Gemeente Rotterdam
M.J.W. Struljvenberg Wethouder Werkgelegenheid en Economie
College van Burgemeester en Wethouders
Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 3011 AD Rotterdam Postadres: Postbus 70012
3000 KP Rotterdam Website: www.rotterdam.n|
E-mail:
[email protected]
Fax: 010 - 267 3560 lnllchtingen: R. van Dorp
Aan de ieden van de Raadscommissie Werk en lnkomen,
Participatie en Volksgezondheid
Telefoonz 010 .493 5816
Dienst: W&| - 14bb007764 Datum: 22 december 2014 Betreft: inkomstenverrekenlng
Geachte ieden van de raadscommissie, In de commissievergadering van 19 november 2014 werd het evaluatierapport van de pilot
inkomstenverrekening besproken. Tijdens deze vergadering heb ik toezeggingen 14BB6821 en 14BB6822 gedaan, die ik beide middels deze brief wil afdoen. Reactie op brief staatssecretaris Klijnsma U vroeg mij om reactie op de kamerbrief van staatssecretaris Klijnsma over exibel werk vanuit de W8 (11 november 2014). Zij stelt in de brief hoofdzakeiijk twee punten.
1) Gemeenten hebben vaak meer beleidsvrijheid dan ze denken. Dit betreft geen reactie op Rotterdam of de pilot. Voor zover dit mogelijk is en tot verbeteringen Ieidt, is de ruimte benut.
Divosa heeft Rotterdam gevraagd daarover een presentatie te geven in een bijeenkomst over parttime werk
met ministerie en
gemeenten.
De
Rotterdamse
pilot
is
een
van
de
praktijkvoorbeelden voor het kennen en benutten van beleidsvrijheid. Concreet noemt Klijnsma in de brief de mogelijkheid om een verkorte aanvraagprocedure in te richten voor terugkeer in de bijstand na acceptatie van tijdelijk werk. Buiten de minimale vereisten voor de bijstandsaanvraag, bepalen gemeenten zelf hoe zwaar deze procedure (administratief) is en welke programma—onderdelen (opnieuw) gevolgd moeten worden. Dit onderwerp kwam ook aan bod in de commissievergadering van 3 december, naar aanleiding van de ervaringen van een inspreker. U vroeg toen naar de werkwijze in Rotterdam. Die iicht ik hieronder kort toe. Sinds mei 2014 is er een nieuwe verkorte procedure. De procedure geldt wanneer een werkzoekende binnen 6 maanden na uitstroom naar tijdelijk werk opnieuw bijstand aanvraagt, en niet venzvijtbaar werkloos is. Na de verkorte intake volgt dan geen inspanningsverplichting en ook geen deelname aan WerkLoont — mits WerkLoont al eerder is doorlopen. De drempel om tijdelijk werk te accepteren wordt daarmee verlaagd. In de technische sessie waar u 3 december om hebt gevraagd, informeer ik u in meer detail over deze verkorte aanvraagprocedure.
BD-B-01-B&W
Blad:
2/5
‘*’}R~<
Klijnsma noemt in de brief ook de mogelijkheid om werkzoekenden een ‘premie arbeidsinschakeling’ te geven bij het accepteren van (tijdelijk) werk. Ik vind het echter onwenselijk om een ‘bonus’ te geven voor iets dat wij van werkzoekenden verwachten,
namelijk uitstromen naar werk. Rotterdam schafte deze bonus juist af in 2011, destijds betrof het een bedrag van maximaal €1.000. 2) Er is een onafhanke/ijk onderzoek toegezegd naar het bruteren van de bijstand. Dit is (mede) gevolg van de G4 lobby waar Rotterdam de trekker van is. Bruteren van de bijstand zou het verrekenen van inkomsten enorm vereenvoudigen. Rotterdam pleit er bij SZW voor om het onderzoek niet te beperken tot besparing op administratieve Iasten bij gemeenten, maar ook andere aspecten mee te nemen. Zoals drempelverlaging om tijdelijk/deeltijdwerk te
accepteren en mogelijke besparingen bij andere actoren (andere overheden, burgers en bedrijven). Klijnsma overvveegt Verder de wettelijke inkomstenvrij/ating te flexibiliseren, een
ander punt uit de lobby. Nu is het zo dat een deel van de inkomsten uit arbeid niet wordt verrekend met de bijstand, gedurende een periode van zes aaneengesloten maanden. Ook als werkzoekenden daarvan bijvoorbeeld maar drie maanden inkomsten uit arbeid had.
Flexibilisering zou beteken dat de zes gewerkte maanden ook verspreid mogen worden, binnen een langere periode. Wij kijken met grote belangstelling uit naar de uitkomsten van de onderzoeken die de staatssecretaris heeft aangekondigd.
Gesprek met de Belangenvereniging ID De Belangenvereniging ID sprak in de commissievergadering van 19 november in. De
vereniging wil inkomstenverrekening vereenvoudigen en stabiliseren. De gemeente wil dit ook. De vereniging deed het voorstel om daarover in een aantal sessies te brainstormen met ambtenaren van Werk en lnkomen (W&|). lk zegde toe daarover met hen in gesprek te gaan,
en heb dit op 11 december gedaan. Het was een constructief en goed gesprek. lk heb in het gesprek uitgelegd waarom ik denk dat
de werkwijze van de pilot het beste model is om inkomsten uit arbeid te verrekenen. Nadat we diverse voorbeeldsituaties hadden besproken, concludeerde de vereniging dat de gemeente een zeer intensieve pilot heeft gedaan en daarmee op de goede weg is. De vereniging trok het
voorstel voor de brainstormsessies in, en bood mij aan om bij mij terug te komen indien er na verloop van tijd voorbeeldcases zijn, die wijzen op structurele tekortkomingen in de nieuwe werkwijze / het beleid. lk waardeer dit aanbod en maak dankbaar gebruik van deze mogelijkheid die de Belangenvereniging ID biedt. Verder worden er periodiek weer gesprekken ingesteld tussen sociaal advocaten en W&l, zodat ook daar een ingang is voor terugkoppeling. casus: vaste deeltijdbaan vs. tijdelijke voltijdbaan (vraag mevr. Roest) Mevrouw Roest noemde een casus waarin een werkzoekende verplicht werd zijn/haar vaste deeltijdbaan op te zeggen voor van een tijdelijke voltijdbaan. 1k heb toegezegd u te informeren over het beleid hierover.
B-02 ROT-
Blad: 3/5 « g
Het is de inzet van W&| om ook werkzoekenden met deeltijdwerk verder te begeleiden naar volledige uitstroom, in zoverre dit (fysiek en mentaai) haalbaar is. In veel gevallen wordt ingezet op urenuitbreiding bij de bestaande werkgever, en soms op het combineren van
deeltijd banen. Dit is niet altijd mogelijk. De kans kan zich dan voordoen dat volledige reintegratie alleen mogelijk is bij een andere werkgever. Er voigt dan een zorgvuldige afweging die de werkzoekende en werkconsulent samen maken. Dat is maatwerk: perspectief en motivatie spelen daarin een belangrijke roi. Concreet: Het is redelijk om een vaste baan van enkele uren per maand op te zeggen voor een tijdelijk contract
boven bijstandsniveau, zeker als er goede kans is op verlenging. Maar stel dat een kleine urenuitbreiding ai voidoende zou zijn en het nieuwe contract te weinig zekerheid biedt, dan is het risico voor zowel de werkzoekende als voor W&i te groot. Het is dan in niemands belang dit te 'verpIichten’ op straffe van een maatregei. Een maatregei wordt alleen opgelegd wanneer iemand zijn/haar re-integratie belemmert, binnen de grenzen van wet in redeiijkheid van iemand vervvacht mag worden.
Mogelijkheden derdenrekening (vraag dhr. Sies) In de commissievergadering noemde dhr. Sies het idee om een “derdenrekening” te openen.
Daarop zou het inkomen uit arbeid van de werkzoekende kunnen worden gestort. W&| betaalt op diezelfde rekening de volledige bijstand uit (dus niet de bijstand minus een fictieve korting) en corrigeert deze achteraf. Dit zou meer rust en zekerheid geven. Er zijn hoofdzakeiijk twee redenen om dat niet te doen. De belangrijkste reden is dat het idee niet aansluit op de principes zelfsturing en zeifredzaamheid van Rotterdammers. Een werkzoekende die gaat werken, zou door de dienst worden geconfronteerd met het verzoek om het salaris niet op de eigen rekening te laten
storten, maar op een rekening van de gemeente I een rekening waar de gemeente toegang toe heeft. Een werkzoekende wordt dan feiteiijk in een vorm van budgetbeheer gepiaatst, en in zijn zelfstandigheid beperkt. De tweede reden is dat wanneer de volledige bijstand is uitgekeerd op een derdenrekening, het teveel ontvangen bedrag zal moeten worden verrekend in de bijstandsuitkering van de
volgende maand. Met andere woorden: de volgende maand wordt alsnog bijstand minus inkomsten uit arbeid uitgekeerd. Het neemt de schommeiingen in het inkomen dus niet weg. In de huidige werkwijze wordt daarom juist getracht vooraf al een gedegen inschatting te maken (en fictief gekort bedrag uit te betalen) zodat het te verrekenen verschil zo klein mogelijk is. Overigens volstaat de eenvoudige rekensom van bijstandsnorm minus nettoloon niet. in het vaststeilen van het recht op bijstand moeten voigens de wet ook de kosten zoais reiskosten,
Ioon in nature en maaitijdvergoedingen worden meegerekend. Deze zijn namelijk reeds in de bijstandsnorm verdisconteerd. De accountant rekent dit ietterlijk tot op de cent na; indien er onjuiste verrekeningen zijn, begaat de gemeente daarmee een financiéle fout. Deze complexiteit kan worden opgelost door de bijstand te bruteren.
ROT-B-O2
Blad:
4/5 .
Probleem met 4-weken verloning rond de jaanuisseling (vraag mevr. Roest) Inkomsten uit arbeid per vierwekelijkse perioden wordt door het bijstandsysteem Socrates steeds automatisch omgerekend naar maandelijkse bedragen, en achteraf bijgesteld als alle
gegevens van de maand binnen zijn. nodig. De WWB is immers een maanduitkering. Zo ontvangen werkzoekenden maandelijks de bijstand waar zij recht op hebben. Bij de jaarvvisseling maakt het niet uit dat een vierwekelijkse periode deels in het lopende jaar (2014) en deels in het nieuwe jaar (2015) valt. Werkgevers hebben zelf ook te maken met het afsluiten van hun boekjaar, dus een vierwekelijkse periode heeft altijd maar op een jaar
betrekking. Dat wil zeggen, het inkomen van vierwekenperiode ‘I3 wordt volledig toegerekend aan 2014 en periode 1 aan 2015. Dit Ieidt doorgaans niet tot problemen voor werkzoekenden.
Ook de termijn voor het inleveren van de Ioonstroken (in verband met de vierwekelijkse betalingsmomenten) is geen kneipunt. Wanneer de loonstrook nog ontbreekt, wordt de hoogte van de Iaatste uitkering steeds herhaald totdat de loonstrook alsnog binnenkomt. Periodiek vindt heronderzoek plaats zodat een uitkering niet oneindig doorloopt zonder dat aan de inlichtingenplicht wordt voldaan. Deze werkwijze is in de pilot juist gekozen in Rotterdam om werkzoekenden niet te frustreren met onhaalbare inlevertermijnen.
Aantal klachten In de commissie werd gevraagd naar het aantal klachten over inkomstenverrekening. In 2014 is tot 8 december 45 keer geklaagd over inkomstenverrekening. Dit is 3,5% van de klachten over Beheer Inkomen. De meeste klachten betreffen het niet tijdig verwerken van Ioonstroken
of het niet correct korten van inkomsten. In tweederde van de gevallen was de klacht gegrond. Deze aandachtspunten zijn intern bekend.
Tot slot De pilot inkomstenverrekening is zorgvuldig uitgevoerd en heeft een breed scala aan mogelijkheden en knelpunten geévalueerd. lk heb op basis daarvan gekozen voor een model die voor de organisatie niet de makkelijkste weg is, maar die binnen de mogelijkheden zoveel mogelijk tegemoet komt aan het belang van werkzoekenden. Het doel is immers om
werkzoekenden te stimuleren om te gaan werken, ook als het tijdeiijk of deeItijd werk betreft. In de piIot gaven werkzoekenden terugkoppeling in de ‘focusgroepen'. De focusgroep van een team van Beheer Inkomen dat de pilotmethode goed toepaste, gaf aan nauwelijks knelpunten te ervaren met inkomstenverrekening. De werkwijze scoorde hoge tevredenheid. Dit geeft mij
het vertrouwen dat we beschikken over de juiste tools om inkomsten uit arbeid te verrekenen. Eventuele resterende knelpunten (zie klachten) moeten worden opgeiost door intern de processen van de pilotmethode goed op te volgen, door organisatorisch op orde te zijn en door wet- en regelgeving meer aan te laten sluiten bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt.
ROT—B-02
Blad: 5/5
Hiermee beschouw ik de toezeggingen 14bb6821 en 14bb6822 als afgehandeld. Met vriendelijke groet,
I 1\
\.,
1.
,
/./~/ (“-~§_>_
M.J.W. Struijvenberg Wethouderwerkgelegenheid en Economie
E-O2 ROT-