54e jaargang
al | 3e kwarta
6/2008 2008 | nr. 35
Creativiteit ...is één van onze PLUSpunten!
renigin
d van de ve
Kwartaalbla
ersoneel bij
istratief p g van admin
VAPblad
Concept Ontwerp Vormgeving Fotografie
Bel of mail voor een vrijblijvende afspraak met Richard Kok
VOOR ONDERWIJS EN EDUCATIE
Schiedamseweg 57-6 | 3134 BB Vlaardingen | t/f (010) 234 35 22 E-mail:
[email protected]
ijs
het onderw
www.vap-onderwijs.nl
Orgaan van de vereniging van administratief personeel bij het onderwijs Dagelijks Bestuur Jouke de Jong, voorzitter Reiger 33 8103 AL Raalte Wim Boevé, vice-voorzitter Beelaertspark 22, 2731 AC Benthuizen Henk Reuvekamp, secretaris Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Eric van Steen, penningmeester Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Rabobank 18.24.76.243 t.n.v. VAP Redactie Jack Adriaans Ed van den Bosch Hans Kleinsmann Eric van Steen Arnold Zadelberg Redactie-adres Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Telefoon 06-51 21 76 98 E-mail:
[email protected]
Hoewel de redactie streeft naar betrouwbaarheid, kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de gepubliceerde informatie. De eigen publicaties mogen verspreid worden mits bronvermelding plaatsvindt. Ledenmutaties Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Opgave advertenties aan het redactie-adres. Abonnementsprijs € 75,- per jaar. Opmaak: Vormplus, Vlaardingen Druk: Stout grafische dienstverlening, Vlaardingen 54e jaargang 3e kwartaal 2008 nr. 356/2008 ISSN 1383-052X
renigin
d van de ve
Kwartaalbla
ersoneel bij
istratief p g van admin
www.vap-onderwijs.nl
ijs
het onderw
Inhoudsopgave VAN DE VOORZITTER We gaan weer naar school
3
VAN DE REDACTIE Aanbesteden schoolboeken: de scholen zijn de winnaars De wereld van de grootverbruiker Financieel beleid Fiscale zekerheid vooraf Google voor en Google na Beoordelingskader van de financiële positie aan de hand van het jaarverslag van de schoolbesturen Voorbeeld van een POP-traject Draaiboek bij overlijden Contractloonstijging VO en andere sectoren Prinsjesdag 2008: fiscale wijzigingen Bedrijfsfitness als benefit
9 11 12 19 20 25
VAN DE RAYONS Vergaderdata Impressie van de rayonvergaderingen
27 27
BOEKBESPREKING “Conflicthantering en organisatieontwikkeling” door Prof. Dr. W.F.G. Mastenbroek
33
LEDEN Ledenmutaties Aanmelding
35 36
4 5 6 8
VAP themadag Onlangs heeft u de uitnodiging ontvangen voor de VAP themadag die gehouden wordt op dinsdag 25 november 2008. Op deze themadag komt in één dagdeel de financiële kant van het convenant “Leerkracht!” aan de orde; het tweede dagdeel zal worden ingevuld met een toelichting op de wijzigingen in de financiële verslaggeving 2008. De themadag zal worden gehouden in Congrescentrum “Aristo”, Brennerbaan 150, 3524 BN Utrecht (nabij NS-station Utrecht-Lunetten). Mocht u deze uitnodiging hebben gemist, neem dan even contact op met
[email protected]. Wij hopen u in Utrecht te mogen begroeten. Wim Boevé, Eric van Steen
2 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
VAN DE VOORZITTER “We gaan weer naar school” Menige straat is weer versierd met een spandoek of verkeersbord met bovenstaande tekst. Niet geplaatst door leerlingen of leraren die blij zijn dat ze weer “mogen”, maar om de automobilisten te waarschuwen voor overstekend klein wild en groepen fietsende brugklassertjes met grote tassen, gevuld met nieuwe en door moeder keurig gekafte boeken. De ouderejaars hebben genoeg praktijkervaring om het minimale mee te nemen. Maar braaf meegezeuld of thuis laten liggen, de boeken waren dit jaar gratis. Dat wil zeggen, de meeste ouders moesten nu het gebruikelijke bedrag betalen aan de school of het bedrijf dat het boekpakket levert, om in december van de Sociale Verzekeringsbank automatisch € 316 terug te ontvangen. Wie mazzel heeft, houdt daar wat aan over, de rest schiet er wat bij in. Volgend jaar ontvangt uw schoolbestuur die € 316 per leerling in juni van CFI. Hoe u dan met verschillen omgaat, is uw probleem. Ongetwijfeld zijn deze en andere zaken uitvoerig aan de orde geweest tijdens de regiobijeenkomsten van de Taskforce Gratis Schoolboeken, maar op het moment dat ik dit schrijf, heb ik die nog niet bijgewoond. U wellicht wel en dus weet u nu alles van Europees aanbesteden of wie u daarbij kan helpen, al dan niet vergoed uit de “Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal” of door schade en schande wijs geworden uit de “Regeling schadevergoeding, vergoeding advocaat- en proceskosten aanbestedingsprocedures schoolboeken”. De VAP-ers hebben als werkers in het secundaire proces, doorgaans al eerder dan de leerlingen en leraren hun sleurhut opgeborgen en zijn al weer een flinke tijd aan het werk. Voor mijzelf betekende dat aan de slag bij een nieuwe werkgever, als senior consultant bij CPS onderwijsontwikkeling en advies. Een nieuwe uitdaging die ik hoop te kunnen combineren met het voorzitterschap van de VAP, compleet met mijn plan de rayonvergaderingen ten minste allemaal een keer te bezoeken. Want daar moet het gebeuren, die kruisbestuiving van de VAP-leden. Wat de één weet of pas ontdekt heeft, kan die ander ook zo goed gebruiken. Dus bezoek die rayons en ervaar dat u er gemiddeld genomen meer haalt dan brengt en dat is winst. Kijk gelijk even op onze site www.vap-onderwijs.nl, daar staan de vergaderdata keurig opgesomd. Veel meer staat er ook nog niet helaas. Hier wreekt zich het feit dat het VAP-bestuur ook uit harde werkers bestaat, die het er allemaal even bij moeten doen. Maar ook daar kunt u verandering in brengen. Wat zou het mooi zijn als uw kennis van specifieke zaken nog breder verspreid kan worden dan in het eigen rayon. Simpelweg door het op de site te plaatsen. Het VAP-bestuur werkt aan de mogelijkheden en de vorm, daarna is het aan u als leden om er inhoud aan te geven. Ik hoop dat u mijn enthousiasme deelt. Een nieuw jaar ligt voor ons, vol uitdagingen en kansen. We gaan er met z’n allen weer tegenaan. Ik wens u daarbij namens het VAP-bestuur heel veel succes!
Jouke de Jong
3 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
VAN DE REDACTIE Aanbesteden schoolboeken: de scholen zijn de winnaars
De Eerste en Tweede Kamer hebben in het afgelopen vergaderjaar besloten dat met ingang van volgend jaar de scholen de schoolboeken gratis ter beschikking moeten stellen aan de leerlingen. De scholen krijgen daar een vergoeding voor en zullen zelf de boeken gaan inkopen. Vanwege de bedragen die daarmee gemoeid zijn moeten de scholen dat volgens de Europese aanbestedingsregels doen. Dat zorgde voor nogal wat ophef. Want scholen zouden niet zelf meer mogen bepalen welke boeken zij gaan inkopen en konden dan niet uitkomen met de vergoeding die zij voor de inkoop van de schoolboeken zouden krijgen. De samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Regio Venlo heeft als eerste schoolbestuur in Nederland een Europese aanbestedingsprocedure gevolgd voor het inkopen van schoolboeken. Winnaar van deze aanbesteding was een educatieve uitgever. Op kwaliteitseisen kwam het aanbod van deze uitgever als beste uit de bus. Daarnaast bood de uitgever ten opzichte van de andere aanbieders een zeer voordelige prijs. Twee grote landelijke distributeurs die ook een aanbod aan VO Venlo hadden gedaan konden deze uitslag niet accepteren en vorderden onlangs in een kort geding het stopzetten van de aanbesteding. De twee distributeurs hadden in hun kort geding naar voren gebracht dat een uitgever niet in staat zou zijn boeken te leveren aan scholen omdat een uitgever hier geen ervaring in heeft. Deze zou volgens de distributeurs uitgesloten moeten worden van de aanbesteding. Nu de rechtbank in Roermond echter heeft bepaald dat VO Venlo met recht de beoordelingsruimte had om ook andere aanbieders toe te laten tot de aanbesteding, mits deze voldoen aan de gestelde criteria, kunnen ook uitgevers in de toekomst mee blijven dingen bij aanbestedingen. Doordat de variëteit aan inschrijvers groter wordt, maken de scholen meer kans op een aanbod met goede kwaliteit en een optimale prijs. De rechter was op één punt van mening dat het aanbestedingstraject wat transparanter had gekund door duidelijk te maken dat niet in een later stadium prijzen zijn aangepast. Op grond hiervan zal VO Venlo de levering van schoolboeken in de toekomst opnieuw aanbesteden maar dat heeft geen betrekking op komend schooljaar. De gewenste boeken worden gewoon bij de uitgever ingekocht tegen de zeer voordelige prijs en de goede kwaliteitsvoorwaarden. Aanbesteden is nieuw voor veel scholen. Maar het aanbestedingstraject van VO Venlo laat zien dat het uitstekend mogelijk is om zelf als school te blijven bepalen welke boeken en lesmethoden ingekocht gaan worden en dat goede kwaliteit en zeer voordelig tarief daarbij mogelijk zijn. Ed van den Bosch Bron Loyalis Consult
4 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
De wereld van de grootverbruiker
Vanaf 2004 is iedereen vrij om een energieleverancier te kiezen. Met het vrijkomen van deze markt zijn destijds bepaalde regels en bepalingen vastgesteld. Sommige hiervan zijn inmiddels toe aan herziening. Eén betreft het wijzigen van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik. De in 2004 ingestelde grootverbruikgrens voor gas, gebaseerd op volume (170.000 m3 per jaar), levert door wisselende jaarverbruiken onduidelijkheden en administratieve lasten op. In nauw overleg met organisaties als LTO Nederland en VEMW (de officiële vertegenwoordiger van de zakelijke elektriciteits- en gasverbruikers in het overleg tussen overheid, marktpartijen en gebruikers) is gezocht naar een andere grens op basis van de technische capaciteit van de aansluiting. Een dergelijke grens is duidelijk voor iedereen. De nieuwe gasgrens voor grootverbruikers Op 1 januari 2009 verandert de wettelijke gasgrens tussen klein- en grootverbruik. De nieuwe gasgrens maakt een duidelijk onderscheid tussen kleinverbruik en grootverbruik. Op basis van de huidige wetgeving wordt de organisatie als kleinverbruiker of als grootverbruiker ingedeeld op uw jaarverbruik (meer of minder dan 170.000 m3). Omdat het verbruik van jaar tot jaar kan verschillen, komt het voor dat de organisatie als klant het ene jaar als grootverbruiker en het andere jaar als kleinverbruiker aanmerkt. De nieuwe gasgrens deelt de organisatie als kleinverbruiker of grootverbruiker in op basis van de capaciteit van uw aansluiting. Per 1 januari 2008 geldt dat iedere aansluiting met een gasmeter groter dan G25 (>40 m3/h) als een grootverbruikaansluiting wordt benoemd. Als grootverbruiker kan de organisatie –in tegenstelling tot de categorie kleinverbruik- vrij onderhandelen met de energieleverancier over de contractsoort, prijs, voorwaarden van levering, wijze van facturering en betaling. De organisatie en de regionale netbeheerder Voor het transporteren van gas heeft de organisatie een gasaansluiting bij de regionale netbeheerder. De organisatie sluit met de regionale netbeheerder een aansluit- en transportovereenkomst af voor deze gasaansluiting en het transport van gas. De organisatie ontvangt een aparte factuur voor de aansluit- en transportkosten. Verandert de organisatie van leverancier en/of meetbedrijf, dan blijft de aansluit- en transportovereenkomst ongewijzigd. Voor telemetrieaansluitingen (een aansluiting met een van afstand uitleesbare meter) is de overeenkomst op basis van een gecontracteerde capaciteit. Voor niet telemetrieaansluitingen geldt een vaste capaciteit afhankelijk van de grootte van de aansluiting. De tarievenstructuur voor niet telemetrieaansluitingen (een aansluiting met een van afstand uitleesbare meter) is de overeenkomst op basis van een gecontracteerde capaciteit. Voor niet telemetrieaansluitingen geldt een vaste capaciteit afhankelijk van de grootte van de aansluiting. De tarievenstructuur voor niet telemetrieaansluitingen is gelijk aan die van kleinverbruikers. De organisatie en het meetbedrijf De organisatie is vrij in de keuze voor een meetbedrijf en het type van de gasmeter. Alleen boven een jaarhoeveelheid van meer dan 170.000 m3(n)/jaar is een dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichting (telemetrie) verplicht. Afhankelijk van het patroon van de gasafname en het contractaanbod van de gasleverancier is telemetrie voor lagere verbruiken mogelijk een aantrekkelijke optie. De keuze is aan de organisatie. Kritisch kijken kan lonend zijn . Hans Kleinsmann 5 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Financieel beleid Voorbeeld paragraaf financieel beleid tbv schoolplan 2008-2012 VAP College Het Vap College is een groeischool. De verwachting is dat het leerlingaantal de komende 4 jaar zal stijgen naar een niveau van ongeveer 1000 leerlingen. Per saldo is dit een gemiddelde jaarlijkse groei van 150 leerlingen. Dit betekent dat de personeelsformatie ieder schooljaar vanaf 1 augustus zal moeten worden afgestemd op de toenemende onderwijsvraag. Vanaf 2008 zal de school naar verwachting nieuwbouw in gebruik nemen. De investering in nieuwe huisvesting is vrijwel volledig voor rekening van de Gemeente. Voor de school blijft de investering in een deel van de inventaris, apparatuur en ICT. Het financiële beleid is gericht op het bereiken van de onderwijskundige doelstellingen en geplande activiteiten van de school. Het kader van het financiële beleid wordt voornamelijk bepaald door de middelen die de overheid jaarlijks en incidenteel verstrekt en de daarbij behorende wet- en regelgeving. Ongeveer 90% van de totale inkomsten van de school wordt bepaald door de jaarlijkse bekostiging (lumpsum) van de overheid. De belangrijkste parameter voor de grootte van de toegekende lumpsum is het leerlingenaantal op 1 oktober in het direct voorafgaande kalenderjaar. Omdat de bekostiging achterloopt op de groei is er sprake van voorfinanciering. Dit vraagt om een zorgvuldige (financiële) planning van de inzet van mensen en middelen. Daarnaast bouwt de school in deze fase van sterke groei, vanwege de voorinvesteringen, negatieve reserves op. Extra complicerend is het gegeven dat het VAP College als nieuwe school is gestart met een negatieve financiële reserve. Om financiële tegenvallers op te kunnen vangen en toekomstige investeringen te kunnen financieren moet de school kunnen beschikken over een financiële buffer oftewel weerstandsvermogen. De financiering van de negatieve reserves en de opbouw naar een weerstandsvermogen vraagt eveneens om een meerjarige planning. Ten behoeve van de financiële planning zal de meerjarenraming verder moeten worden ontwikkeld en in het kader van de investeringen moet een meerjarig investeringsplan worden gemaakt. Tevens zal een intern budgetteringsmodel worden ingevoerd en de administratieve organisatie van de school verder worden ontwikkeld. Basis voor de personele kosten in deze begroting is het (meerjaren) formatieplan. Hierin wordt de aard van de functies en het aantal functionarissen dat op korte en middenlange termijn benodigd zijn, opgenomen. De komende vier jaar zal het personeelsbestand in verband met de groei worden verdubbeld. In het kader van het personeelsbeleid zal er vooral worden geïnvesteerd in de ontwikkeling, begeleiding en scholing van de medewerkers. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de ontwikkeling van leerstof en het gebruik van ICT zodat dit aansluit bij het onderwijskundige concept van het VAP College. De school kent een vrijwillige ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage en de besteding ervan maakt integraal onderdeel uit van de begroting van de school. Het onderwijs binnen de school moet voor alle leerlingen toegankelijk blijven en daarmee voor ouders betaalbaar. De school gaat daarom terughoudend om met het heffen van doelheffingen.
6 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
In het kader van het financiële beleid beschikt de school over de volgende documenten: • • • • • •
Uitgangspunten financieel beleid van de Willibrord Stichting Planning en control cyclus Financiële meerjarenraming Formatieplan Jaarbegroting Jaarrekening
De ontwikkelpunten van het financiële beleid voor de periode 2008-2012 zijn: 1. Voorfinanciering van de groei en financiële planning naar de opbouw van een weerstandsvermogen. 2. Het opstellen van een meerjarig investeringsplan voor inventaris, apparatuur en ICT. 3. Verdere ontwikkeling en een beleidsrijke invulling van de financiële meerjarenraming. 4. Beperken van de hoogte van de schoolkostennota voor ouders en/of leerlingen. 5. Het realloceren van middelen binnen de (meer)jaarbegroting ten behoeve van structurele budgetruimte voor scholing, begeleiding en ontwikkeling van medewerkers, ontwikkeling van leerstof en inzet van ICT. 6. Ontwikkeling van een intern budgetteringsmodel en administratieve organisatie van de school. 7. Het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan en een beheersmodel voor de nieuwe huisvesting.
Arnold Zadelberg
VAP themadag dinsdag 25 november 2008 Op deze themadag komt in één dagdeel de financiële kant van het convenant “Leerkracht!” aan de orde; het tweede dagdeel zal worden ingevuld met een toelichting op de wijzigingen in de financiële verslaggeving 2008. De themadag zal worden gehouden in Congrescentrum “Aristo”, Brennerbaan 150, 524 BN Utrecht (nabij NS-station Utrecht-Lunetten).
7 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Fiscale zekerheid vooraf Horizontaal Toezicht is de naam van de nieuwe controleaanpak van de Belastingdienst. Dit nieuwe handhavingsbeleid gaat uit van begrip, transparantie en wederzijds vertrouwen tussen Belastingdienst en belastingplichtige, en omvat meer dan alleen het voldoen aan weten regelgeving. De belastingplichtige moet in staat zijn om te laten zien dat de organisatie controle heeft over haar fiscale processen en relevante fiscale risico’s, een zogeheten tax control framework. In ruil daarvoor zal de aanpak van de Belastingdienst verschuiven van reactief (met belastingcontroles over oude jaren) naar proactief, in een gezamenlijke poging om in de actualiteit om te gaan met relevante fiscale risico’s. De grote winst ligt in het feit dat de relevante fiscale risico’s en posities in de actualiteit kunnen worden afgehandeld binnen acceptabele deadlines. Deze zekerheid voorkomt onplezierige verrassingen achteraf en helpt bij het maken van accurate vaststellingen van de fiscale cashflow, acute en latente belastingposities en zo min mogelijk onzekere belastingposities. Dit bespaart tijd en geld. Voor meer informatie www.belastingdienst.nl Hans Kleinsmann
Google voor en Google na Toen Google in 1998 werd gelanceerd was het alleen nog maar een heel goede zoekmachine. We zijn nu precies tien jaar verder en Google is inmiddels een van de belangrijkste IT-bedrijven ter wereld, met een hoop, veelal gratis, toepassingen. Die staan overigens vrijwel allemaal in het teken van het betere zoeken: op Google Maps en Google Earth vind je elke straat ter wereld, Google Desktop weet waar elk document op je pc staat, Picasa zet al je foto’s geordend bij elkaar en iGoogle is je eigen startpagina op internet met de belangrijkste links en andere sites die je zelf toe kunt voegen. Maar Google kan en heeft nog veel meer. Zo heeft Google haar eigen Office-pakket in de vorm van StarOffice. Sky is een manier om online grote bestanden te delen met andere computers. Google heeft een eigen Agenda en GMail natuurlijk en zo kun je wel even doorgaan. En allemaal gratis. Hans Kleinsmann
8 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Beoordelingskader van de financiële positie aan de hand van het jaarverslag van de schoolbesturen 1. Hoe groot is in het betreffende verslagjaar (ultimo) het eigen vermogen van het schoolbestuur? 2. Met welk bedrag is het eigen vermogen ten opzichte van het voorgaande verslagjaar gestegen/gedaald? 3. Is de stijging of daling van het eigen vermogen toe te schrijven aan het behaalde exploitatieresultaat? Zo ja, onderbouwing vermogensmutatie bijvoegen en toelichten. Zo nee, zie vraag 4. 4. Is de stijging of daling van het eigen vermogen toe te schrijven aan andere oorzaken? Zo ja, onderbouwing vermogensmutatie bijvoegen en toelichten. 5. Indien sprake is van een combinatie (zie vraag 3 en 4) dan ook onderbouwing vermogensmutatie bijvoegen en toelichten. 6. Voor welk bedrag aan materiële vaste activa staat er op de balans? 7. Wat is de historische aanschafwaarde/verkrijgingprijs en wat de (geschatte) vervangingswaarde? Hoe ziet het activeringsbeleid eruit? 8. Wat is de omvang van alle jaarlijkse baten (rijksbijdragen plus overige baten)? 9. Biedt de exploitatie voldoende ruimte voor de instandhouding van de activa (onderhoud, afschrijving en prijsontwikkeling, verbetering en uitbreiding)? 10. Wat zijn de samenstellende delen van het eigen vermogen: • algemene reserve • bestemmingsreserve(s) • bestemmingsfonds(en) 11. Zijn de samenstellende delen van het eigen vermogen toegelicht (zie Regeling Reserves voortgezet onderwijs 2007)? 12. Geeft de toelichting per onderdeel inhoudelijk voldoende inzicht? 13. Is de toelichting plausibel? 14. Brengt het schoolbestuur de algemene reserve en de risico’s die het schoolbestuur loopt met elkaar in verband? Is het terecht dat het schoolbestuur deze risico’s via de algemene reserve afdekt? 15. Welke risico’s zijn het meest bepalend geweest voor het maken van beleidskeuzes (bv. fusie, uitstroom ouder personeel, nieuwe activiteiten en investeringen, doordecentralisatie huisvesting, leerlingendaling of stijging o.b.v. prognoses)? Is er sprake van enige vorm van risicomanagement? 16. Welke specifieke bestemmingen zijn door het schoolbestuur bij de bestemmingsreserves opgenomen? Is ook vermeld op welke termijn aanwending van deze reserves wordt voorzien? Welke specifieke bestemmingen zijn door derden aangegeven (bestemmingsfonds). 17. Wat is de hoogte van het weerstandsvermogen? 18. Is dit door het schoolbestuur nader toegelicht en wat de gewenste streefwaarde is. 19. Indien een streefwaarde is vermeld is dan ook toegelicht op welke wijze het schoolbestuur dit wil realiseren. 20. Indien geen gebruik gemaakt wordt van bovenvermeld kengetal, welke kengetallen zijn dan wel toegelicht/maatgevend (liquiditeit, solvabiliteit etc.) en welke streefwaarden worden nagestreefd. 21. Is nadere toelichting/specificatie op bovenvermelde onderdelen gewenst? Zo ja, jaarverslag retourneren met verzoek aangewezen posten nader te specificeren. Bron: OCenW/CFI
9 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Exact e-Synergy Onze overtuiging, uw toekomst!
Nobel, dé Exact-specialist in het onderwijs, met oplossingen op het gebied van Finance, Facility Management, Document Management en Workflow Management. e-Synergy is dé frontoffice oplossing van Exact, die alle bedrijfsprocessen integreert in één centraal systeem. Via het internet/intranet kan, onafhankelijk van tijd en plaats, alle informatie over klanten, projecten, artikelen of medewerkers worden geraadpleegd. Doordat e-Synergy volledig geïntegreerd kan worden met de bestaande administratieve software, beschikt u over 1 omgeving waarin iedereen samenwerkt! Meer weten? Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Nobel voor een vrijblijvende afspraak of demonstratie. Dit kunt u doen door contact op te nemen met onze sales afdeling op 073-6489100, of via www.nobel.nl.
www.nobel.nl Gooimeer 18 | 1411 DE Naarden | t 035 – 695 15 00 | f 035 – 695 12 20
Rietveldenweg 72 | Postbus 134 | 5201 AC ’s-Hertogenbosch | t 073 – 648 91 00 | f 073 – 648 91 11
[email protected] | www.nobel.nl
10 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Voorbeeld van een POP-traject
Stappen
Wat
Wie
Resultaat
Middelen en aandachtspunten
Verkennen
Alle elementen opschrijven van het werk en de dagelijkse werkzaamheden.
Medewerker
Inzicht in het eigen werk en de dagelijkse werkzaamheden hierin.
Functie- en taakomschrijving en to-do-lijsten geven een beeld van de gebruikelijke werkzaamheden.
Reduceren
Eventueel elementen in werk terugbrengen tot belangrijkste daarvan.
Medewerker in overleg met direct leidinggevende.
Een hanteerbare lijst met maximaal 10 soorten werkzaamheden.
Geen al te grote detaillering in de beschrijving van de werkzaamheden. Dat maakt het geheel onoverzichtelijker.
Kiezen
Kies 2 tot 4 items waaraan echt gewerkt gaat worden.
Medewerker, in samenspraak en overleg met de leidinggevende, personeelsverantwoordelijke en eventueel collega’s.
Maximaal 4 activiteiten worden beschreven waaraan op korte termijn door de medewerker kan worden gewerkt om zich te bekwamen of te verbeteren.
In de functiewaardering van de diverse onderdelen van de eigen functie komt de belangrijkheid tot uiting van de verschillende zaken die ontwikkeld moeten worden.
Concretiseren
Opschrijven wat concreet moet worden ontwikkeld.
Medewerker
Scherp omschreven ontwikkelings-onderwerpen.
Kunnen worden opgenomen in een concreet stappenplan ter verbetering van bepaalde taken.
Analyseren
Vermelden waarom bepaalde ontwikkelingen (nog) niet hebben plaatsgevonden.
Medewerker in samenwerking met leidinggevende en personeelsverantwoordelijke.
Inzicht in mogelijke beperkingen bij medewerker zelf en in de organisatie.
Tekortkomingen op dit gebied van de organisatie en de medewerker moeten eerlijk worden vermeld.
Plannen
Voor ieder punt dat moet worden ontwikkeld een manier kiezen hoe hieraan te werken.
Medewerker in overleg met leidinggevende.
Acties vastgesteld waarmee aan de slag kan worden gegaan.
Rekening houden met eigen leerstijl, werkomstandigheden en persoonlijke omstandigheden van de medewerker.
Vooruitkijken
Zaken zo inrichten, zowel qua werk als privé, dat de acties zonder problemen kunnen worden uitgevoerd.
Medewerker
Voorwaarden gecreëerd voor een zo goed mogelijke persoonlijke ontwikkeling en vergroting van de taakvolwassenheid.
Acties moeten vooral realistisch en uit te voeren zijn door zowel de organisatie als de medewerker.
Afspreken
POP-overeenkomst opstellen en ondertekenen.
Leidinggevende in samenspraak met personeels-verantwoordelijke plus medewerker.
Ondertekend prestatiecontract waaraan zowel de medewerker als de organisatie zich committeert.
Zowel de organisatie als de medewerker moet ook daadwerkelijk doen wat is overeengekomen.
Hans Kleinsmann Bron: HR Praktijk 11 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Draaiboek bij overlijden Inleiding Wanneer een medewerker overlijdt dan is dat een gebeurtenis die de hele organisatie raakt en wat veel emoties met zich meebrengt. Het wegvallen van een collega laat een gat achter op de werkplek. Naast zorg en aandacht voor de nabestaanden is ondersteuning en aandacht voor achtergebleven collega’s essentieel. Het is dan ook van belang dat er tactvol, snel en weloverwogen wordt gereageerd. Ook wanneer een medewerker dierbare moet missen komt het belang van het werk opeens in een heel ander daglicht te staan. Er volgt vaak een herordening van prioriteiten. De leidinggevende en collega kunnen een rol spelen in de ondersteuning van de rouwende medewerker. Het draaiboek bij overlijden is opgesteld voor leidinggevenden en coördinatoren met als doel om gestructureerd en eenduidig te handelen voor wanneer een medewerker overlijdt of wanneer een medewerker een dierbare moet missen en er een tijd volgt van heftige emoties. Het draaiboek bestaat uit twee onderdelen namelijk: • Het overlijden van een medewerker. • Het overlijden van een dierbare van een medewerker. Het draaiboek bevat onder meer de te volgen procedure, aandachtspunten en handvaten. Overlijden van een medewerker Samenwerking direct leidinggevende en voorzitter MT Het overlijden van een medewerker vraagt om een goede gecoördineerde actie van het bestuursbureau. De direct leidinggevende zal in samenwerking met de voorzitter MT verantwoordelijk zijn voor: • Informatie van en aan de betrokkenen. • Organisatorische aanpassingen. • Opvang van collega’s. • Contacten met direct betrokkenen (partner, ouders, familie). • Afspraken in verband met rouwbezoek en uitvaart. • Administratieve afwikkeling. • Nazorg van betrokkenen. Van de leidinggevende en de voorzitter MT wordt een professionele opstelling verwacht. Het is daarom van belang om ook stil te staan bij de eigen gevoelens en gedachten en betrokkenheid bij de overleden medewerker. Ontvangen van het overlijdensbericht • De mededeling komt binnen bij de receptie. • De receptie verbindt direct door met direct leidinggevende. Indien de direct leidinggevende niet aanwezig is wordt doorverbonden met de voorzitter MT. • De direct leidinggevende licht de voorzitter MT in. De direct leidinggevende of de voorzitter MT zorgen allereerst voor een duidelijk en compleet beeld. • Wie is er overleden?
12 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
• Wat is er precies gebeurd? • Waar is het gebeurd? • Hoe is het gebeurd? Daarnaast kunnen de volgende vragen gesteld worden. Deze vragen kunnen ook later ter sprake komen. Bijvoorbeeld wanneer er een bezoek wordt gebracht aan de partner/familie: • Stelt de partner/familie het op prijs dat er een advertentie wordt geplaatst? Wanneer en in welke krant kan de advertentie worden geplaatst? • Wanneer en waar is de uitvaart? • Stelt de partner/familie prijs op aanwezigheid van collega’s tijdens de uitvaart? • Stelt de partner/familie bezoek op prijs gedurende de rouwperiode? Zo ja, wil de partner/familie direct een bezoek afspreken of neemt de direct leidinggevende of voorzitter MT de komende dagen contact op om een bezoek af te spreken. • Stelt de familie prijs op een graftak? Wie moet er geïnformeerd worden? Vervolgens gaan de direct leidinggevende en de voorzitter MT na wie allemaal geïnformeerd dient te worden inzake het overlijden van de medewerker en op welke wijze zij geïnformeerd dienen te worden. Denk hierbij aan de volgende gremia: • Medewerkers bestuursbureau • Instellingen • College van Bestuur • Convent van Schoolleiders • GMR • Eventuele werkgroepen waar de medewerker zitting in heeft (binnen of buiten de Carmel) Komt het overlijdensbericht in het weekend of in de vakantie binnen dan maken de direct leidinggevende en voorzitter MT de afweging op welke wijze de betrokkenen geïnformeerd dienen te worden. Informeren van de medewerkers bestuursbureau Draag er zorg voor dat alle medewerkers in de kantine bijeenkomen. Breng het overlijden van de medewerker in een beknopte schets van de omstandigheden waaronder de medewerker is overleden. Het is niet nodig een lang verhaal te vertellen daar de meeste mensen door de schok de informatie niet onthouden. Het gaat erom dat de boodschap overkomt en dat de medewerkers de kans krijgen deze tot zich door te laten dringen. Wanneer de eerste emoties zijn geweest is het verstandig over te stappen naar de volgende informatie. • Waar kunnen medewerkers voor vragen terecht? • Wanneer is de uitvaart? • Welke afspraken zijn er gemaakt met de partner/familie? • Op welke wijze verloopt het contact met de partner/familie? • Welke afspraken zijn er gemaakt over rouwbezoek en uitvaart? • Wat kan het bestuursbureau eventueel doen? • Hoe worden de komende dagen ingevuld? • Bij wie kunnen de medewerkers terecht voor een persoonlijk gesprek? • Is er sprake van geheimhouding? • Welke betrokkenen worden allemaal geïnformeerd?
13 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
De kans is groot dat niet alle medewerkers van het bestuursbureau aanwezig zijn op het moment dat je het bericht wilt gaan brengen. Overleg met de direct leidinggevenden van de afwezige medewerkers wanneer en op welke wijze zij worden geïnformeerd. Hierbij is het verstandig rekening te houden waar de afwezige medewerker zich op dat moment bevindt. Een voorbeeld: wanneer een medewerker op het Augustinianum is en nauw betrokken is bij de overleden medewerker dan is het wellicht verstandig om deze medewerker later te informeren aangezien hij/zij nog een lange autorit voor de boeg heeft. Communiceer dit ook met de andere medewerkers van het bestuursbureau. Contacten met partner/familie De direct leidinggevende/voorzitter MT onderhoudt contacten met de partner/familie van de overleden medewerker. Een eerste bezoek aan de partner/familie is vaak erg emotioneel. Maak een inschatting of het nu het juiste moment is om allerlei zaken te regelen of dat er een andere afspraak nodig is. Gedurende het bezoek kunnen de volgende zaken ter sprake gebracht worden: • Wat kan het bestuursbureau betekenen voor de nabestaanden? • Afspraken maken over een rouwadvertentie? • Stelt de partner/familie bezoek op prijs van collega’s gedurende de rouwperiode? • Stelt de partner/familie er prijs op dat het bestuursbureau een bijdrage levert aan de uitvaart? • Stelt de partner/familie prijs op aanwezigheid van collega’s tijdens de uitvaart? Organisatorische aanpassingen Bepaal of er binnen het bestuursbureau en/of de stichting organisatorische aanpassingen moeten plaatsvinden in verband met het overlijden van de medewerker. Hierbij kan worden gedacht aan: • Het regelen of afzeggen van afspraken van de overleden medewerker. • Liggende zaken op prioriteit toetsen. • Overname van werkzaamheden regelen. • Aanpassing van werkzaamheden medewerkers bestuursbureau. • Aanpassing van werktijden medewerkers bestuursbureau. • Aanpassing of aflasten van activiteiten die staan gepland binnen het bestuursbureau of waar het bestuursbureau een belangrijke bijdrage levert. (studiedagen, vergaderingen, uitgaansdag –of avond) Administratieve zaken Bij het overlijden van een medewerker dienen de administratieve zaken zorgvuldig te worden afgehandeld. Er dienen een drietal acties ondernomen te worden: Receptie: De direct leidinggevende of de voorzitter MT draagt er zorg voor dat de receptie met onmiddellijke ingang de uitgaande correspondentie blokkeert betreffende de medewerker. PBSA: De direct leidinggevende of de voorzitter MT geeft de productgroepcoördinator van PBSA de opdracht tot verwerking van de administratieve mutaties in het systeem zodat zorg gedragen wordt voor een correcte afhandeling van het dossier (voorbeeld: uitbetalen van de overlijdensuitkering aan de nabestaanden e.d.)
14 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
ICT: De direct leidinggevende of voorzitter MT geeft de coördinator ICT de opdracht om het mailadres te verwijderen. Ook is het van belang zorgvuldig om te gaan met eventuele spullen die van de medewerker op de werkplek aanwezig zijn. Voor de nabestaanden kunnen dit misschien hele waardevolle spullen zijn. Geef de eigendommen zo mogelijk persoonlijk af. Daarnaast is het van belang om met de medewerkers van de afdeling te overleggen op welke wijze met de lege plek op de afdeling wordt omgegaan. Omgaan met de pers In bijzondere gevallen kan de pers betrokken raken bij het overlijden van de medewerker. Als er in de media aandacht is besteed aan bijvoorbeeld een ongeval kan de pers trachten een beeld te krijgen van de wijze waarop het bestuursbureau omgaat met de rouwverwerking. In situaties waarin iedereen zeer geschokt is, is het niet altijd even makkelijk om de pers te woord te staan. Het is dan ook van belang dat de direct leidinggevende, de voorzitter MT en de communicatiemedewerker afspraken maken over wie de pers te woord staat en welke informatie er wordt gegeven. Uitvaart Indien de de partner/familie heeft aangegeven het op prijs te stellen dat collega’s de uitvaart bijwonen dient overlegt te worden of iedereen naar de uitvaart gaat of dat er een afvaardiging gaat. Wanneer er meerdere collega’s naar de uitvaart gaan dan kan worden afgesproken om na afloop van de uitvaart een gezamenlijke terugkomst te organiseren op het bestuursbureau. Dit om aandacht te schenken aan het gevoel en beleving van de medewerkers. Voor de medewerkers die niet naar de uitvaart gaan kan op de dag van de uitvaart een herdenking of samenzijn worden georganiseerd. Nazorg Nadat alles achter de rug is moet ook het gewone (werkzame)leven weer doorgaan. Daarnaast is het wel van belang om aandacht te houden voor de medewerkers. Ieder medewerker rouwt op een andere manier. Ten aanzien van de nazorg kan aan de volgende zaken gedacht worden: • Probeer zo mogelijk de dag na de uitvaart de werkzaamheden weer te hervatten. • Heb oog voor medewerkers die het moeilijk hebben. • Heb aandacht voor medewerkers die onlangs een verdrietige gebeurtenis hebben meegemaakt. • Maak een afspraak voor een bezoek aan de partner/familie van de overleden medewerker. Terugkijken en evalueren Het is goed om na een tijdje (1 – 3 maanden) in het MO aandacht te besteden aan de gebeurtenis. Evalueer op zo’n moment de stand van zaken. Waar is het MO tevreden over en wat is voor verbetering vatbaar? Ook kunnen de contacten met de nabestaanden onder de loep worden genomen. Hoe kijken zij terug op de contacten met het bestuursbureau? Welke invloed heeft het gebeuren gehad op de medewerkers en hoe gaat het nu met de medewerkers binnen het bestuursbureau? Sta tenslotte af en toe stil bij bepaalde herinneringen en bepaalde dagen zoals de verjaardag en de sterfdag van de overleden medewerker, feestdagen en de uitgaansdag. Denk aan zo’n
15 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
moment ook aan de nabestaanden. Een bezoekje, kaart, bloemen kan op zo’n moment voor de nabestaanden heel ondersteunend zijn.
Het overlijden van een dierbare van een medewerker Ontvangen van het overlijdensbericht • De mededeling komt binnen bij de receptie. • De receptie verbindt direct door met direct leidinggevende. Indien de direct leidinggevende niet aanwezig is wordt doorverbonden met de voorzitter MT. • De direct leidinggevende licht de voorzitter MT in. De direct leidinggevende of de voorzitter MT zorgen allereerst voor een duidelijk en compleet beeld. • Wie is er overleden? • Wat is er precies gebeurd? • Waar is het gebeurd? • Hoe is het gebeurd? Ook kan een medewerker op het bestuursbureau worden gebeld met het bericht dat er een dierbare is overleden. Indien dit het geval is dan dient de direct leidinggevende er zorg voor te dragen dat de medewerker goed wordt opgevangen. Indien de direct leidinggevende niet aanwezig is dan neemt de voorzitter MT het over. Hierbij is het van belang dat de medewerker, indien gewenst of noodzakelijk, naar huis wordt gebracht. Indien de melding binnenkomt wanneer de medewerker niet aanwezig is in verband met afspraken dan kan in overleg met de partner/familie worden overlegd dat de medewerker wordt geïnformeerd door de direct leidinggevende. Wie moet er geïnformeerd worden? De direct leidinggevende gaat na wie er allemaal geïnformeerd dient te worden inzake het overlijden van de dierbare van de medewerker en op welke wijze zij geïnformeerd dienen te worden. Denk hierbij aan de volgende gremia: • Medewerkers bestuursbureau • Instellingen
16 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
• College van Bestuur • GMR • Eventuele werkgroepen waar de medewerker zitting in heeft (binnen of buiten Carmel) Informeren van medewerkers bestuursbureau Draag er zorg voor dat de medewerkers bestuursbureau worden geïnformeerd door middel van een mail waarin duidelijk staat uitgelegd wie er is overleden, wanneer de uitvaart is en indien mogelijk om aan te geven hoe lang de medewerker afwezig is. Wanneer de partner/ kind is overleden dan kan er ook voor worden gekozen om de medewerkers in de kantine bijeen te roepen. Contacten met de medewerker De direct leidinggevende onderhoudt contact met de medewerker. Daarnaast kan aan de medewerker worden gevraagd of een huisbezoek op prijs wordt gesteld. Gedurende het telefonisch contact of huisbezoek kunnen de volgende zaken ter sprake worden gebracht: • Wat kan het bestuursbureau betekenen voor de medewerker en/of familie? • Stelt de medewerker het op prijs dat er een advertentie wordt geplaatst (wanneer de partner/kind is overleden) • Wanneer en waar is de uitvaart? • Stelt de medewerker het op prijs op aanwezigheid van collega’s tijdens de uitvaart? • Stelt de medewerker een graftak op prijs? • Mogelijkheden bespreken ten aanzien van rouwverlof. Organisatorische aanpassingen Bepaal of er binnen het bestuursbureau en/of de stichting organisatorische aanpassingen moeten plaatsvinden gedurende de afwezigheid van de medewerker. Hierbij kan gedacht worden aan: • Het regelen of afzeggen van afspraken van de medewerker. • Liggende zaken op prioriteit toetsen. • Overname van werkzaamheden regelen. • Afwezigheidassistent inschakelen in outlook. Administratieve zaken Bij het overlijden van de partner van de medewerker dienen administratieve zaken zorgvuldig te worden afgehandeld. Er dienen een tweetal acties ondernomen te worden: Receptie: De direct leidinggevende draagt er zorg voor dat de receptie met onmiddellijke ingang de uitgaande correspondentie blokkeert betreffende de partner van de medewerker. PBSA: De direct leidinggevende geeft de productgroepcoördinator van PBSA de opdracht tot verwerking van de administratieve mutaties in het systeem zodat zorg gedragen kan worden voor een correcte afhandeling. Uitvaart Indien de medewerker heeft aangegeven het op prijs te stellen dat collega’s de uitvaart bijwonen dient overlegd te worden wie er naar de uitvaart gaat. De direct leidinggevende heeft hierin een coördinerende rol.
17 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Nazorg Nadat alles achter de rug is moet ook het gewone (werkzame)leven weer doorgaan. De medewerker zal op enig moment weer terugkeren. Ook dan is het van belang aandacht te houden voor de medewerker. Iedere medewerker rouwt op een andere manier. Een medewerker heeft af en toe een steuntje in de rug nodig om weer de werkzaamheden te gaan hervatten. Hierbij kan gedacht worden aan: • Regelmatig contact houden met de medewerker gedurende de afwezigheid. • Afwezigheid van de medewerker verantwoorden naar de collega’s. • Reïntegratie bespreken met de medewerker. Wanneer starten met de werkhervatting, op welke manier en in welk tempo. Indien noodzakelijk bespreken of de werkzaamheden aangepast moeten worden. Wanneer de medewerker weer op de eerste dag de werkzaamheden gaat hervatten dan kan gedacht worden aan de volgende zaken: • Kleine attentie (bloemetje). • Indien mogelijk en gewenst even samen met de afdeling koffie drinken (oprechte aandacht en een luisterend oor). • Bijpraten van de medewerker over (lopende) ontwikkelingen. • Medewerker de tijd en ruimte geven om andere collega’s te spreken. Ook is aandacht voor de medewerker van belang indien hij/zij weer de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk heeft hervat. Hierbij kan gedacht worden aan: • Laat de verliesverwerking een structureel terugkerend thema zijn in gesprekken. • Extra aandacht besteden aan de medewerker op bijzondere dagen of gebeurtenissen door expliciet te vragen hoe de medewerker deze dag ingaat, dan wel beleeft. • Wensen of mogelijkheden bespreken met betrekking tot (professionele) ondersteuning voor rouwverwerking. • Bespreken of de gemaakte afspraken ten aanzien van de reïntegratie bijgesteld moeten/ kunnen worden. • Neem zelf initiatief naar de medewerker. Zeg niet: “bel me maar als je me nodig hebt”. Iemand die het moeilijk heeft is niet altijd in staat om initiatief te nemen. • Geef de medewerker erkenning en ruimte om te rouwen. • Heb geduld en toon begrip.
Afdeling Advies & Support Stichting Carmelcollege
18 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Contractloonstijging VO en andere sectoren De AWVN verzamelt al sinds jaar en dag alle relevante gegevens rond CAO-ontwikkelingen in Nederland. Dit leidt tot interessant vergelijkingsmateriaal. Zo is in onderstaande grafiek de contractloonmutatie 2000-2007 weergegeven voor een aantal relevante sectoren. Alle (semi)overheidssectoren zijn hierin opgenomen, evenals de markt en het gemiddelde van alle contractloonontwikkelingen. CAO VO in historische context
De CAO VO laat in de periode 2000-2007 een relatief gunstige ontwikkeling zien. De loonontwikkeling kan de vergelijking met de andere (semi)overheidssectoren moeiteloos doorstaan. De ontwikkeling is hoger dan het gemiddelde van deze sectoren. De vergelijking met de markt geeft nog een aanzienlijk gunstiger beeld: voor het VO komt de stijging op 21,1%, de markt blijft steken op 18,9%, dat is dus 2,2% minder. Het gemiddelde voor alle sectoren komt uit op 19,4%. Daar zit het voortgezet onderwijs 1,7% boven. Carrièrelijnen Bovenstaand overzicht laat de primaire loonontwikkeling zien en staat dus los van het loongebouw: de schalen en het aantal periodiekstappen per schaal. Het VO kent nu nog relatief lange carrièrelijnen, wat leidt tot achterstand op lifetimebasis. Deze achterstand wordt aangepakt via het convenant Leerkracht, waarin is afgesproken de carrièrelijnen voor het onderwijzend personeel terug te brengen van 18 naar 12 jaar. Hans Kleinsmann Bron: VO-raad
19 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Prinsjesdag 2008: fiscale wijzigingen Geachte heer/mevrouw, Zoals altijd is op Prinsjesdag weer een groot aantal wijzigingen in de fiscale wetgeving voorgesteld. De ingrepen zijn verdeeld over een tweetal wetsvoorstellen: het wetsvoorstel Belastingplan 2009 en het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2009. Hierbij informeren wij u over de belangrijkste wijzigingen die in deze wetsvoorstellen zijn aangekondigd. Tenzij anders vermeld gaat het om wijzigingen per 1 januari 2009. Tijdens de kamerbehandeling kan nog het een en ander wijzigen.
Inkomstenbelasting • Het tarief in box 1 wordt als volgt:
Tarief 2008 Belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan €- €17.579 € 31.589 € 53.860
Tarief 2009 Belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan €- €17.878 € 32.127 € 54.776
maar niet meer dan
Tarief
€ 17.579 € 31.589 € 53.860 -
2,45% 10,70% 42,00% 52,00%
maar niet meer dan
Tarief
€ 17.878 € 32.127 € 54.776 -
2,35% 10,85% 42,00% 52,00%
• Met ingang van 1 januari 2010 wordt een beschikking verklaring arbeidsrelatie (VAR) automatisch verstrekt indien zich gedurende drie jaren geen wijziging heeft voorgedaan. • De MKB winstvrijstelling wordt verhoogd van 10% tot 10,7%. Omdat ondernemingen regelmatig in deeltijd of naast een dienstbetrekking worden gestart, wordt nagedacht over het afschaf fen van het urencriterium voor de toepassing van de MKB winstvrijstelling. • Voor de toekomst denkt men na over een omzetting van de zelfstandigenaftrek in de MKB-winstvrijstelling. In 2009 blijven de nominale bedragen van de zelfstandigenaftrek ongewijzigd. • De startersaftrek wordt verhoogd van € 2035 naar € 2.190. • Voor de toepassing van de faciliteiten voor speur en ontwikkelingswerk (WBSO) wordt
20 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
de definitie van speur en ontwikkelingswerk verruimd. De ontwikkeling van technische nieuwe programmatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van al bestaande componenten gaat er ook onder vallen. • In het kader van het uitbreiden van de faciliteiten voor de zeescheepvaart wordt het tonnagetarief voor grotere schepen en voor als scheepsmanager werkzame ondernemers verlaagd. Tevens wordt een extra schaal ingevoerd. • Het bedrag van de als persoonsgebonden aftrekpost in aanmerking te nemen gift in de vorm van het afzien van een vergoeding van kosten voor vervoer per auto wordt verlaagd van € 0,20 naar € 0,19 per kilometer. • Met betrekking tot de splitsing van lijfrenten, afkoop van kleine lijfrenten en inhouding van loonbelasting op afkoopsommen vinden vereenvoudigingen plaats. Bovendien vervalt voor saldolijfrenten de afrekenverplichting bij emigratie. Daarenboven wordt de maximumpremiegrondslag in de derde pijler per 1 januari 2009 verhoogd naar € 153.221 (het niveau van 2007). • Het wordt mogelijk kleine lijfrentekapitalen af te kopen. Het gaat daarbij om fiscaalverzachtende afkoopregelingen voor lijfrentecontracten waarvan de waarde niet meer bedraagt dan € 4.000 (jaarlijks te indexeren). • De regeling voor buitengewone uitgaven wordt vervangen door een regeling voor compensatie van hogere zorgkosten door chronisch zieken en gehandicapten. • Voor bepaalde oude saldolijfrentepolissen vervalt de afrekenverplichting bij emigratie. • De algemene heffingskorting gaat omlaag van € 2.074 naar € 2.007. • De inkomensafhankelijke aanvullende combinatiekorting (IACK) wordt ingevoerd. Deze korting beoogt het voor alleenstaanden en minstverdienende partners met kinderen aantrekkelijker te maken om meer te werken. Naarmate de minstverdienende partner meer verdient, wordt de korting groter. • Het wettelijke recht op ouderschapsverlof wordt uitgebreid van 13 naar 26 weken. Daardoor wordt het maximale bedrag van de ouderschapsverlofkorting ook hoger. Ter vereenvoudiging wordt vanaf 1 januari 2009 de koppeling van de ouderschapsverlofkorting aan de levensloopregeling losgelaten. • Er komt een (fiscale) doorwerkbonus voor ouderen om vanaf het jaar waarin zij 62 jaar worden door te blijven werken. Ook voor 65-plussers komt er een doorwerkbonus in de vorm van een korting op de te betalen belasting (heffingskorting). • Naast de bonus voor doorwerken wordt van ouderen een houdbaarheidsbijdrage naar draagkracht gevraagd. Belastingplichtigen die vóór 1 januari 1946 zijn geboren, zijn volledig uitgezonderd van de houdbaarheidsbijdrage, zodat voor hen een aparte tarieftabel zal gelden met een andere lengte van de tweede schijf in de loon- en inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen dan voor de andere belastingplichtigen. • De arbeidskorting wordt inkomensafhankelijker.
21 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Loonbelasting • Voor auto’s die net niet de zeer zuinige norm halen, gaat een bijtelling van 20% gelden. • Zoals reeds eerder aangekondigd gaat de DGA niet per 1 januari 2009 uit de loonbelasting. Er komt ook geen opting out/in-regeling. Ter vervanging daarvan wordt een aantal vereenvoudigingen doorgevoerd. De DGA krijgt de mogelijkheid om vooraf over een aantal periodes tegelijk met dezelfde gegevens maandaangiftes te doen (invoering per 1 januari 2010). Er komt een eenvoudiger betalingssysteem (invoering per 1 januari 2010). De grens voor kwartaalaangifte omzetbelasting wordt verhoogd van € 9.000 naar € 15.000 (invoering per 1 januari 2009). • De administratieve vereisten voor de zogenoemde doorbetaaldloonregeling worden versoepeld. • De overgangsregeling voor loon in, loon over wordt nog een jaar verlengd. Per 1 januari 2010 gaat een eenduidige aangiftesystematiek gelden. Dan is het niet meer mogelijk om correctieberichten met betrekking tot verstreken periodes van het lopende jaar in te zenden. Eventuele fouten moeten worden hersteld in de eerstvolgende periode. De mogelijkheid om correctieberichten over verstreken kalenderjaren in te zenden blijft bestaan. • Er wordt bekeken of in de toekomst de eerstedagsmelding (EDM) kan worden afgeschaft. De inspecteur zou dan wel de mogelijkheid krijgen om een verplichte EDM voor vijfjaren op te leggen. • In het voorjaar van 2009 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over een onderzoek om de huidige loonbelastingsystematiek te vervangen door een zogenoemde loonsomheffing.
Vennootschapsbelasting • In de vennootschapsbelasting wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2008 het zogenoemde MKB-tarief verlaagd. De verlaging geldt (vanwege het uitblijven van de optionele rentebox) echter alleen voor het jaar 2008. Voor dat jaar geldt een tarief van 20% voor winsten tot en met € 250.000. Hierna is zowel het oorspronkelijke tarief voor 2008 als het nieuwe tarief voor 2008 opgenomen.
Oorspronkelijk tarief 2008 Winst van meer dan maar niet meer dan €- € 40.000 € 40.000 € 200.000 € 200.000
Tarief 20% 23% 25,5%
Nieuw tarief 2008 Winst van meer dan maar niet meer dan €- € 250.000 € 250.000
Tarief 20% 25,5%
22 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
• Er komt een specifieke vrijstelling voor bepaalde subsidies die door belastingplichtige woningcorporaties worden ontvangen. Het gaat om zogenoemde reguliere projectsteun, saneringssteun en bijzondere projectsteun. Tevens wordt geregeld dat de daarmee samenhangende bijdrageheffing niet aftrekbaar is. • De regeling voor fiscale beleggingsinstellingen wordt versoepeld, zodat FBI’s die in vastgoed beleggen via belangen in dochtervennootschappen (indirect vastgoed) onder dit regime kunnen blijven vallen. Daartoe wordt het begrip beleggen aangepast. Voorts komt er een faciliteit die het inlenen en doorlenen van geld vergemakkelijkt. • In de op Prinsjesdag ingediende fiscale wetsvoorstellen zijn nog geen maatregelen opgenomen ter vereenvoudiging van de renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting.
Internationaal • Werknemers die minstens drie maanden werkzaam zijn in een land waarmee Nederland geen belastingverdrag heeft gesloten en aldaar niet aan loonbelasting zijn onderworpen kunnen onder voorwaarden in Nederland toch een vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting krijgen. Daarvoor geldt nu nog de voorwaarde dat de werkgever in Nederland moet zijn gevestigd. Deze bepaling wordt uitgebreid tot werknemers van werkgevers die in een andere lidstaat van de EU zijn gevestigd.
Omzetbelasting • De grens voor kwartaalaangifte omzetbelasting wordt verhoogd van € 9.000 naar € 15.000 (invoering per 1 januari 2009). • Bepaalde medische beroepen worden met ingang van 1 januari 2009 BTW-plichtig. Het gaat onder andere om osteopaten, pedagogen en chiropractoren. Dit geldt ook voor daarmee overeenkomende handelingen door andere medische beroepsbeoefenaren.
Successiewet • In de op Prinsjesdag ingediende fiscale wetsvoorstellen zijn nog geen maatregelen opgenomen in verband met de aangekondigde vereenvoudiging van de Successiewet. • Er komt een vrijstelling voor schenkingen en erfrechtelijke verkrijgingen door sportverenigingen (en stichtingen) die zijn aangesloten bij een aangewezen landelijke sportorganisatie.
Vliegbelasting • De toepassing van het lage tarief wordt uitgebreid tot bestemmingen in EU lidstaten en buiten de 2.500 km grens gelegen bestemmingen in een land waarvan de luchthavens deels zijn gelegen binnen een vliegafstand van 2.500 km. Deze aanpassingen werken terug tot en met 1 juli 2008.
23 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Verpakkingenbelasting • De verpakkingenbelasting wordt op een aantal punten aangepast. De concerndefinitie wordt afgestemd op het begrip fiscale eenheid uit de omzetbelasting. De definitie van importeur wordt verduidelijkt, waardoor wordt voorkomen dat een transporteur van goederen als importeur wordt aangemerkt. Er komt een teruggaaf voor indirecte export van verpakkingen, waarbij een grens geldt van 15.000 kg. Er wordt een nieuw forfait voor geïmporteerde verpakkingen geïntroduceerd. De definitie van verpakkingen wordt beperkt, waardoor logistieke hulpmiddelen (zoals pallets) buiten de verpakkingenbelasting vallen. De belastingplicht bij loonverpakkers zal worden verschoven naar de opdrachtgever en de hoeveelheid tarieven zal daarnaast worden gehalveerd. Het tarief voor verpakkingen van biokunststof wordt gelijk getrokken met het tarief voor papier/karton.
Autobelastingen (BPM en motorrijtuigenbelasting) • De BPM wordt verder gefaseerd afgebouwd. De BPM wordt nog meer afhankelijk van de C02-uitstoot. Zeer zuinige auto’s worden in 2009 al vrijgesteld van BPM. • De motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto’s wordt (nogmaals) gehalveerd. De MRB voor motoren wordt verhoogd.
Overig • Vanaf 1 januari 2009 kan de voorlopige aanslag en teruggaaf digitaal worden gewijzigd. Bovendien kan dan de schatting van het inkomen voor het komende belastingjaar digitaal worden gedaan. • De Belastingdienst gaat sterk verder met horizontaal toezicht (afspraken met overheden, individuele grote ondernemingen en brancheorganisaties in de vorm van certificering en het afsluiten van handhavingsconvenanten). • De basisregistratie inkomen wordt naar verwachting in 2009 ingevoerd. In 2009 wordt de mogelijkheid aangeboden gegevens vooraf in te laten vullen in de digitale aangifte inkomstenbelasting 2008 (zoals de NAW gegevens, de loongegevens, de WOZ gegevens, diverse heffingskortingen en het bedrag van de voorlopige teruggaaf). • Per 1 januari 2009 zal de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ waarschijnlijk in werking treden, waardoor burgers meer doeltreffende rechtsmiddelen krijgen tegen het niet tijdig beslissen door de overheid.
Bron: Deloitte fiscaal advies
24 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Bedrijfsfitness als benefit Onder bedrijfsfitness wordt verstaan de conditie- of krachttraining van werknemers die georganiseerd of geïnitieerd wordt door de werkgever en die plaatsvindt onder deskundig toezicht. De verstrekking of vergoeding van bedrijfsfitness is onbelast als voldaan is aan de volgende voorwaarden: • De deelname staat open voor 90% of meer van alle werknemers (of 90% of meer van alle werknemers met dezelfde arbeidsplaats als die niet is gelegen in de woning van een van deze werknemers). De plaats van de bedrijfsfitness voldoet aan de voorwaarden. Er zijn voor de plaats van de fitness nu de volgende 3 mogelijkheden: • De fitness vindt plaats in een vestiging van uw bedrijf of instelling. • De fitness vindt plaats in een fitnesscentrum dat u voor al uw werknemers hebt aangewezen. • U sluit een overeenkomst met 1 fitnessbedrijf op grond waarvan uw werknemers kunnen fitnessen in elke vestiging van dat fitnessbedrijf. Als u meer dan 1 vestiging hebt, gelden de 2 laatstgenoemde mogelijkheden per vestiging. U kunt dus per vestiging een fitnesscentrum aanwijzen of een overeenkomst sluiten met 1 fitnessbedrijf op grond waarvan uw werknemers kunnen fitnessen in elke vestiging van dat fitnessbedrijf. Als de fitness niet aan deze voorwaarden voldoet, dan moet een vergoeding of verstrekking daarvan volgens de algemene regels voor loon in natura worden behandeld. (Info Handboek Loonheffingen 2008 paragraaf 17.5)
Welke voor- en nadelen heeft de regeling? Pensioengevolgen Het pensioengevend inkomen hoeft NIET te worden verlaagd en heeft dus geen gevolgen voor de pensioenopbouw. Zie besluit Financiën nr. CPP2001/3047M van 22-02-2002, paragraaf 3.3 lid, waar in Bedrijfsfitness specifiek is opgenomen. Overige gevolgen voor arbeidsvoorwaarden Deelname aan de uitruilmogelijkheid van brutosalaris voor Bedrijfsfitness heeft tot gevolg dat alle aan het brutoloon gerelateerde aanspraken, zoals Vakantie-uitkeringen (8%), Structurele Eindejaarsuitkering (6,4%) etc., naar rato worden verlaagd. Artikel 2.2 van het besluit van Financiën nr CPP2000/2942M d.d. 21-12-2000. Aan het loon Sociale Verzekering Wetten of Fiscaal Loon gerelateerde uitkeringen (WW, WIA, etc.) kunnen lager uitvallen als in de periode van loonvermindering de hoogte vastgesteld moet worden. Daarentegen zou bijvoorbeeld de huursubsidie hoger uit kunnen vallen bij verlaging van het fiscale loon. De uitruilmogelijkheid (cafetariastelsel) ten behoeve van bedrijfsfitness zal opgenomen moeten worden als aparte arbeidsvoorwaarde voor het personeel van de organisatie. Toetsing en toestemming van de regeling Bedrijfsfitness moet worden voorgelegd aan de Belastingdienst.
Martin Knuif Beleidsondersteunend medewerker Stichting Carmelcollege
25 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
26 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
VAN DE RAYONS Vergaderdata rayons
Rayon A
1 oktober 2008 en 11 december 2008
Rayon D
30 oktober 2008
Rayon E
26 september 2008 en12 december 2008
Impressie van de rayonvergaderingen Rayon A woensdag 28 mei 2008 te Den Haag plv. voorzitter: Wim Boevé secretaris: Frank Lieffering
• Aanwezig zijn 13 leden. • Gasten mevrouw Dorin Bolkesteijn en de heer Hans van der Zwan van CFI wonen de vergadering bij. • Europese aanbesteding Protesteren tegen de lage grens voor Europese Aanbesteding is niet echt zinvol. Het heeft meer zin het veld goed te adviseren over Europese Aanbesteding. Brieven naar OCW vanuit de VAP heeft minder zin dan de VO-raad te beïnvloeden en vervolgens met de VO-raad een duidelijke vuist te maken. • Accountantscontrole jaarrekening 2007 Per school kunnen de ervaringen met betrekking tot accountants verschillen. In het ene geval is het allemaal soepel verlopen en is er binnen de afgesproken offerte gewerkt. In andere gevallen wordt er naar de mening van de leden iets te strikt volgens de controlerichtlijnen gewerkt. In dit verband wordt ook de controletolerantie van 1% volgens de controle voorschriften van het CFI genoemd. Er zijn twee opties naar eigen keuze: in mindering brengen op de materiële vaste activa of toevoegen aan de overlopende passiva. • Aanvullende verzekering inventaris De inventaris die is aangeschaft volgens de eerste inrichting is via de gemeente verzekerd. Alles hierboven komt voor verzekering door de school in aanmerking. Om te weten of dit zinvol is, is het raadzaam om de polisvoorwaarden van de eigen gemeente te raadplegen.
27 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
• Inhouding CFI in mindering op bekostiging Een van de aanwezige collega’s geeft aan dat er bij zijn school een bedrag is ingehouden inzake uitkeringslasten WW over 2005. Dorin Bolkesteijn zegt dat dit het gevolg is van een toets van het Participatiefonds of er sprake is van al dan niet terecht ontslag. Bezwaar indienen is mogelijk. • Mededelingen van de CFI-functionarissen Hans van der Zwan wijst op de subsidiemogelijkheid in verband met de leergang aansluiting vmbo/mbo. Voorts meldt hij dat er een klankbordgroep is opgericht met betrekking tot het digitaliseren van CFI formulieren.
Rayon C dinsdag 10 juni 2008 in Vlaardingen voorzitter: Eric van Steen notulist: idem
C
• Aanwezig zijn 13 leden. • Gast De nieuwe voorzitter van het landelijk VAP-bestuur, Jouke de Jong, woont de vergadering bij voor een persoonlijke kennismaking met ons Rayon. Jouke had in de Algemene Ledenvergadering van de VAP aangekondigd dat hij in de loop van dit jaar alle Rayons wil bezoeken om zelf te constateren wat er leeft onder de rayonleden. Een van de onderwerpen die in dit gedeelte van de vergadering de revue passeerden, was de opzet van de Algemene Jaarvergadering. Het VAP-bestuur had voor de Ledenvergadering van dit jaar ter gelegenheid van de onthulling van het nieuwe logo, voor een ludieke aanpak gekozen. Voorts werd de Ledenvergadering voor het eerst niet op een vrijdag gehouden. Uiteindelijk heeft deze aanpak geresulteerd in een hogere opkomst dan wat we de laatste jaren hebben gehad. Jouke zegt open te staan voor alle voorstellen die er toe leiden dat de leden zich meer betrokken gaan voelen bij de Algemene Ledenvergadering, toch hét landelijke platform van de VAP. Hierop komt uit de vergadering het voorstel tot een andere dagindeling: in plaats van een ochtend- en een middaggedeelte met een lunch, zou de dag kunnen bestaan uit een themabespreking in de middag, gevolgd door een diner; de behandeling van het huishoudelijk gedeelte kan dan plaatsvinden in de avond. Het kennismakingsbezoek van Jouke had een informeel karakter en wordt door beide partijen als nuttig ervaren.
28 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Tijdens de vergadering werd vanzelfsprekend ook over enkele actuele onderwerpen gediscussieerd: • Europese aanbesteding Er ontbreekt nog steeds de nodige duidelijkheid om iets zinnigs te kunnen zeggen over de Europese aanbesteding van boeken. Wel hebben enkele collega’s goede ervaringen met organisaties die hen begeleid hebben in een Europees aanbestedingstraject. Voorts wordt gewezen op een website waarop alle aangemelde Europese aanbestedingen zijn vermeld: www.aanbestedingskalender.nl • BTW-voordeel op roerende zaken In de VAP-themadag van 20 november 2007 is de mogelijkheid van gedeeltelijke BTWteruggave over de aankoop van onroerende zaken aan de orde gesteld, waarbij de handelwijze bij het zogeheten vruchtgebruik werd toegelicht. Het is opvallend dat slechts een enkele collega hier gebruik van maakt, terwijl er op vrij gemakkelijke wijze goedkeuring door de Inspecteur der Belastingen kan worden verkregen. • Vergaderlocatie Rayon C De hoogte van de opkomst van de rayonleden wordt veelal bepaald door het thema dat door een gastspreker wordt behandeld. We hebben bijeenkomsten gehad waarbij het aantal stoelen te gering was, terwijl er vandaag slechts 11 leden naar Vlaardingen zijn gekomen. Geconstateerd wordt dat een aantal rayonleden de laatste tijd niet meer de vergaderingen bijwoont. De vergadering stelt voor te onderzoeken of de excentrische ligging van deze vergaderlocatie hiervoor de reden kan zijn. Rayon C bestrijkt het gebied Zeeland, West-Brabant, de Zuid-Hollandse eilanden en het gebied rond de Nieuwe Waterweg. Het terechtkomen in de file (of de angst daarvoor) en de daarmee gepaard gaande tijdverspilling is een regelmatig gehoorde oorzaak om af te zien van de rit naar Vlaardingen. Voorgesteld wordt om de volgende vergadering wat meer centraal te houden, bijvoorbeeld in Roosendaal. Aan de rayonleden zal de vraag worden voorgelegd of dit een meer aantrekkelijker locatie is.
Rayon G donderdag 12 juni 2008 in Eindhoven voorzitter: Fred van Loenen notulist: Mariétte May-Eekhout
G
• Aanwezig zijn 11 leden. • Gast Jouke de Jong, de nieuwe voorzitter van het landelijke VAP-bestuur, was het grootste deel
29 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
van de bijeenkomst aanwezig ter kennismaking met het Rayon. • Wijzigingen in de nieuwe jaarverslaglegging De nieuwe Richtlijn schrijft voor, dat toekomstige personele verplichtingen in een voorziening worden opgenomen. Voor het pensioen wordt alles uitgevoerd door het ABP, zodat de scholen daarvoor geen voorziening hoeven op te nemen. Maar bij strikte toepassing van de regels, moeten bijvoorbeeld alle toekomstige Bapo-verplichtingen voor elk personeelslid worden opgenomen omdat er in de huidige lumpsum al componenten zitten die voor de Bapo bedoeld zijn. Dit betekent veel rekenwerk, terwijl a) niet zeker is dat de regeling er in de toekomst nog is; b) er tegenover de toekomstige verplichtingen ook toekomstige inkomsten staan en c) het personeelsbestand continu aan wijzigingen onderhevig is. Voor ambtsjubilea geldt hetzelfde. De vier grote accountantskantoren en de VO-raad bekijken nu samen of de regels zó mogen worden geïnterpreteerd, dat de toekomstige inkomsten en toekomstige uitgaven tegen elkaar wegvallen. Als de Richtlijn toch voorschrijft dat bepaalde voorzieningen “opgeblazen”worden, dan zullen verschuivingen plaats gaan vinden van eigen vermogen naar vreemd vermogen (voorzieningen). Dat zal consequenties hebben voor het weerstandsvermogen. Een situatie waarin het weerstandsvermogen wordt verlaagd, doet zich voor bij een stelselwijziging waarbij de (theoretische) kortlopende vordering op het Ministerie ten laste van het eigen vermogen wordt afgeboekt. Een van de collega’s heeft dit reeds gedaan; twee anderen hebben de vordering afgeboekt ten laste van het resultaat. Dat had via resultaatbestemming evenzo invloed op het eigen vermogen. • Algemene Ledenvergadering Jouke de Jong deelt mee dat de volgende jaarvergadering zal plaatsvinden op woensdag 1 april 2009. Er is voor de woensdag gekozen omdat die na de vrijdag de rustigste dag in het verkeer is. In een ander Rayon is voorgesteld om de vergadering later op de middag te laten beginnen, de lunch om te zetten in een avondmaaltijd en het huishoudelijke deel naar de avond te verplaatsen. Uit de vergadering komt het voorstel om de jaarverslagen en dergelijke ten behoeve van het huishoudelijk deel vooraf naar de leden te sturen met het verzoek deze documenten van commentaar te voorzien, zodat ze in de Ledenvergadering afgehamerd kunnen worden. Jouke reageert met de mededeling dat daarvoor de statuten waarschijnlijk aangepast moeten worden, maar hij neemt de suggestie zeker mee naar het landelijk bestuur. • Website Er wordt aan de website van de VAP gewerkt. Er moet een rubriek met vragen en antwoorden voor en door leden komen. Wellicht ook een overzicht van relevante sites? De vergadering vraagt zich af wat het effect op rayonbijeenkomsten en landelijke vergaderingen wordt: stimulerend of ondermijnend? • Negatieve gevolgen voor de exploitatie 2008 door niet volledig compenseren van de CAO-afspraken van december 2007 In september aanstaande wordt de nieuwe begroting gemaakt, maar de CAO 2007/2008 is nog niet volledig door CFI gecompenseerd. Er komt dit jaar zeker nog 1,5% verhoging van
30 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
de GPL om de kosten van de lopende CAO te compenseren. Het zal wel weer december worden voordat het bedrag op de rekening van de school zal staan, maar voor de begroting mag men er van uit gaan dat deze vergoeding komt. De premies voor 2008, voorzover die bekend waren in december 2007, zijn reeds verwerkt in de GPL van 2008. Op 26 mei 2008 heeft CFI een mededeling gedaan over de doorwerking van de sociale premies en pensioenen. Deze is ten opzichte van 2007 met 0,3% gestegen. Daarbij werd vermeld dat aan de mededeling geen rechten kunnen worden ontleend! Een van de aanwezige collega’s maakt de kanttekening dat bij de scholen van zijn onderwijsbureau geen 0,3% maar ongeveer 0,9% van de maandelijkse loonkosten moet worden voorgeschoten wegens dit premiebeeld. Hij vraagt zich af of dit wel volledig gecompenseerd zal worden. • Stand van zaken Europese aanbesteding De scholen hebben brochures gekregen van organisaties zoals NIC en Pro Mereor. De vergadering wijst er op dat de aangeboden korting weliswaar resulteert in een lagere inkoopprijs, maar dat de ingekochte boeken vervolgens in één container worden afgeleverd. De kosten van sorteren en distribueren zullen het voordeel wellicht doen verdampen. Nog een punt van aandacht is dat werkboeken auteursrechtelijk niet verhuurd mogen worden. In het VAPblad van het 2e kwartaal 2008 is een plan van aanpak opgenomen van het Carmelcollege, compleet met tijdpad. Er is bijna een jaar gemoeid met de aanbestedingsprocedure. • Convenant Leerkracht Er is een ledenraadpleging van de VO-raad geweest. De budgetten voor de functiemix zijn geoormerkt. Er geldt een terugbetalingsverplichting als de te realiseren uitbreiding in 2011 niet blijkt te zijn gehaald. De nulmeting is per 1 augustus 2008. Het komt er op neer dat schoolbesturen die nog weinig met Fuwa hebben gedaan en nu alsnog LC en LD functies gaan uitreiken, beloond worden met extra geld, terwijl scholen die dat allang hebben gedaan, het zelf moeten betalen. Teamleiders met schaal 12 zijn geen leraar en worden straks minder betaald dan lesgevende collega’s in LD met een uitlooptoeslag van € 1.000,00. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? De lerarensalarisschalen en de OOP-salarisschalen worden losgekoppeld. De huidige Bapo-regeling is overeind gebleven; wellicht wordt de regeling nog aangepast, bijvoorbeeld door het afschaf fen van het lagere inhoudingspercentage bij 61 jaar en ouder, of door een latere ingangsdatum van het ontstaan van het recht op Bapo. De vergadering stelt de vraag of het onderwijs wel écht aantrekkelijker wordt door het inkorten van de carrièrepatronen? Een goed salaris motiveert natuurlijk, maar op termijn is iedereen op 35-jarige leeftijd aan het eind van de schaal, maar dit salaris geldt dan nog eens 30 jaren. Als alternatieven om het vak aantrekkelijker te maken worden genoemd: kleinere klassen en minder wekelijkse lessen per docent. Een andere kwestie is of men voor de scholing van de leraren het scholingsfonds zal gaan inzetten of de 170 uren deskundigheidsbevordering? Via het scholingsfonds wordt de vervanging vergoed. • Caso In Caso wordt de voordeelregel niet toegepast, terwijl de werkgever daartoe wel verplicht
31 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
is. Hierdoor betalen sommigen teveel Loonheffing, anderen te weinig. Dit speelt nagenoeg alleen bij de grensgevallen 42%/52%. Dit verschil wordt bij inkomstenbelasting wel gecorrigeerd, maar het is niettemin een tekortkoming in het Caso-systeem. Wat wel als zinvol wordt ervaren, is de salderingsregeling bij Caso voor de reiskosten. Heel gemakkelijk als je meer dan € 0,19 per kilometer vergoedt. • ICT-assistenten Een van de collega’s wil betaling aan ICT-assistenten gaan verlonen en heeft behoefte aan een voorbeeldcontract. Moet de CAO worden toegepast of niet? In de CAO is het minimumjeugdloon geschrapt; dat maakt vakantiewerkers van 14 of 15 jaar wel héél duur.
Pensioenvooruitzicht babyboomers?
32 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
BOEKBESPREKING “Conflicthantering en organisatieontwikkeling” door Prof. Dr. W.F.G. Mastenbroek Mastenbroek beschrijft in zijn boek het managen van verandering. Het boek geeft een model dat is opgebouwd uit vier elementen: 1. Een organisatietheorie waarin de ‘politieke’ kant van organisaties een belangrijke rol speelt, 2. Een overzicht van mogelijke problemen in organisaties, 3. Interventies voor deze problemen en in het bijzonder voor de verschijnselen macht en rivaliteit, 4. Een veranderingsstrategie die de interventies integreert. Met minder middelen beter presteren: organisaties worden platter, eenheden krijgen een steeds duidelijker eigen verantwoordelijkheid. Tegelijk is er meer centrale sturing nodig om gecoördineerde slagkracht te realiseren. Een uitgekiende balans tussen sturing en zelforganisatie blijkt voor een effectief organisatie - ontwerp belangrijk. Mastenbroek beschrijft wat dit betekent voor managers en medewerkers. Hij komt met een oorspronkelijke visie op het managen van veranderingen. Bovendien geeft hij oplossingen voor veel voorkomende problemen zoals spanningen in de hiërarchie, rolconflict, weerstand tegen verandering en wat wordt genoemd ‘de verdeling van schaarse middelen’. In het boek gaat het globaal om twee typen verandering: 1. Verandering gericht op het beter oplossen van de problemen die zich voordoen tussen en binnen organisatie-eenheden. Dit heet het operationele niveau. 2. Tevens gaat het om ontwerpvraagstukken met betrekking tot de effectieve inrichting van organisaties en de samenhang tussen deelveranderingen, het conditionerende niveau. Centraal op beide niveaus staat het vraagstuk hoe we de werkrelaties van mensen moeten inrichten en verbeteren. De twee modellen waarvan dit boek gebruikt maakt zijn het partijen - en het systeemmodel. De bezwaren die aan deze twee modellen kleven zijn dat ze te eenzijdig zijn en ze hebben een te geringe praktische gebruikswaarde. Mastenbroek integreert beide modellen in een nieuw organisatiemodel: het netwerkmodel. Organisaties zijn netwerken van interdependente groepen. De relaties tussen deze groepen worden gekenmerkt door een mix van coöperatie en competitie. Men heeft elkaar nodig, maar men heeft ook eigen belangen. De belangrijkste bouwstenen van het organisatiemodel, zijn de structuur van het netwerk, bestaande uit partijen en hun relaties over en weer en de cultuur in de zin van gedragstendenties van de partijen en de dynamiek van het netwerk. Mastenbroek geeft hiermee twee brillen waarmee je naar organisaties kunt kijken. Mastenbroek onderscheidt hierbij vier relaties: de machts- en afhankelijkheid relatie, de instrumentele relatie, de sociaal-emotionele relatie en de onderhandelingsrelatie. De ratio van het onderscheid in vier relatie-aspecten is dat het samenhangt met verschillende gedragstendenties, problemen en interventies. Binnen het boek wordt de machts- en afhankelijkheidsrelatie als belangrijkst gezien, omdat we hier vinden wat we bij alle andere ook vinden: de spanning tussen autonomie en wederzijdse afhankelijkheid.
33 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Deze spanningsverhouding in de vier relaties kan je zien als een balans waarin sprake is van een dynamisch evenwicht. De mate van evenwicht wordt beïnvloed door coöperatieve en competitieve impulsen. Volgens Mastenbroek is het belangrijk dat in de vier relaties beide impulsen voldoende aan bod komen. Dit geeft het karakter van de relaties juist energie en vitaliteit, een positieve dynamiek. En daar gaat het volgens Mastenbroek om bij verandermanagement: het doorgronden en doorbreken van de vicieuze cirkels en deze zodanig beïnvloeden, dat er positieve dynamische processen op gang komen. Mastenbroek biedt hiermee een kader voor diagnose en analyse van problemen binnen een organisatie en het uitzetten van een veranderstrategie. Dit kader biedt houvast voor mogelijke interventies, oplossingen en geeft de samenhang beter weer tussen strategie, structuur, cultuur en informatiesystemen. Het organisatiemodel dat Mastenbroek aanreikt is in de kern eenvoudig en makkelijk in de praktijk te hanteren. Het is een hulpmiddel om naar organisaties te kijken via een structuur en een cultuurbril, los van je eigen positie en werkelijkheid. Dit biedt een goede mogelijkheid om de echte problemen te herkennen en gericht te sturen naar oplossingen, verbeteringen en veranderingen. De beperking die Mastenbroek aanbrengt door het hanteren van vier relatieaspecten zorgt ervoor dat je door de bomen het bos blijft zien, de grote lijnen en de samenhang. In de praktijk echter is er vaak sprake van een grotere complexiteit en spelen meer relatieaspecten een rol. Mastenbroek beschrijft slechts de relaties tussen mensen binnen organisaties. De relatieaspecten die er zijn met mensen buiten de organisatie worden door Mastenbroek buiten beschouwing gelaten. Als belangrijkste wil ik hier noemen de relatie met de klant. In het boek van Mastenbroek lijkt het of het evenwicht in de door hem beschreven spanningsbalansen uitsluitend wordt beïnvloed door het gedrag en de positie van de subeenheden binnen de organisatie. Naar mijn mening spelen hierin ook andere actoren een rol, zoals bijvoorbeeld de klant, aandeelhouders en externe financiers. Toch ben ik van mening dat Mastenbroek er in is geslaagd een helder organisatietheoretisch kader te bieden met voldoende aangrijpingspunten naar de praktijk.
Arnold Zadelberg
34 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
LEDEN Ledenmutaties per 1 september 2008 Naam
Adres
PC en Woonplaats
Aanmeldingen Dhr. E. Ergin p/a Postbus 58 5420 AB Gemert Dhr. P. Drabbels p/a Postbus 270 5900 AG Venlo Dhr. J.J.M. Caris Randenborgweg 58 6118 GG Nieuwstadt Stichting OML Postbus 975 6040 AZ Roermond Dhr. M. Hendrikx p/a Postbus 975 6040 AZ Roermond Dhr. R. Wijler p/a Postbus 975 6040 AZ Roermond Mevr. J.A.M. Schouten p/a Karmozijnstraat 2 2284 GA Rijswijk Mevr. E. Driessen p/a Postbus 35 2270 AA Voorburg Dhr. S. Hendriks p/a Postbus 40 7700 AA Hardenberg Dhr. J.H. de Knegt p/a Postbus 9303 3007 AH Rotterdam H.D. Jol p/a Postbus 45 2400 AL Alphen ad Rijn Afmeldingen
Rayon
G G G G G G A A D C D
Dhr. J.W.M. van Vugt p/a Postbus 124 4940 AC Raamsd.veer Dhr. M. Lichtleitner p/a Postbus 270 5900 AG Venlo Dhr. P. v.d. Berg Nederhoven 84 1191 PE Ouderk.ad Amst. N. Bouwens p/a Postbus 22421 3003 DK Rotterdam J.G. Vriesema p/a Postbus 22421 3003 DK Rotterdam C.W. Roos p/a Postbus 22421 3003 DK Rotterdam VCVO p/a Postbus 22421 3003 DK Rotterdam C.W. Veldhorst p/a Postbus 6 6670 AA Zetten Dhr. Moossdorff p/a Postbus 40 7700 AA Hardenberg HRM Amarantis Postbus 90403 1006 BK Amsterdam Correcties/wijzigingen
C G A C C C C F D B
J.M.M. Hendriks moet zijn J.J.M. Hendriks
Kastanjelaan 19
Sittard
G
Mevr. G. Kroon moet zijn mevr. G. Hoorn
p/a Postbus 55
Zwolle
D
ROB Postbus 47 5490 AA St. Oedenrode moet worden OSG Henk Reuvekamp secretaris/ledenadministratie
35 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
Aanmelden nieuwe leden De VAP brengt al vele jaren deskundigen op eigen terrein bij elkaar aan tafel. Als beroepsgroep treedt de VAP adviserend op naar de overheid en besturen/werkgeversorganisaties. Onze stem wordt gehoord, onze mening gerespecteerd. Als lid ontvangt u ieder kwartaal de informatie in ons VAP-blad en bezoekt u regelmatig themadagen, cursussen, lezingen en natuurlijk de VAP-Rayonvergaderingen. Daar worden ervaringen uitgewisseld, “hot-items” besproken en zoeken we op collegiale wijze oplossingen voor gezamenlijke problemen. Voorts houdt de VAP voor haar leden jaarlijks een drukbezochte Algemene Ledenvergadering. Samen sterk: Dat is de VAP. De jaarlijkse contributie bedraagt slechts € 110,-. Voor een bureaulidmaatschap bedraagt de contributie € 350,- per jaar. Daarbij kunnen vijf functionarissen van dezelfde organisatie lid van de VAP zijn. Sluit u aan bij dit netwerk van professionals. U kunt u aanmelden door onderstaand formulier in te vullen en op te sturen naar de secretaris van de VAP: H. Reuvekamp, Nijverheidsstraat 12, 8263 AL KAMPEN, of faxen naar: 038 - 3328812, t.a.v. H. Reuvekamp.
Aanmeldingsformulier Persoonlijke gegevens Naam Functie Werkzaam bij Adres instelling Postcode en woonplaats instelling Telefoon instelling/school Adres privé Postcode en woonplaats privé E-mail adres Voorkeuradressering privé/school Datum * s.v.p. doorhalen wat niet van toepassing is 36 VAPblad nr. 356, 3e kwartaal 2008
m/v*
Orgaan van de vereniging van administratief personeel bij het onderwijs Dagelijks Bestuur Jouke de Jong, voorzitter Reiger 33 8103 AL Raalte Wim Boevé, vice-voorzitter Beelaertspark 22, 2731 AC Benthuizen Henk Reuvekamp, secretaris Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Eric van Steen, penningmeester Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Rabobank 18.24.76.243 t.n.v. VAP Redactie Jack Adriaans Ed van den Bosch Hans Kleinsmann Eric van Steen Arnold Zadelberg Redactie-adres Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Telefoon 06-51 21 76 98 E-mail:
[email protected]
Hoewel de redactie streeft naar betrouwbaarheid, kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de gepubliceerde informatie. De eigen publicaties mogen verspreid worden mits bronvermelding plaatsvindt. Ledenmutaties Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Opgave advertenties aan het redactie-adres. Abonnementsprijs € 75,- per jaar. Opmaak: Vormplus, Vlaardingen Druk: Stout grafische dienstverlening, Vlaardingen 54e jaargang 3e kwartaal 2008 nr. 356/2008 ISSN 1383-052X
54e jaargang
al | 3e kwarta
6/2008 2008 | nr. 35
Creativiteit ...is één van onze PLUSpunten!
renigin
d van de ve
Kwartaalbla
ersoneel bij
istratief p g van admin
VAPblad
Concept Ontwerp Vormgeving Fotografie
Bel of mail voor een vrijblijvende afspraak met Richard Kok
VOOR ONDERWIJS EN EDUCATIE
Schiedamseweg 57-6 | 3134 BB Vlaardingen | t/f (010) 234 35 22 E-mail:
[email protected]
ijs
het onderw
www.vap-onderwijs.nl