kan een bibliotheek die met vrijwilligers educatie verzorgt, andere vaardigheden benadrukken en een andere onderwijsmethode gebruiken, dan een ROC of taalinstituut dat een formeel traject aanbiedt gericht op het behalen van een diploma. Gegeven de grote diversiteit van de doelgroep van educatieopleidingen blijkt in de praktijk dat aan beide soorten onderwijs behoefte is 14.
9
Volledige titel: Wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra. 10 Wordt aangewezen per ministeriële regeling. Deze is ten tijde van het schrijven van deze notitie nog niet bekend. Naar alle verwachting is de contactgemeente de centrumgemeente van iedere arbeidsmarktregio. In de arbeidsmarktregio ‘Rijk van Nijmegen’ is dat dan de gemeente Nijmegen. 11 De coördinerende rol van de contactgemeente uit zich in een drietal taken: In overleg met de colleges van burgemeester en wethouders in de overige gemeenten in de regio, zorg te dragen voor de totstandkoming van een regionaal programma van educatievoorzieningen. Afspraken te maken met aanbieders van opleidingen educatie overeenkomstig het overeengekomen regionaal programma, en De overige werkzaamheden die verband houden met het regionaal programma te coördineren. 12 In principe geldt dat gemeenten en ROC tot overeenstemming moeten komen. Lukt dit niet, dan geldt afbouwregeling, waarbij van de ontvangen rijksmiddelen voor educatie als volgt dienen te worden besteed bij ROC’s: 75% in 2015, 50% in 2016 en 25% in 2017. 13 De contactgemeente ontvangt géén extra middelen voor het uitvoeren van de coördinerende activiteiten. 14 Memorie van toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 911, nr. 3, p.4/5
4
2.3 Financieel kader Het budget dat gemeenten beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van VE is tot 2014 opgenomen binnen het Participatiebudget, dat op basis van de Wet Participatiebudget aan gemeenten wordt uitgekeerd. Het betreft de ‘rijksbijdrage educatie’: deze rijksmiddelen stelt het rijk geoormerkt beschikbaar aan de gemeente ten behoeve van educatie voor diverse doelgroepen. Het budget mag alleen ingezet worden ten behoeve van opleidingen Nederlandse taal en rekenen (waarbij inbegrepen digitale vaardigheden) voor nietinburgeringplichtige laaggeletterde volwassenen. Per 1 januari 2015 worden de educatiemiddelen op basis van de nieuwe wet WEB verdeeld en niet meer op basis van de Wet Participatiebudget. Het educatiebudget blijft een specifieke uitkering. Het ministerie van OC&W heeft deze keuze gemaakt in overleg met Vereniging Nederlandse Gemeenten en MBO Raad. De periode 2015-2017 zal gebruikt worden om het onderwerp educatie in te bedden in het sociaal domein. In 2017 wordt de werkwijze geëvalueerd en bekeken of per 2018 het educatiebudget alsnog opgaat in het gemeentefonds. Tegelijkertijd overweegt het ministerie om per 2018 ‘objectieve criteria’ te hanteren bij het verdelen van het landelijke educatiebudget over de arbeidsmarktregio’s. Op basis van een nog niet bestuurlijk vastgesteld document van het Ministerie van OC&W zou het gaan om de volgende criteria: het aantal laagopgeleiden, het aantal allochtonen15 en het aantal bijstandsontvangers. Deze nieuwe verdeling heeft ook effect op het voor het Rijk van Nijmegen beschikbare educatiebudget. Op basis van een simulatie door het Ministerie van OC&W lijkt het toepassen van de nieuwe objectieve criteria nadelig voor de Regio Rijk van Nijmegen. In 2014 ontvangen we € 1,0 miljoen, in 2018 zouden we €0,9 miljoen ontvangen. Hoewel de regeling nog niet is vastgesteld, moeten we er in de meerjarige beleidsvoorbereiding rekening mee houden dat we per 2018 minder budget te besteden hebben. Huidige beschikbare middelen De verdeling van de middelen vindt plaats aan de hand van voor elke gemeente gelijkelijke geldende maatstaven. Op basis van de verdeelmaatstaven wordt het budget per gemeente berekend. De uitkering die aan contactgemeente verstrekt wordt, is de optelsom van deze budgetten.16 Door het ministerie van OCW is niet aangekondigd dat de wijziging van de wet gepaard gaat met een wijziging van het budget. Echter, de uitwerking van de verdeelmaatstaven is altijd lastig in te schatten. Om toch een beeld te hebben bij het totaal beschikbare budget, gaan we vooralsnog uit van het huidige budget van 2014. In onderstaande tabel is weergeven welke rijksbijdrage gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen voor kalenderjaar 2014 hebben ontvangen en hoeveel groepscontacturen (het aantal uren dat een docent voor de groep staat) we hiermee bij ROC Nijmegen en ROC Rivor (enkel Druten) financieren.
15
Voor allochtonen wordt de definitie gehanteerd dat indien beide ouders of de volwassen inwoner zelf en één ouder geboren zijn in een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of in Turkije de volwassen inwoner wordt meegeteld. 16 Memorie van toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 911, nr. 3, p.10
5
Tabel 1: Financieel kader VE arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen 2014 Gemeente
Beuningen Druten Groesbeek Heumen Millingen aan de Rijn Mook en Middelaar Nijmegen Ubbergen Wijchen Totaal Gemeente Beuningen Druten 17 Groesbeek Heumen Mook en Middelaar Nijmegen Wijchen Totaal
Rijksbijdrage (€) 68.539 33.974 65.038 34.293 15.000 12.304 689.656 19.434 90.607 1.028.845 Rijksbijdrage 2015 (€) 71.334 35.359 103.528 35.691 12.806 717.778 94.302 1.070.798
Totaal inzet VE (€) 68.539 33.974 65.038 34.293 15.000 12.304 759.656 19.434 90.607 1.098.845
Aantal gefinancierde groepscontacturen 428 261 406 214 94 77 4.748 121 566 6.917
Rijksbijdrage 2014 68.539 33.974 99.472 34.293 12.304 689.656 90.607 1.028.845
Overige projecten Naast de inzet van de rijksmiddelen, staat het gemeenten vrij eigen middelen in te zetten voor volwasseneneducatie. De gemeente Nijmegen zet in 2014 bijvoorbeeld op twee projecten aanvullende middelen vanuit het programma Werk & Inkomen in. Het betreft projecten waarbij er een cross-over is tussen onderwijs en arbeidsmarkt of inkomensverwerving: - Het eerste project is gericht op het versterken van de professionaliteit van de medewerkers die gesprekken voeren met werkzoekenden en hen naar (een leer)werk(plek) begeleiden. Door het leren herkennen van signalen en inzet van de Taalmeter wordt laaggeletterdheid onder werkzoekenden (sneller) herkend. Vervolgens worden zij doorverwezen naar een passende educatievoorziening. - Het tweede project is gericht op het versterken van de digitale (taal)vaardigheid. De gemeente Nijmegen werkt aan het digitaliseren van dienstverlening. Onder andere het aanvragen van een uitkering of producten van minimabeleid kunnen op korte termijn digitaal worden aangevraagd. Voor laaggeletterden kan dit lastig zijn. Inwoners kunnen zich aanmelden voor de cursus. Wanneer blijkt dat iemand laaggeletterd is, volgt er een aanvullend aanbod specifiek gericht op versterking van de taalvaardigheid. Ook na 2015 is het mogelijk om extra middelen in te zetten voor volwasseneneducatie, bijvoorbeeld voor een aanbod dat niet voldoet aan de vereisten van de wet, maar volgens de gemeente(n) wel voorziet in de behoefte van een groep volwassenen
17
De gemeente Groesbeek bestaat per 1 januari 2015 uit de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek. Zij ontvangen respectievelijk €15.612, €20226, € 67.690
6
Effect afbouwregeling Om het ROC in staat te stellen rekening te kunnen houden met de verandering dat de middelen voor volwasseneneducatie niet meer verplicht bij een ROC hoeven te worden ingezet, biedt de wet een afbouwregeling. In principe hebben gemeenten de vrijheid om met ROC’s afspraken te maken over de inzet. Indien het betreffende ROC en de gemeenten het niet eens kunnen worden over een andere verdeling, geldt de afbouwregeling; over de periode van 2015 t/m 2017 wordt de verplichte inzet afgebouwd met respectievelijk 75%, 50% en 25% van het totaal bedrag.
2.4 Welke ontwikkelingen zien we? Er is een aantal ontwikkelingen in de afgelopen jaren dat van invloed is geweest op hoe we in het verleden volwasseneneducatie hebben ingezet. Omdat deze ontwikkelingen actueel zijn, dragen zij ook bij in onze visie. We onderscheiden de volgende: Volwasseneducatie doet er toe In 2013 hebben we onderzoek laten doen naar de effectiviteit van volwasseneneducatie. Het onderzoek18 toont aan dat deelnemers na deelname aan een educatietraject op alle gebieden van sociale inclusie en arbeidsontwikkeling een groei heeft doorgemaakt. De grootste effecten zijn te constateren bij de vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse taal, vreemde taal, digitale competenties en assertiviteit. Een groot deel van de deelnemers wordt actiever in ontmoeten en ondernemen. Ook ten aanzien van arbeidsontwikkeling is er sprake van groei; bijna 20% vindt een baan met of zonder begeleiding of functioneert beter op de werkplek. Daarnaast gaat 20% vrijwilligerswerk doen, 15% besluit stage te gaan lopen als oriëntatie op een baan en circa 20% gaat op zoek naar een baan. Kortom, inzet op volwasseneneducatie loont op meerdere leefgebieden. Educatie is daarmee een belangrijk instrument om de (arbeids)participatie van inwoners te ontwikkelen en/of behouden. Toegenomen belang van aanpak laaggeletterdheid in relatie tot maatschappelijke participatie. De maatschappij wordt steeds taliger en digitaliseert. Loketten worden gesloten en informatie wordt steeds vaker digitaal beschikbaar gesteld. Aanvragen voor producten (OVchipkaart, Digid, uitkeringen, lidmaatschappen, etc.) worden steeds vaker digitaal afgehandeld. Sociale relaties worden onderhouden via mail, twitter of facebook. Voor laaggeletterden kan dit extra problemen opleveren om de inkomensvoorziening geregeld te krijgen of betrokken te blijven bij wat er speelt in de omgeving. Een overgang van maatschappelijke participatie naar arbeidsparticipatie. Waar in het verleden de nadruk van volwasseneneducatie vooral lag op het maatschappelijk actief blijven, wordt volwasseneneducatie nu ook ervaren/ingezet als middel om inwoners aan het werk te helpen (re-integratie) als ook te houden. Door afnemende re-integratiebudgetten en screening19 van het zittende bestand werkzoekenden, zien gemeenten de mogelijkheid om werkzoekenden via volwasseneducatie (weer) de aansluiting met de arbeidsmarkt te laten maken. Maar ook voor zij die nog werken, kan inzet van volwasseneneducatie waardevol zijn voor versterking van competenties of arbeidskwalificaties. Voor het bedienen van diverse apparatuur zijn tegenwoordig certificaten nodig. Cognitief hoeft het behalen van een certificaat voor iemand die laaggeletterd is geen probleem te zijn. Maar wanneer (schriftelijke) toets onderdeel uitmaakt van de procedure kan dit een obstakel vormen. Het 18
Uitgevoerd door IVIO Didactiek en ArteDuc, titel ‘Educatietrajecten in regio Nijmegen zorgen voor betere taalbeheersing, plek in de samenleving en op de arbeidsmarkt bij inwoners.‘ Zie bijlage bij collegevoorstel 2014.0603 op www.nijmegen.nl 19 Bijvoorbeeld door inzet van de Taalmeter, welke onderzoekt in welke mate iemand (laag)geletterd is.
7
niet behalen van een certificaat kan voor de werkgever betekenen dat hij de werknemer niet meer dit apparaat mag laten bedienen. Waar de laaggeletterdheid voorheen geen probleem was om de werkzaamheden in de praktijk te verrichten, wordt dat steeds vaker een belemmering. Afname budgetten tegenover toenemend gebruik De afgelopen jaren is het budget dat beschikbaar is voor volwasseneneducatie afgenomen. Daarentegen merken we dat er groeiend gebruik van de middelen is. Nu laaggeletterdheid een groeiend maatschappelijk actueel probleem is en er een koppeling is ontstaan met arbeidsparticipatie, merken we sinds 2013 dat groepen vol zitten en wachtlijsten ontstaan. Dit is mede ontstaan doordat de middelen van volwasseneneducatie alleen besteed konden worden aan formeel onderwijs en trajecten lang werden ingezet. Om het probleem van de wachtlijsten als gevolg van een teruglopend budget aan te pakken, hebben we reeds ingezet op het maximeren van de duur van een cursus bij het ROC. Voorheen kon een traject vele jaren duren, waarbij het de vraag was of uiteindelijk het eindniveau (en diploma) behaald werd. Met ingang van 2012 is gestuurd op een kruisbestuiving tussen aanbieders van formeel en non-formeel aanbod. Door trajecten bij ROC te maximeren op 3 jaar werd ROC Nijmegen gedwongen vooraf goed te bepalen wie met succes in die periode een cursus volwasseneneducatie zou kunnen afronden. Zij die hier niet in zouden slagen, zijn voor taalondersteuning doorverwezen naar een andere aanbieder van taalondersteuning, zoals IVC-Intercity uit Nijmegen. Samenhang met andere beleidsterreinen Zoals in de inleiding aangegeven, biedt het versterken van taal en rekenen de mogelijkheid om aansluiting te houden of vinden met de maatschappij en/of arbeidsmarkt. De effecten van volwasseneneducatie en aanpak van laaggeletterdheid openbaren zich op andere terreinen. Volwasseneducatie is dan ook geen doel op zich, maar een middel om doelen op andere beleidsterreinen te bereiken. De schets van deze samenhang De meest relevante zijn: Koppeling met beleidsterrein re-integratie
sociale activering inburgering en integratie/samenlevingsbeleid welzijn en zorg
vrijwilligerswerk
buurt- / wijkleefbaarheid
Toelichting educatie kan leiden tot beperking van de instroom in de bijstand en tot bevordering van uitstroom uit de bijstand; educatie kan een instrument zijn om mensen te laten re-integreren op de arbeidsmarkt; educatie als middel om uitkeringsgerechtigden actief betrokken te houden bij de maatschappij; door educatie worden anderstaligen in staat gesteld tot integratie en participatie educatie kan mensen sociaal activeren en uit een isolement halen of houden, en dit kan weer leiden tot meer sociale samenhang in de eigen woonomgeving. Het versterkt de zelfstandigheid en samenredzaamheid. educatie kan mensen stimuleren als vrijwilliger aan de slag te gaan en hen in hun vrijwilligerswerk de benodigde vaardigheden aan te leren; educatie kan een onderdeel zijn van de integrale aanpak van buurt- en wijkleefbaarheid
8
Koppeling met beleidsterrein onderwijsachterstandenbeleid
Toelichting Kinderen met een taalachterstand krijgen via de voor- en vroegschoolse educatie (2-6 jarigen) extra ondersteuning in taal om hun taalachterstand in te lopen, liefst weggewerkt te hebben in groep 3. Ouders/opvoeders van deze kinderen hebben waarschijnlijk ook een taalachterstand. Ouders die minder taalvaardig zijn missen de taal om de ontwikkeling van hun kind te ondersteunen, met de school te communiceren en op school te helpen. Deze ouders missen vaak inzicht in hun eigen rol in de ontwikkeling van het kind. Ook weten zij niet hoe zij een zogenaamd educatief thuismilieu kunnen creëren omdat zij daar geen ervaring mee hebben. Voor een betere resultaat bij de kinderen bij de VVE aanpak, is het daarom goed om ook de ouders/opvoeders in hun taalontwikkeling mee te nemen.
3. Wat willen we bereiken? Nu de rijksoverheid de gemeente meer de vrijheid geeft invulling te geven aan volwasseneneducatie als middel, is ‘Wat willen we bereiken?’ vervolgens de belangrijkste vraag om te beantwoorden. Dat doen we in dit hoofdstuk. We benoemen de beleidsuitgangspunten, doelstellingen en doelgroepen die het kader vormen.
3.1 Visie op Volwasseneneducatie Een van de meest fundamentele voorwaarden voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid van burgers en het voorkomen van maatschappelijke uitsluiting is geletterdheid. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) definieert geletterdheid als “het vermogen om geschreven teksten te begrijpen, te evalueren en te gebruiken om te participeren in de samenleving, om doelen te bereiken, en om kennis en potentieel te ontwikkelen. Geletterdheid omvat een scala van vaardigheden die variëren van het decoderen van geschreven woorden en zinnen, tot het begrip, de interpretatie en evaluatie van complexe teksten”. Echter, 1 op de 10 volwassen Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven. Laaggeletterdheid is overal en komt in alle lagen van de bevolking voor. Dat terwijl alles staat of valt met lezen. In de huidige kennissamenleving is 80% van het werk gerelateerd aan lezen en schrijven en een goede taal- en leesvaardigheid is onmisbaar voor een maatschappelijke carrière. Goed kunnen lezen is daarom op alle leeftijden een essentiële voorwaarde voor volwaardige maatschappelijke en culturele participatie en dus voor een concurrerende kenniseconomie. Vaardige lezers vinden gemakkelijker een baan, krijgen een hoger salaris, hebben een betere gezondheid en zijn vaker politiek en maatschappelijk actief. De persoonlijke voordelen leiden bovendien tot economische groei. Ongelijkheid in geletterdheid kan leiden tot grotere sociale verschillen en juist leiden tot maatschappelijke kosten. Laaggeletterdheid zorgt voor een lagere productiviteit en lagere belastinginkomsten en vergroot de druk op sociale voorzieningen en subsidies. Volgens een schatting van Price Waterhouse Coopers (PWC) in 2013 kost dit de Nederlandse samenleving jaarlijks gemiddeld € 560 miljoen.20 Omdat de eisen voor het maatschappelijk volwaardig functioneren steeds hoger worden en betrekking hebben op een breder pakket aan vaardigheden, achtte het Kabinet het in 2011 20
PWC, 2013. Zie ook: Feiten & Cijfers geletterdheid. Overzicht van de gevolgen van laaggeletterdheid en opbrengsten van investeringen voor samenleving en individu. Amsterdam: Stichting Lezen & Schrijven (i.s.m. Maastricht University School of Business and Economics Educational Research & Development).
9
noodzakelijk om de toenmalige definitie van het begrip geletterdheid te verbreden. Het accent op lezen en schrijven werd in het actieplan laaggeletterdheid uitgebreid naar: luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie. In het verlengde van de talige component kreeg geletterdheid dus ook een ICT-/informatiegerichte component.21 In het licht van bovenstaande zien we Volwasseneneducatie niet als een doel op zich, maar als een instrument dat in relatie tot het bredere gemeentelijk veld van sociaal beleid en welzijn kan worden ingezet om een volwaardige participatie aan de samenleving te bereiken; Volwasseneneducatie biedt in het bijzonder een meerwaarde voor een groep volwassenen die in een achterstandsituatie verkeert of hierin dreigt te geraken door een tekort aan maatschappelijke, sociale of beroepsmatige kennis en vaardigheden. We zien volwasseneneducatie als een middel om de taalvaardigheid inclusief de digitale vaardigheid aan te scherpen en eventuele taalachterstanden te verminderen of weg te werken. Het is een middel om arbeidsparticipatie te stimuleren. Zowel in het verkrijgen van een baan, als ook in het behouden van werk. Daarnaast zien we volwasseneneducatie als een middel dat is gericht op het bevorderen en behouden van maatschappelijke participatie. We willen goede verbindingen tussen beleidsterreinen leggen. Bij de aanpak van laaggeletterdheid raken de werkvelden volwasseneneducatie, bibliotheekwerk, welzijnswerk, voor- en vroegschoolse educatie en jeugdbeleid, werk en inkomen en Wmo aan elkaar. Laaggeletterdheid is een probleem dat ook maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven treft. In het Bondgenootschap Rijk van Nijmegen werken we samen met private partners om gezamenlijk laaggeletterdheid in het Rijk van Nijmegen te voorkomen en te verminderen. Zij kunnen ook een eigen bijdrage leveren tegen de laaggeletterdheid (kracht van de samenleving benutten). De aanpak van laaggeletterdheid is veelal (lokaal) maatwerk en bereiken we niet alleen door inzet van een formeel aanbod (diploma), maar ook door samenwerkingen te creëren met aanbieders van non-formeel onderwijs.
3.2 Uitgangspunten beleidskader De volgende uitgangspunten worden gehanteerd als een algemeen inhoudelijk kader, waarbinnen lokale prioriteiten kunnen worden geformuleerd22. Inzet van educatie dient een maatschappelijk belang Kennisverwerving en kennisverschaffing zijn sleutels in het oplossen van maatschappelijke vragen en het aansturen van veranderingen. Het werken in een democratische setting vraagt om mondige burgers. De burger moet zijn weg weten te vinden, zijn belangen weten uit te drukken en met anderen kunnen communiceren. Het aantrekken en vasthouden van voldoende werkgelegenheid vraagt om een goed geschoold werknemerspotentieel. In de snel veranderende samenleving moet voorkomen worden dat burgers buiten de boot vallen. Dit maakt het noodzakelijk dat er een permanente educatie-infrastructuur aanwezig is, waarbinnen de vereiste vaardigheden zijn te verwerven. De verantwoordelijkheid die de gemeente neemt voor de zwakste groepen in de samenleving vormen hierbij een belangrijk item. Voor andere doelgroepen zullen we in samenwerking met instellingen en werkgevers oplossingen moeten bieden. Hiervoor dient ook het Bondgenootschap tegen laaggeletterdheid.
21
22
Actieplan Laaggeletterdheid 2012-2015 'Geletterdheid in Nederland “Educatie en Scholing, een WEB van beleid”, Fokkema, E.K. en Remmers A.H., Bussum 1998
10
Uitgangspunt is lokale spreiding van aanbod met voldoende plaatsen. We willen rekening houden met de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de educatievoorzieningen voor onze doelgroepen. Gelet op de beschikbaarheid van de middelen in relatie tot het potentiële beroep op de middelen, sturen we op een optimale inzet; efficiënt en effectief. We sturen hierbij ook op de toegankelijkheid van educatievoorzieningen op lokaal niveau. We maken hierbij een afweging in volume en kwaliteit. Beter een goede cursus op (redelijke) afstand, dan een beperkte voorziening dichtbij. Het aanbod is daarmee geconcentreerd op strategisch de juiste plekken, niet gecentreerd. Omdat mensen die moeite hebben met lezen en schrijven zich uit zichzelf niet zo gauw aanmelden (vaak ook uit schaamte) betrekken we bij onze aanpak die instellingen waar laaggeletterdheid kan worden gesignaleerd. Er kunnen taakstellingen worden geformuleerd voor diverse doelstellingen Binnen de afwegingen van doelgroepen wordt de gemeente ook geconfronteerd met door het rijk opgelegde taakstellingen. Zoals het actief stimuleren van uitkeringsgerechtigden die dienen uit te stromen. Educatiegelden kunnen hiervoor worden ingezet. Aan deze prioritering zijn ook grenzen, omdat binnen het totale volume ook rekening zal moeten worden gehouden met andere vragers naar educatie. Realisatie van doorlopende trajecten in relatie tot gestelde leerdoelen Educatie vormt vaak een deeltraject voor het bereiken van de uiteindelijke doelstelling ‘sociaal redzaam, educatief redzaam of (gekwalificeerd) professioneel redzaam’. Aandacht voor de aansluiting op vervolgtrajecten in het licht van de doelstelling is van belang. Het is wenselijk dat er een passend voorzieningenniveau ontstaat voor een zo breed mogelijk aanbod educatie Het is van belang dat er voor de inwoners een breed educatief voorzieningenniveau beschikbaar blijft. Een optimale educatieve infrastructuur is een randvoorwaarde voor de sociaal-economische ontwikkeling.
3.3 Doelstellingen inzet Rijk van Nijmegen Ons doel is om gezamenlijk met de relevante partners laaggeletterdheid in het Rijk van Nijmegen te voorkomen en te verminderen. Gelet op de geschetste ontwikkelingen in paragraaf 2.4, onze visie en uitgangspunten zijn onze doelstellingen ten aanzien van de inzet van volwasseneneducatie de volgende: - Het behoud en stimuleren van aansluiting met de arbeidsmarkt, en - Behoud van aansluiting met de maatschappij in verband met toename zelfredzaamheid/participatiesamenleving - Verbeteren van de taalvaardigheid van ouders van jonge kinderen en de ouderbetrokkenheid te vergroten om zo achterstanden in onderwijs en maatschappelijk functioneren van kinderen terug te dringen. Een beperkte taalvaardigheid werpt een drempel op voor ouderbetrokkenheid.
11
3.4 Doelgroepen educatie Educatie blijft gericht op het verwerven van vaardigheden Nederlandse taal en rekenen inclusief digitale vaardigheden door volwassenen. Het betreft inwoners van de gemeente van 18 jaar of ouder die maximaal een opleidingsniveau vergelijkbaar met MBO niveau 1 hebben en allochtone volwassenen waarvan het traject niet onder de Wet Inburgering valt. Binnen die beperking behoren tot de doelgroepen: - analfabeten; - laaggeletterden, die hun vaardigheden Nederlandse taal en rekenen willen verbeteren, gericht op het bereiken van het ingangsniveau voor het beroepsonderwijs, zoals vastgesteld met de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, teneinde eventueel aan een beroepsopleidend traject te kunnen deelnemen; - vrijwillige inburgeraars die hun Nederlandse taalvaardigheden beogen te verbeteren door deelname aan een opleiding Nederlands als tweede taal en/of het afleggen van het staatsexamen.23 Met het oog op het beperkte beschikbare budget kunnen wij de doelgroep nader afbakenen, waarvoor binnen de WEB die vrijheid ons geboden wordt. Hierin willen we maatwerk toepassen zodat de afbakening per gemeente kan verschillen Zo is er: - De mogelijkheid de inzet van de middelen volwasseneneducatie aan prioritaire doelgroepen te koppelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan laaggeletterde uitkeringsgerechtigden of laaggeletterde ouders/verzorgers van jonge kinderen. - De mogelijkheid om leeftijdsgrenzen te stellen24. Uitgaande van een beperkt rijksbudget, is het onze inschatting dat het nodig is dergelijke keuzes te moeten maken. Om voor inwoners uit de verschillende regiogemeenten hierin zo duidelijk mogelijk te zijn, willen we toewerken naar één gezamenlijke prioritering van doelgroepen en leeftijdsgrenzen. Hoe en op welke wijze zullen we op moeten verkennen en bespreken. Dit doen we aan de hand van een nog uit te voeren analyse naar huidig gebruik van de voorzieningen door volwassenen en behoeften die volwassenen hebben (zie ook paragraaf 4.2).
3.5 Eerste indruk aanbod Gelet op onze visie en doelstellingen met de inzet van volwasseneneducatie, kunnen we een eerste indruk schetsen van het aanbod waarvan we denken dat nodig is om in de behoefte aan volwasseneneducatie onder inwoners te voorzien. We denken hierbij aan aanbod gericht op: - De (latente) vraag naar functionele alfabetisering in het algemeen, maar ook specifiek voor personen met een uitkering. - Educatieve activiteiten die bijdragen aan de maatschappelijke participatie en activiteiten gericht op het basisniveau van sociale redzaamheid. - De bijdrage van educatie aan sociale activering. - Vervolgactiviteiten voor anderstaligen die een inburgeringstraject (NT2) hebben gevolgd. Op basis van een analyse van het huidige gebruik van de bestaande educatievoorzieningen en behoefte van inwoners, zullen we beoordelen of deze eerste indruk van het aanbod juist is. Zie ook volgend hoofdstuk.
23
Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 911, nr. 3, p.5/6 Ter illustratie: De gemeente Nijmegen heeft naar aanleiding van de beperking van het budget volwasseneneducatie in 2012 gekozen voor het maximeren van de leeftijd (18 tot 62 jaar), terwijl dit bij andere gemeenten 65 jaar is of totaal geen leeftijdsgrens. 24
12
4. Wat gaan we daarvoor doen? Om tot een goede implementatie van de nieuwe WEB te komen, hebben we een aantal stappen te zetten.
4.1 Besluit ten aanzien van afbouwregeling inzet middelen ROC Ten aanzien van de inkoop voor 2015, 2016 en 2017 volgen we de afbouwregeling die in de nieuwe WEB is opgenomen (respectievelijk 75%, 50% en 25%). De afgelopen jaren hebben we goede ervaringen gehad met de inzet van ROC Nijmegen25 en ROC Rivor26 resultaten op het terrein van volwasseneneducatie. Er is kwaliteit geleverd en men heeft constructief meegedacht en –gewerkt aan vragen/behoeften van gemeenten. Gemeenten zien beide ROC’s nog steeds als goede partner. In de praktijk blijkt ook dat het door ROC Nijmegen verzorgde onderwijs ook van goede kwaliteit was, getuige het onderzoek naar effectiviteit van volwasseneneducatie en de positie van ROC Nijmegen hierin (zie paragraaf 2.4)27. We willen echter gebruik maken van de mogelijkheden die de wet WEB ons biedt om ten behoeve van onze inwoners goede combinaties te maken tussen aanbod volwasseneneducatie rond formeel én non-formeel onderwijs. Dit betekent dat we ons willen bezinnen op de mogelijkheid om andere aanbieders van onderwijs te betrekken in het vormgeven van ons aanbod op volwasseneneducatie. Besluit: We spreken met ROC Nijmegen en ROC Rivor af dat we in 2015 nog steeds 100%van de middelen inzetten bij ROC Nijmegen en ROC Rivor, in 2016 ten minste 50% en 2017 ten minste 25%. Wij hebben ons nog geen oordeel geveld over de daadwerkelijke inzet na 2015. Wij willen ons eerst oriënteren en beraden. We gebruiken het voorjaar van 2015 hier dan ook voor, zodat we in het derde kwartaal 2015 een regionaal programma educatievoorzieningen gereed hebben voor 2016.
4.2 Ontwikkelen regionaal programma van educatievoorzieningen 2016 De nieuwe WEB stelt dat de arbeidsmarktregio een regionaal programma van educatievoorzieningen opstelt. Uit dit programma moet duidelijk worden: - welk aanbod aan educatievoorzieningen we binnen onze regio bieden, - welke doelgroepen we daarin (prioritair) bedienen, - welke financiële middelen beschikbaar zijn, - hoe we deze verdelen over de verschillende educatievoorzieningen, - welke partners de uitvoering verzorgen, - als ook de wijze waarop de gemeenten in de regio onderling zaken regelen (o.a. mandaat contactgemeente, periodiek overleg, verantwoording, financiering inzet contactgemeente, etc.).
25
ROC Nijmegen is voor de gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen. 26 ROC Rivor is voor de gemeente Druten de belangrijkste samenwerkingspartner. 27 De gemeente Druten – en daarmee ROC Rivor – zijn niet betrokken bij dit onderzoek, aangezien dit een keuze was van de gemeenten die volwasseneneducatie inkopen bij ROC Nijmegen.
13
Om tot een regionaal programma te komen, zijn er een aantal stappen nodig. Wij onderscheiden: a. Analyse van huidig aanbod, gebruik en ervaringen b. Analyse van doelgroepen en mogelijk aanbod c. Wat we als gemeenten gezamenlijk of individueel als primaire doelstelling en doelgroep zien, mede gebaseerd op gesprek met andere beleidsterreinen en partners (Zorg & Welzijn, Werk & Inkomen, regionaal Werkbedrijf, UWV, Stichting Welzijn Ouderen Nijmegen, bibliotheek, etc.) d. Welke andere aanbieders er mogelijk zijn (lokaal, regionaal, landelijk) e. Welke aanbieders we als gemeenten gezamenlijk of individueel zouden willen contracteren t.b.v. inzet volwasseneneducatie. Daarbinnen spelen een aantal vragen ook een centrale rol: - Kwaliteitsborging van nieuwe partners in aanbod educatievoorziening en dienstverlening. Tot op heden deden we enkel zaken met ROC Nijmegen en ROC Rivor. In het betrekken van nieuwe partners is de vraag in hoeverre we weten dat dit een betrouwbare partner is die kwaliteit levert en afspraken nakomt. Er is nog geen keurmerk. -
Monitoring resultaten. Het maken van afspraken en monitoren van resultaten was makkelijk en overzichtelijk met één partner. Wanneer we diverse educatievoorzieningen bij verschillende (nieuwe) partners onderbrengen, groeit het belang van een goede monitoring. Vooraf zullen we dus goede indicatoren moeten beschrijven waarop we de uitvoerende partners monitoren. Vooraf moeten we goed nadenken en beschreven hebben wanneer we tevreden zijn, maar vooral ook wanneer we de samenwerking beëindigen.
Planning / Proces We stellen de volgende planning voor: Wat? Bespreking startdocument RAO Vaststellen startdocument PFO Onderwijs & Jeugd Bespreken concept regionaal programma educatievoorzieningen 2015 in RAO Vaststellen regionaal programma educatievoorzieningen 2015 in PFO Onderwijs & Jeugd Opstellen subsidiebeschikkingen/inkoopovereenkomst 2015 Versturen subsidiebeschikkingen/inkoopovereenkomst 2015 Ingangsdatum subsidies/inkoopcontracten 2015 Uitwerken stappen regionaal programma educatievoorzieningen 2016 + opstellen definitieve regionale visie volwasseneneducatie Uitkomsten bespreken in PFO Regionaal beleidskader bestuurlijk laten vaststellen door gemeente(n) Aanbestedingsprocedure Afronding procedure Nieuwe contracten 2016 e.v.
Deadline 26 augustus 18 september 28 oktober
Wie regionaal regionaal regionaal
27 november
regionaal
28 november – 12 december 13 december 1 januari 2015
contactgemeente
1 januari 2015 t/m maart 2015
regionaal
April 2015 Mei
Regionaal
contactgemeente
Juni September Oktober
14
Aanleveren begrotingswijziging Steller
O Ritsema
BW Soort wijziging Soort besluit Besluitperiode Omschrijving
BW-01401 Volwasseneneducatie Let op, Begrotingswijziging BESL-RAAD 201502 Volwasseneneducatie
lees eerst de WERKINSTRUCTIE die op het intranet staat.
0,00 0,00
Verrekeningen debet Verrekeningen credit Saldo Totaal debet Totaal credit Saldo kpl /
product
kosten-
wijk
goed 382.683,00 382.683,00 goed functie
goed
0,00 0,00 goed
0,00 0,00
0,00 0,00 goed
0,00 0,00
0,00 0,00 goed
0,00 0,00
0,00 0,00
goed
goed
goed
goed
2016
2017
2018
2019
Deb /
2015
product specificatie soort Soort mutatie Document soort 60605 D 43039 60605 O006 84004 0705 O006 45008 0712 D D
0,00 0,00
Omschrijving
Cred
D D D D
D C D D
EM Eenmalig WYZ-EM 382.683,00 382.683,00 382.683,00 -382.683,00
inzet volwassenenducatie in 2015 inzet volwassenenducatie in 2015 inzet volwassenenducatie in 2015 inzet volwassenenducatie in 2015
Pagina 1 van 2
Pagina 2 van 2
Financiele bijsluiter begrotingswijziging: BW-01401 Totaal effect wijziging
Baten 383
2015 Lasten
Saldo
383
2016 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
2017 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
2018 Lasten
Baten 0
0
Saldo 0
0
09 Onderwijs Baten was
inzet volwassenenducatie in 2015 Totaal 09 Onderwijs
9-feb-2015
2015 Lasten
3.904
28.144
383
383
4.287
28.527
Saldo
Baten
2016 Lasten
Saldo
Baten
2017 Lasten
Saldo
Baten
2018 Lasten
Saldo
24.240
3.252
27.496
24.244
3.252
27.575
24.323
3.252
28.052
24.800
24.240
3.252
27.496
24.244
3.252
27.575
24.323
3.252
28.052
24.800
1
10:10:55