56e jaargang
al | 1e kwarta
2/2010 2010 | nr. 36
Vlieg er ‘ns uit met de VAP!
20 april 2010 Algemene Ledenvergadering 2010, tevens viering van het 55-jarig jubileum van de VAP Nationaal Luchtvaart-Themapark “Aviodrome” Pelikaanweg 50, 8218 PG Lelystad 12.00 uur
ontvangst met een broodje
13.00 uur
huishoudelijk gedeelte
14.00 uur 15.30 uur
themabehandeling: Pensioen en de toekomst. Gastspreker is drs Marcel van de Grift, werkzaam als senior beleidsmedewerker bij Corporate Strategie en Beleid van Algemene Pensioengroep APG te Amsterdam.
16.00 uur
rondleiding in groepen onder leiding van een gids van Aviodrome bekijken van de unieke Aviodrome 4D-experience film
17.30 uur
afsluiting middaggedeelte door de voorzitter, waarbij we het glas heffen op het lustrum
18.00 uur
walking diner: smakelijk en dynamisch, met ruimte is voor ontmoeting
20.00 uur
afscheid
Meer informatie hierover vindt u op pagina 5 van dit VAPblad en op het antwoordformulier op onze website www.vap-onderwijs.nl.
renigin
d van de ve
Kwartaalbla
ersoneel bij
istratief p g van admin
ijs
het onderw
VAPblad
pauze
www.vap-onderwijs.nl
Orgaan van de vereniging van administratief personeel bij het onderwijs Dagelijks Bestuur Jouke de Jong, voorzitter Reiger 33, 8103 AL Raalte Wim Boevé, vice-voorzitter Beelaertspark 22, 2731 AC Benthuizen Henk Reuvekamp, secretaris Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Eric van Steen, penningmeester Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Rabobank 18.24.76.243 t.n.v. VAP Redactie Jack Adriaans Hans Kleinsmann Eric van Steen Arnold Zadelberg Redactie-adres Vossenberg 9 4841 JB Prinsenbeek Telefoon 06-51 21 76 98 E-mail:
[email protected]
Hoewel de redactie streeft naar betrouwbaarheid, kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de gepubliceerde informatie. De eigen publicaties mogen verspreid worden mits bronvermelding plaatsvindt. Ledenmutaties Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Opgave advertenties aan het redactie-adres. Abonnementsprijs € 75,- per jaar. Opmaak: Vormplus, Vlaardingen Druk: Stout grafische dienstverlening, Vlaardingen 56e jaargang 1e kwartaal 2010 nr. 362/2010 ISSN 1383-052X
reniging va
d van de ve
Kwartaalbla
www.vap-onderwijs.nl
derwijs
eel bij het on
atief person n administr
Inhoudsopgave VAN DE VOORZITTER VAP 55 Proficiat! Uitnodiging Algemene ledenvergadering en 55-jarig jubileum VAN HET BESTUUR Notulen Algemene Ledenvergadering 1 april 2009 Even voorstellen... Verslag van de secretaris over 2009 Jaarverslag penningmeester VAN DE REDACTIE VAP 55 jaar Gevolgen rapport Commissie Don Adviezen Commissie Don op een rijtje Zicht op definitieve oplossing voor BAPO problematiek Doorcentralisatie huisvesting Bestemmingsbox Nader onderzoek overschrijding kapitaalnorm Handelsregister Europese aanbesteding boeken Partnertoeslag AOW De partner AOW toeslag blijft behouden, of toch niet? Bekijk uw toekomstig inkomen in MijnABP Pensioeninzicht Pensioencommunicatie VAN DE RAYONS Vergaderdata Impressies van de rayonvergaderingen
3 5
9 12 13 18
23 27 28 30 31 35 35 36 37 38 40 41 42 45
46 46
UIT ANDERE BRONNEN Tips voor het jaarverslag Stappenplan voor een succesvol POP-gesprek Opbouw vakantiedagen tijdens ziekte Zorg voor documenten ofwel het beheer van gegevensdragers Bijdrage in kosten voor scholing ten behoeve van verhoging opleidingsniveau Whitepapers Gids online Gratis downloaden digitale boeken
48 50 52 54 56 57 57
LEDEN Ledenmutaties Aanmelden nieuwe leden
59 60
2 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
VAN DE VOORZITTER VAP55 Proficiat! Met plezier mag ik u als leden van de VAP feliciteren met het 55 jarige jubileum van “onze club”. In dit VAPblad gaat hoofdredacteur Hans Kleinsmann in op dit elfde lustrum. Hij beschrijft de historie van de VAP en legt de loper uit voor een bloeiende toekomst. Hij eindigt met de bereidheid van het VAPbestuur om in het belang van de leden inhoudelijk een bijdrage te blijven leveren aan de verdere ontwikkelingen binnen het onderwijsveld. Als voorzitter van het bestuur mag en wil ik daar een bijdrage aan leveren. Of u dat ook wilt, mag u op de Algemene Leden Vergadering bepalen, want ik ben herkiesbaar. Ik daag u allen uit om tegenkandidaten te stellen, dat zou in de recente geschiedenis van de VAP een unicum zijn. Als bijna langstzittend bestuurslid stel ik graag mijn zetel beschikbaar, maar voor het geval het wederom stil blijft van uw kant, heb ik me toch weer herkiesbaar gesteld en dat geldt evenzo voor Henk Reuvekamp en Hans Kleinsmann. Voor allen geldt dat we lol hebben in het bestuurslidmaatschap en die herkiesbaarheid echt niet als een noodzakelijk kwaad zien. Over de ALV gesproken, het bestuur draait dit jaar de volgorde om. U bent daarover al geïnformeerd via de uitnodiging. Natuurlijk hoop ik dat u zich al heeft aangemeld voor deze bijzondere ALV, die door de combinatie met de lustrumviering en de bijzondere locatie, het Aviodrome bij Lelystad, een hoogtepunt voor de VAP mag heten. Ik hoop zelfs dat u zich in zo grote getale heeft aangemeld of dat alsnog gaat doen, dat u de penningmeester Eric van Steen in de problemen brengt. Wij vragen geen eigen bijdrage voor deze combibijeenkomst, dus een grote deelname leidt onherroepelijk tot een budgetoverschrijding. In dit VAPblad leest u het financieel verslag van Eric en zult u met mij concluderen dat de VAP wel een stootje kan hebben. Ook onze secretaris Henk Reuvekamp heeft weer een flinke bijdrage geleverd aan dit VAPblad. Naast de gebruikelijke ledenmutaties en het verslag van de bestuursvergadering levert Henk de notulen van de ALV 2009 en zijn jaarverslag. Verder in dit blad weer veel aandacht voor de commissie Don. Maar liefst drie artikelen gaan in op de financiële grenzen. Er is aandacht voor doordecentralisatie huisvesting, voor menig gemeente- en schoolbestuur een slepend agendapunt sinds 1997, toen de decentralisatie van de huisvestingsgelden van OCW naar de gemeenten plaatsvond. Ook aandacht voor de band tussen handelsregister en onderwijs. De basisregistraties worden gekoppeld. Uiteraard dit voorjaar ook aandacht voor het jaarverslag, waar velen van u zich mee bezighouden. Ook meerdere artikelen over ons aller toekomst, de pensionering of wat er tegen die tijd nog van over is. Kortom een VAPblad waarin voor alle leden, wat hun professionele taak ook moge zijn, interessante artikelen te vinden zijn. Tot slot noem ik een artikel over e-books. Ik heb er een gedownload: “Wat is jouw excuus” van John P. Foppe. Het lezen in de trein met de laptop op schoot is goed te doen en zeker dit boek, zet je aan het denken. Al met al een prima VAPblad van een prima club! Reeds 55 jaren jong en nog springlevend. Geen wonder dat ik uit zie naar 20 april 2010. U toch ook? Jouke de Jong, voorzitter 3 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Vlieg er ‘ns uit met de VAP!
...dat kan op 20 april! meld u aan via www.vap-onderwijs.nl
4 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
UITNODIGING voor de Algemene Ledenvergadering 2010, tevens viering van het 55-jarig jubileum van de VAP Het bestuur nodigt leden, donateurs, genodigden en andere belangstellenden uit voor de Algemene Ledenvergadering te houden op dinsdag 20 april 2010. Omdat op deze dag tevens aandacht zal worden besteed aan het 55-jarig bestaan van de Vereniging is gekozen voor een feestelijke middag die gecombineerd zal worden met deze Algemene Ledenvergadering. Uiteraard hebben we die dag een aangepast programma, waarbij het VAP55-gevoel zal overheersen. We hebben voor deze gelegenheid een bijzondere locatie uitgezocht: Nationaal Luchtvaart - Themapark
“Aviodrome” Pelikaanweg 50 8218 PG Lelystad
5 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Agenda 12.00 uur
ontvangst met een broodje
13.00 uur opening door de voorzitter en behandeling van het huishoudelijk gedeelte: 1 notulen ledenvergadering 1 april 2009 2 ingekomen en uitgegane stukken 3 vaststelling jaarverslag secretaris over 2009 4 verklaring financiële commissie 5 vaststelling jaarverslag penningmeester over 2009 6 vaststelling begroting voor 2010 7 vaststelling contributie 8 verkiezing leden en plaatsvervangende leden financiële commissie 2010 9 verkiezing bestuursleden: periodiek aftredend zijn de heren Jouke de Jong, Henk Reuvekamp, Jack Adriaans en Hans Kleinsmann. Jouke de Jong, Henk Reuvekamp en Hans Kleinsmann hebben te kennen gegeven zich herkiesbaar te stellen; Jack Adriaans legt zijn bestuursfunctie neer. Naar vervanging wordt nog gezocht In 2009 is door het vertrek van Jan Hagedoorn een vacature in het bestuur ontstaan. Het bestuur draagt de heer Jaap van Molen voor om benoemd te worden nieuw bestuurslid. Op pagina 12 van dit VAPblad stelt Jaap zich aan u voor. 10 goedkeuring beleid en decharge bestuur 11 rondvraag 12 sluiting huishoudelijk gedeelte De notulen, verslagen, verklaring van de kascommissie en de begroting zijn elders in dit VAPblad opgenomen. 14.00 uur
themabehandeling: Pensioen en de toekomst. Gastspreker is drs Marcel van de Grift, werkzaam als senior beleidsmedewerker bij Corporate Strategie en Beleid van Algemene Pensioengroep APG te Amsterdam. Aan het einde van deze agenda is een uitgebreide toelichting op de inhoud van dit thema opgenomen.
15.30 uur
pauze met koffie
16.00 uur
ontspanning: • rondleiding in groepen onder leiding van een gids van Aviodrome • bekijken van de unieke Aviodrome 4D-experience film
17.30 uur
afsluiting middaggedeelte door de voorzitter, waarbij we het glas heffen op het lustrum
18.00 uur
walking diner: smakelijk en dynamisch, zodat er ruimte is voor ontmoeting
20.00 uur
afscheid
6 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Aanmelden Om de organisatie van deze dag in goede banen te leiden, is het noodzakelijk dat u zich als deelnemer aanmeldt. We willen graag weten of u er vanaf de start tot het afscheid bij kunt zijn, of dat u een gedeelte van het programma bij zult wonen. Wilt u dit doorgeven met het antwoordformulier via onze website www.vap-onderwijs.nl en wel vóór 9 april 2010, want dan bent u er zeker van dat u aan deze feestelijke bijeenkomst kunt deelnemen. U zult tijdig een bevestiging van aanmelding en een toegangsbewijs voor deze VAP-dag ontvangen. Meer informatie over Aviodrome, inclusief de routebeschrijving vindt u op: www.aviodrome.nl. Voor degenen die met de trein komen, is busvervoer-op-maat geregeld. Meer informatie hierover vindt u op het antwoordformulier op onze website www.vap-onderwijs.nl. Wij zien u graag op 20 april aanstaande bij het Aviodrome in Lelystad. Met vriendelijke groet, bestuur van de VAP
Toelichting op de inhoud van het thema dat drs Marcel van de Grift in het middagprogramma zal behandelen. Pensioen en de toekomst Het huidige Nederlandse pensioenstelsel moet aangepast worden om goed opgewassen te kunnen zijn tegen de gevolgen van de vergrijzing en de financiële onzekerheden. Daarom zijn keuzes noodzakelijk. Dat stelt de commissie Toekomstbestendigheid pensioenregelingen onder leiding van professor Goudszwaard. Demissionair minister Donner had de commissie gevraagd na te gaan in hoeverre de financiële crisis en de vergrijzing de schokbestendigheid van het pensioenstelsel ondermijnen en hoe de houdbaarheid van het stelsel kan worden verbeterd. De commissie constateert dat het stelsel onder druk staat. De pensioenfondsen zij steeds minder goed in staat de risico's op te vangen. De dekkingsgraden zijn structureel gedaald, het aantal premiebetalers neemt af en bedrijven en (overheids)organsaties willen steeds minder pensioenrisico's dragen. De commissie ziet twee manieren: • het accepteren van een lager pensioen, dat kan door langer werken of indexeren op basis van prijzen in plaats van lonen. • het accepteren van minder pensioenzekerheid door meer risico's bij deelnemers te leggen. De commissie zet de gevoeligheden van het huidige stelsel duidelijk op een rij. Kortom, tijd voor een integrale toekomstvisie.
7 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Pensioenfondsen moeten bewuster strategische keuzes maken in de risico's die ze (willen) lopen en voldoende greep houden op de uitvoeringen van de beleggingen. Dat staat in een rapport van de commissie Frijns. Deze commissie heeft op verzoek van demissionair minister Donner onderzoek gedaan naar het beleggingsbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen sinds 1990. De commissie adviseert pensioenfondsbesturen een strategisch risicokader vast te stellen, waarin keuzes gemaakt moeten worden over de risico's die het pensioenfonds kan en wil lopen. De samenstelling van het fonds en de bereidheid van de deelnemers om risico te lopen, spelen een belangrijke rol in die afweging. De commissie bepleit verder dat de pensioenfondsen een harde ondergrens voor de dekkingsgraad vaststellen. Als de dekkingsgraad zakt tot die grens, dan is herstel op eigen kracht niet meer mogelijk en is een aanpassing van het pensioencontract noodzakelijk. Verder vindt de commissie dat pensioenfondsen moeten streven naar geïndexeerde pensioenen. Onder invloed van het financiële kader dat de overheid oplegt, richten pensioenfondsen zich in de praktijk op het opbouwen van "nominale", niet geïndexeerde pensioenen. De commissie adviseert de overheid daarom het financiële kader - het Financiële Toetsingskader - aan te passen. Het bestuur van een fonds moet tegenwicht kunnen bieden tegenover uitvoerders en aanbieders van beleggingsproducten. Het bestuur moet aantoonbaar over voldoende expertise beschikken op het gebied van risicomanagement en vermogensbeheer. Kortom, volledige openheid over keuzes die gemaakt worden en de risico's die deelnemers lopen. Demotiebeleid Werkgevers krijgen meer en meer te maken met demotie. Oudere werknemers worden dan in lager betaalde functies geplaatst. Nu zijn er (nog) mogelijkheden om de pensioengrondslag een aantal jaren te handhaven op het vroegere, hogere salaris. Bij langer doorwerken wordt die periode van pensioenopbouw langer. Aansluiten bij levensfase Kan er een levensfase afhankelijke opbouw van pensioen worden geïntroduceerd? Bijvoorbeeld: • tot 30 jaar geen premie • tot 40 jaar een lagere premie • tot 50 jaar meer premie • vanaf 60 jaar nog meer premie. Differentiatie in de uitkering Lagere uitkering als men ouder wordt, omdat de behoefte afneemt. Mogelijke wijziging van de AOW-leeftijd En de gevolgen voor werknemerspensioenen.
8 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
VAN het bestuur Notulen Algemene Ledenvergadering 1 april 2009 1. Opening De algemene ledenvergadering 2009 wordt geopend door de voorzitter, de heer Jouke de Jong. Hij heet alle aanwezigen hartelijk welkom, in het bijzonder de dagvoorzitter/ workshopleider, inleider en overige workshopleiders, respectievelijk mevrouw Hester Macrander en de heren Henk Post, Harry Mes, Freddy Weima en Leo van Wychen. De voorzitter onderkent het feit van volle agenda’s maar constateert met blijdschap een goede belangstelling voor deze alv, ofschoon op een ietwat ongebruikelijke dag. Het bestuur heeft gekozen voor een totaal andere opzet, te weten een middaggedeelte met na het diner behandeling van de huishoudelijke punten. Daarnaast mag je het thema van vandaag, “onderwijs in 2020”, als bijzonder boeiend karakteriseren ofschoon velen onderons tegen die tijd niet meer werkzaam in het onderwijs zullen zijn. Het lijkt dus ver weg maar gezien de toenemende werkdruk kan een duidelijke visie voor de komende tien jaar een positieve werking hebben. “Als alle verhalen van de inleider en de workshopleiders over ons zijn uitgestort, ziet de toekomst er wellicht een beetje zonniger uit”, besluit de voorzitter en geeft vervolgens het woord aan Hester Macrander. Zij weet de aanwezigen op onderhoudende wijze te boeien en te leiden door de agenda van deze ledenvergadering. De vergadering wordt bij de opening bijgewoond door 69 personen. 2. Presentatie over “Het onderwijs in 2020”, door Henk Post, directeur VO bij het Ministerie van OCW De heer Post voorziet in de komende tijd veel veranderingen, mede vanwege de kredietcrisis. Vers van de pers deelt hij mee dat flink zal worden geïnvesteerd in gebouwen en met name ook in de duurzaamheid daarvan. In een brief naar de Tweede Kamer wordt onder anderen gesproken over de kwaliteit van het onderwijs, modernisering van de bekostiging, vermogenspositie binnen het onderwijs met meer helderheid omtrent de reserves, toeneming van de professionaliteit en de verantwoordelijkheid van de gemeentes waar het gaat om huisvesting. Diverse onderzoeken zullen worden uitgevoerd ook ten aanzien van kwaliteitsverbetering met betrekking tot de informatisering. De inleider voorziet naar 2020 toe een toenemende advisering vanuit de VAP. Dat kan kansen bieden voor de vereniging. De aanwezige leden maken ruimschoots gebruik van de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Hierbij komen onder meer de volgende aspecten naar voren. Verdere professionalisering van het risicomanagement, de rol en de plaats van het eigen vermogen, schatkistbankieren en beter periodiek overleg al dan niet via de VO-raad. Veel ruimte wordt geschonken aan doordecentralisatie van de huisvesting. Is hierbij werkelijk sprake van een te groot risico? 40% zou tegen doordecentralisatie zijn. De ene gemeente geeft thans meer geld uit aan huisvesting onderwijs dan dat via het gemeentefonds ter beschikking wordt gesteld, bij andere gemeentes ligt dat precies andersom. Er komt hieromtrent een onderzoek. Thans is het zaak te lobbyen bij de gemeentelijke politiek. Vissen uit de vijver van groep 8 gaat niet zomaar: om concurrerende overwegingen moet je veel geld uitgeven aan pr. De aanwezigen kaarten daarnaast onderwerpen aan als de toenemende digitalisering en de te lage materiële bekostiging. Gezien de recessie behoort een verlaging zelfs tot de mogelijkheden. De voorzitter is blij met het verhaal van de heer Post en de reacties hierop vanuit de zaal. Hij bedankt hem voor zijn inleiding.
9 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
3. Verdieping dagthema in 4 workshops Bij de aanmelding voor deze dag heeft men aan kunnen geven naar welke workshop de meeste voorkeur uitgaat. Hieraan is zoveel mogelijk tegemoet gekomen. Workshop 1: Arbeidsvoorwaarden met onder anderen aandacht aan het convenant onderwijspersoneel van minister Plasterk, taakbeleid en functiemix. De leiding is in handen van Harry Mes van Loyalis; Workshop 2 staat in het teken van “slimmer werken in het onderwijs”. De te behandelen punten zijn zoal e-HRM, arbeidsmarkt, doorwerking kredietcrisis (vluchten in een zekere toekomst in het onderwijs?) en conjunctuurverschuiving. Freddy Weima, directeur Sectorbestuur Onderwijsmarkt is bereid gewonden als workshopleider op te treden; Workshop 3 is van meer algemene aard. Een groot scala van aanspreekpunten zullen de revue passeren. Daarbij moeten we denken aan aspecten als internetgeneratie, gedrag in 2020, onderwijs vanuit huis, duurzame leermiddelen, digitale afsluitingstoetsen/examens en van boeken naar laptops. De dagvoorzitter, Hester Macrander, zal ons door deze punten heen loodsen; Workshop 4: Het zal niet verwonderlijk zijn dat huisvesting in de komende jaren drastisch gaat veranderen. In deze workshop wordt hier aandacht aan geschonken met als aanvullende punten onder meer de thuisschool, doordecentralisatie en vastgoedmanagement. Een des-kundige op dit gebied is Leo Wychen van Stichting Carmelcollege. Hij neemt dit onderdeel voor zijn rekening. 4. Terugkoppeling naar plenaire vergadering De inleiders doen na afloop van de workshops hiervan een samenvattend verslag waarbij alle aspecten de revue passeren. Omdat men slechts één workshop kon bijwonen, vormde deze terugkoppeling een goede aansluiting voor een totaal blik op het thema van deze dag. 5. Afsluiting van het middaggedeelte De dagvoorzitter vestigt de aandacht op de zogenaamde internet generatie, “kinderen al dan niet geboren achter een computer”. Scholen lopen helaas dagelijks achter, is haar mening. De voorzitter hoopt dat vanuit de rayons ideeën worden aangedragen. Hij spreekt de inleiders toe met een korte impressie en biedt hen een attentie aan. Zijn dankwoord wordt ondersteund met applaus van de aanwezigen. 6. Heropening van de vergadering Na het diner opent de voorzitter het vervolg van deze ledenvergadering. 7. Notulen ledenvergadering 3 april 2008 De notulen worden onder dankzegging aan de secretaris goedgekeurd en vervolgens ondertekend. Zoals te doen gebruikelijk zijn deze notulen gepubliceerd in het VAPblad, voorafgaande aan de ledenvergadering 8. Ingekomen en uitgegane stukken De ingekomen berichten betreffen afmeldingen en aanmeldingen voor deze vergadering. De bevindingen van de financiële commissie, verklaring kascommissie, zijn schriftelijk binnengekomen bij de penningmeester. 9. Vaststelling jaarverslag secretaris over 2008 Het jaarverslag wordt onder dankzegging goedgekeurd en vervolgens ondertekend.
10 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Evenals de notulen is ook dit verslag opgenomen geweest in de uitgave van het VAP-blad, voorafgaande aan de jaarvergadering. 10. Verklaring financiële commissie Uit de bij agendapunt 8 genoemde schriftelijke verklaring van de financiële commissie, uitgebracht aan de penningmeester, blijkt dat naar haar mening de jaarrekening over 2008 in orde is bevonden en dat de staat van baten en lasten over genoemd jaar, alsmede de balans per 31 december 2008 een getrouw beeld geven van de financiële situatie van de vereniging. De commissie stelt de vergadering voor, overeenkomstig de statuten van de vereniging, om de penningmeester te déchargeren voor het door hem gevoerde financiële beheer. Aldus wordt onder applaus besloten. De betreffende verklaring wordt door de penningmeester voorgelezen. 11. Vaststelling jaarverslag penningmeester over 2008 Evenals de stukken van de secretaris, is ook dit verslag verschenen in het genoemde VAPblad. De penningmeester geeft enkele toelichtingen, met name ten aanzien van boekingen van het saldo van de themadagen/cursussen. 12. Vaststelling begroting voor 2009 Een bedrag van € 9.000,00 wordt apart gezet voor representatie, c.q. de invulling van de eigen website van de VAP. De begroting houdt daarnaast rekening met de viering van het 55-jarig bestaan van de vereniging in 2010. Door een vorig jaar voorgestelde kleine verhoging van de contributie, de eerste keer weer sinds enkele jaren, geeft de exploitatie een iets gunstiger beeld. De penningmeester wordt bedankt voor de werkzaamheden die door hem zijn verricht. De begroting wordt vastgesteld. 13. Vaststelling contributie De contributie behoeft niet te worden verhoogd en blijft derhalve op € 110,00 per persoon en voor een bureaulidmaatschap € 350,00. Op verzoek van de vergadering wordt besloten om voor functionerende rayons een bedrag van maximaal € 150,00 per jaar beschikbaar te stellen voor vergaderdoeleinden, op basis declaratie. Opgemerkt wordt dat uitgaven onderling kunnen verschillen. 14. Verkiezing leden en plv. leden financiële commissie De commissie wordt door middel van applaus bedankt voor de werkzaamheden. De vergadering gaat akkoord met een tweede termijn van de heer René Lamens en benoeming van de heer Roberto Badloe, als vervanger van de heer Rien van Leeuwen. Laatstgenoemde treedt op als reservelid van de commissie. 15. Verkiezing bestuursleden Mevrouw Carla Berendsen en de heer Wim Boevé hebben zich herkiesbaar gesteld. De heren Jan Hagedoorn en Ed v.d. Bosch gaven te kennen niet voor herbenoeming in aanmerking te willen komen. In klein comité zal later dit jaar afscheid van hen worden genomen. In de vergadering worden woorden van dank aan hen gericht. In de vorige ledenvergadering is de vacature van mevrouw Ria Sullot nog open gebleven. Ondertussen is de heer Frits Wesselman vanuit het betreffende rayon bereid gevonden zitting te nemen in het bestuur. Gezocht wordt nog naar vervangers voor de huidige twee
11 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
vertrekkende bestuursleden. De vergadering gaat akkoord met de benoeming van de heer Wesselman en de herbenoeming van mevrouw Berendsen en van de heer Boevé.
16. Goedkeuring beleid en décharge bestuur Het beleid van het bestuur, onder meer resulterende in de activiteiten die in de jaarverslagen worden genoemd, was voor de aanwezige leden reden om te besluiten hiermee akkoord te gaan. Het bestuur wordt décharge verleend ten aanzien van het jaar 2008. 17. Rondvraag a. Op 16 juni aanstaande staat een themadag Primair Onderwijs gepland; b. Het onderwerp voor de themadag op 24 november 2009 staat nog niet vast; c. Voor het plaatsen van advertenties is acquisitie wenselijk; d. De nieuwe lay-out van het VAP blad valt goed in de smaak; e. De huidige dagindeling van deze ALV wordt positief ervaren. Mee doorgaan. 18. Sluiting Na een kort verhaal van de secretaris over het belang van parate kennis bedankt de voorzitter een ieder voor zijn of haar bijdrage aan deze ledenvergadering, alsmede voor hun aanwezigheid. Zijns inziens kunnen we spreken van een goede bijeenkomst. Vervolgens wenst hij een ieder wel thuis. Aldus vastgesteld in de ledenvergadering te Lelystad op 20 april 2010.
J. de Jong, voorzitter
H. Reuvekamp, secretaris
Even voorstellen... Mijn naam is Jaap van der Molen, leeftijd 54 jaar en ben sinds 2002 werkzaam als staffunctionaris Financiën en Beheer bij CSG Dingstede in Meppel. Ik ben lid van VAP- Rayon E . Ik ben door het bestuur van de VAP benaderd om toe te treden tot het bestuur. Mijn motivatie om toe te treden is ontstaan doordat ik graag een bijdrage wil leveren om de naamsbekendheid van de VAP - hét netwerk van professionals - te vergroten. Voorts wil ik me inzetten voor de deskundigheidsbevordering van de doelgroep. Ik heb het afgelopen jaar de VAP-bestuursvergaderingen bijgewoond als toehoorder en ik kan u zeggen dat dit mijn interesse om bestuurslid te worden zeker heeft vergroot.
12 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Verslag van de secretaris over 2009 1. Waardevol Ondersteunende medewerkers zijn vaak erg bescheiden. Te bescheiden misschien wel. Ze vinden van zichzelf dat ze maar een schakeltje zijn in een groter geheel. Maar dat betekent niet dat ze onbelangrijk zijn. Want ze zijn een rader in een belangrijke machine die anders al snel stil komt te staan. Ben je zelf een ondersteunende medewerker? Kijk vandaag dan eens in de spiegel en vraag je af wat je met jouw werk bijdraagt aan de primaire doelen van de organisatie. Besef dan dat je een belangrijke schakel bent voor een betere samenleving, ook binnen je eigen werkterrein. Er komt echt niets van die betere samenleving als een P&O medewerker niet zorgt voor de juiste mensen met de juiste vaardigheden. En al helemaal niet als er geen bureaus zijn om aan te werken, brieven niet verstuurd worden en afspraken niet gemaakt of niet nagekomen worden. Zeg dus op een verjaardagsfeestje niet wat je functie is, maar vertel hoe je jouw steentje bijdraagt aan een betere organisatie en samenleving. Wees daarbij niet altijd bescheiden over je eigen bijdrage. Dat kan met kennis maar vooral ook met passie. Daarvan bestaat een mooi voorbeeld. Er waren eens twee mannen. De ene was bewaker van al het geschrevene op de wereld. Hij had toegang tot alle kennis en alle kennisdragers. Iedereen vereerde hem als de machtigste man op aarde. Want kennis is immers macht? De andere man was een eenvoudige man. Hij kon niet lezen of schrijven. Hij bezat geen boeken, geen tijdschriften, geen computer. Alleen de kleren die hij aanhad en twee stokken. Toch was hij machtiger dan de eerste man. Waarom? Voor padvinders onder ons een gemakkelijke vraag. De man met twee stokken kan immers vuur maken door de stokken tegen elkaar te wrijven. En met vuur kun je alle boeken, tijdschriften, computers USB-sticks en overige kennisdragers vernietigen. Sterker nog, al die materialen worden voedsel voor het vuur. Dat zie je ook op het werk. Iemand met passie voor het werk, die zijn ideeën met vuur kan verdedigen, overtuigt meer dan degene die vanuit kennis en processen redeneert. Het VAP bestuur heeft ook weer in 2009 gewerkt aan het samenvoegen van passie en kennis. Het eerste is moeilijk omdat het vanuit de aard en het karakter voorkomt. Kennisoverdracht staat, zoals bekend, hoog in het vaandel van de VAP geschreven. Via het netwerk van de VAP komen beide aspecten bij elkaar en versterken elkaar. Hier gaat een positieve werking vanuit, zowel naar de werkgever als naar de werknemer. Is dat niet geweldig? 2. Ledenbestand van de VAP In het jaar 2010 kan het eigenlijk niet meer: een ledenbestand dat werkt onder de nostalgische DOS besturing. Maar waarom zou je een goede broek weggooien. Het programma werkte nog prima en datgene wat er van verlangd werd, kon nagenoeg moeiteloos worden opgehoest. Maar daar is een verandering in gekomen. Het blijkt namelijk dat de meeste nieuwe computers niet meer geschikt zijn voor het DOS programma. Uw secretaris/administrateur van de ledenadministratie werkte via zijn werkgever probleemloos met het ledenprogramma zoals dat nog in de tijd van de verenigings-structuur binnen het onderwijs het geval was. Door het gebruik maken van de Fpu- regeling verhuisde het programma met de gehele database naar de persoonlijke computer van uw secretaris. Muteren en overzichten op beeldscherm zijn prima te realiseren, maar komt het op printen aan dan geeft het programma “niet thuis”, tot frustrerens toe. Er zat dan ook niets anders op dan onderzoek te doen naar een nieuw, moderner, ledenprogramma. Omdat naar verwachting binnenkort naar een andere secretaris zal worden omge-
13 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
zien, is de keuze voor een nieuw programma te verschuiven naar deze nieuwe situatie. Dit heeft wel tot gevolg dat tijdelijk een oplossing voor het printprobleem moest worden gezocht, want etikettering en dergelijke gaan gewoon door. Door het databestand om te zetten in een wordbestand konden de problemen ondervangen worden, maar dat heeft wel de nodige moeite gekost. Wordt vervolgd. In het jaarverslag over 2008 konden we een ledenbestand van 314 personen noteren. In het jaar 2009 kozen 32 personen voor een lidmaatschap van de VAP. Daar tegenover staan de afmeldingen van 23 personen, met als positief saldo 9 personen. Het totaal wordt daarmee 323 personen. Dus wederom een stijging, grotendeels voorkomende uit een grote aanmelding na de zomervakantie. Het is overigens frappant dat ook organisaties of onderwijsbureaus de weg naar de VAP weten te vinden, want ook hier kon een stijging worden geconstateerd. Het veranderen van persoonlijk lidmaatschap naar een lidmaatschap via een Bureau vond ruim dertig keer plaats. 3. Vergaderingen Het bestuur was van mening om de vergadercyclus nagenoeg niet te veranderen. Wel kende het bestuur een “zwalkend topografisch beleid”, maar dat kwam voort vanuit een gegronde motivatie. Twee maal werd Amersfoort aan gedaan, één maal werd de vergadering in Hengelo gehouden en één maal was Utrecht de plaats van handeling. De vergaderingen werden steeds vooraf gegaan door een bespreking in het dagelijks bestuur. Daarnaast besloot het DB om voor een specifiek onderwerp een aparte bijeenkomst in Utrecht te beleggen. Besloten werd om zoveel mogelijk van Utrecht uit gaan als centrale vergaderlocatie. Daarvan kan natuurlijk worden afgeweken. 4. Ledenvergadering Tot voor kort werden de ledenvergaderingen steeds gehouden op een vrijdag. Na een tussenstap naar de donderdag, vond in 2009 de bijeenkomst plaats op een woensdag, te weten 1 april 2009. Mede door het verschuiven van een morgen- en middaggedeelte naar een middag- en avondgedeelte had het bestuur gehoopt dat het aantal aanwezigen een stijgende lijn zou gaan vertonen. Dit bleek in beperkte mate het geval te zijn. Er is sprake van een constante lijn. De voorbereidingscommissie heeft het voorstel gedaan om tijdens de ledenvergadering in 2009 onze blik ver voor uit te werpen, namelijk naar het jaar 2020. Nu is voorspellen altijd moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat, maar de inleiders waren “mans” genoeg om een interessant toekomstbeeld te schetsen. Na de algemene presentatie van de heer Henk Post, directeur VO bij OCW over “het onderwijs in 2020”, konden de bezoekers kiezen uit vier workshops. Voor de leiding van deze workshops tekenden mevrouw Hester Macrander, tevens dagvoorzitter, en de heren Harry Mes, Loyalis, Freddy Weima, Sector bestuur Onderwijsmarkt en Leo Wychen van Stichting Carmel. Het was voor het eerst in de geschiedenis van de VAP dat gekozen kon worden uit vier workshops. Door de diversiteit van het toekomstige onderwijs, bleek dit een juiste keuze te zijn geweest. Voor het verslag van de ledenvergadering 2009 wordt verwezen naar de betreffende notulen. Deze worden opgenomen in het VAP blad, in de eerste uitgave van volgend jaar. In de eerste vergadering na de ledenvergadering stond de volgende ledenvergadering weer prominent op de agenda van het bestuur.
14 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
5. Van en naar de rayons Reeds een groot aantal jaren is binnen de VAP ons land in zeven rayons opgedeeld, zulks op basis van geografische ligging. Deze rayons komen doorgaans op gezette tijden bijeen en vormen op deze manier een belangrijke schakel in het netwerk binnen de vereniging. Het is opvallend dat personen die de vereniging verlaten, steeds in hun opzeggingsbrief niet alleen het belang van de VAP kenbaar maken, maar ook uitspreken veel waardering te hebben voor allen die op welke manier dan ook hun steentje hieraan bijdragen. Als het belang van een goede vereniging zo duidelijk wordt uitgesproken dan moet het bestuur met teleurstelling constateren dat niet alle rayons op deze wijze functioneren. Hopelijk komt hierin te zijner tijd een kentering. Vanuit het bestuur is actie ondernomen om de belangstelling aan te wakkeren. Van de rayons die wel functioneren ontvangt de redactie van het VAP blad steeds verslagen van hun bijeenkomsten. Aan de hand van de besproken onderwerpen kan men zien dat een grote verscheidenheid naar voren wordt gebracht. De leden hebben hierdoor een goede gelegenheid tot het vergaren van kennis en leggen van contacten. Inzet van gespecialiseerde deskundigen zorgt voor een positieve inbreng, mede omdat deze inspelen op actuele ontwikkelingen. 6. Themadagen/Cursussen Aanvankelijk ging de gedachte uit naar twee bijeenkomsten waarvan één betrekking heeft op het primair onderwijs. Deze themadag ging niet door. De themadag vanuit de VAP vond plaats op 24 november 2009, met als onderwerp onder anderen het financiële beleid binnen een onderwijsinstelling. Daarbij moet niet alleen gedacht worden aan grote organisaties zoals onderwijsbureaus, maar ook aan de zogenaamde één pitters. Het bestuur heeft zich ter plekke in Hengelo uitvoerig hieromtrent laten voorlichten. De themadagen van de VAP mogen zich in een stijgende belangstelling verheugen. Hierdoor moet nauwgezet in de gaten gehouden worden of de gereserveerde locatie wel voldoende capaciteit heeft. Ook de november bijeenkomst week hier niet van af, want al snel na het verzenden van de uitnodigingen stroomden de aanmeldingen binnen. Financieel beleid, functiemix en commissie Don: er bestaat veel belangstelling voor. 7. Website VAP Het blijft moeilijk met de website van de VAP. Niet dat het lastig is om dit medium in de lucht te brengen en/of te houden, neen, het gaat er om de site te voorzien van actuele gegevens. Dan komt tevens de vraag naar voren wat je er wel op zet en wat er niet op zou moeten komen te staan. Hoe zou je de toegankelijk willen regelen en wat doe je met eventuele doorverbindingen. Ook wordt gekeken naar een mogelijke archieffunctie van de website. Kortom, er zijn nog vraagtekens genoeg en voegen we daarbij de mogelijkheid van de leden om artikelen aan te dragen, dan kan terecht geconcludeerd worden dat de commissie van drie personen, inclusief een externe deskundige, nog volop werk te doen heeft. Het is dan ook een weerkerend punt op de agenda van de bestuursvergaderingen. 8. Werkzaamheden commissies Met de VO-raad vond overleg plaats aan de hand van onderwerpen die in de actuele belangstelling staan. Hiertoe kunnen de volgende punten genoemd worden, zonder hiermee volledig te zijn. Met daarbij de aantekening dat er ook nog punten zijn die nog niet ter tafel konden worden gebracht. Wel kan genoemd worden: 1. Fouten in de nummering van de salarisschalen OOP; 2. Wat zit allemaal in de lumpsum vergoeding versleuteld; 3. Subsidieverlening vanuit OCW via koepelorganisaties;
15 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
4. Evaluatie van kennisgroepen; 5. Code goed onderwijs. Hieraan gekoppeld zou overleg met de PO raad een goede aanvulling tot stand brengen. In 2010 vindt het eerste overleg plaats. 9. VAPblad Vast onderdeel is, zoals hierboven reeds genoemd bij punt 3, de activiteiten die gepaard gaan met het VAPblad. De redactie komt altijd na de bestuursvergadering bijeen en ook in de bestuursvergadering zelf wordt hier aandacht aan geschonken. De redactie houdt strak de hand aan “het halen van de deadline” en maakt iedereen duidelijk wat er van hem of haar nog verwacht wordt voor dat de volgende editie kan verschijnen. Een hele klus, waarvoor het bestuur zich zeer content toont met de wijze waarop weer een nieuwe uitgave tot stand komt. Achteraan de lijn heeft jaren oud-lid Thijs Sepers een belangrijke plek gevonden, namelijk het taalkundig beoordelen van de aangeleverde tekst. Hij heeft, begrijpelijk, te kennen gegeven hier een punt achter te willen zetten. Namens alle leden en zij die ook op basis van andere feiten het VAPblad lezen, is hij persoonlijk bedankt voor zijn inzet. Voor het laatste nummer in 2009 heeft de secretaris de taak van Thijs overgenomen. 10. Belang van de VAP In de bestuursvergadering van november werd uitvoerig van gedachten gewisseld met een drietal personen, afkomstig van OCW, van Cfi en vanuit de VO-raad. Belangrijke vraag vanuit het bestuur is, hoe deze instanties het belang van de VAP zien. Leden van de VAP moeten concluderen dat “wij als uitvoerenden vaak pas aan het einde van de lijn moeten constateren dat regelingen een onwerkbaar karakter hebben”. Met andere woorden: Kan de VAP van betekenis zijn in een eerder stadium, zodat op- en/of aanmerkingen vanuit het onderwijsveld op tijd kunnen worden meegenomen in de beleids- en besluitvorming. Voor een ieder schep je daarmee een win-win situatie. Het eerste gesprek met de genoemde personen was van een bijzonder positief gehalte. Maar het bestuur en trouwens alle aanwezigen op de bijeenkomst, realiseren zich wel dat nog meer overleg zal moeten worden gevoerd. Dat zal plaatsvinden op de eerstvolgende bestuursvergadering in 2010. 11. Ledenvergadering 2010/jubileum Het zal sommige leden waarschijnlijk niet ontgaan zijn: het jaar 2010 is een jubileumjaar voor de VAP. Vijf jaar geleden werd het 50-jarig bestaan groots gevierd met een gezellige dag in het Openluchtmuseum in Arnhem. Ook het 55-jarig jubileum wil het bestuur in 2010 niet ongemerkt voorbij laten gaan. Dat hoeft ook niet want uit de financiële cijfers van de penningmeester blijkt dat jaarlijks een bedrag hiervoor gereserveerd wordt. Dat het ietsjes minder zal zijn dan met 50 jaar moge duidelijk zijn. Het bestuur heeft besloten om beide bijeenkomsten, de ledenvergadering en het jubileum, in elkaar te schuiven en op dezelfde dag te laten plaatsvinden, dus op 20 april aanstaande. De twee ingestelde commissies slaan de handen ineen en gaan gezamenlijk plannen voor een waardige VAP dag uitwerken. 12. Verkiezing bestuursleden en samenstelling Tijdens de ledenvergadering vormt de verkiezing, c.q. herverkiezing van bestuursleden volgens de statuten een steeds weerkerend onderwerp. Vier personen waren reglementair aftredend. Mevrouw Carla Berendsen en de heer Wim Boevé hebben zich herkiesbaar gesteld. De heren Jan Hagedoorn en Ed van den Bosch gaven
16 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
te kennen niet voor herbenoeming in aanmerking te willen komen. De ledenvergadering ging akkoord met het voorstel om tot herbenoeming over te gaan. Het was het bestuur helaas niet gelukt om een vervanger voor de heer Van den Bosch te vinden. Hopelijk dat in de ledenvergadering 2010 een kandidaat kan worden voorgesteld. Dat geldt ondertussen wel voor de vacature voor Jan Hagedoorn. Deze persoon zal in de correspondentie ter zake ALV 2010 naar voren worden gebracht. Zoals waarschijnlijk bekend, bestond nog een vacature naar aanleiding van het vertrek van mevrouw Ria Sullot. Ondertussen was de heer Frits Wesselman vanuit het betreffende rayon bereid gevonden zitting te nemen in het bestuur. De vergadering ging akkoord met zijn benoeming. De (her) benoemingen hebben slechts enkele wijzigingen in de taakverdeling binnen het bestuur tot gevolg. Door genoemde mutaties werd de bestuurssamenstelling als volgt: Jouke de Jong Wim Boevé Henk Reuvekamp Eric van Steen Carla Berendsen Hans Kleinsmann Jack Adriaans Arnold Zadelberg Frits Wesselman
Raalte voorzitter Benthuizen vice-voorzitter Kampen secretaris Prinsenbeek penningmeester Groenlo Hengelo (O) Handel Wijk bij Duurstede Uitgeest
Met de invulling van de nog openstaande vacature komt het ledenbestand van het bestuur op 10 personen. Daarbij wordt steeds gestreefd om te komen tot een gelijke geografische verdeling, op basis van indeling in rayons. 13. Tot slot Harmonie bestaat uit verschillende instrumenten. Wel eens een harmonie op straat horen spelen? Allerlei verschillende instrumenten, die een verscheidenheid aan geluid produceren. Ze toeteren, trommelen en strijken er lustig op los. En als ze hetzelfde lied op hun muziekstandaard hebben staan, is dàt het resultaat. De diversiteit voegt zich tot één lied zonder dat ieder gedwongen wordt om het zelfde instrument te bespelen. Harmonie betekent niet: allemaal hetzelfde. Het zijn de verschillen die een harmonisch geheel maken. En als je er één te veel uitlicht, is dat linke soep. En om op de soep door te gaan: soms lukt een experiment en soms niet. Iedere topkok kent het belang van experimenteren. En hij vergeet daarbij ook niet om een dissonant toe te voegen. Dat maakt een gerecht tot een exquise gerecht. Zijn wij niet allemaal een topkok in onze organisatie, in onze branche. De VAP fungeert als harmonie. De VAP heeft ook dit jaar weer gepoogd om via de doelstelling van de vereniging de diversiteit tot één geheel te maken met als resultaat hetzelfde lied: in het belang van het onderwijs. Kampen, februari 2010 Henk Reuvekamp, secretaris/ledenadministratie
17 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Jaarverslag penningmeester Geacht VAP-bestuur, Geachte VAP-leden, Hiermee bied ik u aan: • de exploitatierekening 2009; • de balans per 31-12-2009; • het kasstroomoverzicht 2009; • de exploitatiebegroting voor 2010. Deze documenten zijn besproken in de bestuursvergadering van 3 februari 2010. Op 10 februari 2010 heb ik deze documenten met de leden van de kascommissie besproken. Voorafgaand aan deze bespreking heeft de kascommissie de integrale boekhouding ter beoordeling ontvangen. Dit verslag en de bijlagen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering van 20 april 2010. Exploitatierekening 2009 Het exploitatieresultaat 2009 bedraagt: € 7.039 en wijkt daarmee in gunstige zin af van de begroting. In de exploitatierekening kunt u per onderdeel de verschillen met de begrote bedragen aflezen. Tevens is per onderdeel aangegeven het procentuele aandeel van het totaalbedrag van de baten, c.q. de lasten. De kosten voor representatie en publiciteit zijn fors lager uitgevallen dan het hiervoor begrote bedrag. Dat komt met name omdat de ontwikkeling van de website www.vap-onderwijs.nl stagneert. De themadag van 24 november 2009 heeft 94 aanmeldingen opgeleverd en heeft derhalve een mooie bijdrage aan het totale exploitatieresultaat geleverd. Balans per 31 december 2009 De Vaste Termijnrekening bij de Rabobank van € 40.000 verviel op 28 april 2009. Daarnaast is op 14 januari 2009 een eenjarige Vaste Termijnrekening van € 25.000 geopend. De ontwikkeling van de rente op de geld- en kapitaalmarkt hebben het voor de Vereniging niet aantrekkelijk gemaakt om de vrijgevallen bedragen voor een langere termijn vast te zetten. Omdat de voorkeur uitgaat naar een solide belegging, is bewust niet voor andere, risicodragende spaarmogelijkheden gekozen. Het vrijgevallen bedrag is derhalve op - heel ouderwets, maar in deze tijd zeer gewild - een spaarrekening met flexibele opnamemogelijkheid bijgeschreven. Het aantal mutaties op de rekeningen bij ING, de voormalige Postbank, is gering. Daarom is besloten deze rekeningen in 2010 op te heffen. Het in april 2008 aangeschafte drukwerk met het nieuwe VAP-logo is nog voor 1/3e deel als voorraad gewaardeerd. Resultaatbestemming Voorgesteld wordt het exploitatieresultaat 2010 in zijn geheel toe te voegen aan de Algemene Reserve. In de balans per 31 december 2010 is deze boeking reeds verwerkt.
18 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Exploitatiebegroting voor 2010 De begroting sluit met een positief resultaat van € 1.700. De voor 2009 begrote bedragen hebben gediend als basis voor de nieuwe begroting. De kosten van het VAPblad vormen de grootste jaarlijkse uitgavenpost. De opbrengst uit de advertenties zijn dan ook meer dan welkom. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik u op te roepen om - indien mogelijk - bedrijven die in of voor het onderwijs werkzaam zijn, te attenderen op de mogelijkheid van adverteren in het VAPblad. U kunt uw reactie mailen naar:
[email protected]. Het streven is er op gericht om voor november 2010 een nieuwe themadag te organiseren. In de begroting is hier al rekening mee gehouden. Voorts is een aantal VAP-bestuursleden doende met het haalbaarheidsonderzoek voor een themadag voor het primair onderwijs. Ook de mogelijkheden voor een extra themadag in het voorjaar 2010 worden op dit moment onderzocht. Gezien het feit dat het nog niet zeker is of deze beide themadagen doorgang zullen vinden, is hiervoor nog niets in de begroting opgenomen. Voor attenties aan de gastsprekers van de rayonvergaderingen is jaarlijks een maximumbedrag van € 150 per Rayon beschikbaar. De rayonbesturen kunnen de kosten hiervan declareren met overlegging van de betaalbewijzen. In 2010 zal het bestuur niet langer gebruik maken van de vergaderzaal en faciliteiten van CPS, dit in verband met het feit dat onze voorzitter, Jouke de Jong daar niet meer werkzaam is. Ik wil hier graag een woord van dank richten voor de gastvrijheid die wij bij CPS mochten ontmoeten. De nieuwe werkgever van Jouke, de Commissie voor Examens in Utrecht, biedt het bestuur - vooralsnog – ruimte om de bestuursvergaderingen te houden. Ook daar zijn wij zeer erkentelijk voor. In 2010 viert de VAP haar vijfenvijftigjarig bestaan. De lustrumcommissie zal op korte termijn een programma publiceren. Alle VAP-leden zijn van harte welkom; de uitnodiging zal u spoedig bereiken. Voor de festiviteiten wordt een onttrekking van € 8.000 aan het jubileumfonds begroot. Kascommissie In de Algemene Ledenvergadering 2009 zijn de heren René Lamens en Roberto Badloe, beiden VAP-lid, tot lid van de kascommissie benoemd. Het verslag van de kascommissie treft u elders in dit VAPblad aan. Tot slot Ik hoop u met deze toelichting op de financiële documenten voldoende geïnformeerd te hebben. Uiteraard ben ik graag bereid om u tijdens de Algemene Ledenvergadering van dinsdag 20 april 2010 nadere informatie te verstrekken. Ook bestaat de mogelijkheid om uw vraag vóór aanvang van de vergadering te mailen:
[email protected]. Ik hoop u op 20 april aanstaande te mogen begroeten.
Prinsenbeek, februari 2010 Eric van Steen, penningmeester
19 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
BALANS per 31 december
activa passiva 2009 2008 2009 2008 Rabo Vaste Termijnrekening Rabo Bedrijfs Telerekening ING Kapitaalrekening Rabo Rekening-courant ING Rekening-courant Voorraad Vorderingen
€ 25.000 58.100 353 34 115 1.363 2.104
€ 40.000 Algemene Reserve 31.100 Bestemmingsreserve cursussen/themadagen 350 Bestemmingsreserve website 37 Jubileumfonds 67 Crediteuren 2.727 Transitorische passiva 2.612
€ 45.188 15.000 10.000 15.040 1.800 41
€ 38.149 15.000 10.000 13.040 264 440
87.069
76.893
87.069
76.893
Toelichting op de balans 31-12-2009 activa Rabo Vaste Termijnrekening de rentevergoeding per 31-12-2009 bedraagt 3,00%
Rabo Bedrijfs Telerekening de rentevergoeding per 31-12-2009 bedraagt 1,60% ING Kapitaalrekening de rentevergoeding per 31-12-2009 bedraagt 1,00% Voorraad briefpapier en enveloppen 1065 VAP-brochures/aanmeldingsformulieren 298 1363 Vorderingen depotbedrag TNT Post 110 rente Rabobank 1994 2104 passiva Algemene Reserve saldo per 01-01-2009 38.149 resultaatbestemming 2009 7039 45.188 Jubileumfonds saldo per 01-01-2009 13.040 dotatie 2009 2.000 15.040 Crediteuren Besturenraad: inleider VAP-themadag 881 CPS: bijdrage vergaderlocatie 557 TNT Post: porto VAPblad 4e kwartaal 362 1800 Transitorische passiva bankkosten 4e kwartaal 2009 41 41
20 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
kasstroomoverzicht 2009 2008 € € € € saldo exploitatie 7.039 23.272 vorderingen 508 -1.011 voorraad 1.364 -2.727 kortlopende schulden 1.137 580 3.009 -3.158 10.048 20.114 mutaties bestemmingsreserves 2.000 2.000 mutatie liquide middelen 12.048 22.114 beginstand liquide middelen 71.554 67.949 mutatie liquide middelen 12.048 3.605 eindstand liquide middelen per 31 december 83.602 71.554
exploitatierekening verschil realisatie begroting realisatie begroting/ begroting 2008 2009 2009 aandeel realisatie 2010 € € € € € baten contributies 31.310 31.000 30.200 64,3% -800 31.000 donaties 135 100 70 0,1% -30 100 abonnementen 420 300 357 0,8% 57 300 advertenties 6.090 4.000 4.600 9,8% 600 4.000 interest 2.305 2.500 2.368 5,0% -132 2.000 baten leergang 34.075 0 0 0,0% 0 0 baten themadag *) 13.500 8.500 9.400 20,0% 900 8.500 vrijval jubileumfonds 0 0 0 0,0% 0 8.000 87.835 46.400 46.995 100,0% 595 53.900 lasten VAP-blad 14.050 14.500 13.410 33,6% 1.090 14.500 lasten leergang 25.522 0 0 0,0% 0 0 lasten themadag *) 5.745 5.000 5.570 13,9% -570 5.000 representatie en publiciteit 3.642 9.000 3.385 8,5% 5.615 9.000 vergaderkosten 8.251 9.000 9.962 24,9% -962 8.000 dagelijks Bestuur 3.180 3.200 3.175 7,9% 25 3.200 administratiekosten 1.336 1.500 1.267 3,2% 233 1.500 reiskosten 837 1.000 1.187 3,0% -187 1.000 dotatie jubileumfonds 2.000 2.000 2.000 5,0% 0 2.000 kosten festiviteiten 55-jarig jubileum 0 0 0 0,0% 0 8.000 64.563 45.200 39.956 100,0% 5.244 52.200 resultaat boekjaar 23.272 1.200 7.039 5.839 1.700 87.835 46.400 46.995 595 53.900 *) Er is uitsluitend rekening gehouden met de themadag die op 23 november 2010 zal worden gehouden.
21 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
22 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
VAN DE REDACTIE VAP 55 jaar Inleiding Tijdens een vergadering te Amsterdam op 8 maart 1955 werd de Vereniging van Administratief Personeel bij het V.H. en M.O. opgericht. De VAP was “geboren” en de Koninklijke goedkeuring werd verkregen bij Koninklijk Besluit van 16 november 1955, no: 59. Op de buitengewone ledenvergadering van 19 januari 1959 werd besloten de naam en de statuten van de vereniging te wijzigen, waardoor het mogelijk zou worden voor het administratief personeel bij het Kweekschoolonderwijs om lid te worden. De Koninklijke goedkeuring kwam af op 10 april 1959 en de vereniging heette toen: Vereniging van Administratief Personeel bij het V.H., M. en Kweekschoolonderwijs. In 1967 verzochten de mavo- administrateurs om lid te mogen worden. Hiertoe was wederom een wijziging van naam en statuten noodzakelijk en dit gebeurde tijdens de algemene ledenvergadering 9 april 1968. de naam werd: Vereniging van Administratief Personeel bij het Bijzonder Voortgezet Onderwijs. De Koninklijke Goedkeuring werd verkregen op 2 juli 1968. In mei 1988 werd de naam gewijzigd in: de Vereniging van Administratief Personeel bij het Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs. Tenslotte tijdens de algemene ledenvergadering op 16 april 1999 is de naam gewijzigd in: Vereniging Administratief Personeel bij het onderwijs.
Terugblik: Enigszins gechargeerd werd het onderwijs in de ons achterliggende decennia aangestuurd door middel van enveloppen, vol met richtlijnen met daaronder de handtekening van de minister. Onderwijs kenmerkte zich door een zeer dicht systeem van regelgeving, dat zo ongeveer alle aspecten (behalve de feitelijke inhoud van het lesgeven) van de organisatie betrof: huisvesting, aanschaf van leermiddelen, benoemingsprocedures en examenregelingen. Het was allemaal tot in detail geregeld in wetgeving en circulaires. De minister overlegde met vertegenwoordigers van het onderwijsveld (de bonden, bestuurders en andere belangenbehartigers). Onderwijsinstellingen (en Vappers) voerden plannen uit die elders bedacht waren. Vanuit politieke overwegingen kwam in de jaren 60 en 70 er een extra impuls voor centrale sturing. De toename van de onderwijsdeelname en dientengevolge de sterk oplopende kosten vormden bij elkaar meer dan genoeg reden om een sterke centrale sturing op de onderwijsinstellingen toe te passen. Hierdoor is een beeld ontstaan dat de leidinggevenden binnen de school en de (VAP)administrateurs als verlengstuk daarvan, als belangrijkste taken hadden om de circulaires vooral goed te lezen, de richtlijnen op te volgen en deze in begrijpelijke taal uit te leggen aan de medewerkers. De VAP-leden waren uitvoerders en daar waren “we” goed in. De leden van de VAP konden over en weer gebruik maken van de kennis die voorhanden was en men hoefde niet voortdurend het wiel uit te vinden. In de loop van de tachtiger jaren werden steeds meer vraagtekens geplaatst bij de kwaliteit van het overheidsbeleid en de zo gedetailleerde regelgeving. Om hierin verandering te brengen werden twee vormen van decentralisering
23 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
toegepast in het onderwijs. Ten eerste werd de uitvoering van een aantal beleidsmaatregelen overgedragen aan verzelfstandigde uitvoeringsorganisaties. Voorts werd een scherper onderscheid gemaakt tussen beleidsuitvoering (CFI) en toezicht (Onderwijsinspecties). Daarnaast kregen onderwijsorganisaties zelf meer vrijheden om eigen beleid te gaan voeren. (Deregulering en autonomievergroting). Om de instellingen daadwerkelijk in staat te stellen de toegeschoven vrijheden maximaal te benutten, werd een sterke schaalvergroting bevorderd. Het management van de instellingen (is) wordt verzakelijkt en integraal verantwoordelijk en krijgt daarbij ondersteuning van (uitdijende) stafdiensten. VAP-leden maken deel uit van die stafdiensten, moeten inspelen op veranderingen en kunnen dus (weer) kennis delen.
Heden en toekomst:
Onderwijsorganisaties zijn/worden steeds zelfstandiger. Het management zal de organisatie meer vanuit een eigen toekomstvisie moeten (gaan) leiden. Daarbij zal (kan) aansluiting worden gezocht met het bedrijfsleven. De manier waarop bedrijven hun relaties met klanten inrichten (accountmanagement), kwaliteitsborging regelen en kostprijscalculaties maken, is leerzaam voor het onderwijs. Er ontstaat concurrentie tussen publieke en semi -publieke aanbieders van trainingen en opleidingen. Op onderdelen krijgen scholen ook te maken met andere belastingregimes. Kortom, binnen de scholen moet nagedacht worden over de bedrijfsvoering en daarbij moet (kan) gekeken worden naar de ervaringen en gebruiken in het bedrijfsleven. Het onderwijs kent ook een winstdoelstelling. Niet in financiële zin, maar wel in onderwijskundige of maatschappelijke zin: met een gegeven hoeveelheid middelen moet een maatschappelijk rendement behaald worden. Binnen het onderwijs is dus sprake van maatschappelijk ondernemerschap. In de combinatie van allerlei taken in een complex netwerk van onderling samenhangende organisaties en individuen moet ook de VAP (kunnen) zorgen voor een eigen invulling. Het speelveld waarop we ons bewegen wordt steeds groter en vooral ingewikkelder. De tendens om minder dingen voor te schrijven vanuit de overheid zal zich vrijwel zeker voortzetten. Door het verkrijgen van (nog) meer ruimte om eigen beleid te maken, worden we geconfronteerd met andere en nog meer partijen (o.a. het bedrijfsleven) die ook hun invloed willen uitoefenen. De schoolmanager heeft drie rollen: hij moet een ziener, een zorger en een planner zijn. Daarbij heeft hij hulp en ondersteuning (OOP) nodig van ondermeer (toekomstige) Vappers. Kenmerkend voor publieke dienstverlening is dat het betalen, bepalen en genieten niet door één en dezelfde persoon gedaan wordt. Dat is lastig. Ouders en leerlingen worden mondiger, onderhandelen meer over de kwaliteit van het onderwijs en eisen maatwerk. Juridische procedures vanwege vermeende wanprestaties nemen toe. Het systeem is voortdurend in beweging en op zoek naar evenwicht. In dat krachtenveld moet steeds een balans worden gevonden tussen: • de eisen van de overheid (OCW en CFI), • het bieden van goede arbeidsomstandigheden (VO -raad en Vakbonden), • het zo goed mogelijk bedienen van de klanten (maatschappelijk rendement met toenemend toezicht door Onderwijsinspecties), • en ontplooiingsmogelijkheden/arbeidsvoorwaarden aan de professionals van de organisatie (scholing en goed werkgeverschap). Daaraan kan de VAP een belangrijke bijdrage (blijven) leveren, omdat er in potentie veel kennis zit bij de VAP-leden.
24 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
De VAP is niet alleen een club van financiële mensen, maar meer dan dat. Ook zijn de (bestuurs)leden o.a. professionals op het gebied van p&o, huisvesting, belastingen, sociale zekerheid en pensioenen. Deelname in (landelijke) kennisgroepen, klankbordgroepen en gebruikersgroepen. Er zijn goede contacten met DUO-Zoetermeer en de VO-raad. Verder zijn we actief op zoek naar (jonge) leden en heeft de website inmiddels meer “body” gekregen. Ook zijn er contacten met medewerkers binnen het primair onderwijs en de PO-raad. Het VAP-bestuur streeft naar de oprichting van een platform, bestaande uit ondermeer de partijen OCW, DUO, VO-raad, (op termijn) PO-raad, en (automatisering) gebruikersverenigingen. Het VAP-bestuur kan belangrijke bijdragen aan zo’n platform leveren in de vorm van: • het bespreken van beleidsvoornemens en het geven van advies, • de uitvoering van deze beleidsvoornemens of andere voorschriften, • het verrichten van nader onderzoek, • het actief meedenken, • het inbrengen van kennis, • de communicatie met betrokken partijen of eigen achterban, • het signaleren wat er speelt in het veld of in kringen daar rondom heen. Het mag duidelijk zijn, dat als we er met elkaar in slagen het platform van de grond te tillen, de VAP-leden en verder het gehele onderwijsveld hiervan kunnen profiteren. Het platform betekent zeker een intensivering van de taken van het VAP-bestuur. In het belang van de leden, werkzaam op de scholen, is het bestuur gaarne bereid inhoudelijk een bijdrage te blijven leveren aan de verdere ontwikkelingen binnen het onderwijsveld.
Hans Kleinsmann
Jubileumuitgave van het VAPblad in 1980 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de VAP.
25 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
26 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Gevolgen rapport Commissie Don inzake vermogensvorming in de onderwijssector De Commissie Don signaleert terecht dat bij veel onderwijsorganisaties (en bij de horizontale en verticale toezichthouders) nog grote verbeterslagen kunnen worden gemaakt op het gebied van financieel management. De invoering van de lumpsumbekostiging heeft tot op heden nog niet op alle niveaus geleid tot ‘bedrijfsmatig denken en doen’, waardoor voorzichtigheid in de besteding van middelen is ontstaan. Door middel van de kengetallen Kapitalisatiefactor, Solvabiliteit, Rentabiliteit en Liquiditeit is door Don een beoordelingskader geschetst op basis waarvan, via onder- en bovengrenzen, kan worden bepaald of instellingen al dan niet te rijk zijn. Deze kengetallen vervangen het begrip weerstandsvermogen, dat volgens Don niet meer gebruikt moet worden. De kritiek op dit rapport is (in hoofdlijnen redenerend) drieledig: 1. Ook de door Don aangedragen kengetallen zijn niet zaligmakend. Financieel sturen is maatwerk; generieke kengetallen zijn slechts indicatief. Don erkent dat wel, maar in de praktijk (publieke opinie) zullen deze kengetallen al snel een eigen leven gaan leiden; 2. De boven- en onderwaarden die door Don aan de kengetallen zijn gehangen, zijn op z’n minst een stevige discussie waard. Naar mijn mening wordt hier de verborgen agenda duidelijk: ‘laat zien dat onderwijsinstellingen te rijk zijn’. Gevolg: de pers roept nu al weer dat we te veel op ons geld zitten; 3. Don geeft slechts beperkt handvatten voor verantwoorde besteding. Zijn kengetallen geven aan dat er te veel vermogen is dat moet worden uitgegeven. Mocht je dat niet in liquide vorm beschikbaar hebben, dan leen je dat gewoon bij banken. Dat lenen zal in de VO-sector echter lastig worden, omdat weinig gebouwen in eigendom zijn en dus geen zekerheden aan de bank kunnen worden verstrekt. De wisselwerking van deze kritiekpunten is beangstigend: onderwijsinstellingen (waarvan er veel qua financiële kennis duidelijk verbeteringen behoeven) worden, geconfronteerd met te lage signaleringsgrenzen, geprikkeld additionele uitgaven te doen en waar nodig te lenen. Dat is vragen om moeilijkheden. Daar komt nog bij dat de Inspectie in de ogen van Don een signalerende en dwingende rol moet krijgen bij de besteding van gelden van scholen die volgens zijn normering te rijk zijn. Daarmee wordt de eigen verantwoordelijkheid die hoort bij lumpsumbekostiging weer aardig ingeperkt. Gevolgen voor Carmel? Carmel heeft goede notie genomen van de inhoud van het rapport van de Commissie Don. Veel aanbevelingen die door Don zijn gedaan ter zake van versterking van financieel management zijn binnen Carmel reeds gerealiseerd: meerjarig begroten, risicio-inventarisatie, op alle niveaus deskundigheid en aandacht voor liquiditeitsontwikkeling. Carmel beschikt over een eigen beoordelingskader / financieel beleid / bijna geheel uitgewerkt risicoprofiel, op basis waarvan bepaald kan worden hoeveel per Carmelinstelling extra besteedbaar is. Besteding daarvan was echter vooralsnog niet aan de orde, gegeven met name de te verwachten OCW -bezuinigingen en de onzekerheden ten aanzien van de Bapo voorziening. En landelijk? Via de VO-raad draagt Carmel actief bij aan een tegengeluid: versterking financiële deskundigheid is prima, maar dan ook stabielere en volledig vrij besteedbare OCW -bekostiging,
27 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
waarna scholen zelf de mate van investeren bepalen en dat vervolgens dan ook echt doen. Als de sector namelijk niet zelf in beweging komt, mogen ingrepen van bovenaf worden verwacht. Overigens moet dan de tegenprestatie van OCW zijn dat niet fors op onze sector wordt bezuinigd; we kunnen het geld namelijk maar één keer uitgeven!
Karel van der Velden, Controller Stichting Carmelcollege
De adviezen van de Commissie Don op een rijtje: De Commissie signaleert een aantal mogelijkheden voor verbetering: Versterking financieel beleid: • Meerjarige begrotingen (maatwerk) • Risico-analyses en hierop afgestemde financiële buffer (maatwerk) • Risicobuffer 5% (grote VO-instellingen) voldoende • Betere benutting vreemd vermogen • Meer financiële deskundigheid bij instellingen • Collectief dragen van risico’s Versterking beoordelingsinstrumentarium • Introductie kapitalisatiefactor (TK –G&T)/TB als nieuw kengetal • Nader onderzoek kapitalisatiefactor (gedifferentieerd per subsector) • Ondergrens solvabiliteit (EV/TV) 20% • Weerstandvermogen niet meer gebruiken • Current ratio (vlottende activa/ vlottende passiva) tussen 0,5 en 1,5 • Rentabiliteit (expl.res./TB) tussen 0% en 5% Aanbevelingen inzake toezicht • Kengetallen in samenhang bezien • Versterking financiële deskundigheid in horizontale en verticale toezichtorganen • Verbreden taak inspectie naar doelmatigheid financieel beleid Aanbevelingen inzake beleid Ministerie • Belemmeringen wegnemen voor toegang tot vreemd vermogen • Vroegtijdig helderheid Rijksbijdrage • Randvoorwaarden verdere doordecentralisatie • Minder beperkingen op besteding middelen (o.a. beperking doelsubsidies ten gunste van lumpsum)
28 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Visie van de school:
Signaleringsgrenzen volgens Don Signaleringsgrenzen Commissie Don Formule
Ondergrens
Stichting Carmelcollege
Bovengrens
2008
Grote VO's
enkelvoudig geconsolid.
I. Vermogensbeheer a. Solvabiliteit: alle instellingen b. Kapitalisatiefactor
EV/TV
20%
geen
45,40%
41,20%
geen
35%
37,80%
41,60%
(TV-G&T)/TB
- PO/VO exclusief gebouwen en terreinen - PO/VO inclusief gebouwen en terreinen
nader onderzoek
- BVE/HBO/WO
nader onderzoek
II. Budgetbeheer a. Liquiditeit: alle instellingen
current ratio
0,5
1,5
1,18
0,83
b. Rentabiliteit
Expl.res./TB
0%
5%
0,30%
-0,30%
Kritiek op Don • Politieke rapport: ‘scholen zijn te rijk en moeten meer besteden’ • Generaliseren (signaleringsgrenzen) leidt tot ‘jumping to conclusions’ • Bij balans ratio’s eerst een normalisatieslag tbv onderlinge vergelijkbaarheid • Dan nog zegt ontwikkeling ervan meer dan de feitelijke hoogte (momentopname) • Risicobuffer van 5% bij grote VO-instellingen voldoende? • Hoe bij current ratio omgaan met courante langlopende effecten? • Is de kapitalisatiefactor een betere meetlat dan het weerstandsvermogen? • Wel of geen gebouwen maakt veel verschil; daarom alleen nog maar voor PO/VO exclusief gebouwen bovengrens berekend; voor subsectoren en voor de rest nader onderzoek gewenst • Kapitaalintensiteit verschilt per type school • Invloed eeuwigdurende vordering erg groot • Balans is momentopname; grote fluctuaties mogelijk • Rekenwerk overdoen • Gebaseerd op jaarrekeningen 2007 • Voorzieningen worden onterecht als eigen vermogen beschouwd • Te weinig handvatten voor bepaling bestedingsruimte en concreet financieel sturen • Te makkelijk over aantrekken externe financiering
Slotconclusie rapport Commissie Don • Via discutabele signaleringsgrenzen wordt kenbaar gemaakt dat scholen te rijk zijn; • Vervolgens worden geen/onvoldoende handvatten gegeven voor de (grenzen aan de) besteding van overtollig geachte middelen.
29 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Zicht op definitieve oplossing voor BAPO problematiek Sinds de invoering van de Richtlijn Jaarverslag in 2008 is er onduidelijkheid ten aanzien van de toekomst van de BAPO-voorziening. Het lijkt erop dat een definitieve oplossing is gevonden. Op 27 januari jl. is inzake de verwerking van de BAPO-regeling in de jaarrekening door de RJ-werkgroep Onderwijsinstellingen nader overleg gevoerd met de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). Uit dit overleg is het volgende naar voren gekomen: In de praktijk is gebleken dat de BAPO-regeling op basis van “RJ271 Personeelsbeloningen” voor meerdere interpretaties vatbaar is. Ook is vastgesteld dat er geen consensus is voor één verwerkingsmethodiek. Het is de taak van de RJ om richtlijnen voor de (jaar)verslaggeving te maken. Het is niet haar taak om adviezen te verstrekken over de toepassing daarvan. Daarom ligt een aanpassing van RJ271 of RJ660 inzake deze specifieke problematiek niet voor de hand. Dat zou immers betekenen dat verschillende oplossingen zouden moeten worden opgenomen. Het is echter van groot belang voor de sector dat de BAPO-discussie wordt beëindigd en dat gekozen wordt voor helderheid en éénduidigheid. Het ministerie van OC&W heeft dan ook bij de RJ haar voornemen kenbaar gemaakt om de verwerking van de BAPO-regeling als periodekosten te regelen door een aanpassing van Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO). Deze aanpassing betekent in de praktijk dat schoolbesturen de kosten van de BAPO-regeling in principe via de jaarlijkse exploitatie van de scholen kunnen ramen. De RJ kan dat volgen, temeer daar een aanpassing van de RJO op het gebied van de BAPOregeling een aanpassing betreft van wet- en regelgeving en daarom van een hogere orde is dan de RJ richtlijnen. De onderwijsinstellingen zullen op korte termijn door het ministerie nader worden geïnformeerd betreffende de definitieve verwerkingswijze van de BAPO-regeling. De gang van zaken voor 2009 blijft zoals die ook voor 2008 gold. De verandering gaat betekenis krijgen voor de jaarrekening 2010. Eén en ander zal dan consequenties hebben voor instellingen die nu een voorziening voor de BAPO hebben gevormd. Waarschijnlijk zal deze per 2010 als stelselwijziging rechtstreeks vrijvallen ten gunste van het eigen vermogen. Om echter zicht te blijven houden op de BAPO-kosten, zullen schoolbesturen in hun meerjarenbegroting en liquiditeitsprognoses de (toekomstige) BAPO-kosten uiteraard wel in kaart moeten brengen. Daarvoor zullen dus goede meerjarenramingen moeten worden gemaakt omtrent de te verwachten kosten van de BAPO.
Arnold Zadelberg
30 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Doorcentralisatie huisvesting Inleiding In 1997 is de verantwoordelijkheid voor de huisvesting in het VO overgedragen door het Ministerie aan de gemeenten. In 2005 is het bevoegd gezag (als juridisch eigenaar) van de scholen verantwoordelijk geworden voor de technische instandhouding (onderhoud en renovatie). Hiervoor ontvangt het bestuur een vergoeding voor materiele kosten via de lumpsum financiering. De gemeente is (als economisch eigenaar) verantwoordelijk voor uitbreiding en vervangende nieuwbouw. De gemeente ontvangt hiervoor van het Ministerie een vergoeding per leerling VO uit het gemeentefonds. Deze gelden zijn niet geoormerkt en kunnen anders besteed worden. Indien het schoolgebouw niet meer voor onderwijsfuncties wordt gebruikt, vervalt de grond en de opstallen aan de gemeente die vervolgens de mogelijkheid heeft het onroerend goed te herontwikkelen. Opbrengsten hieruit kunnen weer ingezet worden voor het realiseren van vervangende nieuwbouw. De zorgplicht om te voorzien in huisvesting in het VO ligt vooralsnog bij de gemeente. Wettelijk kader Op basis van artikel 76v van de wet op het voortgezet onderwijs is het mogelijk om op vrijwillige basis afspraken te maken om de taken en middelen (voor huisvesting) over te dragen van de gemeente naar het schoolbestuur. Dit wordt “doordecentralisatie” genoemd. Over de omvang, voorwaarden, waardebepaling, tijdsduur ed. is niets in de wet vastgelegd en is dus vormvrij. Verwacht wordt dat in navolging van het WO/HBO/MBO er op termijn een wettelijke regeling komt waarin de geheel of gedeeltelijke doordecentralisatie is vastgelegd. Indien een verzoek tot doordecentralisatie wordt afgewezen heeft de rechtelijke macht geen wettelijk houvast. Het is een vrijwillige overeenkomst tussen beide partijen. Scenario’s voor doordecentralisatie 1. Nul scenario: Op basis van de huidige wetgeving vrijwillige doordecentralisatie (geheel of gedeeltelijk) waarbij het schoolbestuur doorcentralisatie niet kan afdwingen; 2. Activeringsscenario: Bevorderen van vrijwillige doordecentralisatie door actieve voorlichting, modelovereenkomsten en beperkte aanpassing van de wetgeving (bv zorgplicht of economisch eigendom); 3. Functionele decentralisatiescenario: Centrale overheveling van taken en middelen van Rijk naar schoolbestuur in 1 keer. Schoolbesturen krijgen de integrale huisvestingsverantwoordelijkheid; 4. Opting out scenario: Gefaseerde overheveling van taken en middelen van Rijk naar schoolbestuur en is een variant op scenario 3 waarbij de gedachte is dat niet alle schoolbesturen in staat zijn deze taak in 1 keer over te nemen. Voorwaarden voor doordecentralisatie Bij een overeenkomst tot doordecentralisatie dienen afspraken te worden gemaakt over onder andere de volgende voorwaarden: 1. Hoogte van bedrag per leerling 2. Indexatie van vergoeding
31 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
3. Waardebepaling 4. Boekwaarde / kapitaalslastenproblematiek 5. Looptijd overeenkomst 6. Tussentijdse aanpassingen overeenkomst 7. Beëindiging overeenkomst 8. Risicoaanvaardingsclausules (leerling terugloop, brand, herstructurering wijk/stadsdeel) 9. Buitengebruikstelling (economisch claimrecht, terugkoopgarantie) 10. Prestatieafspraken (bv nieuwbouw, omvang leerlingaantal, onderwijsaanbod) 11. Medegebruik derden 12. Verhuur 13. Vervreemding (recht van eerste koop) 14. Bezwaring (opstalrechten, hypotheekrechten) Tendens doordecentralisatie Onderzoek van Regioplan heeft aangetoond dat schoolbesturen over het algemeen positief staan ten opzichte van doordecentralisatie. De verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting komt bij 1 partij te liggen en de beschikbare middelen worden gegarandeerd ingezet voor schoolgebouwen. Schoolbesturen treden bij nieuwbouwprojecten nu al vaak als bouwheer op. Gemeenten daarentegen willen graag de centrale regierol blijven vervullen bij de ontwikkeling van al het maatschappelijk vastgoed binnen de gemeentegrenzen en zijn minder snel geneigd de financiële speelruimte af te staan aan de schoolbesturen. Voor een schoolbestuur betekent doordecentralisatie wel dat de organisatie daar op ingericht dient te zijn en kennis en kunde op het gebied van vastgoedmanagement en -beheer in huis heeft. Doordecentralisatie bij de Stichting Carmelcollege De bij de Stichting Carmelcollege (SCC) aangesloten instellingen omvatten 55 locaties met 1 of meerdere gebouwen met een totaal bruto vloeroppervlak (BVO) van circa 360.000 m2. Over het algemeen zijn de locaties gelegen in binnenstedelijk gebied en omvat circa 100 Ha (1.000.000 m2) terreinoppervlak. Doordecentralisatie heeft grote gevolgen, kent grote risico’s maar biedt zeker ook kansen. Een verkennend onderzoek van de zes locaties van één school geeft een beeld van de gevolgen van doordecentralisatie. Deze locaties zijn een redelijke afspiegeling van het gemiddelde gebouwenbestand van SCC. Een bijkomend aspect is dat de school als enige VO onderwijs aanbiedt in de betrokken gemeente. In de onderstaande tabel zijn de huisvestingsuitgaven voor een periode van 20 jaar bepaald aan de hand van de huidige kosten en verwachte indexeringen of stijging van de kosten. Vervolgens zijn deze kosten “netto contant gemaakt” naar 1 jan 2010. Hiermee is een objectieve vergelijking van de kosten mogelijk op basis van de huidige geldwaarde. Er is onderscheid gemaakt in de uitgaven voor de school, de gemeente en de totale uitgaven. (afrondingsverschillen zijn mogelijk).
32 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
€ x 1000 Huisvestingsuitgaven
Lokatie
NCW 1-1-2010
1
2
3
4
5
6
n = 20 jaar 99
4513
1511
5585
889
308
exploitatiekosten
investeringskosten
2615
5474
10526
9956
6179
8421
subtotaal
8729
2714
9987
12037
15540
7067
per leerling
14,5
12,6
30,7
11,7
5,8
10,6
per m2 BVO
0,85
1,2
0,96
1,2
0,69
0,93
102
208
235
201
81
126
per fte subtotaal EHL
56075
Huisvestingsuitgaven gemeente investeringskosten exploitatiekosten subtotaal
1417
933
73
40
7737
816
374
952
1467
1449
1203
1093 1908
1791
1885
1540
1489
8939
per leerling
9,6
2,4
3,9
1,1
7,4
2,3
per m2 BVO
0,6
0,23
0,1
0,1
0,9
0,2
67
39
30
19,2
103
27
per fte subtotaal gemeente
17552
Huisvestingsuitgaven totaal Totaal
4506
11871
13577
17029
16007
24,2
15
34
13
13
13
per m2 BVO
1,4
1,5
1,1
1,4
1,6
1,1
per fte
170
247
265
220
185
153
per leerling
10638
totaal generaal
73628
Vervolgens is berekend welke jaarlijkse inkomsten per leerling noodzakelijk zijn om een kostprijsdekkende exploitatie van de huisvestingslasten te krijgen. Ook hier is een onderscheid gemaakt in de inkomsten voor de school, voor de gemeente en is een totaaltelling gemaakt . Hiermee is gerekend met de leerling-prognoses t/m 2013 en deze zijn daarna “bevroren”.
33 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
€ per leerling Minimaal vereiste huisvestingsinkomsten per jaar per 1 januari 2010 Lokatie Etty Hillesum Lyceum 1 2 3 4 5 Totaal 746 1059 841 1824 708 356
6 706
Minimaal vereiste huisvestingsinkomsten gemeente Gemeente Deventer Totaal 240 704 165 245 69 472 157 Minimaal vereiste huisvestingsinkomsten bij volledige doordecentralisatie Etty Hillesum Lyceum Totaal 986 1763 1006 2068 777 829 863 Totaal € 4.645.046
Vergoedingen Gemeente In 2009 heeft de gemeente voor VO onderwijs als algemene uitkering uit het gemeentefonds een bedrag per leerling ontvangen van: VO leerling X 0,8 (gewicht) X € 433,32 (basisbedrag) X 1,592 (uitkeringsfactor 2009) = € 551,86. Voor praktijkonderwijs is dat € 995,52 per leerling. Op deze bedragen kan een correctie worden gemaakt in verband met kosten voor onderwijs die niet nadrukkelijk tot onderwijshuisvesting behoren. Gedacht kan worden aan gemeentelijke taken in het kader van de leerplichtwet. Hier staat geen vast bedrag voor maar in de praktijk wordt gerekend met € 25,- per leerling. Bij volledige doordecentralisatie, waarbij de volledige vergoeding wordt uitgekeerd aan het schoolbestuur, is het verschil in deze casus: € 551 -/- € 25 -/- € 240 = € 286,-- per leerling VO per jaar. € 996 -/- € 25 -/- € 240 = € 730,-- per leerling praktijkonderwijs per jaar. Voor de 6 locaties zou dit een extra investeringsruimte per jaar betekenen van: 4525 leerlingen VO X € 286,-- = € 1.294.150,-146 leerlingen Praktijkonderwijs X € 730,-- = € 106.580,- Totaal € 1.400.730,-Conclusie Binnen de huidige wet- en regelgeving bestaat de mogelijkheid om de middelen die de gemeente nu voor onderwijshuisvesting VO ontvangt, door te decentraliseren naar de instellingen. Zoals in het verkennend onderzoek is berekend, kan dit een aanzienlijke extra bijdrage zijn die ingezet kan worden voor exploitatieverlagende of levensduurverlengende maatregelen. De exploitatiekosten zullen bij veroudering van het gebouwenbestand steeds verder toenemen terwijl de investeringskosten (met name bij de gemeente) structureel afnemen. De gemeente houdt jaarlijks meer geld over indien zij niet investeert in onderwijshuisvesting. De risico’s ten aanzien van schades, leegstand en eventuele restwaarde of herontwikkel mogelijkheden liggen volledig bij de instelling. De keuze om al dan niet door te decentraliseren is erg afhankelijk van de lokale omstandigheden. Hierbij speelt de verwachte leerlingenaantallen (met name op de langere termijn), de technische en functionele levensduur van de gebouwen en niet te vergeten de politieke wil een belangrijke rol. Doordecentralisatie blijft lokaal maatwerk. L.M. van Wijchen, Stafcoördinator Huisvesting Stichting Carmelcollege 34 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Bestemmingsbox Schoolbesturen ontvangen het overgrote deel van hun bekostiging in de vorm van een lumpsum. Dat is geheel in lijn met de autonome positie en de professionaliteit van het onderwijs. Toch zijn er ook nog specifieke subsidies vanuit het Rijk. Dit gaat om slechts enkele procenten van de totale bekostiging. Deze subsidies, die meestal worden uitgekeerd in de vorm van projectgelden, zijn veel bestuurders en schoolmanagers een doorn in het oog omdat ze relatief hoge administratieve lasten met zich meebrengen. Toch is het soms noodzakelijk specifiek en gericht te investeren. Bijvoorbeeld om experimenten mogelijk te maken om te weten te komen wat wel en niet werkt in het onderwijs, om ontwikkelingen op gang te krijgen of om iets breed in te voeren. Hierbij is te denken aan de taal- en reken verbeter trajecten, voor- en vroegschoolse educatie (VVE) of experimenten rond onderwijstijdverlenging en integratie. De specifieke inzet van middelen leidt tot zichtbare resultaten. Een specifiek budget maakt het ook makkelijker uit te leggen aan de samenleving en aan de politiek wat er met dit geld gebeurt. Staatssecretaris Dijksma wil de mogelijkheid creëren om in bepaalde gevallen gericht te investeren zonder hoge administratieve lasten en zonder bestedingsdwang. Zij wil dat er binnen de lumpsum een ‘bestemmingsbox’ komt. Dit is een budget dat bestemd is voor een bepaald doel. Hierover is en wordt overleg gevoerd met de PO-Raad en andere betrokkenen. Scholen zijn vrij in de besteding van de middelen die zij via de bestemmingsbox ontvangen. Als uit de evaluatie en de verantwoording blijkt dat het geld in de bestemmingsbox niet leidt tot het beoogde doel, kan dat dus niet leiden tot terugvordering. Wel kan worden besloten om in de toekomst de middelen in de vorm van een geoormerkte subsidie te verstrekken, om alsnog het beoogde doel te bereiken. Arnold Zadelberg
Nader onderzoek overschrijding kapitaalnorm De Inspectie van het Onderwijs gaat nader onderzoek doen naar de financiën van scholen die boven de kapitaalnorm van de commissie Don uitkomen. Het blijkt dat 55 procent van de basisscholen en 65 procent van de scholen in het voortgezet onderwijs een kapitaal hebben dat hoger is dan de signaleringsgrenzen die het Kabinet op voorstel van de commissie Don vorig jaar heeft vastgesteld. In theorie hebben deze scholen geld op de bank staan dat in het onderwijs geïnvesteerd moet worden. In de praktijk kunnen voor een school goede redenen zijn om te wachten met investeren. Elke beoordeling is maatwerk. Daarom onderzoekt de Inspectie van het Onderwijs de financiën van elke school die boven de norm uitkomt. De 400 scholen die het meeste afwijken van de norm of veel vermogen combineren met lage kwaliteit, worden het eerst onderzocht. Als er te veel geld op de plank blijft ligt, maakt de Inspectie afspraken met de school, opdat het geld ten goede komt aan het onderwijs. Uit de gegevens blijkt dat de scholen in het basisonderwijs vorig jaar 60 miljoen meer ontvingen dan besteedden en in het voortgezet onderwijs is dit 70 miljoen. Dit overschot is
35 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
lager dan het jaar daarvoor en voor het grootste gedeelte te danken aan de financiële baten zoals de renteontvangsten. De waarde van de duurzame bezittingen zoals computers is in beide sectoren met 400 miljoen gestegen. Dit betekent dat de sector als geheel voorzichtig investeert. Het eigen vermogen daalt licht. De staatsecretarissen van Onderwijs, Dijksma en Van Bijsterveldt, concluderen dat veel scholen de kapitaalnorm overschrijden maar onderstrepen ook het feit dat de beoordeling van de financiële situatie van een school maatwerk is. Ze investeren in samenwerking met de PO-raad en de VO-raad in het vergroten van de financiële deskundigheid van schoolbesturen. De VAP zal hiervoor de nodige kennis en ervaring inbrengen. Arnold Zadelberg
Handelsregister De Kamer van Koophandel (KvK) heeft sinds 1 juli 2008 een nieuw Handelsregister. In dit register zijn alle ondernemingen en rechtspersonen in Nederland opgenomen. Het Handelsregister maakt deel uit van een stelsel van acht basisregistraties (o.a. de Gemeentelijke Basisadministratie en het kadaster). Het koppelen van de basisregistraties zorgt ervoor dat de overheid altijd beschikt over betrouwbare en actuele gegevens. Handelsregister en onderwijsinstellingen Verenigingen en stichtingen (schoolbesturen) staan al als rechtspersoon ingeschreven in het Handelsregister. De nieuwe Handelsregisterwet verplicht hen echter om ook al hun vestigingen in te schrijven in het Handelsregister. De KvK informeert de besturen schriftelijk wanneer de inschrijving afgerond moet zijn. Onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun inschrijving in het Handelsregister. Onderwijsinstellingen anders dan een vereniging of stichting ontvangen op een later moment een brief van de KvK. BRIN derde kwartaal 2010 gekoppeld aan Handelsregister Wijzigingen in hun authentieke gegevens moeten instellingen zowel aan de KvK als aan OCW doorgeven. In het derde kwartaal van 2010 wordt de BRIN-registratie aan het Handelsregister gekoppeld. De administratieve lasten van instellingen zullen daardoor niet direct verminderen. Aanvragen moeten altijd door de minister of staatssecretaris worden goedgekeurd. DUO Zoetermeer blijft het loket voor het aanvragen van onderwijsvoorzieningen. DUO moet daarom – namens OCW -altijd aanvullende gegevens bij het veld opvragen. Meer weten? Informatie vindt u op www.kvk.nl/nieuweinschrijvers.nl.
Arnold Zadelberg
36 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Europese aanbesteding boeken Onze school heeft een intern gedeeltelijk gefaciliteerd boekenfonds. Dit houdt in dat de lokale boekhandel, naast het leveren van nieuwe boeken, de boeken aan het einde van het schooljaar inneemt, tijdens de zomervakantie de boekenpakketten op onze school samenstelt en aan het begin van het schooljaar aan de leerlingen uitdeelt. Zoals bijna iedere school voor voortgezet onderwijs in Nederland waren ook wij genoodzaakt over te gaan tot Europese aanbesteding. Als school zijn wij lid van Orion, een samenwerkingsverband voor VO scholen in Brabant. Binnen dit samenwerkingsverband is besloten om voor de advisering inzake de Europese aanbesteding van leermiddelen gebruik te maken van de diensten van Loyalis. Aanvankelijk was het de bedoeling van Orion de aanbesteding voor alle scholen te splitsen in twee percelen, te weten één voor externe boekenfondsen en één voor interne boekenfondsen. Omdat bij onze school geen sprake is van een extern boekenfonds en ook geen sprake is van een geheel intern boekenfonds hebben wij besloten een afzonderlijke aanbesteding uit te schrijven. Ook bij deze aanbesteding hebben wij, naar volle tevredenheid, gebruik gemaakt van de diensten van Loyalis. Bij het opstellen van het bestek zijn wij uitgegaan van onze huidige praktijk. Om al onze eisen evenwichtig in een bestek op te nemen, hebben we diverse sessies gehad met Loyalis. Uiteindelijk is een bestek uitgekomen waarbij in de weging de prijs voor 70% en de kwaliteit voor 30% bepalend zouden zijn voor de gunning. Op het gebied van de kwaliteit scoorde de lokale boekhandel iets lager dan de enige andere inschrijver maar op het gebied van de prijs scoorde de lokale boekhandel beter. Bij het toetsen van de criteria op basis van economisch meest voordelige aanbieding kwam de lokale boekhandel als beste tevoorschijn. Wij zijn blij dat we de goede samenwerking met de lokale boekhandel kunnen voortzetten en dat uit de aanbesteding is gebleken dat de condities waaronder geleverd wordt competitief zijn. Jack Adriaans
37 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Partnertoeslag AOW
Wat is de partnertoeslag AOW? Hoe hoog is de partnertoeslag AOW? Wat verandert er in 2015? Wat wijzigt er mogelijk in 2011? Waarom stopt de partnertoeslag AOW? Welke maatregelen kunt u nemen? Wanneer hoeft u geen maatregelen te nemen? Partnertoeslag en aanvullend pensioen U bent voor 1 januari 1950 geboren?
Wat is de partnertoeslag AOW? Iedere burger in Nederland krijgt zelfstandig een AOW-pensioen uitgekeerd bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Zodra uw partner ook 65 jaar wordt, ontvangt hij of zij eveneens 50% van het netto minimumloon. Samen hebt u dan een volledig AOW-pensioen. In de tussenliggende periode, dus als de jongste partner nog geen 65 jaar is, kan de gepensioneerde nu nog recht hebben op een partnertoeslag AOW. Die toeslag wordt alleen uitgekeerd als de jongste partner geen of weinig eigen inkomen heeft. Daarbij wordt alleen gekeken naar het inkomen uit arbeid (een baan), of inkomen in verband met arbeid (een sociale uitkering of VUT). Hoe hoog is de partnertoeslag AOW? De partnertoeslag is gebaseerd op het netto AOW voor gehuwden, zodat een (echt) paar samen tenminste een inkomen op sociaal minimumniveau heeft. Hoe meer inkomen de jongste partner heeft, hoe lager de toeslag. Daarbij geldt dat het inkomen uit arbeid voor een deel buiten beschouwing blijft (15% van het bruto minimumloon plus een derde van het meerdere). Inkomen in verband met arbeid (een sociale uitkering of VUT) wordt volledig op de toeslag in mindering gebracht. Wat verandert er in 2015? Mensen die op of na 1 januari 2015 65 jaar worden, ontvangen geen partnertoeslag AOW. De partner die als eerste 65 wordt, ontvangt alleen zijn of haar deel van het AOW-pensioen. Het gezamenlijk inkomen kan hierdoor tijdelijk lager worden dan verwacht. Hoe lang u samen minder inkomen hebt, wordt bepaald door het leeftijdsverschil tussen u en uw partner. Bent u bijvoorbeeld twee jaar ouder dan uw partner, dan ontvangt u samen twee jaar lang alleen úw AOW-pensioen. Bent u vijf jaar ouder, dan geldt dat voor een periode van vijf jaar. Wat verandert er mogelijk in 2011? In de rijksbegroting van 2010 is aangekondigd dat met ingang van 2011 personen die dan de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, en van wie de partner nog geen 55 jaar is, niet langer in aanmerking zullen komen voor de AOW-partnertoeslag. Deze maatregel loopt vooruit op de volledige afschaffing van de toeslag voor nieuwe gevallen vanaf 2015. Het kabinet trekt extra geld uit om te voorkomen dat mensen door
38 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
deze maatregel, vanwege de vermogenstoets in de bijstandswet, gedwongen worden hun huis te verkopen. De partnertoeslag zal in 2011 met 6% worden verlaagd. Wel wordt voorkomen dat mensen als gevolg van deze verlaging in de bijstand komen. Waarom stopt de partnertoeslag AOW? De partnertoeslag AOW is nog gebaseerd op het oude kostwinnerschap van de man. De laatste jaren is het aantal tweeverdieners echter flink gestegen, waardoor steeds meer vrouwen een eigen inkomen hebben. In 2015 wordt het aantal tweeverdieners geschat op 75% van alle samenwonenden. Het kabinet sluit met het schrappen van het partnerpensioen aan bij de voortschrijdende emancipatie en toenemende economische zelfstandigheid van vrouwen. De wetswijziging die dit regelt, is al sinds 1 januari 1996 van kracht. Pas vanaf 1 januari 2015 wordt de toeslag niet meer uitgekeerd. Dat geeft u de tijd om, indien nodig, maatregelen te treffen. Welke maatregelen kunt u nemen? • Er is een aantal mogelijkheden om de afschaffing van de partnertoeslag op te vangen: • De jongste partner vindt een baan; • Sparen op een gewone spaarrekening; • Sparen via de jaarlijkse inleg van de bedrijfsspaarregeling; • Aanschaf van een koopsompolis, spaarverzekering of andere spaar- en beleggingsmogelijkheden. Laat u hierbij goed adviseren door een financieel deskundige. Wanneer hoeft u geen maatregelen te nemen? U hoeft nu geen maatregelen te treffen om de gevolgen van de afschaffing van de AOWpartner toeslag in 2015 op te vangen, als: de jongste partner verwacht tegen die tijd voldoende eigen inkomen te hebben; u vanaf 2015 verwacht ook zonder extra voorzieningen te kunnen rondkomen. Dit kan het geval zijn als uw bestedingspatroon tegen die tijd sterk is veranderd, bijvoorbeeld omdat de hypotheek bijna is afgelost of de kinderen zelfstandig wonen; het leeftijdsverschil tussen u en uw partner heel klein is en het dus om een relatief klein bedrag gaat. Partnertoeslag en aanvullend pensioen Hebt u een aanvullende pensioenregeling waardoor u straks bijvoorbeeld 70% van uw middelloon ontvangt en denkt u hiermee het tekort op te vangen? Let er dan op of uw pensioenverzekeraar rekening heeft gehouden met het stopzetten van de partnertoeslag AOW. In die 70% zijn namelijk uw AOW-pensioen en een eventuele partnertoeslag vaak verrekend. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een informatieblad gemaakt over het stopzetten van de partnertoeslag AOW in 2015. Daarin leest u onder meer hoe u de gevolgen van de afschaffing kunt opvangen. U bent voor 1 januari 1950 geboren? In dat geval verandert er voor u niets. U blijft de partnertoeslag gewoon ontvangen tot uw jongere partner 65 jaar wordt en een AOW-pensioen krijgt. Ook voor mensen die op dit moment een partnertoeslag ontvangen, verandert er niets. Hans Kleinsmann
39 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
De partner AOW toeslag blijft behouden, of toch niet? De partnertoeslag blijf behouden. De staatssecretaris van SZW heeft besloten om de maatregel van het vervallen van de partnertoeslag niet door te laten gaan. Maar wat houdt dit nu in? De partnertoeslag houdt in, dat de AOW van een AOW -gerechtigde met een jongere partner, welke nog geen AOW ontvangt omdat deze nog geen 65 jaar is, wordt verhoogd met (maximaal) 100%. Deze AOW -er ontvangt dan de dubbele AOW (van het gehuwde AOW bedrag). Deze regeling was door de staatssecretaris beëindigd hetgeen inhield dat AOW -ers in een dergelijke situatie m.i.v 1/1/2011 geen toeslag meer zouden ontvangen. Enige mate van aankondiging en de mogelijkheid om zich hierop voor te bereiden, hebben deze mensen niet gehad. Maar waar zit nu de adder onder het gras? In 2015 zal voor iedereen de partnertoeslag wél verdwijnen. De bezuiniging van de staatssecretaris was dan ook maar een bezuiniging voor enkele jaren. Iedereen die in 2015 de leeftijd van 65 jaar bereikt, wordt en een jongere partner heeft zal géén partnertoeslag ontvangen. Deze zal dus sec een ‘enkele’ AOW ontvangen. Deze maatregel is ruimschoots aangekondigd (medio jaren 90), zodat mensen zich hier goed op konden voorbereiden. Maar wie heeft dit ook daadwerkelijk gedaan en beseft wat de consequenties van deze maatregel zijn? Vermoedelijk weinigen en vandaar dat enkele politieke partijen van mening zijn deze wet geen doorgang meer te laten vinden. De moraal: Een zorgvuldige overheid zorgt ervoor dat zij bestendig acteert zodat burgers weten waar ze aan toe zijn. Wederom blijkt echter ook dat veel werknemers zich niet bewust zijn van de financiële gevolgen van pensionering. Zelfs de basis voorziening (AOW) is voor veel mensen onduidelijk; een onderbouwing voor pensioencommunicatie door werkgevers. Een middel waarbij het mes snijdt aan twee kanten: werknemers weten waar ze aan toe zijn bij hun (toekomstige) pensionering, maar belangrijker: werknemers krijgen inzicht in de kosten van de pensioenregeling van hun werkgever en daarmee ook waardering voor deze dure arbeidsvoorwaarde.
Hans Kleinsmann
40 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Bekijk uw toekomstig inkomen in MijnABP Internetbankieren is voor veel mensen heel gewoon. Op elk gewenst moment kunt u uw saldo bekijken. En checken of uw salaris is overgemaakt. Uw toekomstig inkomen bekijkt u net zo snel met MijnABP op www.abp.nl. U ziet er niet alleen uw pensioen aan het eind van uw loopbaan. Maar ook hoeveel pensioen u ontvangt als u arbeidsongeschikt wordt. En wat uw nabestaanden krijgen als u overlijdt. Helder en overzichtelijk. In MijnABP ziet u uw pensioen in nettobedragen per maand. Zodat u het kunt vergelijken met het salaris dat u nu gewend bent. Stap voor stap geeft u uw pensioenkeuzes aan. En u ziet meteen wat het effect is op uw pensioen. Pas vlak voor u met pensioen gaat, maakt u uw definitieve keuzes. Het aanvragen van FPU of pensioen gaat heel makkelijk via MijnABP. Niet alleen pensioen rond uw 65ste Niet alleen rond uw 65ste kunt u te maken krijgen met pensioen. Maar ook al veel eerder, bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid of overlijden. Met MijnABP ziet u hoeveel pensioen u bij arbeidsongeschiktheid krijgt. En hoeveel uw nabestaanden ontvangen, als u zou overlijden. Actueel en goed beveiligd Krijgt u salarisverhoging of bent u pas getrouwd? MijnABP wordt elke maand aangepast aan uw actuele situatie. Ook is MijnABP goed beveiligd. Op uw pensioenoverzicht of betaalspecificatie vindt u een persoonlijke code. Daarmee kiest u op www.abp.nl zelf een e-mailadres en wachtwoord waarmee u kunt inloggen. Zo weet u zeker dat alleen ú uw persoonlijke gegevens in MijnABP kunt inzien. Veel keuzevrijheid met ABP KeuzePensioen Met ABP KeuzePensioen kunt u zelf invulling geven aan uw pensioen. Een flexibele pensioendatum, een variabele hoogte van het pensioen en deeltijdpensioen behoren nu tot de mogelijkheden. Overigens hoeft u deze keuzes pas te maken vlak voordat u met pensioen wilt gaan. Maar het is goed er nu alvast over na te denken. Kies uw pensioendatum Met ABP KeuzePensioen kunt u zelf een pensioendatum kiezen. U kunt aangeven wanneer u tussen uw 60ste en 70ste met pensioen wilt, tot op de maand nauwkeurig. Hierbij geldt wel: hoe eerder u stopt met werken, hoe lager het pensioen is. En hoe langer u doorwerkt, hoe hoger. Tot voor kort gold een vaste pensioenleeftijd van 65 jaar. Deze leeftijd is met ABP Keuze-Pensioen losgelaten. Maar de Sociale Verzekeringsbank keert de AOW nog vanaf 65 jaar uit. Wilt u vóór uw 65ste met pensioen gaan, dan moet u dit gemis aan AOW zelf opvullen met een bedrag aan ABP KeuzePensioen. Het pensioen wordt hierdoor dus lager. Wilt u voorafgaand aan ABP KeuzePensioen volledig of gedeeltelijk stoppen met werken, dan kan dat bijvoorbeeld met de levensloopregeling. Die kunt u ook gebruiken om tussentijds te stoppen met werken. Eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen? Het zou prettig zijn als u uw pensioen kon afstemmen op uw individuele inkomenssituatie. Deze verandert vaak behoorlijk als de kinderen het huis uit zijn. Of als de hypotheek is afgelost. Met ABP KeuzePensioen kunt u uw pensioen variëren in hoogte; daarvoor gelden wel fiscale grenzen. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een hoger pensioen vóór uw 65ste en een lager pensioen daarna. Of andersom. U kunt uiteraard ook kiezen voor een gelijkblijvend pensioenbedrag. 41 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Met deeltijdpensioen gaan Met deeltijdpensioen kunt u uw loopbaan langzaam afbouwen. Het staat u vrij te kiezen voor welk deel van de werkweek u met pensioen wilt gaan. Uiteraard gebeurt dit alles in nauw overleg met uw werkgever. Nabestaandenpensioen toevoegen aan ABP KeuzePensioen Misschien hebt u geen behoefte aan nabestaandenpensioen? Bijvoorbeeld als er geen partner is. Of als u samen met uw partner concludeert dat bij overlijden uw partner goed verzorgd achterblijft. In deze situaties kunt u een deel van het nabestaandenpensioen toevoegen aan het ABP KeuzePensioen. Andersom is ook mogelijk. Bijvoorbeeld als u gescheiden bent en u uw nieuwe partner bij overlijden beter verzorgd wilt achterlaten. Geldt ABP KeuzePensioen voor iedereen? Nee, alleen voor werknemers die geboren zijn ná 1949. En voor werknemers geboren vóór 1950 die niet met FPU kunnen gaan. Voor de andere werknemers blijft alles bij het oude. Ook zij kunnen, onder de FPU, in deeltijd met pensioen blijven gaan. Kijk voor meer informatie op www.abp.nl. Wilt u weten wat het effect is van de verschillende keuzemogelijkheden op uw pensioen? Ga dan naar MijnABP, uw persoonlijke en beveiligde internetomgeving van het ABP. Hans Kleinsmann
Pensioeninzicht Consumenten hebben hoge verwachtingen van hun pensioen. Dit blijkt uit recent onderzoek van de AFM. 59% van consumenten verwacht 70% of meer van het laatstverdiende brutosalaris als pensioen. 25% weet niet hoe hoog zijn pensioen zal zijn. Slechts 12% van de consumenten denkt dat zijn pensioen minder zal zijn dan 70% van het laatstverdiende brutosalaris. Onderzoek laat ook zien dat consumenten niet begrijpen welke factoren hun pensioen beïnvloeden. 47% van de consumenten vindt de eigen pensioenkennis onvoldoende. Ook is een derde van de recent gepensioneerden teleurgesteld in de hoogte van het pensioen. Omdat de pensioenen de afgelopen jaren versoberd en complexer geworden zijn, verwachten wij dat het percentage consumenten dat teleurgesteld is in hun pensioen in de toekomst kan gaan stijgen. Doordat veel gepensioneerden teleurgesteld zijn en consumenten hoge verwachtingen hebben van de hoogte van hun pensioen heeft de AFM zich de vraag gesteld wat consumenten werkelijk aan pensioen mogen verwachten. Wij hebben daarom een analyse uitgevoerd van de waarschijnlijke uitkomst van de bestaande pensioenregelingen. Dit hebben we gedaan door voor een aantal voorbeeldregelingen de waarschijnlijke pensioenuitkomst te berekenen en deze te vergelijken met consumentenverwachtingen. Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste consumenten een redelijk – maar lager dan verwacht – pensioen zullen ontvangen. Een aantal specifieke groepen wordt geconfronteerd met een sober pensioen. Dit kan ertoe leiden dat zij hun huidige levensstijl niet kunnen handhaven of dat zij zelfs financieel in de problemen komen. De combinatie van een te hoge verwachting van de hoogte van het pensioen en het gebrek aan inzicht in onzekerheden en factoren die het pensioen beïnvloeden, leidt tot een verwachtingskloof bij consumenten.
42 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Uit de analyse van de AFM blijkt dat de volgende groepen consumenten extra risico lopen op een sober pensioen:
Grootte risicogroep
Impact
In 2008 ruim 640.000 ZZP’ers. (Bron CBS). Waarschijnlijk bouwt meer dan de helft geen aanvullend pensioen op (Bron Netspar-paper)
Geen pensioenopbouw boven AOW.
In 2030 zijn er vierhonderdduizend eerste generatie allochtonen van 65 jaar en ouder. (Bron CBS)
Gemiddelde verlaging van AOW is 38% (Bron CBS). Daarnaast heeft men in het land van herkomst geen noemenswaardig pensioen opgebouwd.
Hoge franchise/lage opbouw
Rond de 10% van de consumenten (inschatting AFM)
Pensioen 10% lager dan vergelijkbare persoon met modale regeling
Beschikbarepremie-regelingen
5% van de deelnemers maar aantal stijgt (Bron DNB)
Uitkomst onzeker en afhankelijk van beleggingsrendement. Bovendien mogelijk slecht geadviseerd of karige regeling wegens beperkt draagvlak werkgever.
Steil carrièrepad
5% verdient bij pensionering meer dan twee maal modaal (Bron CBS)
Pensioen in verhouding tot laatstverdiende brutosalaris tot 40% lager dan relatieve pensioen van werknemer met modale loopbaanontwikkeling.
Echtscheiding
Echtscheidingspercentage 34% en slechts de helft van de vrouwen is economisch onafhankelijk. (Bron CBS)
Pensioen tot tientallen procenten lager afhankelijk van duur huwelijk en eventueel pensioen van partner.
43% van de nieuwe hypotheken volledig aflossingsvrij (Bron Consumentenmonitor AFM 2008 Q3)
Door wegvallen hypotheekrenteaftrek na 30 jaar kunnen woonlasten verdubbelen
Risicogroepen Zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers)
Eerste generatie allochtonen
Aflossingsvrije hypotheek
43 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Aangezien consumenten in meerdere risicogroepen kunnen vallen en de overige persoonlijke omstandigheden verschillen is een analyse op individueel niveau nodig om te bepalen welke risico’s mensen lopen. Omdat consumenten te hoge verwachtingen van hun pensioen hebben en gebrek aan inzicht in welke factoren het pensioen beïnvloeden, kunnen consumenten geen weloverwogen beslissingen nemen over hun financiële levensloop. Mensen sparen daardoor bijvoorbeeld onvoldoende of nemen te veel financieel risico. Zouden ze beter inzicht hebben gehad in hun pensioensituatie dan hadden ze andere consumptie- en spaarbeslissingen kunnen nemen. Daarmee zouden zij hun financiële toekomst beter hebben kunnen verzorgen. Een duidelijk voorbeeld van een beslissing die hierbij belangrijk is, is de keuze voor een aflossingsvrije of beleggingshypotheek. Wanneer de hypotheek bij pensionering niet afgelost wordt, bijvoorbeeld door een tegenvallend rendement van een beleggingshypotheek, zullen de woonlasten bij pensionering onverwacht hoog blijven. Wanneer geen actie wordt ondernomen zal de teleurstelling die voor veel consumenten in het verschiet ligt, het vertrouwen in het pensioenstelsel en in de financiële dienstverlening kunnen schaden. Ook dit roept de vraag op hoe de verwachtingskloof verkleind kan worden. De verwachtingskloof bestaat doordat consumenten het pensioen complex vinden en daardoor onvoldoende begrijpen. Ook nemen zij weinig initiatief om het te leren begrijpen. Consumenten ontvangen met het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) wel de relevante gegevens over hun pensioen. Zij zijn echter onvoldoende in staat om in te zien wat dat in de praktijk voor hun persoonlijke situatie zal betekenen en wat de onzekerheden zijn. Ze overzien niet of hun pensioen voldoende hoog of juist sober zal zijn en begrijpen niet welke factoren de hoogte van het pensioen beïnvloeden. Hier ligt uiteraard een grote verantwoordelijkheid bij de consument. Het pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde en een financieel product dat door de consument nog te weinig op waarde wordt geschat. Consumenten moeten zich bewust zijn dat een toereikend pensioen niet vanzelfsprekend is. Er bestaan al verschillende initiatieven om consumenten bij deze verantwoordelijkheid te helpen. Denk aan de stichting Pensioenkijker.nl en het programma ‘Zorg voor de toekomst’ van CentiQ, Wijzer in geldzaken. Het is belangrijk dat dergelijke initiatieven voortduren. De pensioensector is zich bewust van deze verwachtingskloof. Initiatieven worden genomen om de consument beter inzicht te verschaffen. We denken dat oplossingen om consumenten beter inzicht te geven in hoogte en onzekerheden van het pensioen de volgende elementen moet bevatten: aggregeren en analyseren van data, begrijpelijk presenteren van de conclusies en deze vervolgens brengen bij de consument. De huidige pensioeninformatie zoals het UPO voldoet slechts voor een deel aan deze elementen. Het toekomstige Pensioenregister voegt daar een stap aan toe door alle pensioengegevens verzameld te presenteren. De AFM nodigt de pensioensector uit om oplossingen voor de problematiek van de verwachtingskloof te onderzoeken inclusief mogelijke obstakels die een dergelijke oplossing in de weg kunnen staan. De AFM zal zelf een bijdrage blijven leveren aan een versterking van de communicatie over pensioen naar consumenten.
Hans Kleinsmann
44 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Bron: samenvatting rapport AFM
Pensioencommunicatie Slechts 12 procent van werkenden in loondienst is op de hoogte van hun pensioeninkomen. Zij weten of dit na hun 65ste voldoende is en kennen de mogelijkheden om meer pensioen op te bouwen. Dit blijkt uit de eerste Pensioenbewustzijn-meting onder 2200 Nederlanders in opdracht van CentiQ, Wijzer in geldzaken, Pensioenkijker.nl en TNS NIPO. Pensioenbewuste mensen zijn veelal alleenstaande, hoger opgeleide mannen met een hoger inkomen en een koopwoning. Daarentegen zijn pensioenonbewusten vaker vrouwen, relatief jonger en zijn ze vaker lager opgeleid. Ook weten zij minder vaak of ze een pensioen bij een pensioenfonds of pensioenverzekeraar hebben. Opbouw pensioen De volledig pensioenonbewuste groep voelt zich minder vaak verantwoordelijk voor het opbouwen van zijn pensioen en maakt hier geen tijd voor vrij of stelt dit uit. Ze willen zich geen zorgen maken over de toekomst en vinden het niet leuk om over pensionering en ouderdom na te denken. Hierdoor gaan zij niet tot actie over, terwijl dit wel nodig is. Pensioenbewuste mensen willen voor de toekomst zo min mogelijk aan het toeval overlaten. Risicogroepen Ruim 66% van de werknemers is volledig pensioenonbewust. Binnen deze groep zijn vier risicogroepen bij wie dit mogelijk grote consequenties kan hebben: • Volledig pensioenonbewuste mensen die minder pensioen opbouwen dan de partner, kunnen erg kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld in een echtscheiding (16%). • Volledig pensioenonbewusten die over minder dan twintig jaar met pensioen gaan. Zij lopen een groot risico om hun eventuele pensioentekort niet meer in voldoende mate te kunnen repareren (20%). • Mensen die volledig pensioenonbewust zijn en over weinig (< € 5.000) spaargeld beschikken (14%). • Mensen die volledig pensioenonbewust zijn, maar hun eigen pensioenkennis overschatten (16%). Uniform Pensioenoverzicht Om het pensioenbewustzijn verder te verhogen komen Pensioenkijker.nl en CentiQ, Wijzer in geldzaken in het najaar van 2010 met een campagne rondom het Uniform Pensioenoverzicht (UPO).
Hans Kleinsmann
Bron: HRpraktijk
45 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
VAN DE RAYONS Vergaderdata rayons
Rayon A
31 maart 2010 en 2 juni 2010
Rayon C
23 maart 2010 en 8 juni 2010
Mededelingen uit de VAP-rayons, opmerkingen en artikelen die kunnen worden geplaatst in het VAPblad, kunt u mailen naar:
[email protected].
Impressies van de rayonvergaderingen Rayon A woensdag 2 december 2009 in Voorburg voorzitter: Wim Boevé notulist: René Lamens
• Aanwezig zijn 10 leden • Gastsprekers Uitgenodigd zijn Joost Rijnja en Harry Mes. Zij verzorgen een presentatie van Loyalis over de Bapo. • WGA Aan de orde komt de gedifferentieerde premie 2010 en de mogelijkheid eigen risicodrager te zijn. Tot op heden zijn alle premies bekend. Wie van de aanwezigen voor eigen risico drager gaat, komt in de volgende vergadering terug op de agenda. • Functiemix De meeste scholen zijn er druk mee bezig. Er worden enkele tips uitgewisseld waar men op moet letten, omdat de accountant met zijn controle hier scherp op gaat letten. Het is van belang dat men de functiemix op individueel niveau goed kan volgen. Tevens is het van belang dat de inschaling naar een hogere schaal de docent er financieel niet op achteruit gaat.
46 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Rayon C dinsdag 8 december 2009 in Vlaardingen voorzitter: Eric van Steen notulist: idem
• Aanwezig zijn 7 leden • Gastspreker De uitgenodigde gastspreker, Sandra Vis van CFI heeft zich op het laatste moment wegens ziekte moeten afmelden. • Horizontaal toezicht Organisaties kunnen afspraken maken met de Belastingdienst, waardoor een minder intensieve controle zal plaatsvinden. Zorg is uiteraard wel dat de afspraken stipt worden nageleefd. • Fiscale wijzigingen 2010 Met ingang van 1 januari 2010 is het mogelijk om een bedrag ter grootte van 1,2% van de totale loonsom van het desbetreffende kalenderjaar aan belastingvrije uitkeringen, geschenken en dergelijke aan personeelsleden te verstrekken. Of de uitvoering hiervan tot problemen en/of onduidelijkheden zal leiden, zal in de loop van het jaar blijken. • Bekostiging 2009 Zoals vrijwel ieder jaar het geval is, werd de bekostiging over 2009 aangepast in opwaartse richting, waardoor het gevreesde subsidietekort werd vermeden. Omdat de voorgestelde pensioenpremie door het ABP is teruggebracht tot 1%, zal ook de loonsom over 2010 redelijk in de pas lopen met de begrote bekostiging. • Salarisadministratiepakket De ervaringen met de diverse pakketten lopen uiteen: waar collega’s uitermate tevreden zijn over Raet, hebben anderen spijt dat zij Caso/Educaat hebben ingewisseld.
47 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
UIT ANDERE BRONNEN Tips voor het jaarverslag In een jaarverslag legt de bestuurder financiële en beleidsmatige verantwoording af over het afgelopen jaar. Het bevat –naast de jaarrekening- meestal een profiel van de organisatie en een visie van de directie. Grotere organisaties brengen ook een sociaal jaarverslag en een jaarverslag van de ondernemingsraad uit. Wettelijk heeft de term jaarverslag uitsluitend betrekking op het verslag van de directie. In het spraakgebruik wordt er de gehele uitgave mee bedoeld, inclusief jaarrekening, accountantsverklaring enzovoort. Met het uitgeven van een jaarverslag voldoet een organisatie of onderneming niet alleen aan de wettelijke verplichting, maar geeft het tegelijkertijd een visitekaartje van het bedrijf af. Een jaarverslag is bestemd voor uiteenlopende doelgroepen: aandeelhouders, banken, ondernemingsraad, personeel, vakbonden, collega-organisaties, concurrenten, klanten, overheden, actiegroepen en publiek. Afstemming Het is wenselijk dat deskundigen van de afdeling Communicatie (en/of PR, Marketing) in een vroeg stadium bij de totstandkoming van het jaarverslag betrokken worden. In een ideale situatie vindt aan de start van het traject een driehoeksoverleg plaats tussen opdrachtgever (bestuur of directie), financial(s) (bijvoorbeeld controller en/of hoofd financiële afdeling) en communicatie/pr-medewerkers. In dit overleg komen planning, verantwoordelijkheden en afstemmingsmomenten aan de orde. Een logische taakverdeling is dat de eindredactie in handen is van Communicatie. De financiële gegevens worden aangeleverd door de financials en het bestuursverslag en verslag Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht door de bestuurder. Het is eveneens wenselijk dat afspraken gemaakt worden over te gebruiken formats voor tekst, tabellen en grafieken.
Onderdelen/inhoud Het jaarverslag kent een aantal wettelijk verplichte onderdelen. Maar daar hoeft het niet bij te blijven. Hieronder een checklist met onderdelen die een jaarverslag zou kunnen bevatten. • titel en naam van de organisatie; • inhoudsopgave; • voorwoord van de directeur van het bedrijf, ook wel management letter genoemd. Vaak wordt dit door een ‘ghostwriter’ geschreven; • profiel van de onderneming, adresgegevens enzovoort; • missie/visie; • overzicht samenstelling Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen/Raad van Toezicht; • verslag van de directie (het feitelijke jaarverslag); • verslag van de Raad van Commissarissen/Raad van Toezicht; • de jaarrekening zelf (in elk geval de balans en verlies- en winstrekening); • historische overzichten; • cijfermatige overzichten over personeel en product/dienst; • verklarende woordenlijst; • dagtekening die aangeeft op welke datum het jaarverslag is vastgesteld; • ondertekening die laat zien wie verantwoordelijk is voor het jaarverslag; • colofon met informatie over uitgever, drukker, fotograaf, vormgever en tekstschrijver.
48 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Vormgeving Het is van belang dat een jaarverslag inhoudelijk ‘compleet’ is. Maar minstens zo belangrijk is dat van tevoren goed is nagedacht over de leesbaarheid. Niet alleen in tekst, maar ook in vorm en uitgangspunten. Enkele simpele tips die ‘quick wins’ opleveren: • • • • •
koppen, tussenkoppen en kantlijnwoorden die de onderwerpen verdelen; illustraties, waaronder diagrammen, schema’s en tabellen, alle met bijschrift; licht hier en daar interessante details eruit om het jaarverslag leesbaarder te maken; zorg voor een onderscheidende vormgeving of opzet; door het gebruik van foto’s van medewerkers en testimonials krijgt het product/dienst en het bedrijf een gezicht; • adresgegevens op een opvallende plaats zetten zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Tips bij de voorbereiding Het schrijven van een jaarverslag neemt al gauw maanden in beslag. Begin op tijd! Onderstaande zaken helpen je bij de voorbereiding. • Schakel eventueel een goede tekstschrijver in die ervaring heeft met het schrijven van een jaarverslag en weet hoe hij alle partijen kan stimuleren om input te leveren. • Een jaarverslag is een prima manier om je belangrijkste doelgroepen te vertellen wat je de komende tijd van plan bent. Gebruik ongeveer zestig procent van het verslag om naar de toekomst te kijken en veertig procent om terug te kijken. • Om de kosten te drukken, kun je minder exemplaren laten maken en uittreksels rondsturen. Werkelijk geïnteresseerden kunnen vervolgens ook een volledig jaarverslag aanvragen. Alleen belangrijke relaties stuur je direct het complete verslag. • Wil je inzicht krijgen in de jaarverslagen van andere bedrijven? Op www.jaarverslag.info vind je gratis jaarverslagen van alle Nederlandse beursgenoteerde organisaties. • Verzending: zorg voor een complete en actuele verzendlijst. Begin op tijd! Een goede verzendlijst bevat adressen van relaties, relevante publieksgroepen en eventueel financiële pers, vakpers, brancheorganisaties, vakbonden, politieke partijen en natuurlijk interne doelgroepen.
Tot slot Het belangrijkste bij een jaarverslag is de leesbaarheid. Zowel in opmaak en vormgeving als in tekst. Het lijken open deuren, maar probeer alles er zo ‘rustig’ mogelijk uit te laten zien, vermijd passief taalgebruik, lange zinnen en vaktermen of jargon. Zorg ervoor dat de lezer altijd weet waar hij is, bijvoorbeeld door zichtbaar te maken waar hij zich in het verslag bevindt.
Fijke Hoogendijk, Stafcoördinator Communicatie Stichting Carmelcollege
49 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Stappenplan voor een succesvol POP-gesprek Onvoorbereid een POP-gesprek voeren, is gedoemd te mislukken. Ook hier geldt dat een goede voorbereiding het halve werk is. Een stappenplan met voorbereidingsvragen voor succesvolle POP-gesprekken. Tijdens de voorbereiding denken beide gesprekspartners na over zaken als de wensen en eisen, de sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen. Stap 1: aankondiging Voorbereidingsvragen voor de medewerker • De leidinggevende kondigt twee weken van tevoren het POP-gesprek aan en vraagt zijn medewerkers na te denken over de volgende vragen: • Waar ben ik goed in? • Wat vind ik het leukst aan mijn werk? • Maak ik daar in mijn huidige functie voldoende gebruik van? • Wat zijn mijn te ontwikkelen punten en wat zou ik daarin kunnen verbeteren? • Welke andere werkzaamheden zou ik leuk vinden? • Waar liggen mijn ambities op de langere termijn? • Welke kennis denk ik in de toekomst nodig te hebben? • Waarover ben ik het meest tevreden? • Wat zijn mijn grootste successen geweest in het afgelopen jaar? • Wat denk ik in de toekomst (extra) nodig te hebben om mijn werk goed te kunnen blijven doen? • Wat zijn mijn ambities in mijn huidige functie? • Wat zijn functies die mij erg aanspreken? • Wat is op dit moment mijn grootste uitdaging? • Voor welke onderdelen in mijn werk ben ik het meest gemotiveerd? • Waar zie ik erg tegen op? • Wat doe ik buiten mijn werk het liefst? • Wat is nodig om mijn loopbaanwensen te realiseren? • Wat zijn daarbij de belemmeringen? Voorbereidingsvragen voor de leidinggevende • Per medewerker denkt de leidinggevende bovendien na over de volgende vragen: • In hoeverre voldoet de medewerker aan het competentieprofiel van de huidige functie? • Wat zijn de mogelijkheden van de medewerker om mee te groeien of zich te verbreden? • Wat is de ruimte om binnen de functie te veranderen? • Is er een ontwikkelingsnoodzaak? En zo ja, welke? • Welke bijdrage zou de medewerker kunnen leveren aan de realisatie van het afdelingsplan? • Wat is de ambitie, drijfveer van de medewerker? • Heeft de medewerker mogelijkheden verder te groeien of zich te verbreden? Stroommogelijkheden De leidinggevende denkt in zijn voorbereiding ook na over ‘welke’ medewerkers (kwalitatief en kwantitatief) nodig zijn om de afdelingsdoelstellingen te realiseren. Hij maakt als het ware een foto van zijn organisatie/afdeling voor, bijvoorbeeld, het jaar 2011. Op deze manier wordt het ook voor de medewerker zichtbaar in welke richting hij zich persoonlijk en professioneel kan ontwikkelen.
50 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Stap 2: afstemming Een week voor het POP-gesprek wisselen leidinggevende en medewerkers hun gesprekspunten uit. Hierdoor weten beiden wat in het gesprek aan de orde komt (geen verrassingen). In ieder geval worden de doelstellingen en afspraken van het voorgaande POP-gesprek besproken. Ieder kan zich goed voorbereiden en zo nodig nog het een en ander uitzoeken. Een goede voorbereiding is het halve werk en vergemakkelijkt het maken van concrete afspraken!
Hans Kleinsmann
Bron: Gids Online
Meld u aan voor de Algemene Ledenvergadering 2010, tevens viering van het 55-jarig jubileum van de VAP 20 april 2010 in het Aviodrome te Lelystad
vóór 9 april
Aanmelden via www.vap-onderwijs.nl 51 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Opbouw vakantiedagen tijdens ziekte Vorig jaar heeft het Europese Hof zich uitgelaten over het recht van werknemers op opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte, gelet op de Arbeidstijdenrichtlijn 2003/88. De uitkomst van deze uitspraak kan aanzienlijke gevolgen hebben voor Nederlandse werkgevers. Enkele adviezen. Uit het arrest lijkt namelijk te volgen dat onze Nederlandse vakantiewetgeving en in het bijzonder artikel 7:635 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (dat bepaalt dat een werknemer tijdens ziekte alleen vakantie opbouwt in de laatste zes maanden) strijdig is met deze Europese richtlijn. Gehele ziekteperiode Werknemers die volledig arbeidsongeschikt zijn, hebben recht op het wettelijk minimum aan vakantiedagen (in Nederland 20 dagen bij een fulltime dienstverband). Op grond van de richtlijn zou een werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte de over die gehele ziekteperiode opgebouwde vakantiedagen uitbetaald moeten krijgen en niet enkel over de laatste zes maanden, zoals dus in het hierboven genoemde wetsartikel staat. De vraag is dan ook wat de gevolgen van dit arrest zijn voor Nederland. Kunnen werknemers voortaan uitbetaling van alle vakantiedagen claimen als ze worden ontslagen na twee jaar ziekte? Vakantiedagen De Nederlandse rechter moet nationale bepalingen zoveel mogelijk conform Europese richtlijnen uitleggen. Het is echter maar de vraag of het mogelijk is de Nederlandse vakantiewetgeving op die manier uit te leggen aangezien artikel 7:635 lid 4 BW eenvoudigweg strijdig lijkt te met de richtlijn. In dat geval staat het de Nederlandse rechter niet vrij om het wetsartikel simpelweg opzij te schuiven. Eerste twee ziektejaren In 2009 heeft de kantonrechter in Utrecht een uitspraak gedaan in een zaak waarin bovenstaande problematiek aan de orde was. Het ging om een werknemer die gedurende 14 jaar bij een werkgever in dienst was geweest en na twee jaar ziekte werd ontslagen. De werknemer vorderde van de werkgever onder meer uitbetaling van de over de twee ziektejaren opgebouwde, maar niet genoten, vakantiedagen. Zij beriep zich voor haar vordering op de betreffende Europese richtlijn en het arrest van het Europese Hof. Ziekteverlof De kantonrechter vond dat de Europese richtlijn niet in de weg stond dat in een periode van ziekteverlof vakantie werd opgenomen. De werkgever had zich op het standpunt gesteld dat werkneemster in de periode vanaf 1 mei 2006 (aanvang ziekteperiode) ondanks haar ziekte vakantie had kunnen genieten. De kantonrechter oordeelde dat het op de weg van de werkgever had gelegen om voor haar dan ook de minimum jaarlijkse vakantie vast te stellen. Dit had de werkgever verzuimd. Het beroep van werkgever op artikel 7:635 lid 4 BW werd onder die omstandigheden in strijd geacht met de eisen van goed werkgeverschap. Uitkomst: werknemer had recht op uitbetaling van de over die twee jaar opgebouwde – niet opgenomen - vakantiedagen. Opgebouwde vakantiedagen Het is de vraag of deze uitspraak van de kantonrechter stand gaat houden. Gezaghebbende 52 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
arbeidsjuristen zijn van oordeel dat richtlijnconforme interpretatie niet mogelijk is, omdat de regeling van artikel 7:635 BW in strijd is met de Europese richtlijn. De wetgeving moet dan aangepast worden, aangezien een uitleg tegen de wet in niet mogelijk is. Bovendien heeft het Gerechtshof te Amsterdam eind november 2009 dit standpunt gevolgd en geoordeeld dat werknemers, gezien de tekst van artikel 7:635 lid 4 BW, bij langdurige ziekte alleen aanspraak kunnen maken op in de laatste 6 maanden van hun arbeidsovereenkomst opgebouwde vakantiedagen. De kwestie is hiermee echter nog niet klaar, omdat de Hoge Raad zich mogelijk ook nog over dit vraagstuk gaat uitspreken. Uiteindelijk moet de Nederlandse wetgever de wetgeving op dit punt aanpassen. Tips Wat moeten werkgevers (totdat de Nederlandse wetgever/Hoge Raad duidelijkheid verschaft) nu doen met deze uitspraken? Het is niet uitgesloten dat er meer claims komen waarbij werknemers alsnog uitbetaling van alle tijdens ziekte opgebouwde vakantiedagen vorderen. Werkgevers zouden er voor kunnen kiezen om werknemers die tijdens ziekte met vakantie gaan, te verzoeken vakantiedagen zoveel als mogelijk op te nemen. Nog beter is het om dit als verplichting in de (collectieve) arbeidsovereenkomst op te nemen. Als zieke werknemers hiervan geen of onvoldoende gebruik maken, kan de werkgever de vakantiedagen eenzijdig vaststellen, tenzij de bedrijfsarts (UWV-arts) vindt dat vakantie niet kan worden genoten door de zieke werknemer. Bovenwettelijke dagen Voorgaande is voor wat betreft bovenwettelijke dagen (de dagen boven de 20 wettelijke dagen) mogelijk naar Nederlands recht, maar het lijkt (gelet op de overweging van het Europese hof) dat het werknemers sowieso mag worden toegestaan om vakantiedagen op te nemen tijdens ziekte (het niet toestaan daarvan zou leiden tot een ontoelaatbaar onderscheid tussen zieke en niet-zieke werknemers). Van werknemers mag dan omgekeerd ook worden gevraagd deze dagen op te nemen. De vraag is echter in hoeverre hierover al op voorhand afspraken kunnen worden gemaakt. Dit blijkt niet uit de uitspraak van het Europese hof. CAO Te allen tijde blijft wel van belang eerst in een eventueel toepasselijke CAO te kijken of deze geen beperkingen geeft. Vakantiedagen afboeken Er is eveneens de simpele praktische kant van - bijvoorbeeld - de typiste die niet kan typen omdat ze aan haar handen is geblesseerd, maar die dan natuurlijk wel van haar vakantie kan genieten. Het is aan te raden haar te vragen op te geven wanneer zij met vakantie gaat, of desnoods uit geveinsde interesse daarnaar af en toe te informeren. De dagen die zij feitelijk met vakantie blijkt te gaan moeten uiteraard worden afgeboekt. Die typiste moet wel heel brutaal zijn om dan toch nog een vordering voor niet genoten vakantiedagen in te stellen. De kans op succes lijkt daarbij zeer gering – nu de gedachte is dat vakantiedagen niet vervallen als ze niet kunnen worden opgenomen – juist omdat de dagen feitelijk wel zijn opgenomen. Terugwerkende kracht Tot slot: de uitspraak van het Europese hof heeft in beginsel terugwerkende kracht. Een rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart na vijf jaar. Dit betekent dat mensen die de afgelopen vijf jaar zijn ontslagen na langdurige ziekte mogelijk nog een claim kunnen gaan indienen. Hans Kleinsmann
Bron: HR praktijk 53
VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Zorg voor documenten ofwel het beheer van gegevensdragers Het Document Management Systeem (DMS) Een document management systeem (DMS) is een informatiesysteem (softwarepakket) voor het managen van de creatie, vastlegging, raadpleging, routering en archivering van elektronische documenten, zoals word en excel bestanden, maar ook voor gescande formulieren, facturen, foto's en afbeeldingen. Tot de functies van document management software behoort ook de controle over het wijzigingsproces van documenten, zoals tekstdocumenten, spreadsheets, presentaties, e-mailberichten, foto's en andere multimedia, met mogelijkheden als check-out, check-in en revisiecontrole. Een DMS bevat ook een 'document repository' ofwel tags of unieke codering voor de fysieke opslag van documenten of verwijzingen naar de locatie van de 'hard copies' van documenten die niet elektronisch beschikbaar zijn. De database van de document management software bevat de gegevens (ook wel metagegevens genoemd) die nodig zijn om documenten te kunnen vinden en om relaties tussen documenten te kunnen leggen(dossiervorming). Daarnaast zullen de moderne systemen de fysieke opslag van de documenten ook in de database vastleggen. Op deze wijze maakt het niet meer uit of een bestand wordt verplaatst. Alle documenten worden in het DMS m.b.v. Word, Excel, PowerPoint of andere software applicaties aangemaakt (creatie), opgezocht (diverse zoekfuncties), geraadpleegd (checkin controle), gewijzigd (rivisiecontrole), opgeslagen (check-out controle, archieffunctie, dossiervorming), gerouteerd (doorverwijzingen) en eventueel verwijderd. Waarom document beheer met DMS software? Er zijn veel redenen om bij document beheer het gebruik van document management software te overwegen: • Ruimtebesparing Fysieke opslag van documenten kost jaarlijks veel ruimte en dus veel geld. • Efficiëntieverbetering Informatie is altijd aanwezig. Zoeken, en vooral snel vinden, in duizenden documenten bespaart veel tijd. • Klantgerichtheid Direct antwoord kunnen geven op vragen van klanten, medewerkers en leveranciers. • Betere ondersteuning van werkprocessen Documenten zijn voor iedereen, overal en altijd beschikbaar. • Bindingsmiddel tussen processen Op het moment dat u verschillende op zichzelf staande items wilt oproepen, kan een document als bindingsmiddel fungeren (indien in het DMS de data goed gekoppeld is). • Ketenintegratie Door de informatie aan het begin van het proces te digitaliseren, kunnen andere processen en systemen deze informatie gebruiken en is ketenintegratie (ook naar externe leveranciers) veel gemakkelijker, want de belangrijkste drempel is weg: informatieoverdracht. • Voorkomen dubbele invoer Voorkomt dat dezelfde informatie op meerdere plaatsen in uw bedrijf wordt vastgelegd. • Veiligheid Een digitaal archief kan eenvoudig elders opgeslagen worden voor backup. • Beveiliging Authenticatie en autorisatie op gebruik van vertrouwelijke documenten. Opgeslagen documenten kunnen op verschillende niveaus beveiligd worden. Mappen, maar ook
54 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
complete archieven kunnen beveiligd worden en eventueel gedeeltelijk elders opgeslagen worden. • Kostenbesparing Voorkomen dat een document vele malen gedupliceerd wordt. Geen kopieën naar elke verschillende belanghebbende. Één document digitaal opgeslagen kan door iedereen geraadpleegd worden. Digitale opslag is in veel gevallen goedkoper dan fysieke opslag. • Eenvoudige dossiervorming Een antwoord op een (ingescande) brief kan vanuit het DMS met Word of Excel gemaakt worden en is direct gekoppeld aan het betreffende document (linken van documenten). • Meer flexibiliteit Complete bedrijfsgegevens op een laptop of CD meenemen, kan eenvoudig. Alle informatie onder handbereik bij het bezoeken van onder anderen scholen en leveranciers.
Hans Kleinsmann
Bron: management kennisbank
55 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Bijdrage in kosten voor scholing ten behoeve van verhoging opleidingsniveau Met ingang van 1 januari 2010 is er een nieuwe afdrachtvermindering onderwijs: die voor verhoging van het opleidingsniveau van de medewerker. Deze afdrachtvermindering geldt voor één jaar, vervalt per 1 januari 2011 en bedraagt per medewerker eenmalig € 500. Zoals het woord al zegt vermindert deze afdrachtvermindering de af te dragen werkgeverslasten en verlaagt dus de loonkosten. Het is dus niet een vergoeding voor de medewerker zelf. De afdrachtvermindering moet via de salarisadministratie worden verrekend. Voorwaarden afdrachtvermindering U hebt recht op deze vermindering als u aan de volgende zes voorwaarden voldoet: • Uw medewerker start in 2010 met een opleiding die relevant is voor zijn huidige of een toekomstige functie. Er moet dus een duidelijk verband zijn tussen de opleiding en het werk dat uw medewerker al doet of gaat doen. • De opleiding is opgenomen in het Crebo-register van de Wet educatie en beroepsonderwijs of is opgenomen in het centraal register opleidingen hoger onderwijs (het Croho-register). Beide registers zijn via internet te raadplegen, o.a. via www.opleidendoejezo.nl. • De opleiding moet uw medewerker op een hoger opleidingsniveau brengen. Bijvoorbeeld een medewerker met een mbo-niveau die een opleiding volgt tot hbo-niveau, of een medewerker met een hbo-niveau die een opleiding volgt tot wo-niveau. Ook een hoger niveau binnen een beroepsopleiding is mogelijk, bijvoorbeeld van een mbo2-niveau naar een mbo3-niveau of het volgen van een master na een bacheloropleiding. • Uw medewerker schrijft zich in voor deelname aan ten minste een kwart van de gehele opleiding. • U betaalt minimaal 50% van de opleidingskosten. • U gebruikt voor deze opleiding geen andere afdrachtvermindering. U mag alleen de afdrachtvermindering onderwijs voor het ervaringscertificaat (EVC) tegelijk met die van onderwijs voor verhoging van het opleidingsniveau gebruiken. Duur afdrachtvermindering U mag deze afdrachtvermindering per medewerker maar één maal gebruiken. Deze vermindering moet in één keer in z’n geheel in mindering worden gebracht in het loontijdvak waarin uw medewerker met de opleiding begint, of in het daaropvolgende tijdvak. Als uw medewerker in 2010 overstapt naar een andere opleiding, mag de afdrachtvermindering niet nog een keer worden toegepast. Als uw medewerker in december 2010 start met zijn opleiding, mag de afdrachtvermindering in december 2010 of in januari 2011 toegepast worden. Aanvragen U moet het bewijs van inschrijving opsturen naar de afdeling PBSA van het bestuursbureau. In het bewijs van inschrijving moeten ten minste zijn opgenomen: • de naam van de instelling waar de medewerker zijn opleiding start • de naam van de opleiding • de duur van de opleiding Tevens ontvangen wij van u een bewijsstuk, waaruit blijkt dat u, als werkgever, minimaal 50% van de opleidingskosten vergoedt. Daarnaast moeten wij beschikken over een bewijsstuk van het opleidingsniveau dat uw medewerker bij de start van de opleiding heeft. Martin Knuif, Beleidsondersteuner Stichting Carmelcollege
56 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Whitepapers Gids Online Onderstaand een overzicht van de gratis whitepapers (via google: white papers gids online) Duurzaam talentmanagement Met de economische crisis is het behouden en benutten van talent nóg belangrijker geworden. De tijd van duurzaam talentmanagement breekt aan. Dit whitepaper helpt u bij het creëren van een match organisatie X en generatie Y. Besproken wordt onder meer het 'match op maatmodel' voor het verkrijgen van een 'strategy match' en een 'identity match'. Ontslagrecht, ontslagvergoeding en stamrecht-bv Ontslag is nooit prettig, voor werkgever noch werknemer. Met behulp van dit whitepaper kunt u het ontslag toch zo soepel mogelijk laten verlopen. U krijgt adviezen in chronologische volgorde van het ontslagtraject. Hiermee minimaliseert u risico's en boekt u efficiencyvoordeel. Onder meer worden kantonrechterformule, beëindigingsovereenkomst en stamrecht-bv behandeld. Prinsjesdag 2009 - Kabinetsplannen verklaard Deze whitepaper is gewijd aan de kabinetsplannen, zoals die met Prinsjesdag zijn gepresenteerd. De onderdelen die voor werkgevers relevant zijn, worden behandeld. Wat is de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid? Wat is de begroting voor de gezondheidszorg en wat zijn de fiscale plannen voor 2010? Dit en meer leest u in deze gratis download. Functie-inflatie checklist In de praktijk blijkt dat in een rijpere en middelgrote tot grote onderneming twintig tot dertig procent van het personeel feitelijk in een te hoge functie zit. Oorzaak is functie-inflatie. De relatie tussen de functie-inhoud en de bijbehorende beloning is uitgehold. Met de checklist functie-inflatie spoort u dit verschijnsel in uw organisatie tijdig op.
Hans Kleinsmann
Gratis downloaden digitale boeken Naast boeken in traditionele papiervorm brengt Academic Service digitale boeken, onder de noemer e-books. De inhoud is exact gelijk als de printversie en is geheel gratis te downloaden via onderstaande service: www.academicservice.nl/books Van deze e-books zijn ook printuitgaven beschikbaar, natuurlijk ook te bestellen via deze website.
57 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
We-think Je bent wat je deelt. Dat is de nieuwe ethiek van de wereld, gecreëerd door websites als YouTube, LinkedIn en Wikipedia. We-think beschrijft de weergaloze vloedgolf van creativiteit en vernieuwing die hierdoor op gang is gekomen en onvermoede krachten herbergt...
De e-mail jungle U ontvangt tientallen, misschien wel honderden e-mails per dag. Dat vraagt om een goede controle over uw e-mailverkeer. Alleen zo is het immers mogelijk om het overzicht te bewaren: wat is belangrijk, wat heeft prioriteit en wat gebruikt u als geheugensteun...
Bouw zelf een website Visual Web Developer 2005 Maak dynamische webpagina’s, zonder één regel te programmeren! Dit praktische leerboek bevat veel realistische projecten, zodat u leert door te doen. Ook de vele visuele voorbeelden stellen u snel in staat websites te maken...
Jerome Kerviel, het dagboek van een oplichter Eind januari 2008 werd Frankrijk opgeschrikt door de onthulling van de grootste fraudezaak uit de geschiedenis van het bankwezen tot dan toe: Jérome Kerviel, effectenhandelaar bij Société Générale, een van de meest vooraanstaande...
Het boek dat alles verklapt Je studententijd loopt op zijn eind of is net achter de rug. Je bent van plan een wereldbaan binnen te slepen bij het beste bedrijf dat op en top bij je past. Nu alleen nog het solliciteren in de vingers krijgen. Het boek...
Zen to done We hebben het druk. We lijden aan informatiestress en e-mail-overload, woorden die tot voor kort niet in ons woordenboek stonden. Nu wel. En tegelijkertijd willen we meer zin geven aan ons dagelijks leven, werkelijk betrokken zijn bij alles wat we doen...
Het Innovatieplatform Stel, je wordt gebeld door de minister-president. Hij vraagt je secretaris te worden van het Innovatieplatform, waarvan hijzelf voorzitter is. Het platform wordt in het leven geroepen om van Nederland een innovatief land te maken...
Wat is jouw excuus? Heb je wel eens geprobeerd met je voeten een ei te bakken, je zonder handen aan te kleden of auto te rijden met je voeten? De Amerikaan John Foppe is zonder armen geboren; de meest basale dingen, die anderen doen zonder erbij...
Geheugentechnieken Wordt u ook dagelijks overspoeld met informatie, verzoeken en afspraken? Hebt u af en toe het gevoel dat uw geheugen u in de steek laat, met alle lastige consequenties van dien? Geheugentechnieken leren u op praktische wijze af te rekenen met...
Lees meer via: www.academicservice.nl/books
58 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
Leden VAP Ledenmutaties per 1 maart 2010 Naam
Adres
PC en Woonplaats
Aanmeldingen mevrouw C.A. den Breems Hongerlandsedijk 196 3201 LW Spijkenisse de heer P.W.M. van Oosterhout Lijsterhof 43 4921 VR Made Afmeldingen de heer B. Gerritsen p/a Postbus 2310 8203 AH Lelystad de heer F.A.A.J.M. Versteden Eemsteintoren 15 3332 MX Zwijndrecht Correcties/wijzigingen Geen
Rayon
C C
D C
Meld u aan voor de Algemene Ledenvergadering 2010, tevens viering van het 55-jarig jubileum van de VAP 20 april 2010 in het Aviodrome te Lelystad
vóór 9 april
Aanmelden via www.vap-onderwijs.nl 59 VAPblad nr. 362, 1 kwartaal 2010 e
Aanmelden nieuwe leden De VAP brengt al vele jaren deskundigen op eigen terrein bij elkaar aan tafel. Als beroepsgroep treedt de VAP adviserend op naar de overheid en besturen/werkgeversorganisaties. Onze stem wordt gehoord, onze mening gerespecteerd. Als lid ontvangt u ieder kwartaal de informatie in ons VAPblad en bezoekt u regelmatig themadagen, cursussen, lezingen en natuurlijk de VAP-Rayonvergaderingen. Daar worden ervaringen uitgewisseld, “hot-items” besproken en zoeken we op collegiale wijze oplossingen voor gezamenlijke problemen. Voorts houdt de VAP voor haar leden jaarlijks een drukbezochte Algemene Ledenvergadering. Samen sterk: Dat is de VAP. De jaarlijkse contributie bedraagt slechts € 110,-. Voor een bureaulidmaatschap bedraagt de contributie € 350,- per jaar. Daarbij kunnen vijf functionarissen van dezelfde organisatie lid van de VAP zijn. Sluit u aan bij dit netwerk van professionals. U kunt u aanmelden door onderstaand formulier in te vullen en op te sturen naar de secretaris van de VAP: H. Reuvekamp, Nijverheidsstraat 12, 8263 AL KAMPEN.
Aanmeldingsformulier Persoonlijke gegevens Naam Functie Werkzaam bij Adres instelling Postcode en woonplaats instelling Telefoon instelling/school Adres privé Postcode en woonplaats privé E-mail adres Voorkeuradressering privé/school* Datum * s.v.p. doorhalen wat niet van toepassing is
60 VAPblad nr. 362, 1e kwartaal 2010
m/v*
Orgaan van de vereniging van administratief personeel bij het onderwijs Dagelijks Bestuur Jouke de Jong, voorzitter Reiger 33, 8103 AL Raalte Wim Boevé, vice-voorzitter Beelaertspark 22, 2731 AC Benthuizen Henk Reuvekamp, secretaris Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Eric van Steen, penningmeester Vossenberg 9, 4841 JB Prinsenbeek Rabobank 18.24.76.243 t.n.v. VAP Redactie Jack Adriaans Hans Kleinsmann Eric van Steen Arnold Zadelberg Redactie-adres Vossenberg 9 4841 JB Prinsenbeek Telefoon 06-51 21 76 98 E-mail:
[email protected]
Hoewel de redactie streeft naar betrouwbaarheid, kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de gepubliceerde informatie. De eigen publicaties mogen verspreid worden mits bronvermelding plaatsvindt. Ledenmutaties Nijverheidsstraat 12, 8263 AL Kampen Opgave advertenties aan het redactie-adres. Abonnementsprijs € 75,- per jaar. Opmaak: Vormplus, Vlaardingen Druk: Stout grafische dienstverlening, Vlaardingen 56e jaargang 1e kwartaal 2010 nr. 362/2010 ISSN 1383-052X
56e jaargang
al | 1e kwarta
2/2010 2010 | nr. 36
Vlieg er ‘ns uit met de VAP!
20 april 2010 Algemene Ledenvergadering 2010, tevens viering van het 55-jarig jubileum van de VAP Nationaal Luchtvaart-Themapark “Aviodrome” Pelikaanweg 50, 8218 PG Lelystad 12.00 uur
ontvangst met een broodje
13.00 uur
huishoudelijk gedeelte
14.00 uur 15.30 uur
themabehandeling: Pensioen en de toekomst. Gastspreker is drs Marcel van de Grift, werkzaam als senior beleidsmedewerker bij Corporate Strategie en Beleid van Algemene Pensioengroep APG te Amsterdam.
16.00 uur
rondleiding in groepen onder leiding van een gids van Aviodrome bekijken van de unieke Aviodrome 4D-experience film
17.30 uur
afsluiting middaggedeelte door de voorzitter, waarbij we het glas heffen op het lustrum
18.00 uur
walking diner: smakelijk en dynamisch, met ruimte is voor ontmoeting
20.00 uur
afscheid
Meer informatie hierover vindt u op pagina 5 van dit VAPblad en op het antwoordformulier op onze website www.vap-onderwijs.nl.
renigin
d van de ve
Kwartaalbla
ersoneel bij
istratief p g van admin
ijs
het onderw
VAPblad
pauze
www.vap-onderwijs.nl