56e jaargang
VAPblad
www.vap-onderwijs.nl
3/2010 2010 | nr. 36
derwijs
eel bij het on
atief person n administr
reniging va
d van de ve
Kwartaalbla
al | 2e kwarta
Orgaan van de vereniging van administratief personeel bij het onderwijs Dagelijks Bestuur Jouke de Jong, voorzitter Reiger 33, 8103 AL Raalte Wim Boevé, vice-voorzitter Beelaertspark 22, 2731 AC Benthuizen Henk Reuvekamp, secretaris Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Eric van Steen, penningmeester Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Rabobank 18.24.76.243 t.n.v. VAP Redactie Hans Kleinsmann Eric van Steen Arnold Zadelberg Redactie-adres Vossenberg 9 4841 JB Prinsenbeek Telefoon 06-51 21 76 98 E-mail:
[email protected]
Hoewel de redactie streeft naar betrouwbaarheid, kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de gepubliceerde informatie. De eigen publicaties mogen verspreid worden mits bronvermelding plaatsvindt. Ledenmutaties Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Opgave advertenties aan het redactie-adres. Abonnementsprijs € 75,- per jaar. Opmaak: Vormplus, Vlaardingen Druk: Stout grafische dienstverlening, Vlaardingen 56e jaargang 2e kwartaal 2010 nr. 363/2010 ISSN 1383-052X
reniging va
d van de ve
Kwartaalbla
www.vap-onderwijs.nl
derwijs
eel bij het on
atief person n administr
Inhoudsopgave VAN DE VOORZITTER Spannende tijden Jubileumspeech VAP55 op 20 april 2010 VAN HET BESTUUR Impressie Algemene Ledenvergadering 2010 Pensioen en de toekomst Bestuursvergadering 19 mei 2010 Verslagen bestuursvergaderingen Adressenbestand VAN DE REDACTIE Social Media Preventiemaatregelen Banksparen Regeling aanvullende bekostiging energiezuinigheid/binnenmilieu 2009-2010 VAN DE LEDEN Vennootschapsbelasting VAN DE RAYONS Vergaderdata rayons Impressies van de rayonvergaderingen
3 4
5 7 13 15 19
20 21 24 24
27
31 31
UIT ANDERE BRONNEN Sluitende aanpak gedeeltelijk arbeidsgeschikten PO en VO Inkoop scholen kan beter Ambitie beter beloond Veel belangstelling voor Vensters voor Verantwoording Interessante websites
37 39 42 48 50
LEDEN Ledenmutaties Aanmelden nieuwe leden
51 52
2 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
VAN DE VOORZITTER Spannende tijden Een voorwoord schrijven vlak voor verkiezingen en in examentijd is niet leuk, want tegen de tijd dat u dit leest, bent u druk doende met alles wat nog af moet vóór de vakantie. Bij ons thuis is de examenuitslag van onze dochter dan allang geen nieuws meer en zelfs het eventuele herexamen is dan al achter de rug. Ik schrijf dus iets over een toekomst die voor de lezer al verleden tijd is, maar dat komt vaker voor. Toch wil ik eerst even terugblikken naar de Algemene Ledenvergadering, annex jubileumviering VAP55 waarvoor we vanwege deze combinatie een bijzondere locatie hadden uitgezocht: het Aviodrome bij Lelystad. Een kleine 60 leden hadden zich aangemeld en dat aantal stelde teleur. Wie er wel was, heeft een gezellige middag en avond gehad, met een plezierige afwisseling van noodzakelijke, leerzame en smakelijke momenten. Wie er niet was, en dat waren de overige pakweg 240 leden, heeft mijns inziens de verkeerde prioriteit gesteld! Als bestuur hebben we natuurlijk de ALV/VAP55 geëvalueerd. Hoewel de lage opkomst past bij de trend van de laatste jaren, vielen zware woorden als “meerwaarde” en “levensvatbaarheid”. Onderschrijven we met z’n allen als leden nog de doelstellingen van de VAP of zijn we, onder druk van het brede kennisaanbod via internet en concurrentie van andere al dan niet commerciële organisaties, verworden tot een clubje hobbyende bestuursleden, omringd door een vaste kern leden en een grote kring consumenten die zich zelden laat zien en in het beste geval nog het VAPblad leest. We hebben als bestuur afgesproken dat we ons opnieuw gaan buigen over de toekomst van de VAP. Ruim drie jaar geleden hadden we ook verkiezingen voor de Tweede Kamer. Toen buitelden de politieke partijen over elkaar heen met steeds hogere bedragen die zij wilden investeren in het onderwijs. Nu is het niet anders. Naast astronomische bedragen die bezuinigd moeten worden, is wederom iedereen voorstander van investeren in het onderwijs. Mooie woorden, maar wie maakt ze waar? Wie zorgt er voor dat er opvolgers komen voor de massa babyboomers die de komende kabinetsperiode gaan uitstromen? Of gaat het net als met de subsidie voor “frisse scholen” en is - als het er op aan komt – er helemaal niet voldoende geld beschikbaar. In dit VAPblad leest u hoe het bestuur dit kenbaar heeft gemaakt bij DUO Zoetermeer. Verder wordt in dit nummer aandacht besteed aan onder andere: Social Media, preventiemaatregelen, banksparen, “Vensters voor Verantwoording” en de functiemix voor leerkrachten in het primair en speciaal onderwijs. Van de presentatie in de Algemene Ledenvergadering van 20 april j.l. van het thema “Pensioen en de Toekomst” is een inhoudelijke samenvatting en toelichting opgenomen. Ook zult u de aankondiging tegenkomen van de jaarlijkse VAP-themadag op 23 november 2010; daarin zullen de Werkkostenregeling en de digitale factuurverwerking worden behandeld. Al met al is de redactie er wederom in geslaagd een goed gevuld VAPblad samen te stellen. Aan u de eer om daar kennis van te nemen, waar en wanneer u dat wilt. Dat is nou zo lekker aan de vakantie, niets moet en alles mag. Geniet er van! Jouke de Jong, voorzitter
3 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Jubileumspeech VAP55 op 20 april 2010 Dames en heren, leden, oud-leden, genodigden, relaties. In en op het VAP blad staat “Vlieg er ‘ns uit met de VAP!”. Nu het luchtruim van Nederland en omstreken al een kleine week bijna volledig op slot zit, heeft deze zin een bijzondere lading gekregen. De vriend van mijn dochter zei bij zijn ouders in Amsterdam: het lijkt hier wel op Raalte (mijn woonplaats), zo rustig is het hier. Hij “miste” de vliegtuiggeluiden en werd dubbel gepakt, want de praktijklessen van de pilotenopleiding die hij volgt, staan ook stil. In 1955, het geboortejaar van de VAP, was dat wel anders. Gerben Sonderman, begonnen als gymnastiekleraar en bezeten van vliegen, sloeg in dat jaar te pletter als testpiloot bij Fokker. De Lockheed U-2, een verkenningsvliegtuig dat op zeer grote hoogte, op meer dan 20 km, dus boven de aswolken van een vulkaan, wordt ingezet, maakt eind augustus 1955 zijn eerste vlucht. Gerrit Rietveld werd in 1955 gevraagd een vliegtuiginterieur te ontwerpen voor de Fokker Friendship F-27, die in november 1955 de eerste vlucht maakte. De KLM bestelde voor het eerst vliegtuigen met een straalmotor: 8 toestellen van het type DC-8 Maar ook buiten de luchtvaart gebeurde er veel. Bekende mensen werden geboren als Rowan Atkinson, Nina Hagen, John de Mol, Patty Brard, Robert ten Brink, Rita Verdonk, Bill Gates, Whoopi Goldberg. En wat dacht u van Nijntje, de Citroën Snoek, de Porsche 550 Spyder, Swiebertje, de eerste file van Nederland, Disneyland in Californië, Jan van Musscher won een talentenjacht (Johnny Jordaan: "Bij ons in de Jordaan"). Het Warschaupact werd gesloten als tegenhanger van de NAVO. Het kleuteronderwijs werd wettelijk geregeld. En …. de VAP, onze VAP werd opgericht. In het jubileumnummer van het VAPblad heeft Hans Kleinsmann een overzicht gegeven, beginnend bij de vier naamsveranderingen van de VAP. Hij had er ook beelden van de diverse logo’s bij kunnen voegen. Dat het logo dat we nu tweejaar hebben, vele mogelijkheden biedt, blijkt wel uit de ombouw tot het jubileumlogo. Dat ziet er toch geweldig uit! Hans geeft een terugblik van de ontwikkelingen op ons vakgebied en binnen de organisaties waarin wij werken. Van uitvoerders van regeltjes tot steun en toeverlaat van de schoolmanagers, die als zzp-ers moeten zien, zorgen en plannen. De leden van de VAP zijn een steeds gemêleerder gezelschap geworden, maar ik denk dat nog steeds elk lid binnen zijn eigen schoolorganisatie een unieke functie vervult. Juist in die situatie kan onze vereniging een krachtig middel zijn om te voorkomen dat iedereen hetzelfde wiel loopt uit vinden. Kennisdeling was, is en blijft onze kracht. Als bestuur proberen we dat te organiseren, maar u, onze leden moeten het uiteindelijk zelf doen. Als u zich niet aanmeldt voor een dag als deze, voor een themadag of een cursus en als u niet de VAP-rayons blijft organiseren en bezoeken, kunnen wij als bestuur nog zo onze best doen, maar dan is de VAP langzaam maar zeker aan het doodgaan. Dat wil ik niet, dat wil het bestuur niet en ik ben er van overtuigd dat u dat ook niet wilt. De VAP, onze VAP heeft toekomst als u dat wilt en bereid bent er energie in te steken. Daartoe roep ik u op en daarop wil ik op deze bijzondere locatie, achter in het vrachtruim van deze Boeing 747, het glas heffen. Allemaal van harte gefeliciteerd met het 55-jarig bestaan van de VAP. Lang leve onze VAP! Jouke de Jong, voorzitter
4 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
VAN het bestuur Impressie Algemene Ledenvergadering 2010 Lelystad 20 april 2010, Aviodrome De vergadering werd dit jaar gecombineerd met de viering van het vijfenvijftigjarig bestaan van de VAP. Daarom was ook gekozen voor een bijzondere locatie: het Nationaal Luchtvaart-themapark Aviodrome in Lelystad. Er hadden zich 65 personen aangemeld. Op het laatste moment echter moest een aantal nog afhaken wegens drukke werkzaamheden op school. Voorzitter Jouke de Jong opende de bijeenkomst met een kort welkomstwoord en gaf daarna de microfoon aan de gastspreker, de heer Marcel van de Grift, die het thema "Pensioen en de toekomst" behandelde. Het zal de aanwezigen niet hebben verbaasd dat Marcel stelde dat het huidig pensioenstelsel kwetsbaar is geworden door vooral buitenlandse invloeden. Nederland heeft het beste pensioensysteem ter wereld. Maar om dat zo te houden, moet het tijdig gemoderniseerd worden teneinde de gevolgen van die buitenlandse invloeden te kunnen weerstaan. Verder is versterking van deskundigheid van de pensioenbestuurders meer dan welkom: het pensioenfonds beheert namelijk ons pensioengeld en dat moet zo goed mogelijk gebeuren. Om de pensioenen betaalbaar te houden, zal een keuze moeten worden gemaakt. Of het ambitieniveau zal verlaagd moeten worden, of er zal meer risicodragend moeten worden belegd. Dat heeft dan wel minder zekerheid tot gevolg en het is de vraag of hiervoor onder de deelnemers voldoende draagvlak aanwezig is. De deelnemers hebben recht op een betere verantwoording van de wijze waarop hun inleg wordt beheerd. Jouke de Jong concludeerde na afloop dat deze inleiding leerzaam is geweest maar dat de inhoud ervan bij hem geen "Joepie-kreet" oproept. Hij vat het betoog van Marcel van de Grift als volgt samen: we werken één dag per week om onze pensioenpremie te kunnen betalen, we betalen een leven lang premie voor een gemiddelde uitkeringsduur van vijftien jaren en daarbij is het stelsel omgeven door risico's. En we zijn allemaal hoe dan ook betrokkenen. Deze dag moet ons dus aan het denken zetten. In het huishoudelijk gedeelte legde het bestuur verantwoording af over het in 2009 gevoerde beleid. Na het goedkeuren van de jaarverslagen van de secretaris en penningmeester werd het bestuur bij acclamatie gedechargeerd. Bij de rondvraag ontstond enige hilariteit door een opmerking van een VAP-lid. Zij vond de website www.vaponderwijs.nl zeer overzichtelijk, maar voegde er fijntjes aan toe dat dit ook niet anders kan, omdat er nauwelijks iets op staat. De voorzitter beaamde de constatering en zegde toe dat de website nog dit jaar sterk verbeterd zal worden. Zie dit als een opdracht aan het bestuur. Na het formele gedeelte van deze dag kreeg het gezelschap in groepen onder deskundige begeleiding een rondleiding door Aviodrome. Nadat de voorzitter zijn jaarrede (deze is opgenomen op pagina 4 van dit VAPblad) in het vrachtruim van de Boeing 747 heeft uitgesproken, wordt het glas geheven op de toekomst van de VAP. De avond werd op aangename wijze afgesloten met een "walking dinner": een heerlijke combinatie van gerechten.
5 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
We kunnen terugblikken op een geslaagde dag; de reacties van de aanwezigen getuigen hiervan. Helaas is het aantal deelnemers wat achtergebleven op de verwachtingen (en de hoop) van het bestuur. De volgende Algemene Ledenvergadering zal plaatsvinden op vrijdag 8 april 2011. U kunt de datum alvast noteren in uw agenda.
Volop aandacht in de zaal...
Rondleiding door Aviodome...
Even bijpraten en netwerken...
6 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Pensioen en de toekomst
Het Nederlandse pensioenstelsel moet aangepast worden om goed opgewassen te zijn tegen de gevolgen van de vergrijzing en de financiële onzekerheden. Daartoe behandelde drs. Marcel van de Grift tijdens de algemene ledenvergadering/viering van het jubileum een boeiende en heldere presentatie. Marcel is werkzaam als senior beleidsmedewerker bij Corporate Strategie en Beleid van APG te Amsterdam. Onderstaand geeft de redactie van het Vapblad een inhoudelijke samenvatting en toelichting van deze presentatie.
Inleiding Het pensioengebouw in Nederland is gebaseerd op het drie pijlersysteem. De eerste pijler is de sociale zekerheid, de voorzieningen vanuit de overheid. In de tweede pijler zijn de pensioenvoorzieningen opgenomen in het kader van een werkgever/werknemer relatie, binnen de enge definitie van pensioen. De derde pijler bestaat uit de privé voorzieningen, zoals lijfrente, sparen en beleggen. In de enge definitie hebben we het dus uitsluitend over de tweede pijler, in de ruime definitie hebben we het over alle pijlers bij elkaar. Binnen het drie pijlersysteem is tevens een andere driedeling van belang. Dat zijn de drie risico's die zich voor kunnen doen in het kader van pensioen. Dat is het risico van ouderdom, het risico van overlijden en het risico van arbeidsongeschiktheid. Gecombineerd met de terminologie pensioen krijg je dus ouderdomspensioen, overlijdens- c.q. nabestaandenpensioenen of arbeidsongeschiktheidspensioen. In de westerse wereld bestaat het pensioenstelsel uit drie pijlers. De eerste pijler is een basispensioen, door de staat geregeld en gefinancierd door middel van een omslagstelsel. Deze pijler heeft als doel ten minste een basisvoorziening te scheppen. In veel ook ons omringende landen gaat de eerste pijler veel verder dan een basisinkomen, waardoor de rol van de tweede pijler kleiner is. De tweede pijler is een secundaire arbeidsvoorwaarde waarmee een aanvullend pensioen wordt opgebouwd. Pensioen in de tweede pijler wordt dus altijd opgebouwd in de relatie werkgever/werknemer. De tweede pijler is gefinancierd door middel van een kapitaaldekkingsstelsel of een omslagstelsel, of een combinatie van beide. In Nederland zijn de verplicht gestelde pensioenfondsen (bedrijfstakpensioenfondsen en beroepspensioen regelingen) ingedeeld in de tweede pijler. De derde pijler is vrijwillig en gaat om commerciële spaarproducten, al dan niet op basis van een verzekering, al dan niet fiscaal gefaciliteerd. Denk hierbij aan lijfrente verzekeringen en lijfrente rekeningen, ook wel banksparen genoemd. Dit zijn fiscaal gefaciliteerde voorzieningen. Maar binnen de derde pijler valt ook het netto sparen op een bankrekening of beleggen. Als we over pensioen praten denken veel mensen in eerste instantie aan de voorzieningen in de tweede pijler. Hetgeen via de werkgever wordt opgebouwd. Producten uit de derde pijler zijn vaak lijfrenteverzekeringen of lijfrenterekeningen. Er zijn zelfs banken en beleggingsinstellingen die lijfrente rekeningen of beleggingsproducten aanbieden die worden aangezien voor verzekeringsmaatschappijen.
7 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Marcel van der Grift
Nederland kent een collectief en solidair pensioenstelsel. Jong en oud houden samen dat stelsel voor elkaar in stand. Deelname is verplicht. ABP is groot voorstander van dit systeem. Maar om het in stand te houden, moet het één en ander gebeuren. Een transparant pensioencontract Groot voordeel van een collectief stelsel is dat risico's worden gespreid over alle deelnemers en dat tegen lage kosten. Bij een individuele pensioenverzekering loopt men risico's en zijn de kosten hoger. Dat betekent niet dat deelnemers in een collectieve regeling geen enkel risico lopen en rustig achterover kunnen leunen. Dat doen ze dan ook niet. Juist de laatste tijd bestaat steeds meer interesse in de financiële positie van pensioenfondsen en de gevolgen daarvan. Hoeveel pensioen heb ik opgebouwd? Blijft mijn pensioen altijd hetzelfde? Groeit mijn pensioen mee met de stijging van de lonen? Zekerheden en risico's die vastgelegd horen te worden in een pensioencontract. Transparant, voor iedereen duidelijk. Zo'n contract is de verantwoordelijkheid van de gezamenlijke vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers: de sociale partners. Zij bepalen hoe ambitieus en hoe zeker een pensioenregeling moet zijn. ABP zou graag zien dat het pensioencontract wordt uitgebreid. Er moet duidelijker in staan welke risico's iedereen loopt en hoe vervolgens gehandeld zal worden. Wanneer kan het bestuur van een pensioenfonds aanvullende maatregelen nemen? Welke maatregelen zouden dat zijn? Daarbij zal het bestuur steeds de bevoegdheid moeten houden om naar eigen inzicht een keuze te maken uit de beschikbare maatregelen. Het bestuur moet ervoor zorgen dat de lusten en de lasten evenredig over de verschillende belanghebbenden worden verdeeld. Daarover kunnen vooraf geen vaste afspraken gemaakt worden, omdat iedere situatie om andere oplossingen vraagt. Hoe om te gaan met risico's? Het ABP -bestuur bepaalt de hoogte van de pensioenpremie die deelnemers moeten betalen en de manier waarop het fonds de betaalde premies belegt. Daarnaast bepaalt het bestuur ieder jaar in welke mate de pensioenen meestijgen met de lonen in de sectoren
8 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Reacties vanuit de zaal...
overheid en onderwijs: de indexatie. Het geld dat daarvoor nodig is, komt slechts voor een deel uit de pensioenpremies die worden betaald. Voor een groot deel komt dat geld uit het beleggen van de ingelegde gelden. Daarbij moeten risico's worden genomen. Risicoloos beleggen betekent minder rendement en dus minder geld om de huidige pensioenambitie waar te maken. De premie dan maar verhogen? Probleem is dat de huidige pensioenpremies nu al als hoog worden gezien. Daarnaast wordt premieverhoging extra moeilijk als door de vergrijzing steeds meer pensioengenieters en steeds minder premiebetalers komen.De premieverhoging is steeds minder effectief bij een vergrijzende populatie, maar hoeft niet per definitie extra moeilijk te zijn. Het fonds bepaalt hoe hoog de risico's mogen zijn die met beleggen worden genomen. Dat doet het op basis van expertise, rekening houdend met de samenstelling van het fonds, de wettelijke eisen en de eisen van de toezichthouders. Daarbij wil het ABP-bestuur niet de risicobereidheid van individuele deelnemers betrekken. Risicodeling is juist de kracht van het collectieve pensioenfonds. Het uiteindelijke besluit moet een afweging zijn van de belangen van alle betrokkenen. Voorzichtigheid is goed, maar een opeenstapeling van voorzichtigheid kan leiden tot een beleid dat ver van de werkelijkheid opereert. ABP kiest voor het inbouwen van realistische zekerheden met verantwoorde buffers om tegenvallers op te kunnen vangen. Niet minder, maar ook niet meer. Dat levert een pensioen op van voldoende niveau, wat betaalbaar is en de ambitie heeft om de loonstijging te volgen. Een beleid waarin deelnemers zich kunnen herkennen en waar ze vertrouwen in hebben. Wie controleert het bestuur Wie controleert of het bestuur van het pensioenfonds zich houdt aan het pensioencontract? Wordt het fonds verantwoord geleid? Is er sprake van een goede relatie met alle belanghebbenden? Bij het opstellen van het pensioencontract zijn de sociale partners leidend. Logisch,
9 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
omdat pensioenafspraken onderdeel uitmaken van het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden. ABP vindt dat sociale partners ook verantwoordelijkheid moeten hebben in het bestuur van het pensioenfonds en dus bij de uitvoering van het pensioencontract. Het vergroot ook nog eens de betrokkenheid van sociale partners en dat zorgt voor behoud van draagvlak voor het huidige pensioenstelsel. Het bestuur handelt op basis van eigen expertise of deskundigheid, maar vraagt waar nodig ook de mening van externe experts . Dat zal met name gebeuren als het gaat om specifieke kennis van risicobeleid en beleggingsbeleid. Het bestuur weegt bij beslissingen de belangen van alle deelnemers. Daarvoor is het niet noodzakelijk dat alle (groepen) deelnemers een eigen vertegenwoordiger hebben in dat bestuur. Beslissingen worden zodanig gecommuniceerd dat iedereen kan beoordelen of sprake is van een goede, volledige afweging van alle belangen. ABP is een groot voorstander van het goed en duidelijk regelen van de medezeggenschap van belanghebbenden in het pensioenfonds en van het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid. In de ogen van het ABP zou daarvoor een nieuw orgaan samengesteld moeten worden door samenvoeging van de huidige deelnemersraad en verantwoordingsorgaan. ABP wenst geen zetels voor deelbelangen op te nemen in het bestuur. Wel wil men dat het nieuwe pensioenorgaan van belanghebbenden voldoende macht heeft om zijn tanden te laten zien. Daarom moet zo'n nieuw orgaan ook de mogelijkheid hebben om met een versterkte meerderheid van stemmen het bestuur naar huis te sturen als men er een potje van maakt. Zo wordt veel beter geborgd dat het bestuur ook altijd de belangen van alle belanghebbenden in het oog blijft houden. Pensioen is een zaak van de lange termijn. Deelnemers hebben er recht op om te weten wat hun pensioen in euro's van vandaag waard is. Daarop kan goed worden gestuurd en toezicht worden gehouden. Dat neemt niet weg dat deelnemers ook willen weten waar ze straks op kunnen rekenen. Wordt mijn pensioen geïndexeerd? Het toezicht op de financiële positie van het pensioenfonds moet rekening houden met de lange termijnfocus. Besturen moeten geen beslissingen kunnen nemen voor de korte termijn die op de lange termijn schadelijk blijken te zijn. Het spreekt voor ABP voor zich dat maatschappelijk verantwoord beleggen volledig onderdeel is van het beleggingsbeleid. ABP kan hierbij als voorbeeld voor de sector dienen. Conclusies Het collectieve en solidaire pensioenstelsel dat Nederland kenmerkt, moet ook naar de toekomst toe behouden blijven. Tegelijkertijd is duidelijk dat het huidige stelsel bloot staat aan risico's en dus versterking nodig heeft. Aanpassingen zijn nodig. Aanpassingen die de essentiële kenmerken intact laten en die passen in het lange termijnkarakter van het aanvullend pensioenstelsel. Commissie -Goudswaard: Volgens de commissie is het pensioen onvoldoende toekomstbestendig vanwege de vergrijzing, de stijgende levensverwachting en de toenemende kwetsbaarheid voor financiële risico's. Om pensioenen betaalbaar te houden zijn er twee opties: • Soberder pensioenregelingen met lagere uitkeringen of langer doorwerken. • Meer beleggingsrisico's nemen en daarbij accepteren dat de hoogte van de uitkering onzeker is. Dit alles wordt in de pers gelanceerd onder de titel Pensioenrevolutie. De commissie stelt terecht dat het pensioen onvoldoende toekomstbestendig is. Maar met de voorgestelde maatregelen is zeker nog geen sprake van een revolutie. Het pensioenstelsel blijft intact, alleen soberder en een illusie armer. Maar de grote vraag die blijft staan is: Wat
10 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
schiet de werknemer (lees: klant) hiermee op? Het vertrouwen van de klant in pensioeninstellingen is in drie jaar tijd gedaald van 64 procent naar 44 procent. Dit is te wijten aan het continu niet voldoen aan verwachtingen. Eerst ging het pensioen van eind- naar middelloon en verdwenen de VUT- en prepensioenregelingen, nu wordt het pensioen verder versoberd en uitgesteld. Waar de werknemer nog leeft met een pensioenverachting van 70 procent van het laatstverdiende loon bij 65 jaar, of eerder, is de realiteit een andere. De werknemer heeft hier geen enkele invloed op. Zijn lot ligt in de handen van grote financiële instellingen die de verwachtingen niet waar maken en alle schijn van verdenking op zich laden door hun hoge beloningen en zekerheden en hun kapitale panden met duurbetaalde krachten. Jazeker, er is een revolutie nodig. Het pensioenstelsel moet zo eenvoudig en transparant worden dat iedereen het begrijpt. Geen zogenaamde garanties, maar inzicht. Communicatie vanuit de werknemer in plaats van vanuit het product. Er moeten keuzes mogelijk zijn die passen bij de wensen en mogelijkheden van de werknemer. Die keuzes moeten liggen in het heden zodat het pensioen een issue van nu wordt en niet de ver van mijn bed show. De keuzes moeten duidelijk maken dat pensioen binnen bepaalde marges een onzeker product is en dat er een samenhang is tussen inkomen, productiviteit en financiële mogelijkheden nu en pensioenleeftijd en ambitie straks. Dit leidt tot belangstelling en eigen verantwoordelijkheid voor pensioen. Dit leidt tot inzicht en de juiste verwachtingen. Dit leidt tot een kritische klant, die scherp zicht houdt op de rendementen van zijn product, wat uiteindelijk de essentie is van een goed pensioen. Dit levert de allerbeste toezichthouder die er is, namelijk de enige echte eigenaar van het kapitaal: de werknemer. Dat is pensioenrevolutie! Werknemers kunnen niet meer uitgaan van de zekerheid dat ze 70 procent van hun salaris ontvangen als pensioen op 65-jarige leeftijd. Om het huidige pensioenstelsel overeind te houden moeten werkgevers en werknemers de ambities omlaag schroeven en uitgaan van een lagere uitkering en/of hogere uittreedleeftijd. Als sociale partners dat niet willen, moeten ze hogere risico's op tegenvallers in de pensioenopbouw accepteren. Commissie Frijns Volgens de commissie moeten de pensioenfondsen bewuster strategische keuzes maken in de risico's die ze (willen) lopen en voldoende greep houden op de uitvoe-ring-en van de beleggingen. Deze commissie heeft onderzoek gedaan naar het beleggingsbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen sinds 1990. De commissie adviseert pensioenfondsbesturen een strategisch risicokader vast te stellen, waarin keuzes gemaakt moeten worden over de risico's die het pensioenfonds kan en wil lopen. De samenstelling van het fonds en de bereidheid van de deelnemers om risico te lopen, spelen een belangrijke rol in die afweging. De commissie bepleit verder dat de pensioenfondsen een harde ondergrens voor de dekkingsgraad vaststellen. Als de dekkingsgraad zakt tot die grens, dan is herstel op eigen kracht niet meer mogelijk en is een aanpassing van het pensioencontract noodzakelijk. Verder vindt de commissie dat pensioenfondsen moeten streven naar geïndexeerde pensioenen. Onder invloed van het financiële kader dat de overheid oplegt, richten pensioenfondsen zich in de praktijk op het opbouwen van "nominale", niet geïndexeerde, pensioenen. De commissie adviseert de overheid daarom haar financiële kader, het Financiële Toetsingskader, aan te passen. Het bestuur van een fonds moet tegenwicht kunnen bieden tegenover uitvoerders en aanbieders van beleggingsprodukten. Het bestuur moet aantoonbaar over voldoende expertise beschikken op het gebied van risicomanagement en vermogensbeheer.
11 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Tabel: Vertrouwen in pensioeninstituties van werknemers/deelnemers aangesloten bij pensioenfonds VERTROUWEN IN OVERHEID
VERTROUWEN IN PENSIOENFONDSEN Geen/weinig
10%
21%
26%
Neutraal
26%
Geen/weinig
21%
35% 64%
Enig/veel
32% 34%
Neutraal
42%
Enig/veel
45%
44% VERTROUWEN IN BANKEN
VERTROUWEN IN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN 27%
Geen/weinig
35% 36%
Neutraal
40% 37%
Enig/veel
25%
27%
Geen/weinig
45% 36%
Neutraal
37% 37%
Enig/veel 18%
2006* 2009 * In 2006 werd nog naar banken en verzekeringsmaatschappijen als een gezamenlijke categorie gevraagd. In februari 2009 is naar het vertrouwen als afzondelijke categorie gevraagd.
Hans Kleinsmann Met dank aan Marcel van de Grift
12 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Bestuursvergadering 19 mei 2010 Kon via het verslag van de vorige vergadering gewag worden gemaakt van de sfeervolle locatie van het CvE, door bezetting van de bestuurskamer moesten we dit keer uitwijken naar een vergaderruimte in Hogeschool Domstad. Ook een prima locatie om de bestuursvergadering te houden. Notulen In het verslag van de vorige vergadering werd gemeld dat scholen de subsidie van OCW hadden ontvangen in het kader van de klimaatregeling. Ondertussen is bekend geworden dat wegens overschrijding van het budget, sommige verzoeken waren afgewezen of werd slechts een klein deel vergoed. Daarnaast kan ieder uit de tweede trance wel fluiten naar deze subsidie. Dat is bijzonder triest omdat voor het indienen van de aanvraag kosten moesten worden gemaakt, die hiermee volledig ten laste van de aanvragers te weten de scholen worden gebracht, behoudens een bijdrage van € 1000,00. Het bestuur heeft besloten om een reactie te zenden naar OCW. Via de VO-raad zal gewezen worden op de onuitvoerbaarheid van deze subsidieregeling. Ingekomen stukken Bij de ingekomen stukken lag een brief van een potentiële bestuurskandidaat. Betrokkene is overigens nog niet definitief lid van de vereniging. Hij heeft om veel informatie gevraagd en ook via persoonlijke contacten geprobeerd een goed beeld van de VAP te krijgen. Hij heeft naar aanleiding hiervan het besluit genomen om zich niet als bestuurslid beschikbaar te stellen omdat volgens hem sprake zou zijn van “onvoldoende meerwaarde”. Het is het bestuur onbekend bij wie betrokkene zich heeft georiënteerd. De voorzitter zal contact opnemen. Algemene ledenvergadering, Jubileum 55 jaar VAP Het was de eerste bestuursvergadering na de algemene ledenvergadering, gecombineerd met de viering van het 55 jarig bestaan van de VAP. Het is dan ook een mooi moment om deze dag nog eens de revue te laten passeren. Het was een leuk en aantrekkelijk programma, met een serieus gedeelte en een informeel gedeelte, zich afspelende in Aviodrome in Lelystad. De opkomst was voor het bestuur helaas teleurstellend. Door het samengaan van twee commissies, één voor de alv en één voor het jubileum, liep de voorbereiding niet geheel naar wens. Dit behoeft verbetering. Enerzijds zal in een eerder stadium de voorbereidingen een aanvang moeten nemen en daarnaast is besloten om deze voorbereidingen weer bij één commissie neer te leggen. De keuze voor een “inhoudelijke” spreker met daarnaast een “leuk” programma is bewust gemaakt, met als bedoeling een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de jaarlijkse ledenvergadering en de viering van een jubileum. Het bestuur wil “stevig gaan nadenken over de meerwaarde van de VAP”, mede met als achtergrond het consumerende karakter, naast het toenemende specialisme, van de hedendaagse maatschappij. Positief is wel te noemen de toenemende belangstelling voor de themadagen en de waardering voor de inhoud van het VAPblad. Jammer dat dan de belangstelling voor de gecombineerde ALV matig genoemd moet worden. Via de rayonsecretarissen zal gepolst worden naar de mogelijkheid voor het benaderen van jonge leden in combinatie met de belevingsfactor voor de VAP in haar totaliteit.
13 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Het is spijtig dat nog geen nieuwe bestuursleden konden worden gepresenteerd. Enkele, een viertal, mogelijke kandidaten werden genoemd. De algemene ledenvergadering voor 2011 zal worden gehouden op vrijdag 8 april, met als aanvangstijdstip 10.00 uur. Hiermee komen we weer terug op de vrijdag, zoals tot voor enkele jaren steeds het geval is geweest. Een commissie van vier bestuursleden neemt de organisatie op zich en zal het bestuur adviseren over de inhoud. Plaats van handeling wordt Hoog Brabant in Utrecht, voor veel VAP-leden geen onbekende locatie. Themadagen/cursussen Als datum voor de volgende themadag is gekozen voor 23 november aanstaande, met als locatie Vergadercentrum Hoog Brabant in Utrecht. De themadag omvat twee dagdelen, waarbij als mogelijke onderwerpen naar voren kwamen de werkkostenregeling, totale digitalisering van de facturering en vensters voor verantwoording. De commissie van vier bestuursleden werkt het verder uit. Website VAP Door het verstrek van Jack Adriaans uit het bestuur gaan drie bestuursleden verder met het ontplooien van de site. Zij krijgen ondersteuning van een extern bureau, zulks op basis van de financiële middelen die vanuit de begroting daarvoor beschikbaar zijn gesteld. Eerste handeling betreft het aanbieden van de mogelijkheid om de site te gebruiken als een archief en dan in de vorm van een forum. Het zal de mogelijkheid moeten bieden om historische gegevens “op te halen”, maar ook om nieuwe feiten toe te voegen. Het moet daarmee een naslagwerk worden voor alle VAP-leden. Contacten met Primair Onderwijs De volgende punten zijn onder meer aan de orde geweest: a. De PO-raad heeft de beschikking over een eigen website. Publicaties vanuit de VAP kunnen hierin opgenomen worden; b. Als VAP zullen we meedraaien in het bekostigingsoverleg. Hierbij dient te worden aangetekend dat OCW aan deze tafel niet aanwezig is; c. Er is sprake van het zoeken naar een nieuwe structuur, waarbij onder meer wordt gedacht aan een platform. Bespreking OCW/DUO/VO-Raad “Het belang van de VAP” Verwezen wordt naar het betreffende onderwerp, beschreven in het verslag van de vorige bestuursvergadering. Zoals genoemd zou uiterlijk 1 april jongstleden duidelijkheid gegeven worden met betrekking tot een nieuwe structuur binnen het Onderwijs. Helaas is het er nog niet van gekomen en is sprake van een zekere mate van vertraging. De voorzitter gaat contact opnemen met de betreffende vertegenwoordigers van OCW, DUO en de VO-raad, met de vraag hoe de stand van zaken is. Het bestuur wil graag verdere stappen ondernemen en het niet bij alleen vergaderen laten. Heeft een vervolg.
Henk Reuvekamp secretaris
14 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Verslagen Bestuursvergaderingen Het bekende spreekwoord “wat in het vat zit verzuurt niet” neem ik als aanhef voor de bestuursverslagen. Wat is namelijk het geval. Het bestuur is dit jaar al weer twee keer in een reguliere vergadering bijeen geweest en met name het verslag van de bijeenkomst van 3 februari jl. had reeds in het eerdere VAP blad opgenomen kunnen zijn. Omdat de editie van het eerste kwartaal per traditie een zeer omvangrijke is, heeft uw secretaris gemeend de plaatsing uit te stellen tot de huidige uitgave. Het zat dus nog in het vat het is niet verzuurd en het komt er nu dus uit. Bestuursvergadering 3 februari 2010 Een bijzondere locatie waar het College voor Examens haar huisvesting heeft. Een prachtig monumentaal pand in de binnenstad van Utrecht, toch redelijk per openbaar vervoer te bereiken en ook een parkeergarage min of meer om de hoek. De bestuurskamer was het domein voor deze eerste bestuursvergadering in 2010. Agenda Twee agendapunten vormden de hoofdschotel van de agenda, te weten de voorbereidingen voor de aanstaande ledenvergadering in combinatie met de viering van het jubileum en het gesprek met vertegenwoordigers van OCW, DUO en de VO-raad. Het risico door deze hoofdpunten was wel dat enkele onderwerpen, zonder deze tekort te doen, niet aan de orde zouden kunnen komen en doordoor verschoven moesten worden. En dat gebeurde dus inderdaad. Algemene ledenvergadering, Jubileum 55 jaar VAP Hoewel reeds veel voorbereidend werk is verricht, moesten toch nog wel enkele puntjes op de i worden gezet. Het onderwerp voor de ledenvergadering, de inleiders, c.q. de inleider voor het te behandelen onderwerp en het eventuele entertainmentgedeelte vroegen de nodige aandacht. De finishing touch zal via email naar de bestuursleden worden afgehandeld. Met name via de voorzitter zijn reeds meerdere pogingen ondernomen om te komen tot uitbreiding van het bestuur. Helaas tot op heden zonder gewenst resultaat. We gaan hiermee gewoon door en hopen toch tot deze bestuursuitbreiding te komen. Vier bestuursleden zijn dit jaar aftredend. Twee hebben te kennen gegeven bereid te zijn tot verlenging van dit lidmaatschapschap, één heeft dit nog in beraad en één stelde zich niet meer herkiesbaar. Overeenkomstig bovenstaande zal de leden op de leden-vergadering worden geïnformeerd. De uitnodigingen voor de ledenvergadering zullen evenals vorig jaar zowel persoonlijk als via het VAPblad worden gedaan. De jaarverslagen en financiële stukken van secretaris en penningmeester kwamen aan de orde en werden toegelicht daar waar dat nodig was. Eventuele correcties konden nog worden aangebracht, zodat ze daarna in het VAPblad kunnen worden geplaatst. Het concept van de notulen van de ledenvergadering 2009 was reeds eerder in het bestuur ter sprake geweest en dienovereenkomstig voor akkoord bevonden. Vervolg bespreking OCW/DUO/VO-Raad “Het belang van de VAP” Voorafgaand aan dit tweede gesprek, kwam het bestuur in een telefonische vergadering bijeen. Het was voor het eerst dat op deze wijze een apart agendapunt werd besproken en het resultaat mag positief genoemd worden.
15 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
De voorzitter verwelkomde een drietal vertegenwoordigers, maar moest helaas wel constateren dat de VO-raad verstek moest laten gaan. Hij brengt in herinnering de inleiding van Henk Post, directeur VO, op de ALV 2009. Deze stelde toen dat sprake zal zijn van een toenemende adviserende taak voor de VAP. Ten vervolge op het eerste gesprek met DUO, OCW en VO-raad zou een ieder voor zich huiswerk verrichten met de vraag hoe we tot een soort platform kunnen komen, hoe we de adviserende rol kunnen invullen en hoe deze gefaciliteerd kan worden. DUO is erg geïnteresseerd naar de meningen uit het veld, dus ook naar die van de VAP. Er bestaat een speciale opdracht om de uitvoerbaarheid van de regels te meten en te bezien in hoeverre de administratieve last kan worden verminderd. Nagedacht wordt over een nieuwe overlegstructuur. De aandacht wordt gevestigd op de aanwezigheid van klankbordgroepen, met veel inbreng van de aanwezige VAP leden. Het belang van een onderwijsplatform wordt ondersteund en om het onderwijsveld daarbij mee laten denken in een nieuwe overlegstructuur. Strategisch zal eerst een beslissing worden genomen en daarna kan tot uitvoering worden overgegaan. Harde afspraken zijn nog niet gemaakt en dat kan ook nog niet vanwege de huidige structuur “OCW-DUO-VO-raad”. De omzetting geschiedt op basis van twee trajecten, te weten eerst overleg en vervolgens de uitvoering via DUO. De VO-raad kan switchen tussen deze twee trajecten. De voorzitter concludeerde dat sprake is van een zoektocht naar een nieuwe overleg-structuur waarbij ook de inspectie betrokken wordt. Relatie tussen VAP en DUO is zijns inziens aanwezig. Hij vroeg zich af waar het specialisme van de VAP kan worden ingebouwd. Eerst moet duidelijk zijn welke huidige harde afspraken binnen de departementen liggen. Het is belangrijk dat het geluid vanuit het onderwijsveld goed gehoord moet worden, met een duidelijk representatief karakter. Misschien moeten we werken aan een sectoroverstijgend karakter in een procesgerichte organisatie. Den Haag bepaalt de strategie en DUO is belast met de uitvoering. Voor wat betreft inschakeling van de VAP zou gedacht kunnen worden aan tactisch/operationeel niveau. De VAP is een onderdeel van het veld. Een nuchtere kijk van onderaf is belangrijk om bij het bepalen van het strategisch beleid te kunnen beoordelen of iets al dan niet uitvoerbaar is. Maar hoe kan de VAP hierin gefaciliteerd worden. We zijn allemaal professionals met een bomvolle agenda. Vappers doen het werk erbij. Hoe kan hier iets tegenover komen te staan. Hiervoor zou je bij DUO moeten zijn. De aanwezigen zijn van mening dat hier iets tegenover moet komen te staan, maar hoe of wat en wanneer is nog niet bekend. Naar verwachting zal daaromtrent uiterlijk 1 april meer duidelijkheid zijn. Verwoord wordt graag uit te zien naar samenwerking met de VAP. Je kunt de leden van de VAP c.q. het bestuur niet opzadelen met meer werkdruk zonder dat daar iets tegenover staat. Toegevoegd wordt dat de VAP ook de blik richt naar de PO-raad voor eventuele samenwerking. Dat zou voor alle partijen voordeel op kunnen leveren. Met de opmerkingen dat er nog overleg binnen alle directies van OCW moet plaats-vinden, het bij iedereen bekend is dat sprake is van weinig slagvaardigheid, bezuinigingen nog moeten worden doorgevoerd en dat we te maken hebben met politieke belangen, wordt het gesprek afgerond. Diverse uitgestelde punten De volgende punten konden summier nog aan de orde worden gesteld en zullen derhalve in de volgende vergadering opnieuw ter tafel komen: Themadagen/cursussen, ontwikkeling website VAP, contacten met de PO-raad, onderzoek
16 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
innovatie in het onderwijs, activiteiten Infinite, verstrekking van het ledenbestand van de VAP en informatie Commissie DON. Rondvraag Tijdens de rondvraag werden twee punten naar voren gebracht. a. Binnenkort moet bij de KvK niet alleen de vestiging per brinnummer worden gemeld, maar dient dit voor alle vestigingen te geschieden; b. In het kader van klimaatmaatregelen zijn bedragen ontvangen.
Henk Reuvekamp secretaris
De themadag van de VAP staat gepland op en omvat de volgende onderwerpen:
23 november 2010
Werkkostenregeling Het compleet nieuwe fiscale stelsel voor belastingvrije vergoedingen betekent (dit jaar) kiezen voor de overgangsregeling of voor de nieuwe regeling. Nu anticiperen loont! Met de invoering van de werkkostenregeling wordt het systeem van alle vergoedingen en verstrekkingen aan personeel ingrijpend gewijzigd. Complete digitale factuurverwerking. Inkoop- en factuurverwerkingsprocessen optimaal stroomlijnen. Overschakelen van papieren facturen naar e-facturering. Goed voor het milieu en voor de portemonnee van de organisatie.
Reserveer deze datum nu reeds in uw agenda.
17 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
- advertentie -
18 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Adressenbestand Enige tijd geleden hebben de VAP-leden per TNT-Post een personeelsadvertentie voor Hoofd van de Centrale Administratie van een collega school toegestuurd gekregen. Hierop heeft het bestuur enkele reacties ontvangen waarin bezwaar werd gemaakt tegen het feit dat de VAP medewerking zou verlenen aan het "weghalen" van personeelsleden bij andere scholen. Het bestuur heeft echter gemeend de etiketten beschikbaar te stellen, omdat de VAP bij uitstek een platform is om informatie met elkaar te delen en elkaar op de hoogte te houden. Dit beleid voert het bestuur al een groot aantal jaren. Bovendien had men een advertentie met dezelfde tekst ook in het VAPblad kunnen plaatsen met wellicht hetzelfde resultaat. De vragende school betaalt dan ook hetzelfde tarief voor het adressenbestand als voor een advertentie in het VAPblad. Naar aanleiding van de ontvangen reacties zal in voorkomend geval de school gevraagd worden uitdrukkelijk aan te geven dat gebruik is gemaakt van het adressenbestand van de VAP. Voor de goede orde: het adressenbestand wordt nooit beschikbaar gesteld voor commerciële doeleinden, ondanks de regelmatig terugkerende vraag hiernaar.
Bestuur VAP
Word lid van de VAP! De VAP brengt al 55 jaar deskundigen op eigen terrein bij elkaar aan tafel. Als beroepsgroep treedt de VAP adviserend op naar de overheid en besturen/werkgeversorganisaties. Onze stem wordt gehoord, onze mening gerespecteerd. Als lid ontvangt u ieder kwartaal de informatie in ons VAPblad en bezoekt u regelmatig themadagen, cursussen, lezingen en natuurlijk de VAP-Rayonvergaderingen. Daar worden ervaringen uitgewisseld, “hot-items” besproken en zoeken we op collegiale wijze oplossingen voor gezamenlijke problemen. Voorts houdt de VAP voor haar leden jaarlijks een drukbezochte Algemene Ledenvergadering. Samen sterk: Dat is de VAP. De jaarlijkse contributie bedraagt slechts € 110,-. Voor een bureaulidmaatschap bedraagt de contributie € 350,- per jaar. Daarbij kunnen vijf functionarissen van dezelfde organisatie lid van de VAP zijn. Sluit u aan bij dit netwerk van professionals. U kunt u aanmelden door het aanmeldingsformulier achter in dit VAPblad in te vullen en op te sturen naar de secretaris van de VAP: H. Reuvekamp, Nijverheidsstraat 12, 8263 AL KAMPEN.
19 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
VAN de redactie Social Media Er wordt niet alleen veel over social media geschreven, omdat marketeers wel en niet weten hoe zij op sociale netwerken het beste de conversatie over hun merk kunnen sturen dan wel voeden, maar de afgelopen maanden steeds meer ook omdat het goede tools zijn voor betere interne samenwerking, innovatie en kennisdeling. Het is een nieuwe manier van communiceren: delen en converseren. Maar de platformen voor interne social media worden ook in snel tempo door grote organisaties geadopteerd. Social Media zijn bezig met een snelle opkomst waarmee vrijwel iedereen te maken heeft of zal krijgen. Hyves en Linkdln zullen geen onbekenden meer zijn en ook de mogelijkheden van twitteren sijpelen langzaam maar zeker door. Maar er is veel meer aan de hand; de communicatie -mogelijkheden en toepassingen zijn schier oneindig en we staan nog maar aan het begin van de mogelijke toepassingen voor de administratieve functie. Social media is de verzamelnaam voor een groot aantal communicatie- en informatiediensten, die als een soort coöperatie voor en door gebruikers op internet, via de computer en/of telefoon, worden opgezet en gevuld. Meestal is de kern van het gebruikte businessmodel een gratis dienstverlening, waarbij de inkomsten gegenereerd worden door adverteerders of extra diensten rond de kern. De filosofie erachter is dat je beter samen met andere stake-holders iets van echte waarde kunt creëren, dan dat je als leverancier winst maakt over de rug van je klanten. Zoals de mobiele telefoon onverwacht succes heeft gekregen, veranderen ook de social media snel van speeltjes voor jonge enthousiastelingen in onmisbare communicatietools. Hyves, Facebook (letterlijk smoelenboek) en Linkedln zijn zogeheten sociale netwerken, waarin mensen zichzelf kunnen profileren, oude bekenden kunnen opzoeken en nieuwe relaties kunnen aanknopen. Inmiddels zijn er zelfs pokens, kleine sleutelhangers die een volledig profiel uitwisselen met een ander poken, als je ze tegen elkaar drukt – alsof je uitgebreide visitekaartjes uitwisselt, inclusief cv en (toegang tot) je eigen netwerk. Steeds meer organisaties ontdekken dit soort systemen ook als intern 'smoelenboek,' ondersteuning voor kennismanagement en versterking van de onderlinge banden. Sommige organisaties gaan zelfs zo ver, dat ze ook klanten in hun Linkedln opnemen. Om meer algemeen groepen mensen met je boodschap (en dat kan dus ook een marketingboodschap zijn, of een pr-stunt) te bereiken zijn Twitter en Yammer opgekomen. De laatste is de zakelijke, besloten variant van Twitter. Met Twitter wordt iedereen auteur en journalist. Toen een tijdje geleden een Turks vliegtuig bij de landing op Schiphol buiten de baan neerkwam, vlogen de beelden en nieuwsberichten onmiddellijk via Twitter de wereld rond. Uren later pas volgden radio en televisie; de papieren kranten durfden stijfkoppig en tegen beter weten in de volgende dag nog te openen met het 'nieuws' dat er een Turks vliegtuig was neergestort. Zij lijken niet te willen begrijpen waarom de consument niet onder de indruk is van dit soort journalistiek. Tien redenen om als organisatie te gaan twitteren: • via je volgers een dialoog met je klant aan te gaan; • je merk en kwaliteiten te profileren; • nieuwtjes te verspreiden;
20 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
• voor snel marktonderzoek; • om bij te houden waarover je klanten praten of hoe ze over een onderwerp praten; • je concurrentie in de gaten te houden; • perfecte customer service te bieden (bijvoorbeeld meteen reageren als iemand over je twittert); • nieuwe diensten en producten voor te leggen aan bevriende klanten, alvorens ze formeel op te nemen in je aanbod; • aanwezig te zijn in relevante communities; • aandacht te vragen voor uitgebreidere info op je site.
Hans Kleinsmann
Preventiemaatregelen Binnenkort begint de zomervakantie voor de scholen, een periode dat de schoolgebouwen voor zes weken gesloten zijn en daardoor voor langere tijd zonder direct toezicht staan. Als het 's avonds langer licht is, wordt het schoolplein vaak gebruikt als speelplaats. Het risico op schade door rondhangende jeugd is groot. Schade aan schoolgebouwen leidt niet alleen tot verlies en beschadiging van uw bezit, ook emotioneel is de schade vaak niet te overzien. Om calamiteiten te voorkomen, geven wij u graag enkele adviezen om schade door vandalisme, inbraak en brandstichting in de vakantie zoveel mogelijk te beperken. Controlelijst Begin op tijd met het inventariseren van de risico's in en om de gebouwen. Vroegtijdige controle geeft u de mogelijkheid om extra maatregelen te nemen om schade te voorkomen. En mocht u er toch niet op tijd bij zijn, dan kunt u snel actie ondernemen om schade te laten herstellen. Verstopping van waterafvoer Verwijder afgevallen bladeren uit goten en maak putten van hemelwaterafvoeren vrij van blad en ander vuil. De meeste onderwijsgebouwen in Nederland hebben platte daken. Een verstopping van de hemelwaterafvoer kan grote schade toebrengen aan gebouw en inventaris. Wij adviseren u om regelmatig de waterafvoer putten op het schoolplein en rond de school te controleren en zonodig vrij te maken van zand en vuil om wateroverlast te voorkomen. Brievenbus Tijdens de vakantieperiode worden door jongeren soms brandende materialen door de brievenbus naar binnen gegooid. U kunt uw brievenbus in deze periode barricaderen of afplakken om te voorkomen dat brandbaar materiaal in het gebouw terecht komt. Om er zeker van te zijn dat u uw poststukken ontvangt, kunt u afspraken maken met postbedrijven over het tijdelijk 'vasthouden' of 'doorsturen' van de post in de vakantieperiode.
21 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Papier- en afvalcontainers Containers behoren in afgesloten ruimten te worden gestald. Als dit niet mogelijk is, zet dan uw containers niet tegen de gevel. Brand in een container kan gemakkelijk overslaan naar het gebouw. Containers die niet in een afgesloten ruimte kunnen worden opgeborgen, kunt u op een afstand van 10 meter of meer van het gebouw neerzetten. Zorg dat de container niet te verplaatsen is. Bijvoorbeeld door deze met een ketting en een slot vast te zetten. Om brandstichting in de container te voorkomen, sluit u het deksel van de container met een slot af. Afspraken met politie en bewakingsdienst Maak afspraken met de politie voor extra controle tijdens de vakantie. Is in uw gebouw een inbraakalarminstallatie aanwezig? Controleer op tijd bij de meldkamer of de adresgegevens en telefoonnummers van degene die bij een calamiteit gewaarschuwd moeten worden nog actueel zijn. Als u een contract heeft met een particuliere beveiligingsorganisatie, dan zou u kunnen overwegen om een tijdelijk contract af te sluiten voor frequentere surveillance tijdens de vakantieperiode. Sociale controle Maak afspraken met omwonenden wie zij kunnen waarschuwen bij calamiteiten rondom het gebouw. Vandalisme Jongeren hangen graag rond gebouwen en schuilen in portieken tegen wind en regen. Zorg ervoor dat donkere gedeelten van het gebouw zoals nissen en overkappingen goed verlicht zijn. Als er geen direct zicht is op gedeelten van het gebouw, adviseren wij u schrikverlichting aan te brengen. Deze verlichting gaat branden wanneer ze wordt ingeschakeld door een benaderingsdetector. Dit maakt sociale controle van omwonenden mogelijk. Herstel van schade Schade aan gebouwen leidt in de meeste gevallen tot meer vernielingen, waardoor de schade alleen maar groter wordt. Laat schade daarom voor de vakantieperiode repareren of vervangen. Wij adviseren u om vroegtijdig te controleren of gemaakte afspraken met uw schadeherstelbedrijf nog relevant zijn voor het aantal gebouwen. Hekwerken Controleer vroegtijdig of alle om de school geplaatste hekwerken en afscheidingen nog schadevrij zijn. Als deze beschadigd zijn, laat deze tijdig repareren. Inbraak De gelegenheid maakt de dief. Zorg dat alle waardevolle en belangrijke goederen niet in het zicht staan. Computers, beamers en andere apparatuur kunt u merken met verf of vastzetten, of buiten school - en kantoortijd opbergen in een afsluitbare, liefst inbraakvrije kast. Leveranciers Laat nieuwe goederen pas na de vakantie leveren. Door de drukte voor de vakantie is er vaak geen tijd om dozen uit te pakken en goederen te installeren. Vaak worden deze spullen in de originele doos met garantiebewijs opgeborgen. In deze vorm zijn goederen voor inbrekers zeer interessant en gemakkelijk te transporteren en te verhandelen.
22 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Vluchtwegen Bij brand moet u zo snel mogelijk het schoolgebouw kunnen verlaten. Maak gangen vrij van opslag zodat het gebouw snel kan worden ontruimd. Staan gangen vol met goederen, dan is de kans op letsel erg groot doordat mensen hierover kunnen struikelen en zich kunnen bezeren. Nooddeuren en uitgangen moeten vrij zijn van opslag en niet op slot zitten. Deuren kunnen voorzien worden van speciale sloten waarmee deze gemakkelijk van binnenuit te openen zijn. Een gebouw is vaak opgedeeld in rook - en brandcompartimenten. Bij een brand kunnen aanwezigen vluchten door een gedeelte dat vrij is van brand en rook. Deuren in de rook - en brandscheidingen moeten altijd dicht zijn. Het is aan te raden om van te voren te controleren of de deuren niet open worden gehouden door houten wiggen die onder de deur worden geschoven of met plantenbakken worden geblokkeerd. Noodverlichting en nooduitgangbordjes moeten duidelijk zichtbaar zijn en gecontroleerd worden op goede werking. Plafondplaten Plafondplaten in een systeemplafond worden bij werkzaamheden vaak verwijderd en niet meer terug geplaatst. Bij een brand zal rook zich tussen het vaste plafond en het systeemplafond door het gebouw heen verspreiden. Bij de aanwezigheid van een brand meldinstallatie zal de rook de melder niet bereiken. Zorg dat openingen in het plafond zijn gedicht, zodat op tijd alarm wordt gegeven. Technische ruimten Alle technische ruimten zoals de ruimte voor de centrale verwarming, meterkasten en computerruimten moeten vrij zijn van opslag. Deze ruimten worden gezien als ruimten met een verhoogd brandgevaar. De laatste dag voor de vakantie Sluitronde Het is aan te raden om op de laatste dag voor de vakantie een controleronde te lopen waarbij u op de volgende zaken let: • Brievenbus is afgesloten om te voorkomen dat brandende voorwerpen naar binnen wordt gegooid; • Alle ramen en deuren zijn afgesloten; • Buitenzonwering wordt opgetrokken; • Elektrische apparatuur en waardevolle goederen zijn opgeborgen in een afgesloten, liefst inbraakvrije kast; • Melders van de inbraakalarminstallatie hebben vrij zicht en worden niet geblokkeerd door gordijnen of versierselen; • Rondom het gebouw liggen geen losse goederen of voorwerpen als stenen en hout; • Papier- en afvalcontainers die niet in een afgesloten ruimte kunnen worden opgeborgen, zijn goed afgesloten en staan meer dan 10 meter van de gevel; • Containers worden vastgezet zodat deze niet te verplaatsen zijn.
Hans Kleinsmann
23 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Banksparen De afgelopen jaren zijn de verzekeraars en tussenpersonen regelmatig negatief in het nieuws geweest. Zij zouden in hun producten te hoge kosten hebben verstopt. Maar veel mensen werden door de fiscale regelgeving genoodzaakt om voor een ontslagvergoeding zaken te doen met een verzekeraar. Daarom ging de overheid op zoek naar een alternatief waarbij mensen ook via een spaar- of beleggingsrekening gebruik kunnen maken van de fiscale voordelen. Sinds 1 januari 2010 bestaat een mogelijkheid om zo'n rekening te gebruiken voor een ontslagvergoeding door middel van banksparen. Bij banksparen wordt het bedrag op een bijzondere spaar- en/of beleggingsrekening gestort. Het gaat dan om een geblokkeerde rekening en u mag niet vrij over het geld beschikken. Als u kiest voor banksparen, krijgt u uiteraard wel te maken met diverse regels. Zo moet u het tegoed op de rekening in meerdere termijnen met een gelijke tussenperiode van ten hoogste een jaar laten uitkeren. Bovendien moet de eerste termijn uiterlijk zijn uitgekeerd in het jaar dat u 65 wordt. Er geldt ook een minimum aantal jaren waarover u de uitkeringen moet spreiden, afhankelijk van uw leeftijd. Als u komt te overlijden terwijl er nog geld op de rekening staat, kan dat geld naar uw nabestaanden gaan. U kunt hierover afspraken maken bij het openen van de rekening. Ook hierbij stelt de fiscus overigens wel eisen aan de minimale periode waarin de termijnen worden uitgekeerd. Als de uitkering niet naar uw partner en/ of kinderen kan gaan, wordt u geacht op het moment van overlijden zelf de uitkering te hebben ontvangen. Het tegoed komt in dat geval na belastingheffing in zijn geheel ten goede aan uw erfgenamen. Voordeel van banksparen is dus dat uw tegoed nooit verdwijnt naar de verzekeraar of de bank. Een nadeel is dat u met de bank afspraken moet maken over het aantal termijnen. U kunt dus geen levenslange uitkering afspreken terwijl dat bij een verzekering wel mogelijk is.
Hans Kleinsmann
Regeling aanvullende bekostiging energiezuinigheid/binnenmilieu 2009-2010 Het bestuur van de VAP heeft diverse reacties ontvangen over de massale afwijzing van aanvragen die scholen hebben gedaan in het kader van de Regeling aanvullende bekostiging energiezuinigheid/binnenmilieu 2009-2010. Waar we dachten een financiële impuls te kunnen krijgen om het binnenmilieu van de scholen aan te pakken, heeft met name de tweede ronde nogal wat teleurstelling teweeg gebracht. Vrijwel geen enkele aanvraag in de tweede ronde is gehonoreerd, omdat de aanvragen in de eerste ronde het bekostigingsplafond al bereikt hadden, of beter gezegd: overschreden hadden. Alle aanvragen voor energiebesparende HF-armaturen ter vervanging van de conventionele TL-armaturen werden zelfs in de eerste ronde reeds afgewezen wegens het bereiken van het bekostigingsplafond. De constatering dat het totale subsidiebedrag van € 50.900.000 absoluut ontoereikend was om in de behoefte te voorzien, heeft het bestuur van de VAP aanleiding gegeven om één en
24 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
ander onder de aandacht te brengen van DUO Zoetermeer. De tekst van de brief waarmee dit is gedaan, treft u hieronder aan. We wachten het antwoord van DUO met spanning af en houden u op de hoogte via het VAPblad.
DUO Zoetermeer Postbus 606 2700 ML Zoetermeer
Kampen, 4 juni 2010
Betreft: Regeling aanvullende bekostiging energiezuinigheid/binnenmilieu 2009-2010
Geachte mevrouw, heer,
Op 8 juli 2009 is de hierboven genoemde CFI/OCW Regeling gepubliceerd met informatie over - zoals het in de volksmond is gaan heten - "Frisse Scholen". De regeling voorzag in een subsidieaanvraag in twee rondes en er was een subsidieplafond opgenomen. Scholen konden dus van te voren weten dat een aanvraag afgewezen zou kunnen worden. Als Vereniging voor Administratief Personeel bij het Onderwijs (VAP) hebben wij van diverse leden reacties ontvangen waaruit blijkt dat vrijwel geen enkele school in de tweede ronde in aanmerking is gekomen voor toekenning van subsidie voor het plaatsen van een luchtbehandelingsinstallatie. Dat is heel navrant, omdat de beoogde binnenklimaatverbetering nu achterwege zal blijven wegens gebrek aan financiële middelen. De scholen kunnen hierdoor niet aan de komende generatie laten zien dat binnenklimaatbeheersing en energiezuinigheid prioriteit genieten in het onderwijs. Bovendien is veel tijd en energie gestopt in de voorbereiding van de aanvragen. Voor de EBA-verklaring is per school een bedrag ad € 1.000 beschikbaar gesteld, maar de kosten die zijn gemaakt voor het verkrijgen van deze verklaring zijn vaak een factor vijf of hoger. Bij de VAP bestaat de indruk dat het beschikbaar gestelde budget veel te gering was om het - toch wel voorzienbare - grote aantal aanvragen te kunnen honoreren. De VAP verzoekt u dan ook dringend bij de onderhandelingen over het nieuwe regeerakkoord de uitdrukkelijke wens van het onderwijsveld om een nieuwe financiële impuls op te nemen. Dit opdat het mogelijk wordt om van alle scholen "Frisse Scholen" te maken. De VAP ziet met belangstelling uw reactie tegemoet. Daarvoor dank ik u bij voorbaat.
Met vriendelijke groet, H. Reuvekamp secretaris van de VAP
25 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Onderstaand het antwoord van DUO, ontvangen via e-mail:
----- Original Message ----From: “H.Kaspersen”
To: Sent: Wednesday, June 09, 2010 10:25 AM Subject: : Uw brief van 4-6-2010 aan DUO
Dit is een informatieverzoek van H.Kaspersen Geachte heer Reuvekamp Via DUO heb ik uw brief ontvangen van 4 juni jl. waarin u vraagt of OCW bij de onderhandelingen over een nieuwe regeerakkoord de wens om nieuwe middelen voor energiezuinigheid/binnenmilieu wil inbrengen. OCW/elk ander ministerie brengt echter geen wensen in bij de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord. Ik raad u dan ook aan uw signaal door te geven aan de VO-raad of direct bij politieke partijen die vervolgens dergelijke wensen bij de onderhandelingen over een regeerakkoord kenbaar kunnen maken. Ik ga er van uit dat ik hiermee uw brief van 4 juni 2010 genoegzaam heb beantwoord. Met vriendelijke groet, H. Kaspersen
26 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
VAN de leden Van collega Bart Herklots ontvingen we een brief naar aanleiding van een aanslag vennootschapsbelasting voor zijn school. Bart had in de laatste VAP-themadag in Utrecht al gemeld dat hij met de fiscus “in gesprek was” en dat hij de collega’s via het VAPblad op de hoogte zou houden van de ontwikkelingen. Hij heeft woord gehouden. De reactie van de Belastingdienst is integraal opgenomen.
Vennootschapsbelasting Beste collega’s, Alvorens ik een korte uiteenzetting zal geven over het onderwerp zal ik eerst onze school en mijzelf introduceren. De school is het Erasmus College te Zoetermeer, zijnde een Daltonschool voor mavo, havo, vwo en gymnasium, circa 1.550 leerlingen en 170 personeelsleden. De school valt, als enige school, onder een stichting met de naam “Stichting Samenwerkingsscholen Voortgezet Onderwijs Zoetermeer”. Waarom zo geregeld, dat gaat nu te ver, maar kent een historische achtergrond. Je kan het vergelijken met een dorp van 110 inwoners, met vier kroegen en drie kerken. Ik ben Bart Herklots, werkzaam sinds februari 2004 als hoofd bedrijfsvoering. Ruim twee jaar geleden werd ik spontaan verrast met een blauwe enveloppe met het verzoek voor opgave vennootschapsbelasting over 2004 op te geven, niet digitaal maar op papier. Ik heb toen alle getal-invulvelden ingevuld met bedrag nihil, want ik zag school niet als een onderneming die omzet draaide en winst maakte. Vrij snel daarop kreeg ik een ambtshalve aanslag over 2004 van ruim € 26.000,- inclusief boeterente. In de tussen tijd heb ik contact gezocht met onze belastingadviseur van Deloitte en zijn we in de pen geklommen om bezwaar te maken tegen deze aanslag. In de bijlage tref je het gehele verhaal aan. Noemenswaardig te vermelden is dat de inspecteur tot de aanslagen is gekomen omdat hij meende dat het eigen vermogen te hoog zou zijn. De verklaring waarom wordt ook vermeld in de bijlage (zie pagina 2, punt 5). Op voorhand is een aantal voorzichtige conclusies te trekken, geen bestemmingsreserves creëren, wel voorzieningen en langlopende en kortlopende verplichtingen. De commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie Don) heeft ook een aantal aanbevelingen die hiernaar verwijzen. Ik heb het document integraal toegevoegd, daar een resumé te bewerkelijk zal zijn en ik er vanuit ga dat een en ander in vertrouwen behandeld zal worden. Tot slot hoop ik dat jullie hier iets mee kunnen en is natuurlijk de derde partij, Deloitte, te allen tijde bereid te adviseren. Hartelijke groet, Bart Herklots Bijlage: brief van de Belastingdienst, d.d. 2 december 2009.
27 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
28 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
29 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
30 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
VAN DE RAYONS Vergaderdata rayons
Rayon A
29 september 2010
Rayon C
5 oktober 2010
Rayon D
4 november 2010
Rayon E
24 september 2010 en 10 december 2010
Mededelingen uit de VAP-rayons, opmerkingen en artikelen die kunnen worden geplaatst in het VAPblad, kunt u mailen naar: [email protected].
Impressies van de rayonvergaderingen Rayon A woensdag 2 december 2009 in Voorburg voorzitter: Wim Boevé notulist: Frank Lieffering
•
Aanwezig zijn 10 personen.
•
Functiemix Ervaringen worden uitgewisseld; loopt bij diverse scholen volgens schema; wordt vervolgd.
•
Subsidieregeling “Praktijkgerichte leeromgeving” De meeste scholen die subsidie in het kader van de Praktijkgerichte leeromgeving hebben ontvangen, hebben dit verantwoord. Bij de meeste scholen verlopen de controles voorspoedig en zijn er tot op heden geen opmerkelijke feiten.
•
Gratis schoolboeken Eén van de aanwezigen heeft naar zijn zeggen een opmerkelijke brief van Iddink ontvangen waarin wordt gesteld dat een verplichting tot afname bij hen bestaat. De vergadering vraagt zich af of deze brief door het hele land verspreid is of alleen binnen Zuid-Holland. Voorts komen de volgende aandachtspunten aan de orde: - controleerbaarheid na leveringen; - leerlingen die tussentijds vertrekken; - controle op retourfacturen is moeilijk; - het zelf ontwikkelen van leermateriaal (natuurlijk leren). De vergadering doet het voorstel om indien niet elke school met de rijksvergoeding uitkomt, een signaal via het VAP bestuur te laten uitgaan naar DUO.
•
BAPO Er komt definitief duidelijkheid over verwerking van de BAPO regeling in de jaarrekening. De baten en lasten van de BAPO zullen via de exploitatierekening gaan lopen. Het
31 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
ministerie van OCW heeft aan de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) het voornemen kenbaar gemaakt om de verwerking van de BAPO-regeling als periodekosten te regelen door een aanpassing van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO). Deze aanpassing betekent dat schoolbesturen de kosten van de BAPO regeling in principe via de jaarlijkse exploitatie van de scholen kunnen laten lopen. De RJ kan dat volgen, temeer daar een aanpassing van de RJO inzake de BAPO regeling een aanpassing betreft van wet- en regelgeving en derhalve van een hogere orde is dan de RJ richtlijnen.
Op 27 januari 2010 heeft de RJ werkgroep Onderwijsinstellingen nader overleg gevoerd met de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). In de praktijk is gebleken dat de BAPO regeling op basis van “RJ271 Personeelsbeloningen” voor meer interpretaties vatbaar is. Ook is vastgesteld dat er geen consensus is voor één verwerkingsmethodiek. Het is de taak van de RJ om richtlijnen voor de (jaar)verslaggeving te maken; het is niet diens taak om adviezen te verstrekken over de toepassing daarvan. Daarom ligt een aanpassing van RJ271 of RJ660 inzake deze specifieke problematiek niet voor de hand. Dat zou immers betekenen dat alle verschillende oplossingen moeten worden opgenomen. Het is van groot belang voor de sector dat de BAPO discussie wordt beëindigd en dat gekozen wordt voor helderheid en eenduidigheid. De onderwijsinstellingen zullen op korte termijn door het Ministerie nader worden geïnformeerd omtrent de definitieve verwerkingswijze van de BAPO regeling.
•
Schoolkosten/ouderbijdrage In het kort door de bocht komt het er op neer dat de ouderbijdrage vrijwillig is en alles wat verplicht is in principe onder de € 316 gratis lesmateriaal dient te vallen. Een goede uitleg is terug te vinden in de folder ‘Uw bijdrage aan de schoolkosten’: een publicatie van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO), de Landelijke Oudervereniging voor Bijzonder Onderwijs op algemene grondslag (LOBO),de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders (NKO), de Vereniging OUDERS & COO en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
32 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Rayon C dinsdag 8 juni 2010 in Vlaardingen voorzitter: Eric van Steen notulist: idem
• Aanwezig zijn 9 personen • Gastspreker Serge Jansen van vdW Subsidiedesk is uitgenodigd om een inleiding te houden over de controle op de juistheid van het vaststellen van de gedifferentieerde premie WGA. Bij de school van een rayoncollega is gebleken dat in 2006 een te hoge premie is doorberekend. Van de Belastingdienst heeft de school uiteindelijk een bedrag van ongeveer € 45.000 terugontvangen. Reden om een nadere toelichting te vernemen. De werkwijze van vdW Subsidiedesk is op basis van no-cure-no-pay. In de praktijk blijkt in het merendeel van de gevallen dat scholen teveel betalen en dat het zeker zinvol is om de juistheid van de betaalde premie te verifiëren. Het is voor een schooladministrateur haast ondoenlijk dit correct te doen, omdat er veel onderzoekwerk moet worden verricht. Ter vergadering bleek dat diverse collega's een dergelijk onderzoek reeds hebben laten uitvoeren, hetgeen inderdaad resulteerde in een restitutie. • Subsidieregeling “Praktijkgerichte leeromgeving” Uit de reportage van de heliview die ICS heeft verzorgd bij één van de scholen bleek dat er sprake zou zijn van een terugbetaling van niet-bestede subsidie. De definitieve beschikking van DUO vermeldde hierover echter niets. Sterker: de besteding van de verstrekte subsidie bleek op correcte wijze te hebben plaatsgevonden. • Accountantsverklaring Jaarrekening 2009 Bij een collega heeft de accountant in de standaardverklaring een alinea opgenomen waarin werd gesteld dat er sprake is van een niet rechtmatige besteding van rijksmiddelen omdat er geen Europese aanbesteding heeft plaatsgehad voor de schoolboeken. De school wacht de reactie van DUO af. • Regeling aanvullende bekostiging energiezuinigheid/binnenmilieu 2009-2010 Aanvragen die in de eerste ronde zijn ingediend, zijn - zij het gedeeltelijk - gehonoreerd. Alle aanvragen in de tweede ronde zijn afgewezen. Eén collega probeert de toegekende subsidie voor een van zijn schoolgebouwen aan te wenden voor aanpak binnenmilieu voor een van de ander gebouwen. Hij houdt ons van de ontwikkelingen op de hoogte.
33 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Rayon E vrijdag 11 december 2009 in Leek voorzitter: Ed Zietsma notulist: Halbe van der Wal
•
Aanwezig: 17 personen
•
Gastsprekers aan de orde komt het thema “Risicomanagement”, verzorgd door Geert Room en Anne Looijenga. Aan de hand van de eigen praktijk wordt één en ander toegelicht en wordt een verhandeling over het drie-fasenmodel gegeven.
•
VAP-themadag van 24 november 2009 Geconstateerd wordt dat de deelnemers uit ons rayon niet enthousiast over het geheel zijn. De presentaties liepen kwalitatief nogal uiteen en werden niet allemaal als nuttig ervaren. De kwalificaties “niet vernieuwend” en “een verloren dag” worden genoemd.
•
Gratis schoolboeken Vier scholen vragen een waarborgsom. Doel ervan is bewustwording te vormen bij ouders en leerlingen dat gratis boeken wel degelijk geld kost. Twee scholen laten de ouders een bruikleenovereenkomst tekenen. Voor de Europese aanbesteding worden nog twee tips genoemd: - probeer het niet zelf te doen; - denk er aan dat intern of extern boekenfonds twee verschillende dingen zijn en ieder om een eigen aanpak vragen. Rekenmachines zijn geen leermiddel en vallen buiten de aanbesteding. Licenties, steeds belangrijker in het digitale tijdperk, worden geacht uit de € 316,- te worden gefinancierd.
vrijdag 12 maart 2010 in Leek voorzitter: Ed Zietsma notulist: Andries IJbema •
Aanwezig zijn 19 personen
•
Vensters voor verantwoording Bij de presentatie gaan de e vensters open: we moeten en mogen verantwoording afleggen en hierdoor kunnen we het vertrouwen versterken. Aan de hand van twintig indicatoren zijn de prestaties van scholen zichtbaar voor een breed publiek van ouders, leerlingen en andere belangstellenden. Verreweg het merendeel van de informatie wordt gevuld vanuit de bekende cijfers bij diverse instanties, waaronder OCW, Inspectie en DUO-Groningen. Deze gegevens zijn ook goed te gebruiken voor de interne verantwoording. Op korte termijn wordt de verdere uitrol verwacht. De scholen kunnen dan direct aan de slag met de verdere invulling. De vergadering concludeert dat we ons voordeel kunnen doen met de beschikbare kengetallen.
34 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
•
BAPO Er is geen voorziening voor toekomstige BAPO meer nodig, omdat de kosten via de exploitatie kunnen blijven lopen. Dit geldt voor het verslagjaar 2010. Hoe er omgegaan moet worden met jubilea blijft nog onduidelijk.
•
Bezoldiging bestuurders/Centrale Directie Deze dienen, met namen genoemd, opgenomen te worden in het financieel jaarverslag.
•
Verklaring omtrent gedrag (VOG) De regels voor de VOG worden aangescherpt: deze is in het vervolg ook nodig voor vrijwilligers, stagiaires en projectwerkers. De noodzaak van een VOG geldt ook voor personeelsleden die al (heel) lang bij de organisatie werkzaam zijn, maar geen VOG in het dossier hebben. Goed om hier alert op te zijn.
•
Aanbesteding leermiddelen Geconcludeerd wordt dat de marktwerking bij schoolboeken bijna is verdwenen omdat er nog maar twee grote partijen overgebleven zijn: Iddink en Van Dijk. Veel scholen lopen aan tegen de verdeling intern: welke verdeelsleutel wordt toegepast? Scholen die aan ouders een borg vragen, kunnen met een behoorlijke administratieve last worden geconfronteerd bij de teruggave na zo’n vier à zes jaren omdat er veel wijzigingen in adres- en rekeninggegevens zullen zijn. Een alternatief kan zijn het aangaan van een bruikleenovereenkomst, met de mogelijkheid om jaarlijks de schade aan de boeken af te rekenen.
•
Voorziening onderhoud – lange termijn Via het meerjaren onderhoudsplan worden de kosten zo evenredig mogelijk over de jaren verdeeld en worden risico’s vooraf ingeschat. Ook zijn er collega’s die er voor kiezen de uitgaven voor groot onderhoud te activeren. De gemeenten ontvangen gelden van het Rijk voor renovatie en nieuwbouw V.O.; geconstateerd wordt dat deze gelden zeker niet volledig bij de scholen terecht komen.
•
Weerstandsvermogen - kapitalisatiefactor In het rapport van de commissie Don is aangegeven, dat het kengetal weerstandsvermogen te beperkt is. Voorgesteld wordt om te gaan werken met de kapitalisatiefactor, de factor wordt berekend uit het totale vermogen gedeeld door de totale baten. Mogelijk worden rijke scholen daarbij ‘afgeroomd’. De onderwijsinspectie is bezig met een onderzoek bij scholen, het verslag hiervan wordt afgewacht.
•
Finofix (financieel pakket) Er zijn drie scholen die met dit pakket werken; de stekker gaat er uit per 1 januari 2011. Bij de andere scholen wordt gebruik gemaakt van de pakketten AFAS en EXACT.
•
Premiekorting WAO/WGA Door een foutieve verwerking bij CASO wordt deze vermindering op de loonkosten gemist in het cumulatieve boekings- en kostenoverzicht; dit probleem geldt alleen voor 2009.
35 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Rayon G vrijdag 25 februari 2010 in Endhoven voorzitter: Fred van Loenen notulist: Jos Klaassen
•
Aanwezig: 14 personen
•
Gastspreker: Hans Pirovano Er moesten nog wat voorzieningen getroffen worden voordat Hans zijn presentatie kon beginnen, wat de collega’s in de gelegenheid stelde Hans te bestoken met allerhande vragen. Hij ging daar graag op in: - BAPO; Hoe nu verder? OC&W is er niet uitgekomen met de Raad voor de jaarverslaggeving. Daarop heeft het departement van OC&W besloten dat de BAPO-kosten in principe via de jaarlijkse exploitatie kunnen lopen. Dat betekent dat er geen voorziening meer hoeft te worden aangehouden. Voor 2009 moet nog wel volledig worden voldaan aan de regels die voor de jaarrekening 2008 en 2009 zijn opgesteld; dus de huidige voorzieningenstructuur moet gehandhaafd blijven en ook moet de berekening voor alle toekomstige BAPO lasten weer opgesteld worden. Hans wees verder op de informatiepagina van het Ministerie: www. ocw.nl onder “onderwijs wet- en regelgeving”, waar alle informatie voorhanden is en waar een model gedownload kan worden. Er blijft veel verwarring omtrent de opbouwmethodiek van de BAPO-voorziening. Ter vergadering wordt een tekst uitgereikt die op de website van VOS/ABB heeft gestaan en daar ook weer snel van is verdwenen. - Er volgde nog een vraag over het betaalritmeverschil in combinatie met de vordering op OCW die nog veel scholen op de balans hebben staan. De vordering was destijds een “uitvinding” van het Ministerie, die hierdoor een forse uitgave niet hoefde in te boeken. Eén van de collega’s geeft aan dat de salarisbetaling in december vanwege de eindejaarsuitkering een bom legt onder de liquiditeit en dat scholen dit zelf moeten voorschieten. Hans Pirovano geeft aan dat alle suggesties tot wijziging van het betaalritme wat hem betreft zeer welkom zijn. Vervolgens gaat Hans over tot zijn presentatie over XBRL. Na afloop ontving iedereen een hand-out. •
Aanbevelingen commissie Don In een brief van de Inspectie van het Onderwijs van 9 februari 2010 wordt aangekondigd dat de Minister en Staatssecretarissen van OCW de aanbevelingen van de commissie Don hebben overgenomen. In de brief wordt ook aangekondigd dat de Inspectie díe besturen gaat bezoeken die ofwel een hoge kapitalisatiefactor combineren met de kwalificatie zwakke of zeer zwakke school, ofwel instellingen die een excessief hoge kapitalisatiefactor hebben. In de periode 2010-2011 zullen hiervoor 400 schoolbesturen worden benaderd. Tevens wordt aangegeven of de aangeschreven instelling voor deze eerste groep is geselecteerd.
•
Vensters voor verantwoording: Twee scholen nemen deel aan de pilot “Vensters voor verantwoording”. De pilot is een initiatief van de VO-raad, waarbij scholen hun schoolresultaten kunnen presenteren en vergelijken met andere instellingen. Bij het definitief in de lucht gaan van de website is deze info voor iedereen beschikbaar. Niet alle in te vullen gegevens zijn even logisch gerangschikt; bij problemen kan de VO-raad worden ingeschakeld.
36 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
uit andere bronnen Sluitende aanpak gedeeltelijk arbeidsgeschikten PO en VO In een tijd van ‘alle zeilen bijzetten’ en vergrijzing van de beroepspopulatie is het belangrijk de inzetbaarheid van werknemers te verduurzamen. Het voorkomen van arbeids¬ongeschiktheid is misschien wel de eerste prioriteit. Een belangrijk middel hiertoe is het pre advies, onderdeel van de zogenoemde ‘sluitende aanpak gedeeltelijk arbeidsgeschikten’. In 2007 hebben de vakbonden en de minister van OCW overeenstemming bereikt over de Sluitende Aanpak Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten, die als doel heeft de reïntegratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten in het primair en voortgezet onderwijs te bevorderen. De aanpak is tweeledig: enerzijds het vroeg signaleren van potentiële instromers in de WGA (de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten, red.), anderzijds het voorkomen van instroom van gedeeltelijk arbeidsongeschikten in de WGAvervolguitkering. De sluitende aanpak is in plaats gekomen van de suppletieregeling die op 1 januari 2007 is komen te vervallen. De sluitende aanpak biedt drie praktische instrumenten om reïntegratie te bevorderen: pre advies (bij 12 maanden ziekte), aanvullend intensief trajectplan (na 24 maanden ziekte) en loonkostensubsidie (na 24 maanden ziekte). Het doel van het pre advies is de werkgever en de werknemer inzicht te geven in het reïntegratieplan. Is het plan reëel en adequaat? Tevens biedt het pre advies zonodig concrete aanbevelingen voor het vervolg en worden beide partijen geïnformeerd over mogelijke financiële consequenties na twee jaar ziekte. Het pre advies kan ook bijdragen aan betere communicatie tussen werkgever en werknemer. Het zorgt ervoor dat werkgever en werknemer de risico’s kennen van instroom in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en weten welke stappen gezet kunnen worden om ie risico’s te voorkomen. Onderzoekresultaten Uit onderzoek in het kader van de uitvoering van de Sluitende Aanpak Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten blijkt dat als gevolg van de beoordeling van de claims door het UWV jaarlijks ongeveer 525 werknemers uit het PO en VO een uitkering krijgen toegekend volgens de WIA. Van deze groep in het PO en VO valt ongeveer een vijfde onder de Wet inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA), circa de helft wordt volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt WGA en bijna 30% is gedeeltelijk arbeidsongeschikt WGA (WGA 35-80). Opvallend zijn de verschillen in de cijfers tussen PO en VO. In het PO hebben naar verhouding minder personen een IVA-uitkering en juist relatief veel meer personen een WGA 80-100 uitkering. In het VO is dat precies andersom. Het aandeel WGA 35-80 uitkeringen is ongeveer gelijk in beide sectoren. Binnen het PO en VO komen vrouwen naar verhouding minder vaak in de IVA dan mannen en meer in de WGA 35-80. De meeste personen die in de WIA instromen, zijn tussen de 46 en 55 jaar. De belangrijkste oorzaak ligt in psychische beperkingen, in het PO en VO geldt dat voor bijna de helft van de WGA’ers. De op één na grootste oorzaak van instroom in de WGA is kanker, direct gevolgd door een aandoening aan het bewegingsapparaat.
37 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
In de UWV-gegevens over 2006-2008 zien we dat ruwweg de helft van de personen met een WGA-35-80-uitkering voor 50% of meer van de restverdiencapaciteit werkt. Mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn (35-minners) werken weliswaar meer dan de helft, maar velen van hen zijn niet van hun gezondheidsklachten af. Een feit is dat de gezondheid van de meeste 35-minners te wensen over laat: het risico op hernieuwde uitval is reëel. Hernieuwde uitval maakt het re integratieproces ondoorzichtig, moeizaam en minder succesvol. De werkende 35-minners hebben al uren, ambities en salaris ingeleverd. Desondanks stellen zij, en met hen hun werkgevers, de vraag hoe lang het nog goed zal gaan. Er zijn onder de 35-minners die nu weer aan het werk zijn, wel méér mensen die zagen aankomen dat zij van het UWV het oordeel 35-min zouden krijgen dan onder niet-werkende 35-minners. Ook waren werkende 35-minners het vaker met die beoordeling eens. Dit illustreert het belang van het pre advies uit de Sluitende Aanpak. Niet aan het einde van de rit, maar zo snel mogelijk moeten de toekomstscenario’s en de kansen worden besproken.
Femke Reijenga en Tinka van Vuuren respectievelijk senior onderzoeker bij AStri en senior consultant bij Loyalis
De themadag van de VAP staat gepland op en omvat de volgende onderwerpen:
23 november 2010
Werkkostenregeling Het compleet nieuwe fiscale stelsel voor belastingvrije vergoedingen betekent (dit jaar) kiezen voor de overgangsregeling of voor de nieuwe regeling. Nu anticiperen loont! Met de invoering van de werkkostenregeling wordt het systeem van alle vergoedingen en verstrekkingen aan personeel ingrijpend gewijzigd. Complete digitale factuurverwerking. Inkoop- en factuurverwerkingsprocessen optimaal stroomlijnen. Overschakelen van papieren facturen naar e-facturering. Goed voor het milieu en voor de portemonnee van de organisatie.
Reserveer deze datum nu reeds in uw agenda.
38 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Inkoop scholen kan beter
Onderwijsinstellingen kunnen € 500 miljoen vrijspelen voor kerntaken ! Onderwijsinstellingen ontkomen niet aan de gevolgen van de huidige financiële crisis. Deze gevolgen zullen veelal vanaf schooljaar 2009-2010 merkbaar zijn. Daarbij komen nog afnemende leerlingaantallen en toenemende druk voor verantwoording publieke middelen. Redenen te over om meer professioneel in te kopen en aan te besteden. Onderwijsinstellingen kunnen minimaal 500 tot 750 miljoen euro besparen op uitgaven die niet tot de kerntaken behoren. Dit blijkt uit onderzoek door de Dienst Uitvoering Onderwijs. De overheidsuitgaven voor onderwijs bedragen op jaarbasis 30 miljard euro1. Analyse van jaarverslagen 20082 wijst uit dat gemiddeld 18,2% van alle uitgaven valt onder het direct beïnvloedbaar inkoopvolume. Een verdeling van dit direct beïnvloedbaar inkoopvolume naar sector geeft het volgende beeld:
Onderwijssector (landelijk)
bedrag
Percentage rentabiliteit landelijk 2008 1)
Potentiële kostenreductie minimaal3
Beïnvloedbaar inkoopvolume
in % van ned. totaal
primair onderwijs
1.942
35,6%
177,9
0,3%
voortgezet onderwijs
1.468
26,9%
134,4
1,2%
755
13,8%
69,2
beroeps- en volwassenen onderwijs
aoc´s roc´s
1,2% - /-0,9%
hoger onderwijs
475
8,7%
43,5
0,8%
wetenschappelijk onderwijs
820
15,0%
75,1
3,0%
5.460
100,0%
totaal
500,0
in miljoenen euro´s
Praktijkvoorbeelden laten duidelijk de effecten zien van meer professioneel inkopen: een grote onderwijsgroep in het voortgezet onderwijs toont aan dat 7,25% kostenreductie op het beïnvloedbaar inkoopvolume benodigd is om de Rentabiliteit te verbeteren van -/- 1,07% naar 0,0%. Een tweede case, ook in het Voortgezet Onderwijs, nu echter met een positieve rentabiliteit van 0,78%. Door de inkoop verder te professionaliseren realiseert deze onderwijsgroep minimaal 5% kostenreductie; het effect is een verbetering van de rentabiliteit met 96,4%. Jaarlijks wordt structureel 2 miljoen euro vrij gespeeld voor de kerntaken!
39 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Gelukkig blijkt de aandacht voor inkoop niet meer op zichzelf te staan en wordt steeds vaker in het instellingsbrede perspectief geplaatst. Daarbij wordt de inkoopfunctie allang niet meer alleen gezien als een manier om kosten te besparen. De toegevoegde waarde van een professionele inkoopfunctie ligt veel meer in het ondersteunen van alle instellingsonderdelen in het realiseren van hun doelstellingen. En dan blijkt dat ook de Controller (en de Financieel verantwoordelijke) meerdere belangen heeft bij zorgvuldig en juist inkopen: rechtmatigheid, doelmatigheid, extra vrijkomende middelen en verantwoording. Rechtmatig wil zeggen conform het eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid; basis daarbij is de (Europese) wet- en regelgeving. Het belang bij doelmatigheid volgt uit de bijdrage die de controller moet leveren als de efficiency van de eigen organisatie ter sprake komt. Daarnaast wordt van de controller ook een bijdrage verwacht in het vinden van slimme manieren om de uitgaven te beperken (besparingen realiseren in casu extra middelen vrijspelen voor de kerntaken). En tot slot de verantwoording: als gevolg van een efficiënt en effectief inkoopproces, professionele inkoop dus, kan de controller sneller, eenvoudiger en met hogere betrouwbaarheid rapporteren over de wijze waarop de organisatie inkoopt. Naast kostenbesparing komt steeds meer de focus op het creëren van waarden. De inkoopfunctie moet daartoe beleid en procedures uitwerken en de uitvoering daarvan regisseren. Daarbij moeten weerstanden in de organisatie overwonnen worden omdat ook het professionaliseren van inkoop een veranderingsproces is. De controller kan hierin een stimulerende rol vervullen in het waarborgen van de aandacht voor rechtmatig, effectief en efficiënt omgaan met publieke middelen.
Focus op professioneel inkopen en aanbesteden Onderwijsinstellingen kunnen dus meer geld vrijspelen voor de kerntaken. Kunnen meer professioneel inkopen door instrumenten in te zetten die op grotere schaal hun nut al bewezen hebben. Bijvoorbeeld het MSU+4 model zoals dit werd ontwikkeld vanuit het programma “Purchasing Excellence Publiek”. Het doel van dit programma was om via verbeterde inkoopprocessen de inkoopfunctie binnen de publieke sector te professionaliseren en aantoonbare kostenbesparingen te realiseren. “Benchmarking”, ofwel het vergelijken van (inkoop-)processen met de ‘besten’ en onderling met andere deelnemers vormt een integraal onderdeel van het programma. Het model is bedoeld voor alle organisaties binnen de publieke sector. Hieronder vallen onder andere ministeries, provincies, gemeenten, ZBO´s, waterschappen, en zorg- en onderwijsinstellingen. Wanneer een organisatie geen inkoopafdeling heeft, dan is dit niet het einde van het model. Het model bevat nog steeds relevante aspecten zolang er inkoop plaatsvindt. Zo zijn bij verschillende publieke organisaties de laatste jaren MSU+ -metingen uitgevoerd waaruit ook overduidelijk blijkt dat voor onderwijsinstellingen nog véél verbeterpotentieel is.
40 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
De gemiddelde volwassenheid per proces ligt op niveau 1,53 (publieke sector als geheel). De leiders scoren tussen de 1,6 en 4,7. Het is opvallend dat deze categorie van leiders met name uit ministeries en zorginstellingen bestaat; onderwijsinstellingen (scholen) daarentegen behoren tot de categorie “volgers” en scoren significant lager. De grotere organisaties uit het onderzoek scoren iets beter dan de kleinere organisaties.
Voorlichting professionalisering inkoop en Europees aanbesteden Er is een voorlichtingsteam opgericht waarin de expertise van verschillende partijen vertegenwoordigd wordt. Het team zet speciaal voor onderwijsinstellingen een kennisnetwerk op binnen het bestaande scholennetwerk van DUO. Het voorlichtingsteam gaat het land in om: • Inkoop- en aanbestedingskennis/-ervaring speciaal voor scholen op te sporen en te ontsluiten; • het virtuele platform van PIANOo actief te beheren en scholen activeren mee te doen (www.pianoo.nl); • scholen te stimuleren het PIANOo instrumentarium te gebruiken dat hen kan helpen bij aanbestedingen; • fysieke ontmoetingen te organiseren zoals regiobijeenkomsten en workshops. Contact of werkbezoek Voor vragen over Europees aanbesteden of het maken van een afspraak kunt u het voorlichtingsteam bereiken via het Ico (zie ook www.ocwduo.nl). Het team bestaat uit: Sander Beek, senior accountmanager, 06-55380246, [email protected] Herman Bunt, adviseur inkoop, 06-46111042, [email protected] Hanneke van Aken, projectondersteuner, 079 / 323 38 00, [email protected]
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Dienst Uitvoering Onderwijs
41 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Ambitie beter beloond De functiemix voor leerkrachten in het primair en speciaal onderwijs bij Stichting De Haagse Scholen (DHS). Hoe houden we goede leerkrachten in de klas? Hoe moedigen we leerkrachten aan om te blijven werken aan hun ontwikkeling? Dat zijn twee grote vragen voor onze organisatie. Voor De Haagse Scholen is onderwijskwaliteit het allerbelangrijkste. We weten dat voor die kwaliteit leerkrachtvaardigheden de belangrijkste factor zijn. Wij willen dat kinderen les krijgen van goede leerkrachten die willen werken aan hun eigen ontwikkeling en trots zijn op hun vak. De functiemix kan ons helpen die doelstelling te bereiken. De functiemix maakt het namelijk mogelijk dat leerkrachten doorgroeien naar een volgende salarisschaal. Goede leerkrachten met ambitie geven we graag een kans, met de bijbehorende beloning. Carrière maak je ook voor de klas, niet alleen in het management of in een gespecialiseerde functie buiten de klas, dat is onze boodschap. Wat de functiemix precies is, hoe we deze grote verandering in onze organisatie gaan doorvoeren én wat daarvan de gevolgen voor je zijn, leest je in dit artikel.
Overzicht verdeling salarisschalen nu en na introductie functiemix In 2008 was de situatie in het basisonderwijs landelijk als volgt: 99% van de leraren heeft een LA-schaal 1% van de leraren heeft een LB-schaal In 2008 was het binnen DHS in het basisonderwijs als volgt: 98,1% leraren in LA 1,4 % leraren in LB 0,2% leraren in LC 0,3% overige schalen
42 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Met een tussenstop in 2012 moet het in 2014 anders worden in het basisonderwijs: 70% LA in 2012 en 58% LA in 2014 28% LB in 2012 en 40% LB in 2014 2% LC in 2014 In 2008 was de situatie in het s(b)o landelijk als volgt: 0% van de leraren in een LA-schaal 98% van de leraren in een LB-schaal 2% in een LC-schaal Binnen het s(b)o bij DHS was het in 2008 als volgt: 0% LA 97,5% LB 1,3% LC 1,2% overige schalen Ook weer met een tussenstop in 2012, moet het in 2014 anders worden in het s(b)o: 0% LA 90% LB in 2012 en 86% LB in 2014 10% LC in 2012 en 14% LC in 2014 Waarom functiemix? Het beroep van leraar moet aantrekkelijker worden. Dat is de wens van het Ministerie van Onderwijs, maar ook zeker van degenen die werkzaam zijn als leraar. Daarom is landelijk een pakket aan maatregelen ontwikkeld. Maatregelen om het beroep van leraar meer aanzien te geven, zoals een beroepsvereniging en lerarenopleiding op universitair niveau. Maatregelen voor verdergaande professionalisering, zoals de wet BIO en een speciaal studiefonds voor leerkrachten. En last but not least: maatregelen om leraren beter te belonen. In die laatste categorie valt de functiemix: een grote, ingrijpende verandering die ervoor zorgt dat meer leraren in een hogere salarisschaal terechtkomen. Over de functiemix gaat deze brochure.
Nu krijgen bijna alle leraren in het basisonderwijs een salaris in schaal LA. De functiemix heeft tot doel dat in 2014 40% van de leraren in het basisonderwijs wordt beloond in schaal LB. In het speciaal (basis) onderwijs zitten de meeste leraren in schaal LB. Daarvan moet zo’n 10% tot 14% gaan doorstromen naar schaal LC. “Jezelf blijven ontwikkelen geeft een enorme kick!” Jos de Koning, directeur van de Inspecteur de Vriesschool (speciaal onderwijs) en De Haagse Beek (speciaal basisonderwijs) over de kansen die de functiemix het onderwijs en de leerkrachten biedt: “Ja, ik heb me al verdiept in de functiemix. Het is de bedoeling dat bij ons uiteindelijk ruim vier formatieplaatsen uitkomen in de LC-schaal. Dat is een goed begin, maar op dertig leerkrachten vind ik het nog maar weinig. Ik snap de maatregel: mensen die zich extra inzetten en die extra kwaliteit leveren worden beloond. Daardoor zullen meer mensen leerkracht willen worden en er is meer carrièreperspectief voor degenen die al werken in het onderwijs. Een prima zaak.” “Wat ik lastig vind is dat het op de schouders van de directeur neerkomt om te kiezen. Hoe kies je nou wie doorstroomt of wie niet? De kaders zijn bepaald in de landelijke regeling, de criteria zijn landelijk. Het is duidelijk, het gaat om de beste mensen voor de klas. Hoe ik het ga aanpakken? Leerkrachten kunnen solliciteren naar de LC-schaal. En dan beslis ik niet alleen, ik zorg dat er een sollicitatiecommissie komt. Met ook een vertegenwoordiging van de MR. Dan bepalen we de keuze op basis van de aantoonbare kennis, ervaring en inzet van de sollicitant. Dat is het voordeel van de bekwaamheidsdossiers: leerkrachten kunnen daarmee prima aantonen wat ze feitelijk hebben gedaan, wat hun opleiding en ervaring werkelijk is.” “De functiemix stimuleert het principe van ‘een leven lang leren’ en dat vind ik een heel goede zaak. Een leerkracht heeft de verantwoordelijkheid zich steeds te
blijven ontwikkelen. Dat kan door een HBO-plusopleiding, maar ook door actieve deelname aan studiemiddagen. Het gaat erom dat je steeds iets blijft doen. Dat doe ik zelf ook. Ik ben met behulp van coaching met mijn eigen verbeterpunten aan de slag gegaan. Het geeft je zo’n goed gevoel, zo’n enorme kick dat je jezelf weet te ontwikkelen en verbeteren. Je wordt trots op jezelf! En door de functiemix wordt die trots dan ook nog eens financieel beloond.” “Mijn tip aan de leerkrachten? Het allerbelangrijkste is dat je naar jezelf leert kijken. Waar sta je en waar wil je naartoe. Met een coach, met SVIB (School Video Interactie Begeleiding red.). Ik vind het knap dat jonge leerkrachten hun eigen verbeterpunten zo goed aan kunnen geven. Ik gun het meer ervaren leerkrachten dat ze ook vaker ‘in de spiegel’ leren kijken en zo aan zichzelf blijven werken.” Wat is het uitgangspunt? Het onderwijs is de meest vergrijsde sector van de Nederlandse economie. Veel leraren gaan met (pre)pensioen de komende jaren. Daardoor ontstaat niet alleen een kwantitatief tekort aan leraren, vanwege de uitstroom van ervaring komt ook de kwaliteit onder druk te staan. De instroom in Pabo’s is weliswaar gegroeid, maar niet voldoende . Daarnaast werden met name de reken- en taalvaardigheid van aanstaande leraren de laatste jaren regelmatig onderwerp van debat. Het Actieplan Leerkracht en de functiemix zijn instrumenten die als uitgangspunt hebben het leraarberoep aantrekkelijker te maken, goede mensen aan te trekken en de kwaliteit van het onderwijs en de leraar voor de klas te verhogen. De leraren in de hogere salarisschalen zijn in dit plan nu eens niet de managers, maar juist de ‘senior’ leraren. De beste, meest ervaren mensen moeten in de klas blijven, onder het motto ‘de beste handen aan het bord’.De Haagse Scholen onderschrijft de uitgangspunten van de functiemix volledig
43 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
en zal alles in het werk stellen om leraren te faciliteren om te werken aan hun eigen ontwikkeling en zo een betere positie te verwerven. Wat gaan we doen? De functiemix gaat officieel in per augustus 2010, dus bij de start van het komende schooljaar. Ieder jaar zal een aantal leerkrachten promotie maken van schaal LA naar schaal LB, of van schaal LB naar schaal LC. Per school zijn hiervoor streefcijfers afgesproken. Alle streefcijfers bij elkaar zorgen ervoor dat in 2014 zo’n 40% van de leerkrachten in het basisonderwijs is doorgegroeid naar schaal LB, en zo’n 10% van de leerkrachten in het speciaal onderwijs naar schaal LC. Om de functiemix goed in te richten binnen de school, gaat De Haagse Scholen functies beschrijven op de verschillende schaalniveaus. En om de vergelijking met de andere functies zuiver te houden ook de andere functies in de scholen opnieuw beschrijven. Functies met eigen kenmerken. Hoe de invulling van deze functies er precies uitziet, welke taken deze LA-, LB- en LCfuncties in zich hebben, is afhankelijk van de visie en de behoefte op schoolniveau. De ene school zal bijvoorbeeld behoefte hebben aan een taalspecialist, de andere school aan een leerkracht die bijzonder deskundig is op het gebied van het jonge kind. De functiebeschrijvingen en de functiewaarderingen staan straks voor de hele organisatie vast en zijn voor alle scholen hetzelfde. De invulling van de functies kan per school verschillen. Als deze functies met taakkenmerken helder zijn beschreven, wordt het makkelijker om te beoordelen of een leerkracht in aanmerking kan komen voor een hogere functie. Daarvoor heb je per functieniveau onderscheidende criteria nodig. De belangrijkste zijn: opleiding, takenpakket, specialisme en verantwoordelijkheden.
44 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Opleiding Hieronder verstaan we de mate waarin de leerkracht extra opleidingen heeft gevolgd in aanvulling op de HBO-opleiding van de Pabo. Niet alleen HBO-master opleidingen of een wetenschappelijke opleiding aan de universiteit is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een hogere schaal, maar ook bijvoorbeeld deelname aan extra cursussen en aan opleidingsdagen kunnen kwalificeren voor het criterium HBO+. Deze gegevens zijn vastgelegd in het bekwaamheidsdossier van de leerkracht. En ze zullen duidelijk worden uitgewerkt voor de scholen. Het takenpakket en het specialisme Sommige leerkrachten voeren specifieke, complexe taken uit, waarvoor een specialisme nodig is of waarvoor men een zware verantwoordelijkheid moet dragen. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van het rekenbeleid op school. Sommige leerkrachten hebben zich gespecialiseerd in één of enkele vakgebied(en), waarin zij op school als specialist worden beschouwd en een beleidsbepalende functie vervullen. Ook hiervoor geldt dat de opleidingen en nascholingen die de leerkracht tot specialist hebben gemaakt, zijn opgenomen in het bekwaamheidsdossier. Wezenlijk voor het realiseren van de doelstelling is dat de leraar die in aanmerking komt voor bevordering naar LB of LC ook echt als leraar werkt. Daarom is er de eis dat deze leraar minimaal 50% van de tijd daadwerkelijk lesgeeft. En dat lesgeven combineert met het specialisme en de andere taken binnen de school. Op schoolniveau is er formatiebeleid (welke functies zijn in de school aanwezig?), taakbeleid (welke taken worden verricht binnen welke functies?) en zijn er bekwaamheidsdossiers per leerkracht (welke opleidingen en nascholingen heeft de leerkracht gedaan?). Voor een deel is dit bestaand beleid, dat op de ene school verder in ontwikkeling
is dan op de andere. Voor een deel is het ook nieuw beleid, dat in het licht van de functiemix wordt ontwikkeld en verfijnd. Uitvoering Centraal bij De Haagse Scholen is een aantal organisatorische maatregelen genomen, dat ervoor moet zorgen dat de functiemix rechtvaardig, open, eerlijk en met gelijke behandeling voor iedereen kan worden ingevoerd. Want dat is een heel belangrijk uitgangspunt. De functiemix is bedoeld als stimulans voor beter onderwijs, niet bedoeld om mensen het gevoel te geven dat ze niet goed zijn behandeld of onvoldoende op waarde zijn geschat. 1. Binnen DHS wordt een limitatieve lijst van functies gemaakt, met functie beschrijvingen en functiewaarderingen volgens een landelijk systeem. Die zijn voor alle medewerkers van toepassing. Dat is het functiebouwhuis. 2. Elke school maakt een formatieplaatje, waarin zichtbaar wordt hoeveel LA, LB en LC-functies en andere functies in de school structureel aanwezig zijn. 3. Elke school maakt een plan van aanpak waarin beschreven staat hoe de school met de functiemix aan het werk gaat. Dat plan van aanpak moet de schooldirecteur bespreken met de medewerkers en de MR. 4. De Haagse Scholen krijgt een systeem waarin de BIO-competenties, functiebeschrijvingen en de cyclus en instrumenten van functioneringsen beoordelingsgesprekken zijn opgenomen. Dat systeem is voor alle scholen gelijk. 5. Scholen werken met bekwaamheidsdossiers voor alle leerkrachten. 6. Er komt een procedure die voor iedereen op dezelfde manier beschrijft hoe de plaatsing, bevordering en sollicitatie naar een hogere functie plaatsvindt. Voorafgaand aan bevordering van een leerkracht naar een hogere schaal vindt een beoordelingsprocedure plaats.
Die geeft een duidelijk beeld van de taakvervulling en de potentie van de leerkracht. 7. Leerkrachten die zich verder willen ontwikkelen door scholing, kunnen hiervoor subsidie aanvragen bij de IBGroep voor de Lerarenbeurs. Elk jaar is er een korte periode waarin dat kan. 8. De verwachting is dat jaarlijks binnen DHS vacatures komen voor LB- respectievelijk LC-leerkrachten, waar men op kan solliciteren. DHS wil daarvoor een heldere procedure maken. Hoe gaat het lukken? Om de functiemix tot een succes te maken, moet De Haagse Scholen aan een aantal randvoorwaarden voldoen. Beleid op een aantal onderdelen is dan ook een voorwaarde. Een paar van deze vragen en antwoorden zijn: Meer dan alleen de functiemix is ingezet om de positie van leraren te verbeteren, wat is dat precies? De regering heeft er ook voor gekozen om de lengte van de lerarenschalen in te korten, zodat men eerder op het schaalmaximum zit. Bij sommige functies is ook een uitloopvergoeding mogelijk voor mensen die al op het maximum van de schaal zitten. In de CAO zijn afspraken gemaakt om jaarlijkse uitkeringen op te hogen en de positie van onder meer adjunct-directeuren en directeuren met extra toelagen te verbeteren. Hoe zorgen we ervoor dat de functiemix zo goed mogelijk bijdraagt aan het verbeteren van de onderwijsprestaties van de leerlingen? Door een organisatieplaatje te maken per school, door als uitgangspunt te formuleren dat de beste mensen voor de klas staan, een takenpakket hebben dat past bij hun specialisme en vervolgopleiding na de Pabo. Welke criteria worden vastgesteld om leraren te bevorderen naar een hogere schaal?
45 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Deze criteria worden vastgelegd in de functiebeschrijvingen die binnen De Haagse Scholen worden vastgesteld. Dat gaat gebeuren in het functiebouwhuis. Hoe wordt bepaald welke leraren het best voldoen aan de criteria voor bevordering? Het takenpakket van de leerkracht, de kennis en competenties en het opleidingsniveau van de leerkracht worden vergeleken met de functiebeschrijvingen. De directeur kan dat doen. De directeur kan er ook voor kiezen dit niet alleen te doen, maar daar een commissie binnen de school voor in te richten. De allerbelangrijkste factor voor succes van de functiemix bestaat natuurlijk uit de leerkrachten zelf. De functiemix wil ambitie, durf en kwaliteit belonen. Leerkrachten die trots zijn op hun vak, graag voor de groep staan en zich willen blijven ontwikkelen, krijgen met de functiemix een kans om door te groeien, verdere opleiding te volgen ten bate van de school maar vooral voor hun leerlingen.
Functiemix maakt leerkrachten trotser op hun vak Wiely Hendricks en Ettina Geerlings over het belang van de functiemix voor De Haagse Scholen. “De functiemix is een belangrijk nieuw instrument in ons onderwijs,” vertelt Wiely Hendricks, algemeen directeur van De Haagse Scholen. “Het maakt het mogelijk voor leerkrachten om door te stromen naar een functie met meer complexiteit en verantwoordelijkheid. Uiteraard met bijpassend salaris. Leerkrachten in het basisonderwijs kunnen van schaal LA doorgroeien naar schaal LB. In het speciaal onderwijs is de mogelijkheid om van LB naar LC te gaan. Op die manier krijgt het vak van leerkracht letterlijk meer gewicht: door bewezen deskundigheid worden ze eigenlijk een soort ‘senior-leerkracht’.”
46 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Hoe selecteren scholen leerkrachten voor de hogere functie? “Daar gaat een flinke procedure aan vooraf,” vertelt Ettina Geerlings, adjunct-directeur De Haagse Scholen en verantwoordelijk voor de portefeuille personeelsbeleid. “Je stroomt niet zomaar door. Leerkrachten kunnen in aanmerking komen voor de LB- of LC-functie op grond van hun opleiding, de mate waarin ze gespecialiseerd zijn of willen worden, en de complexiteit van hun takenpakket. Met het bekwaamheidsdossier en de normjaartaak kunnen zij zelf hun opleiding, specialisatie en takenpakket aantonen.” “Hier ligt een echte kans voor ambitieuze leerkrachten,” vult Wiely Hendricks aan. “Het is een uitdaging om je verder in je vak te verdiepen, je vak nog interessanter te maken. Als je verder wilt leren is daar ook geld voor. Via de Lerarenbeurs kun je subsidie aanvragen. Scholen kunnen er in bijdragen. Schooldirecteuren weten daar meer over, maar ook onze personeelsadviseurs op het bestuurskantoor kunnen helpen bij een aanvraag.” Ettina Geerlings: “Er komt volgend jaar hoogstwaarschijnlijk ook een Toolkit beschikbaar op alle scholen, die directeuren en leerkrachten helpt de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken makkelijker te doorlopen. Deze Toolkit helpt ook bij de selectie van leerkrachten die potentieel kunnen doorstromen. Als leerkracht mag je van je directeur dan ook ondersteuning en stimulans verwachten, én beleid op wat nodig is in de school qua specialismen. Zodat jij als leerkracht daar weer je opleidingsplan op kunt afstemmen.” Wiely Hendricks: “Ik hoop dat de functiemix ertoe leidt dat wij als organisatie een duwtje in de rug krijgen als het gaat om professionalisering. In onze scholen wordt dagelijks hard gewerkt aan de ontwikkeling van onze leerlingen. Het is niet meer dan logisch dat wij ook aan onszelf werken, om deze verantwoordelijke taak zo goed
mogelijk uit te voeren. Dat gebeurt uiteraard nu al elke dag. Het actieplan geeft een goede extra mogelijkheid. Ik hoop van harte dat onze medewerkers deze kans pakken.” Tijdpad In augustus 2010 gaat de functiemix officieel van start. In voorbereiding daarop zullen tussen eind 2009 en de zomer van 2010 het functiebouwhuis, de procedures en de instrumenten in gereedheid worden gebracht. En zullen alle mensen die ermee aan de slag moeten uitvoerig worden geïnformeerd. Het bestuurskantoor heeft het initiatief en overlegt met de klankbordgroep personeel, de schooldirecteuren, de GMR en met het bestuur van DHS over de beleidsrichting en de te maken keuzes. Dat bespreken van de voorstellen gaat plaatsvinden in het voorjaar, zodat alles voor het nieuwe schooljaar op tijd klaar is. In de tussentijd staan we niet stil. Ook nu al zijn er scholen die in de begroting van de school ruimte hebben gemaakt voor LB-functionarissen en een start hebben gemaakt met gesprekken met medewerkers over bevordering. Dat kan ook, er zijn immers al (voorlopige) functiebeschrijvingen van toepassing voor de lerarenfuncties.
Het bestuurskantoor zal de directeuren van de scholen, de MR-en en de GMR voortdurend op de hoogte houden van wat er gebeurt, welke rol zij daar in hebben en op welke punten besluiten moeten vallen. In ieder geval zullen in het voorjaar in één van de managementbijeenkomsten de schooldirecteuren in de gelegenheid zijn het hele pakket aan plannen, keuzes en instrumenten uitvoerig te bespreken. Er zijn allerlei bronnen en websites waar meer informatie te vinden is over de functiemix. Hieronder de belangrijkste: • • • • •
De CAO PO 2009 www.aob.nl www.poraad.nl www.functiemix.minocw.nl www.ib-groep.nl (lerarenbeurs)
Dit is een uitgave van De Haagse Scholen De Haagse Scholen Stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Postbus 61454 2506 AL Den Haag www.dehaagsescholen.nl
Tussen 2010 en 2014 moet de functiemix zijn beslag krijgen. Dat betekent dat de scholen elk jaar werken aan de invulling van de formatieplaatjes en het realiseren van financiële mogelijkheden om mensen beter te belonen. Informatie Alle documenten die van belang zijn voor de functiemix en de overige maatregelen in het kader van het Actieplan Leerkracht en die vastgesteld en openbaar zijn, worden geplaatst op het intranet van De Haagse Scholen. Het bestuurskantoor en met name de personeelsadviseurs zijn beschikbaar voor het beantwoorden van vragen. Dit geldt voor zowel de schoolleiding als voor de leerkrachten.
47 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Veel belangstelling voor Vensters voor Verantwoording Betrouwbare informatie als basis voor dialoog met belanghebbenden, Politiek, mensen op straat, Opbrengstenkant van de inspectie of de lijstjes in Trouw en Elsevier. Vrijwel iedereen heeft een mening over onderwijs. We hebben oordelen en vooroordelen. Gevolg: een stortvloed aan vaak ongenuanceerde en onvolledige verhalen. Scholen hebben daar last van: Over het onderwijs wordt veel gezegd. Het is tijd dat ook door het voortgezet onderwijs wordt aangegeven waar het goed gaat, waar we trots op mogen zijn en ook waar het beter kan. Met Vensters voor Verantwoording wil de VO-raad de regie over de discussie rondom het onderwijs weer terugleggen bij scholen. Het systeem van Vensters voor Verantwoording is geen doel op zich. Het is bedoeld als instrument voor scholen, aan de hand waarvan zij het gesprek kunnen aangaan met hun belanghebbenden. Vensters voor Verantwoording is een project van de VO-raad, waarbij alle cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs wordt verzameld in één systeem. Deze informatie, afkomstig van bijvoorbeeld DUO (voorheen Cfi), Onderwijsinspectie en van de scholen zelf, wordt bewerkt en gevisualiseerd. Scholen kunnen de cijfers van een eigen toelichting voorzien en vervolgens de gegevens over hun eigen school via een link publiceren op hun website. Resultaten worden vergeleken met landelijke gemiddelden. Scholen kunnen ook een toelichting geven op gepubliceerde cijfers en feiten. Het resultaat is een genuanceerder en completer beeld van het onderwijs. Daardoor wordt een gesprek met belanghebbenden ‘praten op basis van feiten’, in plaats van ‘reageren op basis van vermoedens’. Twintig indicatoren Vensters geeft een beeld van de schoolprestaties aan de hand van twintig indicatoren, verdeeld over de volgende thema’s: • Algemeen (algemene gegevens school, marktaandeel/voedingsgebied, aantal leerlingen, profiel- en sectorkeuze) • Resultaten (slagingspercentage, examencijfers, doorstroom en uitstroom, tussentijds van school) • Onderwijsbeleid (schoolplan, zorgplan, samenwerkingsverbanden, onderwijstijd, kenmerken leerlingen) • Kwaliteit (tevredenheid van leerlingen en ouders, toeleverend en afnemend onderwijs, schoolklimaat en veiligheid, resultaten externe evaluaties) • Bedrijfsvoering (financiën, schoolkosten, personeel, ziekteverzuim, scholingsuitgaven. Verhouding leerlingaantal / personeel) De informatie uit Vensters wordt op verschillende manieren gepubliceerd: • SchoolVenster. Scholen die al hun indicatoren hebben gevuld, kunnen de eigen gegevens eenvoudig publiceren (via een link) op de website van de school. Deze schoolcijfers zijn voorzien van een generieke benchmark • ManagementVenster. Scholen die hun SchoolVenster online hebben, krijgen de beschikking over een managementinformatiesysteem, dat de komende jaren steeds verder zal uitbreiden. Hier kan dieper wordt ingezoomd en uitgebreid worden gebenchmarkt. • Benchmark VO. Eind 2010 gaat de landelijke website www.benchmarkvo.nl online, met daarin de informatie over het VO op sectorniveau. 48 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Minder werkdruk De waarde van Vensters voor Verantwoording groeit naarmate het vullen van de indicatoren op andere gebieden minder werkdruk oplevert. • Met de Inspectie is afgesproken dat scholen de informatie uit Vensters niet meer apart hoeven aan te leveren bij de Inspectie en dat scholen, die hun indicatoren gevuld hebben, minder bevraagd zullen worden. • Op basis van de informatie uit het systeem, kunnen scholen via Vensters een ruwe versie van een jaarverslag genereren. • Scholen kunnen al in september beschikken over de voorlopige examenresultaten (en de benchmark) van het voorbije schooljaar. Nog niet volmaakt Het doel van Vensters is om data en andere gegevens uit verschillende bronnen online te visualiseren, zodat belanghebbenden van de VO-scholen een beeld krijgen hoe de schoolprestaties zijn. “Bij het verzamelen en verwerken zijn we de afgelopen twee jaar gestuit op tal van problemen. Gaandeweg lossen we die problemen op”, zegt Thea van de Idsert, projectleider van Vensters. “De belangrijkste reden daarvoor is dat we, juist door de scholen erbij te betrekken,tot oplossingen komen die we in een laboratoriumsituatie nooit kunnen realiseren. Het ideale en complete beeld, dat volledig recht doet aan de werkelijkheid, is er nog niet. Maar we zijn al een heel eind gevorderd.” Aan de slag Scholen die aan de slag willen met Vensters voor Verantwoording, kunnen een handleiding opvragen via [email protected]. Meer informatie op www.venstersvoorverantwoording.nl.
49 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Interessante websites Over afwikkeling van schulden: • www.juridischloket.nl • www.nibud.nl • www.zelfjeschuldenregelen.nl Gratis whitepapers kunt u opvragen: • www.hrstrategie.nl U vindt de volgende whitepapers in de rechterkolom van de homepage : • Het organiseren van innovatie • Effectief (re)organiseren • Performance & Change Monitor • Trends in HRM: voorbij de crisis De site geeft ook samenvattingen van recent verschenen publicaties en rapporten op HR- gebied. Deze rapporten kunt u downloaden op www.hrstrategie.nl/research Werkvermogen meten De Work Ability Index (WAI) wordt in Nederland steeds meer ingezet. De WAI is een vragenlijst die het werkvermogen meet, de mate waarin de werknemer lichamelijk en geestelijk in staat is zijn werk uit te voeren. Onderzoek in Finland toont aan dat WAI een sterk voorspellend vermogen heeft voor arbeidsongeschiktheid. Meer informatie op www.blikopwerk.nl Carpoolen met het Vanpool-concept, (vanpool.com) Met Vanpool worden werknemers vanaf huis opgehaald, voor de deur van de organisatie afgezet en aan het eind van de dag terug. Een abonnement van minimaal drie dagen per week, kost niet meer dan een treinabonnement 2e klas, maar dan wel één met zitplaatsgarantie. De auto biedt ruimte aan zes forensen. Eén van hen is de chauffeur. Die krijgt daar een vergoeding voor en een training om verantwoord op vluchtstroken te mogen rijden. Het concept bestaat sinds 2005 in Nederland. Verkeer.advies wil de deelname aan Vanpool vergroten. Verkeer.advies is een stichting die samenwerkt met werkgeversorganisaties, overheden en vervoermaatschappijen. Zij wil werknemers bewegen tot filevriendelijke alternatieven in hun woon-werkverkeer. Verkeer.advies is bereikbaar via www.verkeeradvies.nl Het nieuwe werken Het nieuwe werken is een andere manier van samenwerken, ondersteund door de laatste technologie. Het boek aan de slag met Het Nieuwe Werken is gratis te downloaden op www.aandeslagmethnw.nl
Hans Kleinsmann
50 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
Leden VAP Ledenmutaties per 1 juni 2010 Naam
Adres
PC en Woonplaats
Aanmeldingen mevrouw L. Locher-Selier p/a Fruinlaan 15 2313 EP Leiden de heer J. Meiboom p/a Karmozijnstraat 2 2284 GA Rijswijk mevrouw B.G.S.M. Smoutvan Adrichem p/a Alexandriëstraat 40 3067 MR Rotterdam Afmeldingen de heer J.P. Cantin p/a Dorpsstraat 2 1182 JD Amstelveen de heer H. Goudbeek Pinksterbloemstraat 64 7731 XC Ommen de heer H. Hagedoorn Oringerbrink 148 7812 JX Emmen de heer H.D. Jol p/a Postbus 45 2400 AL Alphen a/d Rijn mevrouw M.F Keek-Ketelaar Kortewater 141 1069 GG Amsterdam mevrouw M.C. Koudenburg Sportlaan 85 3135 GS Vlaardingen de heer H. Kuijpers Griegstraat 5 3281 TT Numansdorp de heer H. Nagelhout Kadijkselaan 15 2861 CG Bergambacht mevrouw J. Schouten p/a Karmozijnstraat 2 2284 GA Rijswijk de heer A. Vije p/a Karmozijnstraat 2 2284 GA Rijswijk
Rayon
A A C
B D D D B C C C A A
Correcties/wijzigingen de heer M. Baars v/h p/a Postbus 702 2270 AS Voorburg wordt p/a Saffierhorst 105 2592 GK Den Haag A de heer L. Boessenkool v/h Luzernestraat 23 2153 GM Nieuw Vennep wordt p/a Postbus 85246 3508 AE Utrecht D P. Bovenkerk v/h Burg. Hogguerstraat 2A 1064 EB Amsterdam wordt p/a Postbus 90403 1006 BK Amsterdam B de heer K. v.d. Ende v/h p/a Postbus 702 2270 AS Voorburg wordt p/a Saffierhorst 105 2592 GK Den Haag A de heer S. Hendriks v/h p/a Postbus 40 7700 AA Hardenberg wordt P.J. Oudstraat 5 8091 XG Wezep D de heer F. Lieffering v/h p/a Postbus 702 2270 AS Voorburg wordt p/a Saffierhorst 105 2592 GK Den Haag A de heer A.C. Muizelaar v/h A. Boekenweg 3 1333 VD Almere wordt p/a Louis Armstrongweg 120 1311 RL Almere D J.L. Vreeke, Nehalennia SSG v/h W. Teellinckstraat 15 4335 CS Middelburg wordt p/a Postbus 83 4330 AB Middelburg C
51 VAPblad nr. 363, 2 kwartaal 2010 e
Aanmelden nieuwe leden De VAP brengt al vele jaren deskundigen op eigen terrein bij elkaar aan tafel. Als beroepsgroep treedt de VAP adviserend op naar de overheid en besturen/werkgeversorganisaties. Onze stem wordt gehoord, onze mening gerespecteerd. Als lid ontvangt u ieder kwartaal de informatie in ons VAPblad en bezoekt u regelmatig themadagen, cursussen, lezingen en natuurlijk de VAP-Rayonvergaderingen. Daar worden ervaringen uitgewisseld, “hot-items” besproken en zoeken we op collegiale wijze oplossingen voor gezamenlijke problemen. Voorts houdt de VAP voor haar leden jaarlijks een drukbezochte Algemene Ledenvergadering. Samen sterk: Dat is de VAP. De jaarlijkse contributie bedraagt slechts € 110,-. Voor een bureaulidmaatschap bedraagt de contributie € 350,- per jaar. Daarbij kunnen vijf functionarissen van dezelfde organisatie lid van de VAP zijn. Sluit u aan bij dit netwerk van professionals. U kunt u aanmelden door onderstaand formulier in te vullen en op te sturen naar de secretaris van de VAP: H. Reuvekamp, Nijverheidsstraat 12, 8263 AL KAMPEN.
Aanmeldingsformulier Persoonlijke gegevens Naam Functie Werkzaam bij Adres instelling Postcode en woonplaats instelling Telefoon instelling/school Adres privé Postcode en woonplaats privé E-mail adres Voorkeuradressering privé/school* Datum * s.v.p. doorhalen wat niet van toepassing is 52 VAPblad nr. 363, 2e kwartaal 2010
m/v*
Orgaan van de vereniging van administratief personeel bij het onderwijs Dagelijks Bestuur Jouke de Jong, voorzitter Reiger 33, 8103 AL Raalte Wim Boevé, vice-voorzitter Beelaertspark 22, 2731 AC Benthuizen Henk Reuvekamp, secretaris Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Eric van Steen, penningmeester Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Rabobank 18.24.76.243 t.n.v. VAP Redactie Hans Kleinsmann Eric van Steen Arnold Zadelberg Redactie-adres Vossenberg 9 4841 JB Prinsenbeek Telefoon 06-51 21 76 98 E-mail: [email protected]
Hoewel de redactie streeft naar betrouwbaarheid, kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de gepubliceerde informatie. De eigen publicaties mogen verspreid worden mits bronvermelding plaatsvindt. Ledenmutaties Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Opgave advertenties aan het redactie-adres. Abonnementsprijs € 75,- per jaar. Opmaak: Vormplus, Vlaardingen Druk: Stout grafische dienstverlening, Vlaardingen 56e jaargang 2e kwartaal 2010 nr. 363/2010 ISSN 1383-052X
56e jaargang
VAPblad
www.vap-onderwijs.nl
3/2010 2010 | nr. 36
derwijs
eel bij het on
atief person n administr
reniging va
d van de ve
Kwartaalbla
al | 2e kwarta